Roland DR-3 User Manual [nl]

®
Nederlandstalige handleiding
• Lees de instructies hieronder, en de gebruikershandleiding, voordat u dit apparaat in gebruik neemt.
• Maak dit apparaat of de bijbeho­rende AC adapter nooit open, en maak nooit zelf aanpassingen.
• Probeer het apparaat nooit zelf te repareren, of onderdelen die zich hierin bevinden te vervangen (behalve wanneer specifieke instruc­ties in de handleiding u vertellen dit wel te doen). Laat al het onderhoud aan uw handelaar, het dichtstbij­zijnde Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur over. De gegevens hieromtrent vindt u op de “Informatie” pagina.
• Gebruik of plaats het apparaat nooit op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onder-
hevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht in een gesloten voertuig, in de buurt van een verwarmings-
kanaal, bovenop warmte genere­rende apparatuur); of
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badka­mers, wasruimtes, op natte vloeren); of
• aan regen blootgesteld worden; of
• stoffig zijn; of
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
• Zorg ervoor dat het apparaat altijd recht staat en stabiel blijft. Plaats het nooit op wiebelende, of hellende oppervlakken.
• Gebruik alleen de gespecificeerde AC adapter (PSA serie), en zorg ervoor dat het lijnvoltage van de installatie met het op de AC adapter gespecificeerde ingangsvoltage over­eenkomt. Andere adapters maken mogelijk van een andere polariteit gebruik, of zijn voor een ander voltage ontworpen. Het gebruik van andere adapters kan tot schade, storingen of elektrische schok leiden.
2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK, OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over de symbolen
Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
................................................................................................................................................
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwe­zige meubilair, en tevens aan huis­dieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aange­geven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linker­kant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het
wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Waarschuwing Waarschuwing
• Dit toestel, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, zou een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan onmid­dellijk het gebruik van dit toestel en raadpleeg een gehoorspecialist.
..................................................................................................
011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bv. brandbare materialen, muntstukken, naalden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het toestel kunnen binnendringen.
..................................................................................................
012c
• Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de stekker van de AC-adaptor uit het stopcontact en laat het toestel nakijken in het dichtstbijzijnde Roland Service Center of door een erkende Roland-dealer wanneer:
• de AC-adaptor, de stroomkabel of de stekker beschadigd is;
• er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn terechtgekomen;
• het toestel in de regen heeft gestaan (of op een andere manier nat is geworden);
• het toestel niet normaal blijkt te werken of ongewone zaken vertoont.
015
• Sluit de stroomkabel van dit toestel niet samen met een overdreven aantal andere toestellen aan op hetzelfde stopcontact. Wees voorzichtig met verlengsnoeren: het totale vermogen van alle toestellen aangesloten op het verlengsnoer mag nooit het nominale vermogen (watt/ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten.
..................................................................................................
016
• Voor u dit toestel in het buitenland gebruikt, gelieve uw handelaar, een Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler te raadplegen. Zie de "Informatie"-pagina.
..................................................................................................
..................................................................................................
013
• In gezinnen met kleine kinderen, dient er een volwassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om het toestel op een veilige manier te gebruiken.
..................................................................................................
014
• Bescherm het toestel tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
..................................................................................................
3
Waarschuwing Waarschuwing
• Plaats het toestel en de AC-adaptor zodanig dat een goede ventilatie gewaarborgd blijft.
..................................................................................................
102d
• Neem de stroomkabel uitsluitend met de stekker vast wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.
..................................................................................................
103b
• Een opeenhoping van stof tussen de strekker en het stopcortact kan een slechte isolatie en zelfs brand tot gevolg hebben. Hou de stekker en de stopcontacten stofvrij. Trek de stekker uit het stopcontact als het toestel gedurende langere tijd niet gebruikt wordt.
..................................................................................................
104
• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren verstrikt geraken. Hou alle kabels en snoeren buiten het bereik van kinderen.
..................................................................................................
106
• Klim nooit boven op het toestel of plaats er geen zware voorwerpen op.
..................................................................................................
107d
• Neem de stroomkabel of de stekker nooit vast met natte handen wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.
..................................................................................................
108b
• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten af, alvorens het toestel te verplaatsen.
..................................................................................................
109b
• Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact, alvorens het toestel schoon te maken (p. 16).
..................................................................................................
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u gevaar voor bliksem­inslagen vermoedt.
..................................................................................................
4

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

291a
Leest u alstublieft de volgende pagina’s goed door, als toevoeging op de zaken die bij "HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN" op pagina 2-4 staan vermeld, en houdt deze aanwijzingen goed in de gaten:

Stroomtoevoer: gebruik van batterijen

301
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomnet met een ander apparaat dat storing kan veroorzaken (zoals een elektrische motor, of een variabel verlichtingssysteem).
• Na langdurig aanhoudend gebruik zal de adapter hitte gaan produceren. Dit is normaal en geen reden voor ongerustheid.
• Omdat de stroomverbruik van het apparaat relatief hoog is, raden we u aan om een adapter te gebruiken. Geeft u de voorkeur aan batterijen, gebruik dan alkaline batterijen.
• Zet altijd de stroom op het apparaat uit en verbreek de aansluiting met andere apparatuur, voordat u batterijen gaat installeren of vervangen. Op deze manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/of dat de luidsprekers of andere onderdelen worden beschadigd.
• Er worden batterijen met het apparaat meegeleverd. De levensduur van deze batterijen is echter beperkt, omdat deze in eerste instantie voor het testen van het apparaat zijn bedoeld.
• Voordat u dit apparaat aansluit op enig ander apparaat, dient u de stroom op elk apparaat uit te zetten. Op deze manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/of dat de luidsprekers of andere onderdelen worden beschadigd.

