De producten zijn gebouwd door F. Robotics Acquisitions (Friendly Robotics).
Friendly Robotics producten zijn CE goedgekeurd.
Producten van Friendly Robotics voldoen aan de eisen RoHS (Beperking
van gevaarlijke stoffen) Richtlijn 2002/95/EC en de WEEE richtlijn
2002/96/EC. (Waste Electrical and Electronic Equipment = Afval van
elektrisch en elektronisch materiaal)
Product, productspecificaties en dit document zijn onderworpen aan veranderingen zonder voorafgaand
bericht. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars.
Welkom in de wereld van de huisrobots met uw Friendly Robotics Robomow®!
Dank u voor de aankoop van ons product. We weten dat u gaat genieten van de bijkomende vrije tijd die
u zult hebben terwijl Robomow® uw gras maait. Indien goed geïnstalleerd en gebruikt zal Robomow®
veilig werken op uw gazon en u een maaikwaliteit schenken zoals maar weinig maaiers dat kunnen. U
zult onder de indruk zijn van het uitzicht van uw gazon en Robomow® deed het voor u.
BELANGRIJK!
De volgende bladzijden bevatten belangrijke instructies voor veiligheid en gebruik. Lees
alstublieft alle instructies in deze handleiding en volg ze ook op. Lees aandachtig en herlees
alle veiligheidsinstructies, waarschuwingen en aanwijzingen die in deze handleiding staan.
Als u nalaat deze instructies, waarschuwingen en aanwijzingen te lezen en op te volgen
kan het gebeuren dat personen of huisdieren zwaar gewond raken of gedood worden
en kan er schade aan persoonlijke eigendommen ontstaan.
2
Inhoudstabel
Veiligheidswaarschuwingen en voorzorgsmaatregelen ………………………………………..
Verklaring veiligheidsstickers ……………………………………………………………………
5.8 Vervangen van de accu’s ……………………………………………………………… 52
4
6
7
9
10
11
28
39
42
49
53
54
55
56
57
58
3
Veiligheidswaarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Opleiding en aanwijzingen
1. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door alvorens met Robomow® te werken. Maak u
vertrouwd met de bedieningen en het juiste gebruik van Robomow® en volg nauwgezet alle
veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
2. Gebruik Robomow® nooit voor iets anders dan dat waarvoor hij gebouwd is.
3. Laat kinderen of personen die niet vertrouwd zijn met deze instructies, nooit toe om Robomow®
de bedienen.
4. Maai nooit indien er mensen, vooral kinderen, of dieren in de buurt zijn.
5. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan and ere personen of hun
eigendom.
6. Het is ten zeerste aanbevolen om de “kinderveiligheid” en de “anti dief” optie te activeren om te
voorkomen dat kinderen of onbevoegden die niet vertrouwd zijn met de veilige bediening van de
maaier, de machine zouden starten.
7. De machine mag niet door kinderen of personen worden gebruikt met beperkte fysieke,
zintuiglijke of mentale capaciteiten, of geen ervaring of kennis van de machine bezitten, tenzij ze
toezicht of instructies ontvangen. Op kinderen moet toezicht worden gehouden om te verzekeren
dat zij niet met de machine spelen.
8. Waarschuwing! Als er onweer op komst is neemt u de perimeterdraad uit het
basistation/perimeterschakelaar en uit het stopcontact.
Voorbereiding
9. Installeer de perimeterdraad juist en nauwkeurig volgens de aanwijzingen.
10. Draag altijd stevige schoenen en een lange broek wanneer u met de afstandsbediening maait.
11. Inspecteer Robomow® regelmatig. Verwijder stenen, stokken, draad en andere voorwerpen.
Voorwerpen die door het mes geraakt worden, kunnen weggeslingerd wo rden en ernstige
verwondingen veroorzaken.
12. Gebruik alleen onderdelen en toebehoren die origineel voor dit product ontworpen zijn.
Werking
13. Laat Robomow® nooit werken zonder toezicht.
14. Maai alleen maar bij daglicht met de handbediening, of bij goed kunstlicht.
15. Bedien de Robomow® afstandsbediening nooit wanneer u blootsvoets bent of wanneer u open
16. Vermijd Robomow® in nat gras te gebruiken. Maai niet als het regent.
17. Indien u de afstandsbediening gebruikt, let dan vooral bij hellingen op dat u niet uitglijdt.
18. Gebruik Robomow® niet op hellingen van meer dan 18 graden.
19. Zorg dat alle veiligheden, schermen en sensoren voortdurend ok zijn. Herstel of vervang elk
20. Stel Robomow® niet in werking als een veiligheidsfunctie of onderdeel beschadigd of
21. Probeer nooit een veiligheidsinrichting of -voorziening uit te schakelen of te verwijderen.
22. Wanneer u met de afstandsbediening werkt, volg dan altijd de instructies wanneer u de motor
23. Deze machine heeft een scherp draaiend mes! Laat de maaier nooit zonder toezicht werken;
24. Laat nooit toe dat iemand op de maaier gaat zitten.
25. Hou handen en voeten weg van het snijmes en andere bewegende delen.
26. Til Robomow® nooit op of vervoer hem niet wanneer de motoren lopen.
27. Probeer nooit de maaier te herstellen of in te stellen terwijl hij werkt.
28. Til Robomow® nooit op of inspecteer het mes niet wanneer de maaier in werking is.
29. Verwijder altijd de zekering vóórdat u de maaier optilt of bijstelt.
sandalen draagt. Draag altijd stevige schoenen en lange broek.
