Ricoh Caplio RR30 User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding
Deze handleidingen
De twee bijgevoegde handleidingen zijn bedoeld voor uw Caplio RR30.
Lees dit eerst:
Aan de slag (gedrukte handleiding)
U kunt meteen aan de slag met uw Caplio RR30 aan de hand van de korte beschrijvingen in dit boekje: ‘Voorbereidingen treffen’, ‘Opnamen maken’, ‘Beelden weergeven’ en ‘De camera aansluiten op de pc’.
Lees eerst deze handleiding, voordat u de camera in gebruik neemt.
Lees indi en nodig :
Gebruikershandleiding (deze handleiding).
Hierin wordt uitgelegd hoe u alle functies van de Caplio RR30 kunt gebruiken.
Lee s h et b oe kje een maal helema al d oo r, zod at u de Capl io RR3 0 opt imaal leer t g ebru iken . Da arna ku nt u bepa alde in fo rm atie alt ij d ap ar t r aa dp le ge n.
Betekenis van gebruikte symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijk
Dit symbool duidt op belangrijke informatie en beperkingen.
Memo
Verklarende wo ordenlijst
Dit symbool wijst op uitleg over een technische term.
Verwijzing
Dit symbool verwijst naar de pagina(’s) die op een bepaalde functie betrekking hebben.
Met ‘pag. xx’ wordt verwezen naar pagina’s in deze handleiding.
Inhoud
De ze h andleiding en............................. ...................... 2
Betekenis van gebruikte symbolen............................2
Hoofdstuk 1 Gebruik van de camera
Deel 1 Aan de slag
De inhoud van h et pakket cont roler en.......................6
Na men van onderdel en................ ..............................7
Gebruik van de modusdraaiknop...............................8
De batterijen plaatsen................................................ 9
Gebr uik van de n etadap ter .......... ............................ 10
De camera aan- en uitzetten.................................... 11
De datum en tijd instellen.........................................12
De SD Memory Card installeren..............................13
Gebruik van de LCD-monitor...................................14
Schermvoor beel den bij het maken van foto’s.... 14
Het scherm tijdens weergave............................17
Schermweergave aanpassen............................18
Knopfuncties............................................................19
Schermen.................................................................20
Basiswerking van het
opnamemenu/weergavemenu.......................24
Basiswerking van het instelscherm...................25
Deel 2 Opnamen maken - basisfuncties
De camera op de juiste manier vasthouden ............ 27
Scherpstellen........................................................... 28
Foto’s maken ...........................................................30
Scherp stelling controler en en foto maken
(half indrukken) ............................................. 30
Snel ee n foto maken (h elem aa l i ndru kken )....... 31
Wa nne er het onde rwerp nie t
in het mid den van uw com positie staat
(scherptevergrendeling)...................................... 32
Fo to’s maken in scènemo dus .................................. 33
Co mbinatie van scènemo dus en functie.................. 35
Serie opna men maken............... ............................... 36
Instellin gen voor serie opn amen vastle gge n
(CONT. MODE)............................................. 37
Serie opna men maken .............. ......................... 38
Serie opna men maken (S)................. ................. 38
Serie opna men maken (M).................................38
Filmpjes maken........................................................ 39
Gebruik van de zoomfunctie ....................................40
Gebruik van de digitale zoomfunctie........................41
Foto’s maken van dichtbij (macrofoto).....................42
Deel 3 Gebruik van speciale functies voor betere foto’s
Gebruik van de flitser...............................................44
Gebruik van de zelfontspanner................................ 46
De belichtingstijd wijzigen (E XPOSURE COMP)..... 47
Gebr uik van natuurlijk licht e n kunstlicht
(WHITE BALANCE) ............................................49
Beeld kwa liteit en b eeld formaat kiezen
(PIC QUALITY/SIZE).......................................... 49
Beeldkwaliteit .................................................... 52
Beeldformaat..................................................... 52
Beeldkwaliteit/bee ldformaat
wijzigen van een foto....................................53
Beeldformaat wijzigen van een filmpje..............54
Handmatig scherpstellen (FOCUS)......................... 55
Handmatig scherpstellen...................................56
Foto’s maken op vaste afstand ......................... 56
De lichtmeting wijzigen (PHOTOMETRY) ...............57
De gevoeligheid instellen (ISO SETTING) ..............59
De scherpte van foto’s instellen (SHARPNESS) ..... 60
Serieo pnamen ma ken met verschille nde be lichting
(AUTO BRACKET).............................................61
De bel ichtingstij d instellen (TIME EXPO SURE) ...... 6 3
Au to mati sch f oto ’s m aken me t i nge stel d i nte rv al
(INTERVAL) ....................................................... 64
De datum toevoeg en aan e en fo to
(DATE IMPRINT)................................................ 66
De instelling en van het opn amemenu h un
standa ardwaarde teru ggeven
(RESTORE DEFAULTS).................................... 67
De rasterlijn en weerg even op de LCD-mo nitor ....... 68
De dichthei d wij zigen voor he t fotografere n van
tekst (DENSITY).................................................69
Deel 4 Foto’s en filmpjes weergeven
De zojuist gemaakte foto weergeven ......................71
De weergegeven foto vergroten........................ 72
