De twee bijgevoegde handleidingen zijn bedoeld voor uw Caplio RR30.
Lees dit eerst:
Aan de slag (gedrukte handleiding)
U kunt meteen aan de slag met uw Caplio RR30 aan de hand
van de korte beschrijvingen in dit boekje: ‘Voorbereidingen
treffen’, ‘Opnamen maken’, ‘Beelden weergeven’ en ‘De
camera aansluiten op de pc’.
Lees eerst deze handleiding, voordat u de camera in gebruik neemt.
Lees indi en nodig :
Gebruikershandleiding (deze handleiding).
Hierin wordt uitgelegd hoe u alle functies van de Caplio RR30 kunt gebruiken.
Lee s h et b oe kje een maal helema al d oo r, zod at u de Capl io RR3 0 opt imaal leer t g ebru iken . Da arna ku nt u bepa alde
in fo rm atie alt ij d ap ar t r aa dp le ge n.
Betekenis van gebruikte symbolen
In deze handleiding worden de volgende
symbolen gebruikt:
Belangrijk
Dit symbool duidt op belangrijke
informatie en beperkingen.
Memo
Dit symbool wijst op extra uitleg en
handige tips over de werking van de
camera.
Verklarende wo ordenlijst
Dit symbool wijst op uitleg over een
technische term.
Verwijzing
Dit symbool verwijst naar de
pagina(’s) die op een bepaalde
functie betrekking hebben.
Met ‘pag. xx’ wordt verwezen naar
pagina’s in deze handleiding.
Inhoud
De ze h andleiding en............................. ...................... 2
Betekenis van gebruikte symbolen............................2
Hoofdstuk 1 Gebruik van de camera
Deel 1 Aan de slag
De inhoud van h et pakket cont roler en.......................6
Na men van onderdel en................ ..............................7
Gebruik van de modusdraaiknop...............................8
De batterijen plaatsen................................................ 9
Gebr uik van de n etadap ter .......... ............................ 10
De camera aan- en uitzetten.................................... 11
De datum en tijd instellen.........................................12
De SD Memory Card installeren..............................13
Gebruik van de LCD-monitor...................................14
Schermvoor beel den bij het maken van foto’s.... 14
Het scherm tijdens weergave............................17
• Mo cht er toch iets ontb reken of beschadi gd zi jn, ga dan t er ug naa r de win kel waar u de ca mera h eb t geko c h t.
• Lees het garantiebewijs door en bewaar het op een veilige plaats.
6
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Namen van onderdelen
Voor een goed begrip van de uitleg in deze handleiding is het belangrijk dat u de namen van de
diverse onderdelen goed kent. Bekijk de camera en onderdelen aan de hand van het volgende.
1. Ontspankn o p
2. Aan-uitknop
!Camera
Vo or ka nt
3. Mo du sdraa ikn op
4. Flitser
5. Oog van de automatische
scherpstell ing
6. Zo eke r
7. Klepje van aansluitingen
8. Lens
9. US B- aansl uitin g
10. Video-uitgang
Achterka nt
1. Lampje van de automatische
scherpstell ing
2. Zo eke r
3. Lampje van de flitser
4. Kno p (verwi jdere n) / ( zel fo nt s p an ne r)
5. Kno p ( uitzo om en )/ ( min ia tuu rwe erg a ve)
6. Kno p ( in zoo men)/ ( ver grotin g)
7./Knop ( sne l we erge ven )
8./Kno p (flitser )
9. Kno p
10./Knop (macro)
11. Kno p
12. Kno p
13. Kno p
14. LCD-m onitor
15. Batterijklepje
16. Kaa rtkle pje
17. Klepje voedingskabel
18. Oog voo r po lsri em
19. Schroefdraad voor statief (onderzijde)
7
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Gebruik van de modusdraaiknop
De modusdraaiknop bevindt zich boven op de camera.
Met de modusdraaiknop kiest u de gewenste modus voor het maken en weergeven van foto’s.