Plaatsing

351
• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers (of enige andere apparatuur die grote transformatoren bevatten) kan een brom veroorzaken. Om dit probleem te verminderen, kunt u het apparaat verdraaien; of u kunt het apparaat verder weg van de storingsbron plaatsen.
• Het kan zijn, dat dit apparaat storing veroorzaakt in de ontvangst van radio en televisie. Gebruik het apparaat daarom niet in de buurt van deze ontvangers.
• Bij gebruik van draadloze communicatie­apparatuur (zoals mobiele telefoons) in de buurt van het apparaat, kan er storing ontstaan. Dergelijke storing kan ontstaan tijdens het het ontvangen van een gesprek, tijdens het opbellen of tijdens een gesprek. Heeft u last van dit probleem, plaats de draadloze apparatuur dan verder van het apparaat of schakel de apparatuur uit.
• Plaats het apparaat niet in direct zonlicht, plaats het niet in de buurt van warmteproducerende apparaten, laat het nooit achter in een afgesloten voertuig en stel het niet bloot aan extreme temperatuurswaarden. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Als er bij verplaatsing van de ene plek naar een andere plek een groot temperatuursverschil of verschil van luchtvochtigheid optreedt, kan er in het apparaat condens ontstaan. Gebruik van het apparaat onder deze omstandigheden kan een defect of schade veroorzaken. In dit geval dient u voor gebruik het apparaat enige uren te laten staan, totdat de condens volledig is verdampt.

Onderhoud

401a
• Gebruik een droge, zachte doek om het instrument te reinigen. U kunt eventueel een licht vochtige doek gebruiken. Om hardnekkiger stof te verwij­deren, kunt u een doek gebruiken, die verzadigd is met een mild, niet aggressief schoonmaakmiddel. Zorg er wel voor, dat u daarna het apparaat afneemt met een zachte, droge doek.
• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddel, alcohol of wat voor oplosmiddel dan ook om verkleuring en/of vervorming te voorkomen.

Aanvullende voorzorgsmaatregelen

551
• Weest u er zich van bewust, dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan, als gevolg van een defect of een verkeerde bediening van het apparaat. Om uzelf te beschermen tegen het mogelijk kwijtraken van belangrijke data, raden we u aan deze data, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, periodiek op papier een kopie te maken.
• Als de opgeslagen data op een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) verloren gaat, is het helaas mogelijk dat deze niet meer te herstellen is. Roland Corporation aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot een dergelijk verlies van data.
• Bij de bediening van de knoppen, schuiven en andere bedieningsknoppen op het apparaat dient u met redelijke voorzichtigheid te werk te gaan; zo ook bij het gebruik van de jacks en aansluitingen. Een ruwe behandeling kan tot een defect leiden.
• Sla nooit op het display, en oefen er geen grote druk op uit.
• Bij het aansluiten/ontkoppelen van kabels dient u altijd de plug zelf beet te pakken; trek nooit aan de kabel. Op deze manier voorkomt u kortsluiting of beschadiging.
• Probeer het geluidsvolume van het apparaat op een acceptabel niveau te houden om de buren niet tot last te zijn. Misschien geeft u de voorkeur aan het gebruik van een koptelefoon: op die manier hoeft u zich geen zorgen te maken dat u anderen last bezorgt (vooral ‘s avonds laat).
• Als u het apparaat wilt vervoeren, dan kunt u dit het beste doen in de doos (inclusief vulsel) waarin het verpakt was. Anders kunt u vergelijkbaar verpakkingsmateriaal gebruiken.
5

Belangrijkste kenmerken

Uw eigen ritme-arrangementen maken met Style Play

U kunt de DR-3 patronen laten spelen, die uit drums- en basklanken bestaan. Tijdens het spelen kunt u fills invoegen en van patroon wisselen, zodat u uw liedjes gemakkelijk kunt opbouwen en indelen in refrein, brug en sologedeeltes.

100 verschillende preset Styles

De DR-3 heeft 100 verschillende voorgeprogrammeerde Styles in allerlei muziekstijlen, waaronder rock, funk, hip hop, jazz, latin etc. Daarnaast kunt u in totaal wel 100 eigen Styles samenstellen.

TSC (Total Sound Control) functie

Deze functie omvat twee effecten: "Sound Shape", die de algehele klankkleur verandert; en "Ambience", die de klank van de galm beïnvloedt. Hierdoor kunt u gemakkelijker de klank bereiken die u zoekt; of het nu een ruige klank is voor rock, een akoestische klank voor jazz of de "live" klank van een optreden op het podium. Sound Shape en Ambience bevatten ieder acht presets en acht geheugens, waarin u uw eigen favoriete instellingen kunt opslaan.

Bedien de DR-3 met een voetschakelaar

Op de DR-3 kunt u in totaal twee (optionele) voetschakelaars aansluiten. Tijdens het spelen kunt u de DR-3 met de voet bedienen; daarom is de DR-3 ook ideaal voor jamsessies en live optredens. U kunt verschillende functies aan de voetschakelaars toekennen, waaronder van patroon wisselen en de Variation functie aan-/uitzetten.

Met de Variation functie zijn zeer verschillende arrangementen mogelijk

Met de Variation functie van de DR-3 kunt u verschillende arrangementen in één Song gebruiken, bijvoorbeeld arrangementen om de spanning op te bouwen, een rustiger arrangement voor onder de zang en talloze andere arrangementen.

Automatisch patronen produceren in de Auto mode

In de Auto mode kunt u Songs samenstellen door het patroon automatisch iedere acht of zestien maten te laten veranderen. Hierdoor kunt u gewoon gaan spelen vanaf het moment dat u de DR-3 aanzet, zonder dat u hem verder hoeft te bedienen.

Fantastische instrumentklanken - ook ghostnotes

De DR-3 heeft de speciale "soft shot", "double shot" en "buzz shot" klanken voor het nabootsen van ghostnotes op de snaredrum. Door deze te gebruiken kunt u de patronen nog realistischer laten klinken.

