Zeer geachte klant,
Wij danken u voor de aankoop van dit product.
Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker deze gebruiks-
aanwijzing in acht te nemen!
Deze gebruiksaanwijzing behoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in
over ingebruikname en gebruik. Houd hier rekening mee als u dit product doorgeeft
aan derden. Bewaar deze gebruiksaanwijzing daarom voor later gebruik!
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
2. Verklaring van de symbolen
Het symbool met een bliksemschicht in een driehoek wordt gebruikt als er gevaar voor
uw gezondheid bestaat bijv. door elektrische schokken.
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke tips in deze
gebruiksaanwijzing die beslist opgevolgd moeten worden.
Het pijl-symbool ziet u waar bijzondere tips en aanwijzingen over de bediening worden
gegeven.
4
3. Doelmatig gebruik
Het product is een zelfstandig digitaal codeslot voor particuliere en commerciële toepassingen.
Het is met name bestemd voor onafhankelijke sluit- en vergrendelingssystemen met een bedrijfsspanning van 12 V. Het codeslot is compatibel met vrijwel elk elektrisch vergrendelingssysteem. Bovendien kan het gemakkelijk in bestaande beveiligingssystemen en machines worden
geïntegreerd.
Het codeslot heeft drie verschillende typen uitgangen. Het type uitgang dient afhankelijk van
de aanwezige beveiligingstechniek/-randapparatuur te worden geselecteerd. Het codeslot is
uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis!
Elk ander gebruik dan hierboven beschreven zal het product beschadigen en kan andere
gevaren met zich meebrengen zoals een kortsluiting, brand, elektrische schok, enz. Leef alle
veiligheidsinstructies altijd na! Geen enkel deel van het product mag worden gemodiceerd of
omgebouwd. Neem ook de veiligheidsinstructies van de aangesloten apparaten in acht.
Neem de veiligheidsinstructies altijd in acht!
4. Leveringsomvang
• Gebruiksaanwijzing
• Vrijloopdiode (1N4004)
• Bevestigingsset (2 houtschroeven)
• Keypad
• Behuizing (incl. 2 machineschroeven)
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan ze
met behulp van de afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website.
5
5. Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Wij zijn niet aansprakelijk in geval van materiële schade en persoonlijk letsel, veroorzaakt door het niet in acht nemen van de gebruiksaanwijzing
en de veiligheidsinstructies of door ondeskundig gebruik! In dergelijke gevallen komt de garantie te vervallen!
• Het product mag niet worden gemodiceerd of omgebouwd, anders vervalt niet
alleen de vergunning, maar ook het recht op garantie.
• Het product is geen speelgoed. Houd het uit de buurt van kinderen en huisdieren.
• Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Dit zou voor kinderen
gevaarlijk speelgoed kunnen worden.
• Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, vochtigheid, nattigheid, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
• Zet het product niet onder mechanische druk.
• Als het niet langer mogelijk is het product veilig te gebruiken, stel het dan buiten
bedrijf en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken.
• Veilig gebruik kan niet langer worden gegarandeerd als het product:
- zichtbaar is beschadigd,
- niet meer naar behoren werkt,
- gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is bewaard of
- tijdens het vervoer aan hoge belastingen onderhevig is geweest.
• Neem ook de veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in
acht die op het product zijn aangesloten. Aangesloten apparaten, die bijvoorbeeld
erg heet worden of andere gevaren opleveren, mogen uitsluitend onder toezicht
worden gebruikt.
• Giet nooit vloeistof over elektrische apparatuur en plaats met vloeistof gevulde
voorwerpen (zoals vazen) niet op of in de nabijheid van het apparaat. Er bestaat
brandgevaar of het risico op een levensgevaarlijke elektrische schok!
• Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door een vakman
of in een daartoe bevoegde werkplaats.
• Als u nog vragen heeft die niet door deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord,
neem dan contact op met onze technische dienst of andere specialisten.
6
6. Montage
• Controleer de montageplek op leidingen en kabels onder het oppervlak. Deze kunnen door
het boren van gaten worden beschadigd.
Schakel de leidingen spanningsvrij en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen. Con-
troleer of de draden niet onder stroom staan!
Zorg ervoor dat de ingaande en uitgaande leidingen niet worden kortgesloten. Houd
de leidingen van elkaar gescheiden. Schakel de stroom uit voordat u wat voor verbinding dan ook legt. En beveilig deze tegen onbedoeld opnieuw inschakelen!
• Plaats het apparaat als sjabloon en markeer de te boren plekken op de wand.
• Boor minstens 10 mm diep op de markeringen met een boor van 3 mm.
Houdt u er rekening mee dat er afhankelijk van de ondergrond eventueel een andere
bevestigingswijze dan met het materiaal in de meegeleverde bevestigingsset nodig is.
Pas de bevestigingswijze aan de omstandigheden aan.
Gebruik voor de elektrische installatie kabel met voldoende doorsnede.
Controleer voor het aansluiten of de afzonderlijke draden correct zijn toegewezen.
Raadpleeg bij twijfel over de werkwijze indien nodig een specialist.
• Bevestig de behuizing aan de wand.
• Verwijder indien nodig de connector van de printplaat. Verbind alle contacten met de juiste
draad en isoleer alle overige draden op een veilige manier.
• Sluit de connector aan op de printplaat van de keypad. Klem de draden van de schroefcontacten trekvast. Controleer indien nodig of de contacten goed zitten.
• Plaats de keypad in de behuizing en schroef deze vast met de bijbehorende machineschroeven.
7
7. Elektrische aansluiting
Verbind de 16 kabels van het codeslot volgens het navolgende schema. U kunt de connector
ook verwijderen en een eigen connector rechtstreeks met de printplaat verbinden. Op de printplaat bevinden zich 6 extra schroefcontacten (T1: open, T2-4, T5-7). Voer hier de uiteinden van
de ervoor bestemde kabels in en draai de schroeven stevig vast. Bovendien kunnen er 3 jumpers geplaatst worden. Let op belastbare soldeerpunten en isoleer alle open contacten en draden op deugdelijke wijze.
SABOTAGEBEVEILIGING
GROENE LED
RODE LED
RODE EXTRA LED (-)
STATUS-LED OF
ALARMUITGANG
{
{
GROEN (+)
LICHTBLAUW (-)
{
8
ROOD
ZWART
GRIJS (-)
GEEL (+)
WIT
ROZE
WIT/
ORANJE
GEEL/GROEN (-)
BRUIN
ORANJE
WIT/ROOD
PAARS (N.C.)
BLAUW (N.O.)
WIT/
BRUIN (COM.)
DWANGCODEUITGANG
COMMUNICATIE
BLOKKEERINGANG
UITGANG 3
AARDE (GND)
UITGANG 2
}
T2-T3: Uitgang 1 - deurvergrendeling:
Verbind de deurvergrendeling rechtstreeks met deze aansluitingen. Let op de juiste polariteit
van de aansluitingen 2 (-) en 3 (+). Deze aansluiting levert een maximale stroom van 3 A bij 12 V
gelijkspanning. Standaard is deze uitgang “Fail-Secure” - gesloten als de voedingsspanning
wegvalt. Via programmeerinstelling 66 kan dit worden gewijzigd naar “Fail-Safe”. Zonder voedingsspanning wordt uitgang 1 dan geopend. Het gedrag van de uitgang kan via programmeerinstelling 40-43 worden ingesteld.
T4: Deuropener:
Met een drukknop (maakcontact) kan deze ingang actief met de aarde (-) worden verbonden.
Als gevolg van het bedienen ervan wordt de deurvergrendeling onmiddellijk geopend. Deze
ingang is geschikt voor deuropeners aan de binnenkant van de deur. Deze functie mag niet
worden gebruikt voor het beveiligen van personen of machines. De opener gedraagt zich op
dezelfde wijze als het correct invoeren van de code. Op deze ingang kunnen meerdere knoppen
parallel geschakeld worden bijv. links en rechts naast de deur in huis.
T5-T6: 12 V/DC voedingsspanning:
Sluit op T5 de pluspool (+12 V) aan en op T6 de minpool/aarde (GND). De aansluitingen T5 en
15 vormen een gemeenschappelijke aarde.
T7: Deursensor:
Een deursensor (verbreekcontact - bijv. magnetische sensor) verbreekt de verbinding van ingang T7 met de aarde. Het sensorsignaal heeft intern de volgende reacties tot gevolg.
Deze ingang moet met de aarde worden verbonden, als er geen sensor gebruikt
wordt.
