Vertaling van de originele gebruiks- en montagehandleiding..........................................................................1
FR Motorisation de porte de garage RolloPort SX5 DuoFern
Traduction du mode d'emploi et de montage original .................................................................................... 41
Artikelnummers / Référence : 4505 90 61 (driedelige rails / rail en trois parties)
VBD 607-2-1 (10.17)
Geachte klant...
i
NL
... met de aanschaf van deze garagepoortaandrijving hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct
van het bedrijf RADEMACHER. Wij danken u voor uw
vertrouwen.
De RADEMACHER garagepoortaandrijving is ontworpen voor maximaal comfort. Overeenkomstig onze
hoge kwaliteitseisen waarvan wij niet afwijken en na
uitgebreide tests zijn wij er trots op u dit innovatieve
product te kunnen presenteren.
Daar hebben alle uiterst
bekwame medewerkers
van RADEMACHER hun
steentje toe bijgedragen.
Deze handleiding...
...beschrijft hoe u bij de montage, de elektrische
aansluiting en de bediening van de RolloPort SX5 DuoFern te werk moet gaan.
Lees deze handleiding nauwkeurig voordat u met de
werkzaamheden begint en neem alle veiligheidsaanwijzingen in acht.
Deze gebruikshandleiding maakt deel uit van het
product, bewaart u deze op een goed bereikbare plaats.
Voeg deze gebruikshandleiding bij afgifte van de
garagepoortaandrijving aan derden toe.
Bij schade die door het niet naleven van deze handleiding en de veiligheidsaanwijzingen ontstaat, vervalt
de garantie. Ook voor gevolgschade kunnen wij niet
aansprakelijk worden gesteld.
2
Inhoud
i
NL
i Geachte klant... ................................. 2
1. Omvang van de levering .................................4
2. Overzicht ................................. 5
3. Verklaring van de tekens ................................. 6
Dit teken wijst u op gevaren bij werkzaamheden aan
elektrische aansluitingen, onderdelen, enz. Hier zijn
veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gezondheid en het leven van de betrokken persoon vereist.
Zo waarschuwen we voor verkeerd gebruik dat
tot lichamelijke letsels of materiële schade kan
leiden.
Volg altijd alle vermelde veiligheidsaanwijzingen op.
4. Veiligheidsaanwijzingen
i
Het niet-opvolgen van de instructies en veiligheidsaanwijzingen uit deze handleiding kan
tot zwaar persoonlijk letsel leiden, bijv. door het
bekneld raken in de poort.
Volg alle instructies uit deze gebruiks- en montagehandleiding op, om aan de veiligheidsvoorschriften
van de normen EN 13241-1, EN 12445 en EN 12453 te
voldoen en gebruik de installatie pas nadat een vakman
gecontroleerd heeft of deze aan de norm voldoet.
Bij werkzaamheden aan elektrische systemen
bestaat levensgevaar door elektrische schok.
◆ Laat alle werkzaamheden aan de aandrijving en
elektrische systemen uitsluitend door een erkende
elektricien en overeenkomstig de aansluitingsaanwijzingen in deze handleiding uitvoeren, zie
pagina 33.
◆ Trek voor alle werkzaamheden aan de poort of de
poortaandrijving (bijv. reiniging, onderhoud of
vervanging van onderdelen) altijd de stekker uit
het stopcontact.
Het gebruik van defecte apparaten kan leiden
tot gevaar voor personen en materiële schade
(elektrische schok of kortsluiting).
◆ Gebruik nooit defecte of beschadigde apparaten.
◆ Controleer de aandrijving en de netkabel op
beschadiging.
◆ Bij een beschadiging van de netkabel moet deze
door de fabrikant, de bevoegde klantendienst of
andere gekwalificeerde vaklui worden vervangen
om risico's te vermijden.
6
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen; het negeren ervan kan materiële schade veroorzaken.
A.u.b. alle op deze manier gekenmerkte aanwijzingen
in acht nemen en opvolgen.
OPMERKING!
Op deze wijze maken wij u attent op andere belangrijke
aanwijzingen voor het correct functioneren van het
apparaat.
◆ Neem a.u.b. met onze serviceafdeling contact op
(zie pagina 40) indien u schade aan het apparaat
constateert.
Defecte poorten kunnen leiden tot ernstig letsel.
◆ De loop van de poort mag niet door slecht afgestel-
de veren of door slecht werkende poortophangingen resp. poortconstructies gehinderd worden.