Zet de modusdraaiknop op het symbool van
de modus die u wilt gebruiken.
Symbole n en f unctie s van de mo dusd raai knop
SymboolModusnaamFunctie
Setup Mode
(instelmodus)
Movie Mode
(filmmodus)
Scene Mo de
(scènemodus)
Shooting Mode
(fotomodu s)
Playback Mode
(weergavemodus)
Hiermee bepaal t en bevestigt u d e
instellingen van de camera.
Hiermee maakt u filmopnamen.
Hiermee kiest u opti male instellingen voor
het maken van foto’s in zes specifieke
omstandigheden (‘scènes’).
Hiermee maakt u foto’s.
Hiermee geeft u de gemaakte filmpjes en
foto’s weer op de LCD-monitor.
Verwijderen is ook mogelijk.
8
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
De batterijen plaatsen
De volgende batterijen kunnen worden gebruikt in de camera. Gebruik de batterijen die in uw situatie het beste
zijn .
BatterijtypeEigenschappen
AA-alkalinebatterijen
(bijgeleverd)
Oplaadbare batterij (DB-43)
(apart verkrijgbaar)
Nikkel-me taalhydridebatterij
(in de handel verkrijgbaar)
In de volgende tabel krijgt u een indicatie van het aantal foto’s dat u kunt maken. Deze waarden zijn bij
benadering.
BatterijtypeAantal foto’sAantal foto’s (in Synchro-Monitor-modus: zie pag. 18)
⁄Het aantal foto’s is gebaseerd op een temperatuur van 25 graden Celsius, met een interval van 30 seconden en de helft
van de foto’s met flits.
Als u d e ca mer a in de ener gie be spa re nd e mod us ze t, kun t u me er fo to’s ma ken.
Behalve batterijen kunt u ook de (apart verkrijgbare) netadapter gebruiken.
Overal te verkrijgen, dus gemakkelijk wanneer u op reis gaat.
Ma ar bij lage temp er at ure n is he t aa nt al fot o’s dat u hi er mee kunt maken b eper kt.
War m de ba tterij en da ar om o p vó ór geb ru ik.
Dit is een lithium-ionbatterij. Dit is goedkoper, omdat deze batterij kan worden geladen met
de ba tt e rij lad er BJ- 2 (a part ver krijgba ar) en du s st ee ds o pn ieu w ka n wo rd en g e bru ikt.
Deze batterij gaat lang mee, dus gemakkelijk op reis.
Dit is ee n v o or delig e oplossin g, om dat u de ze bat t er ij kun t herla den e n dus stee ds
opnieuw gebruiken. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare batterijlader.
Plaats de batterijen als volgt.
Schuif het batterijklepje open.
Plaats de twee batterijen. Let er daarbij op dat
u ze in de juiste richting in de camera steekt.
Schuif het batterijklepje dicht.
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn
Ne t vo or da t de b at ter ijen h ele ma al lee g zijn , wor dt we er ge ge ve n op de LCD -moni to r. Wa nne er d it
gebeurt, moet u de batterijen vervangen.
• Andere batterijen, zoals droge mangaanbatterijen en nikkel-cadmiumbatterijen (NiCd), kunnen niet worden
gebr uikt in de ze ca mer a.
• Verwijder de batterijen als u de camera langere tijd niet gaat g ebruiken.
• Met AA-alkali neb at t er ijen h an gt he t aantal foto ’s dat u kunt make n, a f va n de preci eze ba tterijen di e u ge bru ikt.
9
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Gebruik van de netadapter
Wanneer u gedurende lange tijd foto’s maakt of weergeeft, of wanneer u de camera aansluit op de
computer, is het gebruik van de (apart verkrijgbare) netadapter aangeraden.
De ‘batterij’ van
de ne t adap ter
Netadapter
Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Schuif het batterijklepje open.
Plaats de batterij van de netadapter.
Open het klepje voor de voedingskabel en
leid de kabel door de ontstane opening.
Schuif het batterijklepje dicht.
Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact.