• Automatische uitschakeling van het openen: Door het openen van de deur wordt het
contact van de sensor onderbroken. Hoewel de vooraf ingestelde timer nog niet is verstreken, worden de uitgangen van de deurvergrendeling uitgeschakeld - gesloten. Dit voorkomt
onbevoegde toegang door derden.
• Alarm bij openen zonder vrijgave: Er wordt een alarm geactiveerd zodra de sensor wordt
onderbroken als er geen vrijgave is door het correct invoeren van de code of de deuropener.
Het alarm duurt 60 seconden en kan met de juiste code worden uitgeschakeld. Het alarm kan
via programmeerinstelling 80 worden ingeschakeld.
• Te lange onderbreking van de deursensor: Als de deur na het openen niet binnen een
vooraf ingestelde tijd weer wordt gesloten, gaat er een alarm af. De maximaal toegestane
onderbrekingstijd (1-999 seconden) kan via programmeerinstelling 9 worden gewijzigd.
• Communicatie tussen codesloten:
verbonden. Daardoor kan de toegang van een ander codeslot op deze deur worden onderdrukt.
Door een geopende deur wordt uitgang 14 met de aarde
9
1-2: Sabotagebeveiliging:
Bij normaal gebruik gesloten contact tussen pin 1 en pin 2. Als het apparaat wordt geopend,
wordt het contact onderbroken. De contacten kunnen in een 24-uurs bewakingssysteem worden geïntegreerd - voor overkoepelende bewaking. De aansluitingen hoeven niet te worden
gebruikt.
3-4, 5-6, 7: deur-LED, alarm-LED, extra LED:
Vrij te gebruiken LED’s, zie “LED-indicatoren”
8: K- of A-uitgang:
Deze NPN-transistor (open-collector met maximaal 100 mA bij 24 V/DC) kan naar wens worden
gebruikt voor het doorsturen van de bediening van knoppen of een geactiveerd alarm. Met de
jumper key-alarm kan er op het apparaat tussen het keypad-alarm (bediening van een knop) en
het alarm bij deuropening zonder vrijgave worden gewisseld.
• Keypad-alarm (K): Met elke druk op een knop wordt uitgang 8 voor 10 seconden met de
aarde verbonden. Dit kan worden gebruikt om verlichtingen, bewakingscamera’s, signalen
in te schakelen of berichten (bijv. aan de bewakingsdienst) te sturen. Zie de aanvullende
gebruiksaanwijzingen.
• Alarmuitgang (A): Als er door het niet-vrijgegeven openen van de deur een alarm geactiveerd wordt, wordt uitgang 8 met de aarde verbonden. Dit signaal kan extern en onafhankelijk
van het codeslot verder worden verwerkt (bijv. een extern beveiligingsbedrijf of overkoepelend alarmsysteem).
9-10-11: Uitgang 2:
Bij deze uitgang gaat het om een extra relayuitgang met een maximale stroom van 1 A. Deze
uitgang 2 is voorbehouden aan gebruikersgroep 2 - met de bijbehorende codes. Het gedrag
van de uitgang kan via de programmeerinstelling worden ingesteld. Het potentiaalvrije contact
kan standaard als verbreekcontact (Normally Open - NO) of als maakcontact (Normally Closed
- NC) worden gebruikt en is uitermate geschikt voor het aansturen van beveiligingssystemen of
automatische machinesturingen.
12: Uitgang 3:
Deze NPN-transistoruitgang (open-collector) is ideaal voor verdere functies. Er kunnen beveiligingssystemen of een ander 12 V/DC-relay worden aangestuurd. Deze uitgang 3 is voorbehouden aan gebruikersgroep 3 - met de bijbehorende codes. Door het activeren van de uitgang
wordt deze met de aarde verbonden. De uitgang verdraagt maximaal 100 mA bij 24 V/DC. Het
gedrag van de uitgang kan via de programmeerinstelling worden ingesteld.
10
13: Blokkeeringang:
Zolang deze ingang met de aarde verbonden wordt, wordt de wijziging door het activeren van
de deuropener of het invoeren van een code door gebruikersgroep 1 onderdrukt. Deze ingang
is geschikt voor het gebruik van meerdere codesloten voor een deurvergrendeling en wordt bijv.
met uitgang 14 verbonden. Het gaat om een NPN-uitgang (open-collector).
14: Communicatie:
Deze uitgang is normaal gesproken open en wordt 5 seconden lang met de aarde verbonden als
de deurvergrendeling (door het invoeren van een code door gebruikersgroep 1 of de deuropener) wordt geopend. Zolang de deur geopend blijft, blijft deze uitgang met de aarde verbonden.
Er kan het gelijktijdig activeren van een deur door twee keypads worden onderdrukt. Ook kan er
het gelijktijdig openen van verschillende deuren met elk een aparte keypad worden voorkomen.
Daarmee kunnen bijv. groepen mensen van elkaar worden gescheiden.
15: Aarde (GND):
De aansluitingen T5 en 15 vormen een gemeenschappelijke aarde.
16: Dwangcode-uitgang:
Door het invoeren van de dwangcode wordt uitgang 16 (NPN-transistor open-collector) met de
aarde verbonden. De uitgang levert maximaal 100 mA bij 24 V/DC. Er kan een alarm/sirene
worden geactiveerd of automatisch beveiligingspersoneel worden gewaarschuwd.
11
8. LED-indicatoren
Op het codeslot bevinden zich in totaal 4 LED’s. Een ervan is voor de status, twee voor vrije
toewijzing. Een extra LED kan via een jumper ofwel naar wens worden toegewezen of geeft een
code aan bij een verkeerde invoer van gebruikersgroep 1. Houdt u er rekening mee dat het bij
de MAIN (hoofd) / Auxiliary (extra) LED gaat om een tweevoudige LED (dezelfde component).
Main/hoofd-LED (groen):
Deze LED geeft een status aan. Deze knippert tijdens stand-by en toont andere signalen overeenkomstig de bediening van de toetsen. (Zie: tabel met LED-signalen)
Blokkering/Auxiliary (extra) LED (rood) - uitgang 7:
Aan deze LED kan via een jumper een van de volgende functies worden toegewezen:
• Blokkeren - jumper op „Inhibit“: Deze LED gaat branden als de invoer van alle codes voor
gebruikersgroep 1 door het invoeren van een supergebruikerscode geblokkeerd is. Of als er
meermaals een verkeerde code is ingevoerd. Zie: instellingen van programmeerinstelling 70.
• Extra indicator - jumper op ‚AUX“: Met deze instelling kan de LED vrij worden aangestuurd.
Intern is deze via een weerstand van 1,5 kOhm met de pluspool van de voedingsspanning
verbonden. De minpool is verbonden met uitgang 7, zodat de indicator gaat branden zodra
deze uitgang met de aarde wordt verbonden.
Vrij toe te wijzen groene LED (aansluiting 3-4):
Deze LED kan van buitenaf vrij worden aangestuurd en aan de vereisten van de toepassing
worden aangepast. Daarbij is aansluiting 3 de minpool en aansluiting 4 de pluspool. Intern is
ervoor al een weerstand van 3,3 kOhm in serie geschakeld.
Vrij toe te wijzen rode LED (aansluiting 5-6):
Deze LED kan van buitenaf vrij worden aangestuurd en aan de vereisten van de toepassing
worden aangepast. Daarbij is aansluiting 5 de minpool en aansluiting 6 de pluspool. Intern is
ervoor al een weerstand van 3,3 kOhm in serie geschakeld.
Toetsverlichting (geldt alleen voor apparaten met toetsverlichting): In stand-by is de toetsverlichting gedimd. Met elke druk op een toets worden de toetsen 10 seconden lang vol verlicht. Deze
tijd is ook de maximale tijd waarbinnen een code volledig dient te worden ingevoerd. Eerder
ingevoerde cijfers worden na het verstrijken van deze tijd (achtergrondverlichting wordt weer
gedimd) genegeerd.
12
9. Geluidssignalen en LED-lichtsignalen
De interne zoemer en de MAIN (hoofd-)LED geven standaard de volgende signalen weer:
* De geluidssignalen kunnen in programmeerinstelling 83 geactiveerd/gedeactiveerd worden.
** Het uitgangsactiveringssignaal kan in programmeerinstelling 81 geactiveerd/gedeactiveerd
worden.
Continu geluidssignalenContinu
lichtsignalen
- - -
voor een seconde**
13
10. Overzicht
Het product heeft standaard de mastercode 0000. Wanneer u het product voor de
eerste keer gebruikt, moet u deze mastercode gebruiken. Wijzig vervolgens de mastercode.