onderdeel dat beschadigd is, ook stickers. Gebruik Robomow® niet indien een onderdeel
beschadigd of versleten is.
onbruikbaar is.
aanzet en hou uw voeten ver weg van het mes.
hou toeschouwers, kinderen en dieren weg van de maaier wanneer hij werkt.
4
Basistation
30. Laat Robomow® nooit werken zonder toezicht.
31. Let er bij het programmeren van het automatisch vertrekken op dat u de uren en de dagen
zodanig programmeert dat er tijdens de maaitijden geen kinderen, huisdieren of toeschouwers op
het gazon aanwezig zijn.
32. Plaats geen metalen voorwerpen in de omgeving van de laadpinnen van het basistation.
33. Stel altijd de plaatselijke dag en tijd weer in nadat u de zekering verwijderd hebt. Indien u dat niet
doet zal Robomow® beginnen te maaien op ongewenste momenten en dat kan leiden tot
ernstige lichamelijke verwondingen.
34. Spuit nooit met water rechtstreeks in de buurt van het basistation.
Vervoer
Om u veilig te bewegen van of binnen de werkzone:
35. Gebruik de afstandsbediening (beschikbaar als toebehoor)
36. Indien er hoogteverschillen of trappen zijn, stop dan de
37. Indien de maaier over een grote afstand met de auto
Onderhoud en stalling
Bumper
om van plek tot plek te rijden (Zie sectie 2.4).
maaier door op de hoofd schakeltoets te drukken, open
het bumper deurtje bovenop Robomow, en draag de
maaier bij het draaghandvat, terwijl de achterrand op uw
heup steunt, zoals getoond in de figuur rechts.
vervoerd moet worden dient de zekering verwijderd te
worden en dient de originele verpakking gebruikt te
worden.
38. Onderhoud, herstel en sla Robomow® op volgens de aanwijzingen (kijk hoofdstuk 5 na).
39. Verwijder de zekering van de accu alvorens aan Robomow® te werken of hem op te tillen.
Verwijder de zekering van de accu vóórdat u enig onderhoud doet.
40. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven vast blijven zodat de machine veilig blijft.
41. Vervang versleten of beschadigde onderdelen ter wille van de veiligheid.
42. Gebruik stevige veiligheidshandschoenen wanneer u het mes nakijkt of vervangt.
43. Gebruik alleen maar de originele uitrusting, accupack en voeding/lader voor deze maaier.
Verkeerd gebruik kan oorzaak zijn van elektrocutie, oververhitting en lekkage van bijtend zuur uit
de accu.
44. Open het accupack niet en beschadig het niet. Het elektrolyt dat dan kan vrijkomen is corrosief
en kan ogen of huid beschadigen. (Bij ongeval: overvloedig spoelen met gewoon water).
45. Bescherm uw ogen en gebruik werkhandschoenen voor de installatie van de perimeterdraad en
het vastmaken van draadpinnen. Sla alle pinnen goed in de grond om te voorkomen dat ieman d
over de draad kan struikelen.
46. Gebruik de voeding/lader nooit indien de draad beschadigd is.
47. Er kan een vonk ontstaan als het accupak of de zekering in de robot wordt geplaatst. Het
is daarom verboden deze taken in de nabijheid van ontbrandbare materialen uit te voeren.
Om het risico van ontbranding bij het invoeren van het accupack of de zekering, is het is
ook verboden om voor het reinigen van elektronische contactpunten een spray of ander
reinigingsmateriaal te gebruiken.
Verwijderen van het product
48. Robomow® en zijn toebehoren moeten apart verzameld worden wanneer ze aan het eind van
hun levenscyclus gekomen zijn. Dit om te vermijden dat elektrisch en elektronisch afval op
stortplaatsen terechtkomt, voor het aanmoedigen van hergebruik, behandeling en recyclage van
elektrisch materiaal met de bedoeling de kwaliteit van de leefomgeving te bewaren, beschermen
en verbeteren, om gezondheidsrisico’s te vermijden en de natuurlijke rijkdo mmen voorzichtig en
rationeel te gebruiken.