• Zorg ervoor dat de kabels en stekkers stevig vastzitten.
• Wanne er u de cam er a ni et gebr ui kt, mo et u de n et ada pter uit de cam er a en het sto pco nta ct verwij de re n.
• Als u de netadapter uit de camera of de stekker van het netsnoer uit het stopcontact haalt terwijl de camera
aanstaat, kunnen gegevens verloren gaan.
10
De camera aan- en uitzetten
U zet de camera aan en uit als volgt.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
!De camera aanzetten
Druk op de aan-uitknop.
Het lampje van de flitser en dat van de automati sche sche rpste lli ng kni ppe ren en kele
seconden.
Automatische uitschakeling
• Als de camera een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld om stroom
te be spa ren . Dru k ge woo n op d e aan -u itkno p a ls u de cam er a weer w ilt ge br uiken.
• Bij aanschaf is de tijd voor de automatische uitschakeling ingesteld op één minuut.
• Deze functie werkt niet wanneer de camera is aangesloten op de computer.
!De camera uitzetten
Druk op de aan-uitknop.
Zie pag. 97 voor meer informatie over het wijzigen van de tijd voor de automatische uitschakeling.
11
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
De datum en tijd instellen
Het is mogelijk om de datum en t ijd te laten weergeven op de foto.
Bij aanschaf van de camera zijn de datum en tijd nog niet goed ingesteld. Voordat u de camera gaat
gebruiken, moet u de datum en tijd dus zelf instellen.
U stelt de datum en tijd in als volgt.
De knoppen die u gebruikt
Zorg ervoor dat de camera aanstaat en zet
de modusdraaiknop op (instel-
modus).
Het instelscherm wordt weergegeven op de LCDmonitor.
Stel het jaar, de maand, de dag en de tijd in
door te drukken op .
Als u de kn op in ge drukt ho udt, k un t u d e waa rd e
snel verhogen of verlagen.
Kies bij [FORMAT] de gewenste notatie voor
de datum en tijd.
Druk op de knop om [DATE SETTINGS]
te selecteren en druk vervolgens op de knop
.
Controleer onder in het scherm of de notatie
naar wens is en druk vervolgens op de knop
.
Na het instellen van de datum en tijd keert u terug
naar het instels ch erm.
Als er ongeveer twee weken geen batterijen in de camera hebben gezeten, gaan de ingestelde datum en tijd
weer verloren. Opnieuw instellen is dan de boodschap.
12
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
De SD Memory Card installeren
De foto’s en filmpjes die u maakt, kunt u opslaan in het interne geheugen van de
camera of op geheugenkaarten van het type SD Memory Card (in de handel
verkrijgbaar).
Wanneer er geen SD Memory Card in de
camera zit, worden uw opnamen opgeslagen in
het interne geheugen. Wanneer er wel een SD
Memory Card in de camera zit, worden uw
opnamen opgeslagen op deze geheugenkaart.
Het interne geheugen is 8 MB groot.
Waar u w o pna men wo rd en op gesl ag en
Wanneer er geen geheugenkaart in de camera zit
Opslag in het
interne geheugen
Wanneer er wel een geheugenkaart in de
camera zit
Opslag op de S D
Memory Card
Plaats de SD Memory Card in de camera als
volgt.
Duw de kaart helemaal naar binnen (let op
de juiste richting) tot hij vastklikt.
Sluit het kaartklepje.
Zet de camera uit.
Open het kaartklepje door uw vinger in de
uitsparing van het klepje te plaatsen aan de
zijkant van de camera.
Let er bij het plaatsen van de SD Memory Card
op dat er geen vuil komt op de metalen delen
van de geheugenkaart.
13
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Gebruik van de LCD-monitor
De LCD-monitor dient voor weergave van het onderwerp dat u wilt fotograferen, maar ook voor het
afspelen van filmpjes en foto’s. Op de LCD-monitor worden bovendien enkele symbolen en getallen
getoond die de status en instellingen van de camera aangeven.