A) Programmeermodus met de mastercode starten
Invoer mastercodeBevestigenOpmerking
xxxx*Start de programmeermodus
B) Systeem resetten - voor installateurs
ResetcodeBevestigenOpmerking
8901#Het systeem wordt gereset. Alle opgeslagen
C) Invoeren van codes - voor gebruikers
1) Invoer mastercode en gebruikerscodes
Programmeerinstelling
04 - 8 cijfers#Mastercode van
100 tot 994 - 8 cijfers#100 verschillende
20 tot 94 - 8 cijfers#10 verschillende
30 tot 94 - 8 cijfers#10 verschillende
Gebruikers-IDCode-invoerBevestigen Opmerkingen
gegevens worden gewist, met uitzondering
van de mastercode.
de eigenaar om de
programmeermodus te
starten
gebruikerscodes voor
uitgang 1
gebruikerscodes voor
uitgang 2
gebruikerscodes voor
uitgang 3
14
2) Invoer supergebruikerscode
Programmeerinstelling
454 - 8 cijfers#Multitaskcode van de eigenaar
3) Invoer dwangcodes
Programmeerinstelling
460 tot 94 - 8 cijfers#10 dwangcodes om de
4) Invoer bezoekerscodes
Programmeerinstelling
470 tot 900 tot 994 - 8 cijfers#10 bezoekerscodes
Tijdsduur:
• 00 = code kan slechts één keer worden gebruikt
• 01 tot 99 = code is gedurende een bepaalde tijd geldig. Tijdslimiet tussen 1 en 99 uur
Code-invoerBevestigenOpmerkingen
Gebruikers-IDCode-invoerBevestigen Opmerkingen
dwanguitgang en uitgang
1 gelijktijdig te activeren
en "gebruiker onder
bedreiging" te melden
E) Conguratie van de modus voor een elektrisch sluitsysteem
Programmeerinstelling
660#Fail-Secure
661#Fail-Safe
TijdsduurBevestigenOpmerkingen
999 seconden handhaven
met 2-cijferige startcode
met 3-cijferige startcode
seconden handhaven
met 2-cijferige startcode
met 3-cijferige startcode
999 seconden handhaven
met 2-cijferige startcode
met 3-cijferige startcode
Type blokkeringBevestigenOpmerkingen
16
F) Verkeerde code-invoer en meldingen
Programmeerinstelling
701#10 keer achter elkaar een verkeerde
702#10 keer achter elkaar een verkeerde invoer:
705 tot 10#De keypad wordt 15 minuten lang
700#Alle beveiligingsinstellingen worden
G) Deuropening zonder vrijgave
Programmeerinstelling
800#uitgeschakeld
801#ingeschakeld, 60 seconden lang geactiveerd
H) Deuropeningssignaal
Programmeerinstelling
810#Geen signaal
811#2 korte tonen als het slot van de deur
812#1 lange toon als het slot van de deur
Sluitmodus
Functiecode
Functiecode
Bevestigen Opmerkingen
invoer: de keypad wordt 30 seconden lang
geblokkeerd.
dwanguitgang wordt geactiveerd.
geblokkeerd als de code te vaak verkeerd is
ingevoerd (in te stellen tussen 5 en 10 keer).
U kunt de blokkering van de keypad op elk
gewenst moment met de supergebruikerscode opheffen.
uitgeschakeld.
Bevestigen Opmerkingen
Bevestigen Opmerkingen
geopend is
geopend is
17
I) Bevestiging van de gebruikerscodes
Programmeerinstelling
820#Handmatige bevestiging van de gebrui-
821#Automatische bevestiging van de gebrui-
J) Geluidssignalen
Programmeerinstelling
830#Geluidssignalen uit, aan te bevelen in een
831#Geluidssignalen aan; elke keer dat er een
K) LED-lichtsignalen
Programmeerinstelling
840#Het LED-lichtsignaal is in stand-by uitge-
841#Het LED-lichtsignaal is in stand-by inge-
Functiecode
Functiecode
Functiecode
Bevestigen Opmerkingen
kerscode via de #-toets. De lengte van de
mastercode hoeft niet overeen te komen met
die van de gebruikerscodes. Deze kunnen
naar keuze tussen de 4 en 8 cijfers bevatten
kerscode. De lengte van de gebruikerscodes
dient overeen te komen met die van de mastercode. De #-toets hoeft niet ter bevestiging
te worden ingedrukt.
Bevestigen Opmerkingen
rustige omgeving
toets wordt ingedrukt klinkt er een pieptoon
BevestigenOpmerkingen
schakeld
schakeld
18
L) Vertraging van de deuropening
Programmeerinstelling
850 tot 4#0 - uitgeschakeld
M) Waarschuwing bij open gebleven deur
Programmeerinstelling
90#Geen waarschuwing
91 tot 999#Na een openingstijd van 1 tot 999 seconden
N) Beëindigen van de programmeermodus
BevestigenOpmerkingen
*Beëindig nadat u uw instellingen hebt gewijzigd altijd de programmeermo-
Functiecode
Functiecode
dus om de keypad te kunnen gebruiken.
BevestigenOpmerkingen
1 - indrukken, 5 seconden vertraging met
waarschuwing
2 - indrukken, 10 seconden vertraging met
waarschuwing
3 - ingedrukt houden, 5 seconden vertraging
met waarschuwing
4 - ingedrukt houden, 10 seconden vertraging met waarschuwing
BevestigenOpmerkingen
wordt er als waarschuwing een geluidssignaal geactiveerd.
19
11. Instellingen en programmering
Voorwaarden voor het programmeren
• De keypad moet zich in de programmeermodus bevinden om instellingen en wijzigingen te
kunnen uitvoeren
• De programmering kan… Alle gegevens worden in een permanent geheugen opgeslagen en
gaan bij het uitschakelen niet verloren
• Schakel de voeding van de keypad tijdens het programmeren niet uit. Anders kan er een
geheugenfout optreden.
a) Starten en beëindigen van de programmeermodus
Om te kunnen programmeren dient de programmeermodus met de mastercode te worden gestart.
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets
Bij levering is door de fabrikant de mastercode 0000 ingesteld.
MastercodeBevestigen
0 0 0 0*De keypad bevindt zich nu in de programmeermodus
2. Maak gebruik van het overzicht van de codes om uw instellingen uit te voeren. Het program-
meren kan stapsgewijs achter elkaar worden uitgevoerd.
3. Beëindig de programmeermodus zodra u klaar bent met programmeren door op de *-toets te
drukken.
Om veiligheidsredenen is het raadzaam uw mastercode te wijzigen wanneer u het
apparaat voor het eerst gebruikt. Als u een nieuwe mastercode hebt aangelegd, wordt
de oude code overschreven. Als u uw mastercode bent vergeten, gebruik dan de
DAP-jumper om de programmeermodus te starten.
20
DAP-jumper - plaatsen als u de mastercode bent vergeten
Als u uw mastercode bent vergeten, voer dan een hardware-reset uit. Volg daartoe de volgende
aanwijzingen op:
1. Koppel de keypad los van de voeding
2. Zet de DAP-jumper van OFF op ON
3. Verbind de keypad weer met de voeding. De keypad begint te piepen
4. Zet de DAP-jumper van ON op OFF. De keypad stopt met piepen zodra de DAP-jumper weer
in de oorspronkelijke stand staat.
5. De keypad bevindt zich nu in de programmeermodus.
6. U kunt uw apparaat door middel van de in het overzicht vermelde opties opnieuw programmeren.
De DAP-jumper voert alleen een reset uit van de mastercode en start de program-
meermodus. De jumper heeft geen enkele invloed op de overige instellingen. Na het
resetten dient u een nieuwe mastercode in te voeren!
b) Programmeren van een nieuw mastercode
ProgrammeerinstellingNieuwe mastercodeBevestigen
0xxxx#
Programmeervoorbeelden:
1. Start de programmeermodus met de mastercode en de *-toets of met de DAP-jumper. In dit
voorbeeld wordt de in de fabriek vastgelegde mastercode 0000 gebruikt:
0 0 0 0 *
2. Programmeer de nieuwe mastercode 3289
0 3 2 8 9 #
3. Beëindig de programmeermodus door op de *-toets te drukken
0 is de geheugenplaats voor de mastercode. De mastercode kan bestaan uit 4 tot 8
cijfers. Als de keypad is ingesteld op automatische bevestiging, dienen de gebruikerscodes te bestaan uit hetzelfde aantal cijfers als de mastercode.