Aanslaggevoelige padtoetsen

De padtoetsen van de DR-3 zijn aanslaggevoelig. Het volume reageert op de kracht, waarmee u de pads aanslaat.
Hierdoor kunt u een klank laten veranderen door de manier waarop u een pad aanslaat; u kunt zo het verschil tussen harde en zachte snare slagen laten horen.
6
Belangrijkste kenmerken

Het tempo instellen met de Tap Tempo functie

U kunt een tempo instellen door de knop een paar keer in het juiste tempo in te drukken.

Transponeer functie

U kunt eenvoudig van toonsoort veranderen.
U kunt ook eenvoudig op een omlaag gestemde gitaar stemmen of op de stemming van een ander instrument (bijvoorbeeld saxofoon).

Handige functies voor samenstellen en spelen van Songs

Met de pads op het bedieningspaneel kunt u eenvoudig Songs maken, waarbij u in principe gebruik maakt van dezelfde handelingen als bij het uitvoeren van Styles.
Na het maken van een Song kunt u bekkenslagen toevoegen, baspatronen veranderen en bepaalde delen van de Song veranderen.

Synchroniseren met een digitale recorder of sequencer

Met MIDI kunt u de DR-3 synchroniseren met een digitale recorder (bijvoorbeeld uit de BR serie) of sequencer, of de DR-3 starten en stoppen met een GT-6.

Voorzien van tulpstekkers en tulpstekkers jacks

De DR-3 beschikt over zowel 1/4" tulpstekkers jacks als over tulpstekkers, waardoor u het op allerlei andere apparatuur kunt aansluiten, zoals een mengtafel, versterker of audiosysteem.

Compact

De DR-3 is lichtgewicht, compact en bijzonder goed draagbaar. Omdat het apparaat met batterijen van stroom kan worden voorzien, kunt u de DR-3 eigenlijk bijna overal gebruiken.
7

