Robomow RL1000 Operating Manual [nl]

Handleiding voor gebruik en
veiligheid
Dutch
RL1000 & Laadstation
DOC0067B
EG Conformiteitverklaring
1. F. Robotics Acquisitions, Hatzabar St., Industrial Zone, Pardesiya, Israel
verklaart dat de onder item 2 beschreven machines overeenstemmen met de richtlijnen
beschreven onder items 3 & 4.
2. Product: Door een accu van 24 Volt aangedreven automatische robot grasmaaier, model
RL350, RL500, RL550, RL800 RL850 en RL1000*.
Serienummer: kijk naar de aanduiding op de grasmaaier.
3. Getest door het "British Standards Institute (BSI)" voor overeenstemming met machine
veiligheid regelgeving 1992, Basis gezondheids- en veiligheidseisen in verband met ontwerp
en constructie van machines.
De machines zijn getest volgens volgende Europese standaards: EN 292: Delen 1 en 2:1991, Machine Veiligheid - basis concepten, algemene principes voor ontwerp. EN 294: 1992, Machine Veiligheid - Veiligheidsafstanden om te vermijden dat de bovenste ledematen gevarenzones kunnen bereiken. EN 418:1992, Machine Veiligheid - Noodstopsystemen, functionele aspecten - ontwerpprincipes. EN 60204: Deel 1:1997, Machine Veiligheid - Elektrische uitrusting van machines - algemene eisen. EN 60335: Deel 1:1994, Veiligheid van huishoud- en andere gelijkaardige elektrische toestellen. Bovendien werd rekening gehouden met volgende Nationale standaarden en ontwerpen bij het testen van de machine: BS 3456: Deel 2: Sectie 2.42: 1997, Veiligheid van huishoud- en andere gelijkaardige elektrische toestellen - Sectie 2.42 Door accu aangedreven grasmaaiers. PrEN 50338: 1999, Veiligheid van huishoud- en andere gelijkaardige elektrische toestellen ­Specifieke eisen voor handbediende, door accu aangedreven elektrische grasmaaiers.
De geluidstesten zijn uitgevoerd volgens de vereisten van: 79/113/EEC en 88/181/EEC.
De resultaten zijn gepubliceerd door BSI in rapport nummer 282/4077203 met datum 14 Juli
2000. Marylands Avenue, Hemel Hempstead, Hertfordshire HP2 4SQ, UK.
4. Ook getest door Hermon Laboratories voor overeenstemming met de richtlijn 89/336/EEC
voor elektromagnetische compatibiliteit. De resultaten zijn gepubliceerd door Hermon
Laboratories in rapport nummer Frienmc_EN.14123 met datum 21 Juni 2000.
Rakevet Industry Zone, Binyamina, 30550, Israel.
5. Gemeten geluidsvermogenniveau: 85 db.
6. Gewaarborgd geluidsvermogenniveau: 90 db.
7. De technische documentatie wordt bijgehouden door Dhr. Dedy Gur, directeur
productkwaliteit.
Ik verklaar hierbij dat het hierboven beschreven product beantwoordt aan de vereisten zoals ze
hierboven gespecificeerd zijn.
* Het originele model RL500 werd getest door BSI in 2000. Alle modellen van Friendly Robotics die momenteel verkocht worden, werden getest door F. Robotics Acquisitions Ltd.
Uitgegeven te Shai Abramson - Senior VP R&D
Pardesiya, Israel
2
De producten zijn gebouwd door F. Robotics Acquisitions (Friendly Robotics).
© Friendly Robotics, 2005-A. Alle rechten zijn voorbehouden. Niets van dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd, elektronisch of vertaald zonder voorafgaandelijk geschreven toestemming van Friendly Robotics.
Product, productspecificaties en dit document zijn onderworpen aan veranderingen zonder voorafgaand bericht. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
CE goedgekeurd
Welkom in de wereld van de huisrobots met uw Friendly Robotics Robomow! Dank u voor de aankoop van ons product. We weten dat u gaat genieten van de bijkomende vrije tijd die u zult hebben terwijl de Robomow uw gras maait. Indien goed geïnstalleerd en gebruikt zal de Robomow veilig werken op uw gazon en u een maaikwaliteit schenken zoals maar weinig maaiers dat kunnen. U zult onder de indruk zijn van het uitzicht van uw gazon en de Robomow deed het voor u.
BELANGRIJK!
De volgende bladzijden bevatten belangrijke instructies voor veiligheid en gebruik. Lees
alstublieft alle instructies in deze handleiding en volg ze ook op. Lees aandachtig en herlees
alle veiligheidsinstructies, waarschuwingen en aanwijzingen die in deze handleiding staan.
Als u nalaat deze instructies, waarschuwingen en aanwijzingen te lezen en op te volgen
kan het gebeuren dat personen of huisdieren zwaar gewond raken of gedood worden
en kan er schade aan persoonlijke eigendommen ontstaan.
3
Inhoudstabel
Veiligheidswaarschuwingen en voorzorgsmaatregelen…………………….….… 5
Veiligheidseigenschappen………………………………………………….……. 8
Wat zit er in de doos……………………………………………….……….…… 10
Hoofdstuk 1 – Installatie van laadstation en perimeterdraad………..…………. 12
Hoofdstuk 2 – De Robomow® gereedmaken……………………...……………. 29
Hoofdstuk 3 – Manuele en automatische werking………………….……………37
Hoofdstuk 4 – Het weekprogramma instellen…………………..….……………..43
Hoofdstuk 5 – Laden……………………………………………….……..………47
Hoofdstuk 6 – Instellingen en verdere eigenschappen….…………….…….……51
Hoofdstuk 7 – Tekstberichten en probleemoplossing…………………………….59
Hoofdstuk 8 – Specificaties...……………………………………………………..66
Hoofdstuk 9 – Onderhoud en stalling………………………...……………………67
Hoofdstuk 10 – Toebehoren…...…………………………………………………...71
4
Veiligheidswaarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Opleiding en aanwijzingen
1. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door alvorens met de Robomow
Maak u vertrouwd met de bedieningen en het juiste gebruik van de Robomow® en volg nauwgezet alle veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
2. Gebruik de Robomow
®
nooit voor iets anders dan dat waarvoor hij gebouwd is.
®
te werken.
3. De Robomow mag nooit door kinderen bediend worden of door personen die niet weten
hoe de Robomow® veilig te bedienen.
4. Maai nooit indien er mensen, vooral kinderen, of honden in de buurt zijn.
5. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan andere personen of hun
eigendom.
Voorbereiding
6. Installeer de perimeterdraad juist en nauwkeurig volgens de aanwijzingen.
7. Draag altijd stevige schoenen en een lange broek wanneer u met de afstandsbediening
maait.
8. Inspecteer de Robomow
andere voorwerpen. Voorwerpen die door de messen geraakt worden kunnen
weggeslingerd worden en ernstige verwondingen veroorzaken.
9. Vóórdat u de Robomow
en in goede staat zijn. Vervang messen die versleten of beschadigd zijn.
®
af en toe. Verwijder stenen, stokken, draad, beenderen en
®
gebruikt, verwijder het accupack en kijk na of de messen scherp
10. Gebruik alleen onderdelen en toebehoren die origineel voor dit product ontworpen zijn.
Werking
11. Maai alleen maar bij daglicht met de handbediening, of bij goed kunstlicht.
12. Bedien de Robomow
u open sandalen draagt. Draag altijd stevige schoenen en lange broek.
13. Vermijd de Robomow
®
afstandsbediening nooit wanneer u blootsvoets bent of wanneer
®
in nat gras te gebruiken. Maai niet terwijl het regent.
14. Let goed op waar u stapt wanneer u hellingen maait met de afstandsbediening.
15. Gebruik de Robomow
niet om handmatig te maaien op hellingen waar geen goede houvast mogelijk is.
®
niet op hellingen van meer dan 15 graden en gebruik hem
16. Zorg dat alle veiligheden, schermen en sensoren voortdurend ok zijn. Herstel of vervang elk
onderdeel dat beschadigd is, ook stickers. Gebruik de Robomow® niet indien een onderdeel
beschadigd of versleten is.
17. Stel de Robomow
onbruikbaar is.
®
niet in werking als een veiligheidsfunctie of onderdeel beschadigd of
18. Probeer nooit een veiligheidsinrichting of -voorziening uit te schakelen of te
verwijderen.
19. Wanneer u met de afstandsbediening werkt, volg dan altijd de instructies wanneer u
een motor aanzet en hou uw voeten ver weg van de messen.
20. Deze machine heeft scherpe draaiende messen! Laat de maaier nooit zonder
toezicht werken; hou toeschouwers, kinderen en honden weg van de maaier
wanneer hij werkt.
5
21. Laat nooit toe dat iemand op de maaier gaat zitten.
22. Hou handen en voeten weg van de snijmessen en andere bewegende delen.
23. Til de Robomow
®
nooit op of vervoer hem niet wanneer de motoren lopen.
24. Probeer nooit de maaier te herstellen of in te stellen terwijl hij werkt.
25. Til de Robomow
lopen.
®
nooit op of inspecteer de messen niet wanneer de motoren
26. Verwijder altijd het accupack vóórdat u maaier optilt of inregelt.
27. Start de automatische mode van de Robomow
de perimeterdraad afgebakend is.
Laadstation
®
nooit op buiten het veld dat door
28. Let er bij het programmeren van het automatisch vertrekken op dat u de uren en de
dagen zodanig programmeert dat er tijdens de maaitijden geen kinderen, huisdieren of toeschouwers op het gazon aanwezig zijn.
29. Gebruik nooit een verlengdraad om het laadstation aan te sluiten.
30. Plaats geen metalen voorwerpen bij de laadcontacten van het laadstation.
31. Verbind de laadpennen van de Robomow
®
nooit met een metalen voorwerp.
32. Stel altijd de plaatselijke dag en tijd weer in nadat u het accupack verwijderd hebt.
Indien u dat niet doet zal de Robomow® beginnen te maaien op ongewenste momenten en dat kan leiden tot erge lichamelijke verwondingen.
33. Spuit niet met water rechtstreeks in de buurt van het laadstation of op het
controlebord van het laadstation.
Onderhoud en stalling
34. Onderhoud, herstel en sla de Robomow
na).
®
op volgens de aanwijzingen (kijk hoofdstuk 9
35. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven vast blijven zodat de machine veilig blijft.
36. Vervang versleten of beschadigde onderdelen ter wille van de veiligheid.
37. Gebruik stevige veiligheidshandschoenen wanneer u de messen nakijkt of vervangt.
38. Gebruik alleen maar de originele uitrusting, accupack en voeding/lader voor deze
maaier. Verkeerd gebruik kan oorzaak zijn van elektrocutie, oververhitting en lekkage van bijtend zuur uit de accu.
39. De lader (voeding) is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Gebruik hem niet waar
vocht en water waarschijnlijk aanwezig zijn. De lader moet in een afgeschermde, droge ruimte, die goed verlucht is en hij mag niet blootgesteld blijven aan rechtstreeks zonlicht.
40. Gooi een accupack nooit in het vuur en doe geen gebruikte accu’s bij het huisafval. De
accu moet ingezameld worden, gerecycleerd of vernietigd op een milieuvriendelijke manier.
41. Open het accu pack niet en beschadig het niet. Het elektrolyt dat dan vrijkomt is
corrosief en kan ogen of huid beschadigen. (Bij ongeval overvloedig spoelen met gewoon water)
42. Bescherm uw ogen en gebruik werkhandschoenen voor de installatie van de
perimeterdraad en het vastmaken van draadpinnen. Sla alle pinnen goed in de grond om te voorkomen dat iemand over de draad zou struikelen.
43. Gebruik de voeding/lader nooit indien de draad beschadigd is.
44. Transport - om de machine veilig te verplaatsen vanuit of binnen het grasveld:
1. Gebruik de handbediening om de maaier van de ene plek naar de andere te rijden.
(Zie hoofdstuk 2.4)
2. Bij hoogteverschillen of trappen, verwijder het accupack uit de maaier en draag de
maaier bij het draaghandvat (Zie Figuur nr. 2.1).
6
Veiligheidswaarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
De betekenis van waarschuwing- en
gevarenlabels
1
1. WAARSCHUWING – dit is een gevaarlijk, aangedreven apparaat. Wees voorzichtig wanneer u het gebruikt, volg alle veiligheidsinstructies op en houd u aan de waarschuwingen.
2. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en volg nauwgezet alle veiligheidsinstructies.
3. Pas op voor rondvliegende voorwerpen.
4. Houd kinderen, omstanders en huisdieren op een veilige afstand van de maaier.
5. Scherpe roterende messen. Houd uw handen weg en til de robot nooit aan deze kant op.
6. Scherpe roterende messen. Houd uw voeten weg.
GEVAAR! Scherpe draaiende messen.
Houd handen en voeten weg. U kunt
ernstig gewond worden.
2
GEVAAR
3 4 5 6
OPGELET! Verwijder het accupack
voordat u probeert de maaier, om
welke reden dan ook, op te lichten.
LET OP!
Plaats het laadstation zò dat de pijl naar de binnenzijde van het gazon wijst.
Het scherm van het laadstation moet zich bij de installering aan de
binnenzijde van het grasveld te bevinden. Indien dat niet gebeurt kan er
schade ontstaan aan goederen en kunnen personen gewond raken.
7
®
Robomow
- Veiligheidseigenschappen
1. Kinderslot
Deze menuoptie biedt een veiligheidsfunctie ter verhindering van het in werking stellen van de Robomow door kinderen of anderen die niet weten hoe het toestel veilig bediend moet worden.
2. Hefsensor
Aan het voorste zwenkwiel van de Robomow bevindt zich een sensor. Indien de voorkant van de Robomow ongeveer 2,5 cm wordt opgetild tijdens de werking van de messen, stoppen de maaimessen onmiddellijk (< 1 seconde).
3. Bumpers met sensor
De voorste en achterste bumpers zijn uitgerust met contacten die geactiveerd worden als de Robomow een vast, hard object raakt als dat object zich op minstens 15 cm in verticale hoogte van het steunoppervlak van de Robomow bevindt. Als de bumpersensor geactiveerd is, wordt de beweging van de Robomow in die richting gestopt en gaat het toestel achteruit weg van het obstakel. Bij manueel maaien stopt het activeren van de bumper het roteren van de maaimessen onmiddellijk (<1 seconde).
4. Noodstopschakelaar
Deze bevindt zich boven aan de buitenzijde van de handmatige bediening en is rood van kleur. Als men tijdens de werking op deze knop drukt, wordt de werking van de maaier onderbroken en stopt het draaien van de maaimessen onmiddellijk (< 1 seconde).
5. Automatische modusherkenning
De Robomow is zo ontworpen dat hij niet handmatig bediend kan worden terwijl de handmatige bediening in zijn houder zit en dat hij niet in de automatische modus kan werken als de handmatige bediening verwijderd is.
6. Twee stappen bediening ter controle van de aanwezigheid van de bediener
In handmatige modus zijn twee onafhankelijke acties vereist om de maaimessen in te schakelen. Als deze zijn ingeschakeld moet de maaimessenknop ingedrukt blijven om de meswerking voort te zetten. Als deze zijn losgelaten, moet het inschakelingproces in twee stappen herhaald worden.
7. Elektronisch gecontroleerd laadsysteem
De Robomow is uitgerust met een ingebouwd laadcontrolesysteem. Hierdoor kan de oplader op elk ogenblik aangesloten blijven, zelfs nadat de accu volledig opgeladen werd. Het controlesysteem verhindert dat de accu overladen wordt en houdt ze volledig geladen en onderhouden voor het volgende gebruik.
8. Afgesloten accupack
Het accupack dat de Robomow aandrijft, is volledig afgesloten en zal geen enkele soort vloeistof lekken, ongeacht de positie. Bovendien bevat het accupack een smeltveiligheid voor het geval er een kortsluiting of een probleem met de stroom ontstaat.
8
9. Perimeterschakelaar en perimeterdraad
De Robomow kan niet werken zonder een geïnstalleerde perimeterdraad die geactiveerd wordt door een perimeterschakelaar. Indien de perimeterschakelaar uitgeschakeld is of niet functioneert, houdt de Robomow op met werken. Indien er zich een breuk in de perimeterdraad voordoet, zal de Robomow ophouden met werken. Indien er zich een breuk in de perimeterdraad voordoet voordat de Robomow in werking trad, zal deze niet kunnen functioneren. De Robomow kan alleen werken binnen de omtrek van de perimeterdraad.
10. Perimeterschakelaar auto-uit
De auto-uit functie van de perimeterschakelaar schakelt de werking van de perimeterschakelaar uit na ongeveer 5 uur van aanhoudende werking. Dit is gewoonlijk 2 tot 3 uur nadat een volledig opgeladen accu opnieuw moet worden opgeladen. Dit helpt te voorkomen dat niet bevoegde personen proberen de Robomow opnieuw op te starten nadat hij zijn werking voltooid heeft.
11. Bescherming tegen oververhitting door overbelasting
Elk van de drie maaimotoren en elk van de twee wielaandrijvingsmotoren worden voortdurend gecontroleerd tijdens de werking voor elke situatie die een oververhitting van deze motoren kan veroorzaken. In dat geval stopt de Robomow de werking van die motor en mogelijk van de maaier zelf en zal hij aangeven dat de motor aan het afkoelen is. Hoewel ongebruikelijk, kan dit gebeuren als de Robomow in zeer hoog gras wordt neergezet; als de onderzijde van de Robomow verstopt is door slecht reinigingsonderhoud; als de Robomow een object raakt dat de bumpersensoren die het maaien verhinderen niet activeert; of als een probleemmaaiveld de Robomow heeft doen vastzitten en deze verhindert te bewegen.
12. Alarm bij automatisch vertrek
Wanneer de maaier geprogrammeerd is om automatisch te vertrekken vanuit het laadstation op een voorgeprogrammeerd moment, dan zal dat gemeld worden door een zoemer en de waarschuwingslamp, 5 minuten vóór het vertrek. Dit is een waarschuwing om het veld te ruimen en het maaivak te inspecteren.
WAARSCHUWING!
!
Dit waarschuwingssymbool vindt u op
verschillende plaatsen in deze handleiding.
Het is bedoeld om een belangrijke waarschuwing
of veiligheidsmelding te benadrukken.
Schenk bijzondere aandacht aan deze passages
en zorg ervoor dat u het bericht volledig begrijpt
vóórdat u verder gaat.
9
Wat zit er in de doos
(Robomow®)
1. Robomow
2. Power Pack
3. Handleiding voor gebruik en
veiligheid.
4. Standaard acculader
Voor het opnieuw laden van het Robomow accupack.
Alleen voor gebruik binnenshuis.
5. Roboliniaal
Wordt gebruikt om de afstand te bepalen tussen de
perimeterdraad en de rand van het gazon.
6. Pinnen
Om de perimeterdraad op de grond te bevestigen rond het gazon en rond obstakels.
7. Wire
Dient om een virtuele muur te creëren voor
de Robomow.
8. Perimeterschakelaar (& C-Cell Batteries)
Activeert de the perimeterdraad, die het
gebied bepaald waarbinnen de
Robomow zal werken.
9. Bevestigingspin voor de perimeter-
schakelaar.
Dient om de perimeterschakelaar bij het gazon te bevestigen.
10. Draadconnectors
Voor het verbinden van draden (waar nodig).
11. Maaivlakconnectors
Voor het verbinden van de perimeterdraad­installatie met de perimeterschakelaar.
®
1
2
4
5
6
8
10
10
7
9
11
10
Wat zit er in de doos
(Laadstation)
12. Basis
Dient om de Robomow naar de
laadcontacten te geleiden.