De weergegeven foto of film verwijderen.......... 73
Een foto of filmpje weergeven .................................74
Foto’s weerge ven van een SD Memory Card ... 7 4
Foto’s weerge ven uit h et interne geh euge n ...... 7 5
Filmpjes weergeven ..........................................7 6
Miniatuurbeelden weergeven ..................................77
Vergroting weergeven .............................................78
Foto’s automatis ch é én voor één we erge ven
(SLIDE SHOW) ..................................................79
Beelden weergeven op een televisie ....................... 80
Deel 5 Foto’s en filmpjes verwijderen
Ongewenste foto’s of filmpjes verwijderen ..............82
Eén foto verwijderen .........................................82
Alle beeld en tegel ijk verwijd eren ........ ............... 8 3
Mee rdere beeld en tegelij k verwijde ren ............. 8 4
Uw b eeld en beveiligen tegen overs chrijven
(PROTECT)........................................................85
De weergegeven foto beveiligen ....................... 85
Alle foto’s beveiligen .........................................87
Mee rdere foto’s of filmpje s tegel ijk be veilige n... 88 De inh oud van het interne g eheugen kopiëren
naar een g eheu gen kaart (COPY TO CARD) ..... 89
Gebruik van een fotoservice (PRINT)...................... 90
DPO F instelle n voor de weerg egeven foto ...... . 90
DPOF instellen voor alle foto’s..........................91
DPOF instellen voor meerdere foto’s................92
Deel 6 Camera-instellinge n wijzigen
De S D Memor y Card klaarmaken voor gebruik
(CARD FORMAT) ...............................................94
Uw bee lden beveilige n tegen overschrij ven...... 94
He t intern e geheugen forma ttere n (IN FORMAT).... 95
De en ergi ebespa rende modus wijzigen
(POWER SAVE).................................................96
De automatische u itschakeli ng wijzigen
(AUTO POWER OFF) ........................................ 97
To on bij het opslaa n van g egevens
(BEEP SOUND)..................................................98
De instelli ngen voo r d e bestandsna men wijzigen
(SEQUENTIAL NO.) ...........................................99
De LCD-zoe kertijd wijzigen (LCD CONFIRM.) ......100
De helder heid van de L CD-mo nitor aan passen
(LCD BRIGHTNESS)........................................101
De schermweergavetaal wijzigen (LANGUAGE)...102 De weergavemo dus wij zigen voor tv
(VIDEO OUT MODE)........................................103
Hoofdstuk 2 Beelden (foto’s/filmpjes) gebruiken op de computer
Deel 1 Beelden overbrengen naar de computer
Gebruik van de bijgeleverde software....................105
Software en besturingssysteem......................105
Systeeme ise n voor het gebr uik van de bijge leverde
software ............................................................106
De software installeren ..........................................108
Voor Windows 98/98SE/Me/2000....................109
De software verwijderen
(voor Windows 98/98SE/Me/2000)..................111
Voor Windows XP............................................112
De software verwijderen
(voor Windows XP)..........................................113
Voor Mac OS 8.6 tot 9.2.2...............................114
De software verwijderen
(voor Macintosh OX 8.6 tot 9.2.2)....................115
Voor Macintosh OS X 10.1.2 tot 10.1.4...........116
De software verwijderen
(voor Macintosh OS X 10.1.2 tot 10.1.4) .........117
De camer a aanslui ten o p een compu ter................118
Beelden overbrengen naar de computer ...............119
Voor Windows 98/98SE/Me/2000....................120
Voor Windows XP............................................121
Voor Macintosh OS 8.6 tot 9.2.2.....................123
Voor Mac OS X................................................124
Gebruik van RICOH Gate L...................................125
He t RIC O H Ga te L -ve ns te r
(Windo ws 98/98S E/Me/2000)..........................125
Gebruik van [Option settings] ..........................126
Gebr uik van Backgroun d illustration s ettings ..1 27
He t RIC O H Ga te L -ve ns te r
(voor Mac OS 8.6 tot 9.2.2).............................128
Gebruik van [Option settings] ..........................129
Beelde n rechtstreeks overb reng en van een SD
Memory Card naar de computer ...................... 130
Beelden op een pc-kaart................................. 130
Deel 2 Miniatuurbeelden weergeven (Gebruik van DU-10)
DU-10 starten en afsluiten..................................... 132
DU-10-venster................................................. 132
DU-10 afsluiten ............................................... 132
Beschrijving van miniaturen................................... 133
Volgorde aanpassen.............................................. 134
Weergaveformaat wijzigen .................................... 135
Diavoorstelling weergeven .............................. 136
Automatische di avoorstellin g ..... ..................... 13 7
Gebrui k van het dialo ogven ster Sl ides how ..... 137
Beeldg egevens wee rgeven ......................... ..... ..... 138
Gebrui k van het menu [ File] ............ ... ............. 138
Gebruik van het snelmenu .............................. 138
Het weergavevenster openen................................ 139
Weergavevenster ............................................ 139
Hoofdstuk 1 Gebruik van de camera
Deel 1 Aan de slag
In dit deel wordt uitgelegd hoe u de camera klaarmaakt voor gebruik, van het verwijderen van de verpakking tot het maken van de eerste foto.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
De inhoud van het pakket controleren
Bij deze camera worden de volgende items geleverd. Controleer of u alles hebt.
