REER 5006 SCOPI User guide [nl]

reer 5006 SCOPI
Gebruikshandleiding
g
De Gebruikshandleiding voor dit apparaat bestaat uit twee delen. Het eerst deel bevat een Korte Starthandleiding voor gebruik als baby monitor; het tweede deel beschrijft de geavanceerde functies voor normaal gebruik als PMR 446 zendontvanger voor u en later ook voor uw kinderen. U vindt in deze documentatie tevens de Veiligheidsvoorschriften en andere wettelijk bindende informatie.
Radio Voorbereiden als Baby Monitor Systeem
Uw reer 5006 Scopi komt in een dubbel pakket. Beide eenheden zijn in standaard configuratie gelijksoortige draagbare zendontvangers die volgens de Europese standaard PMR 446 voor vrij gebruik werken. Selecteer het ene apparaat als babyeenheid en het andere als oudereenheid voordat u de radio’s als baby monitors in gebruik neemt.
Locatie van Bedieningen
Antenne
PTT toets
Zoek + Toetsvergrendeling
Omlaag
selecteren
Functies
selecteren:
Menutoets
2
Externe
aansluitin
Aan/Uit
Buiten-bereik
functie
Omhoog
selecteren
en
Display en Icoontjes
Icoontjes en Termen
RX Ontvangst: luisteren via de luidspreker
TX Transmissie: PTT toets is ingedrukt of het apparaat zendt in VOX
modus
SCAN Auto scan: apparaat één voor één alle kanalen
VOX Actieve VOX mode: apparaat zendt automatisch (zonder op PTT te
drukken) wanneer het geluiden waarneemt
Toetstonen zijn geactiveerd
Buiten-bereik functie is geactiveerd (automatisch AU, handmatig
Pb, of beide)
Toetsvergrendeling is geactiveerd
Roger piep (korte pieptoon na transmissie) is geactiveerd (alleen in
PMR 446 zendontvangermodus)
Batterijvermogen indicator: 3 streepjes = vol, 1 streepje = bijna uitgeput (controleer tijdens en onmiddellijk na transmissie!)
Babyicoontje: in babysittermodus op beide baby- en oudereenheden weergegeven. Niet weergegeven in PMR 446 zendontvangermodus.
3
Hoofdstuk 1: Baby Monitor Functie Apparaat Voorbereiden – Batterij Installeren
Verwijder de riemclip (veertje aantrekken naar boven verwijderen) en open de batterijhouder.
Steek een van de meegeleverde batterijblokken
batterijen) in elk apparaat (afzonderlijk verpakt). Het pijltje op het batterijblok geeft de insteekrichting aan:
Het pijltje is omhoog gericht en de markering moet na installatie zichtbaar zijn, zoals afgebeeld in de figuur).
De set wordt geleverd met
docklader docklader
elke lader a.u.b. aan op een 230V stopcontact via een van de 230 V stroomadapters.
Laad beide apparaten vóór het eerste gebruik a.u.b. verschillende uren op (nieuwe batterijen zijn slechts gedeeltelijk opgeladen in de fabriek en moeten 2-3 keer opgeladen en gebruikt worden voordat ze hun maximale capaciteit bereiken).
Opmerking: Een verzegeld batterijblok nooit openen of ontmantelen!
U kunt ook commercieel verkrijgbare AAA alkaline batterijen (4 stuks) of 4 enkele oplaadbare type AAA
Ni-MH batterijen installeren.
Alkaline batterijen NOOIT OPLADEN, de zendontvanger nooit in de lader steken wanneer u alkaline batterijen gebruikt. Combineer geen oplaadbare en normale batterijen!