13. Deksel met de perimeterschakelaar &
de netvoeding
Dient om het accupack van de Robomow
weer op te laden en de perimeterdraad te
activeren die het gebied bepaalt waar de
Robomow zal werken.
14. Scherm
Dient om te beletten dat de Robomow op
het laadstation zou klimmen tijdens het
werken.
15. Pinnen voor het laadstation, 5 stuks
Dienen om het laadstation op de grond te
bevestigen.
16. Schroeven, 2 stuks
Dienen om het deksel van het laadstation
te bevestigen tegen de basis.
17. Draadconnectors, 1 stuk
Voor het verbinden van draden
(waar nodig)
12
13
14
15
16
17
11
Hoofdstuk 1
m
Installatie van laadstation en
perimeterdraad
Deksel
Cove r
2
2
2
BaBa
si s
se
1
1
1
Schroef ( x2)
Screw (x2)
5
5
5
Pen (x5)
Stake (x5)
4
4
4
Scher
Fence
3
3
3
Figuur 1.1 Volledig laadstation
GEVAAR! Kijk de specifieke veiligheidsinstructies na over de Robomow met laadstation, zoals gespecificeerd in het hoofdstu
k “Veiligheid”.
1.1 Laadstation zone
Voordat u de perimeterdraad en het laadstation installeert moet u eerst bepalen wat de beste plaats op het gazon is voor het laadstation. Het laadstation is een volledig automatische oplossing voor één veld of één zone, het is dus aanbevolen het in het grootste veld of zone op te stellen. Om een ander veld te maaien rijdt u de Robomow gewoon naar dat veld toe en laat hem dat veld automatisch maaien zoals uitgelegd in deze handleiding. Rij de maaier terug naar het laadstation zodra hij klaar is.
Het klaarmaken van de laadstation zone
1.2 Plaatsen van het laadstation
De maximaal toegelaten afstand tussen het stroomnet en het laadstation is 15 meter, zie figuur 1.2. U
mag die afstand niet vergroten door een verlengsnoer. Als de afstand groter is dan 15 meter raden wij aan om een stopcontact te laten plaatsen door een erkende installateur binnen de vereiste afstand.
Plaats het laadstation met het scherm naar het gazon toe. Zie figuur 1.2.
Plaats het
scherm in
het gras
Figuur 1.2 – Afstand tot het stopcontact
Maximum 15m.
40 Volt
Netvoeding
Stopcontact
120 V 230 V
12
Opmerking: De netvoeding is geschikt voor gebruik buitenshuis, maar ze moet wel op een afgeschermde
f
plek op een droge ondergrond staan, goed verlucht en niet blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht. Plaats het laadstation zo dicht mogelijk bij een stopcontact, rol het overtollige draad op en laat dit bij het stopcontact liggen. Zie paragraaf 1.5 voor meer details over de draad.
!
GEVAAR! Er is gevaar voor ernstige verwondingen! Wanneer u de draad naar het laadstation plaatst, zorg er dan voor dat u hem goed bevestigt tegen de grond zodat er niemand over kan struikelen. Leg hem niet over oppervlakken zoals voetpaden o rijpaden waar u hem niet goed kan bevestigen.
Plaats het laadstation niet te dicht bij hoeken van de perimeterdraad zoals getoond in figuur 1.3
Een afstand van minimaal 2 meter is nodig tussen de afsluiting van het laadstation en elk obstakel dat
niet door de perimeterdraad afgeschermd is. Zie figuur 1.3.
Groter dan
1.2 m
Groter dan
2m
Groter dan
2.5m
Figuur 1.3 – Afstand tot hoeken en obstakels
Een minimum afstand van 2.5 meter is nodig tussen het scherm van het laadstation en de perimeterdraad. Zie figuur 1.4.
Groter dan
2.5 m
Figuur 1.4 – Afstand vanaf de perimeterdraad
13
Tussen het scherm van het laadstation en het perimetereiland is een minimum afstand van 2.5 meter nodig. Zie figuur 1.5.
Figuur 1.5 – Afstand tot het perimetereiland
Plaats het laadstation op vlakke grond. Plaats het laadstation nooit op een helling. Zie figuur 1.6. De grond onder en rond het laadstation MOET vlak zijn om ervoor te zorgen dat de maaier op de goede manier het laadstation in rijdt. Zorg dat beide aandrijfwielen in één vlak liggen met de voet van het
laadstation.
Groter dan
2.5m
U
U
U
Helling –niet goed
Redelijk vlak – OK
Figuur 1.6 – Plaats het laadstation op het vlakke gedeelte
OK
14
De Robomow is ongevoelig voor water en regen, maar we raden aan om hem uit de buurt van watersproeiers te plaatsen, voor een betere bescherming. Zie figuur 1.7
Figuur 1.7 – Vermijd plaatsing in de buurt van watersproeiers
Als u weet waar het laadstation zal staan, kunt u beginnen met de plaatsing van de perimeterdraad in de zone van het laadstation.
1.3 Perimeterdraad plaatsen voor een zone met laadstation en een zone zonder laadstation.
Het plaatsen van de perimeterdraad voor een zone met laadstation is hetzelfde als het plaatsen ervan voor een zone zonder laadstation. In een zone zonder laadstation zijn de uiteinden van de perimeterdraad verbonden met de perimeterschakelaar, terwijl ze in een zone met laadstation verbonden zijn met het bord van het laadstation.
Doorboor de plastic verpakking van de perimeterdraad met een vinger en zoek naar het uiteinde van de perimeterdraad aan de binnenzijde van de draadbundel. Trek het uiteinde van de draad uit het plastic omhulsel. Het plastic omhulsel is gemaakt als een dispenser voor de draad, verwijder de draad dus niet uit het omhulsel.
BELANGRIJK: Lees eerst dit hoofdstuk (Opstellen van het laadstation & de perimeterdraad) voordat u de perimeterdraad plaatst. Breng uzelf eerst op de hoogte van alle installatie regels en instructies.
Ga naar de plaats waar de perimeterschakelaar of het laadstation staat en begin de perimeterdraad uit het omhulsel te trekken terwijl u rondom het veld loopt waar u de draad wil installeren. Laat genoeg draad over waar u begint, dus waar de perimeterschakelaar of het laadstation zullen komen. Laat 20cm over in de laadstation zone en niet minder dan 1.5 meter voor de perimeterschakelaar bij het beginnen met de installatie.
Nadat u genoeg draad rondom een zone gelegd hebt, gebruikt u de roboliniaal (zie sectie 1.4) om te weten hoe de draad correct geplaatst moet worden. Begin met de plaatsing van een minimaal aantal pennen om de draad vast te leggen. Daarna zal u tijdens het “rand maaien” testen of de positie van de draad correct is en het kan zijn dat u vaststelt dat de positie van de draad op sommige plaatsen iets aangepast moet worden. Zie sectie 2.8 voor details over het testen. U kunt de pennen lichtjes met de hand in de grond duwen om de draad voorlopig vast te houden voordat u ze met een hamer helemaal in de grond slaat.
15
1.4 De roboliniaal gebruiken
Bij de toebehoren hoort een meetstok, roboliniaal genoemd, om de juiste positie van de perimeterdraad te helpen bepalen langs muren, afsluitingen, voetpaden, opritten, bloembedden en andere perimeter zones. De roboliniaal kan op twee verschillende afstanden ingesteld worden. De kortere afstand wordt gebruikt langs de grasranden zonder hindernissen buiten de directe rand van de perimeterdraad (ongeveer 30 cm) en met ongeveer dezelfde relatieve hoogte als de grasrand. De langere afstand wordt gebruikt langs de grasranden waar er buiten de directe rand van de perimeterdraad obstakels en hoogteverschillen zijn. Zie figuur 1.9.
Figuur 1.8 – Start installatie perimeterdraad in een laadstation
!
Er is een risico voor oogletsel. Gebruik dus
oogbescherming en veiligheids-
handschoenen wanneer u de pennen in de
grond hamert. De pennen kunnen breken bij
harde of droge grond. In extreme gevallen
kan het helpen om de gedeelten waar de
pennen ingeslagen moeten worden nat te
zone
WAARSCHUWING
maken.
Opmerking: Gebruik de korte afstand van de roboliniaal om de draad rond een obstakel te leggen wanneer u een Perimeter eiland maakt (zie sectie 1.8).
Gebieden buiten perimeterdraad. Zelfde basisniveau en zonder obstakels.
Gebied buiten perimeterdraad. Heeft
een muur als obstakel.
Positie
perimeter
draad
1.5 De perimeterdraad bevestigen aan de grond
Het is niet nodig de perimeterdraad in te graven maar indien u dat wenst mag u het doen, tot 7.5 cm. De Robomow wordt geleverd met draadpennen die dienen om de perimeterdraad op de grond te bevestigen, onderin het gras. Ze lijken op kleine tentharingen. Indien ze goed in de grond bevestigd zijn zullen de draad en de pennen snel verdwijnen onder het groeiende gras. De pennen houden de perimeterdraad eenvoudig vast zodat het gras erover kan groeien. De afstand tussen de pennen moet zodanig zijn dat de perimeterdraad goed tegen de grond gehouden wordt zodat niemand erover kan struikelen. Zie fig. 1.10. Denk eraan eerst de perimeterdraad te testen met “randmaaien” voordat u de bijkomende pennen bevestigt. Zie sectie 2.8 en 2.9 voor details over het testen.
Korte afstand
Figuur 1.9 – De roboliniaal gebruiken
Positie
perimeter
draad
Lange afstand
16
Perimeterdraad
Plaats bijkomende pinnen om de
perimeterdraad naar de grond te trekken
waar de draad boven het gras uitsteekt.
1.6 Bochten en scherpe hoeken
Als u de perimeterdraad installeert moet u ervoor zorgen dat u geen hoeken maakt die scherper zijn dan 90°. Bij een hoek die scherper is dan 90° kan de Robomow het spoor verliezen van de perimeterdraad. In situaties waar het terrein een draadhoek van minder dan 90° zou vereisen, kan men de plaatsing toch uitvoeren via meerdere hoeken. Zie Fig.1.11
Figuur 1.10 – De perimeterdraad vastzetten
Voer de installatie uit met
meerdere hoeken om te
vermijden dat u een hoek
van minder dan 90° krijgt.
Foute installatie
Gazonvlak
bij scherpe hoek
Figuur 1.11 – Juiste installatie bij scherpe hoeken
90 graden
1.7 Smalle vlakken en smalle doorgangen
De Robomow heeft een doorgang nodig met een bepaalde minimumbreedte om naar een groter gebied te gaan dat met het vorige gebied verbonden is. Een smalle doorgang is bijv. een zone die veel smaller is dan de originele zone en waar de Robomow doorheen moet om een maaizone te bereiken waar de breedte weer groter is (denk aan een zandloper). De minimum breedte voor een efficiënte smalle doorgang is 1.7m tussen de perimeterdraden. Hoe breder de doorgang is, hoe beter de Robomow kan navigeren tussen de twee zones. De effectiviteit en de efficiëntie van de maaier worden dan veel beter. Zie Figuur 1.14. Bij een smal gebied dat geen toegang geeft naar een andere zone van hetzelfde gebied is de minimum werkbreedte 1.7 m. Figuur 1.14.
17
1.8 Obstakels afbakenen-perimetereilanden
k
Er kunnen vele obstakels in het gazon aanwezig blijven zonder dat het nodig is ze d.m.v. de perimeterdraad af te bakenen. De vuistregel is dat het obstakel minstens 15 cm hoog van de grond moet zijn en redelijk stevig. Goede voorbeelden van zulke obstakels zijn veelal bomen, telefoonpalen, elektriciteitspalen.
Indien zulke obstakels aanwezig zijn in het gazon is het de eenvoudigste manier om de Robomow er gewoon tegenaan te laten rijden. De bumpersensor wordt dan actief en zorgt dat de Robomow er rond rijdt. Jonge bomen zijn geen goed voorbeeld want ze zijn niet erg stevig. Andere obstakels die niet stevig zijn of niet minstens 15 cm hoog, moeten voor de Robomow beschermd worden door middel van de perimeterdraad. Dit is een onderdeel van de installatie en wordt gewoonlijk perimetereiland genoemd. Goede voorbeelden van dit type obstakels zijn bloembedden, eilanden, kleine boompjes en een verlaagde grasrand.
De Robomow is ontworpen om zonder problemen te werken in een gazon met beide soorten obstakels. Nochtans is het best voor een zachte en geruisloze werking, alle vaste voorwerpen in en rondom het grasveld af te bakenen. Kijk een ogenblik rustig rond en bekijk de obstakels die binnen de maaizone liggen. Indien u onzeker bent over een bepaald obstakel dan kunt u daar beter een perimeterdraad omheen leggen. Dat zal geen effect hebben op de efficiëntie van de maaier en bovendien kan die draad later makkelijk verwijderd worden indien gewenst.
Om een perimetereiland te maken neemt u de draad van de perimetersectie die het dichtst bij het obstakel ligt. U pint deze draad vast rond het obstakel en keert terug naar dezelfde plaats van de perimeterdraad. Er zijn twee belangrijke punten bij het aanleggen van de perimeterdraad om een obstakel te isoleren; 1) plaats de draad die perimeter terugloopt, vlak naast elkaar. Dat is het gebied tussen het obstakel en de normale gazonrand waar de perimeterdraad langsloopt; en 2) volg de installatierichting als u binnen het gazon een obstakel gaat isoleren. (U ziet dat er in figuur 1.12 een afstand is tussen de draden die naar het eiland gaan en ervan terugkomen, maar dat is alleen maar om het principe duidelijk te tonen.) Een goede plaatsing van de twee draden is zodanig dat de draden elkaar raken, er mag nooit een afstand zijn van meer dan 3mm tussen beide draden. Het is beter beide draden met dezelfde pennen vast te klemmen. Op die manier wordt het signaal waar de draden elkaar raken opgeheven, maar dat gebeurt dus alleen daar waar ze elkaar raken. Op die manier zal de Robomow de dubbele draad gewoon voorbijrijden, maar hij zal reageren op de enkele draad die rond het perimeter eiland ligt. Zie Fig. 1.30.
het obstakel toeloopt vanaf de perimeter en de draad die vanaf het obstakel naar de
naar
Richting van de installatie
Bloemenper
Hoewel de afbeelding twee afzonderlijke draden toont, moeten ze aangrenzend zijn en niet meer dan 3 mm van elkaar verwijderd liggen
Perimeter
draad
De perimeterschakelaar moet op minstens 0.9 meter van de
perimeter geplaatst zijn. De draden naar de
perimeterschakelaar moeten aangrenzend geplaatst worden,
hetzelfde als de draden die naar een obstakel leiden.
Figuur 1.12 - Obstakels afbakenen met perimeterdraad
Richting van de
installatie rond een
obstakel
18
Figuur 1.13 – Installatie afstanden van de perimeterdraad bij obstakels
Bomen die groot genoeg zijn om de Robotmaaier er tegenaan te laten rijden hoeven niet afgebakend te worden met
Groter dan 0.9 m
Smalle doorgangen
moeten minstens 1,7 m
tussen de draden zijn
Afstand groter dan
1.5 m
Boom te dicht bij
Kleine boom moet
afgebakend worden
met perimeterdraad
perimeterrand, minder
dan 1,2 m., baken af met
perimeterdraad
m.
Minimum afstand
tussen draad om
obstakel en
perimeterdraad = 1,5
De Robomow kan zich in dit deel vrij bewegen, maar zal het
perimetereiland herkennen. Zo zullen meerdere obstakels op een gazon
weinig effect hebben op de vrije beweging van de Robomow of op zijn
doeltreffendheid.
Figuur 1.14 – Installatie van twee zones waarvan één laadzone
Laadstation
Grote bomen
afgebakend te
worden met de
perimeterdraad.
Zorg ervoor dat
ze op minstens
1,2 m van de
perimeterdraad
hoeven niet
staan.
0.9 m breed
Dichter dan 1.2m bij de
perimeterdraad. Dus afbakenen
Breedte moet groter zijn dan 1,7
m gemeten van perimeterdraad
tot perimeterdraad
19
1.9 Meerdere maaivlakken
Zoals al gezegd, kan uw gazon vereisen dat meer dan één zone afgezet wordt zodat de Robomow uw hele gazon doeltreffend kan maaien. Het hebben van twee of zelfs drie zones beïnvloedt de efficiency van uw Robomow niet en is dikwijls gunstiger dan één enkele grote zone. Als de grasvlakken niet aangrenzend zijn of gescheiden zijn door omheiningen of andere objecten, wordt aanbevolen om van elk van deze vlakken een afzonderlijke zone te maken. Een eenvoudige maar efficiënte en normale manier om de Robomow te installeren is om één zone te hebben voor de voortuin en één voor de achtertuin, waarbij één zone de laadzone is.
De bedoeling is om de zones zodanig op te zetten dat de Robomow met de grootst mogelijke efficiëntie kan werken, zelfs als dat betekent dat er meer dan één of twee zones gemaakt moeten worden. U zult dan al snel ondervinden dat in deze zones maaien heel makkelijk is en dat u bij het maaien meer flexibiliteit hebt. U kunt voor elke zone een aparte werktijd in te stellen, tot vier verschillende zones. Als een zone dus minder maaitijd nodig heeft dan een andere, dan kan dat makkelijk ingesteld worden. Zie en geavanceerde functies voor gedetailleerde informatie over hoe u deze eigenschap kunt gebruiken. Er zijn verschillende manieren om zones uit te zetten en om de perimeterschakelaar te plaatsen. Dit is afhankelijk van de vorm van het gazon. Er zijn voorbeelden in figuren 1.14 en 1.15.
Hoofdstuk 6, Instellingen
20
Figuur 1.15 – Eén perimeterschakelaar voor meerdere zones en één laadzone
1.10 Hellingen
Een algemene regel is dat een helling die veilig gemaaid kan worden met een loopmaaier, ook automatisch gemaaid kan worden door de Robomow. De maximum hellinglimiet is 15°, hetzelfde als bij een traditionele loopmaaier. Denk erom dat 15° ook al lijkt het niet veel, een relatief steile helling is. Als men probeert de Robomow een te steile helling te laten maaien, zal de machine bij het klimmen de neiging vertonen om de neus op te lichten. De liftsensor treedt dan in actie en zal voor de veiligheid de messen uitschakelen. De machine zal daarna terug in positie komen en het misschien nog eens proberen. In elk geval is een helling te steil als de voorzijde van de maaier omhoogkomt wanneer hij de helling gaat maaien. In dat geval mag die helling geen deel uitmaken van de maaizone. In sommige gevallen kan zo’n helling handmatig gemaaid worden door de Robomow met de handbediening. Zorg er in dat geval voor dat u veilig en stevig kan staan voordat u probeert een helling handmatig te maaien. Als u onzeker bent of een helling te steil is of niet, kunt u proberen de Robomow handmatig de helling op te rijden. Als de voorzijde van de Robomow niet van de grond getild wordt, kunt u de helling aan het maaivlak toevoegen. Als de Robomow wel van de grond getild wordt, moet u dit deel niet aan het maaivlak toevoegen.
WAARSCHUWING!
1.11 Afwerking van de installatie van de perimeterdraad – Zone van het laadstation
!
U kunt ernstig verwond worden. Als u hellingen wilt maaien die te steil
zijn voor een automatische werking van de Robomow, zorg dan voor
een veilige en stevige voetensteun voordat u probeert handmatig te
maaien. Maai de hellingen van links naar rechts om veiligheidsredenen.
Draag altijd gesloten schoeisel wanneer u de Robomow handmatig
bedient.
Nadat de perimeterdraad aangelegd en op de grond bevestigd is kunt u tenslotte de uiteinden van de
perimeterdraad aan het bord van het laadstation aansluiten en de installatie testen.