De keypad heeft nu de mastercode 3289. De nieuwe mastercode kan vanaf nu wor-
den gebruikt om de programmeermodus te starten.
21
c) Resetten van het systeem
Soms kan het nodig zijn om alle gegevens in het geheugen (behalve de mastercode) te wissen
en de keypad te resetten op de door de fabrikant ingestelde waarden. Dit kan nodig zijn als de
opgeslagen gegevens niet bereikbaar zijn of als het codeslot van eigenaar wisselt.
Ga als volgt te werk:
1. Start de programmeermodus met de mastercode en de *-toets. In dit voorbeeld wordt de
mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Voer de code voor het resetten van het systeem in en bevestig dit met de #-toets. Alle instellingen behalve de mastercode worden daarbij gewist.
8 9 0 1 #
De keypad staat na het resetten in de handmatige bevestigingsmodus.
3. Voer uw nieuwe instellingen uit. De mogelijke instellingen vindt u in het overzicht.
4. Beëindig de programmeermodus door op de *-toets te drukken
d) Programmeren van de gebruikerscodes
U kunt drie groepen gebruikerscodes programmeren. Dit is afhankelijk van welke uitgang u voor
uw randapparaat gebruikt. De volgende stappen zetten uiteen hoe u uw gebruikerscodes kunt
programmeren.
Programmeerinstelling
Uitgang 1100 tot 994 - 8 cijfers#
Uitgang 220 tot 94 - 8 cijfers#
Uitgang 330 tot 94 - 8 cijfers#
1, 2 en 3 zijn de geheugenplaatsen van de gebruikerscodes voor uitgang 1, 2 en 3
Via uitgang 1 kunnen 100 gebruikerscodes worden toegewezen. Van gebruikers-ID 00 tot ge-
bruikers-ID 99
Via uitgang 2 en uitgang 3 kunnen elk 10 gebruikerscodes worden toegewezen. Beide van
gebruikers-ID 0 tot gebruikers-ID 9
De gebruikerscodes kunnen uit 4 tot 8 cijfers bestaan. In de automatische bevestigingsmodus
dient het aantal cijfers van de gebruikerscodes overeen te komen met het aantal cijfers van de
mastercode.
Gebruikers-IDCode-invoerBevestigen
22
In paragraaf C-1 van het overzicht vindt u meer informatie over de gebruikerscodes
Informatie over de handmatige en automatische bevestigingsmodus vindt u eveneens in het
overzicht
Programmeervoorbeelden
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets. In dit voorbeeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Programmeer de gebruikerscode 8321 voor uitgang 1. In dit voorbeeld wordt de gebruikers-ID 01 geselecteerd.
1 0 1 8 3 2 1 #
3. Programmeer gebruikerscode 54321 voor uitgang 2. In dit voorbeeld wordt de gebruikers-ID
1 geselecteerd.
2 1 5 4 3 2 1 #
4. Programmeer gebruikerscode 927053 voor uitgang 3. In dit voorbeeld wordt de gebruikers-ID 1 gebruikt.
3 1 9 2 7 0 5 3 #
5. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
Toepassing
1. Druk op de toetsen: 8 3 2 1 # uitgang 1 is geactiveerd
2. Druk op de toetsen: 5 4 3 2 1 # uitgang 2 is geactiveerd
3. Druk op de toetsen: 9 2 7 0 5 3 # uitgang 3 is geactiveerd
23
e) Programmeren van de supergebruikerscode
De supergebruikerscode is een multitaskcode waarmee de drie uitgangen 1, 2 en 3 gelijktijdig
geactiveerd kunnen worden. Bovendien kunnen met deze code de speciale functies van uitgang
1 worden gebruikt
• De supergebruikerscode kan uit 4 tot 8 cijfers bestaan. In de automatische bevestigingsmodus dient het aantal cijfers van de supergebruikerscode overeen te komen met het aantal
cijfers van de mastercode.
• De supergebruikerscode en de deuropener zijn onafhankelijk van alle sluit- en blokkeersystemen. U hebt altijd het recht om de deur te openen.
• Meer informatie over de supergebruikerscode vindt u in paragraaf C-2 van het overzicht.
• Informatie over de handmatige en automatische bevestigingsmodus vindt u eveneens in het
overzicht.
Programmeervoorbeeld
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets.
In dit voorbeeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Programmeer de supergebruikerscode 2580
4 5 2 5 8 0 #
3. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
Toepassing
1. Activeren of deactiveren van uitgang 1, 2 of 3
De supergebruikerscode werkt net als de gebruikerscodes. Voer de code in met het nummer van
de door u benodigde uitgang. De supergebruikerscode kan worden gebruikt om op elk gewenst
moment een uitgang te resetten die voor een bepaalde tijdsduur geactiveerd is.
2 5 8 0 # 1 Uitgang 1 is geactiveerd/gedeactiveerd
2 5 8 0 # 2 Uitgang 2 is geactiveerd/gedeactiveerd
2 5 8 0 # 3 Uitgang 3 is geactiveerd/gedeactiveerd
24
2. Sluiten van de deur door uitgang 1 overschrijven
Met uitgang 1 wordt de deurvergrendeling bewaakt. Het is mogelijk om de deur voor een be-
paalde tijdsduur continu vergrendeld te houden, d.w.z. de deur blijft ook na het invoeren van
een code gesloten. Dat kan bijvoorbeeld in de vakantietijd zinvol zijn. Op dezelfde wijze is het
mogelijk om de deur voor een bepaalde tijdsduur continu ontgrendeld te houden. De werking
kan met de volgende code worden ingesteld.
2 5 8 0 # 7 De deur is vergrendeld/ontgrendeld
• De LED voor uitgang 1 (groen) brandt zolang de deur ontgrendeld is
• Gebruik deze functie alleen als u “Fail-Safe” hebt ingesteld
Vergeet niet om de functie te beëindigen zodra deze niet meer nodig is. Terwijl u met
de supergebruikerscode de deurvergrendeling open houdt, zijn de functies van de
deursensoren en de gebruikerscodes tijdelijk gedeactiveerd. Om dit te beëindigen,
moet u de supergebruikerscode opnieuw invoeren!
De volgende functies worden tijdelijk gedeactiveerd:
• Automatisch weer afsluiten van de deur
• Alarm bij openen van de deur zonder vrijgave
• Waarschuwing bij te lange onderbreking van de deursensor
• Communicatie-uitgang
• Alle gebruikerscodes inclusief de supergebruikerscode voor uitgang 1
• Dwangcode voor uitgang 1
3. Blokkeren van de gebruikerscodes voor uitgang 1
Als eigenaar van het codeslot kunt u handmatig de gebruikerscodes blokkeren, om er bijvoor-
beeld voor te zorgen dat uw medewerkers zich aan de werktijden houden. De functie kan met
de volgende code worden ingesteld en beëindigd.
2 5 8 0 # 9
• U kunt alleen alle gebruikerscodes tegelijk blokkeren. Het is niet mogelijk deze afzonderlijk
te blokkeren.
• Om veiligheidsredenen blijven de deuropener en de supergebruikerscode actief totdat uitgang 1 wordt geblokkeerd.
• Er brandt een rode LED zolang uitgang 1 geblokkeerd is.
• De blokkering van uitgang 1 heeft geen invloed op de uitgangen 2 en 3.
De gebruikerscodes zijn geblokkeerd/vrijgegeven
25
f) Programmeren van de dwangcode
De dwangcode beschermt de gebruiker in het geval dat deze wordt gedwongen om de deur
te openen. Deze werkt als een normale gebruikerscode en activeert uitgang 1 om de deur te
openen. Tegelijkertijd wordt de dwanguitgang geactiveerd, zonder dat dit wordt aangegeven. De
dwanguitgang waarschuwt automatisch het beveiligingspersoneel of een veiligheidssysteem en
meldt het incident.
• De dwangcode kan uit 4 tot 8 cijfers bestaan. In de automatische bevestigingsmodus dient
het aantal cijfers van de dwangcode overeen te komen met het aantal cijfers van de mastercode.
• U kunt 10 verschillende dwangcodes gebruiken met gebruikers-ID’s van 0 tot 9.
• De dwangcode laat alle andere procedures toe en kan niet door een veiligheidssysteem of
sluitfunctie worden omzeild.
• Meer informatie vindt u in paragraaf C-3 van het overzicht.
• Informatie over de handmatige en automatische bevestigingsmodus vindt u eveneens in het
overzicht.
