2. Verklaring van symbolen ......................................................................................................................................4
3. Voorgeschreven gebruik ......................................................................................................................................4
a) Algemeen ......................................................................................................................................................6
b) Voor de ingebruikname ..................................................................................................................................7
c) Tijdens het gebruik ........................................................................................................................................ 7
7. Algemene voorschriften voor batterijen en accu's ............................................................................................... 8
8. Klaarmaken van het modelvliegtuig ..................................................................................................................... 9
a) Montage van de staartvlakken voor de zijden ............................................................................................... 9
b) Montage van het neusonderstel .................................................................................................................. 10
c) Installeren en aansluiten van de vliegaccu .................................................................................................. 11
d) Opladen van de vliegaccu ........................................................................................................................... 12
9. Bedieningselementen van de zender ................................................................................................................13
10. Ingebruikneming van de zender ........................................................................................................................14
a) Batterijen plaatsen ....................................................................................................................................... 14
b) Zender en modelvliegtuig inschakelen ........................................................................................................ 15
11. Sturen van het modelvliegtuig ...........................................................................................................................16
12. De eerste vlucht .................................................................................................................................................18
a) Bereiktest ..................................................................................................................................................... 18
b) De start ........................................................................................................................................................ 18
c) Bochten vliegen ........................................................................................................................................... 19
d) Trimmen van het model ...............................................................................................................................19
e) De landing ...................................................................................................................................................19
13. Onderhoud en verzorging ..................................................................................................................................20
a) Algemeen ....................................................................................................................................................20
b) Vervangen van de propellers .......................................................................................................................20
a) Product ........................................................................................................................................................ 21
b) Batterijen/accu´s .......................................................................................................................................... 21
15. Verklaring van overeenstemming (DOC) ........................................................................................................... 21
16. Verhelpen van storingen .................................................................................................................................... 22
a) Zender ......................................................................................................................................................... 23
b) Modelvliegtuig .............................................................................................................................................. 23
2
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product.
Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorschriften.
Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke
werking te garanderen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de ingebruikname en
bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden doorgeeft. Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig voor toekomstige referentie!
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
3
2. Verklaring van symbolen
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaan-
wijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd.
Het pijlsymbool ziet u, wanneer u bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening zult verkrijgen.
3. Voorgeschreven gebruik
Dit product is een elektrisch aangedreven motormodelvliegtuig dat met behulp van het meegeleverde afstandsbedieningssysteem draadloos bestuurd kan worden. Het model is bestemd voor toepassingen buiten en dient alleen
op plaatsen met weinig wind of op windstille dagen te worden gevlogen. Het model is voorgemonteerd en wordt met
ingebouwde afstandsbedienings- en aandrijfcomponenten geleverd.
Het product mag niet vochtig of nat worden.
Het product is niet geschikt voor kinderen onder 14 jaar.
Wanneer kinderen of jongeren het model gebruiken, dan is dit alleen onder toezicht van een volwassene
toegestaan. Het laden van de vliegaccu mag uitsluitend door volwassenen uitgevoerd worden en moet
bewaakt worden.
Volg alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing op. Deze bevat belangrijke informatie voor het
U alleen bent verantwoordelijk voor een veilige werking van het model!
gebruik van het product.
4. Productomschrijving
Bij het modelvliegtuig "F-22" gaat het om een voorgefabriceerd RtF-model ("Ready to Fly") dat mits enkele ingrepen
gebruiksklaar is.
Verschillende voor de aandrijving en de sturing benodigde onderdelen werden reeds gebruiksklaar in het model ingebouwd. De besturing wordt uitgevoerd via een eenvoudig te bedienen afstandsbesturingsinstallatie.
Met behulp van beide stuurknuppels worden de vlieghoogte en de vliegrichting bestuurd.
Voor het gebruik van de zender heeft u nog 2 AAA/microbatterijen (b.v. Conrad bestelnr. 652303, 2x bestellen) nodig.
Gebruik voor het gebruik van de zender uitsluitend batterijen en geen accu's.