Schermvoorbeelden bij het maken van foto’s
Fotomodus F ilmmodus
SymboolInhoud van schermVerwijzing
1. Flitser
2. WHITE BALANCEDe instelling van de witbalans.Pag. 49
Flits uit
Auto
Rode-ogenreductie
Altijd flitsen
Lang synchroon
Daglicht
Bewolkt
Gloeilicht
Tl-l icht
De huidige flitsmodus.Pag. 94
Eigen instelling
14
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
SymboolInhoud van schermVerwijzing
3. FOCUS(Geen schermweergave)
Instelling van de scherpstelling.Pag. 55
AF (automatische
scherpstelling)
MF (handmatige
scherpstelling)
Snapshot
(oneindig)
4. Opnameb estemmingOpslag in het interne geheugen.Pag. 13
Opslag op een SD Memory Card.Pag. 13
5. Typen flitsmodiFotomod usPag. 30
Filmmodus.Pag. 39
Serieopnamen.Pag. 37
Pag. 38
Pag. 38
Portretten.Pag. 33
Sport.Pag. 33
Landschappen.Pag. 33
Foto’s ’s nachts.Pag. 33
Tekst.Pag. 33
Hoge gevoeligheid.Pag. 33
6. INTERVALIntervalFoto’s maken met een bepaald interval.Pag. 64
7. Beeldkwaliteit
Fijn
Instelling van de beeldkwaliteit.Pag. 52
Normaal
8. Beeldformaat(Instelling)Instelling van het beeldformaat.Pag. 52
9. ISO SETTING (Instelling)Instelling van de ISO-waarde.Pag. 59
10. EXPOSURE COMP.(Instelling)De i nstelling van de
Pag. 47
belichtingscompensatie.
11. SHARPNESSSOFTInstelling van de scherpte.Pag. 60
(Geen schermweergave)
Standaard
SHARP
15
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
SymboolInhoud van schermVerwijzing
12. Dat um/tijdDatumafbeelding.Pag. 66
13. TIME EXPOSURE(Instelling)Belichtingstijd.Pag. 63
14. Sluitertijd-Sluitertijd.
15. Diafragmawaarde
-Diafragma.
—
—
(lensopening).
16. Batterij
Onvoldoende
Resterend vermogen.
—
capaciteit
17. Zoom balk-Zoomstatus.Pag. 40
18. AUTO BRACKETABMeerdere opnamen voor beste resultaat.Pag. 61
19. PHOTOMETRY(Geen schermweergave)
Lichtmeting.P ag. 57
Multi
CENTRE
SPOT
20. Zelfontspanner
Na tien seconden
Foto’s maken met de zelfontspanner.Pag. 46
Na twee seconden
21. MacrofotografieMacrofotografie.Pag. 42
22. Resterend aantal
foto’s
(Waarde)Aantal foto’s dat nog kan worden gemaakt
met de huidige instellingen.
—
23. Resterende
opnametijd
(Waarde)Resterende filmtijd met de huidige
instellingen.
24. Opname tijd(Waarde)Tijd opgenomen.
25. Bericht-Een bericht over de werking of de status
van de camera.
26. CamerabewegingKan worden weergegeven bij het
scherpstellen.
Wanneer u wilt fotograferen in omstandigheden met heel veel licht, kan overbelichting niet altijd worden
voorkomen. In dit geval wordt [!AE] weergegeven.
—
—
—
—
16
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het scherm tijdens weergave
Fotomodus Filmmodus
SymboolInhoud van schermVerwijzing
1. PROTECTBeveiligd.Pag. 85
2. Opnameb estemmingOpslag in het interne geheugen.Pag. 13
Opslag op een SD Mem ory Card.Pag. 13
3. Typen modiFilmmodus of scènemodus.Pag. 74
Filmmodus.Pag. 74
4. Nummer van het
Nummer van het bestand dat wordt weergegeven.