Inhoud

HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN..................................................2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................ 5
Belangrijkste kenmerken.......................................................................6
Paneelbeschrijving............................................................................... 12
Voor het spelen..................................................................................... 15
Batterijen installeren..................................................................................................15
Aansluiten...................................................................................................................16
De stroom aan-/uitzetten .........................................................................................17
De standaard fabrieksinstellingen resetten (Factory Reset) ................................18
Snel van start...................................................20
De demo beluisteren............................................................................21
Een Style spelen................................................................................... 22
Een Style spelen en zelf patronen selecteren ([MANU])......................................22
Variaties op een Style spelen (VARIATION).........................................................24
Styles selecteren .........................................................................................................26
Het tempo veranderen ([TEMPO])..........................................................................27
Het tempo instellen door het zelf in te tikken (Tap Tempo) ........................27
De toonsoort veranderen ([KEY SHIFT]) ...............................................................28
Een voetschakelaar gebruiken............................................................ 29
De voetschakelaar aansluiten...................................................................................29
De voetschakelaar gebruiken...................................................................................30
Spelen terwijl de Styles automatisch wisselen ([AUTO])........................31
De algehele klankkleur van het geluid en de galm veranderen (TSC) ...32
Hoofdstuk 1 Overzicht van de DR-3.................................................... 34
De speelmodes van de DR-3 ....................................................................................34
Style Play mode..........................................................................................................34
De opbouw van een Style .........................................................................................35
Song Mode ..................................................................................................................37
De functies van de pads omwisselen......................................................................37
Belangrijkste pagina’s en functies ...........................................................................38
Starten en stoppen van spelen en opnemen ...................................................40
Het tempo aanpassen ([TEMPO]) ....................................................................41
De toonsoort veranderen ([KEY SHIFT]) ........................................................42
Hoofdstuk 2 Styles spelen (Manual mode [MANU])..........................43
Hoe de pads werken tijdens het spelen van een Style ..................................43
Styles selecteren .........................................................................................................43
Het patroon dat u wilt spelen selecteren................................................................44
Starten/stoppen..................................................................................................44
Van patroon wisselen.........................................................................................44
Variaties selecteren (VARIATION).........................................................................45
8
Hoofdstuk 3 Styles spelen (Auto mode [AUTO])............................... 46
Een Style selecteren ...................................................................................................46
Spelen in de Auto mode ...........................................................................................46
De volgorde van de patronen in de Auto mode veranderen.......................47
Hoofdstuk 4 De Styles bedienen met een voetschakelaar...............48
Starten en stoppen van Styles en Songs .................................................................48
Verses wisselen ..........................................................................................................48
Functies aan de voetschakelaar toewijzen .............................................................49
Hoofdstuk 5 de algehele klankkleur van het geluid en de galm veranderen (TSC)......51
De algehele klankkleur van het geluid veranderen ([SOUND SHAPE]) ..........51
De eigenschappen van de galm veranderen ([AMBIENCE])..............................52
De Sound Shape parameters veranderen...............................................................53
Het instellen van de parameters.......................................................................53
De equalizer parameters veranderen...............................................................53
De compressor parameters veranderen ..........................................................54
Een naam geven aan de instellingen................................................................55
De instellingen kopiëren....................................................................................55
De Ambience parameters veranderen ....................................................................56
Het instellen van de parameters.......................................................................56
De Ambience parameters veranderen.............................................................56
Een naam geven aan de instellingen................................................................57
De instellingen kopiëren....................................................................................57
Hoofdstuk 6 Spelen met de pads........................................................ 58
Spelen met drumgeluiden ........................................................................................59
Spelen met percussiegeluiden..................................................................................59
Spelen met basgeluiden ............................................................................................59
Een ander geluid selecteren (VARIATION [KIT]) ................................................60
Hoofdstuk 7 Zelf Styles maken ........................................................... 61
Werkwijze voor het zelf maken van Styles............................................................61
<1> Een nummer voor de Style selecteren.............................................................62
<2> De instellingen voor de nieuwe Style maken ................................................62
Het tempo van de Style instellen......................................................................62
De maatsoort instellen. ......................................................................................62
De kit samenstellen ............................................................................................63
Instellen welk geluid er door VARIATION [MUTE] wordt uitgezet .........63
TSC instellen voor de Style................................................................................64
Het aantal maten in elk patronen bepalen......................................................64
<3> De patronen opnemen.......................................................................................65
Realtime opnemen..............................................................................................65
• De drumpartij opnemen.................................................................................65
• De baspartij opnemen.....................................................................................66
Step opnemen......................................................................................................67
• De drumpartij opnemen.................................................................................67
• De baspartij opnemen.....................................................................................68
Dynamiek aan het geluid toevoegen (Velocity Edit).....................................69
De baspartij van het patroon transponeren ....................................................70
Opgenomen patronen afspelen ........................................................................70
Inhoud
9
Inhoud
<4> De gemaakte Style bevestigen..........................................................................70
De gemaakte Style spelen..................................................................................70
De instellingen bewerken ..................................................................................70
Een naam geven aan, kopiëren en verwijderen van een Style............................71
Een naam geven aan een Style..........................................................................71
De Style kopiëren................................................................................................71
De Style wissen ...................................................................................................72
Het kopiëren en wissen van patronen....................................................................72
patronen kopiëren ..............................................................................................72
patronen wissen..................................................................................................73
Hoofdstuk 8 Songs maken en spelen ([SONG]) ................................ 74
Wat is een Song? .................................................................................................74
Werkwijze voor het maken van Songs ...................................................................74
<1> Selecteer een nummer voor de Song...............................................................75
<2> Stel de parameters van de nieuwe Song in ....................................................75
Het basistempo instellen....................................................................................75
TSC instellen voor de Song ...............................................................................76
<3> De Song opnemen..............................................................................................76
Met Step opname ................................................................................................76
Met Realtime opname ........................................................................................77
Noten bewerken in de drumpartij en baspartij van een Song .....................78
<4> Songs bewerken .................................................................................................80
patronen aan de Song toevoegen (INSERT) ...................................................80
Een bepaald gedeelte verwijderen (DELETE) ................................................81
Een bepaald fragment kopiëren (COPY).........................................................82
Het tempo veranderen op een bepaalde plek in de Song (TEMPO)...........83
<5> De gemaakte Song controleren ........................................................................83
De instellingen bewerken ..................................................................................83
TSC instellingen .................................................................................................83
Een naam geven aan, kopiëren en verwijderen van een Song............................84
Een naam geven aan een Song..........................................................................84
De Song kopiëren................................................................................................84
De Song wissen ...................................................................................................85
Songs spelen ...............................................................................................................85
Songs spelen ........................................................................................................85
Patronen wisselen met een voetschakelaar.....................................................86
Meerdere Songs achter elkaar laten afspelen (Song Chain ..........................87
Hoofdstuk 9 De werkconfiguratie wijzigen (System)........................88
Het instellen.........................................................................................................88
Selecteren van de partijen die via de OUTPUT jacks worden uitgestuurd ......89
De gevoeligheid van de pads instellen...................................................................89
De referentietoonhoogte van de baspartij instellen..............................................89
Het volume van het metronoomgeluid veranderen.............................................89
Hoofdstuk 10 Zelf een kit samenstellen.............................................90
Het instellen.........................................................................................................90
Selecteren welke geluiden er aan de pads zijn toegewezen................................91
Het volume instellen .................................................................................................91
De stereoplaatsing van het geluid instellen...........................................................91
De kit een naam geven..............................................................................................91
De kit kopiëren...........................................................................................................92
10
Hoofdstuk 11 Externe MIDI apparatuur aansluiten en gebruiken.... 93
Wat is MIDI?........................................................................................................93
De DR-3 starten/stoppen en synchroniseren vanaf een digitale recorder
of MIDI sequencer .....................................................................................................93
De MIDI kanalen instellen.................................................................................94
De Sync Mode instellene ...................................................................................95
De DR-3 aansturen vanaf een extern MIDI apparaat ...........................................95
Gespeeld materiaal afkomstig van een extern MIDI apparaat opnemen op de DR-3
..96
Bijlagen............................................................98
Problemen oplossen............................................................................99
Boodschappen op het display .......................................................... 100
Parameter Lijst.................................................................................... 101
Instrument/basgeluid lijst.................................................................. 104
Preset Kit Lijst .................................................................................... 106
Preset Style lijst.................................................................................. 116
MIDI Implementatie.............................................................................117
MIDI implementatiekaart....................................................................120
Specificaties........................................................................................ 122
Index....................................................................................................123
Inhoud
11

Paneelbeschrijving

Bedieningspaneel

fig.Panel
1
2
34
8
9
13

1. Display

* De uitleg in deze gebruiksaanwijzing bevat
illustraties die uitbeelden wat normaal gesproken op het display te zien is. Bedenk wel, dat een apparaat wellicht met een nieuw verbeterde versie van het besturingssysteem is uitgerust, waardoor wat u daadwerkelijk op het display ziet niet altijd volledig overeen hoeft te komen met de illustratie in de gebruiksaanwijzing.

2. VALUE draaiknop

Voor het selecteren van Styles en Songs.
Als u op de TEMPO knop (11) drukt, kunt u
daarna met deze draaiknop het tempo
instellen. Tijdens het editen dient deze knop
ook voor het instellen van bepaalde waarden.
5
6
12
14

3. MODE knop

MANU (manual) knop
Als u op deze knop drukt, komt u in de
Manual mode, waarbij u tijdens het spelen
zelf van patroon kunt wisselen.
AUTO knop
Als u op deze knop drukt, komt u in de
Auto mode, waarbij tijdens het spelen van
Styles de patronen automatisch wisselen.
SONG knop
Als u op deze knop drukt, komt u in de
Song mode, waarin u Songs kunt afspelen.
7
10 11
12
Paneelbeschrijving
4.
START
STOP knop
STEP REC knop
knop
Voor het starten/pauzeren van Styles/Songs.
Voor het stoppen van een Style of Song.
Voor het starten van Step opname van een
Style of Song.
Als u tijdens Step opname op de START
knop drukt, begint de Realtime opname.