Een goed aangelegde perimeterdraad zal twee losse draadeinden hebben waar de aanleg gestart
werd, de draad van bij de start van de aanleg en de draad die over is bij het beëindigen ervan. Zie figuur 1.16.
Gebruik een pen om deze twee draaduiteinden op de grond te bevestigen en vlecht ze zoals getoond
in figuur 1.16.
Snij de twee losse draaduiteinden af zodat ze even lang zijn. (Minimum lengte 20cm) – verwijder de
overtollige draad.
Strip 6 mm van de isolatie van elke draad. Zie figuur 1.16. Doe de twee draadeinden door de centrale opening in de voet en steek elke perimeterdraad in een
opening van de connector met een kleine platte schroevendraaier, draai de twee schroeven vast om de perimeterdraden elk in een connector te bevestigen. Zie figuur 1.17.
Figuur 1.16 Figuur 1.17
Afwerking van de installatie van de
perimeterdraad – zone van het laadstation
21
1.12 Sluit de stroomdraad aan op het bord van het laadstation
V
Voordat u de laadkabel aan het laadstation aansluit legt u zorgvuldig de hele lengte van de kabel uit,
te beginnen bij het laadstation, naar de netaansluiting. Op die manier bent u er zeker van dat het laadstation dicht genoeg bij de netaansluiting geplaatst is, zodat u erbij kunt met de draad.
Leg de stroomdraad in het deksel van het Laadstation zoals getoond in Figuur 1.18, met de witte
draad bij de LH schroef en de zwarte draad bij de RH schroef. Plaats elke draad onder de desbetreffende schroef en draai ze goed vast met een kleine schroevendraaier. Zie Figuur 1.19. Doe tenslotte de bijgeleverde nylon strip door de gaten in de stroomdraad-klem en trek ze goed vast. Zie Figuur 1.18.
De stroomvoorziening voor het laadstation moet bevestigd worden aan het deksel van het laadstation
bij het controlebord nog voordat het deksel aan de voet bevestigd wordt. Zie Figuur 1.1 en u herkent de voet en het deksel. Achteraan het deksel vindt u het werkings controlebord en de twee schroefverbindingen om de stroomvoorzieningsdraad te bevestigen. De stroomvoorzieningsdraad heeft twee draden, een witte en een zwarte. De witte draad moet aan de linkse (LH) schroef (wanneer u naar het bord kijkt) en de zwarte moet aan de rechtse (RH) schroef. Ter verduidelijking is het bord Black (Zwart) en White (Wit) gemerkt boven de desbetreffende schroef. Zie Figuur 1.19.
+/WHITE SUPPLY -/BLACK
De stroomdraad in het deksel aanbrengen
Figuur 1.18
Figuur 1.19
Zo gaat de stroomdraad door het deksel
1.13 Montage van het laadstation
Breng de twee tappen onderaan het deksel in lijn met de overeenstemmende openingen in het lage
gedeelte vooraan van de voet. Zie Figuur 1.20. Duw de tappen van het deksel voorzichtig in de openingen van de voet zoals getoond. Terwijl hij in de positie is zoals afgebeeld, bevestigt u de perimeterdraad connector aan het perimeterschakelaarbord zoals getoond.
Kantel het deksel naar de voet toe en ga na of de stroomkabel uit de voet komt langs de opening in
de voet zoals getoond in Figuur 1.21.
Plaats de twee meegeleverde schroeven aan beide zijden in het bovendeel van het deksel. Draai ze
iets vast met een schroevendraaier met sterpunt. Zie figuur 1.22.
22
Perimeter draad
verbinding
Tappen in deksel
Figuur 1.20 –
Deksel en voet compleet
Figuur 1.21 –
Juiste positie van de
stroomkabel
Schroef –
oet
Figuur 1.22 –
Deksel en voet compleet
1 van 2
Breng zorgvuldig de drie gaten in het scherm in lijn met de drie tappen aan de voet. Zie figuur 1.23.
V
g
Wanneer alles in lijn is drukt u het scherm stevig op de voet tot het in elkaar klikt.
Scherm
oet
Figuur 1.23 – Scherm uitlijnen
1.14 Het laadstation plaatsen en uittesten
Gebruik de roboliniaal om het laadstation op de perimeterdraad te plaatsen. De kortere maat (30 cm)
wordt gebruikt wanneer het gebied buiten de onmiddellijke buurt van het laadstation vrij is van obstakels en even hoog ligt als de perimeterrand. (Zie Figuur 1.24).
hoogte, geen obstakels
Gebied buiten de perimeter: Zelfde
Roboliniaal Korte maat
Scherm naar
binnen
ericht
Figuur 1.24 – Gebruik van de korte maat van de roboliniaal om het
laadstation te plaatsen
23
De langere maat (45 cm) wordt gebruikt als er in het gebied buiten de onmiddellijke perimeter van
het laadstation een muur is of als dat gebied niet even hoog is als de perimeterrand. Zie figuur 1.25.
Muur in het gebied buiten de
perimeterrand vormt een obstakel
Bevestig het laadstation door met een hamer de 5 pennen in de grond te slaan. Sla de pennen eerst
slechts gedeeltelijk in de grond, want een kleine aanpassing kan achteraf nog nodig zijn als u gaat testen of het laden in het laadstation perfect verloopt. Zie figuur 1.26.
Figuur 1.25 – Gebruik van de lange maat van de roboliniaal om het laadstation te plaatsen
Roboliniaal, langere
maat.
24
Figuur 1.26 –
Plaatsen van de pennen
Test de opstelling van het laadstation. Verbind de voeding met een normaal stopcontact van 230 Volt
netspanning).
Druk de “On” = aan knop in op het bedieningsbord van het laadstation.
Een klein knipperend groen lichtje bij de “On” knop duidt aan dat het systeem aan staat en correct
werkt.
Op het bedieningsbord van het laadstation zijn er ook indicatoren voor “laadt bij” en voor een
losgeraakte/gebroken perimeterdraad (Figuur 1.27).
On =”aan” knop en
indicatie lampje
“Laadt bij” indicator
Lampje voor
losgeraakte/gebroken
perimeterdraad
Figuur 1.27 – Controlebord van het laadstation
Het controlebord van het laadstation gaat automatisch uit zodat u het niet zelf na ieder gebruik hoeft uit te zetten. Het schakelt zichzelf uit nadat de maaier zichzelf weer aangesloten heeft na het afwerken van een maaibeurt.
1.15 De laagspanningsdraad bevestigen die naar het laadstation toegaat
De netvoeding is geschikt voor gebruik buitenshuis, maar ze moet wel op een beschermde plek op
een droge ondergrond staan, goed geventileerd en niet blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht.
De stroomdraad moet goed op de grond bevestigd worden om te vermijden dat er iemand over
struikelt. De pennen die u gebruikt voor het bevestigen van de perimeterdraad kunt u ook gebruiken voor het bevestigen van de stroomdraad.
Span de draad niet over vlakken zoals voetpaden of opritten, waar hij niet vastgemaakt kan worden.
Als het niet anders kan laat de draad dan door een deskundig iemand onder het oppervlak monteren.
Het is aan te raden de draad in een beschermende buis te leggen als u hem ondergronds plaatst.
25
Opstelling in een zone zonder laadstation
g
1.16 Plaatsen van de perimeterschakelaar en aanleggen van de perimeterdraad.
Zoek een zone buiten de perimeter op van de zone zonder laadstation, waar u makkelijk bij kunt. Bij voorkeur een zone waar planten en struiken staan waartussen u de perimeterdraad kan verbergen.
Nadat u een locatie bepaald hebt voor de perimeterschakelaar kunt u beginnen met het leggen van de perimeterdraad in elk van de zones, zoals uitgelegd in de hoofdstukken 1.3 tot 1.10.
1.17 De installatie voltooien
Nadat de perimeterdraad volledig gelegd is en in de grond vastgepind, komt de laatste stap: de
perimeterschakelaar verbinden met de perimeterdraden en de installatie testen. Een goed geïnstalleerde perimeterdraad heeft twee losse uiteinden waar met het leggen van de perimeterdraad gestart werd; de begindraad en de draad aan het einde bij het afwerken van de perimeterdraadinstallatie. Zie Figuur 1.28. Trek de twee losse perimeterdraden strak en pin ze vlak tegen elkaar vast tegen de grond; werk vanaf de perimeterkring naar de perimeterschakelaar toe. (gebruik telkens één pen om allebei de draden tegen de grond te bevestigen)
Zorg ervoor dat de draden tegen elkaar aanliggen vanaf de perimeterkring
tot bij de perimeterschakelaar. Pin de draden goed vast tegen de grond.
Werk van de perimeterkring weg naar de perimeterschakelaar toe.
Twee draadeinden
vanuit de perimeter
installatie. Perimeter
schakelaar > 1m van de
perimeter verwijderd.
Figuur 1.28 – Afwerking van de perimeterdraad bij de perimeterschakelaar
Snij de twee losse perimeterdraden bij de perimeterschakelaar door, zodat ze allebei even lang zijn.
Verwijder de overbodige draad. Strip 6 mm isolatie van elke draad en doe de draadeinden in de connector. (maakt niet uit welke schroef want er is geen polariteit) en draai de schroeven vast zoals getoond in figuur 1.29.
Strip 6 mm isolatie van elke
draad en steek de uiteinden
vervolgens in de gaatjes van de
connector
Figuur 1.29 – De perimeterdraden in de connector steken en ze bevestigen
Draai deze twee schroeven vast met een schroevendraaier met platte kop om de perimeterdraden in de connector te bevesti
en.
26
Neem de perimeterschakelaar vast en knijp de tappen aan beide zijden van de perimeterschakelaar
samen zoals getoond in figuur 1.30 en verwijder het achterste deksel van de perimeterschakelaar.
Neem de 3 C-cel batterijen, doe ze in de batterijhouder zoals getoond in Figuur 1.31 en monteer de
perimeterschakelaar weer terug.
Figuur 1.30 -
Knijp samen om het
deksel te verwijderen
Figuur 1.31 –
Plaats de batterijen in de houder
1.18 Test de perimeterschakelaar
Doe de connector van de perimeterdraad in de perimeterschakelaar (zie figuur 1.32) en druk de “ON”
knop in. Een klein groen lampje bij de “ON” knop begint te flikkeren. Dat betekent dat het systeem aan is en correct werkt. De perimeterschakelaar heeft ook een indicator voor lage batterijspanning en voor een losgeraakte/gebroken perimeterdraad. Figuur 1.33.
“ON” = Aan knop n verklikkerlampje
e
Lage batterijspan­ning verklikkerlamp
Verklikkerlampje voor losgeraakte/gebroken
draad
Figuur 1.32 – Doe de connector in de perimeterschakelaar.
Figuur 1.33 –
Bedieningspaneel van de perimeterschakelaar
De perimeterschakelaar schakelt zichzelf automatisch uit, zodat u hem niet uit hoeft te zetten na elk
gebruik. Hij gaat uit na 5 uur continu gebruik. U kunt verwachten dat een goed stel alkaline batterijtjes in de perimeterschakelaar bijna één seizoen meegaan. Het is mogelijk de perimeterschakelaar uit te zetten door de “ON” knop gedurende 3 seconden ingedrukt te houden. Na die 3 seconden hoort u een piep en dat betekent dat u de knop mag loslaten en de perimeterschakelaar uit is.
27
1.19 De perimeterschakelaar plaatsen
j
De connector van de perimeterschakelaar is ontworpen om snel en makkelijk losgemaakt te worden, een flexibele eigenschap als u meer dan één kring in uw tuin nodig heeft. U kunt hem heel makkelijk losmaken door de connectoren los te trekken. Hierdoor kan de perimeterschakelaar eenvoudig van de ene naar de andere kring verplaatst worden. De perimeterschakelaar wordt geleverd met een lange pin die bevestigd wordt aan de achterzijde van de perimeterschakelaar. Dit vergemakkelijkt het verplaatsen van de perimeterschakelaar nog meer omdat u de connector los kan trekken en de perimeterschakelaar met pin en al naar de volgende kring kan verplaatsen. U steekt ze eenvoudig in de grond en steekt telkens de connector van de perimeterdraad in de perimeterschakelaar. Zie Figuur 1.34
Een andere optie voor plaatsing is de montage van de perimeterschakelaar tegen een verticale wand, zoals een muur of een afsluiting. Er zijn drie kleine verdikkingen in de rug van het deksel van de perimeterschakelaar en die zijn bedoeld om hem op die manier te bevestigen. Gebruik metalen schroeven #6 of #8 of gelijkwaardig. Zie Figuur 1.35. worden zodat hij waterdicht blijft. Als u de perimeterschakelaar ergens kan plaatsen waar het overdekt en droog is dan is dat altijd het beste.
In elk geval moet de perimeterschakelaar verticaal gemonteerd
De perimeterschakelaar
MOET verticaal gemonteerd
worden zodat hij waterdicht
bli
ft.
Het monteren van de peri-
meterschakelaar d.m.v. 3 kleine
verdikkingen aan de achterkant
van de deksel
Figuur 1.34 – Perimeterschakelaar met pin
Losmaken van connector zodat
de perimeterschakelaar
makkelijk verplaatst kan
worden
Figuur 1.35
28
Hoofdstuk 2
De Robomow
®
gereedmaken
Laadcontact Pennen
Bumpers met druk gevoelige sensoren
-
Draaghandvat
Handbediening
Waarschuwingslamp
Accupack
Figuur 2.1 – “wa at” bij de Robomow®
t is w
1 De zekering van het accupack aanbrengen
2.
Uw Robomow wordt verstuurd zonder dat de zekering in het accupack geplaatst is; en hij zal niet werken zonder die zekering. De zekering is verpakt in een klein plastic zakje dat bovenop het accupack bevestigd is. Verwijder het accupack uit de Robomow en plaats de zekering. De zekering kan in elke richting in de zekeringhouder aangebracht worden. Zie Tekening 2.2
Plaats de a accupack is in de fabriek reeds opgeladen en er is meer dan voldoende stroom aanwezig voor de eerste instellingen en de testrit. Toch moet het accupack gedurende 20 uur worden opgeladen, nadat de initiële instellingen uitgevoerd zijn en nog vóór de eerste maaibeurt. Zie Hoofdstuk 4, Laden van het accupack en energiebeheer.
ccu voorzichtig in de Robomow. De Robomow komt nu onder spanning (hij ontwaakt). Het
Plaats de accuzekering in de
zek in
Contacten
eringhouder. De zekering kan
e
lke richting ingestoken worden (zoals
een stekker)
Figuur 2.2 – De zekering in het accupack steken
29
2.2 De handmatige bediening gebruiken
De Robomow is uitgerust met een handmatige bediening. Hiermee kunt u de maaier handmatig besturen en bedienen. Om deze handmatige bediening te gebruiken, bestudeert u eerst figuur 2.3 met de verschillende bedieningstoetsen en hun functies. Zie ook Hoofdstuk 5, meer details in verband met het gebruik van de handmatige bediening.
Handmatige Bediening
1. Knop handmatig maaien
8. Knop
richtingcontrole
2. LCD
schermpje
7. Knop
rijdsnelheidscontrole
snel/traag
3. Knop wissen/ annuleren
4. Knop GO/Start
6. Scroll pijltjes voor menu selectie
5. Stopknop
Figuur 2.3 Lay-out van de handbediening
voor
1. Knop handmatig maaien - bij handmatig maaien zijn twee afzonderlijke knopbedieningen vereist om
de messen te laten draaien. Dit noemt men het twee stappen OPC ontwerp. OPC betekent Operator Presence Control, dus controle van de aanwezigheid van de bediener. Als u op een bepaald moment de knop handmatig maaien loslaat zullen de messen stoppen en dient u alle vorige stappen te herhalen. Zie hoofdstuk 5.2 voor alle details over handmatig maaien.
2. LCD-scherm - geeft tekstberichten weer middels een Liquid Crystal Display (LCD), een scherm met
vloeibare kristallen. Toont ook de huidige status van de accu. Als het voor langere tijd aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld wordt kan het voorkomen dat het nog moeilijk te lezen is. Ga er dan mee uit het rechtstreekse zonlicht of scherm het zonlicht af en dan zal het snel weer normaal worden.
3. Knop wissen/annuleren – zoals beschreven onder punt 1 wordt deze knop gebruikt tijdens de
knopbedieningen bij handmatig maaien, om de messen te doen draaien. Deze knop wordt ook gebruikt voor het annuleren van een selectie die in het LCD-scherm getoond wordt bij het maken van gebruikersselecties. Hij wordt ook gebruikt om terug te keren uit menuopties die gekozen kunnen worden in de gebruikersopties en brengt u terug naar het hoofdscherm.
4. Knop GO/Start - de belangrijkste bedieningsknop voor de automatische bediening.
Bovendien wordt de knop gebruikt voor het maken of bevestigen van selecties in de gebruikersopties in het LCD-venster.
5. Stopknop - als u op deze knop drukt, stopt de werking van de maaimessen en wielmotoren als de
automatische bedieningsmodus gebruikt wordt. De knop kan ook gebruikt worden om een handeling tijdens het opstarten te stoppen nog voordat deze is begonnen.
6. Bladeren voor menuselectie – Er zijn meerdere opties en instellingen beschikbaar voor de gebruiker
via de handmatige bediening. Deze menu’s en opties worden getoond als tekst op het LCD-scherm. Voor sommige van de instellingen moet u een specifieke optie kiezen, omdat er meerdere mogelijkheden zijn. Met de pijltjestoetsen, naar boven en naar onder, kunt u door de menuopties bladeren.
7. Handmatige besturingssnelheid - de manuele besturingsfunctie is uitgerust met twee
rijsnelheden, snel en traag. Om deze snelheid te wijzigen, drukt u op de knop voor de andere rijsnelheid. Deze functie werkt alleen maar als de maaier aan het rijden is onder handbediening.
8. Navigatieknop - door op de rand van deze knop te drukken in de gewenste richting, kunt u de
Robomow handmatig besturen. Oefen een lichte druk uit op de navigatieknop in de gewenste rijrichting en de Robomow zal zich in die richting bewegen, vooruit of achteruit, naar links of naar rechts. De Robomow stopt met rijden zodra u de navigatieknop loslaat.
30
2.3 De handbediening
De Robomow is veilig ontworpen zodat hij alleen handmatig werkt als de afstandsbediening uit haar houder verwijderd is en de knoppen door de gebruiker bediend worden. Zie Figuur 2.4. De handbediening is vooral bedoeld om de Robomow naar het gazon te rijden en hem weer te laten terugkeren na het maaien. Ze wordt ook gebruikt om de Robomow naar andere zones te laten rijden indien dat nodig is. Als extra comfort kunt u met de handbediening ook de messen laten werken. Samen met de rij functie kunt u zones maaien waar de Robomow niet automatisch kan maaien. De Robomow kan niet automatisch maaien zolang de afstandsbediening in handen van de bediener is. De handbediening moet goed op haar plaats zitten in de houder en volledig vlak met de bovenkant van de Robomow voordat hij automatisch kan gaan werken. Zie Figuur 2.5.
Uitnemen van de
handbediening en ze
handmatig gebruiken.
Figuur 2.4 – Handmatig rijden met de Robomow
Met de Robomow rijden via de
handbediening
2.4 Met de Robomow rijden.
Om met de Robomow te rijden en te besturen met de handmatige bediening duwt u met een vinger op de uitsparing bovenaan links van de handmatige bediening. De houder zal dan kantelen en u kunt de handbediening uit de houder nemen. Figuur 2.3. Om te rijden drukt u lichtjes de richtingknop in met uw duim of wijsvinger in de richting waarin u wenst te rijden met de Robomow. Zie Figuur 2.6. Vooruit (F) en achteruit (R) zijn aangeduid op de huizing boven en onder de overeenkomende pijl op de richtingknop. Vooruit en achteruit zijn bepaald gezien vanaf de achterkant van de maaier. De Robomow zal naar links rijden wanneer u de richting van de linkse pijl indrukt en naar rechts wanneer u de richting van de rechtse pijl indrukt. Tussen de hoofdpijlen drukken in een bepaalde richting zal een gedeeltelijke bocht in die richting inleiden.