Let op de polariteit afgedrukt binnenin de batterijhouder.
automatische lader neemt tot op 6 uur in beslag om
De de batterijen volledig op te laden. De LED zal tijdens het opladen rood oplichten en knipperen zodra de batterijen volledig zijn opgeladen. Een babyeenheid in de automatische oplader kan eventueel automatisch
(of 4 x AAA enkele NiMH
1 automatische
(voor de babyradio) + 1 standaard
voor de radio voor de ouders. Sluit
4
gecontroleerd en opnieuw opgeladen worden.
automatische lader neemt tot op 10 uur in beslag om de batterijen volledig op te
De laden. De LED is altijd rood zolang een radio is de lader is geplaatst. Ouders dienen hun radio na het opladen uit de lader te halen.
Voorbereiden als Baby Monitor
Er is slechts één simpele programmeringstap na installatie en oplading van het batterijblok nodig om te bepalen welk apparaat voor de baby bestemd is en welk apparaat voor de ouders.
Schakel één apparaat in (houd de Aan/Uittoets
Druk tweemaal op de MENU toets.
De display toont het babyicoontje
Druk op andere apparaat P (= parents/ouders).
Druk ter bevestiging kort op de PTT toets of wacht gewoon enkele seconden.
De babysitterinstelling is nu voltooid.
De display toont nu het ouders- of babykanaal linksboven in de hoek, zoals
babyicoontje
Deze instelling bevat al de hoogste gevoeligheidsinstelling voor de babyeenheid, automatische buiten-bereik controle tussen ouders- en babyeenheid, de mogelijkheid het bereik te testen en om met de baby te praten.
op de babyeenheid om b te selecteren (selecteer op het
onder in het midden.
en OF.
3 seconden ingedrukt).
b1, en het
Wat Kan Er Nog Meer Worden Ingesteld?
Volume
Druk op om het volume in te stellen.
De display toont de volume-instelling in stappen tussen LE 00 en LE 09.
De volume-instelling is belangrijk als u met de baby wilt spreken. Stel het volumeniveau in op LE 00 om de babyeenheid continu gedempt te houden.
Stel het volumeniveau voor de oudereenheid in op het gewenste niveau.
5
Display Alarm
De oudereenheid met gedempte luidspreker (ingesteld op LE 00) licht nog wel op om aan te geven dat de babyeenheid communiceert.
Het display-achtergrondlicht schakelt voor ca. 5 seconden in bij elke alarmactivering.
Kanaalnummer
Het kanaalnummer moet voor beide apparaten hetzelfde zijn.
Er zijn 9 beschikbare instellingen, voor de babyeenheid
b1 tot b9 en voor de oudereenheid
P1 tot P9.
1 tot 9 staats voor kanaalcombinaties geprogrammeerd in de fabriek tussen PMR 446 radiokanalen en CTCSS codering. De nummers gelden alleen voor dit type zendontvanger en er is geen communicatie mogelijk met andere babymonitors!
Kanaalinstelling
Druk eenmaal kort op de MENU toets en het ingestelde kanaal zal knipperen.
Gebruik
Druk ter bevestiging op de PTT toets of wacht gewoon enkele seconden.
Gevoeligheid Instellen voor de Baby Monitor
U kunt de gevoeligheid van de babyeenheid op 4 niveaus instellen. Het apparaat is aanvankelijk ingesteld op niveau 4.
Druk driemaal kort op de MENU toets om het VOX menu te openen.
De display toont de gevoeligheidsinstelling als een nummer aan de rechterzijde (tussen
4).
Druk op
1 instelling voor grootste afstand vanaf de wieg 2 medium gevoeligheidsinstelling 3 lage gevoeligheidsinstelling 4 hoogste gevoeligheidsinstelling (standaard instelling) met aanvullende
Wij raden niveau 4 aan als startpositie. Als uw baby voor langere tijden huilt zonder te pauzeren, wilt u eventueel met uw baby praten om hem of haar te kalmeren. Stek de
om een niveau te selecteren tussen 1 en 4.
terugspreekfunctie
om andere instellingen te selecteren.
6
1 en
babyeenheid hiervoor in op niveau 4 waardoor u na 20 seconden transmissietijd voor 10 seconden kunt terugpraten.
Gebruik deze 10 seconden om met uw baby te praten en hem of haar te kalmeren.