Caplio RR30
Videokabel
Batterijen (2 AA-alkalinebatterijen)
USB-kabel
Polsriem
Cd-rom
Met software en
gebruikershandleiding.
De po lsriem bevestigen
Haal het uiteinde van het riempje door het daarvoor bestemde oog op de camera en bevestig zoals aa ng eg ev e n in de fi gu ur.
Handleiding Aan de slag
G arantiebewijs
Optionele accessoires
Netadapter (AC-4a)
Oplaadbare batterij (DB-43)
• Overige apart verkrijgbare producten: pc-kaartadapter (FM-SD53)
Batterijlader (BJ-2)
• Mo cht er toch iets ontb reken of beschadi gd zi jn, ga dan t er ug naa r de win kel waar u de ca mera h eb t geko c h t.
• Lees het garantiebewijs door en bewaar het op een veilige plaats.
6
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Namen van onderdelen
Voor een goed begrip van de uitleg in deze handleiding is het belangrijk dat u de namen van de diverse onderdelen goed kent. Bekijk de camera en onderdelen aan de hand van het volgende.
1. Ontspankn o p
2. Aan-uitknop
!Camera
Vo or ka nt
3. Mo du sdraa ikn op
4. Flitser
5. Oog van de automatische scherpstell ing
6. Zo eke r
7. Klepje van aansluitingen
8. Lens
9. US B- aansl uitin g
10. Video-uitgang
Achterka nt
1. Lampje van de automatische scherpstell ing
2. Zo eke r
3. Lampje van de flitser
4. Kno p (verwi jdere n) / ( zel fo nt s p an ne r)
5. Kno p ( uitzo om en )/ ( min ia tuu rwe erg a ve)
6. Kno p ( in zoo men)/ ( ver grotin g)
7. /Knop ( sne l we erge ven )
8. /Kno p (flitser )
9. Kno p
10. /Knop (macro)
11. Kno p
12. Kno p
13. Kno p
14. LCD-m onitor
15. Batterijklepje
16. Kaa rtkle pje
17. Klepje voedingskabel
18. Oog voo r po lsri em
19. Schroefdraad voor statief (onderzijde)
7
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Gebruik van de modusdraaiknop
De modusdraaiknop bevindt zich boven op de camera.
Met de modusdraaiknop kiest u de gewenste modus voor het maken en weergeven van foto’s.
Zet de modusdraaiknop op het symbool van de modus die u wilt gebruiken.
Symbole n en f unctie s van de mo dusd raai knop
Symbool Modusnaam Functie
Setup Mode (instelmodus)
Movie Mode (filmmodus)
Scene Mo de (scènemodus)
Shooting Mode (fotomodu s)
Playback Mode (weergavemodus)
Hiermee bepaal t en bevestigt u d e instellingen van de camera.
Hiermee maakt u filmopnamen.
Hiermee kiest u opti male instellingen voor het maken van foto’s in zes specifieke omstandigheden (‘scènes’).
Hiermee maakt u foto’s.
Hiermee geeft u de gemaakte filmpjes en foto’s weer op de LCD-monitor. Verwijderen is ook mogelijk.
8
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
De batterijen plaatsen
De volgende batterijen kunnen worden gebruikt in de camera. Gebruik de batterijen die in uw situatie het beste zijn .
Batterijtype Eigenschappen
AA-alkalinebatterijen (bijgeleverd)
Oplaadbare batterij (DB-43) (apart verkrijgbaar)
Nikkel-me taalhydridebatterij (in de handel verkrijgbaar)
In de volgende tabel krijgt u een indicatie van het aantal foto’s dat u kunt maken. Deze waarden zijn bij benadering.
Batterijtype Aantal foto’s Aantal foto’s (in Synchro-Monitor-modus: zie pag. 18)
AA-alkalinebatterijen Circa 50 Circa 60 Oplaadbare batterij (DB-43) Circa 350 Circa 400
Het aantal foto’s is gebaseerd op een temperatuur van 25 graden Celsius, met een interval van 30 seconden en de helft van de foto’s met flits.
Als u d e ca mer a in de ener gie be spa re nd e mod us ze t, kun t u me er fo to’s ma ken. Behalve batterijen kunt u ook de (apart verkrijgbare) netadapter gebruiken.
Overal te verkrijgen, dus gemakkelijk wanneer u op reis gaat. Ma ar bij lage temp er at ure n is he t aa nt al fot o’s dat u hi er mee kunt maken b eper kt. War m de ba tterij en da ar om o p vó ór geb ru ik.
Dit is een lithium-ionbatterij. Dit is goedkoper, omdat deze batterij kan worden geladen met de ba tt e rij lad er BJ- 2 (a part ver krijgba ar) en du s st ee ds o pn ieu w ka n wo rd en g e bru ikt. Deze batterij gaat lang mee, dus gemakkelijk op reis.
Dit is ee n v o or delig e oplossin g, om dat u de ze bat t er ij kun t herla den e n dus stee ds opnieuw gebruiken. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare batterijlader.
Plaats de batterijen als volgt.
Schuif het batterijklepje open.
Plaats de twee batterijen. Let er daarbij op dat u ze in de juiste richting in de camera steekt.
Schuif het batterijklepje dicht.
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn
Ne t vo or da t de b at ter ijen h ele ma al lee g zijn , wor dt we er ge ge ve n op de LCD -moni to r. Wa nne er d it gebeurt, moet u de batterijen vervangen.