Bocht links vooruit
Bocht links
achteruit
Vooruit
Achteruit
Bocht rechts
vooruit
RechtsLinks
Bocht rechts
achteruit
Figuur 2.6–Gebruik van de stuurknop
De handbediening naar
beneden gekanteld en gelijk
met de bovenkant van de
maaier
Figuur 2.5 – Kantel de
handbediening gelijk met de
bovenkant.
Handbediening –knop
voor rijrichting
(stuurknop)
31
2.5 De maaihoogte en afstand vanaf de grond instellen
Verwijder de accu voordat u enige aanpassingen uitvoert. De Robomow heeft twee basisinstellingen, de maaihoogte en de afstand vanaf de grond. Met de messen voor lang gras is de maaihoogte instelbaar vanaf ongeveer 3.8 cm tot 8.9 cm en met de messen voor kort gras van 2.5 tot 6.4 cm. Bij de kleine wielen is de minimum maaihoogte 2.0 cm. De bodemvrijheid heeft twee instellingen. De maaihoogte-instelling bevindt zich aan het voorwiel en wordt bediend door de basis van het voorwiel in of uit te draaien, waardoor het voorwiel verhoogd of verlaagd wordt. Zie Figuur 2.7.
Draai de basis van het voorwiel in (lager) of uit (hoger) om de maaihoogte in te stellen.Elke klik vertegenwoordigt ongeveer 6 mm maaihoogte.
Draai in deze
richting voor
een
hogere maaihoogte
Figuur 2.7 – De maaihoogte instellen
Draai in deze
richting voor een lagere maaihoogte
WAARSCHUWING!
Ernstige verwonding is mogelijk. Verwijder steeds de accu als u de maaihoogte wilt instellen of de Robomow wilt optillen. Til de Robomow nooit op of wijzig nooit de maaihoogte terwijl het toestel in werking is. De
maaimessen zijn zeer scherp en ernstige snijwonden of rijtwonden zijn
mogelijk. Draag altijd stevige werkhandschoenen als u in de buurt van de
!
maaimessen werkt.
De instelling van de bodemvrijheid bevindt zich in het accuvak van de Robomow. Zie Figuur 2.8. Ze heeft twee standen, hoger en lager. (Modellen met kleine wielen hebben drie instellingen: hoger, lager en gemiddeld). De laagste positie (het dichtst bij de bodem van het accuvak) geeft de hoogste afstand van de grond, terwijl de bovenste stand (het verst van de bodem van het accuvak) de kleinste afstand vanaf de grond verleent. Zie Figuur 2.9. Het is aanbevolen de afstand vanaf de grond achteraan in stellen op de maximale stand. Dat is de stand het dichtst bij de bodem van het accuvak. Bij Europese gazons en gazons waar het gras zeer kort gemaaid wordt, op minder dan 5 cm, is het beter de afstand vanaf de grond in de laagste stand te zetten.
De instelling voor de afstand vanaf de grond bevindt zich in het accuvak.
Figuur 2.8 –Afstand vanaf de grond instelling
Figuur 2.9–Instellen afstand vanaf de grond
Om de afstand vanaf
de grond aan te
passen, trek het hendeltje uit zoals getoond en schuif het hendeltje naar boven of beneden
32
2.6 Land instellen en eenmalig kalibreren
De Robomow heeft een intelligent navigatie systeem dat een kompas bevat dat reageert op de magnetische aardpolen. Het Magnetische Noorden kan variëren van punt tot punt op de aarde, afhankelijk van de geografische ligging. Om deze verschillen op te vangen moet het kompas gekalibreerd worden volgens de plaats op de aarde waar de maaier gebruikt wordt. Dit hoeft maar één keer te gebeuren en hoeft niet herhaald te worden, tenzij de maaier meerdere honderden kilometers verplaatst wordt. Zie Figuur 2.10.
Het proces om eenmalig te kalibreren is eenvoudig en de Robomow is zo ontworpen dat u gevraagd wordt deze stap uit te voeren voordat het apparaat in de automatische modus gebruikt kan worden.
- Verwijder de handmatige bediening uit haar houder
- Rijd de Robomow naar een plat en waterpas gedeelte van het gazon
- Zet de afstand vanaf de grond in de hoogste stand als het gras zeer lang is
- Plaats de Robomow in het midden van de zone
- Plaats de handmatige bediening terug in de houder en duw deze naar beneden tot ze vlak zit. U zal misschien de draad waaraan de handbediening vastzit wat moeten herschikken om de houder goed vlak te krijgen met het bovendeksel.
- Zet de perimeterschakelaar aan om de perimeterdraad te activeren, want dat is nodig om het proces uit te voeren.
- Het scherm zal nu het beeld tonen zoals te zien in Figuur 2.10. Volg het kalibratie­installatieproces zoals getoond in Figuur 2.10 om dit proces te voltooien.
Gedurende het kalibratieproces zal de Robomow traag in een cirkel draaien en af en toe even pauzeren. De Robomow kan 3 of 4 complete rondjes draaien met enkele pauzes van een paar seconden ertussen. Gedurende dit proces zal het LCD-scherm een tekstboodschap met “Wacht” aan en uit flitsen. Alleen als de tekst, Test Geslaagd Druk C” getoond wordt op het LCD-scherm, is het proces voltooid. Druk dan de “C” knop in om naar het LCD-tekstbericht terug te keren, terug naar de boodschap in het hoofdmenu: Dok Zone - Druk Go” of “Zone A - MAX”.
Alhoewel het ongewoon is kan het toch voorkomen dat de eerste poging tot kalibratie mislukt. Dan geeft het scherm het bericht “Prob ergns andrs" weer. Dit betekent gewoon dat iets in de nabijheid teveel storing geeft om een goede kalibratie te krijgen. Het kunnen metalen voorwerpen in de grond zijn of zelfs draden onder de grond. Als de kalibratie eenmaal gedaan is zal de Robomow van deze storingen geen last meer hebben. Rijdt de Robomow gewoon naar een ander vlak en waterpas deel van het gazon, minstens 3-4,5 m verwijderd van de eerste plek en herhaal het hierboven beschreven kalibratieproces. Nadat de kalibratie succesvol verlopen is zult u de boodschap met de vraag om te kalibreren nooit meer zien.
33
g
k
“C”
Figuur 2.10 – Kalibratie volgorde
LCD Display
Vereiste Actie
Dok Zone MAX
Druk GO
Druk “GO”
Stel Land in
Druk GO
Druk “GO”
Niet Ingesteld!
Scroll
Scroll op en neer om
uw land te vinden
USA
Bevestig
Druk “GO” om de selectie
te bevestigen
Dok Zone: MAX
Druk GO
Druk “GO”
Kalibratie nodi
Druk GO”
Druk GO
Activeer Motors
Druk GO
Druk “GO”. Het Proces zal beginnen en 1-2 minuten duren.
Test geslaagd
Druk C
Dru
knop
Dok Zone: MAX
Druk GO
Klaar om te maaien
34
2.7 De laadstation optie toelaten
Druk de “GO” knop in en het volgende zal getoond worden:
Zet dok aan AAN Druk GO
Druk ‘GO’ in en scroll tot u “AAN” krijgt.
Zet dok aan AAN Bevestig
Druk ‘GO’ om “AAN” te bevestigen
Figuur 2.11 – De laad functie toelaten
2.8 Het laadstation en de perimeterdraad positie testen voor het laden.
Het is het beste om de positie van het laadstation te testen en vast te stellen of er kleine aanpassingen nodig zijn voordat u de rest van de pennen in de grond slaat. Plaats de Robomow naar de perimeterdraad toe, minstens 3m. vóór het laadstation zodat de maaier zich goed op de draad kan plaatsen. Zie figuur 2.12.
Min. 3 meter
Figuur 2.12– Testen van de opstelling van het laadstation
Kijk na of de perimeterdraad die naar het laadstation leidt goed tegen de grond bevestigd is. Doe de afstandsbediening terug in de houder en kantel hem naar beneden zodat hij vlak ligt. Kijk of het “Aan” lampje knippert op het paneel van het laadstation. Druk één keer op het bovenste scroll pijltje op de handbediening zodat de boodschap “Ga naar dok
verschijnt en druk dan GO in.
Volg de Robomow en ga na of hij goed aanlegt in het laadstation. Dit doet u door na te kijken of de twee
metalen contacten aan de voorzijde van de Robomow volledig contact maken met de metalen contactplaat die zich onder het deksel van het Robomow laadstation bevindt. Beweeg indien nodig het laadstation een beetje zodanig dat deze contacten zoveel mogelijk gecentreerd zijn.
Wanneer de test uitgevoerd is en u tevreden bent met de positie van het laadstation, sla dan de 5
pennen in de grond die het laadstation vasthouden.
35
2.9 Test de positie van de perimeterdraad voor het maaien van de rand:
Zoals getoond in Hoofdstuk 1, kunt u de positie van de perimeterdraad het beste testen tijdens het randmaaien. Dan kunt u zien of er kleine aanpassingen nodig zijn aan de positie van de draad, vóórdat u alle pinnen in de grond slaat. Omdat de bumpers actief zijn tijdens het randmaaien, kan het zijn dat een bumper geactiveerd wordt wanneer de draad te dicht bij een afsluiting of bij een vast obstakel ligt. Dan zal de Robomow de draad verlaten om het obstakel te ontwijken en vervolgens naar de draad terugkeren. Er zijn meer scenario’s mogelijk waarbij de positie van de draad aangepast zal moeten worden, zoals langs bloembedden, trapjes of bestratingsranden.
Rij de maaier manueel ongeveer 1 meter van de perimeterdraad vandaan. Positioneer de Robomow naar de perimeterdraad toe, vlak achter het laadstation in de laadzone (Zie figuur 2.13). Bij een niet-laadzone kunt u hem langs elke rand zetten. Doe de afstandsbediening terug in de houder en zorg ervoor dat ze vlak ligt met de bovenzijde van de maaier. Kijk na of de perimeterschakelaar aan staat.
Plaats de Robomow naar de
draad toe, achter het
laadstation.
Figuur 2.13 –De positie van de perimeter draad testen
Druk de bovenste scroll pijl éénmaal in voor de “Ga laden” optie en druk GO in.
Loop mee langs de zijde van de Robomow terwijl hij de rand volgt. Telkens als u ziet dat de maaier te ver naar de buitenkant van het gazon rijdt, noteert u deze zone en verplaats de draad daar iets naar binnen. Indien de bumper van de maaier bijvoorbeeld een muur van uw huis raakt terwijl hij probeert de rand te maaien, dan bevindt de draad zich te dicht tegen de gazonrand en moet meer naar de binnenzijde van het gazon verplaatst worden, van de muur weg. Daartegenover, als de maaier niet dicht genoeg bij vaste objecten komt zoals muren of niet volledig op aangrenzende en op gelijke hoogte liggende zones zoals een oprit, dan moet de maaier verder van het centrum van de binnenzijde van het gazon verwijderd worden, naar de muur of de oprit toe. Herpositioneer de draad langs elke sectie waar een verandering aangebracht moet worden, door hem telkens slechts een klein beetje te verplaatsen, en test dan het randmaaien in dat gedeelte nog eens.
Herhaal dit proces voor de hele rand totdat de maaier de hele rand kan maaien zonder iets te raken en totdat u tevreden bent met de maaiafstand over aangrenzende zones die op dezelfde hoogte liggen.
Wandel daarna nog eens langs de perimeter draad en voeg pennen toe waar de draad niet helemaal naar beneden getrokken is tot onder de grasoppervlakte en dicht tegen de grond.
36
standers
o
Hoofdstuk 3
Manuele en automatische werking
3.1 De perimeterschakelaar activeren – Laadzone
Gebied/zone met laadstation
Als de Robomow vanaf het laadstation bediend wordt met automatisch of manueel vertrek (zie
alinea’s 3.2 en 3.3), dan zal de Robomow automatisch de perimeterschakelaar van het controlebord van het laadstation aan en uit zetten samen met het vertrekken en aanleggen.
3.2 Manueel vertrek
Gebruik de manuele manier om de Robomow te laten vertrekken in volgende gevallen:
- Om op andere tijdstippen te maaien dan de voorgeprogrammeerde.
- Als het gazon bezet is en de tuin eerst vrijgemaakt moet worden van troep, voorwerpen, huisdieren of mensen.
Om het maaien manueel te starten drukt u de “GO” knop één keer in:
1. Robomow zal het laadstation verlaten en automatisch de perimeterdraad volgen, één keer rond, tot hij weer bij het laadstation aankomt. Hij zal dan in het laadstation rijden, maar dan weer achteruit rijden om het gras binnen de perimeter te maaien.
2. Robomow zal automatisch bepalen vanuit welk punt van de perimeterdraad hij zich in het gazon
zal begeven. Een “Zoekt ingang” boodschap verschijnt dan op het schermpje van de handbediening terwijl hij het punt zoekt vanwaar hij het gazon in zal rijden. De RL1000 is geprogrammeerd voor drie verschillende inrij punten naar het gazon toe, op vast bepaalde afstanden van het laadstation. Bij elke maaibeurt zal hij naar het volgende punt gaan en tenslotte zal hij weer vanaf het eerste punt vertrekken.
Om het rand maaien over te slaan, druk de “GO” twee keer in. Dat is het manuele signaal voor de
start van een maaibeurt.
3.3 Automatisch vertrek
Het automatisch vertrek is de volautomatische oplossing om uw gazon te onderhouden.
Via deze instelling kunt u een weekprogramma ingeven waardoor de maaier automatisch zal
vertrekken, maaien en weer aanleggen wanneer hij klaar is op de dagen en de tijdsperiodes die u ingeeft.
Kijk bij Hoofdstuk 4, het weekprogramma instellen, om de dagen en periodes in te geven.
3.4 Terugkeren naar het laadstation
Automatisch aanleggen
Optie “Ga naar het laadstation”
WAARSCHUWING!
De Robomow keert automatisch terug naar het laadstation aan het einde van elke maaibeurt. Hij laadt zichzelf weer op en blijft klaar voor de volgende maaibeurt die geprogrammeerd is.
U kunt de maaier manueel naar het laadstation zenden vanuit elk punt op het gazon.
- Doe de handbediening weer in de houder en kantel de scharnier naar beneden zodat de bovenzijde van de handbediening in lijn is met de bovenzijde van de maaier.
!
Er kunnen ernstige verwondingen ontstaan. Verzeker u ervan dat de werktijden die u programmeert voor automatisch vertrek en maaien, tijden zijn wanneer er geen huisdieren of kinderen op het gazon aanwezig zullen zijn. Programmeer geen tijden waarvan u niet zeker weet dat het gazon vrij zal zijn van huisdieren, kinderen en
m
.
37
- Overtuig u ervan dat de perimeterschakelaar aan is en dat de maaier gericht is naar een
t
t
p
gedeelte van de perimeterdraad (maar geen eiland of een geïsoleerd obstakel).
- Druk het bovenste scroll pijltje één keer in zodat de “Ga naar laadstation” boodschap verschijnt en druk dan “GO” in.
- De Robomow zal de perimeterdraad vinden en zal die draad volgen tot bij het laadstation – de
De Robomow manueel aanleggen met de handbediening.
3.5 De perimeterschakelaar activeren in een zone zonder laadstation
De Robomow kan niet werken tenzij de perimeterschakelaar aan staat en de Robomow binnen de actieve perimeter staat. Plaats de perimeterschakelaar of verbindt hem met de zone die u wilt maaien. Druk de knop “ON” in om de perimeterschakelaar aan te zetten. U zult een kort piepgeluid horen als de schakelaar ingedrukt is, wat aangeeft dat hij aan staat. Om na te kijken of de schakelaar werkt is er een groen lampje vlakbij de “ON” knop dat zal knipperen zolang de schakelaar normaal werkt. Indien de schakelaar onderbroken pieptonen geeft vlak nadat u hem aangezet hebt, dan is er een probleem met de batterijen of met de perimeterdraad. Kijk na welk rood lampje knippert, zo kunt u bepalen wat het probleem is. U dient het probleem op te lossen zodat de Robomow automatisch kan werken. Als u vergeet de perimeterschakelaar aan te zetten zal het schermpje op de handbediening de tekst tonen zoals in figuur 3.0, en u eraan herinneren de schakelaar aan te zetten.
Indien een “draad doorgesneden” signaal knippert, kijk dan of u de perimeterschakelaar aangesloten hebt op de perimeterdraad met de kleine groene connector. Indien het lampje van lage batterijspanning knippert, monteer dan verse c-cel alkaline batterijen. Als dat het probleem niet oplost, kijk dan bij
Hoofdstuk 7, tekstberichten en problemen opsporen
“Zoekt laadstation” boodschap verschijnt gedurende deze fase.
- Rij de Robomow manueel tot in het laadstation door middel van de navigatietoetsen op de handbediening.
- In het station aangekomen, doe de handbediening terug in de houder en duw hem vlak.
- Kijk na of de boodschap op het schermpje verandert naar een icoon “accu wordt geladen”, want dat is de bevestiging dat het aanleggen goed gelukt is.
, voor meer hulp.
Geen draadsignaal
Geen draadsignaal” bericht
Figuur 3.0
WAARSCHUWING!
!
Er kunnen ernstige verwondingen ontstaan. Deze machine heef scherpe roterende messen. Bij werking in automatische modus, moeten kinderen, huisdieren en omstanders op afstand blijven. Bij automatische werking mag de machine niet zonder toezich blijven als kinderen, huisdieren of andere personen tijdens de werking in contact met de Robomow kunnen komen. Laat nooit personen of huisdieren op deze machine rijden en blokkeer zijn pad nooit.
3.6 De Robomow positioneren op het gazon
Verwijder de handmatige bediening uit zijn houder en rijd de Robomow naar het gazon dat gemaaid moet worden. De manuele rijsnelheid van de Robomow heeft twee snelheden, traag en snel. U kunt de andere snelheid kiezen door één keer de “Speed” knop in te drukken terwijl u met de maaier rijdt. Positioneer de Robomow op minstens 1.8-2.4 m van elke rechte lengte van de perimeterdraad, met de voorzijde van de Robomow gericht naar de perimeterdraad. Figuur 3.1
38
Figuur 3.1 De Robomow positioneren op het gazon
Start
unt
Voorzijde gericht naar de perimeterdraad
1 m
3.7 Rand maaien – niet aanleggen
p
Belangrijk! Bij het maaien in een zone zonder laadstation moet de zone zonder laadstation eerst en
vooral bepaald worden. (Kijk naar sectie 6.2.4 “Werktijd”). Doe de handbediening in de houder en druk het pijltje “naar beneden” in om de zone die u wil maaien op het schermpje te krijgen.
De eerste maaiopdracht van de Robomow is het maaien van de rand. Onder rand verstaan we de buitenste perimeter van de actieve zone waarin de Robomow bezig is. In feite is dat waar u de perimeterdraad plaatste tijdens de aanleg. Randmaaien is het maaien van een zuivere en gelijke maairand rond de perimeter en het ontlast u van veel bijwerk langs muren en andere obstakels. De Robomow zal de rand altijd tegen de klok in maaien. Zie Figuur 3.2. De Robomow zal automatisch de rand vinden (perimeter), hem maaien en daarna naar binnen draaien en het gras volledig maaien.