U hoeft slechts op de PTT toets op de oudereenheid te drukken om met uw baby te praten.
Zolang uw baby stil blijft, kunt u op elk gewenst moment vanuit de oudereenheid tegen de baby praten (vooropgesteld dat het volume op de babyeenheid niet ingesteld is op
00).
Automatische Buiten-Bereik Functie
De automatische buiten-bereik functie wordt in babysittermodus automatisch geactiveerd en vereist geen verdere instellingen!
De automatische buiten-bereik functie controleert elke 60 seconden of de ouders- en babyeenheid communiceren. De oudereenheid stuurt een “zoekpuls” die beantwoord wordt door de babyeenheid. In het geval dat er langer dan 2 minuten geen reactie is, dan is de communicatie tussen de twee apparaten verbroken. Dit kan liggen aan een dood punt, uitgeputte batterijen van het andere apparaat, een uitgeschakeld apparaat of er kan interferentie zijn op het gebruikte kanaal.
Het knippert in geval van verbroken communicatie, wat visueel wordt weergegeven op de oudereenheid als
Het icoontje wordt na 2 minuten weer continu weergegeven als een apparaat van locatie verandert en weer binnen bereik van het andere apparaat is.
icoontje wordt tijdens communicatie continu weergegeven. Het icoontje
OU en akoestisch met 5 pieptonen.
Activering en Deactivering van de Buiten-Bereik Functie
De buiten-bereik functie kan ook worden gedeactiveerd wanneer het niet gebruikt hoeft te worden. Deze activering en deactivering moeten altijd worden uitgevoerd op het apparaat die de andere eenheid controleert (dit is in geval van babycontrole altijd de radio van de ouders).
Druk viermaal op de MENU toets.
De display toont aan de hand van de vorige instelling AU, Pb of OF.
Selecteer met
Pb handmatige buiten-bereik functie op verzoek (=Press button/druk
toets)
AU automatische functie geactiveerd
OF automatische en handmatige functie beide gedeactiveerd
:
7
Handmatige Buiten-Bereik Test
Er is ook een handmatige buiten-bereik test beschikbaar, onafhankelijk van de automatische buiten-bereik controle van het andere apparaat. Deze test kan zelfs worden gebruikt met de buiten-bereik functie op de babyeenheid gedeactiveerd!
U kunt met slechts een druk op een toets bepalen of het andere apparaat binnen bereik is. De automatische controle op de oudereenheid moet ingesteld zijn op Pb of AU.
Druk op de toets en wacht enkele seconden. De babyeenheid zal uw verzoek beantwoorden en de oudereenheid speelt een melodietje af. U bent er op deze manier zeker van dat uw op uw huidige positie exact binnen het communicatiebereik bent!
Externe Microfoon
Wij leveren voor de babymonitorfunctie een externe microfoon (type BM 1). Wij raden aan deze altijd te gebruiken als u de apparatuur als babymonitor gebruikt. Dit heeft de volgende voordelen:
Het is gevoeliger dan de ingebouwde microfoon en reageert op grotere afstanden.
U kunt de afstand vergroten tussen zendontvanger en wiegje – HF straling wordt
aanzienlijk gereduceerd!
U kunt de radio op de beste plek te plaatsen, zoals op de vensterbank of hoog op een kast.
Plaats de BM1 microfoon op een plek buiten bereik van de baby. Gebruik het meegeleverde plakplaatje om de microfoon veilig te bevestigen. Sluit de microfoon aan op de MIC ingang op de zijkant van de babyeenheid. Til het rubberen dopje op en gebruik de onderste ingang.
Hoofdstuk 2: Geavanceerde Functies en Gebruik als PMR 446 Zendontvanger
Beide apparaten zijn standaard (of na de radio’s op te bergen met de batterijblokken verwijderd) ingesteld op gelijke zendontvanger modus. Ze kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt; als walkietalkies voor oudere kinderen, tijdens wandelsport of onderweg, voor onderhoudswerk in en rondom het huis, waar communicatie is vereist en voor nog veel meer. Het communicatiebereik is tot op 5 km, afhankelijk van het terrein, in open ruimtes zonder obstructies, en is gereduceerd in de stad.