• Andere batterijen, zoals droge mangaanbatterijen en nikkel-cadmiumbatterijen (NiCd), kunnen niet worden gebr uikt in de ze ca mer a.
• Verwijder de batterijen als u de camera langere tijd niet gaat g ebruiken.
• Met AA-alkali neb at t er ijen h an gt he t aantal foto ’s dat u kunt make n, a f va n de preci eze ba tterijen di e u ge bru ikt.
9
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Gebruik van de netadapter
Wanneer u gedurende lange tijd foto’s maakt of weergeeft, of wanneer u de camera aansluit op de computer, is het gebruik van de (apart verkrijgbare) netadapter aangeraden.
De ‘batterij’ van de ne t adap ter
Netadapter
Zorg ervoor dat de camera uitstaat.
Schuif het batterijklepje open.
Plaats de batterij van de netadapter.
Open het klepje voor de voedingskabel en leid de kabel door de ontstane opening.
Schuif het batterijklepje dicht.
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
• Zorg ervoor dat de kabels en stekkers stevig vastzitten.
• Wanne er u de cam er a ni et gebr ui kt, mo et u de n et ada pter uit de cam er a en het sto pco nta ct verwij de re n.
• Als u de netadapter uit de camera of de stekker van het netsnoer uit het stopcontact haalt terwijl de camera aanstaat, kunnen gegevens verloren gaan.
10
De camera aan- en uitzetten
U zet de camera aan en uit als volgt.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
!De camera aanzetten
Druk op de aan-uitknop.
Het lampje van de flitser en dat van de auto­mati sche sche rpste lli ng kni ppe ren en kele seconden.
Automatische uitschakeling
• Als de camera een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld om stroom te be spa ren . Dru k ge woo n op d e aan -u itkno p a ls u de cam er a weer w ilt ge br uiken.
• Bij aanschaf is de tijd voor de automatische uitschakeling ingesteld op één minuut.
• Deze functie werkt niet wanneer de camera is aangesloten op de computer.
!De camera uitzetten
Druk op de aan-uitknop.
Zie pag. 97 voor meer informatie over het wijzigen van de tijd voor de automatische uitschakeling.
11
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
De datum en tijd instellen
Het is mogelijk om de datum en t ijd te laten weergeven op de foto. Bij aanschaf van de camera zijn de datum en tijd nog niet goed ingesteld. Voordat u de camera gaat
gebruiken, moet u de datum en tijd dus zelf instellen.
U stelt de datum en tijd in als volgt.
De knoppen die u gebruikt
Zorg ervoor dat de camera aanstaat en zet de modusdraaiknop op (instel-
modus).
Het instelscherm wordt weergegeven op de LCD­monitor.
Stel het jaar, de maand, de dag en de tijd in door te drukken op .
Als u de kn op in ge drukt ho udt, k un t u d e waa rd e snel verhogen of verlagen.
Kies bij [FORMAT] de gewenste notatie voor de datum en tijd.
Druk op de knop om [DATE SETTINGS] te selecteren en druk vervolgens op de knop
.
Controleer onder in het scherm of de notatie naar wens is en druk vervolgens op de knop
.
Na het instellen van de datum en tijd keert u terug naar het instels ch erm.
Als er ongeveer twee weken geen batterijen in de camera hebben gezeten, gaan de ingestelde datum en tijd weer verloren. Opnieuw instellen is dan de boodschap.
12
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
De SD Memory Card installeren
De foto’s en filmpjes die u maakt, kunt u opslaan in het interne geheugen van de camera of op geheugenkaarten van het type SD Memory Card (in de handel verkrijgbaar).
Wanneer er geen SD Memory Card in de camera zit, worden uw opnamen opgeslagen in het interne geheugen. Wanneer er wel een SD Memory Card in de camera zit, worden uw opnamen opgeslagen op deze geheugenkaart.
Het interne geheugen is 8 MB groot.
Waar u w o pna men wo rd en op gesl ag en
Wanneer er geen geheugenkaart in de camera zit
Opslag in het interne geheugen
Wanneer er wel een geheugenkaart in de camera zit
Opslag op de S D Memory Card
Plaats de SD Memory Card in de camera als volgt.
Duw de kaart helemaal naar binnen (let op de juiste richting) tot hij vastklikt.
Sluit het kaartklepje.
Zet de camera uit.
Open het kaartklepje door uw vinger in de uitsparing van het klepje te plaatsen aan de zijkant van de camera.
Let er bij het plaatsen van de SD Memory Card op dat er geen vuil komt op de metalen delen van de geheugenkaart.
13
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Gebruik van de LCD-monitor
De LCD-monitor dient voor weergave van het onderwerp dat u wilt fotograferen, maar ook voor het afspelen van filmpjes en foto’s. Op de LCD-monitor worden bovendien enkele symbolen en getallen getoond die de status en instellingen van de camera aangeven.