Kies een dwangcode, die u zich in een bedreigende situatie zeker kunt herinneren!
Aan te bevelen is een code die met slechts één cijfer afwijkt van uw normale gebruikerscode! Als uw gebruikerscode 1357 is, kan uw dwangcode bijvoorbeeld 3357 of
1358 zijn.
Programmeervoorbeeld
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets.
In dit voorbeeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Programmeer 3357 als dwangcode
46 1 3 3 5 7 #
3. Programmeer 23980 als tweede dwangcode als u meer dan één dwangcode nodig hebt
46 2 2 3 9 8 0 #
4. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
26
Toepassing
1. Activeer uitgang 1 en de dwanguitgang met de 4-cijferige gebruikerscode.
3 3 5 7 #
2. Activeer uitgang 1 en de dwangcode met de 5-cijferige gebruikerscode.
2 3 9 8 0 #
3. Deactiveer de dwanguitgang met een normale gebruikerscode, in dit voorbeeld 1357
1 3 5 7 #
De dwanguitgang is zolang geactiveerd totdat deze via een normale gebruikerscode
of de supergebruikerscode wordt uitgeschakeld.
g) Programmeren van de bezoekerscodes
Bezoekerscodes zijn tijdelijke gebruikerscodes. Deze kunnen voor eenmalig gebruik of voor
gebruik gedurende een bepaalde periode worden geprogrammeerd.
• Bezoekerscodes kunnen uit 4 tot 8 cijfers bestaan. In de automatische bevestigingsmodus
dient het aantal cijfers van de bezoekerscode overeen te komen met het aantal cijfers van
de mastercode.
• U kunt maximaal 10 bezoekerscodes toewijzen. Er zijn gebruikers-ID’s beschikbaar van 0
tot 9
• Geldigheidsduur:
0 Eenmalige code: de code heeft geen tijdslimiet, maar kan slechts één keer wor-
den gebruikt.
01 tot 99 Tijdslimiet in uren: Stel de geldigheidsduur van de bezoekerscode in van 1 tot 99
uur
• Alle bezoekerscodes gaan bij onderbreking van de voeding verloren
• Meer informatie over de bezoekerscodes vindt u in paragraaf C-4 van het overzicht.
• Informatie over de handmatige en automatische bevestigingsmodus vindt u eveneens in het
overzicht.
27
Programmeervoorbeeld
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets.
In dit voorbeeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Programmeer een eenmalig te gebruiken bezoekerscode 1378 met de ID 0.
47 0 0 0 1 3 7 8 #
3. Programmeer de bezoekerscode 23089 met de ID 1 voor een geldigheidsduur van 5 uur
47 1 0 5 2 3 0 8 9 #
4. Programmeer de bezoekerscode 8358 met de ID 2 voor een geldigheidsduur van 10 uur
47 2 1 0 8 3 5 8 #
5 Beëindig de programmeermodus met de *-toets
Toepassing
1. Activeer uitgang 1 met de eenmalig te gebruiken bezoekerscode.
1 3 7 8 # De code is na gebruik ongeldig
2. Activeer uitgang 1 met de 5 uur lang geldige bezoekerscode
2 3 0 8 9 # De code kan gedurende 5 uur onbeperkt worden gebruikt
3. Activeer uitgang 1 met de 10 uur lang geldige bezoekerscode
8 3 5 8 #
De code kan gedurende 10 uur onbeperkt worden gebruikt
28
h) Wissen van gebruikerscodes en overige functiecodes
U kunt afzonderlijke gebruikerscodes van enkele personen wissen. Dit betreft bijvoorbeeld medewerkers die het bedrijf hebben verlaten of mensen die geen toegang meer mogen hebben
tot het terrein.
Voorbeelden voor het wissen van gebruikerscodes
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets. In dit voor-
beeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Wis de codes stapsgewijs de een na de ander, als u meer dan één code wilt deactiveren.
Voer de nummers van de programmeerinstelling en de gebruikers-ID in en bevestig dit met
de #-toets.
- Wissen van een gebruikerscode met de ID 01 van uitgang 1. Voer de programmeerinstelling 1 en de gebruikers-ID 01 in en bevestig dit met de #-toets:
1 0 1 #
- Wissen van een gebruikerscode met de ID 1 van uitgang 2. Voer de programmeerinstelling
2 en de gebruikers-ID 1 in en bevestig dit met de #-toets:
2 1 #
- Wissen van een gebruikerscode met de ID 6 van uitgang 3. Voer de programmeerinstelling
3 en de gebruikers-ID 6 in en bevestig dit met de #-toets:
3 6 #
- Wissen van de supergebruikerscode. Voer de programmeerinstelling 45 in en bevestig
dit met de #-toets:
4 5 #
- Wissen van de dwangcode met de ID 2. Voer de programmeerinstelling 46 en de gebruikers-ID 2 in en bevestig dit met de #-toets:
4 6 2 #
- Wissen van een bezoekerscode met de gebruikers-ID 3. Voer de programmeerinstelling
47 en de gebruikers-ID 3 in en bevestig dit met de #-toets:
4 7 3 #
3. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
29
i) Instellingen voor de uitgangen 1, 2 en 3
De uitgangen 1, 2 en 3 kunnen via verschillende opties worden geactiveerd of gedeactiveerd:
Programmeerinstelling TijdsduurBevestigen
4 01 - 999 seconden#
4 1#
4 2#
4 3#
• Ze kunnen voor een tijdsduur van 1 tot 999 seconden worden geactiveerd.
• Ze kunnen via een gebruikerscode worden geactiveerd en gedeactiveerd.
• Ze kunnen met een verkorte gebruikerscode worden geactiveerd en met de complete code
weer worden gedeactiveerd.
Programmeerinstelling 40, 41, 42 en 43 uitgang 1
Programmeerinstelling 50, 51, 52 en 53 uitgang 2
Programmeerinstelling 60, 61, 62 en 63 uitgang 3
Programmeeropties voor de uitgangen 1, 2 en 3
• Meer informatie over de opties vindt u in paragraaf D van het overzicht.
• Programmeerinstelling 40, 50 en 60: de aangegeven uitgang wordt voor een tijdsduur van 1
tot 999 seconden geactiveerd.
De uitgangen kunnen zo worden geprogrammeerd dat deze voor een tijdsduur van 1 tot 999
seconden de deur openen. De standaardinstelling is 1 seconde. Voer om te beginnen de
opgeslagen gebruikerscode in.
• Programmeerinstelling van 41, 51 en 61: start/stop-modus
De uitgangen kunnen met een gebruikerscode handmatig worden geactiveerd en gedeac-
tiveerd.
• Programmeerinstelling van 42, 52 en 62: start/stop-modus met 2-cijferige startcode
De uitgangen kunnen met de eerste twee cijfers van de gebruikerscode worden geactiveerd.
Voor het deactiveren hebt u de complete gebruikerscode nodig.
• Programmeerinstelling van 43, 53 en 63: start/stop-modus met 3-cijferige startcode
De uitgangen kunnen met de eerste drie cijfers van de gebruikerscode worden geactiveerd.
Voor het deactiveren hebt u de complete gebruikerscode nodig.
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets. In dit voor-
beeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Activeer uitgang 1 voor 5 seconden
4 0 5 #
3. Activeer voor uitgang 2 de start/stop-modus
5 1 #
4. Activeer voor uitgang 3 de start/stop-modus met 3-cijferige startcode
6 3 #
5. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
Toepassing
1. Activeer uitgang 1 voor 5 seconden. Voer daartoe de opgeslagen gebruikerscode in (in dit
voorbeeld 8321).
8 3 2 1 # uitgang 1 is voor 5 seconden geactiveerd
2. Activeer uitgang 2 met de start/stop-modus. Voer daartoe de opgeslagen gebruikerscode in
(in dit voorbeeld 54321).
5 4 3 2 1 # uitgang 2 staat in de start/stop-modus
3. Activeer uitgang 3 met de start/stop-modus en de 3-cijferige startcode. Voer daartoe de
opgeslagen gebruikerscode in (in dit voorbeeld 927053).
9 2 7 # uitgang 3 is met de 3-cijferige startcode geactiveerd
9 2 7 0 5 3 # uitgang 3 wordt met de complete gebruikerscode gedeactiveerd
31
• De start/stop-modus met de 2-cijferige of 3-cijferige startcode komt overeen met twee gebruikerscodes die er voor het starten en stoppen nodig zijn. U kunt het personeel bijvoorbeeld
de verkorte startcode geven om het systeem te activeren (bijv. een alarmsysteem). Alleen de
eigenaar kan echter het systeem deactiveren.