49. Doe Robomow® of een onderdeel ervan nooit bij het huisafval. (Ook niet de voeding, het
basistation of de perimeterschakelaar) – het moet apart opgehaald worden.
50. Vraag uw plaatselijke winkel/dealer naar de mogelijkheden om het product in te leveren.
51. Gooi de accu’s nooit in een vuur en plaats ze nooit bij het huisafval. De accu’s moeten
verzameld, gerecycleerd of verwijderd worden op een milieuvriendelijke manier.
5
Omschrijving waarschuwingsstickers
Onderstaand volgen de symbolen op de Robomow
GEVAAR! Scherpe draaiende messen. Houd handen en voeten weg.
U kunt zich ernstig verwonden. Opgelet – Raak de draaiende mes(sen) niet aan!
1 2 3 4 5 6 7
Symbool voor veiligheidsalarm – WAARSCHUWING -
1.
apparaat. Wees voorzichtig wanneer u het gebruikt, volg alle veiligheidsinstructies op en
houd u aan de waarschuwingen.
Lees de gebruiksaanwijzing –
2.
Robomow
Lees de instructies voor de gebruiker vóór het gebruik van uw
; Lees ze aandachtig door vóórdat u Robomow gaat gebruiken.
dit is een gevaarlijk, aangedreven
Gevaar voor rondvliegende voorwerpen –
3.
Blijf op een veilige afstand van de werkende machine
4.
Uw gehele lichaam loopt gevaar.
Houdt mensen, en in het bijzonder kinderen, huisdieren en omstanders weg van het gebied,
waarin de Robomow gebruikt wordt.
Verwonden van tenen en vingers – Draaiend maaimes
5.
Er is het risico van verwonding door een draaiend snijdend mes. Houd handen en voeten
weg en til Robomow nooit aan deze kant op.
6. Verwijder de zekering vóórdat u met Robomow werkt of hem optilt.
7. Ga nooit zitten op Robomow
.
Wegwerpen van oude elektrische en elektronische onderdelen
Werp Robomow
als niet gescheiden afval – het moet worden ingeleverd bij de aangewezen
verzamelplaats voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
EC overeenstemming
Dit product is in overeenstemming met de toepasselijke EU richtlijnen
of een onderdeel nooit bij het afval weg
6
Robomow® Veiligheidseigenschappen
1. Kinderslot / Veiligheid (Niveau I)
Deze menu optie biedt een veiligheidsfunctie ter verhindering van het in werking stellen van
Robomow® door kinderen of anderen die niet weten hoe het toestel veilig bediend moet worden.
2. Anti-Diefstal / Veiligheid (Niveau II)
Het anti-dief systeem verschaft de gebruiker een middel dat er voor zorgt dat niemand
Robomow® nog kan gebruiken of verrijden indien de juiste code niet ingebracht wordt. U zal
verzocht worden een code met vier cijfers in te geven die u zelf mag kiezen en die u daarna
kunt gebruiken als uw persoonlijke veiligheidscode.
3. Hefsensor
Er is een Hall-Effect Sensor (Magnetische Positie Sensor) gemonteerd in de voorzijde van de
Robomow®. Indien de voorzijde van de maaier ongeveer 2,5 cm opgetild wordt van de grond
tijdens het maaien, dan stopt de rotatie van het mes onmiddellijk (< 1 seconde).
4. Kantelsensor
Er is een optische sensor gemonteerd in de voorzijde van Robomow®. Indien de voorzijde
van Robomow® opgetild wordt naar een verticale positie toe, dan zal het mes onmiddellijk
stoppen en Robomow® zal een waarschuwing geven en een boodschap aan de gebruiker
met de vraag de zekering te verwijderen voordat Robomow® opgetild wordt.
5. Bumper Sensor
De bumper is uitgerust met een Hall Effect Sensor die geactiveerd wordt wanneer de maaier
een stevig vaststaand voorwerp raakt, en wanneer de motorkap open is. Wanneer de
bumpersensor geactiveerd wordt zal de maaier het mes onmiddellijk (<1 seconde) stoppen,
zal stoppen met in die richting rijden en zal zichzelf van het obstakel verwijderen door
achteruit te rijden.
6. Noodstopschakelaar
Deze bevindt zich op het dashboard en is rood van kleur. Als men tijdens de werkin g op deze
knop drukt, wordt de werking van de maaier onderbroken en stopt het draaien van de
maaimessen onmiddellijk (< 1 seconde).
7. Accu zekering
Bevindt zich onder het bumperdeksel, aan de linkerzijde van Robomow®. Indien de zekering
verwijderd is zal Robomow® helemaal niets meer doen. Het is noodzakelijk de zekering te
verwijderen alvorens Robomow® op te tillen of onderhoud eraan te doen.