Schermvoorbeelden bij het maken van foto’s
Fotomodus F ilmmodus
Symbool Inhoud van scherm Verwijzing
1. Flitser
2. WHITE BALANCE De instelling van de witbalans. Pag. 49
Flits uit
Auto
Rode-ogenreductie
Altijd flitsen
Lang synchroon
Daglicht
Bewolkt
Gloeilicht
Tl-l icht
De huidige flitsmodus. Pag. 94
Eigen instelling
14
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Symbool Inhoud van scherm Verwijzing
3. FOCUS (Geen schermweergave)
Instelling van de scherpstelling. Pag. 55
AF (automatische
scherpstelling)
MF (handmatige
scherpstelling)
Snapshot
(oneindig)
4. Opnameb estemming Opslag in het interne geheugen. Pag. 13
Opslag op een SD Memory Card. Pag. 13
5. Typen flitsmodi Fotomod us Pag. 30
Filmmodus. Pag. 39
Serieopnamen. Pag. 37
Pag. 38
Pag. 38
Portretten. Pag. 33
Sport. Pag. 33
Landschappen. Pag. 33
Foto’s ’s nachts. Pag. 33
Tekst. Pag. 33
Hoge gevoeligheid. Pag. 33
6. INTERVAL Interval Foto’s maken met een bepaald interval. Pag. 64
7. Beeldkwaliteit Fijn
Instelling van de beeldkwaliteit. Pag. 52
Normaal
8. Beeldformaat (Instelling) Instelling van het beeldformaat. Pag. 52
9. ISO SETTING (Instelling) Instelling van de ISO-waarde. Pag. 59
10. EXPOSURE COMP. (Instelling) De i nstelling van de
Pag. 47
belichtingscompensatie.
11. SHARPNESS SOFT Instelling van de scherpte. Pag. 60
(Geen schermweergave)
Standaard
SHARP
15
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Symbool Inhoud van scherm Verwijzing
12. Dat um/tijd Datumafbeelding. Pag. 66
13. TIME EXPOSURE (Instelling) Belichtingstijd. Pag. 63
14. Sluitertijd - Sluitertijd.
15. Diafragmawaarde
-Diafragma.
(lensopening).
16. Batterij
Onvoldoende
Resterend vermogen.
capaciteit
17. Zoom balk - Zoomstatus. Pag. 40
18. AUTO BRACKET AB Meerdere opnamen voor beste resultaat. Pag. 61
19. PHOTOMETRY (Geen schermweergave)
Lichtmeting. P ag. 57
Multi
CENTRE
SPOT
20. Zelfontspanner
Na tien seconden
Foto’s maken met de zelfontspanner. Pag. 46
Na twee seconden
21. Macrofotografie Macrofotografie. Pag. 42
22. Resterend aantal
foto’s
(Waarde) Aantal foto’s dat nog kan worden gemaakt
met de huidige instellingen.
23. Resterende
opnametijd
(Waarde) Resterende filmtijd met de huidige
instellingen.
24. Opname tijd (Waarde) Tijd opgenomen.
25. Bericht - Een bericht over de werking of de status
van de camera.
26. Camerabeweging Kan worden weergegeven bij het
scherpstellen.
Wanneer u wilt fotograferen in omstandigheden met heel veel licht, kan overbelichting niet altijd worden voorkomen. In dit geval wordt [!AE] weergegeven.
16
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het scherm tijdens weergave
Fotomodus Filmmodus
Symbool Inhoud van scherm Verwijzing
1. PROTECT Beveiligd. Pag. 85
2. Opnameb estemming Opslag in het interne geheugen. Pag. 13
Opslag op een SD Mem ory Card. Pag. 13
3. Typen modi Filmmodus of scènemodus. Pag. 74
Filmmodus. Pag. 74
4. Nummer van het
Nummer van het bestand dat wordt weergegeven.
weergegeven bestand
5. Totaal aantal
Totaal aantal bestanden dat is opgen omen.
bestanden
6. Beeldkwaliteit
Fijn
Instelling van de beeldkwaliteit. Pag. 52
Normaal
7. Beeldformaat (Instelling) Beeldformaat. Pag. 52
8. Mapnaam - Mapnaam van het o pgeslagen bestand. Pag. 99
9. Bestandsnaam - Naa m van het bestand dat wordt weergegeven. Pag. 99
10. Sluitertijd - Sluitertijd.
11. Diafragmawaarde
- Diafragma.
(lensopening).
12. Batterij
Onv ol-
Resterend vermogen.
doende capaciteit
13. PRINT DPOF ingesteld. Pag. 90
14. Symbool Verstreken tijd bij weergave film.
15. Afspeeltijd. (Tijd) De tijd voor weergave van een film.
16. Bericht - Een bericht over de werking of de status van de
camera.
17
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Schermweergave aanpassen
Als u op drukt, kunt u de schermweergave aanpassen, bijvoorbeeld of er wel symbolen op het scherm moeten worden weergegeven of juist niet.
!Bij het maken van fo to’s
Geen
Symbolen
schermweergave
Knop
In Synchro-Monitor-modus staat de LCD-monitor uit (geen schermweergave), behalve wanneer u de volgende handelingen verricht. Dit is handig wanneer u stroom wilt besparen.
• Dru k de on tsp ankno p h al f in . De LCD-monitor gaat aan en u kunt de compositie controleren. Nadat u de foto hebt gemaakt door de ontspanknop helemaal in te drukken, gaat de LCD-monitor automatisch weer uit.
• Dru k op de kn o p (sn el we er geven ). U ku n t nu d e z oj uist ge maakt e f ot o bek ij ken ( zie pag. 71 ). Wa nnee r u no gmaa ls op d e kno p * (sn el we ergeve n) dr ukt, zet u de LCD-monitor uit.