5. EDIT knop

Gebruik deze knop voor instellingen, die
te maken hebben met de werking en de
omgeving waarin de DR-3 zich bevindt.

6. / / /EXIT / /ENTER knoppen

De vier knoppen, , , and
worden
cursorknoppen
De cursorknoppen worden gebruikt voor
het selecteren van parameters en het
veranderen van pagina op het display.
De EXIT knop is voor het stoppen van een
bepaalde handeling. De ENTER knop is
voor het bevestigen van een ingestelde
waarde of voor het uitvoeren van een
bepaalde handeling.
genoemd.
7. TSC (Total Sound Control)
knoppen
SOUND SHAPE knop
Voor het aanpassen van de algemene
klankkleur van het geluid.
AMBIENCE knop
Voor het veranderen van de galmeffect dat
op het gehele geluid van toepassing is.

8. PTN knop

* Deze knop wordt in de gebruiksaanwijzing
met [ ] aangegeven.
Druk op deze knop als u met de pads (12)
van patroon wilt wisselen.
Als deze knop AAN staat (het lampje
brandt), schakelen de knoppen 9-12 naar
de volgende functies:

9. VARIATION knoppen

PTN knop
De variatie op het patroon wordt afgespeeld.
KIT knop
Het apparaat speelt met de variatieklank
van de Kit.
MUTE knop
Sommige instrumentgeluiden van het
patroon staan uit.

10. KEY SHIFT knop

Transponeert de toonsoort van een
patroon of Song.

11. TEMPO (TAP) knop

Voor het aanpassen van het tempo.
Als u deze knop tenminste vier keer in een
bepaald tempo intoetst, wordt het tempo
hierop ingesteld.

12. Pattern (patroon) pads

Als de PTN knop (8) AAN staat, kunt u
met deze acht pads van patroon wisselen.

13. INST (instrument) knop

Druk op deze knop als u met de pads
drum- en basgeluiden wilt bespelen.
Als deze knop AAN staat (het lampje
brandt), kunt u met de knoppen 9-12
drum- en basgeluiden bespelen. Daarnaast
kunt u met deze knop ook naar een andere
Sound groep voor de pads (14) gaan.

14. 14.Pads

Als de INST knop (13) AAN staat (het
lampje brandt), kunt u met deze pads
drum- en basgeluiden bespelen.
13
Paneelbeschrijving

Achterpaneel

123 45678

1. MIDI IN aansluiting

Op deze aansluiting kan een extern MIDI apparaat worden aangesloten.

2. FOOT SW jack

Als u hier een voetschakelaar aansluit, kunt u daarmee het starten en stoppen van Styles en Songs
bedienen, van patroon wisselen of andere handelingen uitvoeren.

3. OUTPUT jack R (MONO) / L (PHONES)

Verstuurt het audio uitgangssignaal. Sluit hier uw versterker, stereoinstallatie of vergelijkbare
apparatuur op aan. Kies voor het uitsturen van een monosignaal de R (MONO) jack.
Kies voor een hoofdtelefoon de L (PHONES) jack.
U kunt geen mono signaal uitsturen, terwijl u een hoofdtelefoon gebruikt.

4. OUTPUT jack R / L

Verstuurt het audio uitgangssignaal. Sluit hier uw versterker, stereoinstallatie of vergelijkbare
apparatuur op aan. Gebruik deze jacks voor een aansluitkabel met tulpstekkers.

5. VOLUME knop

Hiermee past u het volume van de OUTPUT jacks aan.

6. POWER schakelaar

Schakelt de stroom aan/uit.

7. AC adaptor jack

U kunt gebruik maken van een los verkrijgbare adapter (BOSS PSA serie).

8. Beveiliging ( )

http://www.kensington.com/
14

Voor het spelen

NOTE
NOTE
b
NOTE
b

Batterijen installeren

1

Zorg er eerst voor, dat de stroom uitstaat.

fig.00-01
2

Verwijder het batterijklepje van de onderkant van het apparaat.

3
Plaats zes AA batterijen in de batterijhouder. Let er hierbij op, dat de positieve (+) en negatieve (-) uiteinden niet worden omgedraaid.
fig.00-02
Voor het spelen
Als u het apparaat ondersteboven houdt, raden we u aan om een aantal kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of beide uiteinden te leggen. Op deze manier voorkomt u beschadiging van de knoppen en regelaars. Probeer het apparaat zo om te draaien, dat de knoppen en regelaars niet worden beschadigd.
Draai het apparaat voorzichtig ondersteboven, zodat het niet kan vallen en nergens tegenaan stoot.
4

Sluit de batterijhouder.

We raden aan om alkaline
atterijen te gebruiken; deze
gaan het langst mee.
Meng geen nieuwe batterijen met deels gebruikte batterijen; gebruik geen verschillende
atterijen door elkaar.
Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt "Battery Low!" op het display als u de stroom aanzet. Vervang de batterijen in dit geval door zes nieuwe AA batterijen.
15
Voor het spelen
NOTE
NOTE

Aansluiten

De DR-3 is niet uitgerust met een interne versterker of luidsprekers. Om het geluid te kunnen horen, kunt u een versterker met luidsprekers aansluiten of een hoofdtelefoon gebruiken. Audiokabels, MIDI kabels, hoofdtelefoon en voetschakelaars worden niet meegeleverd. U kunt deze aanschaffen bij uw dealer.
1

Controleer het volgende, voordat u gaat aansluiten:

• Staat het volume op de DR-3 of de aangesloten versterker volledig uit?
• Staat de stroom van de DR-3 of de aangesloten versterker uit?
fig.00-03
Hoofdtelefoon
Voetschakelaar
Adapter
(PSA-serie; optioneel)
Zet voor het aansluiten op de DR-3 altijd de stroom op alle apparaten uit, om een defect en/of beschadiging van de speakers of andere apparatuur te voorkomen.
Monitor speaker
Audioset
2
Sluit de versterker en audio apparatuur of de hoofdtelefoon aan, zoals aangegeven in bovenstaand schema.
Voor een optimale weergave van de klank van de DR-3 raden we aan om het geluid in stereo af te spelen. Gebruikt u een mono systeem, gebruik dan de OUTPUT R (MONO) jack voor de aansluiting.
16
Voor aanwijzingen voor het aansluiten op MIDI IN, zie p. 93.
Voor aanwijzingen voor het aansluiten op de FOOT SW jack, zie p. 29.
U kunt geen mono signaal uitsturen, terwijl u een hoofdtelefoon gebruikt.