De in het model ingebouwde LiPo-accu wordt met behulp van de meegeleverde USB-laadkabel geladen.
4
5. Leveringsomvang
Afbeelding 1
1 Modelvliegtuig
2 LiPo vliegaccu
3 Afstandsbediening
4 Twee staartvlakken voor de zijden met bevestigingsklemmen
5 Neuslandingsgestel
6 USB-laadkabel
7 Twee vervangpropellers
Omwille van fototechnische redenen is de meegeleverde gebruiksaanwijzing niet afgebeeld.
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan de
afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website.
5
6. Veiligheidsvoorschriften
Bij beschadigingen veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt ieder
recht op garantie. Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In zulke
gevallen vervalt de garantie.
Onder de garantie vallen bovendien niet de normale slijtage en schade door ongelukken of neerstorten
(b.v. gebroken propellers of onderdelen van het vliegtuig).
Geachte klant,
Deze veiligheidsvoorschriften hebben niet alleen de bescherming van het product, maar ook van uw gezondheid en die van andere personen tot doel. Lees daarom dit hoofdstuk zeer aandachtig door voordat
u het product gebruikt!
a) Algemeen
Let op, belangrijk!
Bij gebruik van het model kan het tot materiële schade of lichamelijke letsels komen. Houd rekening met
het feit dat u voor het gebruik van het model voldoende verzekerd bent, bijv. via een aansprakelijkheidsverzekering.
Informeer indien u reeds beschikt over een aansprakelijkheidsverzekering voor u het model in bedrijf
neemt bij uw verzekering of het gebruik van het model mee verzekerd is.
Let op: In sommige landen bestaat een verzekeringsplicht voor alle modelvliegtuigen!
• Om veiligheids- en keuringsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product
niet toegestaan.
• Het product mag niet vochtig of nat worden.
• Wendt u zich tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub als u nog niet genoeg kennis heeft
voor het gebruik van op afstand bediende modellen.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Wendt u zich tot ons (zie hoofdstuk 1 voor de contactgegevens) of een andere vakman indien u vragen
heeft die niet met behulp van deze gebruiksaanwijzing opgehelderd kunnen worden.
• De bediening en het gebruik van afstandsbediende modelvliegtuigen moet geleerd worden! Als u nog
nooit een dergelijk model bestuurd heeft, moet u heel voorzichtig beginnen en u eerst vertrouwd maken
met de reacties van het model op de commando´s van de afstandsbediening. Gelieve geduld te hebben!
6
b) Voor de ingebruikname
• Schakel steeds eerst de zender en daarna het modelvliegtuig in. Enkel op deze manier kan een afstemfunctie tussen zender en ontvanger plaatsvinden opdat uw model betrouwbaar op de stuurbevelen van
uw zender reageert.
• Controleer de technische veiligheid van uw model en het afstandsbedieningssysteem. Let hierbij op
zichtbare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen of beschadigde kabels. Alle bewegende onderdelen van het model moeten soepel werken en de lagers mogen geen speling vertonen.
• De voor het gebruik noodzakelijke vliegaccu moet volgens de gebruiksaanwijzing op worden geladen.
• Let bij de zenderbatterijen altijd op een nog voldoende hoge restcapaciteit (batterijtester). Als de bat-
terijen leeg zijn, moet u steeds de hele set batterijen vervangen.
• Controleer vóór iedere ingebruikname de correcte en vaste montage van de propellers.
• Let er bij draaiende propellers op dat er geen voorwerpen en lichaamsdelen in het draai- en aanzuigbe-
reik van de propellers zijn.
c) Tijdens het gebruik
• Neem geen risico bij het gebruik van het model! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk van uw verantwoord gebruik van het model.
• Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Houd
daarom bij het vliegen voldoende afstand tot personen, dieren en voorwerpen.
• Kies een geschikt terrein voor het gebruik van uw model.
• U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloe-
ding door alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Vlieg nooit rechtstreeks op toeschouwers of op uzelf af.