Figuur 3.2
Rand maaien
Start
unt
Om automatisch te kunnen maaien, ook om de rand te maaien, moet de handmatige bediening in de houder zitten en naar beneden geduwd zodat ze vlak zit met de bovenrand van de maaier. Wanneer de handmatige bediening op haar plaats zit zal op het schermpje een tekstboodschap verschijnen die aanduidt dat hij in de stand automatisch staat. Figuur 3.3.
Schermpje bij stand automatisch
Figuur 3.3
Zone B: 1:40
Druk GO
Wanneer deze boodschap getoond wordt en u drukt de groene “GO” knop in, dan zal de automatische maaisessie opstarten. Eerst zal de maaier opwarmen, de waarschuwingslamp zal knipperen en dan zullen de messen gaan draaien. De boodschap zoals in Figuur 3 zal op het schermpje verschijnen. Wanneer de maaier de rand bereikt zal hij gewoonlijk over de draad rijden totdat de draad ongeveer in het midden onder de maaier is. Dan zal hij de rand maaien; daarbij zal hij een tot twee keer rond het gazon rijden. Als de Robomow vindt dat de rand voldoende gemaaid is zal hij stoppen en zich naar de binnenzijde van het gazon draaien. Hij zal dan het gazon inrijden en beginnen met wat wij scannen noemen. Hieronder verstaan we het methodische maaien van het gazon door middel van het geavanceerde navigatiesysteem van de Robomow, RoboScan tonen zoals in Figuur 3.5.
®
. Het LCD-scherm zal het tekstbericht
Maaien
RoboScan2
RoboScan2
Rand
Figuur 3.4 –Tekst bij rand maaien
Figuur 3.5 – Tekst bij maaien
Chapter 3
Page 28
3.8 Scannen (Maaien)
Het scanproces is eenvoudigweg een proces waarbij de Robomow zich systematisch over het gazon beweegt terwijl hij maait. Over het algemeen beweegt hij van rechts naar links en dan van links naar rechts. Gedurende het proces zal hij ook andere bochten maken en zich bewegen om steeds over en weer te rijden over het gazon. De Robomow zal niet alle gras maaien bij zijn eerste maaibeurt; hij zal gras ongemaaid laten bij de meeste van zijn ritten. Dat is ook de bedoeling en het is volkomen normaal. Deze ongemaaide stroken worden bij één van de volgende maaibeurten van de Robomow gemaaid. Wacht tot hij klaar is met maaien en beoordeel pas daarna het resultaat. De Robomow blijft doorgaan tot de ingestelde tijd of de standaard ingestelde “MAX” tijd op is, dat is over het algemeen 2.5 tot 3 uur, afhankelijk van het type gras en de omstandigheden. Zie hoofdstuk 6, Instellingen van de bediener en verdere eigenschappen voor meer details over het instellen van de werktijden.
39
3.9 Rand maaien overslaan
De Robomow heeft de mogelijkheid het maaien van de rand over te slaan en onmiddellijk te starten met het scannen (maaien). Druk daarvoor eenvoudig de “GO” knop twee keer in bij de eerste opstart van de maaier. Doordat u “GO” een tweede keer ingedrukt hebt onmiddellijk na het eerste indrukken weet de maaier dat u het maaien van de rand wil overslaan. Zie Figuur 3.6. U mag de maaier starten waar u wilt binnen de perimeterdraad, maar tenminste op 1 m afstand van de meest nabije perimeterdraad.
Zone B: 1:40
Druk GO
“Gereed om automatisch maaien te
starten” Tekstbericht. Druk “GO”
in; het volgende schermpje
verschijnt
Druk GO nogmaals
Sla rand over
Om rand maaien over te slaan, druk
“GO” nogmaals in, anders wordt
eerst de rand gemaaid.
Figuur 3.6 – Tekstbericht na het indrukken van “GO”
3.10 Na het maaien – geen laadstation
Als de Robomow de toegestane maaitijd beëindigd heeft, stopt hij op het gazon en wacht hij op u om terug naar huis te worden gereden en in de oplader geplaatst te worden, klaar voor de volgende maaisessie. Zoals reeds eerder besproken: er zal steeds voldoende energie in het accupack over zijn om de maaier terug te laten rijden naar de plaats waar hij wordt opgeslagen en bijgeladen. Zie hoofdstuk 5,
Laden
voor meer info over het laden. Het LCD-scherm geeft een tekstbericht weer zoals getoond wordt in Figuur 3.7 als de maaitijd ingesteld is op de standaard tijd van “MAX” of het bericht zoals getoond in Figuur 3.8 als de maaitijd ingesteld werd op een andere tijd dan “MAX”.
Laad Accu
Druk GO
Tijd op
Druk GO
Figuur 3.7 – Tekstbericht na maaien onder “MAX” tijdstelling
Figuur 3.8 – Tekstbericht na maaien onder ingegeven tijd
Als de Robomow zijn maaiwerk beëindigd heeft en dit gebeurt meer dan 20 minuten voordat u er aan toe komt om het toestel weg te rijden, zal het LCD-scherm leeg zijn. De Robomow schakelt zichzelf uit en gaat in een slaapmodus na 20 minuten van inactiviteit. Dat doet hij altijd. Dit is een energie besparende functie. Door op de knop “GO” te drukken of de handmatige bediening te verwijderen, ontwaakt de Robomow en wordt het bericht weergegeven dat op het scherm stond toen het toestel in slaaapmodus ging. In dit geval, ofwel het bericht in Figuur 3.7 ofwel in 3.8.
3.11 Rijden en navigeren
De Robomow is uitgerust met een handmatige bediening waarmee u hem gemakkelijk naar het gazon kunt rijden en terug naar de garage als hij niet gebruikt wordt. Hiermee kunt u ook manueel de maaimessen aanzetten en smalle grasstroken maaien terwijl u rijdt.
De handmatige bediening kan alleen maar werken in manuele modus wanneer zij uit haar houder verwijderd is, waar ze inzit wanneer de maaier automatisch werkt. Voor de veiligheid is ze zodanig ontworpen dat de handmatige bediening niet kan werken zolang ze in de houder zit en anderzijds wordt ook de automatische werking verhinderd wanneer de handmatige bediening uit de houder verwijderd is.
40
p
p
p
r
f
U zult zien dat de handmatige bediening een toetsenbord bevat om het automatisch maaien op te starten en ook om een noodstop uit te voeren.
Om manueel te werken neemt u de handmatige bediening uit de houder zoals te zien in Figuur 3.9. De handbediening is ontworpen om met twee handen vast te houden terwijl men ermee werkt. De mescontrole knop aan de linkerkant en de rij/navigatieknop aan de rechterkant. Met de handmatige bediening in de hand is het vrij eenvoudig om de Robomow naar verschillende plaatsen te rijden. Met de duim of wijsvinger van uw rechterhand drukt u voorzichtig de navigator knop in de richting waarin u wilt rijden. De knop is rondom gevoelig, u kan er korte en flauwe bochten mee aansturen of een volledige cirkel beschrijven. Er is weinig druk nodig om de wielmotoren te activeren, het is het beste om uw vinger te laten rollen in de richting waarin u wilt rijden. U moet wel blijven drukken. De maaier stopt onmiddellijk wanneer u de knop loslaat. Figuur 3.10
Bij manueel rijden kunt u kiezen tussen een lage en een hoge snelheid. U kunt altijd naar het andere snelheidsniveau gaan door de snelheidsknop één keer in te drukken tijdens het rijden. Nog eens indrukken maakt dat u weer naar de vorige snelheid gaat. Zie Figuur 3.10.
“Maai” kno
Snelheid kno
“Stuur” knop, druk zachtjes in de gewenste rijrichting
Figuur 3.9-De handmatige bediening verwijderen uit haar houder
C kno
Figuur 3.10-Layout van de handmatige bediening
WAARSCHUWING!
!
U kunt ernstig verwond worden. Draag steeds geschikt schoeisel voo het rijden en het gebruik van de Robomow in de handmatige modus. Blij op een veilige afstand van de Robomow bij handmatige bediening. Denk eraan dat in omgekeerde richting rijden bekeken is vanuit het oogpunt als men achter de Robomow staat. Kijk steeds achterom als u achteruit rijdt. Bedien de Robomow niet in gebieden die niet geschikt zijn voor manuele bediening of op hellingen waar geen goede houvast mogelijk is. Kruis de hellingen omwille van veiligheidsredenen. Rij nooit met de Robomow als er personen opzitten en bedien nooit handmatig binnen de 3 m van andere personen of huisdieren.
3.11 Handmatig maaien
U hebt de mogelijkheid om de maaimessen handmatig te activeren op de Robomow om kleine gebieden te kunnen maaien. Nadat de maaimessen geactiveerd zijn, kunt u de Robomow rijden d.m.v. de navigatorknop en kunt u maaien in elke richting waarin de navigatorknop werkt, ook achteruit.
De werking van handmatig maaien met de handmatige bediening is een systeem in twee stappen met OPC (controle of de bediener aanwezig is) omwille van de veiligheid. Telkens wanneer u de knop loslaat stoppen de maaimessen en moet het OPC activeringsproces in twee stappen herhaald worden. Tijdens het handmatige maaien zal de activering van een bumpersensor de maaimessen laten stoppen, waardoor het mes activeringsproces moet worden herhaald. Figuur 3.11.
41
knop
Figuur 3.11 – Handmatig maaien met de Afstandsbediening
Stap 1
Druk knop ‘C’ in met uw rechterduim en blijf hem ingedrukt houden.
Stap 2
Druk de knop ‘Maai’ in met uw linkerduim terwijl u ook knop ‘C’ ingedrukt houdt. Nu gaan de messen draaien.
Stap 3
Laat knop ‘C’ los. Blijf de knop ‘Maai’ indrukken met uw linkerduim. Navigeer en rij de Robomow met uw rechterduim via de navigatietoets
42
Hoofdstuk 4
g
g
_
’’
g
g
g
Het weekprogramma instellen
4.1 De tijd instellen
De eerste stap bij het instellen van het weekprogramma is het instellen van de plaatselijke tijd: dag van de week en uurtijd. Noteer dat de klok 24-urig is.
Er zijn twee mogelijkheden om de tijd in te stellen. Zie figuur 4.1.
Robomow in laadstation en
de manuele bedienin
Handmatig Start
houder
Druk GO
in zijn
Druk één keer de onderste scroll pijl in
Robomower op het grasveld
en handmatige bediening in
handen van de
Handmatig
Uw opties
Uw voorkeur
Druk GO
ebruiker
Scroll op en neer tot
Laad opties’ getoond
wordt
Dok opties
options
Week programma
Druk GO
Druk ‘GO’
Scroll tot u ‘Tijd’
ziet
Tijd: _ _ _ _: _ _
Druk GO
M D W D V Z Z
Druk GO
Dinsdag 00 0:00 0:00
Volgend nr.
Dinsdag 11:30 Volgend nr,
Scroll tot de dag
en Druk ‘GO’
Scroll om de klok te zetten
en druk ‘GO’ voor
het vol (‘C’ Wordt om terug te gaan)
Druk ‘GO’ om te
Druk
ende teken
bevesti
GO
ebruikt
en
Figuur 4.1 – De huidige dag en tijd instellen
43
4.2 Het weekprogramma instellen
’’
‘‘
Verwijder de handmatige bediening en volg deze stappen:
Door de “C” knop op welk moment dan ook in te drukken komt het schermpje terug in het hoofdmenu.
Belangrijk! Voor de beste maairesultaten is het aanbevolen het week programma zodanig in te stellen dat de gazonsproeiers en de Robomow nooit tegelijkertijd werken. Ook is het beter, vooral in het vochtige jaargetijde, die periodes van de dag te kiezen wanneer het gras meestal droog is. Bvb de namiddag.
Handmatig
Uw opties
Uw voorkeur
Druk GO
Dok opties
Druk GO
Week programma
Druk GO
Instel programma
Druk GO
D W D V Z Z
M
Druk GO
Start 0 0:00
Volgend nr.
Start 12:30
Volgend nr.
Mode Rand+Maai
Bevestigen
M D W D V Z Z
Druk GO
Figuur 4.2 –Het weekprogramma instellen
Druk
Scroll op of neer tot u
Laad opties’ ziet
Druk
GO ’
GO ’
Scroll om de tijd in te stellen en druk ‘GO’ voor volgend teken (‘C’ om terug te gaan)
Scroll naar werk mode En druk ‘GO’ om te bevestigen
(‘Rand+Maai’ of enkel ‘Maai’ -
Scroll naar de volgende dag die
Druk
Scroll tot aan de dag die u wil
Instellen en druk
Druk GO GO
Druk
GO ’
GO ’
om t
GO ’
e bevestigen
none’ verwijdert ’n actieve dag
U wilt instellen en druk
GO ’
44
Opmerking: De klok reset zichzelf wanneer het accupack verwijderd wordt; de “Stel tijd in” boodschap verschijnt:
4.3 Hoe kunt u een actieve dag annuleren?
WAARSCHU
Er kunnen verwondingen ontstaan. Als de juiste datum en tijd niet ingegeven worden of deze procedure mislukt dan zullen de vertrektijden om automatisch te gaan maaien niet correct zijn. Verkeerde vertrektijden kunnen gevaarlijk zijn als kinderen, huisdieren of omstanders zich in de maaizone
!
Twee opties om een actieve dag te annuleren
bevinden.
Tijd instellen
Druk GO
1. Kies de “None” optie onder het weekprogramma menu in het “Mode” scherm
2. Verander de “Vertrek” tijd naar 00:00 in het weekprogramma.
4.4 Weekprogramma scherm
Twee opties om het weekprogramma te zien:
1. Neem de handmatige bediening uit zijn houder, volg de instructies zoals uitgelegd in Figuur
4.2 totdat het “Week programma” getoond wordt en blijf de stappen in Figuur 4.3 volgen.
Week Programma
Druk GO
Druk “GO”
Instel programma
Druk GO
Scroll naar het volgende scherm
“Toon Programma”
Scherm programma
Druk GO
Press “GO”
M D W D V Z Z + - + - - - +
Dit scherm verschijnt gedurende
10 seconden en dan verdwijnt het.
(“+” betekent een actieve dag)
Figuur 4.3 –Scherm met het weekprogramma
45
2. De Robomow bevindt zich in het laadstation – druk één keer op de knop “pijl omhoog” – het weekprogramma zal dan gedurende tien seconden verschijnen.
M D W D V Z Z + - + - - - +
Dit scherm zal gedurende 10 seconden
verschijnen dan zal het verdwijnen.
(“+” betekent een actieve dag)
Door weer op de “GO” knop te drukken binnen 10 seconden die het display aanwezig is, komt u op een snelle manier in het scherm “Week instel programma”.
Opmerking: Het display met het weekprogramma geeft ook bijkomende informatie over de activiteiten gedurende de vorige week, behalve voor de ‘+ ‘ van de actieve dagen. Volgende tekens kunnen verschijnen onder elk van de actieve dagen:
Karakter
M D W D V Z Z
Druk GO
+
B
Actieve dag
Overgeslagen wegens te lage accuspanning. (Robomow is niet vertrokken van het laadstation op het geprogrammeerde tijdstip wegens te lage accuspanning)
Betekenis
b
D
U
C
Vroegtijdig gedokt wegens te lage accuspanning. (Robomow voerde zijn taak niet volledig uit en reed weer terug naar het laadstation wegens te lage accuspanning - dit heeft enkel betekenis wanneer een ‘werktijd’ geprogrammeerd is.
Overgeslagen omdat er geen contact was met het laadstation of omdat er geen laadspanning was (stroomonderbreking of maaier die zich niet in het laadstation bevindt) op het geprogrammeerde tijdstip van vertrek.
Overgeslagen omwille van keuze van de gebruiker (bijvoorbeeld indien de gebruiker de optie ‘sla volgende vertrek over’ gekozen heeft of indien hij ‘Automatisch vertrek’ ‘uit’ gezet heeft.
Overgeslagen omdat er niet bijgeladen werd op het geprogrammeerde vertrektijdstip, terwijl er toch spanning aanwezig was (dit komt gewoonlijk voor wanneer de Robomow aanwezig is in het laadstation, maar de afstandsbediening niet goed op haar plaats zit).
46
Hoofdstuk 5
A
Laden
5.1 Laden
Bij Robomow is alleen veiligheid belangrijker dan het juiste laden van het accupack. Als de richtlijnen voor het laden niet goed gevolgd worden krijgt u minderwaardige prestaties en zal het accupack niet lang meegaan. Na het beëindigen van een dagelijkse maaibeurt moet de Robomow naar de opslagruimte en aan de lader aangesloten worden. Het liefst binnen 6 uur nadat hij gestopt is. Dat is zeer belangrijk. In een laadzone zal Robomow aan het eind van de maaisessie automatisch naar het laadstation gaan om bijgeladen te worden.
De standaard lader, Figuur 5.4 is eigenlijk een stroombron met een uitgang van gelijkspanning. De stroom die naar het accupack vloeit om te laden wordt door de Robomow geregeld. Het laadstation gebruikt een gelijkaardig type stroombron, maar het is verbonden met het laadstation en het is goedgekeurd om in de open lucht gebruikt te worden. Het laadsysteem en het accupack zijn zodanig ontworpen dat ze voortdurend aangesloten kunnen blijven, ook als de Robomow niet gebruikt wordt, zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over overlading, oververhitting of beschadiging van het accupack. Het is zelfs aanbevolen het accupack in de Robomow en voortdurend aan het stroomnet aangesloten te houden als hij niet gebruikt wordt. Het laadstation en de standaard acculader (stroombron) geleverd bij uw Robomow, zullen het accupack weer laden vanuit een “Laad Accu” situatie in ongeveer 20 uur, afhankelijk van de omstandigheden. Er is een snellader verkrijgbaar als toebehoor. Kijk in Hoofdstuk 10, daar vindt u de toebehoren die voor uw Robomow beschikbaar zijn.
5.2 Laden doorheen het laadstation
Het laadstation is het belangrijkste laadsysteem wanneer automatisch laden aan staat. Wanneer de maaier zich in het laadstation bevindt wordt het accupack geladen en één van de volgende schermen verschijnt:
Huidige tijd
Volgend geprogrammeerd
vertrek
11:28 MO 10:30 E
Druk GO
Werk Modus
(E betekent Rand)
ccu icoontje
LCD-Scherm op de Robomow als deze is aangelegd met een ingesteld weekprogramma
Figuur 5.1 –
Handmatig start
Druk GO
Figuur 5.2 – LCD-Scherm op de Robomow als deze is aangelegd ZONDER een ingesteld
weekprogramma OF als de “Autom. Start” functie uit staat.
47
5.3 Laden door de standaard lader die verbonden is met het laadcontact.
f
Indien nodig mag het accupack geladen worden door de standaard lader die dan verbonden wordt met het laadcontact aan de houder van de handbediening. Dit is echter alleen maar ontworpen voor gebruik binnenshuis en u mag de Robomow nooit op die manier opladen zolang hij zich nog in het laadstation bevindt.
Als de laadstekker losgemaakt wordt van de houder van de handbediening, dan zal de volgende boodschap verschijnen in het LCD-scherm. Zie Figuur 5.3. Druk een willekeurige knop van de handbediening in en op het hoofdscherm zal de volgende tekst verschijnen: “Manueel – Gebruiker opties”
Verbind de uitgaande draad van de lader, Figuur 5.5, met het laadcontact dat zich onder de houder van de handbediening bevindt, Figuur 5.6. Verbind de andere draad van de lader met een normaal stopcontact van 230 Volt AC en het laadproces zal beginnen. Kantel de handbediening iets naar beneden zodat ze zachtjes op de laaddraad rust. Probeer de handbediening niet met te veel kracht naar beneden te drukken totdat ze gelijk zit met de bovenzijde van de maaier. De Robomow lader is ontwikkeld voor gebruik binnenshuis. Laad de Robomow niet op plaatsen waar hij nat kan worden.