De stroom aan-/uitzetten

NOTE

De stroom aanzetten

Nadat alles is aangesloten (p. 16), kunt u de stroom op de verschillende apparaten in de aangegeven volgorde aanzetten. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, loopt u het risico op een defect en/of beschadiging van de speakers en andere apparatuur.
1
Controleer het volgende, voordat u de stroom aanzet:
• Is de externe apparatuur op de juiste manier aangesloten?
• Staat het volume op de DR-3 of de aangesloten versterker volledig uit?
2
Zet de POWER schakelaar op het achterpaneel van de DR-3 aan.
fig.00-04
3
Zet de stroom op de versterker aan.
Druk op de knipperende [INTRO/START] knop om te beginnen met spelen. Pas het volume van de DR-3 aan met de VOLUME knop op het achterpaneel.
fig.00-05
Voor het spelen
Voor het spelen
Dit apparaat is uitgerust met een beschermingscircuit. Nadat de stroom is aangezet duurt het even (een paar seconden) voordat de DR-3 werkt.
Druk op STOP [ ] om de DR-3 met spelen te laten stoppen.
Pas ook het volume van de versterker en andere aangesloten apparatuur aan.

De stroom uitzetten

1
Controleer het volgende, voordat u de stroom uitzet:
• Staat het volume op de DR-3 of de aangesloten versterker volledig uit?
2
Schakel de versterker en eventuele andere aangesloten apparatuur uit.
3
Zet de DR-3 uit.
17
Voor het spelen

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

Hierdoor worden alle instellingen op de DR-3 teruggebracht naar de oorspronkelijke ingestelde waarden. Dit wordt "Factory Reset" genoemd.
fig.00-06p
1 2, 4
3, 5, 6
1

Laat de DR-3 stoppen met spelen, en druk daarna op [EDIT].

fig.00-07d
2

Druk op [ ] om <SYSTEM> te selecteren.

fig.00-08d
3

Druk op [ENTER].

fig.00-09d
18
4

Druk op [ ] om <FACTORY RESET> te selecteren.

fig.00-10d
5

Druk op [ENTER].

Nu verschijnt er een boodschap op het display, waarin u wordt gevraagd om de Factory Reset te bevestigen.
fig.00-11d
Wilt u annuleren, druk dan op [EXIT].
6

Druk op [ENTER] om de Factory Reset uit te voeren.

De Factory Reset wordt nu uitgevoerd. Als de Factory Reset voltooid is, verschijnt de voorafgaande pagina op het display. Alle instellingen zijn nu naar de oorspronkelijke waarde teruggebracht.
Voor het spelen
Voor het spelen
19

Snel van start

In dit gedeelte van de gebruiksaanwijzing, "Snel van start", wordt
uitgelegd hoe u de ritmes van de Styles op de DR-3 kunt gebruiken. De voorgeprogrammeerde Styles zijn er in rock, jazz en allerlei andere
muziekstijlen.
Als u een Style heeft geselecteerd, kunt u door van patroon te wisselen
een begeleiding samenstellen, die precies past bij wat u speelt.
Elke Style bevat niet alleen een "Intro" en "Ending" patroon, maar ook
drie soorten "Fill-ins" en "Verses". U kunt het patroon op verschillende manieren laten klinken.
20

De demo beluisteren

b
NOTE
NOTE
Luister eens naar de demo, die de "Styles" van de DR-3 tot leven brengt. In de demo worden de "patronen" automatisch gewisseld. Als een patroon aan het spelen is, brandt het lampje van de pad die daarbij hoort.
fig.QS-01p
1
2
1

Houd [MANU] ingedrukt en druk op [AUTO].

De DR-3 schakelt naar de Demo mode, waarna de demo begint te spelen. Als er een patroon of Song aan het spelen is, druk dan
eerst op STOP [ ], voordat u stap 1 uitvoert.
fig.QS-02d
De naam van de gespeelde Style verschijnt op het display
2

Druk op STOP[ ] om de demo te stoppen.

Wilt u de demo nogmaals beluisteren, druk dan op START [].
Styles and Patronen — de uitvoering van een liedje vraagt om patronen, die voor elk gedeelte van het liedje (intro, fill-in, einde etc.) iets verschillen. De DR-3 beschikt over acht voorgeprogrammeerde ritmepatronen ("patronen") die deze variaties tot uitdrukking
rengen. Deze acht patronen zijn samengebracht in een zogenaamde "Style" (stijl). De DR-3 beschikt over 100 voorgeprogrammeerde interne Styles (de Preset Styles), die bij allerlei muziekstijlen passen. U kunt ook uw geheel eigen combinaties van patronen samenstellen, en zo nieuwe Styles creëren (de User Styles).
Alle rechten voorbehouden. Het zonder toestemming gebruiken van dit materiaal voor een ander doel dan privégebruik is een overtreding van de wet, die hierop van toepassing is.
Tijdens het spelen van de demo kunt u niet met de Pattern pads een ander patroon selecteren. Voor informatie over het spelen, waarbij u zelf van patroon kunt wisselen: zie "Een Style
Voor het gebruik van [MANU], [AUTO] of [SONG] voor het wisselen van mode, is het nodig om eerst de DR-3 op STOP te zetten.
spelen" (p. 22).
Snel van start
21

Een Style spelen

Er zijn twee manieren om een Style te spelen: in de "Manual mode", waarbij u zelf van patroon wisselt; of in de "Auto mode", waabij de DR-3 de patronen automatisch wisselt. We gaan nu eerst de Manual mode uitproberen.