• Motoren, vliegregelaar en vliegaccu kunnen tijdens het gebruik van het model verhit raken. Maak daar-
om een pauze van 5 - 10 minuten, vóórdat u de vliegaccu opnieuw laadt. De motoren moeten opnieuw
tot omgevingstemperatuur afgekoeld zijn.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Schakel na de
landing altijd eerst het model uit. Pas daarna mag de afstandsbediening worden uitgeschakeld.
• In geval van een defect of een verkeerde werking moet eerst de oorzaak van de storing verholpen
worden voordat u het model weer start.
• U mag uw model en de afstandsbediening niet gedurende langere tijd aan direct zonlicht of grote hitte
blootstellen.
7
7. Algemene voorschriften voor batterijen en accu's
Het gebruik van batterijen en accu´s is vandaag de dag weliswaar vanzelfsprekend, maar er bestaan
toch tal van gevaren en problemen.
Neem altijd de volgende algemene informatie en veiligheidsvoorschriften in acht bij het gebruik
van batterijen en accu´s.
• Houd batterijen/accu´s buiten het bereik van kinderen.
• U mag batterijen/accu´s niet zomaar laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of huisdieren
ze inslikken. In dit geval dient u onmiddellijk een arts te raadplegen!
• Zorg dat batterijen/accu´s niet worden kortgesloten, doorboord of in vuur worden geworpen. Er bestaat
explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken; draag
in dit geval veiligheidshandschoenen.
• Gewone batterijen mogen niet opgeladen worden. Er bestaat brand- en explosiegevaar! U mag alleen accu´s opladen die hiervoor geschikt zijn. Gebruik geschikte laadapparaten. Batterijen (1,5 V) zijn
bestemd voor eenmalig gebruik. Lege batterijen moeten volgens de geldende wettelijke voorschriften
worden ingeleverd.
• Let bij het plaatsen van batterijen resp. het aansluiten van een accupack op de juiste polariteit (plus/+ en
min/-). Bij een omgekeerde polariteit worden niet alleen de zender, maar ook het modelvliegtuig en de
accu's beschadigd. Er bestaat brand- en explosiegevaar.
• Vervang steeds de volledige set batterijen. U mag geen volle en halfvolle batterijen door elkaar gebruiken. Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type en merk.
• U mag nooit batterijen en accu´s door elkaar gebruiken! Gebruik voor de afstandsbedieningszender
uitsluitend hoogwaardige alkaline batterijen.
• Als u het model langere tijd niet gebruikt (bv. als u het opbergt), moet u de batterijen uit de afstandsbediening nemen om beschadigingen door lekkende batterijen te voorkomen.
• Schakel het modelvliegtuig na het vliegen uit. Ontkoppel de vliegaccu wanneer u het modelvliegtuig niet
gebruikt (bv. bij transport of opslag). Anders kan de vliegaccu diepontladen worden. Hierdoor gaat deze
kapot en wordt onbruikbaar!
• U mag de vliegaccu nooit direct na het gebruik opladen. Laat de vliegaccu in het modelvliegtuig altijd
eerst afkoelen tot hij opnieuw tot kamer- of omgevingstemperatuur is gekomen.
• U mag enkel intacte accu´s opladen die niet beschadigd zijn. Als de uitwendige isolatie van de accu
beschadigd is of als deze een andere vorm heeft of bol staat, mag de accu in geen geval opgeladen
worden. In dit geval bestaat er een acuut gevaar voor brand en explosies!
• U mag de omhulling van de vliegaccu nooit beschadigen, de folie niet doorknippen of met scherpe
voorwerpen in de accu prikken. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Laat de vliegaccu in het modelvliegtuig niet onbewaakt tijdens het opladen.
• Neem het modelvliegtuig van de USB-laadkabel wanneer het volledig is opgeladen.
8
8. Klaarmaken van het modelvliegtuig
In deze gebruiksaanwijzing wijzen de cijfers in de tekst steeds op de afbeeldingen die er naast of midden
in het hoofdstuk staan. Dwarsverwijzingen naar andere afbeeldingen worden met de overeenkomstige
guurnummersaangeduid.