• De supergebruikerscode heeft eveneens het recht om de uitgangen te activeren en te deactiveren.
Supergebruikerscode # 1 uitgang 1 wordt geactiveerd of gedeactiveerd
Supergebruikerscode # 2 uitgang 2 wordt geactiveerd of gedeactiveerd
Supergebruikerscode # 3 uitgang 3 wordt geactiveerd of gedeactiveerd
j) Uitgang 1: elektrische sluitsystemen
Er bestaan twee typen sluitsystemen: “Fail-Secure” en “Fail-Safe”. Houdt u er rekening met deze
verschillend functioneren! Het is belangrijk dat u voor uw beveiligingssysteem de juiste functie
kiest! Met de keypad kunnen beide sluitsystemen worden gebruikt. Via de desbetreffende programmeerinstelling kunt u de functies selecteren.
Programmeerinstelling Sluitsystemen Bevestigen
6 60 of 1#
Codes van de sluitsystemen
0 Fail-Secure De deur blijft ook bij stroomuitval vergrendeld.
1 Fail-Safe Bij stroomuitval wordt uitgang 1 geactiveerd en de deur geopend.
Let er bij de installatie op dat het elektrische sluitsysteem niet te veel stroom verbruikt.
Met name de optie “Fail-Secure” kan hoge piekstromen bereiken.
32
k) Meermaals de code verkeerd invoeren
De keypad kan als de code meerdere keren verkeerd wordt ingevoerd het sluitsysteem vergrendelen of de beveiligingsdienst van de verkeerde invoer op de hoogte stellen, om onbevoegde
toegang te voorkomen. U heeft meerdere opties bij het meermaals verkeerd invoeren van de
code:
Programmeerinstelling SluitoptiesBevestigen
7 0 1 - 2 cijfers#
Codes van de sluitopties bij het meermaals verkeerd invoeren van de code
1 Als de code 10 keer achter elkaar verkeerd wordt ingevoerd, dan wordt de keypad
voor 30 seconden gedeactiveerd (standaardinstelling)
2 Als de code 10 keer achter elkaar verkeerd wordt ingevoerd, wordt de dwanguitgang
geactiveerd. U kunt de dwanguitgang door het invoeren van een gebruikerscode of
de supergebruikerscode deactiveren.
5 - 10 De keypad wordt bij het meermaals verkeerd invoeren (5 -10 keer) van de code voor
15 minuten gedeactiveerd. Met de cijfers 5 - 10 kunt u selecteren hoe vaak de code
verkeerd mag worden ingevoerd voordat de keypad wordt gedeactiveerd. U kunt de
blokkering op elk gewenst moment met de supergebruikerscode opheffen.
0 0 Het systeem wordt niet geblokkeerd
Programmeervoorbeeld
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets. In dit voorbeeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Deactiveer de keypad voor 15 minuten nadat er vijf keer een verkeerde code is ingevoerd:
7 0 5 #
3. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
33
l) Deuropening zonder vrijgave
De keypad activeert een alarm zodra de deur wordt geopend zonder invoer van een gebruikerscode of bediening van de deuropener. Als de deur zonder vrijgave wordt geopend, wordt de zoemer van de keypad en de alarmuitgang geactiveerd. De alarmuitgang waarschuwt automatisch
het beveiligingspersoneel of een beveiligingssysteem om het incident te melden.
Programmeerinstelling Functie Bevestigen
8 00 of 1#
Functie-opties
0 Het alarm voor het openen van de deur zonder vrijgave is uitgeschakeld (standaardinstelling)
1 Het alarm is ingeschakeld. Bij het openen van de deur zonder vrijgave wordt het alarm voor
60 seconden geactiveerd. Dit kan via een gebruikerscode van uitgang 1 worden gedeactiveerd.
m) Deuropeningssignaal
Een geluidssignaal geeft aan de bezoeker aan dat de deur nu kan worden geopend.
Programmeerinstelling Functie Bevestigen
8 10, 1 of 2#
Functie-opties
0 Er wordt geen geluidssignaal weergegeven wanneer de deur kan worden geopend.
1 De keypad laat twee geluidssignalen horen wanneer de deur kan worden geopend.
2 De keypad laat een seconde lang een geluidssignaal horen wanneer de deur kan worden
geopend (standaardinstelling)
34
n) Bevestigingsmodus
De invoer van een gebruikerscode kan ofwel met de #-toets of automatisch na het invoeren
van het laatste cijfer worden bevestigd. Met de handmatige bevestiging via de #-toets wordt het
uitlezen van de lengte van de gebruikercode bemoeilijkt.
Programmeerinstelling Functie Bevestigen
8 20 of 1#
Functie-opties
0 Handmatige bevestigingsmodus (standaardinstelling): ter bevestiging moet na het invoeren
van de gebruikerscode de #-toets worden ingedrukt. Met deze instelling kunnen de gebruikerscodes uit 4 tot 8 cijfers bestaan. De gebruikerscodes kunnen ook een verschillende
lengte hebben. Het aantal cijfers van de gebruikerscodes hoeft niet overeen te komen met
het aantal cijfers van de mastercode.
1 Automatische bevestigingsmodus: een handmatige bevestiging met de #-toets is niet nodig.
Het aantal cijfers van de gebruikerscodes dient overeen te komen met het aantal cijfers van
de mastercode. Als de mastercode dus uit 5 cijfers bestaat, moeten de gebruikerscodes
eveneens uit 5 cijfers bestaan.
o) Geluidssignalen
De geluidssignalen geven aan of het invoeren van de code succesvol was of niet. De instelling
van de geluidssignalen heeft geen invloed op het deuropeningssignaal (programmeerinstelling
81).
Programmeerinstelling Functie Bevestigen
8 30 of 1#
Functie-opties
0 Alle geludssignalen staan uit. Deze instelling is aan te bevelen in een rustige omgeving.
1 De geluidssignalen staan aan. Met één geluidssignaal was het invoeren van de code suc-
cesvol. Als er een verkeerde code wordt ingevoerd, laat de keypad kort achter elkaar vijf
geluidssignalen horen (standaardinstelling).
35
p) LED-lichtsignalen
De LED van de keypad brandt wanneer deze in stand-by staat. Omdat het ikkeren van de LED
‘s nachts als storend kan worden ervaren, is het mogelijk de LED in stand-by uit te schakelen.
Programmeerinstelling Functie Bevestigen
8 40 of 1#
Functie-opties
0 De LED staat in stand-by uit.
1 De LED brandt wanneer de keypad in stand-by staat.
q) Vertraging van de deuropening
Via de invoer van een gebruikerscode kan de toegang tot een gebouw of gebied worden gecontroleerd. Men kan het gebied of gebouw verlaten door middel van een knop voor het openen
van de deur. Het is mogelijk om de deur na het indrukken van de knop pas vertraagd te openen,
d.w.z. uitgang 1 met vertraging te activeren. Dit kan bijvoorbeeld in ziekenhuizen of kleuterscholen nodig zijn. De patiënten of kinderen ervaren bij het verlaten van de beveiligde ruimte een
zekere hindernis. Afgezien van de vertraging klinkt er ook een geluidssignaal.
Deze instellingen hebben geen invloed op de werking van de keypad. Het zijn optio-
nele functies die eerst door de eigenaar ingesteld dienen te worden.
Programmeerinstelling Functie Bevestigen
8 50 of 4#
Functie-opties
0 Druk op de knop om de deur openen. Uitgang 1 wordt onmiddellijk geactiveerd zonder ge-
luidssignaal of vertraging (standaardinstelling).
1 Druk op de knop om de deur openen. De keypad laat 5 seconden lang een geluidssignaal
horen. Pas daarna wordt uitgang 1 geactiveerd.
2 Druk op de knop om de deur openen. De keypad laat 10 seconden lang een geluidssignaal
horen. Pas daarna wordt uitgang 1 geactiveerd.
3 Houd de knop voor het openen van de deur 5 seconden lang ingedrukt. De keypad laat gedu-
rende deze 5 seconden een geluidssignaal horen. Pas daarna wordt uitgang 1 geactiveerd.
4
Houd de knop voor het openen van de deur 10 seconden lang ingedrukt. De keypad laat gedurende deze 10 seconden een geluidssignaal horen. Pas daarna wordt uitgang 1 geactiveerd.