—
weergegeven bestand
5. Totaal aantal
Totaal aantal bestanden dat is opgen omen.—
bestanden
6. Beeldkwaliteit
Fijn
Instelling van de beeldkwaliteit.Pag. 52
Normaal
7. Beeldformaat(Instelling)Beeldformaat.Pag. 52
8. Mapnaam-Mapnaam van het o pgeslagen bestand.Pag. 99
9. Bestandsnaam-Naa m van het bestand dat wordt weergegeven.Pag. 99
10. Sluitertijd-Sluitertijd.
11. Diafragmawaarde
-Diafragma.
—
—
(lensopening).
12. Batterij
Onv ol-
Resterend vermogen.
—
doende capaciteit
13. PRINTDPOF ingesteld.Pag. 90
14. SymboolVerstreken tijd bij weergave film.
15. Afspeeltijd.(Tijd)De tijd voor weergave van een film.
16. Bericht-Een bericht over de werking of de status van de
—
—
—
camera.
17
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Schermweergave aanpassen
Als u op drukt, kunt u de schermweergave aanpassen, bijvoorbeeld of er wel symbolen op het
scherm moeten worden weergegeven of juist niet.
!Bij het maken van fo to’s
Geen
Symbolen
schermweergave
Knop
In Synchro-Monitor-modus staat de LCD-monitor uit (geen schermweergave), behalve wanneer u de volgende
handelingen verricht. Dit is handig wanneer u stroom wilt besparen.
• Dru k de on tsp ankno p h al f in .
De LCD-monitor gaat aan en u kunt de compositie controleren. Nadat u de foto hebt gemaakt door de ontspanknop
helemaal in te drukken, gaat de LCD-monitor automatisch weer uit.
• Dru k op de kn o p (sn el we er geven ).
U ku n t nu d e z oj uist ge maakt e f ot o bek ij ken ( zie pag. 71 ). Wa nnee r u no gmaa ls op d e kno p * (sn el we ergeve n) dr ukt,
zet u de LCD-monitor uit.
• Dru k op de kn o p .
De schermweergave op de LCD-monitor gaat aan en u kunt diverse opname-instellingen vastleggen (zie pag. 24).
Wanneer u nogmaals op de knop drukt, zet u de LCD-monitor uit.
Weergave van
rasterlijnen
SynchroMonitor-modus
• U kunt de LCD-monitor niet aan- of uitzetten door te drukken op de knoppen (zelfontspanner), (flitser) of
(macro ).
• Wanneer u de LCD-monitor uitzet, gaan de batterijen langer mee. Maak in dit geval de foto met behulp van alleen de
zoeker.
Wanneer er geen symbolen of alleen rasterlijnen worden weergegeven, zullen er alleen symbolen zichtbaar zijn
(g ed ur ende slechts enke le se cond en) na ee n d ru k op de kn op (zelfon tsp an ne r) , (flit ser ) of ( macr o) .
Zie pag. 68 voor meer informatie over het weergeven van de rasterlijnen.
!Bij het weergeven van foto’s
Symbolen
Geen schermweergave
Knop
18
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Knopfuncties
De volgende tabel bevat een overzicht van de functies van de knoppen op de camera.
Aan- uit kn op, zi e pag . 11.
Modusdraaiknop, zie pag. 8.
Ontspankn op , zi e pa g. 3 0.
KnopFunctie
(verwijderen)/
(zelfontspanner)
In fotomodus
(: flitser)
(: macro)
(: snel weergeven)
In weergavemodus
(foto weergegeven op volledig
scherm)
Als u op deze knop drukt in de foto modus, wordt de zelfontspanner
geactiveerd en kunt u daarmee foto’s maken (zie pag. 46).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, kunt u de foto of film
verwijderen die wordt weergegeven op de LCD-monitor (zie pag. 82).
Met deze knop zet u de flitser aan en u it en activeert u de diverse andere
modi (zie pag. 44).
Met deze knop kunt u foto’s maken van heel dichtbij (close-ups)
(zie pag. 42).
Met deze knop wordt de laatst gemaakte foto weergegeven (zie pag. 71).
Met deze knop geeft u de vorige foto of film weer (zie pag. 74).