Belangrijk!
Het in de gebruiksaanwijzing getoonde model dient uitsluitend ter illustratie. Kleuren en design van het in
Vooraleer u met de montage van het model begint, dient u dit op een geschikte basis te leggen. Om uitstekende
vliegprestaties te bekomen, is uw model uit lichte gevormd schuimstof gemaakt. Het nadeel van dit materiaal is echter
het gevoelige oppervlak. Kleine onoplettendheden bij de montage van het model leiden heel snel tot lelijke deuken
of krassen.
a) Montage van de staartvlakken voor de zijden
Plaats de drie montageplaten (1) van het staartvlak voor
de zijden (2) zo in de openingen (3) van de bovenste rompplaat dat de platen in de vliegrichting naar achter wijzen.
Schuif dan het staartvlak voor de zijden een beetje naar
achter en klap het naar buiten naar de oplagehoek (4)
neer.
Steek de montageplaten van de bevestigingsplaat (5)
eerst door het boorgat in het staartvlak voor de zijden en
vervolgens door het boorgat in de oplagehoek.
serie geleverde model kunnen aanzienlijk van het in de gebruiksaanwijzing getoonde model afwijken.
Afbeelding 2
9
b) Montage van het neusonderstel
Het neusonderstel (1) moet in overeenstemming met de
bovensteguurinafbeelding3wordengemonteerd.
Daarom wordt de lus van de carrosseriekabel eerst in de
achterste houder (2) geplaatst. Vervolgens wordt de kabel een beetje samengedrukt zodat hij in de beide voorste
montageplaten kan inklikken.
gebruik eventueel een pincet of spitse tang om het model
niet te beschadigen.
Afbeelding 3
10
c) Installeren en aansluiten van de vliegaccu
De accuschacht (1) voor de vliegaccu (2) bevindt zich aan
de linker rompwand ter hoogte van het neusonderstel.
Schuif vliegaccu van vooraan tot aan de aanslag in de accuschacht. De aansluitkabel van de vliegaccu moet daarbij
naar voor wijzen.
Voor u de beide verpoolbeveiligde stekkers van de vliegaccu en de modelelektronica (3) met elkaar verbindt, verzekert u zich ervan dat de aan-/uitschakelaar (4) van het
modelvliegtuig in de achterste stand "OFF" staat.
Let op, belangrijk!
Als u het model niet gebruikt, bv. bij transport of
bij opslag, ontkoppelt u de vliegaccu onmiddellijk. Laat de accu uitsluitend aangekoppeld om
op te laden en het model te gebruiken.
Afbeelding 4
11
d) Opladen van de vliegaccu
De in het modelvliegtuig gebruikte vliegaccu mag uitsluitend via de meegeleverde USB-kabel worden
opgeladen. De oplaadtijd bedraagt naargelang de restlading van de vliegaccu ca. 25 tot 40 minuten.
Sluit de ronde stekker (1) van de USB-laadkabel met de
laadbus (CHRG) van het modelvliegtuig aan. De aan-/
uitschakelaar van het modelvliegtuig (2) moet zich in de
achterste stand "OFF" bevinden.
Verbind de USB-stekker (3) van de laadkabel met een pc,
notebook of USB-laadapparaat.
Wanneer de rode laadcontrole-LED (4) van de laadelektronica in de USB-stekker oplicht, wordt de accu opgeladen.
Van zodra de laadcontrole-LED uitdooft, is de oplaadprocedure voltooid en kan de laadkabel van het modelvliegtuig en de pc, notebook of het USB-laadapparaat worden
ontkoppeld.
Omwille van fototechnische redenen is de USB-
kabel in afbeelding 5 in opgerolde toestand te
zien. Vóór het eerste gebruik dient de kabelbinder echter losgemaakt te worden waarna de
kabel kan worden uitgerold.
Sluit de laadkabel niet aan een USB-hub zon-
der eigen adapter aan (bv. een USB-poort op
een toetsenbord), aangezien de stroom voor de
laadfunctie hier niet voldoende is.