◆ Er bestaat verwondingsgevaar door de sterk
gespannen poortveren. Vervang nooit zelf de
poortveren.
◆ Laat alle werkzaamheden aan het poortmecha-
niek en de veren alleen door een erkend vakman
uitvoeren.
Bij uitoefening van kracht op de poorten bestaat
er gevaar voor beknellingen en uitzwenken aan
de sluitzijdes.
◆ Let erop dat er zich tijdens bedrijf geen personen
in het zwenkbereik van de garagepoort bevinden.
◆ Wordt de garagepoortaandrijving automatisch
bestuurd (bijv. in combinatie met de HomePilot®)
en kan hij daarom onverwacht gaan lopen, zorg
er dan voor dat niemand in het bewegende bereik
van de poort is.
4. Veiligheidsaanwijzingen
i
NL
Door oneigenlijk gebruik bestaat er verhoogd
gevaar voor verwondingen.
◆ Grijp nooit in de bewegende poort of in bewegen-
de onderdelen.
◆ U mag de poort nooit zonder extra veiligheidsin-
stallaties (bijv. lichtsensor) buiten eigen blikveld
in beweging zetten, zie pagina 33.
◆ Instrueer alle personen in het veilige gebruik van
de garagepoort.
◆ Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar, men-
sen met een lichamelijke, sensorische of geestelijke
beperking, of mensen met een gebrek aan ervaring
en kennis onder toezicht gebruikt worden, als
ze geïnstrueerd zijn in het veilige gebruik en de
gebruiksrisico's kennen.
◆ Verbied kinderen met de poort en de handzender
te spelen.
◆ Berg de handzender zo op dat ongewenst bedrijf,
bijv. door spelende kinderen, niet mogelijk is.
◆ Reiniging en onderhoud door gebruiker mogen
niet door kinderen zonder toezicht uitgevoerd
worden.
◆ Laat niemand onder de bewegende poort door
lopen.
◆ Houd kinderen op een veilige afstand van de
bewegende poort.
◆ Rijd uitsluitend de garage in of uit als de poort
volledig open is en stilstaat.
Bij onjuiste of defecte veiligheidsinstallaties
bestaat er verwondingsgevaar of risico van
materiële schade.
◆ Controleer voor de eerste inbedrijfstelling en daar-
na een keer per maand of de veiligheidsinstallaties
correct functioneren (bijv. de krachtbegrenzing).
◆ Zet de veiligheidsinstallaties nooit buiten werking.
◆ Houd de poortaanslag aan de grond vrij van ijs,
sneeuw, vuil en stenen.
Het stopcontact en de stekker moeten altijd
vrij toegankelijk zijn.
5. Beoogd gebruik
i
Gebruik de garagepoortaandrijving uitsluitend:
◆ voor het openen en sluiten van garagepoorten,
zie pagina 9 / 37.
◆ in privébereik
◆ in overeenstemming met de instructies en
veiligheidsaanwijzingen van deze handleiding.
Een ander gebruik is niet toegelaten.
◆ Garagepoortaandrijvingen met automatisch be-
drijf (bijv. RolloPort SX5 DuoFern) moeten behalve
over een standaard ingebouwde krachtbegrenzing
over een extra aangesloten veiligheidsinstallatie
beschikken (bijv. een lichtsensor).
◆ De RolloPort SX5 DuoFern mag alleen met een
extra aangesloten lichtsensor in het automatisch
bedrijf (automatisch sluiten) gebruikt worden,
zie pagina 33.
7
5. Beoogd gebruik
i
NL
Een gebrekkig onderhoud kan personen in gevaar brengen door beschadiging van uw garagepoortaandrijving, de bijbehorende veiligheidsinstallaties of de garagepoort zelf.
◆ Neem de onderhoudsintervallen in acht,
zie pagina 12.
◆ Controleer regelmatig de veiligheidsinstallaties,
zie pagina 12.
i
5.1 Gebruiksvoorwaarden
◆ Gebruik de RolloPort garagepoortaandrijving
alleen in droge ruimtes.
◆ De garagepoortaandrijving moet gemakkelijk met
de hand geopend en gesloten kunnen worden. Hij
mag niet klemmen.
◆ Zorg ervoor dat de plafondrails altijd vet- en
stofvrij zijn. Vervuilde plafondrails hinderen een
feilloze werking.