36
Programmeer- en gebruiksvoorbeelden
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets. In dit voorbeeld wordt de mastercode 3289 gebruikt:
3 2 8 9 *
2. Programmeer een vertraging van 5 seconden:
8 5 1 #
3. Programmeer uitgang 1 dusdanig, dat de knop voor het openen van de deur 5 seconden lang
ingedrukt dient te worden gehouden, voordat de deur kan worden geopend.
8 5 3 #
4. Zet de knop voor het openen van de deur terug naar de standaardinstelling.
8 5 0 #
5. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
Voorzie de knop om veiligheidsredenen en gebruiksgemak van een korte handleiding.
Hieronder vindt u twee voorbeelden.
of
DRUK OP DE KNOP EN WACHT
5 SECONDEN TOTDAT DE DEUR
ONTGRENDELD WORDT.
HOUD DE KNOP 5 SECONDEN
LANG INGEDRUKT TOTDAT DE
DEUR ONTGRENDELD WORDT.
r) Waarschuwing bij open gebleven deur
De keypad laat een geluidssignaal horen wanneer de deur langere tijd open staat.
Programmeerinstelling Openingsduur Bevestigen
90 of 1 tot 999#
Functie-opties
0 De waarschuwing bij open gebleven deur is gedeactiveerd (standaardinstelling).
1 tot 999 De waarschuwing bij open gebleven deur is geactiveerd. Het geluidssignaal begint
bij een openingsduur van 1 tot 999 seconden. De openingsduur van de deur kunt u
zelf instellen.
37
12. Vereenvoudigde softwareversie
Gebruikers die voor elke uitgang slechts één gebruikerscode en de speciale functies niet nodig
hebben, kunnen een vereenvoudigde softwareversie gebruiken. Met deze vereenvoudigde softwarefunctie zijn er geen gebruikers-ID’s nodig. De vereenvoudigde softwareversie is bedoeld
voor gebruikers die de voorkeur geven aan een eenvoudige bediening en die de standaardinstelling van de keypad gebruiken. U kunt dit hoofdstuk overslaan als u de vereenvoudigde softwareversie niet wilt gebruiken.
Belangrijke Informatie
• U kunt tussen de volledige en de vereenvoudigde softwareversie overschakelen
• Alle gebruikerscodes en de mastercode bestaan uit 4 cijfers
• Zorg ervoor dat uw mastercode uit 4 cijfers bestaat, voordat u het systeem reset naar de
vereenvoudigde softwareversie. Anders kunt u het systeem niet resetten
• Het resetten naar de vereenvoudigde softwareversie duurt 2 tot 3 seconden. Voer in deze tijd
geen code in. Zodra het systeem is gereset, klinken er twee korte geluidssignalen.
• Na het resetten naar de vereenvoudigde softwareversie staat de keypad in de automatische
invoermodus.
• U kunt het systeem naar de volledige softwareversie resetten door de resetcode 8901 in te
voeren.
• De vereenvoudigde softwareversie maakt alleen het invoeren van codes gemakkelijker. Alle
programmeeropties werken net als in de volledige softwareversie.
• In het overzicht van de vereenvoudigde softwareversie zijn alle programmeerwijzigingen
beschreven.
a) Programmeermodus starten met de mastercode
Invoer mastercodeBevestigenOpmerking
xxxx*Start de programmeermodus
38
b) Systeem resetten naar de vereenvoudigde softwareversie
ResetcodeBevestigenOpmerking
8900#Het systeem wordt gereset. Alle opgeslagen gegevens
worden gewist, met uitzondering van de mastercode.
c) Invoeren van codes
Invoer mastercode en gebruikerscodes
Programmeerinstelling
04 cijfers#Mastercode van de eigenaar om de
14 cijfers#Gebruikerscode voor uitgang 1
24 cijfers#Gebruikerscode voor uitgang 2
34 cijfers#Gebruikerscode voor uitgang 3
Invoer supergebruikerscode
Programmeerinstelling
454 cijfers#Multitaskcode van de eigenaar
Invoer dwangcodes
Programmeerinstelling
464 cijfers#Dwangcode om de dwanguitgang en
Invoer bezoekerscodes
Programmeerinstelling
4700 tot 994 cijfers#Bezoekerscode voor uitgang 1
Code-invoer Bevestigen Opmerkingen
programmeermodus te starten
Code-invoer Bevestigen Opmerkingen
Code-invoer Bevestigen Opmerkingen
uitgang 1 gelijktijdig te activeren en
"gebruiker onder bedreiging" te melden
Tijdsduur
Codeinvoer
Bevestigen
Opmerkingen
39
Tijdsduur:
• 00 = code kan slechts één keer worden gebruikt
• 01 tot 99 = code is gedurende een bepaalde tijd geldig. Tijdslimiet tussen 1 en 99 uur
Programmeervoorbeelden
1. Start de programmeermodus met de mastercode en bevestig dit met de *-toets
Bij levering is door de fabrikant de mastercode 0000 ingesteld.
Mastercode Bevestigen
0 0 0 0 *
2. Reset het systeem naar de vereenvoudigde softwareversie
8 9 0 0 #
3. Wijzig de mastercode
0 3 2 8 9 #
4. Programmeer de gebruikerscode 8321 voor uitgang 1
1 8 3 2 1 #
5. Programmeer de gebruikerscode 5432 voor uitgang 2
2 5 4 3 2 #
6. Programmeer de gebruikerscode 9270 voor uitgang 3
3 9 2 7 0 #
7. Programmeer de supergebruikerscode 2580
4 5 2 5 8 0 #
8. Programmeer de dwangcode 8323
4 6 8 2 3 2 #
9. Programmeer de bezoekerscode 2308 met een geldigheidsduur van 8 uur
4 7 0 8 2 3 0 8 #
10. Beëindig de programmeermodus met de *-toets
De keypad bevindt zich nu in de programmeermodus
40
13. Gebruiksvoorbeelden
a) Standaardbekabeling voor een enkel codeslot
BEKABELING
12 V/DC
VOEDING
DEUROPENER
• Schakel de diode (1N4004 - meegeleverd) als vrijloop parallel met het deurslot. Plaats de
diode daarbij zo dicht mogelijk bij het slot. Met het uitschakelen van een inductiviteit (elektromagneet in het slot) wordt de vrijgekomen energie via de diode geleid. Daardoor wordt
voorkomen dat het codeslot wordt beschadigd.
• Voorkom een elektrostatische oplading van de behuizing en de keypad door een geschikte
aarding. Verbind de GND-uitgang (aarde) met een neutrale geaarde draad.
• De deur-LED is ingeschakeld zolang de deuruitgang geschakeld wordt. De schakeling van
deze LED is optioneel.
• Isoleer alle ongebruikte aansluitingen om kortsluiting te voorkomen.
• Kies voor uw toepassing de optie “Fail-Safe” of “Fail-Secure” en sla dit op met programmeerinstelling 66.
• Het gebruik van een deursensor (T7) is optioneel. Als er geen sensor wordt gebruikt, dient
deze ingang met de aarde te worden verbonden. Met een deursensor heeft u de volgende
toepassingsmogelijkheden:
- Automatisch deactiveren van het slot nadat de deur gesloten is.
- Alarm bij het openen van de deur zonder vrijgave.
- Waarschuwing bij open gebleven deur.
41
b) Standaardbekabeling voor een enkel codeslot in combinatie met
RODE LED
VOOR INDICATIE ALARMSTATUS
GROENE LED
VOOR INDICATIE ALARMSTATUS
SABOTAGEBEVEILIGING
• Als aanvulling op voorbeeld 1 zijn in dit voorbeeld de groene en rode LED’s aangesloten. Deze
worden gebruikt als indicatoren voor uitgang, beveiligd, alarm, programmeermodus, enz.
• Neem ook de bij voorbeeld 1 vermelde informatie in acht.
• Uitgang 2 wordt gebruikt voor het activeren en deactiveren van het alarm. Neem de gebruiksaanwijzing van het aangesloten beveiligingssysteem in acht. Houd vooral rekening met het
type uitgang, de maximale stromen en spanningen, verbreek- of maakcontacten en start/
stop- of andere signaalmodi.
• Verbind de uitgangen van de sabotagebeveiliging met een 24-uurs beveiligingssysteem met
NC-ingang en de dwangcode-uitgang met de desbetreffende NO-ingang.
• Verbind alle beveiligingssystemen met een gemeenschappelijke aarde om storingen te voorkomen. Gebruik hiervoor uitgang 15.
42
c) Standaardbekabeling van twee sluitsystemen met twee codesloten
BEKABELING
DEUR 1
DEUR-
DEUR
SLUITSYSTEEM
ELEKTR.