• Dru k op de kn o p . De schermweergave op de LCD-monitor gaat aan en u kunt diverse opname-instellingen vastleggen (zie pag. 24).
Wanneer u nogmaals op de knop drukt, zet u de LCD-monitor uit.
Weergave van rasterlijnen
Synchro­Monitor-modus
• U kunt de LCD-monitor niet aan- of uitzetten door te drukken op de knoppen (zelfontspanner), (flitser) of (macro ).
• Wanneer u de LCD-monitor uitzet, gaan de batterijen langer mee. Maak in dit geval de foto met behulp van alleen de zoeker.
Wanneer er geen symbolen of alleen rasterlijnen worden weergegeven, zullen er alleen symbolen zichtbaar zijn
(g ed ur ende slechts enke le se cond en) na ee n d ru k op de kn op (zelfon tsp an ne r) , (flit ser ) of ( macr o) .
Zie pag. 68 voor meer informatie over het weergeven van de rasterlijnen.
!Bij het weergeven van foto’s
Symbolen
Geen schermweergave
Knop
18
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Knopfuncties
De volgende tabel bevat een overzicht van de functies van de knoppen op de camera.
Aan- uit kn op, zi e pag . 11. Modusdraaiknop, zie pag. 8. Ontspankn op , zi e pa g. 3 0.
Knop Functie
(verwijderen)/
(zelfontspanner)
In fotomodus
( : flitser)
(: macro)
( : snel weergeven)
In weergavemodus (foto weergegeven op volledig scherm)
Als u op deze knop drukt in de foto modus, wordt de zelfontspanner geactiveerd en kunt u daarmee foto’s maken (zie pag. 46).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, kunt u de foto of film verwijderen die wordt weergegeven op de LCD-monitor (zie pag. 82).
Met deze knop zet u de flitser aan en u it en activeert u de diverse andere modi (zie pag. 44). Met deze knop kunt u foto’s maken van heel dichtbij (close-ups) (zie pag. 42). Met deze knop wordt de laatst gemaakte foto weergegeven (zie pag. 71).
Met deze knop geeft u de vorige foto of film weer (zie pag. 74). Met deze knop geeft u de volgende foto of film weer (zie pag . 74).
In weergavemodus (weergave op gedeeld scherm)
Wanneer het menu wordt weergegeven
(uitzoomen)/
(miniatuurweergave)
(inzoomen)/
(vergroting)
Met deze knoppen geeft u d e foto of film aan de rechter-, linker-, boven- of onderzijde weer (zie pag. 77).
Met deze knoppen verplaatst u het kader naar links, rechts, boven en onder (zie pag. 24).
Als u op deze knop drukt in de foto modus, kunt u groothoekfoto’s maken (uitzoomen, zie pag. 40).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, wordt de LCD-monitor op zo’n manier opgedeeld dat u meerdere foto’s tegelijk kunt zien (zes beelden tegelijk) (zie pag. 70).
Als u op deze knop drukt in de foto modus, kunt u inzoomen op het onderwerp voordat u een foto maakt (zie pag. 40).
Als u op deze knop drukt in de weergavemodus, wordt het beeld op de LCD-monitor maximaal 3,4-maal zo groot weergegeven (zie pag. 78).
Met deze knop regelt u de weergave van symbolen op de L CD-monitor (zie pag. 18).
Deze knop gebruikt u wanneer u bezig bent in het menu op de LCD-monitor (zie pag. 20).
Deze knop dient voor het instellen van de verschillende opna memethode n (zie pag. 20) of voor het verzenden van foto’s naar de computer.
19
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Schermen
De standaardwaarden van uw camera op het moment van aanschaf worden hieronder steeds aangegeven met rechte haken: [ ].
!Opnamemenu (fotomodus)
Dit menu opent u in de fotomodus door op de knop te drukken.
Instelling Optie
EXPOSURE COMP. -2 ~ +2 Pag. 47
WHITE BALANCE
PIC QUALITY/SIZE F2048/N2048/F1280/[N1280]/N640 Pag. 52
FOCUS [AF]/MF/SNAP/ Pag. 5 5
CONT. MODE [OFF]/CONT/SCONT/MCONT Pag. 36
PHOTOMETRY [MULTI]/CENTRE/SPOT Pag. 57
ISO SETTING [AUTO]/ISO200/ISO400/ISO800 Pag. 59
SHARPNESS SHARP/[NORMAL]/SOFT Pag. 60
AUTO BRACKET ON/[OFF] Pag. 61
TIME EXPOSURE [OFF]/1/2/4/8 seconden Pag. 63
INT E RVAL Pag. 6 4
DATE IMPRINT [Off]/Date/Date and Time Pag. 66
RESTORE DEFAULTS Pag. 6 7
[ ] / (daglicht)/ (bewolkt)/ (gloeilicht)/
(tl- licht)/ (eigen instelling)
Verwij zing
Pagina
Pag. 4 9
20
!Opnamemenu (filmmodus)
Di t me nu op e nt u in de fil mmo du s door op de kn op t e d rukken .