Figuur 5.3 – LCD Scherm als er losgekoppeld is van de standaard lader
Blijf opladen
bij stalling
WAARSCHUWING!
!
Gevaar voor elektraschokken. Verwonding of elektrocutie kan voorkomen. De Robomow standaard lader is ontwikkeld om alleen in droge ruimten gebruikt te worden. Gebruik de lader niet of laad de Robomow nooit op in ruimten waar het extreem vochtig is o waar vocht te verwachten is. Gebruik een lader nooit als de draden beschadigd zijn. Gebruik alleen de aanbevolen lader voor uw
Uitgaande draad van
lader
Figuur 5.5
Standaard lader
(stroomvoorziening)
120 volt getoond
Figuur 5.4
Standaard lader
verbindingsstekker
Figuur 5.6
48
Het LCD-scherm zal de tekst tonen zoals te zien in Figuur 5.7 en de accu-icoon zal voortdurend veranderen
A
van leeg naar vol om te tonen dat er bijgeladen wordt. Als de accu volledig geladen is verschijnt er een nieuw bericht zoals te zien in Figuur 5.8, zo wordt u eraan herinnert de Robomow aan de lader aangesloten te laten tot de volgende keer dat u hem gebruikt.
Laden is zo belangrijk voor goede prestaties en voor de levensduur van het accupack dat er een speciaal alarm en energiebeheer systeem in de maaier ingebouwd is dat u eraan herinnert en op de hoogte brengt als het normale laadproces niet plaatsvindt.
Opladen
Gereed
Blijf opladen
Figuur 5.7
Figuur 5.8
ccu-icoon
Het belang van het juiste laden en onderhoud van het accu-
pack van de Robomow kan niet genoeg benadrukt worden. Indien u de aanbevolen laadprocedures niet uitvoert zal uw Robomow slecht presteren en de levensduur van het accu-
pack zal korter worden.
5.4 Energiebeheer en laad alarmsystemen
De Robomow is uitgerust met een geavanceerd energiebeheer en alarmsysteem dat op twee niveau’s werkt: 1) de energie die door het accupack geleverd wordt zo efficiënt mogelijk gebruiken tijdens het werken en daarbuiten en 2) u eraan herinneren of alarmeren als het laadsysteem niet optimaal gebruikt wordt om het accupack in topconditie te houden voor topprestaties en service. Het eerste niveau spreekt de gebruiker duidelijk aan, maar het zal onder bepaalde voorwaarden informatie doorgeven aan het systeem op het tweede niveau om u ervan op de hoogte te stellen dat iets betreffende het accupack en laadsysteem uw aandacht vraagt. Het is het systeem op niveau twee dat met u communiceert langs de LCD­schermberichten en de luidspreker.
We gaan uit van de veronderstelling dat de Robomow altijd aan een lader blijft, zolang er een accupack in de maaier aanwezig is, behalve tijdens het maaien. We moeten daar van uitgaan want het is de enige manier om er zeker van te zijn dat het accupack altijd voldoende zal presteren tijdens het werk en ook een voldoende lange levensduur zal hebben. Het systeem zal de gebruiker op meerdere niveaus en frequenties alarmeren als dat niet zou gebeuren. Bovendien kan het systeem de gebruiker alarmeren als iets het laden onderbroken heeft, bijv. bij stroomverlies naar de lader.
Het accupack moet volledig opgeladen zijn voordat u een programma opstart. Bovendien moet u altijd vóór het starten de maaier nakijken, erop lettend of er problemen zijn die buitensporig stroomverbruik kunnen veroorzaken en dus ook verantwoordelijk kunnen zijn voor minder dan optimale standtijden. Voorbeelden hiervoor zijn botte messen of ophoping van gras rond de messen. Meer voorbeelden vindt u in Tekstberichten en probleemoplossing. Overtuig uzelf er eerst van dat het accupack inderdaad volledig opgeladen is vóór dat u de Robomow laat werken. Alleen als het LCD-scherm de boodschap toont zoals in Figuur 5.8 is de Robomow volledig opgeladen en klaar om te maaien. En tenslotte: gebruik de Robomow voor werk waar hij voor ontworpen is, het maaien van normaal gras.
De Robomow kan werken onder twee verschillende werktijd scenario’s: 1) werken zolang het systeem toelaat, dus afhankelijk van de hoeveelheid energie die in het accupack opgeslagen is, ofwel 2) werken gedurende een vaste door de gebruiker ingestelde tijdsperiode, zoals bvb één uur. Na een sessie onder Maximum tijd zal altijd het bericht “Accu opladen” verschijnen na de maaisessie en na een sessie met een vast ingestelde tijd zal altijd het bericht “Tijd op” verschijnen. Na één van deze scenario’s moet u de Robomow zo vlug mogelijk weghalen en aan de lader aansluiten, het liefst binnen 6 uur na het beëindigen van de actie.
Hoofdstuk 7
49
Het “Accu Opladen” niveau heeft een hogere prioriteit bij het energiebeheer systeem dan “Tijd op” om de voor de hand liggende reden dat de spanning van het accupack dan lager is. Daarom zal de Robomow na het verschijnen van de boodschap “Accu opladen” elke 30 seconden gedurende de volgende 20 minuten een bromgeluid produceren om uw aandacht te trekken op het feit dat de maaisessie beëindigd is en dat de lader nu op de Robomow aangesloten moet worden. Als de Robomow niet binnen 21 uur aan een lader aangesloten wordt zal hij een feller alarmsignaal uitzenden. Als de lader nog steeds niet aangesloten is na deze alarm serie, dan zal de maaier in een “diepe slaap” modus gaan om energie te sparen. Als de Robomow zich in deze “diepe slaap” modus bevindt, dan moet u het accupack verwijderen en het pas na 10 seconden terugplaatsen om de Robomow te laten ontwaken. Het is zo dat, als de maaier dit niveau van ontlading bereikt en de lader niet snel aangesloten wordt, u riskeert dat het accupack duidelijk minder zal gaan presteren en ook minder lang zal meegaan.
Gelijksoortige alarmsignalen zullen aangeven dat de lader aangesloten moet worden, als dat na een bepaalde tijd niet gebeurd is en als de maaier ingesteld is met vaste werktijden. Tenslotte zal, bij het loskoppelen van de lader, zelfs na de boodschap volledig opgeladen, het alarmsysteem in werking treden en u eraan herinneren de lader aangesloten te laten tot de volgende maaibeurt.
5.5 Winteropslag
Laad het accupack eerst volledig op en sla het dan apart van de Robomow op in een droge koele ruimte waar de temperatuur niet onder de -20° Celsius (-4°F) daalt. (Dus niet meer dan 20° Celsius onder het vriespunt). Laad het accupack na elke drie maanden weer op zolang het in de opslag blijft.
Belangrijk! Voor meer details aangaande winteropslag, kijk naar sectie 9.8.
50
Hoofdstuk 6
Instellingen en
verdere eigenschappen
6.1 Gebruiker opties
Als u de handbediening uit haar houder neemt zal de in het LCD-scherm getoonde tekst veranderen naar het menu voor handbediening, zoals te zien in Figuur 6.1.
Druk één keer “GO” in en u krijgt het volgende scherm, Uw voorkeur”. Figuur 6.2.
Met de pijltjes “Op en Neer kunt u door de menu onderwerpen scrollen, zoals te zien in figuur 6.2.
Figuur 6.1
Figuur 6.2
De “GO” knop wordt gebruikt om verschillende menu opties of instellingen te kiezen of te bevestigen. Door op de “GO” knop te drukken kiest of bevestigt u over het algemeen wat getoond is op de tweede lijn van de tekstboodschap in het LCD-scherm. Er zijn verschillende instellingen waarbij de bediener veranderingen kan aanbrengen of eigenschappen die hij aan of uit kan zetten. Druk op de “C” knop en u bent weer in het hoofdmenu. De volgende menu opties zijn ter beschikking van de gebruiker en kunnen naar wens veranderd worden: (niet alle opties zijn bij alle modellen beschikbaar).
Handmatig
Uw opties
Uw voorkeur
Druk GO
Informatie
Druk GO
Dok opties
Druk GO
Kind.beveil
Druk GO
Veiligheidstests
Druk GO
Onderhoud
Druk GO
Niet toegankelijk voor de gebruiker – paswoord noodzakelijk.
51
6.2 Gebruiker voorkeuren
Druk “GO” om het menu te zien met de gebruiker voorkeuren, beginnend bij “Geluid”, Figuur 6.3. Door de “Op en Neer “ pijltjestoetsen kunt u door deze menu onderwerpen scrollen. Door “GO” in te drukken komt u bij de verschillende voorkeuren. Figuur 6.3.
6.2.1 Geluid
Uw voorkeur Geluid aan
Druk GO
Druk GO
Draadpositie aan
Druk GO
Maaien aan
Druk GO
Taal
Druk GO
Breed scan uit
Druk GO
Leer rand Druk GO
Stel std. Rand in
Druk GO
Zet dok aan Druk GO
Druk GO
Voorkeur gebruiker
Druk GO
Druk GO
Werktijd
Figuur 6.3
Anti dief uit
Hiermee kan de gebruiker bedieningsgeluiden die niet aan veiligheid verbonden zijn uitschakelen.
6.2.2 Positie van de draad
Hiermee kan de gebruiker de plaatsing van de draad testen in ‘Rand’ modus terwijl de maaimotoren uitgeschakeld zijn zodat beschadiging van de perimeter draad vermeden wordt.
6.2.3 Taal
Hiermee kan de gebruiker de LCD-tekst in verschillende taalversies bekijken.
52
6.2.4 Werktijd
Geeft de gebruiker de optie om de werkingstijd in te stellen van de standaardinstelling “MAX” of tijden vanaf 20 minuten tot 2 uur. Figuur 6.4. Deze optie is beschikbaar tot 4 verschillende zones, Dock zone, zone B, C of D. Omdat er 4 zones beschikbaar zijn kan de werkingstijd ingesteld worden voor meerdere zones van onderling verschillende grootte die niet dezelfde maaitijd vereisen.
Dok zone: MAX
Druk GO
Scroll om andere zones te kiezen.
Figuur 6.4
Dok zone: 2:00
Druk GO
Scroll om andere werktijden te
kiez n vanaf 20 minuten
en. Tijde
tot 2 uur of “MAX”
6.2.5 Breed scan
Breed scan verleent de Robomow een secundaire navigatietechniek die zeer gunstig kan zijn voor bepaalde gazons. Breed scan vergroot de afstand tussen de opeenvolgende maaibanen na elke beweging weg van de perimeterdraad. Als het lijkt alsof de Robomow steeds heen en weer rijdt langs hetzelfde pad, activeert u breed scan.
6.2.6 Leer rand
Deze menu optie wordt alleen gebruikt als de Robomow zich in een zone bevindt waar geen laadstation aanwezig is (dus een “niet-laden zone”). De standaard afstand bij rand maaien is ongeveer 1.5 tot 2 rondjes rond de perimeter. Deze eigenschap laat de gebruiker nu toe om aan de Robomow voor elke werkzone aan te leren over welke afstand hij de rand moet maaien, zoals bijv. één keer volledig rond. De Robomow zal deze afstanden onthouden tot hem een andere afstand aangeleerd wordt of tot de bij de fabriek ingestelde instellingen voor rand maaien gekozen worden. Leer rand dient te gebeuren terwijl de handbediening zich in haar houder bevindt en gelijk met de bovenrand van de maaier is. “Leer rand” geeft u de mogelijkheid de afstand rond de rand aan uw Robomow te leren. Zie figuur 6.5.
Plaats de Robomow om rand maaien te starten. Doe de handbediening in de houder.
Volg de stappen die in Figuur 6.5 beschreven zijn en begin het proces.
“Leer Rand” is specifiek voor elke zone, kijk dus goed na of u de correcte zone geselecteerd
hebt waarvoor u het rand maaien aan de Robomow wil leren.
Zone B: MAX
Druk GO
Uw opties
Druk GO
Uw voorkeur
Druk GO
Leer rand
Druk GO
Leer Zone B
Leren: druk GO
Leert Rand
Leert rand
Set: Druk stop
Gebruik de “Op”
de volgende tekstboodschap te scrollen.
en “Neer” pijltjes toetsen om naar
Druk ”GO” in
Druk ”GO” in en scroll naar de optie “Leer Rand”.
Druk ”GO” in
Bij het op en neer scrollen zult u verschillende zones zien indien er reeds een tijd voor ingesteld is.
Volg de maaier terwijl hij rond de perimeter rijdt en druk de “Stop” knop in wanneer de gewenste afstand bereikt is.
Druk ”GO” in
Figuur 6.5
53
6.2.7 Stel Std. Rand in
Door Standaard rand te selecteren herstelt u de in de fabriek ingestelde randafstand voor de geselecteerde specifieke zone. .
6.2.8 Zet “Dok” aan
Deze optie moet “aan” gezet worden bij gebruik van het laadstation zodat de gebruiker de “laadstation” opties kan gebruiken. Als het “uit” staat zijn de “laadstation” menu”s verborgen.
6.2.9 Messen vervangen
Kies deze optie na het vervangen van de messen zodat de teller terug naar nul gaat. Na 200 werkuren krijgt u een herinnering te zien op het schermpje om de messen te vervangen. Messen vervangen is heel makkelijk, kijk naar sectie 9.2.
6.2.10 Anti-dief
Het antidiefstal systeem levert de gebruiker een uitschakelingsfunctie die iedereen zal verhinderen de Robomow te gebruiken tenzij ze een geldige toegangscode bezitten. U wordt gevraagd een code van 4 cijfers naar keuze in te voeren om als uw persoonlijke veiligheidscode te gebruiken. Gebruik de bladerpijlen om elke cijferpositie te wijzigen in een ander cijfer en druk op “GO” om naar het volgende te selecteren cijfer te gaan. In Hoofdstuk 8 van deze handleiding vindt u een plaats om uw persoonlijke veiligheidscode te noteren. Vergeet niet uw code te noteren voor toekomstige referentie.
Anti dief
Druk GO
Druk GO
Anti dief uit
Druk GO
Verander Paswoord
Druk GO
Figuur 6.6
54
6.3 Informatie
(
)
p
p
p
(g
Door ‘GO’ in te drukken bij ‘Informatie’ kan u in het schermpje scrollen tussen de volgende menus (Figuur 6.7):
Totale tijd
Press GO
Werktijd accu
Druk GO
Accu spanning
Druk GO
Temperatuur
Druk GO
Main Board
Druk GO
Geeft het totaal aantal werk­uren van de maaier aan
Geeft de laatste acculooptijd
Aan
tot “laad accu” verschijnt
Geeft de huidige spanning weer van het accu
ack
Geeft de temperatuur binnenin de Robomow weer
Geeft het versienummer van het moederbord weer
Software versie
Druk GO
Geeft weer met welke software deze maaier werkt
Laadspanning
Druk GO
Geeft de laads
anning weer
Laadtemp.
Druk GO
Geeft de laadtem
eratuur weer
emeten op het moederbord)
Reden gestopt
Druk GO
Geeft de reden van de laatste stop weer met een nummer
Figuur 6.7
Informatie menu
55
6.4 Dok opties (alleen voor laadstation)
“GO”
Druk “GO” bij de “laad opties”, dan zal het scherm u toelaten te scrollen tussen volgende menu”s (Figuur 6.6):
Dok opties Druk Go
Druk
Weekprogramma
Druk GO
Tijd: Ma 10:35
Druk GO
Ingangs puntn
Druk GO
Autom. start on
Druk GO
Sla vlg. St. over.
Druk GO
Figuur 6.8
Voor meer details over keuzes en instellingen van “Tijd” en “Weekprogramma”, zie hoofdstuk 4.1 en 4.2.
6.4.1 Ingangspunten
Ingangspunten” zijn de punten waar de maaier de rand verlaat en zich naar het gazon keert om het binnenste gebied te maaien. Om bij het maaien te zorgen voor een betere dekking van het gehele veld, beschikt de maaier als standaard over drie verschillende ingangspunten. De optie “Ingangs punten” laat toe anderen ingangspunten in te stellen dan deze die door de fabriek voorzien zijn.
Onder het tekstbericht “Ingangs punten” kunt u de volgende drie opties vinden (figuur 6.9):
Ingangs puntn on
Druk Go
Druk “GO”
Stel ing pnt. in Leren: druk GO
Terug gewoon
Druk GO
Ingangs puntn aan
Druk GO
Figuur 6.9
Stel ingangspunten in
U kunt tot vier ingangspunten instellen met het laadstation inbegrepen. Dat is altijd bepaald als ingangspunt nummer één en dat kan niet veranderd worden. Plaats de maaier in het laadstation met de handbediening op haar plaats en volg onderstaande stappen (Figuur 6.10) om de ingangspunten in te stellen:
56
Één van volgende berichten verschijnt Wanneer de maaier in het laadstation is.
11:28 Druk GO
Handmatig start
Dok opties
Weekprogramma Druk GO
Ingangs punten Druk GO
Stel ing. pnt. In Leren: druk GO
Ingang 1: Dokken
Druk GO v. vlg.
Geef 2 van 4 Druk GO to set
Geef 3 van 4
Druk GO to set
Geef 4 van 4 Druk GO to set
Ingangspunten instellen
Figuur 6.10
Terug naar gewoon
Druk het “neer” pijltje.
Druk GO
Scroll tot “ingangspunten” getoond wordt.
Druk GO
Druk GO
Druk “GO” – maaier zal starten en perimeter volgen
Volg de maaier en druk “GO” op het punt dat u wil instellen.
Druk “GO” voor nog andere Vertrekpunten of laat de maaier de rand afwerken.
Door “Terug gewoon” te kiezen herstelt u de bij de fabriek ingestelde ingangspunten – er is geen afstand meer in het geheugen opgeslagen en de maaier moet minstens één keer helemaal rond de rand voordat hij de standaard 30% en 60% percentages van de perimeter als ingangspunten zal nemen. Volg de stappen die beschreven zijn in Figuur 6.7 om deze optie in te stellen.
Ingangs punten – aan/uit
Laat de gebruiker toe de ingangspunten niet te gebruiken. Als de “Ingangs puntn” op “uit” staan zal de maaier altijd het gazon waar het laadstation staat gaan maaien. Volg de stappen die beschreven zijn in Figuur 6.7 om deze optie in te stellen.
6.4.2 Automatische start
De gebruiker kan het weekprogramma uitschakelen door het “Autom. start ” op “uit” te zetten.
57
6.4.2 Sla de volgende start over
Laat de gebruiker toe het volgende geprogrammeerde vertrek over te slaan.
Er zijn twee mogelijkheden om deze optie te activeren:
1. Afkorting – druk eerst op de “C” toets wanneer de maaier in het laadstation is zodat het volgende tekstbericht op het scherm verschijnt:
Figuur 6.11
Sla vlg over aan
Bevestig
Druk dan op “GO” om het overslaan te bevestigen.
2. Scroll onder “Dok opties” menu naar “Sla volgende start over” en druk op “GO” om de optie in te stellen (zie Sectie 6.4).
Nadat u de “sla volgende start over” optie op “aan” gezet hebt zal de maaier de volgende starttijd laten zien, na degene die u hem hebt doen overslaan.