SLUITSYSTEEM
DIODE
MAAKCONTACT
SENSOR
DEUR 2
SENSOR
12 V/DC
VOEDING
DEUROPENER
(OPENT DEUR 1 VAN BINNENUIT)
VERBINDING MET
HET ANDERE
COMMUNICATIE
GEMEENSCH. AARDE
UITGANG 1 BLOKKEERINGANG
PANEEL
DEUR 2
DEUR
SLUITSYSTEEM
ELEKTR.
SLUITSYSTEEM
DIODE
MAAKCONTACT
12 V/DC
VOEDING
BEKABELING
DEURSENSOR
DEUR 2
SENSOR
VERBINDING MET
HET ANDERE
PANEEL
DEUROPENER
(OPENT DEUR 2 VAN BINNENUIT)
UITGANG 1 BLOKKEERINGANG
COMMUNICATIE
GEMEENSCH. AARDE
43
Een communicerend (inter-lock) systeem benodigd minstens twee codesloten. In dit voorbeeld
zijn twee stuks DK-9523 dusdanig op elkaar aangesloten, dat elke uitgang 13 met uitgang 14
van het andere codeslot wordt verbonden. Het is voor een foutloze werking van belang dat de
twee apparaten via uitgang 15 met elkaar worden verbonden, zodat ze een gemeenschappelijke
aarde hebben. Hierdoor wordt bij een geopende deur het openen van de andere verhinderd. De
groene LED kan optioneel worden aangesloten en geeft de status van de deuren aan.
• Naast elke deur wordt er aan de buitenkant een keypad aangebracht.
• Aan de binnenkant wordt er naast elke deur een deuropener aangebracht.
• De deursensoren worden met de betreffende keypad van de deur verbonden.
• Kies voor uw toepassing de optie “Fail-Safe” of “Fail-Secure” en sla dit op met programmeerinstelling 66 in de keypad van de betreffende deuren.
• Elke uitgang 2 is onafhankelijk en kan naar believen worden gebruikt. (Bijvoorbeeld voor
beveiligingssystemen of automatische installaties)
• Neem ook de bij de voorbeelden 1 en 2 vermelde informatie in acht.
14. Tips voor aanvullende toepassingen
a) Sabotagebeveiliging (NC)
Bij normaal gebruik gesloten contact (NC) tussen pin 1 en pin 2. Als het apparaat wordt geopend, wordt het contact onderbroken. De contacten kunnen in een 24-uurs bewakingssysteem
worden geïntegreerd - voor overkoepelende bewaking. De aansluitingen hoeven niet te worden
gebruikt.
24-UURS
BEVEILIGINGSSYSTEEM
44
b) Deursensor
Met een positiesensor (NC - normaliter magnetische sensor) aan de te bewaken deur kunnen
de volgende functies worden gerealiseerd:
• Automatische uitschakeling van het openen
Door het openen van de deur wordt het contact van de sensor onderbroken. Hoewel de voor-
af ingestelde timer nog niet is verstreken, worden de uitgangen van de deurvergrendeling
uitgeschakeld - gesloten. Dit voorkomt onbevoegde toegang door derden.
• Alarm bij openen zonder vrijgave
Er wordt een alarm geactiveerd zodra de sensor wordt onderbroken als er geen vrijgave is
door het correct invoeren van de code of de deuropener. Het alarm duurt 60 seconden en
kan met de juiste code worden uitgeschakeld. Het alarm kan via programmeerinstelling 80
worden ingeschakeld.
• Te lange onderbreking van de deursensor
Als de deur na het openen niet binnen een vooraf ingestelde tijd weer wordt gesloten, dan is
deze geblokkeerd. Er gaat een alarm af. De maximaal toegestane onderbrekingstijd (1-999
seconden) kan via programmeerinstelling 9 worden gewijzigd.
• Communicatie tussen codesloten
Door een geopende deur wordt uitgang 14 met de aarde verbonden. Daardoor kan de toe-
gang van een ander codeslot op deze deur worden onderdrukt.
MAGNETISCH
DEURCONTACT
DEURSENSOR
45
c) Invoer keypad
Deze NPN-transistor (open-collector met maximaal 100 mA bij 24 V/DC) kan naar wens worden
gebruikt voor het doorsturen van de bediening van knoppen of een geactiveerd alarm. Met de
jumper key-alarm kan er op het apparaat tussen het keypad-alarm (bediening van een knop) en
het alarm bij deuropening zonder vrijgave worden gewisseld. Hier: Keypad-alarm (K) - Met elke
druk op een knop wordt uitgang 8 voor 10 seconden met de aarde verbonden. Dit kan worden
gebruikt om verlichtingen, bewakingscamera’s, signalen in te schakelen of berichten (bijv. aan
de bewakingsdienst) te sturen. Zie de aanvullende gebruiksaanwijzingen.
• Let op een voldoende hoge galvanische scheiding tussen de (geringe) stuurspanning van de
keypad en de hoge spanning van de verlichting.
• Beperk de maximale stroom tot <100 mA
• Externe componenten kunnen niet via de keypad worden gevoed. De keypad schakelt deze
alleen in.
BEKABELINGBEKABELING
PIËZO-ZOEMER
(MET LAAG
STROOMVERBRUIK)
d) Dwangcode-uitgang
Door het invoeren van de dwangcode wordt uitgang 16 (NPN-transistor open-collector) met de
aarde verbonden. De uitgang levert maximaal 100 mA bij 24 V/DC. Er kan een alarm/sirene
worden geactiveerd of automatisch beveiligingspersoneel worden gewaarschuwd. Combineer
de hier weergegeven verbindingsopties niet met elkaar.
BEKABELING
46
PIËZO-ZOEMER
(MET LAAG
STROOMVERBRUIK)
BEKABELING
24-UURS BEVEILIGINGSSYSTEEM
e) Uitgang 2
• Aansluiting op een NC-overbrugging
• Gebruik van de NO-uitgangscontacten voor aansluiting op een alarmsysteem door overbrugging van dit NC-systeem.
• Zet de uitgang via programmeerinstelling 51 in de start/stop-modus.
• Alarmsysteem activeren en deactiveren
• De NO- of NC-uitgang kan worden gebruikt om een alarmsysteem aan te sturen.
• Neem de specicaties van uw alarmsysteem in acht.
• Zet de uitgang via programmeerinstelling 51 in de tijdelijk - actieve modus voor meervoudige
systemen of in de start/stop-modus voor enkelvoudige systemen.
NAAR EEN BESCHERMD GEDEELTE VAN
EEN ALARMSYSTEEM
N.C. MAGNETISCH CONTACT
CONTACTEN VOOR
ACTIVEREN OF
DEACTIVEREN
NO OF NC
BEKABELING
BEDIENINGSPANEEL VAN HET ALARMSYSTEEM
47
f) Uitgang 3
Deze open-collector-uitgang is bedoeld voor externe systemen. Deze kan worden gebruikt voor
het activeren en deactiveren van alarmsystemen, invoersystemen of beveiligingszones enz.
Er kan ook een relay worden aangestuurd, waardoor de uitgang kan worden gebruikt zoals
uitgang 3. Het codeslot beschikt daarmee over drie volwaardige onafhankelijke uitgangen.
BEKABELING
EXTERNE
RELAY
15. Afvoer
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil.
Voer het product aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke
baar: “Fail-Secure” of “Fail-Safe”.
Potentiaalvrije NC- of NO-uitgang met maximaal 1 A / 24 V/DC
49
Sabotagebeveiliging .......................
Resetten van invoergeheugen: Alle ingevoerde tekens van een gebruikers- of super-
gebruikerscode gaan verloren als er meer dan 10 seconden tussen het indrukken van
de toetsen ligt of als het invoeren van de complete code niet binnen 30 seconden
voltooid is.
Omgevingscondities .......................Bedrijfstemperatuur: -20 °C - +70 °C
Afmetingen (h x b x d) ....................117 x 72 x 42 mm
Gewicht ...........................................0,14 kg (zonder verpakking)
Kleine wijzigingen in het ontwerp zijn te allen tijde mogelijk, maar deze hebben weinig of geen
invloed op de hier beschreven functies.
Potentiaalvrije NC-uitgang met maximaal 50 mA en 24 V/DC
50
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard
dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverlming of de registratie in elektronische
gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de
technische stand bij het in druk bezorgen.
Copyright 2017 by Conrad Electronic SE.
1560346_V1_0917_02_VTP_m_NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.