8. Twee stappen bediening ter controle van de aanwezigheid van de bediener
In handmatige modus zijn twee onafhankelijke acties vereist om de maaimessen in te
schakelen. Als deze zijn ingeschakeld moet de maaimessenknop ingedrukt blijven om de
meswerking voort te zetten. Als deze zijn losgelaten, moet het inschakelingproces in twee
stappen herhaald worden.
9. Elektronisch gecontroleerd laadsysteem
Robomow® is uitgerust met een ingebouwd laadcontrolesysteem. Hierdoor kan de opla der op
elk ogenblik aangesloten blijven, zelfs nadat de accu volledig opgeladen werd. Het
controlesysteem verhindert dat de accu overladen wordt en houdt ze volledig geladen en
onderhouden voor het volgende gebruik.
10. Afgesloten accu’s
De accu’s die Robomow® aandrijven zijn volledig afgesloten en zullen geen enkele soort
vloeistof lekken, ongeacht de positie. Bovendien zijn de accu’s beschermd door een
smeltveiligheid voor het geval er een kortsluiting of een probleem met de stroom ontstaat.
11. Basistation/perimeter schakelaar en perimeter draad
Robomow® kan niet werken zonder een geïnstalleerde perimeterdraad die geactiveerd is
7
door het basistation of door de perimeterschakelaar. Indien het basistation of de
perimeterschakelaar uitgeschakeld wordt of om een of andere reden niet werkt, zal
Robomow® stoppen met werken. Ook indien er in de perimeterdraad een breuk zou ontstaa n
zal Robomow® stoppen met werken. Indien de kabelbreuk aanwezig is voordat Robomow®
start, dan zal Robomow® niet vertrekken. Hij kan alleen maar werken binnen de grenzen van
de perimeterdraad.
12. Alarm bij automatisch vertrek
Wanneer de maaier geprogrammeerd is om automatisch te vertrekken vanuit het basistation
op een voorgeprogrammeerd moment, dan zal dat gemeld worden door een zoemer en de
waarschuwingslamp, 5 minuten vóór het vertrek. Dit is een waarschuwing om het veld te
ruimen en het maaivak te inspecteren.
13. Bewaking en bescherming tegen oververhitting
De mesmotor en elk van de twee wielmotoren worden tijdens het werken const ant bewaakt
tegen oververhitting. Indien dat zou gebeuren zal Robomow® om te beginnen al minstens de
oververhit rakende motor stoppen en misschien de hele maaier stoppen met het bericht dat de
motor bezig is met af te koelen. Zoiets is ongewoon, maar het kan gebeuren indien het gras
te lang geworden is; wanneer het maaidek helemaal volgelopen is door te weinig onderhoud;
indien de maaier een obstakel geraakt heeft dat de bumper niet geactiveerd heeft waardoor
Robomow® zich vast gereden heeft; of een probleem landschap waarin de maaier zich
compleet vast gereden heeft.
Dit waarschuwingssymbool vindt u op meerdere plaatsen in
Het is bedoeld om een belangrijke waarschuwing of
veiligheidsmelding te benadrukken.
Schenk bijzondere aandacht aan deze passages en zorg
ervoor dat u het bericht volledig begrijpt vóórdat u verder
WAARSCHUWING!
deze handleiding.
gaat.
8
Hoe werkt het
Een eenmalige installatie is nodig voordat Robomow® kan werken; een dunne draad,
perimeterdraad genoemd, legt u rondom de rand van het gazon en ook rond alle zones waar de
maaier niet hoeft te komen.
Kleine pinnen worden samen met de Robomow® geleverd. Daarmee pint u de perimeterdra ad vast
tegen de grond, in het gras; de draad wordt daarna snel onzichtbaar, verborgen onder nieuw gras.
Het basistation plaatst u in lengterichting over de perimeterdraad. Dit station heeft twee functies:
- Een zwak signaal op de perimeterdraad zetten (zeer lage spanning);
- De accu’s van Robomow® herladen.
Nadat u de eenmalige installatie uitgevoerd hebt; de draad rondom het gazon en de plaatsing van
het basistation, geeft u het weekprogramma in. Daarna kan u het maaien voor het hele seizoen
vergeten.
Robomow® zal het basistation verlaten op de dag en het uur dat geprogrammeerd is in het
automatische weekprogramma; hij zal het gazon maaien en daarna terugkeren naar het basistation
om zich bij te laden zodat hij klaar is voor de volgende maaibeurt.
Wanneer Robomow® het basistation verlaat zal het basistation automatisch een signaal op de
perimeterdraad zetten; dit signaal schept een virtuele muur die alleen Robomow® kan zien. Zo blijft
Robomow® in het gazon en zal de zones waar hij niet moet maaien ook niet betreden.
Basistation
plaatst een
signaal op de
draad en laadt de
accu.