6.5 Kind.beveil
Kind.beveil is een functie die indien geactiveerd het gebruik door jonge kinderen en andere niet bevoegde personen zal helpen voorkomen. Deze functie verhindert de werking zonder een juiste code, maar het is een veel eenvoudigere code en bedoeld als middel om de werking te verhinderen door diegenen die niet bekend zijn met of niet geschikt zijn om te werken met de Robomow. De sleutelvolgorde om deze beveiliging ongedaan te maken is dezelfde voor alle Robomows, druk op de pijltoets “naar boven” en dan op de toets “C” om de controles te annuleren. Een minuut van inactiviteit zal de toetsen opnieuw vergrendelen.
6.6 Veiligheidstests
Wanneer geselecteerd, kunt u met de functie veiligheidstests de primaire veiligheidsfuncties testen van de Robomow: 1) voorste en achterste bumpers, 2) hefsensor en 3) knoppen handbediening. Volg de aanwijzingen op de menu’s voor het testen. Gebruik de Robomow nooit met een slecht werkend veiligheidssysteem of functie. Probeer een veiligheidsvoorziening of systeem nooit uit te schakelen of te omzeilen.Neem contact op met een erkende reparatiedienst van Friendly Robotics voor herstelling van of voor informatie betreffende een veiligheidssysteem of voorziening.
58
Hoofdstuk 7
Tekstberichten en probleemoplossing
7.1 Berichten
De Robomow is uitgerust met een geavanceerd controlesysteem dat u zal informeren in de vorm van een tekstbericht in het LCD-scherm als er zich veel voorkomende fouten voordoen. Bovendien zullen er tekstberichten weergegeven worden die bedoeld zijn als een aanwijzing voor de gebruiker om een bepaalde functie of actie uit te voeren. Als de Robomow een verwachte werking niet beëindigd heeft en gestopt is op het gazon, zal een tekstbericht weergegeven worden met de reden van de stopzetting. Als het LCD-scherm leeg is, zal door eenmaal te drukken op de knop “GO” de Robomow ontwaken en de laatste foutmelding of bericht dat weergegeven werd voor de stopzetting zal worden weergegeven.
Hoewel het onmogelijk is om elke omstandigheid op te sommen die zal resulteren in de weergave van een bericht, worden de meest voorkomende redenen voor een bepaald bericht in de tabel hieronder vermeld. Na deze tabel, in deel 7.2, vindt u bijkomende problemen waarbij geen tekstbericht wordt weergegeven in het LCD-scherm. Bij problemen die niet opgelost kunnen worden d.m.v. deze tabellen, gelieve contact op te nemen met uw monteur.
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
- Bumper ingedrukt tijdens opwarmen.
- Bumper ingedrukt gedurende >2 sec tijdens manueel maaien.
Geblokkeerd pad
- Bumper ingedrukt bij vertrek uit het laadstation.
- Bumper ingedrukt wanneer de maaier naar het gazon toe draait om het binnenste veld te maaien.
Kalibreren noodzakelijk. - Verschijnt alleen bij het eerste gebruik.
Laadprobleem - Het laadproces werkt niet - Neem contact op met uw monteur
- De maaimotoren hebben te lang aan overspanning blootgestaan of er zit iets vast of rond de messen gedraaid.
- Iets verhindert het maaimes om vrij te
Contr. maaihoogte
Kijk perimeterschakelaar
na
Kijk voeding na
roteren. Ernstige grasophoping onder het maaidek, touw of gelijksoortig materiaal rond maaimes gedraaid.
- object geklemd onder Robomow waardoor maaimes niet kan roteren.
- De maaier probeert te vertrekken vanuit het laadstation en de perimeterschakelaar reageert niet.
- Er is een onderbreking van de perimeterdraad ontdekt bij het vertrekken.
- Voeding of Acculader is niet goed aangesloten op de netspanning.
- De laadstekker zit niet goed in het laadcontact van de maaier
- Het laadproces is gestopt wegens een tijdelijke stroomonderbreking
- Geen stroom in toevoer of stroom afgesloten.
Corrigerende/ gebruikersactie
- Verwijder de maaier van het obstakel dat de bumper indrukt.
- Rij de maaier handmatig weg van het obstakel.
- Volg de opdrachten op het LCD-scherm om de maaier te kalibreren.
- WAARSCHUWING voordat de Robomow wordt opgetild.
- Controleer de maaimessen op vreemde objecten of afval.
- Verwijder opgehoopte grasresten met een houten stok.
- Zet de perimeterschakelaar aan en kijk na of er een waarschuwing is voor een draadonderbreking.
- Verwijder de accu
- Maak de laadstekker los van de maaier,
kijk na of de stekker goed in het stopcontact van de netvoeding zit doe de laadstekker terug in de maaier zodat er terug bijgeladen wordt.
- Zorg dat er weer stroom is in het
stopcontact.
Aanleg probleem
- Er wordt niet bijgeladen, maar er is toch fysisch contact tussen de maaier en de contacten van het laadstation. (de maaier bevindt zich bij de ingang van het laadstation)
- De maaier bereikt het laadstation niet binnen de limieten van tijd en afstand.
- Zet de perimeterschakelaar aan.
- Kijk na of er een goede verbinding is tussen de draden en de contacten van het laadstation.
- Kijk de laadzekering van 5A na (verwijder het plastic dekseltje onder de handbediening)
- Kijk na of de maaier werkt in een gazon met laadstation.
- Kijk na of de maaier niet doorslipt of vastzit op weg naar het laadstation.
59
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Aandr. overbelast koelt af, wacht
Rij probleem - Interne fout - Neem contact op met uw monteur
Bumper vooraan/achteraan los GEVAAR – Probeer NOOIT deze
veiligheid uit te schakelen indien u het probleem niet kan oplossen. Neem contact op met uw monteur voor herstelling voordat u de machine gebruikt.
Bumper vooraan/ achteraan ingedrukt
GEVAAR – Probeer NOOIT deze veiligheid uit te schakelen indien u het probleem niet kan oplossen. Neem contact op met uw monteur voor herstelling alvorens de machine nog te gebruiken
Voorwiel probl GEVAAR – Probeer NOOIT deze veiligheid uit te schakelen indien u het probleem niet kan oplossen. Neem contact op met uw monteur voor herstelling alvorens de machine nog te gebruiken
Hoge temp. Maak lader los
Hoge temp. Wacht….
Blijf laden indien niet in gebruik
Toetsen vast
Lage accu
- De aandrijvingmotoren hebben te lang onder een te grote belasting gewerkt.
- Interne bumper fout - Neem contact op met uw monteur
- De voorste of de achterste bumpers blijven constant ingedrukt.
- Het voorwiel werd gedurende meer dan 8-10 seconden opgetild van de grond..
- Robomow wordt geladen langs de stekker en de omgevingstemperatuur is te hoog (meer dan 70ºC / 158ºF)
- Robomow wordt geladen langs de stekker en de omgevingstemperatuur is te hoog (meer dan 70ºC / 158ºF)
- De boodschap verschijnt telkens wanneer de laadstekker van de maaier losgetrokken wordt.
- De boodschap wordt getoond wanneer de maaier niet werkt en gedurende lange tijd niet aangesloten is aan de lader/laadstation.
- De functie kinderslot werd geactiveerd.
- De maaier zoekt het laadstation maar de accuspanning is te laag om door te gaan met het zoekproces.
Corrigerende/ gebruikersactie
- Wacht tot het bericht “Aandr. overbelast
- Druk GO” wordt weergegeven
- Haal de maaier weg van het voorwerp dat tegen de bumper drukt.
- WAARSCHUWING - Verwijder de accu voordat de Robomow wordt opgetild.
- De Robomow is tegen een verhoogd obstakel gereden waardoor de voorkant opgetild werd. Verwijder het of baken dit gebied af van het maaigebied.
- De Robomow wordt gebruikt op een helling die te steil is voor veilig gebruik. Baken dit gebied af van het maaigebied.
- Het hoge gras verhindert het voorwiel om volledig op de grond te rijden. Stel de maaihoogte hoger in.
- De grond bevat grote kuilen waarin het voorwiel kan vallen. Maak deze kuilen gelijk door ze met grond op te vullen.
- Robomow mag niet bijgeladen worden indien de omgevingstemperatuur hoger is dan 70ºC / 158ºF; Maak de laadstekker los en wacht tot de temperatuur daalt of zet de Robomow waar het koeler is.
- Doe niets, het laden is gestopt en Robomow wacht tot de temperatuur gedaald is tot een acceptabel niveau; indien dat niet gebeurt binnen de 12 uur, dan zal de boodschap veranderen naar ‘Temp te hoog, druk GO’.
- Druk een willekeurige toets in en de boodschap verdwijnt.
- Zend de maaier terug naar het laadstation om te laden, verbind de laadplug of maai verder.
- Druk de pijl omhoog en vervolgens de knop “C”. Het kinderslot kan gedeactiveerd worden onder Uw voorkeur.
- Rij de maaier handmatig naar het laadstation om geladen te worden.
60
Getoond bericht - Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
- Robomow wordt geladen langs de
Lage temp. Stop met laden
Lage temp. Wacht…
Ga van draad weg
Aandr. overbelast koelt af, wacht
Geen signaal
Klaar blijf laden
Laad acccu
Vervang de messen om de 200 uur
Vervang de lamp
Prob. ergns andrs
Stel land in - Verschijnt alleen bij eerste gebruik.
Stel de tijd in
Overgeslagen: Lage accu
Start erg. anders
Thermistor fout
Tijd is op
stekker en de omgevingstemperatuur is te laag (onder 0 ºC / 32 ºF); trek de laadstekker uit de Robomow.
- Robomow wordt geladen langs de stekker en de omgevingstemperatuur is te laag (onder 0 ºC / 32 ºF);
- - De Robomow staat te dicht bij of boven op de perimeterdraad.
- - De aandrijfmotoren hebben te lang onder een grote belasting gewerkt.
- De perimeterschakelaar staat niet aan of is niet verbonden met de zone die gemaaid moet worden.
- De accu is volledig opgeladen
- De maximale werktijd is bereikt - Verbind de lader met de maaier
- - Een automatische herinnering om de messen te vervangen verschijnt om de 200 u
- - De ”in-bedrijf”lamp is uitgebrand.
- Mislukking kalibratie door magnetische storing dichtbij.
- Verschijnt telkens wanneer het accupack uit de maaier genomen wordt. (reset operatie)
- Robomow heeft het laatste vertrek overgeslagen door lage accuspanning
- Een ongekende fout heeft zich voorgedaan en de hulp van een operator is vereist.
- De wielmotoren hebben onder zware belasting gewerkt.
- Kapotte/losgeraakte thermistors (bescherming tegen oververhitting)
- De voor die zone ingestelde werktijd is bereikt
- Corrigerende/ gebruikersactie
- Robomow mag niet laden indien de omgevingstemperatuur daalt tot onder 0 ºC / 32 ºF; Trek de laadstekker uit en wacht tot de temperatuur stijgt of breng de Robomow naar een warmere plek.
- Doe niets, het laden is gestopt en Robomow wacht tot de temperatuur weer binnen de toegelaten limieten is; indien de temperatuur meer dan 12 uur buiten die limieten blijft, dan verandert de boodschap in ‘Lage temp. Druk GO’.
- Verplaats de Robomow 1,5 - 3 m weg van de perimeterdraad en start opnieuw.
- Wacht tot het bericht “Aandr. overbelast - Druk GO” wordt weergegeven
- Zorg ervoor dat de perimeterschakelaar verbonden is met de correcte zone en dat hij aan staat.
- Hou de lader (netvoeding) verbonden en in werking
- Vervang de messen en reset de teller voor het vervangen van de messen door de optie ‘Messen vervangen - verwijder herinnering’ te kiezen onder het ‘Gebruiker voorkeur’ menu.
- Bevestig de boodschap en vervang de ”in-bedrijf”lamp zo snel mogelijk
- Verplaats de Robomow 3-4 m van dit punt en probeer opnieuw te kalibreren.
- Volg de aanwijzingen en stel het land in
- Stel de juiste tijd in (dag en uur)
- Kijk na of er genoeg tijd is tussen twee opeenvolgende vertrekken zodat de accu kan geladen worden vóór het geprogrammeerde vertrek (minstens 16 uur tussen de activiteiten)
- Rij de Robomow handmatig weg van dit gebied en voer de opdracht opnieuw uit.
- Kijk na of de maaier niet vastzit en laat de wielen vrij doorslippen.
- Neem contact op met uw monteur.
- Sluit de lader aan indien het maaien voor die dag afgewerkt is.
61
7.2 Andere werkingsproblemen of fouten.
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
- Telkens de maaier niet vertrekt op het geprogrammeerde tijdstip wordt dit opgeslagen in het ‘Wekelijks Programma Display’ (kijk sectie 4.4 voor details)
- Ga na of de tijd in de maaier
Robomow verlaat het laadstation niet om te maaien op het tijdspunt dat geprogrammeerd is in het weekprogramma.
Robomow bereikte het laadstation met zijn contacten boven de contacten van het laadstation.
Robomow voelt de contacten van het laadstation niet en/of “voorwielprobleem” verschijnt wanneer de maaier in het laadstation is.
De Robomow werkt in de zone met het laadstation maar is gestopt met de boodschap “Laad accu” of “tijd is op”.
Robomow zoekt naar het laadstation in een zone waar geen laadstation aanwezig is.
Robomow maakt de rand niet af in een zone met laadstation.
correct ingesteld is. (dag en uur)
- Lage accu spanning
- “Auto vertrek” staat “af” (“Manueel vertrek” verschijnt wanneer de Robomow in het laadstation is)
- Er is een hoogteverschil tussen de basis van het laadstation en het grondoppervlak aan de ingang van het laadstation.
- De transformator/lader is niet aangesloten aan het voedingsnet.
- Geen stroom bij de aansluiting of het voedingsnet is afgesloten.
- Aan het laadstation en/of de Robomow zijn er tekens van verbranding en/of corrosie.
- Slecht of geen contact tussen de draden van het laadstation (rood en groen) en de contacten.
- De Robomow werd opgestart vanuit het gazon (en niet vanuit het laadstation) toen het scherm “Zone B” toonde.
- De Robomow werd opgestart vanuit het gazon in “Maaien” (zonder “Rand”) toen het schermpje “Laadzone” toonde.
- Robomow heeft een klein stukje van de rand afgelegd en behoudt dat in geheugen.
Corrigerende/ gebruikersactie
- Stel de tijd in (Zie alinea 4.1)
- Ga na of er gedurende minimaal 16 uur in het laadstation bijgeladen wordt vóór het volgende geprogrammeerde vertrek.
- Verander de instelling van “Auto vertrek” naar “aan” (zie alinea 6.3)
- Zorg ervoor dat het grondoppervlak vóór het laadstation gelijk ligt met de basis van het laadstation – vul desnoods die zone aan met grond en maak alles vlak.
- Ga na of de transformator aangesloten is aan het voedingsnet.
- Kijk na of het voedingsnet stroom heeft door een andere verbruiker aan te sluiten.
- Schakel het voedingsnet aan.
- Neem het deksel weg van het laadstation door de schroeven los te draaien en kijk de verbinding van de stroomkabel (zwart) en de draadverbinding (groen) na.
- Ga na of het “ON” lampje knippert in het laadstation wanneer u de groene knop aanklikt. (ON)
- Reinig regelmatig de contacten van het laadstation en de Robomow met alleen maar een vochtig doekje.
- Neem contact op met uw monteur indien de contacten vervangen moeten worden.
- Ga na of er goed contact is in de aansluitingen (uiteinden van de rode en groene draden) en de contacten van het laadstation.
- Indien u de Robomow vanuit het gazon laat vertrekken, ga dan na of het scherm “Laad zone” toont.
- Wanneer u de Robomow laat vertrekken vanuit een zone zonder laadstation, ga dan na of het display “Zone B” toont of start met de operatie vanuit “Rand” modus.
- Kies “terug naar standaard instellingen” onder het menu “Ingangspunten” (de gememoriseerde rand afstand zal uit het geheugen gewist worden)
62
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
- Draad losgemaakt van de schakelaar
“Draad doorgeknipt”
indicator knippert op de
perimeter schakelaar.
“Vervang batterij” indicator
knippert op de
perimeterschakelaar.
De perimeterschakelaar wordt
niet geactiveerd wanneer hij
aangezet wordt.
De Robomow wil niet werken
en er wordt niets
weergegeven op het LCD-
scherm.
- Perimeter draad doorgesneden
- Slechte verbindingen
- Zwakke batterijen
- Draad is slecht verbonden (kijk na of het ‘Draad doorgesneden’ lampje’ één keer pinkt wanneer de perimeterschakelaar aangezet wordt).
- Ineen gedraaide draden of een schroefklem met isoleertape errond is geen bevredigende verbinding. Bodemvocht laat de draden oxyderen en na een tijdje resulteert dat in een onderbroken stroomkring.
- Perimeter draad is te lang voor één zone
- -De batterijen zijn volledig ontladen.
- - De batterijen zijn geïnstalleerd met de verkeerde polariteitpositie.
- De perimeterschakelaar is niet verticaal geïnstalleerd en is blootgesteld aan water/regen.
- De Robomow is in een diepe slaap.
- De accu werd ontladen door een gebrek aan
oplaadonderhoud.
Corrigerende/ gebruikersactie
- Ga na of de stekker ingestoken is en of de draden stevig bevestigd zijn.
- Loop langs de perimeterdraad, inclusief de eilanden en de obstakels die door de perimeterdraad geïsoleerd zijn en zoek naar zichtbare sneden of breuken in de draad. Herstel met Robomow draadverbindingen
- Kijk na en herstel alle losse/slechte of geoxideerde verbindingen.
- Installeer nieuwe alkaline C-cell batterijen
- Gebruik de verbindingen die in de doos zitten. Ze zijn waterbestendig en geven een goede verbinding.
- Een maximale perimeter draadlengte van 300 m is aanbevolen. Zones die een langere perimeterdraad vereisen moeten opgedeeld worden in meerdere afzonderlijke zones. Indien de “Draad doorgesneden” indicator één keer knippert als u de perimeterschakelaar aan zet, dan is dat een bevestiging dat de draad te lang is voor één enkele perimeterzone.
- - Installeer nieuwe alkaline C-cel batterijen
- Controleer de correcte plaatsing van de batterijen.
- De water/vochtbescherming van de perimeterschakelaar kan alleen verzekerd worden als hij verticaal geïnstalleerd wordt. Vervang de perimeterschakelaar.
- Indien niet voortdurend aangesloten op de lader, tenzij tijdens het maaien conserveert hij energie door in een diepe slaap te gaan. Haal de accu uit de Robomow en plaats opnieuw na 10 seconden.
- De oplader moet aangesloten blijven op de Robomow wanneer hij niet maait. Als dit niet gebeurt kan de accu beschadigd worden. Neem contact op met uw monteur.
De Robomow rijdt maar de
maaimessen maaien niet.
- “Maaien” werd uitgeschakeld.
- Schakel dit terug in onder “Uw voorkeur”
63
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
- De accu is niet volledig opgeladen.
- “Werktijd” voor die zone is ingesteld om te stoppen na een vooraf ingestelde duur.
Korte looptijd, werkt minder
lang dan normaal.
De Robomow is over de draad
gereden tijdens het werken
WAARSCHUWING
De Robomow is ontworpen om
binnen een actieve perimeter van uw
gazon te blijven indien hij goed
geïnstalleerd is. Indien het toch
gebeurt dat de maaier over de draad
rijdt, maai dan NIET meer voordat
het probleem opgelost is. Indien
aanpassing van de plaatsing van de
perimeterdraad het probleem niet
oplost, neem dan contact op met uw
monteur.
De Robomow “in-bedrijf”lamp
knippert één keer wanneer u
het accupack in de maaier
doet, maar er verschijnt geen
boodschap in het LCD-
scherm.
Grote stukken gras zijn niet
gemaaid nadat de Robomow
gereed is met maaien.
De bumper wordt niet geactiveerd wanneer een obstakel geraakt wordt.