◆ Op de plaats van montage moet een vrij
toegankelijk 220 - 240 V/50 - 60 Hz stopcontact
aanwezig zijn.
Het niet-opvolgen van de instructies uit deze
handleiding kan tot zwaar persoonlijk letsel
leiden, bijv. door het bekneld raken in de poort.
Volg alle instructies op. Het is uiterst belangrijk tijdens
het installatieproces deze gebruiks- en montagehandleiding op te volgen, om aan de veiligheidsvoorschriften
van de normen EN 13241-1, EN 12445 en EN 12453
te voldoen.
◆ De afstandsbediening met handzender en de
inbouw en het gebruik van het radiografische
DuoFern systeem en zijn componenten (bijv.
RolloPort SX5 DuoFern) is alleen toegelaten bij
installaties en apparaten waarbij een storing van
de zender of de ontvanger geen gevaar betekent
voor personen of zaken resp. waarbij dit risico door
andere veiligheidsinstallaties wordt afgedekt.
OPMERKING!
Radio-installaties die op dezelfde frequentie zenden,
kunnen de ontvangst storen.
6. Oneigenlijk gebruik
i
Het gebruik van de garagepoortaandrijving voor
andere doeleinden dan de eerder genoemde is
niet toegelaten.
◆ Dit geldt met name voor:
– alle radiografische handzenders
– de RolloPort SX5 DuoFern
– het radiografisch systeem DuoFern en zijn
componenten
Gebruik de genoemde componenten nooit als
afstandsbediening voor apparaten en installaties
waaraan verhoogde veiligheidstechnische eisen
worden gesteld of waarbij een verhoogd ongevallenrisico bestaat. Hiervoor zijn bijkomende
veiligheidsinstallaties nodig. Houd rekening met
de betreffende wettelijke regelingen voor het
inrichten van dergelijke installaties.
8
◆ Monteer de garagepoortaandrijving nooit buiten.
De RolloPort garagepoortaandrijving mag voor
de volgende toepassingen niet gebruikt
worden:
◆ in bedrijven
◆ voor de aandrijving van andere voorwerpen
◆ voor permanent gebruik
6. Oneigenlijk gebruik
i
NL
De RolloPort SX5 DuoFern mag niet zonder extra aangesloten lichtsensor gebruikt worden,
zie pagina 33.
Door ondoelmatige verbouwingen ontstaat
letselgevaar.
Verander niets aan de aandrijving, de garagepoort of
eventueel aan de bestaande veiligheidsinstallaties, als
dit niet in de handleiding als maatregel beschreven is.
Dergelijke veranderingen vormen een gevaar voor de
bedrijfsveiligheid.
7. Toegestane types garagepoorten
i
◆ uitzwenkende standaard-kantelpoorten
◆ sectionaalpoorten
De poorten moeten licht lopen en aan de eisen van
de volgende normen voldoen: EN 12453 en EN 12604.
Bij een loopdeur is een bewaking van de deurpositie nodig. Voorkom dat de aandrijving actief
wordt, als de deur nog niet gesloten is.
Aanwijzing over aansprakelijkheid voor het
product
Voor schade die door een onjuist of ondoelmatig
gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk (zie
garantievoorwaarden).
KantelpoortenVerticale sectionaal-
poorten
7.1 Niet toegestane types garagepoorten
i
Poorten die een kiep- of draaibeweging vereisen,
mogen niet met de garagepoortaandrijving
RolloPort gebruikt worden.
Niet uitzwenkende
kantelpoort
9
8. Functiebeschrijving
i
i
NL
De RolloPort SX5 DuoFern is een elektronische garagepoortaandrijving en voor alle gangbare kantel- en
sectionaalpoorten (zie pagina 9) bruikbaar.
Flexibele montagemogelijkheden
De 90° draaibare aandrijfeenheid biedt flexibele
montagemogelijkheden. Een geluidsarme tandriemaandrijving zorgt voor veilige krachtoverbrenging.
Uitgebreide comfortfuncties
De RolloPort SX5 DuoFern biedt omvangrijke comfortfuncties (zie hoofdstuk 8.1) voor de individuele
instelling ter plaatse.
Beide garagepoortaandrijvingen zijn met een obstakelherkenning incl. reversiefunctie uitgerust en bezitten
een interne noodontgrendeling voor de handmatige
bediening bij stroomuitval.