De perimeterdraad
is een virtuele
muur die alleen
door Robomow
gezien wordt
Bomen die stevig genoeg
zijn zodat Robomow er
tegenaan kan rijden hebben
geen perimeterdraad nodig
Robomow leest
het signaal en
verandert de
rijrichting zodra hij
de draad bereikt.
Een boom met een put er omheen of een bloemenbed
moeten met een perimeterdraad afgebakend worden.
9
®
r
Wat zit er in de doos
Open de doos, neem de Robomow® bij de handgreep en licht hem uit de doos; Robomow® is door twee
klembandjes aan het basistation bevestigd; snijd deze door en trek Robomow® achteruit uit het
basistation.
Robomow
Pinnen voor
het basistation
Draad
Maaivlak
Connecto
Roboliniaal
Pinnen
Connector
Basistation
Voeding
Draad
10
Hoofdstuk 1 – Installatie van basistation en perimeterdraad
g
–
1.1 Voorbereidingen
Lees zorgvuldig de handleiding voor gebruik en veiligheid en start daarna met de installatie.
We bevelen aan uw gazon eerst met een conventionele maaier te maaien en het gazon te
bevloeien vooraleer met de installatie te starten. Het is dan gemakkelijker de pinnen te slaan.
Kijk na of alle onderdelen aanwezig zijn (zie bladz. 10, ‘wat zit er in de doos’ )
Gedurende de installatie zal u bovendien volgende gereedschappen nodig hebben.
Hamer
Fi
uur 1.1
1.2 De installatie plannen
BELANGRIJKE INFORMATIE! Lees dit hoofdstuk voordat u met de installatie
start. Zo bent u op de hoogte van alle regels en raadgevingen voor de installatie en
zal u in staat zijn de beste plek te kiezen voor basistation en perimeterdraad.
1.2.1 Plaats van het basistation
Voor de installatie benodigde gemeenschappen
Tang
Kleine vlakke en
kruiskopschroevendraaier.
Plaats het in het grootste veld of zone;
Het moet langs de buitenste rand staan (indien het bij het gazon staat) of buiten het gazon
(zie paragraaf 1.3.2 voor een externe installatie van het basistation);
In de achtertuin, waar het vanaf de weg onzichtbaar is;
Op een schaduwrijke plek (dat is beter voor de levensduur van de accu);
Op een plek die goed vlak en horizontaal is;
Afstand tussen
de draden meer
dan 1m
Zone met
basistation
Zone A
Zone met
basistation
Figuur 1.2 -
Locatie van het basistation
Locatie van het
basistation
Draden die naar de volgende
zone leiden liggen parallel en
raken elkaar. De hier
getoonde afstand is alleen
ter illustratie
11
Dicht bij een wandcontactdoos (230V) – de lengte van de laagspanning kabel is 15m (Noteer: deze
lengte mag niet veranderd worden).
Noteer: De voeding is geschikt voor gebruik buitenhuis, maar moet toch geplaatst worden op een
beschutte plek waar het droog is, goed geventileerd en niet blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht.
Plaats het basistation minstens een meter van een hoek;
Plaats het basistation met zijn hek naar de binnenzijde van het gazon toe;
Robomow® is bestand tegen water en regen, maar we bevelen toch aan om het basistation
buiten het bereik van sproeikoppen te plaatsen. Dat is beter.
Figuur 1.3 -
Afstand tussen basistation en
wandcontactdoos
1.2.2 Meervoudige zones/velden en smalle doorgangen
WAARSCHUWING!
Iemand kan ernstig verwond worden! Als u
de stroomkabel plaatst die naar het laad
station leidt, zorg er dan voor dat die goed
aan de bodem vastgemaakt is en dat
niemand er over kan struikelen. Steek geen
wandelpaden en opritten over waar u de
kabel niet goed kunt vastmaken.
Hek van
basistation in het
gazon
Minstens 1m
van hoek
Max 15m
Laagspanning
kabel
Voor uw tuin is misschien meer dan één zone nodig die geïnstalleerd moeten worden zodat
Robomow® efficiënt uw gehele gazon kan maaien. Waar de grasvelden niet in een stuk liggen of
door hekken, paden of andere obstakels gescheiden zijn, moet er telkens e en gescheiden zone
aangelegd worden.
Bij het aanmaken van gescheiden zones zijn er twee opties om de draad te leggen:
Optie A
500 meter lang zijn voor een kring indien hij met het basistation verbonden is (Figuur 1.4).
Optie B: Er zijn gescheiden zones die verbonden zijn met het basistation of met een perimeterschakelaar (die is verkrijgbaar als toebehoor – zie Hoofdstuk 7). U kan de perimeterschakelaar
telkens verplaatsen tussen verschillende zones (Figuur 1.5).
Om andere velden te maaien rijdt u of draagt u Robomow® tot in het veld waar u wil maaien en
start hem. Indien het een veld is waar minder maaitijd voor nodig is dan voor het vorige, kan u dat
gemakkelijk installeren (Hoofdstuk 2.1.2). Indien dat veld gemaaid is, rijd dan de maaier terug
naar het station waar hij zich zal bijladen.