Met deze knop geeft u de volgende foto of film weer (zie pag . 74).
In weergavemodus
(weergave op gedeeld scherm)
Wanneer het menu wordt
weergegeven
(uitzoomen)/
(miniatuurweergave)
(inzoomen)/
(vergroting)
Met deze knoppen geeft u d e foto of film aan de rechter-, linker-, boven- of
onderzijde weer (zie pag. 77).
Met deze knoppen verplaatst u het kader naar links, rechts, boven en onder
(zie pag. 24).
Als u op deze knop drukt in de foto modus, kunt u groothoekfoto’s maken
(uitzoomen, zie pag. 40).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, wordt de LCD-monitor op
zo’n manier opgedeeld dat u meerdere foto’s tegelijk kunt zien (zes beelden
tegelijk) (zie pag. 70).
Als u op deze knop drukt in de foto modus, kunt u inzoomen op het
onderwerp voordat u een foto maakt (zie pag. 40).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, wordt het beeld op de
LCD-monitor maximaal 3,4-maal zo groot weergegeven (zie pag. 78).
Met deze knop regelt u de weergave van symbolen op de L CD-monitor
(zie pag. 18).
Deze knop gebruikt u wanneer u bezig bent in het menu op de LCD-monitor
(zie pag. 20).
Deze knop dient voor het instellen van de verschillende opna memethode n
(zie pag. 20) of voor het verzenden van foto’s naar de computer.
19
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Schermen
De standaardwaarden van uw camera op het moment van aanschaf worden hieronder steeds
aangegeven met rechte haken: [ ].
!Opnamemenu (fotomodus)
Dit menu opent u in de fotomodus door op de knop te drukken.
FOCUS[AF]/SNAP/∞ (behalve modus voor landschappen)Pag. 55
[] / (daglicht)/ (bewolkt)/ (gloeilicht)/
(tl-licht)/ (eigen instelling )
21
Verwij zing
Pagina
Pag. 52
!Opnamemenu (tekstmodus)
Dit menu opent u in de tekstmodus door op de knop te drukken.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
InstellingOptie
DENSITYDEEP/[NORMAL]/LIGHTPag. 69
Verwij zing
Pagina
!Weergavemenu
Dit menu opent u in de weergavemodus door op de knop te drukken.
InstellingOptie
Verwij zing
Pagina
SLIDE SHOWON/[OFF]Pag. 79
PROTECTSelecteren/selectie opheffen 1 FILE/ Selecteren/selectie opheffen ALL
FILES
PRINTSelecteren/selectie opheffen 1 FILE/ Selecteren/selectie opheffen ALL
FILES
COPY TO CARDPag. 89
22
Pag. 85
Pag. 90
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
!Scherm voor het kiezen van de gewenste scène (scènemodus)
Dit scherm wordt weergegeven wanneer u een scène kiest in de scènemodus.
SymboolBetekenis
PORTRA IT (por tr et )Pag . 33
SPORTS ( spo rt)Pag . 3 3
LANDSCAP E (l an dschap )Pag . 33
NIGHTSCAPE (nachtfoto’s)Pag. 33
TEXT MODE (tekst)Pag. 33
HIGH SENSITIVITY (hoge gevoeligheid)Pag. 33
!Instelscherm (instelmodus)
Dit scherm wordt weergegeven in de instelmodus.
Verwij zing
Pagina
InstellingOptieVerwijzing
CARD FORM ATPa g. 94
IN FORMATPa g. 95
DATE SETTINGSPa g. 12
POWER SAVEON/[OFF]Pag. 96
AUTO POWER OFFOFF/[1]/5/30 minutenPag. 97
BEEP SOUND [ON]/OFFPag. 98
SEQUENTIAL NO.ON/[OFF]Pag. 99
IMAGE CONFIRMATION TIMEOFF/[1]/2/3 secondenPag. 100
LCD B RIGHTNESSPag. 101
LANGUAGE JPN/[ENG]/FRE/GER/CHIPag. 102
VIDEO OUT MODE[NTSC]/PALPag. 103
23
Basiswerking van het
opnamemenu/weergavemenu
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het menu we erge ven:
Zet de modusdraaiknop op (fotomodus)
of (weergavemodus).