Het besturingssysteem herkent bij het aansluiten van de
laadkabel geen nieuwe hardware aangezien de USB-poort
enkel voor de laadfunctie wordt gebruikt.
Let erop dat de USB-poort van de computer/laptop meestal
enkel is geactiveerd wanneer de computer/laptop is ingeschakeld.
Wij raden daarom aan dat de laadkabel enkel met de computer/laptop wordt aangesloten wanneer deze is
ingeschakeld.
Afbeelding 5
12
9. Bedieningselementen van de zender
1 Zenderantennedeksel
2 Stuurknuppel voor de richtingssturing
3 Trimtoets voor de richtings-stuurfunctie naar rechts
4 Aan-/uittoets
5 Trimtoets voor de richtings-stuurfunctie naar links
6 Stuurknuppel voor de motorfunctie
7 LED-indicator voor de bedrijfsfunctie
De afstandsbedieningszender is door de fabrikant voor verschillende modelvliegtuigen en -helikopters ge-
schikt gemaakt. Daarom zijn aan de afstandsbedieningszender nog bijkomende bedienelementen aangebracht, die echter voor het gebruik van het elektrisch modelvliegtuig "F22" niet nodig zijn en daarom geen
functie hebben.
Afbeelding 6
13
10. Ingebruikneming van de zender
a) Batterijen plaatsen
Voor de stroomvoorziening van de zender heeft u 2 AAA/microbatterijen nodig (b.v. Conrad, bestelnr. 652303, 2x
bestellen).
Ga voor het plaatsen van de batterijen of accu´s als volgt te werk:
Het batterijdeksel (1) bevindt zich aan de achterkant van
de zender. Verwijder met een geschikte schroevendraaier
de vastzetschroef (2) aan het batterijvakdeksel en schuif
het deksel naar beneden af.
Plaats de batterijen volgens de richtlijnen in het batterijvak
(3) met de polen in de juiste richting. Het spiraalvormige
veercontact (4) moet altijd met de minpool van de batterij
worden verbonden.
Schuif het batterijvakdeksel van onderaf terug en draai de
houderschroef (2) opnieuw in.
14
Afbeelding 7
b) Zender en modelvliegtuig inschakelen
Schuif eerst de stuurknuppel voor de motorfunctie (zie ook
afbeelding 6, pos. 6) helemaal naar het lichaam toe in de
onderste stand. De vliegaccu in het model moet verbonden zijn, maar de aan-/uitschakelaar (zie ook afbeelding 5,
pos. 2) moet zich in de stand "OFF" bevinden.
Druk vervolgens kort met de vinger op de aan-/uitschakelaar (zie ook afbeelding 6, pos. 4).
De zender geeft een korte geluidssignaal en de LED van
de bedrijfsindicator (zie afbeelding 6, pos. 7) begint 2x te
knipperen. De zender probeert nu om met de ontvanger
te koppelen.
Zet de aan/uit-schakelaar aan het modelvliegtuig nu (2) in
de stand "ON". De zender geeft een kort geluidssignaal
weer. Zowel de LED in de zender (7) als de LED in het
modelvliegtuig (8) branden nu permanent.
Let op, belangrijk!
Voor u de motorfunctie test, let u op dat het mo-
Om de motorregeling te kunnen activeren, moet de stuurknuppel voor de motorfunctie (zie ook afbeelding 6, pos. 6)
helemaal naar voor worden geschoven.
De zender geeft een kort geluidssignaal weer. Trek de stuurknuppel onmiddellijk daarna terug in de onderste stand.
De zender geeft daarop een iets langer geluidssignaal weer.
Om de motoren te starten, schuift u de stuurknuppel opnieuw kortstondig helemaal naar voor (volgaspositie) en
onmiddellijk opnieuw terug in de onderste stand. De motoren lopen kortstondig met hoog vermogen aan en kunnen
met behulp van de stuurknuppel voor de motorfunctie voorzichtig worden geregeld.