Afstand bepalen tussen overeenkomstige perimeterdraden die met elkaar zijn verbonden:
1. .Als alle zones geïnstalleerd zijn met dezelfde perimeterdraad die verbonden is met dezelfde bron
(basisstation/perimeterschakelaar) , is een afstand van één meter tussen de perimeterdraden
voldoende om eventuele storingen tussen de draden te voorkomen.
2. Als zones zijn geïnstalleerd met verschillende, niet met elkaar verbonden perimeterdraden die
ieder hun eigen bron (basisstation/perimeterschakelaar) hebben, is het volgende vereist:
a. Houdt tussen de draden een afstand van minstens 30-50 centimeter aan waardoor de
b. Houdt twee meter afstand tussen de perimeterdraden, synchroniseren van de aaischema’s is
: Alle zones zijn verbonden en verbonden met het basistation. De perimeterdraad mag tot
overlap tussen maaizones gemaaid kan worden. Synchroniseer de maaischema’s om er
zeker van te zijn dat er geen storingen tussen de maaizones optreden. OF
dan overbodig.
12
Figuur 1.4 (Optie A)
Drie zones zijn verbonden en
aangesloten aan het basistation
Zone met
basistation
Zone A
De tekening toont 2
aparte draden maar in
feite raken ze elkaar
Basistation
Zone B
De maximale lengte van
een perimeterdraad die
met een basistation
verbonden is, is 500m
Zone met
basistation
Perimeterschakelaar
Basistation
Zone B
Afstand tussen
de draden meer
dan 1m
Zone A
Afstand groter
dan 1m
Figuur 1.5 (Optie B)
Gescheiden zones, de zones zijn
onderling niet verbonden
13
Wanneer de maaizones in verbinding staan zal Robomow® automatisch alle zo nes maaien en na elke
g
maaibeurt terugkeren naar het basistation om bij te laden.
De doorgang die twee grote maaizones verbindt noemen we een smalle doorgang.
Er zijn twee soorten smalle doorgangen (Figuur 1.6):
Smalle doorgang Type A
Minstens 1m tussen de
draden zodat Robomow
makkelijk voorbij kan om
van de ene zone naar de
andere te rijden tijdens
het maaien
Basistation
Smalle doorgang
Type B
Afstand 26cm (=de
korte afstand van de
roboliniaal)
Meerdere maaizones met smalle doorgangen
Figuur 1.6 -
Robomow zal van de
ene zone naar de
andere rijden indien
hij in rand modus is,
maar terwijl hij maait
zal hij waarschijnlijk
niet naar de andere
zone rijden.
Type A
: Minstens 1m tussen de draden zodat Robomow® er effectief voorbij kan en zich van de ene
zone naar de andere kan bewegen tijdens het maaien.
Type B
: Afstand van 26cm tussen de draden (de korte maat van roboliniaal), zodat Robomow® de
perimeterdraad kan volgen om te werken in de gewenste maaizone. Hier is de kans klein dat de
maaier van de ene zone naar de andere zal rijden wanneer hij in scan modus beweegt. (het
maaien van het centrale gazon). Wanneer men echter een smalle doorgang creëert type B, dan
is het nodig om meerdere ingangspunten te creëren om in een andere maaizone te maaien. (zie
Paragraaf 2.1.1.2 ‘Ingangspunten’).
Bij het installeren van een smalle doorgang Type B moet u een afstand tussen de draden aanhouden
van 26cm over de hele lengte van de doorgang, maar de draad moet een dubbel e slag maken zoals
hieronder afgebeeld om te verhinderen dat de maaier tijdens het scannen door de doorg ang rijdt.
Perimeterdraad
Draadpinnen
Zone met basistation
Roboliniaal
Een smalle doorgang is 26cm breed
maar hij wordt geïnstalleerd met een
gebroken lijn om te vermijden dat
Robomow van de ene zone naar de
andere zou rijden tijdens het
maaien. Indien de smalle doorgang
langer is dan 2m, bevelen we aan
de lijn van de smalle doorgang op
twee punten te breken zoals hier
rechts
etoond is.
26 cm breed – de korte afstand
van de roboliniaal
Zone met stationZone met station
Figuur 1.7 -
Smalle doorgang Type B installatie
14
1.2.3 Obstakels afbakenen - perimeter eilanden
Obstakels die nogal stabiel zijn en hoger dan 15cm zoals bomen, telefoon- en
elektriciteitspalen kan u gewoon met rust laten tijdens het plaatsen van de draad. Robomow
zal zich omkeren wanneer hij met dit type obstakel in botsing komt.