Druk op de knop .
He t m en u wo rd t we er ge ge ven. In he t men usche rm
kunt u van het ene naar het andere scherm gaan door
te drukken op de knoppen en van het ene naar
het an dere i tem d oo r te dr ukke n o p d e knop pen .
Een item selecteren:
Druk op de knoppen om het gewenste
item te selecteren.
Druk op de knop .
Een waarde selecteren (opnamemenu):
Druk op de knoppen om het gewenste
item te selecteren.
Druk op de knop .
Een bevestiging selecteren (opnamemenu):
Druk op de knop om [YES] te selecteren.
Druk op de knop .
Een item selecteren dat u wilt doorvoeren
(weergavemenu):
Naar een ander menuscherm gaan
(opnamemenu):
Druk op de knop .
U kunt het menuscherm veranderen van [1] naar [3].
• In het scherm voor het kiezen van een instelling wordt de actieve instelling steeds weergegeven met een
ora n je bl okje (!). Ook als u de blauwe balk verplaatst, blijft het oranje blokje gewoon staan tot u de instelling
definitief wijzigt. Zo ziet u altijd wat d e vorige instelli ng was.
Druk op de knoppen om het item te
selecteren dat u wilt doorvoeren.
Druk op de knop .
Terugkeren naar het opnamescherm/
weergavescherm:
Druk op de knop .
• De precieze volgorde van het menuscherm hangt af van het item waarvoor de instellingen worden gewijzigd.
Zie dee l 2 ( pag . 27) of dee l 3 (p ag . 44) voor een m ee r gede tail leerde u itleg van el k van d e it e ms.
24
Basiswerking van het
instelscherm
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het instelscherm weergeven:
Zet de modusdraaiknop op (instelmodus).
Het instelscherm wordt wee rgegeven.
Een it em sele cte ren:
Druk op de knoppen om het gewenste
item te selecteren.
Een waarde selecteren:
Druk op de knoppen om het gewenste
item te selecteren.
Wanneer u [EXECUTE] hebt geselecteerd:
Druk op de knop .
Het volgende scherm wordt weergegeven,
zodat u de nodige instellingen kunt vastleggen.
Het instelscherm sluiten:
Zet de modusdraaiknop op een andere
modus.
De preci eze volgorde van de handelingen hangt af van het item wa arvoor de instellingen worde n gewij zigd.
Zie deel 6 (pag. 94) voor een meer gedetailleerde uitleg van elk van de items.
25
Deel 2Opnamen maken -
basisfuncties
De basisfuncties voor het maken van opnamen worden hier
uitgelegd, van het vasthouden van de camera tot het maken van
foto’s en films.
Hoofdstuk 1 / Deel 2 Foto’s maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Als de camera beweegt op het moment dat u de ontspanknop indrukt, zullen uw foto’s wazig worden
(‘bewogen’).
Houd de camera vast zoals hieronder getoond. U krijgt dan een beter resultaat.
Houd de camera met beide handen stevig
vast en houd uw ellebogen lichtjes tegen het
lichaam.
Plaats uw vinger op de ontspanknop.
• Let erop dat vingers, haar of de polsriem niet voor de lens of de flitser komen tijdens het maken van foto’s.
• Om bewogen foto’s te voorkomen moet u de camera stevig met twee handen vasthouden of een statief
gebr uiken .
Overweeg een statief ter voorkoming van bewogen foto’s in de volgende gevallen:
• Wanneer u foto’s in het donker maakt of geen flits gebruikt of de modus Lang synchroon gebruikt.
• Wanneer u foto’s maakt met gebruik van de zoomfunctie.