Om het model opnieuw buiten bedrijf te stellen, schuift u eerst de aan-/uitschakelaar aan het modelvliegtuig in de
stand "OFF" en drukt u daarna de aan-/uitknop op de afstandsbediening gedurende ca. 2 seconden in.
Om de batterijen te beschermen beschikt de zender over een uitschakelautomatiek die de zender in rust-
Als de LED van de bedrijfsindicator tijdens het gebruik begint te knipperen, moeten de geplaatste batterijen door
nieuwe exemplaren worden vervangen.
del op betrouwbare wijze tegen wegrollen is beveiligd of wordt tegengehouden. Er mogen zich
geen voorwerpen in het draai- of zuigbereik van
de propeller bevinden.
Let op!
toestand na ca. 2 minuten uitschakelt.
Afbeelding 8
15
11. Sturen van het modelvliegtuig
Vóórdat u het model de eerste keer start, is het noodzakelijk en belangrijk dat u zich met de besturingsfuncties vertrouwd maakt en de functies van het model test.
Na het inschakelen en activeren van de motorfunctie wordt het model met behulp van beide stuurknuppels op de
zender gestuurd. Met de stuurknuppel voor de motorfunctie (zie afbeelding 6, pos. 6) wordt het gemeenschappelijke
toerental van de beide elektromotoren geregeld. Hoe verder de stuurknuppel naar voor wordt gedrukt, hoe hoger het
toerental van beide motoren en zo het vermogen van het model.
Afbeelding 9
Bij het maximale toerental stijgt het model in een vlakke
hoek naar boven weg (zie afbeelding 10, schets A).
Bij gereduceerd toerental vliegt het model op gelijkblijvende hoogte (zie afbeelding 10, schets B).
Bij gering toerental zal het model de vlieghoogte verminderen (zie afbeelding 10, schets C).
16
Afbeelding 10
De besturing van de vliegrichting wordt met behulp van de rechter stuurknuppel uitgevoerd (zie afbeelding 6, pos. 2).
Wordt de stuurknuppel voor de richtingsbesturing niet bediend, dan blijft hij door de veerkracht in de middenpositie
staan. Beide motoren lopen bij het gas geven met dezelfde snelheid en het model vliegt rechtuit (zie afbeelding 9).
Als de stuurknuppel voor de richtingsbesturing naar links wordt gedrukt, loopt de rechter aandrijfmotor sneller en de
linker aandrijfmotor langzamer. Omwille van de verschillende stuwkrachten vliegt het model een bocht naar links (zie
afbeelding 11).
Afbeelding 11
Als de stuurknuppel naar rechts wordt gedrukt, loopt de linker aandrijfmotor sneller en de rechter aandrijfmotor langzamer. Het model vlieg een bocht naar rechts (zie afbeelding 12).
Afbeelding 12
17
12. De eerste vlucht
Vóór de eerste start moet de vliegaccu volgens de aanwijzingen in het gedeelte "Laden van de vliegaccu" op worden
geladen. Met een batterijtester kunt u de resterende capaciteit van de zenderbatterijen testen.
Nadat u nog een keer kort de functie van de motoren gecontroleerd heeft, is uw model gereed voor de eerste vlucht.
Zoek een geschikt vliegterrein uit, dat voldoende plaats biedt en niet met hindernissen volgebouwd is. Wacht op een
zwakwindige of windstille dag.
a) Bereiktest
Doe op het vliegterrein eerst een test van de reikwijdte van de afstandsbediening. Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking. Controleer nu de reikwijdte door langzaam van het model, dat door een helpen
wordt vastgehouden, weg te gaan. Tot een afstand van minstens 50 m moeten de stuurfuncties zonder storingen
functioneren.
b) De start
Manuele start:
Principieel is het probleemloos mogelijk om het model alleen te starten. Voor de eerste vlucht raden wij u echter aan
toch de hulp van een starthelper in te roepen, die het model met de hand start. Zo heeft u beide handen voor het
sturen vrij en kunt u zich geheel op het model concentreren.
De starthelper houdt daartoe het model van bovenaf met
duim en wijsvinger aan het einde van de verticale rompplaat (zie indicatie in afbeelding 13). Bij het vasthouden
moet de romppunt van het model makkelijk naar boven
wijzen.