- Het gras is veel te hoog of zeer nat.
- De accu heeft het einde van een normale levensduur bereikt.
- De handbediening zit niet volledig in de houder en vlak met de bovenzijde van de maaier, waardoor ze soms opwipt en de maaier stopt .
- Verkeerde installatie van de perimeter draad OF aanliggende zone (op minder dan 4 meter) is tegelijkertijd actief.
- De zekering van het accupack is niet geïnstalleerd.
- Het accupack was niet volledig opgeladen.
- De “Werktijd” is niet voldoende voor de grootte van de zone.
- Het accupack is dicht bij het einde van haar levensduur
- Het gras is veel te hoog of zeer nat.
- De accucapaciteit is verminderd door slecht onderhoud.
- Het obstakel is minder dan 15 cm hoog, is niet stijf genoeg of staat in een hoek t.o.v. de grond zodat een goed contact met het buitenste oppervlak van de bumper verhinderd wordt.
Corrigerende/ gebruikersactie
Sluit de oplader aan de Robomow aan en houd aangesloten tot het bericht “Gereed ­Blijf laden” op het LCD-scherm verschijnt.
Werktijd kan gewijzigd worden onder “Uw voorkeur”
Stel de maaihoogte hoger in. Maai het gras regelmatig om te verhinderen dat het te hoog wordt. Maai liefst geen nat gras.
Vervang de accu. Onderhoud de accu op de juiste wijze volgens de instructies.
Kijk na of de gekrulde draad volledig in de houder zit onder de handbediening en of de handbediening gelijk ligt met de bovenzijde van de maaier.
Kijk naar de regels voor installatie van de perimeterdraad, speciaal voor de hoeken. Laat geen aangrenzende zones tegelijkertijd werken indien ze minder dan 4 meter van elkaar verwijderd zijn.
Installeer de zekering van het accupack
Sluit de oplader aan de Robomow aan en houd aangesloten tot het bericht “Gereed ­Blijf laden” op het LCD-scherm verschijnt. Verhoog de “Werktijd” onder “Uw voorkeur” OF stel de “Werktijd” in op MAX
Vervang de accu en volg de onderhoudsinstructies in de handleiding Stel de maaihoogte hoger in. Maai het gras regelmatig om te verhinderen dat het te hoog wordt. Maai liefst geen nat gras.
Vervang de accu en volg de onderhoudsinstructies in de handleiding
- Verwijder het obstakel
- Doe een draad rond het obstakel (Zie hoofdstuk 1.8)
- Ban het uit het maaigebied met de perimeterdraad
64
Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis
Lage bodemvrijheid Zet de bodemvrijheid zo hoog mogelijk
De Robomow rijdt zichzelf
regelmatig vast wanneer
hij zich beweegt over
onregelmatig terrein.
Terrein moet geëgaliseerd worden
Maaihoogte te kort Zet de maaihoogte hoger
Corrigerende/ gebruikersactie
Vul alle gaten op, bedek of isoleer alle
blootliggende wortels enz. om het
terrein vlak te maken.
De Robomow werkt de
rand niet helemaal af
De veiligheidslamp
knippert niet wanneer de
messen werken
Het LCD-scherm toont
tekst in een vreemde taal.
Obstakel langs de perimeterdraad
Speciale vorm van de perimeter
Lamp stuk Vervang de veiligheidslamp
De taalinstelling is veranderd of
verkeerd ingesteld
Volg het hele rand maaien en kijk of er
geen obstakels zijn.
Bij RL500 & RL550: start met rand
maaien vanaf de tegenoverliggende
zijde van het gazon. Neem contact op
met uw monteur indien dat niet helpt.
Bij RL800 & RL850, voer de functie
Leer Rand” uit.
Neem de handbediening en volg de hierna komende lijst:
1. Druk knop “C” in
2. Druk de GO” knop tweemaal in
3. Druk “Neer” pijl tweemaal in
4. Druk “GO” knop éénmaal in
5. Gebruik de pijl om naar de juiste taal te scrollen.
6. Druk “GO” in om deze keuze te bevestigen.
65
Hoofdstuk 8
Specificaties
Boven
Afmetingen
89cm l x 66.5cm b x 31.5cm h (35” x 26” x 12.5”)
Gewicht
22.6kg Unit + 12.6kg accu pack
Geluid niveau
< 85 db (A)
Maaibreedte
3 Messen en een totale maaibreedte van 56cm (21”) Maait 1.5cm buiten de wielen
Maaihoogte
6 instellingen vooraan en 2 achteraan Mes voor lang gras: 44-81mm (1.75”-3.25”) (Std. in usa) Mes voor kort gras: 26-63mm (1”-2.5”) (Std. in europa)
Toerental van de mesmotor
5800 omw/min
Vergelijkbare maaiprestatie*
Mulch loopmaaier met 5 pk benzinemotor
Anti Diefstal Code
Vul de 4-cijferige code in die u
gekozen hebt voor het Anti Diefstal
Systeem. Zo hebt u altijd een
mogelijkheid uw code op te diepen
als u deze vergeten heeft.
____ ____ ____ ____
Robomow Serie Nummer
* Naast elkaar vergeleken
Onder
Voor
Achter
Zijkant
66
Hoofdstuk 9
Onderhoud en stalling
Aanbevolen onderhoud schema
Onderhoud
Interval
Kijk na of het maaidek vrij is van grassnippers of vuil en reinig het
Bij elk gebruik
indien nodig, vooral wanneer u nat en vochtig gras maait (kijk naar hoofdstuk 9.1)
Laad het accu pak na elk gebruik weer op.
Onderhoudsprocedure
Na 50 werkuren
Na 150 – 200
Werkuren
9.1 Maaidek
De onderkant van het maaidek moet geïnspecteerd worden, en indien nodig gereinigd worden, tussen de maaibeurten in. De Robomow is een functionele mulching maaier en daarom kunnen zich grasresten ophopen onder het maaidek, vooral bij het maaien van nat en vochtig gras. Figuur 9.2
WAARSCHUWING!
Het grootste gedeelte van de grasophoping kan verwijderd worden met een klein houten stokje of een gelijksoortig klein object. Verwijder de opgestapelde grasresten voorzichtig vanonder het maaidek. Verwijder eventueel de maaimessen om een betere toegang te krijgen tot de maaikamers om ze te reinigen. Leg de Robomow niet ondersteboven, zo kan de handbediening beschadigd geraken. Laat de Robomow tegen een ander oppervlak steunen om toegang te krijgen tot het maaidek.
Gebruik NOOIT een waterslang of een ander type vloeistofspuit om de onderkant van de Robomow te reinigen. Zo kunnen onderdelen beschadigd geraken. Gebruik alleen een vochtige of natte doek om het oppervlak schoon te vegen na het afschrapen.
!
Verwijder het accu pak en kijk dan of de messen beschadigd zijn.
(kijk naar hoofdstuk 9.2)
Vervang de messen; vervang ze sneller indien de snede snel bot
wordt in ruwe of zandige terreinen (zie Figuur 9.2). Denk erom de automatische berichtgever voor het vervangen van
de messen weer terug op te starten na elke vervanging van de messen (kijk naar hoofdstuk 9.2)
U kunt ernstig verwond raken. Verwijder de accu voordat de Robomow wordt opgetild. De maaimessen zijn zeer scherp en kunnen ernstige snij­wonden of rijtwonden veroorzaken. Gebruik stevige werkhandschoenen als u met of in de buurt van de messen werkt. Gebruik nooit een beschadigd of gebroken maaimes. Gebruik alleen scherpe maaimessen.
9.2 Maaimessen
De maaimessen van de Robomow moeten tussen de maaibeurten in onderzocht worden op schade. Vervang een beschadigd maaimes. Gebruik alleen scherpe maaimessen. Vervang de maaimessen minstens eenmaal per seizoen, zelfs meer als ze erg bot zijn geworden. Het slijpen van de messen wordt niet aanbevolen omdat na het slijpen geen goed evenwicht kan worden verkregen. Zie Figuur 9.1. Robomow heeft een automatisch geheugensteuntje om de messen alle 200 werkuren te vervangen. De boodschap “vervang de messen alle 200 werkuren” zal verschijnen en door de GO toets in te drukken zal de boodschap verdwijnen en kan de Robomow weer werken. Het is aanbevolen bij het vervangen van de messen de teller terug op te starten door in het menu de optie “Messen vervangen” te kiezen onder “Uw voorkeur” en dan de GO toets weer terug in te drukken om de boodschap te verwijderen.
67
p
t
Figuur 9.1
Knijp de clips in en trek Knijp de clips in en trek
WAARSCHUWING! VERWIJDER
ALTIJD HET ACCU PACK
VOORDAT U ONDERHOUD
PLEEGT AAN DE MESSEN
Hier drukken
Om een maaimes te verwijderen, trekt u aan de clips aan elke zijde van de meshouder. Zo verwijdert u het complete mes van de Robomow. Om een maaimes opnieuw te installeren, moet u het over de as met spiebanen schuiven en he aandrukken tot u een harde klik hoort. Dan weet u dat het mes goed vastzit op de as.
Figuur 9.2
Gebruik een houten stok of een gelijksoortig object, verwijder het opeengehoopte gras van deze delen van het maaidek. Verwijder de messen indien nodig voor een betere toegang.
Huls met
iebanen
s
Klemtoetsen
Hier drukken
9.3 Buitenste behuizing
Gebruik alleen een vochtige doek en een droge borstel om de buitenkant van de Robomow te reinigen. Een licht reinigingsmiddel kan gebruikt worden in een wateroplossing, week en wring de doek uit voor de reiniging. Gebruik nooit scherpe of schurende reinigingsmiddelen. Bespuit nooit met een tuinslang of een ander soort vloeistofspuit.
68
9.4 Accu
Volg altijd de instructies voor het onderhoud en opladen van de accu zoals aangegeven in Hoofdstuk 5.
9.5 Het verwijderen van oude accupacks
Belangrijk! Doe geen gebruikte accu’s bij uw huisafval. De accu moet verzameld, gerecycleerd en
verwijderd worden op een milieuvriendelijke manier. Breng het oude accupack naar een recyclage bedrijf dat erkend is voor het recycleren van lood-zuur accu’s.
9.6 Het verbinden van de Perimeterdraad
Indien de perimeterdraad moet verbonden worden, gebruik dan de connectoren die meegeleverd zijn in de doos. Deze zijn waterdicht en geven een betrouwbare elektrische verbinding.
Ineen gedraaide draden of een schroefklem met isolatieband er rond is geen bevredigende draadverbinding, Bodemvocht zal de contactdraden doen oxideren en na een tijdje krijgt u een stroomonderbreking in het circuit.
9.7 Laadstation
Hou de ingang van het laadstation vrij van bladeren, stokken en twijgjes en ander afval dat zich daar ophoopt. Spuit niet met een waterslang rechtstreeks op of in het laadstation. Gebruik een vochtige doek en een borstel om de buitenzijde en het gedeelte onder het laaddeksel waar de contacten zijn, te reinigen.
Wees voorzichtig wanneer u rond het laadstation maait met een motortrimmer. Er kan schade ontstaan aan de buitenzijde en aan de stroomdraad. Behandel alle sporen van vervuiling door insecten met een plaatselijk aanbevolen insecticide. Indien een gedeelte van de stroomdraad beschadigd is, stop dan onmiddellijk het gebruik van het laadstation, trek de draad uit het stopcontact en vervang de voedingsdraad.
9.8 Winteropslag
Accupack
Belangrijke Informatie!
Laad het accupack volledig bij tot het bericht “Klaar, blijf laden” verschijnt en stal het apart van de Robomow, maar zet het niet op de grond maar bvb in een houten rek op een droge plek waar het niet kouder wordt dan -20 ºC (-4ºF). Een volledig geladen accupack mag gedurende drie maanden opgeslagen worden zonder bijladen indien opgeslagen in een koele, droge ruimte. Laad het accupack weer op vóórdat u de Robomow weer gebruikt in het volgende seizoen.
Robomow
Verwijder het accupack van de Robomow en reinig de Robomow. (kijk naar alineas 9.1 en 9.3). Sla de Robomow op in een reine en droge ruimte en dek hem onder ter bescherming. Kijk na of de Robomow op zijn wielen steunt en of de bumpers rondom vrij zijn. Belangrijk! Sla de Robomow nooit op steunend op een bumper of indien er iets tegen de bumpers drukt. Kijk de staat van de messen na; vervang de messen indien nodig (kijk naar sectie 9.2)
Perimeter Schakelaar
Maak de perimeterschakelaar los, verwijder de batterijtjes en sla hem op op een droge plek.
69
Laadstation We bevelen aan het laadstation tijdens de winter te verwijderen.
- Trek de stekker van de voeding uit het net.
- Draai de twee schroeven los die het deksel van het laadstation vasthouden.
- Maak de groene stekker los (tussen de perimeterdraad en het laadstationbord).
- Verwijder de groene stekker van de perimeterdraden en doe een waterbestendige klem over de
twee vrije perimeterdraadeinden om te vermijden dat er roestvorming optreedt terwijl de draden niet aan het station verbonden zijn.
- Verwijder het gehele laadstation en sla het op op een droge plek.
- Sla alle onderdelen op op een droge plek.
Als het niet praktisch is de stroomdraad te verwijderen, trek dan eerst de stekker uit het stopcontact en
verwijder dan de aansluitingen aan het bedieningspaneel van het laadstation. Nadat u de stroomdraden losgemaakt hebt dient elk uiteinde van deze draden beschermd te worden tegen oxidatie gedurende de winter. U kunt op elke draad een Friendly Robotics draadverbinding plaatsen voor bescherming gedurende de winter. Indien u dat niet doet en u gebruikt ook geen andere weerbestendige verbinding, dan kan oxidatie ontstaan. Vergeet niet de connectoren te verwijderen van de perimeterdraadeinden en scherm ze af op dezelfde manier zoals de stroomdraadeinden.
Bij het begin van elk maaiseizoen moet u de laadcontacten van de Robomow en van het laadstation
voorzichtig schoonwrijven met fijn schuurpapier van 200 grit fijnheid of hoger, of met staalwol van “00” of hoger. Daardoor wordt alle oxidatie verwijderd die eventueel is ontstaan en het contact zal weer optimaal zijn. Zie Figuur 9.3.
Vóórdat u weer gaat maaien in het nieuwe seizoen dient u laadstation weer terug op te stellen. (Kijk
naar secties 1.11 tot 1.13)
Reinig voorzichtig deze contacten
bij het begin van elk seizoen, of
vroeger indien nodig.
Reinig voorzichtig deze contacten
bij het begin van elk seizoen, of
vroeger indien nodig.
70
Figuur 9.3 – Het reinigen van de contacten van de maaier en het laadstation.
Hoofdstuk 10
g
Toebehoren
Perimeterschakelaar
Het gemak van een schakelaar voor elke zone zodat u een schakelaar niet telkens van zone naar zone moet verplaatsen.
Pakket draadpinnen (50)
Voor grotere gazons en bijkomende zones.
Perimeterdraad
Voor grotere gazons en bijkomende zones
Accupack
Het comfort van een grotere capaciteit met een tweede accupack
Aansluit/reparatieset
Bevat twee stekkers voor de perimeterschakelaar. Voor bijkomende zones. En drie met siliconen gevulde draadmoeren om de perimeterdraad te herstellen of te splitsen.
Externe snellader
Kan het primaire of het bijkomende accupack in 4 uur buiten de maaier opladen voor snelle service en gebruik.
Set messen
Hou een reserve set messen bij de hand. Scherpe messen zijn belangrijk voor de veili
heid en goede maairesultaten.
71
Volg
Friendly Robotics RL Series Beperkte
Garantie
Friendly Robotics garandeert aan de originele koper dat het “product” uit de RL series vrij van gebreken in materialen en uitvoering is wanneer gebruikt onder normale residentiële* doeleinden voor een periode van 24 maanden, 12 maanden voor de accu’s, beginnende vanaf de datum van aankoop. De productaccessoires, inclusief reserve accu’s, zijn gewaarborgd voor een periode van negentig dagen vanaf de datum van aankoop. Deze garantie omvat de kosten van onderdelen en arbeid om gedekte gebreken te herstellen wanneer uitgevoerd door een herstel- en garantiefaciliteit die erkend is door Friendly Robotics. Voor garantieherstellingen is een geldig bewijs van aankoop vereist. De beperkte garantie omvat geen dekking voor alle voorkomende transportkosten. De eigenaar draagt de verantwoordelijkheid voor de transportkosten naar een service en garantiefaciliteit die erkend is door Friendly Robotics..
*Normale residentiële doeleinden is gedefinieerd als gebruik van het product op hetzelfde perceel als uw primaire woning. Gebruik op meer dan één locatie wordt beschouwd als commercieel gebruik, en deze garantie is dan niet geldig.
Items en omstandigheden die niet gedekt zijn
Deze uitdrukkelijke garantie biedt geen dekking voor het volgende:
Kosten voor serviceonderdelen of procedures voor regelmatig onderhoud, zoals maaimessen of het scherpen van messen
Elk product of onderdeel dat gewijzigd, misbruikt, verkeerd gebruikt werd of vervanging of herstel vereist omwille van ongevallen of gebrek aan juist onderhoud.
Normale slijtage, inclusief het verbleken van verf of plastic onderdelen.
Kosten voor installatie of herinstallatie, verwijdering van installatie of alle kosten of schade verbonden aan een onjuiste installatie of onjuist gebruik van het product.
Elk product dat geopend, hersteld, gewijzigd of veranderd werd door iemand anders dan een hersteldienst erkend door Friendly Robotics.
Herstellingen die nodig zijn omwille van onjuiste accuzorg en/of onjuist oplaadproces zoals opladen in natte omstandigheden, onregelmatige stroomtoevoer, of er niet in slagen de Robomow of de accu juist voor te bereiden voor een periode van niet-gebruik.
Herstellingen die nodig zijn omwille van waterschade, andere dan incidentele blootstelling aan regen, herstellingen omwille van bliksem of andere gevallen van overmacht.
Instructies om de garantieservice te verkrijgen
Als u meent dat uw product van Friendly Robotics een gebrek aan het materiaal of de uitvoering vertoont, neem dan contact op met uw dealer die u het product verkocht heeft.
Verantwoordelijkheden voor de eigenaar
U moet uw Friendly Robotics product onderhouden en ervoor zorgen door de onderhouds- en verzorgingsprocedures te volgen die in de gebruiksaanwijzing beschreven zijn. Routine onderhoud, of het nu uitgevoerd werd door een service provider of door u, is op uw kosten.
Algemene voorwaarden
Een herstelling door een service en hersteldienst die erkend is door Friendly Robotics is uw enige remedie onder deze garantie. Er is geen andere uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie. Alle stilzwijgende garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor gebruik zijn beperkt tot de duur van deze uitdrukkelijke garantie. Friendly Robotics is niet verantwoordelijk voor onrechtstreekse, bijkomstige of gevolgschade in verband met het gebruik van het product van Friendly Robotics gedekt door deze garantie, inclusief alle kosten of uitgaven om een plaatsvervangend product of service te leveren tijdens redelijke periodes van defect of niet gebruik in afwachting van herstellingen onder deze garantie. Sommige landen staan geen uitsluitingen van bijkomstige of gevolgschade toe, of beperkingen op hoe lang een stilzwijgende garantie duurt, bijgevolg zijn de bovenvermelde uitsluiting en beperkingen mogelijk niet van toepassing op u. Deze garantie verleent u specifieke legale rechten, en u hebt mogelijk ook andere rechten die variëren van land tot land.
72
steeds de veiligheidsinstructies opgegeven in deze gebruiksaanwijzing.
www.friendlyrobotics.com
Loading...