27
Hoofdstuk 1 / Deel 2 Foto’s maken
Scherpstellen
Hetgeen op de LCD-monitor wordt weergegeven, wordt vastgelegd als stilstaand beeld (een foto) of
bewegend beeld (een filmpje). Om de scherpstelling te bepalen drukt u de ontspanknop half in.
U bepaalt de scherpstelling als volgt.
Wijs met de lens naar het onderwerp dat u
wilt vastleggen.
Bepaal de gewenste compositie met behulp
van de LCD-monitor.
Er wordt scherpgesteld op het punt in het
midden van het scherm. Plaats het gewenste
onderwerp dus in het midden van het
scherm.
Als scherpstellen niet mogelijk is, wo rdt het kruis i n
het m idd en van de LCD -mo ni to r ro od.
Vóór het scherpstellen
Druk de ontspanknop half in.
Het diafragma (de F-waarde) en de sluitertijd worden
onder in het scherm weergegeven en er wordt scherpgestel d.
Wanneer het beeld scherp is, worden de belichting en
witbalans bepaald. Het kruis in het midden van de
LCD-monitor wordt groen, net als het scherpstella mp je lin kso nd er d e zo eke r. Kijk na ar het kruis of het
lampje om zeker te weten of het onderwerp scherp is.
Wanneer goed is scherpgesteld
Wanneer niet kon worden
scherpgesteld
28
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Zie pag. 32 als het onderwerp zich niet in het midden van uw compositie bevindt.
• Er is nog een manier om opnamen te maken. Daarbij drukt u de ontspanknop in één keer helemaal in, dus
zonder eerst half in te drukken. Dit kan handig zij n als u snel een foto wilt maken. Alleen kunt u in dat geval
niet controleren of goed is scherpgesteld (zie pag. 31).
• Als u de LCD-monitor uitzet (zie pag. 96) en alleen de zoeker gebruikt, gaat de batterij langer mee. Maar in
dat geval kunt u niet controleren of goed is scherpgesteld. Ook kan dat wat in de zoeker zichtbaar is en dat
wat op de foto komt, licht van elkaar verschillen, afhankelijk van de afstand tot het onderwerp. Wanneer u
zeker wilt weten dat de scherp stell ing en de afstand tot het onderwerp precies goed zijn voor de gewenste
opname, dan wordt aangeraden om de zoeker te gebruiken.
29
Hoofdstuk 1 / Deel 2 Foto’s maken
Foto’s maken
Gebruik de fotomodus wanneer u foto’s wilt maken. U kunt de ontspanknop op twee manieren
gebruiken: eerst half indrukken en dan helemaal of in één keer helemaal.
Wanneer u de ontspanknop eerst half indrukt, kunt u op de LCD-monitor controleren of het beeld
scherp is. Wanneer u snel een foto wilt maken, kunt u de ontspanknop in één keer helemaal
indrukken.
• Zie pag. 40 voor meer informatie over de zoomfunctie.
• Zie pag. 42 voor meer informatie over de macrofunctie.
Scherpstelling controleren en
foto maken
(half indrukken)
De knoppen die u gebruikt
Zet de modusdraaiknop op (fotomodus).
Maak uw compositie met behulp van de
zoeker of de LCD-monitor.
Zorg ervoor dat het onderwerp voor de foto
precies in het midden staat en druk de ontspanknop half in.
Het di af ragm a (d e F- waa rde) en de sl uit e rt ijd wor de n
onder in het scherm weergegeven en er wordt scherpgesteld.
Wanneer het beeld scherp is, worden de belichting en
witbalans be pa a ld. Het kr uis in het midd en van de
LCD-monitor wordt groen, net als het scherpstellampje linksonder de zoeker. Kijk naar het kruis of het
lampje om zeker te weten of het onderwerp scherp is.
Druk de ontspanknop nu voorzichtig helemaal in.
De gemaakte foto wordt even weergegeven op de
LCD-monitor en vervolgens opgeslagen.
• Wanneer de zoekertijd is uitgeschakeld, worden de beelden niet weergegeven. Zie pag. 100.
30
Loading...
+ 126 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.