Onze tip: Om de vliegpositie van uw model nauwkeurig te
kunnen zien, gaat u het beste met iets afstand achter de
starthelper staan en kijkt u precies in de vliegrichting van
het startende model.
Let op!
De start moet in elk geval tegen wind gebeuren, ook wanneer hij slechts heel licht is.
Geef nu langzaam gas en laat de motoren met vol vermogen lopen. De starthelper versnelt het model met uitgestrekte
arm in een boogvormige beweging van onder naar voor en laat het los. Het model moet daarbij met de romppunt altijd
licht naar boven wijzen (zie afbeelding 13) en de vleugels moeten horizontaal zijn afgesteld.
Bodemstart:
Als een effen, glad en voldoende groot oppervlak beschikbaar is, kan het model ook vanop de bodem worden gestart.
Stel het model op de startplek zo af dat het moet de romppunt tegen de wind trekt en ga dan achter het model staan.
Geef snel gas en let op dat het model niet langszij uitbreekt. Na een kort aanrollen zal het model zelfstandig van de
grond heffen.
Bij een volledig opgeladen accu en een correcte start zal het model in een vlakke hoek naar boven opstijgen. Probeer
op het eerste moment zo weinig mogelijk te sturen zodat het model in rechte vlucht aan hoogte wint. Pas wanneer het
model zelfstandig de vliegpositie veranderd en een bocht wil vliegen, corrigeert u de vliegpositie met de noodzakelijke
stuurbevelen.
Afbeelding 13
18
Laat het model tot voldoende hoogte stijgen, vóórdat u met de eerste bocht begint. Vlieg echter ook niet te hoog en
ook niet te ver weg, zodat u de vliegpositie van uw model altijd goed kunt herkennen. Wanneer de gewenste hoogte
bereikt is, vermindert u het toerental van de motoren, zodat uw model op gelijkblijvende hoogte verder vliegt.
c) Bochten vliegen
Druk de stuurknuppel voor de richtingsbesturing (zie ook afbeelding 6, pos. 2) zolang naar rechts of links, tot het
model de gewenste richtingverandering uitvoert. Begin eerst met lichte en kortstondige stuurbewegingen om te zien
hoe het model reageert. Hoe langer en verder u de stuurknuppel bedient, des te enger worden de bochten. Probeer
bij het begin liever grote en brede cirkels te vliegen. Zodra het model in de gewenste richting vliegt, beweegt u de
stuurknuppel terug naar de middenpositie.
Let bij het vliegen van een bocht altijd op de vlieghoogte. Wanneer het model aan hoogte verliest, verhoogt u het
motorvermogen zodat het model opnieuw stijgt.
d) Trimmen van het model
Als het model de neiging heeft om voortdurend in dezelfde richting een bocht te willen vliegen kunt u dit verhinderen
door de trimming te wijzigen.
Als het model voortdurend een bocht naar links wil vliegen,
activeert u de trimtoets voor de richtings-stuurfunctie naar
rechts (zie ook afbeelding 6, pos. 3) tot het model opnieuw
recht vliegt.
Als het model voortdurend naar rechts vliegt, moet een
correctie met de trimtoets voor de richtings-sturingsfunctie
naar links (zie ook afbeelding 6, pos. 5) worden uitgevoerd.
Let op, belangrijk!
De trimming wordt in de zender niet opgeslagen
en moet na elk inschakelen van de zender indien nodig opnieuw worden ingesteld.
Afbeelding 14
e) De landing
Net als de start moet ook de landing altijd tegen de wind in gebeuren. Verlaag het motorvermogen en vlieg grote
vlakke cirkels om de vlieghoogte langzaam af te bouwen.
Kies de laatste bocht voor de landing zo, dat u in geval van nood nog voldoende plaats voor de landing heeft en u de
vliegrichting bij het landen niet meer duidelijk moet corrigeren. Wanneer het model op de geplande landingslijn vliegt,
reduceert u het toerental verder, zodat het model verder hoogte verliest en naar het geplande landpunt aan het einde
van de denkbeeldige landingslijn vliegt.