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Instelling Optie
MOV I E S IZE [32 0× 2 40 ] / 16 0×120 Pag . 52
WHITE BALANCE
FOCUS [AF]/MF/SNAP/ Pag. 55
[ ] / (daglicht)/ (bewolkt)/ (gloeilicht)/
(tl-licht)/ (eigen instelling )
Verwij zing
Pagina
Pag. 49
!Opnamemenu (scènemodus/behalve in de tekstmodus)
Dit menu opent u in de scènemodus door op de knop te drukken.
Instelling Optie
WHITE BALANCE
PIC QUALITY/SIZE F2048/N2048/F1280/N1280/N640 Pag. 49
FOCUS [AF]/SNAP/(behalve modus voor landschappen) Pag. 55
[ ] / (daglicht)/ (bewolkt)/ (gloeilicht)/
(tl-licht)/ (eigen instelling )
21
Verwij zing
Pagina
Pag. 52
!Opnamemenu (tekstmodus)
Dit menu opent u in de tekstmodus door op de knop te drukken.
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Instelling Optie
DENSITY DEEP/[NORMAL]/LIGHT Pag. 69
Verwij zing
Pagina
!Weergavemenu
Dit menu opent u in de weergavemodus door op de knop te drukken.
Instelling Optie
Verwij zing
Pagina
SLIDE SHOW ON/[OFF] Pag. 79
PROTECT Selecteren/selectie opheffen 1 FILE/ Selecteren/selectie opheffen ALL
FILES
PRINT Selecteren/selectie opheffen 1 FILE/ Selecteren/selectie opheffen ALL
FILES
COPY TO CARD Pag. 89
22
Pag. 85
Pag. 90
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
!Scherm voor het kiezen van de gewenste scène (scènemodus)
Dit scherm wordt weergegeven wanneer u een scène kiest in de scènemodus.
Symbool Betekenis
PORTRA IT (por tr et ) Pag . 33
SPORTS ( spo rt) Pag . 3 3
LANDSCAP E (l an dschap ) Pag . 33
NIGHTSCAPE (nachtfoto’s) Pag. 33
TEXT MODE (tekst) Pag. 33
HIGH SENSITIVITY (hoge gevoeligheid) Pag. 33
!Instelscherm (instelmodus)
Dit scherm wordt weergegeven in de instelmodus.
Verwij zing
Pagina
Instelling Optie Verwijzing
CARD FORM AT Pa g. 94 IN FORMAT Pa g. 95 DATE SETTINGS Pa g. 12 POWER SAVE ON/[OFF] Pag. 96 AUTO POWER OFF OFF/[1]/5/30 minuten Pag. 97 BEEP SOUND [ON]/OFF Pag. 98 SEQUENTIAL NO. ON/[OFF] Pag. 99 IMAGE CONFIRMATION TIME OFF/[1]/2/3 seconden Pag. 100 LCD B RIGHTNESS Pag. 101 LANGUAGE JPN/[ENG]/FRE/GER/CHI Pag. 102 VIDEO OUT MODE [NTSC]/PAL Pag. 103
23
Basiswerking van het opnamemenu/weergavemenu
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het menu we erge ven:
Zet de modusdraaiknop op (fotomodus)
of (weergavemodus).
Druk op de knop .
He t m en u wo rd t we er ge ge ven. In he t men usche rm kunt u van het ene naar het andere scherm gaan door
te drukken op de knoppen en van het ene naar het an dere i tem d oo r te dr ukke n o p d e knop pen .
Een item selecteren:
Druk op de knoppen om het gewenste item te selecteren.
Druk op de knop .
Een waarde selecteren (opnamemenu):
Druk op de knoppen om het gewenste item te selecteren.
Druk op de knop .
Een bevestiging selecteren (opnamemenu):
Druk op de knop om [YES] te selecteren.
Druk op de knop .
Een item selecteren dat u wilt doorvoeren (weergavemenu):
Naar een ander menuscherm gaan (opnamemenu):
Druk op de knop .
U kunt het menuscherm veranderen van [1] naar [3].
• In het scherm voor het kiezen van een instelling wordt de actieve instelling steeds weergegeven met een ora n je bl okje (!). Ook als u de blauwe balk verplaatst, blijft het oranje blokje gewoon staan tot u de instelling
definitief wijzigt. Zo ziet u altijd wat d e vorige instelli ng was.
Druk op de knoppen om het item te selecteren dat u wilt doorvoeren.
Druk op de knop .
Terugkeren naar het opnamescherm/ weergavescherm:
Druk op de knop .
• De precieze volgorde van het menuscherm hangt af van het item waarvoor de instellingen worden gewijzigd. Zie dee l 2 ( pag . 27) of dee l 3 (p ag . 44) voor een m ee r gede tail leerde u itleg van el k van d e it e ms.
24
Basiswerking van het instelscherm
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Het instelscherm weergeven:
Zet de modusdraaiknop op (instel­modus).
Het instelscherm wordt wee rgegeven.
Een it em sele cte ren:
Druk op de knoppen om het gewenste item te selecteren.
Een waarde selecteren:
Druk op de knoppen om het gewenste item te selecteren.
Wanneer u [EXECUTE] hebt geselecteerd:
Druk op de knop .
Het volgende scherm wordt weergegeven, zodat u de nodige instellingen kunt vast­leggen.
Het instelscherm sluiten:
Zet de modusdraaiknop op een andere modus.
De preci eze volgorde van de handelingen hangt af van het item wa arvoor de instellingen worde n gewij zigd. Zie deel 6 (pag. 94) voor een meer gedetailleerde uitleg van elk van de items.