Een Style spelen en zelf patronen selecteren ([MANU])

Elke Style bevat acht voorgeprogrammeerde patronen ("Patterns"): intro, fill-in A, verse A, fill-in B, verse B, fill-in C, verse C en ending. In de Manual mode wisselt u tijdens het spelen zelf de patronen.
fig.QS-03p
1
Voor informatie over de "Auto mode": zie p. 31.
2
3
Pattern Pad
1

Druk op [MANU] (het lampje gaat branden).

Als er een patroon of Song aan het spelen is, druk dan eerst op
STOP [ ] voordat u stap 1 uitvoert. Hierdoor gaat de DR-3 naar de Manual mode. De Style pagina verschijnt nu op het display.
fig.QS-04d
Style nr.
22
Style naam
TempoTelMaat
4
Als [INSTR] brandt, klinken er drum- of basgeluiden als u op de pads drukt (p. 58).
Druk eerst op[ ]
(het lampje gaat branden), als u met de pads van patroon wilt wisselen.
2

Druk op [INTRO/START] om de Style vanaf het intro te laten spelen.

3

Druk op een Pattern pad om een ander patroon te selecteren.

In de volgende tabel vindt u welk patroon aan elke Pattern pad is toegekend:.
Pad
INTRO/
Naam
Om­schrijv­ing
START
Na het in­tro gaat de Style naar Verse A.
Als u op een Pattern pad drukt, begint het bijbehorende patroon te spelen, zodra het patroon klaar is. Als u op [FILL] drukt, wordt de fill-in gespeeld, waarna automatisch het bijbehorende Verse wordt gespeeld. Als u bijvoorbeeld op [FILL A] drukt, schakelt de DR-3 na de fill-in automatisch naar [VERSE A].
FILL A VERSE A FILL B VERSE B FILL C VERSE C
Na Fill-In A gaat de Style naar Verse A.
Dit is het basis­patroon van de Style.
Na Fill-In B gaat de Style naar Verse B.
4

Als u op [ENDING/STOP] drukt, wordt het einde gespeeld, waarna de Style stopt met spelen.

Dit is een uitge­breidere versie van het patroon van Verse A.
Na Fill-In C gaat de Style naar Verse C.
Een Style spelen
What is a Fill-In? —Als u op een andere Pattern pad dan [INTRO/START] drukt, begint de Style vanaf dat patroon te spelen.
ENDING/
STOP
Van de pa­tronen A­C is deze het inge­wikkeldst.
Wat is een fill-In? —dit zijn de levendig uitgevoerde patronen, die als break tussen muzikale zinnen of op andere plekken in een Song of Style kunnen worden tussengevoegd. De fill-ins kunnen wel één hele maat lang zijn; het moment waarop ze worden ingezet hangt af van het moment, waarop u op [FILL] drukt.
Het einde wordt gespeeld, waarna de Style stopt met spelen.
Snel van start
Om een Style te stoppen zonder dat het "Ending" patroon wordt gespeeld,
kunt u op STOP [ ]drukken.
23
Een Style spelen
NOTE

Variaties op een Style spelen (VARIATION)

Met de drie VARIATION knoppen kunt u variatie aanbrengen, zelfs binnen dezelfde Style.
Knopnaam PTN KIT MUTE
Hierdoor wordt de kit vervangen, waardoor de klank verandert.
Hierdoor wordt een deel van het drumstel uitgezet.
Omschrijving
fig.QS-05p
Hierdoor wordt het patroon verandert.
Wat is een kit? - Dit is een selectie uit de DR-3 klanken, die zijn samengevoegd in één set, bestaande uit 26 drumklanken en één basgeluid
De instellingen van een VARIATION knop zijn afhankelijk van de geselecteerde Style.
1 2
VARIATION knop
1

Druk op [MANU] (het lampje gaat branden).

Als er een patroon of Song aan het spelen is, druk dan eerst op STOP [S], voordat u stap 1 uitvoert. Hierdoor gaat de DR-3 naar de Manual mode.
2

Druk op [INTRO/START] om de Style vanaf het intro te laten spelen.

3

Druk op VARIATION [PTN].

VARIATION [PTN] gaat branden, waarna de variatie op het huidige patroon wordt gespeeld. Als u nu nogmaals op VARIATION [PTN] drukt, gaat het lampje op de knop weer uit en wordt het oorspronkelijke patroon weer gespeeld.
3, 4, 5 6
U kunt de VARIATION knoppen niet alleen in de Manual mode gebruiken, maar ook in de Auto mode en de Song mode (p. 37).
De VARIATION [PTN] knop heeft alleen effect op de Verse patronen.
24
1

Druk op VARIATION [KIT]

VARIATION [KIT] gaat branden, waarna de drum- en basgeluiden veranderen. Als u nu nogmaals op VARIATION [KIT] drukt, gaat het lampje op de knop weer uit, en wordt het oorspronkelijke patroon weer gespeeld.
2

Druk op VARIATION [MUTE]

VARIATION [MUTE] gaat branden, waarna een deel van de geluiden uitgaat. Als u nu nogmaals op VARIATION [MUTE] drukt, gaat het lampje op de knop weer uit en wordt het oorspronkelijke patroon weer gespeeld.
3

Bij sommige Styles is er geen verandering in het geluid.

Een Style spelen
Bij sommige Styles is er geen verandering in het geluid.
Snel van start
25
Een Style spelen

Styles selecteren

De DR-3 beschikt over 100 voorgeprogrammeerde Styles. Laten we eens een paar verschillende Styles beluisteren.
fig.QS-06p
1
U kunt ook uw eigen Styles samenstellen. Zie voor meer informatie: "Hoofdstuk 7 Styles maken" (p. 61).
2
3
1

Zorg ervoor dat de DR-3 niet aan het spelen is; druk nu op [MANU] (het lampje gaat branden).

De Style pagina verschijnt op het display.
fig.QS-04d
Style nr.
Style naam
TempoTelMaat
2

Draai aan de VALUE draaiknop om een Style te selecteren..