Andere obstakels zoals bloemperken, fonteinen en kleine bomen moeten voor Robomow
afgeschermd worden door de perimeterdraad. Dit is een onderdeel van de installatie en men
noemt het een perimeter eiland. Wel is het beter alle obstakels die zich in de maaizone
bevinden met een perimeterdraad af te bakenen. Zo werkt Robomow stiller en bevalliger.
Om een perimeter eiland te creëren (Figuur 1.8):
Ga met de draad vanaf de rand naar de obstakel toe vanaf de plek waar de afstand het kortste is;
Pin de draad vast rondom de obstakel en gebruik daarbij de korte afstand op de roboliniaal;
Ga terug naar dezelfde plek op de rand waar u vertrok;
De draden die naar het perimeter eiland lopen en weer terug naar de rand moeten parallel
lopen en elkaar raken MAAR mogen elkaar niet kruisen. U mag ze met dezelfde pinnen
vastmaken. De maaier zal deze twee draden niet zien en erover rijden alsof ze niet bestaan.
Een enkele draad rond de obstakel zal wel gezien worden en verhinderen dat de maaier dit
gebied betreedt.
Zones waar obstakels dichtbij elkaar staan moeten afgeschermd worden met een enkele
perimeter eiland. Waar deze obstakels zich dichtbij de rand van het gazon bevinden moeten
ze buiten de maaizone gelaten worden.
De tekening toont
hier twee aparte
draden, maar in
feite moeten ze
tegen mekaar
liggen en met
dezelfde pinnen
bevestigd.
Perimeter-
installatie rond een obstakel gevolgd moet worden.
Dit is de richting die tijdens de ! Belangrijk
Waarschuwing! Als de perimeterdraad in een
linksdraaiende richting (als de draden elkaar
kruisen) om het obstakel wordt gelegd, zal
Robomow het eiland binnenrijden.
1.2.4 Hellingen
®
Perimeter-
schakelaar
draad
Figuur 1.8 -
Installatie van
perimeter eilanden
De minimum afstand tussen twee naburige obstakels is 1 m.
Indien het minder is dient u ze af te bakenen als een enkel
groot perimetereiland.
De steilste helling die Robomow kan maaien in het werkgebied is 33%, dat is ongeveer gelijk aan 33cm
per afstand van 1 meter. Als de voorzijde van de maaier loskomt van de grond bij het klimmen is de helling
te steil en mag deze niet binnen de maaizone vallen (zie het gebied in Figuur 1.9 dat met B is
aangegeven). Een helling die steiler is dan 33% kan geen deel uitmaken van de maaizone.
Het gedeelte van de helling dat dichtbij (ca. 50cm afstand) de laagst gelegen perimeterdraadrand
ligt, mag niet steiler dan 15% zijn (dus niet meer dan 15cm per meter). De reden hiervan is dat het
risico bestaat dat Robomow moeite heeft met draaien en over de draad heen gaat, vooral bij
vochtig weer als de wielen over het natte gras kunnen glijden. De perimeterdraad kan wel over een
helling die steiler is dan 15% worden gelegd als er een obstakel is, zoals een schutting, muur, of
een dichte heg, die voorkomt dat Robomow uit het gebied wegglijdt.
15
Dit gebied moet buiten
de werkzone blijven
omdat de perimeterdraad
niet op een helling mag
liggen die steiler is dan
15% (15cm hoogte per
afstand van 1m)
x
D
C
B
Helling
0-33%
A
Helling
0-15%
Lengte afstand
van roboliniaal
34 cm / 14 inch
Figuur 1.9 - Max helling
Robomow kan
werkgebieden met
een helling van
33cm per meter
afstand maaien
(33%)
0-15 cm
1.3 Plaats van het basistation
Er zijn twee opties om het basistation te plaatsen:
1.3.1 Intern (binnen het gazon)
Kies een plaats waar u het basistation wil installeren in uw gazon, op basis van de
gegevens in paragraaf 2.1.
Plaats het basistation op de rand van het gazon met het hek naar de binnenzijde van het
gazon gericht (Figuur 1.13).
1.3.2 Extern (buiten het gazon)
Kies een plek buiten het gazon waar u wil dat Robomow
Overtuig u ervan dat de doorgang tussen het gazon en de externe locatie vlak is en er
geen hoogteverschil is, zodat Robomow
volgen.
Het oppervlak tussen het gazon en het basistation moet hard zijn (zoals bij een pad of een
vaste ondergrond) en niet zanderig of steenachtig, zodat Robomow
doorslippen of zich er in vast rijden.
Het gebied tussen het gazon en het basistation moet vrij zijn van obstakels en voorwerpen.
Installeren van extern basistation
Hard oppervlak zonder
obstakels zodat Robomow er
kan rijden zonder te slippen
Figuur 1.10 –
®
zich niet zal vast rijden en rustig de draad zal
®
verblijft om geladen te worden.