8
Gebruik met Standaard Instelling en Geen Verdere Programmering
Installeer de batterijen (zoals beschreven op pagina 4).
Indien u individuele AAA batterijen gebruikt i.p.v. de meegeleverde batterijblokken, let dan a.u.b. goed op de juiste polariteit.
Houd voor ca. 3 seconden ingedrukt om beide apparaten in te schakelen.
Een kanaalnummer wordt weergegeven, bijv.
kanaalnummer tussen
1 en 48.
1 of een ander eerder ingesteld
Als beide apparaten hetzelfde kanaalnummer weergeven, dan zijn ze klaar voor gebruik. Druk op de PTT toets op de linkerzijde van het apparaat om te communiceren.
PTT Toets om te Spreken
Houd de PTT toets ingedrukt om te zenden; laat de toets los om te ontvangen.
PTT Toets om Op Te Roepen
Druk tweemaal snel achtereenvolgend op de PTT toets.
Het apparaat zendt een oproepmelodie naar alle andere apparaten op dit
kanaal binnen uw bereik.
Wisselen Tussen Babymonitor- en Zendontvangermodi
U kunt eenvoudig omschakelen naar zendontvangermodus in het geval dat uw radio’s ingesteld waren op babymonitormodus:
Schakel de apparaten in.
Druk tweemaal op de MENU toets.
b of P (volgens de vorige instelling) knippert op de display.
Druk op
zendontvangermodus
Druk kort op de PTT toets of wacht 5 seconden.
Volume
Druk op
De display toont de volume-instelling in stappen tussen LE 00 en LE 09.
om tussen b, P en OF te wisselen. De instelling moet in
OF zijn (= babymodus UIT).
om het volume in te stellen.
9
Kanaal Selecteren
U kunt in Europa een van de 8 PMR 446 kanalen gebruiken. U kunt bovendien de codering via CTCSS tonen individueel instellen, afzonderlijk voor kanalen 1 tot 8, met 38 beschikbare codes. Deze code wordt rechts van het kanaalnummer 1 tot 8 weergegeven als een kleiner 2-cijferig nummer tussen 00 en 38.
5 I0 staat bijvoorbeeld voor kanaal 5 en CTCSS subcode 10.
Het apparaat is al geprogrammeerd met aanvullende kanaalcombinaties om het gebruik met kanalen en subcodes eenvoudiger te maken:
Deze zijn de kanaalnummers toegestane PMR kanalen met verschillende CTCSS codes. Dit bespaart u de moeite met codes en kanalen terwijl u de nummers 9 tot 48 gebruikt.
U hoeft er slechts voor te zorgen dat alle communicerende eenheden ingesteld zijn op dezelfde nummers op de display.
Als u communiceert met gebruikers van andere zendontvangers, gebruik dan alleen kanalen 1 tot 8 en stel de subcodes handmatig in, deze volgen internationale richtlijnen.
Kanaal Instellen
Druk eenmaal op de MENU toets en het huidig ingestelde kanaal knippert.
Druk op
Druk ter bevestiging op de PTT toets of wacht gewoon enkele seconden.
Kanaalscan
Druk kort op de S toets om automatisch naar activiteit op alle kanalen te scannen.
9 tot 48. Deze zijn allemaal combinaties met een van de 8
om een andere instelling te selecteren.
Druk op de toets scannen.
De scan stopt nadat een signaal is gevonden en u kunt voor 8 seconden naar dit kanaal luisteren.
Druk op de PTT toets om de scan te stoppen en te reageren. De scan zal zonder reactie automatisch vervolgen.
om de scan te starten; druk nogmaals in om te stoppen met
Toetsvergrendeling
Alle toetsen (behalve de PTT toets en Aan/Uit) kunnen worden vergrendeld zodat u de
10
Loading...
+ 22 hidden pages