3

Druk op [START/INTRO] om de Style vanaf het intro te laten spelen..

U kunt een andere Style selecteren door aan de VALUE draaiknop te draaien, ook terwijl de Style aan het spelen is.
4

Als u op [ENDING/STOP] drukt, wordt het einde gespeeld, waarna de Style stopt met spelen.

4
Als u tijdens het spelen van een Style een andere Style selecteert, verschijnt het
“ ” teken voor de naam van
de volgende Style. De Style wisselt als het huidige patroon is afgelopen, waarna het
“ ” teken weer verdwijnt.
Als u op een andere Pattern pad dan [INTRO/START] drukt, begint de Style vanaf dat patroon te spelen.
"Preset Style lijst" (p. 116)
26

Het tempo veranderen ([TEMPO])

Laten we eens proberen om het tempo van de Style te veranderen.
fig.QS-08p
1

Druk op [TEMPO (TAP)].

De Tempo pagina verschijnt op het display.
fig.QS-09d
Een Style spelen
Snel van start
2 3
1
2

Verander het tempo met de VALUE draaiknop

Het tempo kunt u instellen op een willekeurige waarde tussen 20 en 260.
3

Druk op [EXIT] om naar de vorige pagina terug te keren.

Het tempo instellen door het zelf in te tikken (Tap Tempo)

U kunt het tempo instellen door de knop in het gewenste tempo in te toetsen. Deze functie heet "Tap Tempo".
1
Druk tenminste vier keer op [TEMPO (TAP)].
Het ritme, waarmee u de knop indrukt, wordt nu als het tempo ingesteld.
27
Een Style spelen

De toonsoort veranderen ([KEY SHIFT])

U kunt een Style in verschillende toonsoorten laten spelen (transponeren). Deze functie noemen we "Key Shift".
fig.QS-10p
2
3
1
1

Druk op [KEY SHIFT]

De Key Shift pagina verschijnt op het display.
fig.QS-11d
2

Stel de toonsoort in met de VALUE draaiknop.

U kunt de waarde instellen op een willekeurige halve noot in het bereik -12 tot +12, oftewel één octaaf hoger tot één octaaf lager. Hierdoor verandert de toonsoort van de afgespeelde Style.
3

Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige pagina.

U kunt naar de oorspronkelijke toonsoort terugkeren door op [KEY SHIFT] te drukken en de waarde met de VALUE draaiknop weer op "0" te zetten.
28

Een voetschakelaar gebruiken

NOTE
b
NOTE
U kunt een voetschakelaar gebruiken (bijvoorbeeld de FS-5U) voor het starten en stoppen van Styles en voor het wisselen van Verse (p. 23). Hierdoor kunt u met de voet van patronen veranderen. U kunt in totaal twee voetschakelaars aansluiten op de DR-3.

De voetschakelaar aansluiten

1

Sluit de voetschakelaar aan op de FOOT SW jack op het achterpaneel.

fig.QS-14
PCS-31: optioneel
Wit
Rood
Snel van start
Zet voor het aansluiten van een voetschakelaar altijd eerst de stroom op alle apparaten uit, om een defect en/of
eschadiging van de speakers en andere apparatuur te voorkomen.
Voor het aansluiten van twee voetschakelaars is de speciale PCS-31 kabel (optioneel) nodig.
start/stop
(
Style
(Verse wisselen)
)

Voor het aansluiten van twee voetschakelaars

Volgens de fabrieksinstelling wordt de voetschakelaar die met de plug met de witte ring wordt aangesloten gebruikt voor het starten en stoppen van Styles; de voetschakelaar die met de plug met de rode ring wordt aangesloten wordt gebruikt voor het wisselen van Verse.
Voor het aansluiten van de voetschakelaar (de optionele FS-5U) op de FOOT SW jack dient u de polariteitschakelaar als volgt in te stellen:
Polariteitschakelaar
U kunt de functie van de voetschakelaar veranderen. Zie voor meer details: "Functies aan de voetschakelaar toewijzen" (p. 49).
29
Een voetschakelaar gebruiken

De voetschakelaar gebruiken

In het volgende voorbeeld wordt beschreven hoe u de DR-3 met twee aangesloten voetschakelaars kunt gebruiken. Heeft u maar één voetschakelaar aansgesloten, dan kunt u deze alleen gebruiken voor het starten en stoppen van Styles.
1

Zorg ervoor dat de DR-3 niet aan het spelen is; druk nu op [MANU] (het lampje gaat branden).

Hierdoor gaat de DR-3 naar de Manual mode.
2
Als u nu op de voetschakelaar drukt, die met de plug met de witte ring is aangesloten, dan begint de Style te spelen..
De Style begint vanaf het intro.
3
Als u nu op de voetschakelaar drukt, die met de plug met de rode ring is aangesloten, dan schakelt de Style naar het Verse dat volgt op het Verse patroon dat nu aan het spelen is.
4
Als u nu op de voetschakelaar drukt, die met de plug met de witte ring is aangesloten, dan wordt het "Ending" patroon (het einde) gespeeld, waarna de Style stopt met spelen.
U kunt de functie van de voetschakelaar veranderen. Zie voor meer details: "Functies aan de voetschakelaar toewijzen"
Als u op de voetschakelaar met de rode ring drukt, wordt er na afloop van het huidige Verse een fill-in gespeeld, waarna de Style naar het volgende Verse gaat. Als u tijdens Verse A op de voetschakelaar drukt, schakelt de Style naar Verse B, als u tijdens Verse B op de voetschakelaar drukt, schakelt de Style naar Verse C en als u tijdens Verse C op de voetschakelaar drukt, schakelt de Style weer naar Verse A. Als u de voetschakelaar meerdere keren indrukt, kunt u verder verwijderde Verses selecteren, overeenkomstig het aantal keren dat u de voetschakelaar indrukt.
(p. 49).
30
Loading...
+ 96 hidden pages