Verliest het model te snel aan hoogte, geef dan iets meer gas, totdat het model weer op de geplande landingslijn
vliegt. Pas kort voor het landen worden motoren geheel uitgeschakeld.
19
13. Onderhoud en verzorging
a) Algemeen
Controleer regelmatig het correct functioneren van de afstandsbediening evenals de lichte loop van de motoren bij uw
model. Druppel indien nodig een kleine druppel naaimachineolie op het achterste motorlager.
De buitenkant van het model en de afstandsbediening mogen enkel met een zachte, droge doek of penseel worden
gereinigd. U mag in geen geval agressieve reinigingsproducten of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat hierdoor het oppervlak beschadigd kan worden.
Belangrijk!
Indien u beschadigde of versleten onderdelen moet vervangen, gebruik dan alleen originele reserveonder-
De vervangonderdelen vindt u op onze internetpagina www.conrad.com in het slijtageonderdelen van het betreffende
product.
U kunt de slijtageonderdelen ook telefonisch aanvragen. De ongevalpreventie vindt u aan het begin van deze gebruiksaanwijzing in het hoofdstuk "Inleiding".
Als er vormschuimonderdelen aan het modelvliegtuig moeten worden gekleefd, gebruikt u uitsluitend lij-
b) Vervangen van de propellers
De propellers (1) zijn slechts op de motorassen gestoken.
Gebruik een kleine, vlakke schroevendraaier of pincet om
de defecte propeller af te trekken.
Let bij de montage van de nieuwe propeller op
Schuif de propeller recht en voorzichtig op de motoras
zodat deze bij de propellermontage niet wordt gebogen.
delen.
Let op, belangrijk!
men die voor Styropor® zijn geschikt.
Belangrijk!
de looprichting van de motor. Aangezien beide
motoren verschillende looprichtingen hebben,
kunnen de propellers aan beide zijden op de
motoras (2) worden geschoven.
Afbeelding 15
20
14. Afvoer
a) Product
Elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Het product dient
Verwijder evt. geplaatste batterijen/accu's en gooi deze afzonderlijk van het product weg.
b) Batterijen/accu´s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen/accu's in te leveren;
verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten worden gekenmerkt door het hiernaast vermelde sym-
bool, dat erop wijst dat deze niet via het huisvuil mogen worden afgevoerd. De aanduidingen voor irriterend
werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood (de aanduiding staat op de batterijen/
accu's, bv. onder het vuilnisbak-symbool dat links afgebeeld is).
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente,
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de bescherming van het milieu.
15. Verklaring van overeenstemming (DOC)
Hiermee verklaart Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, dat dit product met richtlijn
2014/53/EU overeenstemt.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.conrad.com/downloads
Kies een taal door een vlagsymbool te selecteren en voer het bestelnummer van het product in het
zoekveld in; vervolgens kunt u de EU-conformiteitsverklaring in pdf-formaat downloaden.
21
16. Verhelpen van storingen
Het model en het afstandsbedieningssysteem werden volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er
kunnen desondanks problemen of storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele
manieren om eventuele storingen op te lossen.
ProbleemHulp
De zender reageert niet.• Zenderbatterijen controleren.
• Polariteit van de batterijen controleren.
De zender schakelt onmiddellijk of na korte tijd vanzelf
uit.
Model vliegt zelfstandig bochten in dezelfde richting.• Trimming instellen.
Het systeem heeft slechts een kleine reikwijdte.• Zenderbatterijen controleren.
Het modelvoertuig reageert niet.• Ontvangerschakelaar controleren.
Laadprocedure duurt te lang.• Vernieuw de vliegaccu.
De vliegtijden van het model worden altijd korter.• Vernieuw de vliegaccu.
• Restcapaciteit van de zenderbatterijen controleren.
• Beïnvloeding door te sterke wind.
• Controleer of de elektrische motoren vlot lopen.