25
Deel 2 Opnamen maken -
basisfuncties
De basisfuncties voor het maken van opnamen worden hier uitgelegd, van het vasthouden van de camera tot het maken van foto’s en films.
Hoofdstuk 1 / Deel 2 Foto’s maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Als de camera beweegt op het moment dat u de ontspanknop indrukt, zullen uw foto’s wazig worden (‘bewogen’).
Houd de camera vast zoals hieronder getoond. U krijgt dan een beter resultaat.
Houd de camera met beide handen stevig vast en houd uw ellebogen lichtjes tegen het lichaam.
Plaats uw vinger op de ontspanknop.
• Let erop dat vingers, haar of de polsriem niet voor de lens of de flitser komen tijdens het maken van foto’s.
• Om bewogen foto’s te voorkomen moet u de camera stevig met twee handen vasthouden of een statief gebr uiken . Overweeg een statief ter voorkoming van bewogen foto’s in de volgende gevallen:
• Wanneer u foto’s in het donker maakt of geen flits gebruikt of de modus Lang synchroon gebruikt.
• Wanneer u foto’s maakt met gebruik van de zoomfunctie.
27
Hoofdstuk 1 / Deel 2 Foto’s maken
Scherpstellen
Hetgeen op de LCD-monitor wordt weergegeven, wordt vastgelegd als stilstaand beeld (een foto) of bewegend beeld (een filmpje). Om de scherpstelling te bepalen drukt u de ontspanknop half in.
U bepaalt de scherpstelling als volgt.
Wijs met de lens naar het onderwerp dat u wilt vastleggen.
Bepaal de gewenste compositie met behulp van de LCD-monitor.
Er wordt scherpgesteld op het punt in het midden van het scherm. Plaats het gewenste onderwerp dus in het midden van het scherm.
Als scherpstellen niet mogelijk is, wo rdt het kruis i n het m idd en van de LCD -mo ni to r ro od.
Vóór het scherpstellen
Druk de ontspanknop half in.
Het diafragma (de F-waarde) en de sluitertijd worden onder in het scherm weergegeven en er wordt scherp­gestel d.
Wanneer het beeld scherp is, worden de belichting en witbalans bepaald. Het kruis in het midden van de LCD-monitor wordt groen, net als het scherpstel­la mp je lin kso nd er d e zo eke r. Kijk na ar het kruis of het lampje om zeker te weten of het onderwerp scherp is.
Wanneer goed is scherpgesteld
Wanneer niet kon worden scherpgesteld
28
Hoofdstuk 1 / Deel 1 Aan de slag
Zie pag. 32 als het onderwerp zich niet in het midden van uw compositie bevindt.
• Er is nog een manier om opnamen te maken. Daarbij drukt u de ontspanknop in één keer helemaal in, dus zonder eerst half in te drukken. Dit kan handig zij n als u snel een foto wilt maken. Alleen kunt u in dat geval niet controleren of goed is scherpgesteld (zie pag. 31).
• Als u de LCD-monitor uitzet (zie pag. 96) en alleen de zoeker gebruikt, gaat de batterij langer mee. Maar in dat geval kunt u niet controleren of goed is scherpgesteld. Ook kan dat wat in de zoeker zichtbaar is en dat wat op de foto komt, licht van elkaar verschillen, afhankelijk van de afstand tot het onderwerp. Wanneer u zeker wilt weten dat de scherp stell ing en de afstand tot het onderwerp precies goed zijn voor de gewenste opname, dan wordt aangeraden om de zoeker te gebruiken.
29
Hoofdstuk 1 / Deel 2 Foto’s maken
Foto’s maken
Gebruik de fotomodus wanneer u foto’s wilt maken. U kunt de ontspanknop op twee manieren gebruiken: eerst half indrukken en dan helemaal of in één keer helemaal.
Wanneer u de ontspanknop eerst half indrukt, kunt u op de LCD-monitor controleren of het beeld scherp is. Wanneer u snel een foto wilt maken, kunt u de ontspanknop in één keer helemaal indrukken.
• Zie pag. 40 voor meer informatie over de zoomfunctie.
• Zie pag. 42 voor meer informatie over de macrofunctie.
Scherpstelling controleren en foto maken (half indrukken)
De knoppen die u gebruikt
Zet de modusdraaiknop op (fotomodus).
Maak uw compositie met behulp van de zoeker of de LCD-monitor.
Zorg ervoor dat het onderwerp voor de foto precies in het midden staat en druk de ont­spanknop half in.
Het di af ragm a (d e F- waa rde) en de sl uit e rt ijd wor de n onder in het scherm weergegeven en er wordt scherp­gesteld.
Wanneer het beeld scherp is, worden de belichting en witbalans be pa a ld. Het kr uis in het midd en van de LCD-monitor wordt groen, net als het scherpstel­lampje linksonder de zoeker. Kijk naar het kruis of het lampje om zeker te weten of het onderwerp scherp is.
Druk de ontspanknop nu voorzichtig hele­maal in.
De gemaakte foto wordt even weergegeven op de LCD-monitor en vervolgens opgeslagen.
• Wanneer de zoekertijd is uitgeschakeld, worden de beelden niet weergegeven. Zie pag. 100.
30
Loading...
+ 126 hidden pages