®
er niet zal op
Gemakkelijke overgang tussen
het gazon en het gebied er
rond, zonder hoogteverschil
100 cm
16
De installatie van de smalle doorgang die naar het basistation leidt moet driehoeken
(
)
bevatten om de kans te verkleinen dat Robomow
naar het basistation leidt terwijl hij het centrale gazon maait (scannen); kijk naar Figuur 1.7
om de installatie van de driehoek uit te voeren.
De onderlinge afstand van de draden die naar het basistation leiden en weer terug naar
het gazon is 26 cm.
Gezien vanuit het gazon, plaats het basistation op de rechtse draad van de smalle
doorgang.
Belangrijk: deze twee draden liggen zeer dicht bij elkaar en dit beïnvloedt de lezingen van
de laadsensoren, dus moet u het basistation niet uitlijnen volgens de centrale lijnen op het
basistation; wel moet u het 10-20 cm meer naar rechts plaatsen.
We bevelen aan het basistation minstens 25cm vóór het einde van de smalle doorgang te
plaatsen zodat de maaier gemakkelijker de ingang van het basistation vindt.
®
de smalle doorgang in zou rijden die
Het basistation is hier geplaatst
met een uitwijking naar rechts
dus niet in lijn met de draad
van 10-20cm
Aanbevolen: 3meter
We bevelen aan de draad
minstens 25cm verder door te
trekken voorbij het basistation
26cm
Driehoekige vorm
zoals bij smalle
doorgang type B
(zie Figuur 1.7)
Externe installatie van het basistation
Figuur 1.11 –
1.4 Installatie van de perimeterdraad
Nu de locatie van het basistation gekend is en u ook een planning hebt voor de installatie, kan u
beginnen met de installatie van de perimeterdraad in de zone met basistation.
1.4.1 Startpunt
Plaats het basistation zoals gepland met het
hek naar het gazon toe, zoals getoond in Figuur
1.11 of 1.13;
Doorboor de plastic afdekking van de
perimeterdraad en trek het uiteinde met de
maaivlakconnector uit de plastic verpakking; De
connector moet met de draad verbonden
worden volgens de polariteit getoond in Figuur
1.12;
De plastic verpakking is ontworpen om de
draad af te wikkelen; haal de spoel dus niet uit
de verpakking;
Pin het begin van de draad vast waar het
basistation zal komen te staan; laat 30cm over
om het kring te sluiten bij het beëindigen van de
installatie (Figuur 1.13);
Figuur 1.12 – Trek de draad uit de
plastic verpakking – verwijder de
verpakking niet; ze is ontworpen om de
draad af te wikkelen.
17
Begin de draad te leggen in tegengestelde richting van de wijzers van het uurwerk, gezien vanuit
het gazon, zoals getoond in Figuur 1.13.
Begin de draad uit de plastic verpakking te trekken en leg hem losjes neer terwij l u rondom het
gazon loopt in de richting zoals getoond in Figuur 1.13;
Perimeterdraad –
verwijder de plastic
verpakking niet
Richting om de perimeterdraad
te plaatsen vanaf het basistation
Vertrek met de draad
bij het basistation en
ga in deze richting
Figuur 1.13 –
Laat bij het startpunt 30 cm extra draad.
Dat is dus bij het basistation
Het hek moet zich in
het gazon bevinden
1.4.2 De perimeterdraad plaatsen
Begin de perimeterdraad te installeren door om de paar meter de draad vast te pinnen en doe dat
ook bij de hoeken; vergeet daarbij niet de nodige obstakels af te bakenen.
Nadat u in een zone voldoende draad neergelegd hebt, gebruikt u de roboliniaal die bijgeleverd is
om de juiste afstand te bepalen tot de rand van het gazon. De roboliniaal dient om de positie van
de perimeterdraad te helpen bepalen langs muren, hekken, wandelpaden, opritten, bloembedden
en andere perimeterzones. Twee belangrijke maten spelen een grote rol bij de roboliniaal (Figuur
1.14).
De korte afstand wordt gebruikt langs perimeterranden waar het gebied voorbij de perimeterdraad
vrij is van obstakels en even hoog als de perimeterrand of iets lager (wandelpad of bloemenperk op
dezelfde hoogte).
De lange afstand wordt gebruikt langs perimeterranden waar er obstakels zijn voorbij de
perimeterdraad of hoogteverschillen langs de perimeterrand (muren en hekken).
Waar er hoogteverschillen,
obstakels, muren en bomen
zijn gebruikt u de lange
afstand van de roboliniaal.
Hoe de roboliniaal gebruiken
Figuur 1.14 –
Gebruik de korte
roboliniaal waar het
gebied onmiddellijk
buiten het gazon vrij is
van obstakels en
dezelfde relatieve
hoogte heeft als de
perimeterrand of lager
afstand van de
ligt
18
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.