Handmatige besturing ter plaatse
Verder kan er een externe schakelaar voor de handmatige besturing ter plaatse worden aangesloten.
i
8.1 Korte beschrijving van de comfortfuncties
Intelligente microcomputer
Intelligente, computergestuurde, exacte hefpositionering, snelle krachtoverbrenging, terugloop bij optreden
van obstakels.
Aandrijving
Geringe geluidsproductie, softstart en softstop beschermen de aandrijving en garanderen een lange
levensduur.
Displayinformatie
De bedrijfsmodus en het digitale menu worden op het
display getoond:
◆ L = Normaal bedrijf
◆ F/H = De elektronica heeft een fout
gedetecteerd *
◆ A = De straal van de lichtsensor
is onderbroken *
* zie pagina 38 (opheffen van storingen)
Cryptoguard
Roulerende codetechnologie maakt miljarden codecombinaties mogelijk en maakt iedere handzender
uniek, ter bescherming tegen onbevoegde toegang
door derden.
10
RolloPort SX5 DuoFern
De RolloPort SX5 DuoFern is gemaakt voor gebruik
in een DuoFern radiografisch netwerk en kan in een
DuoFern HomePilot® of andere DuoFern besturingen
geïntegreerd en bestuurd worden.
De RolloPort SX5 DuoFern moet met het DuoFern netwerk worden verbonden.
U moet de RolloPort SX5 DuoFern bij een DuoFern
HomePilot®, of een ander DuoFern apparaat aanmelden, zodat deze besturingscommando’s uit het DuoFern
netwerk kan ontvangen, zie pagina 32.
Lees hiervoor de bedieningshandleiding van het
betreffende DuoFern apparaat.
U kunt meer informatie vinden over het DuoFern
systeem op:
http:/www.rademacher.de/duofern
Alarmeenheid
Het alarm klinkt als de poort meer dan 10 minuten
opengelaten wordt. Het alarm eindigt als de poort
weer gesloten wordt, zie pagina 27 ‘Alarminstelling’.
Noodontgrendeling
De poort kan bij een stroomuitval handmatig bediend
worden door aan de kabel van de noodontrgrendeling
te trekken.
Automatische sluitfunctie
De automatische sluitingstijd van de poort kan van
30 tot 240 seconden ingesteld worden, zie pagina
27 / 28.
2000-cycli-alarm
Als de aandrijving 2000 cycli doorlopen heeft, klinkt er
een signaaltoon, om de gebruiker eraan te herinneren,
dat het mechanische systeem onderhouden moet
worden, zie pagina 28.
8.1 Korte beschrijving van de comfortfuncties
i
NL
Verlichting
De garagepoortaandrijving beschikt over een interne,
energiezuinige verlichting die na iedere schakelimpuls
ingeschakeld wordt en automatisch na 3 minuten
weer uitgaat.
Aanvullende aansluitmogelijkheden voor externe toebehoren en de veiligheidseenheid
U kunt aanvullend een externe schakelaar en een infrarood lichtsensor aansluiten, zie pagina 33.
i
8.2 Functiebeschrijving van de noodontgrendeling
De poort kan in geval van stroomuitval door aan een
kabel te trekken handmatig bediend worden.
Er bestaat kans op letsel. De poort kan bij
ontgrendeling ongecontroleerd naar beneden
vallen (bijvoorbeeld als veren zwak of gebroken zijn, of als de deur niet in evenwicht is).
◆ Sluit of open de poort na iedere ontgrendeling
altijd volledig.
◆ De noodontgrendeling is niet voor dagelijks
gebruik bedoeld.
Openingssnelheid:
De openingssnelheid kan op drie niveaus worden
ingesteld. Die is instelbaar van 11 cm/sec. tot 19 cm/
sec. (fabrieksinstelling), zie pagina 29.
Backjumpfunctie
Is de backjumpfunctie actief, dan beweegt de aandrijving na het bereiken van de eindpositie kort in de
tegengestelde richting. Daardoor wordt de mechanische spanning in beide eindposities verminderd en is
de noodontgrendeling eenvoudiger (zie pagina 30).
De backjumpfunctie kan geactiveerd en gedeactiveerd
worden.
i
8.3 Functiebeschrijving van de obstakelherkenning
De aandrijving heeft een automatische obstakelherkenning (door interne krachtbewaking).
Stoot de poort bij het sluiten of openen tegen een
obstakel, dan stopt de aandrijving automatisch en rijdt
in tegengestelde richting tot de eindpositie.
Na het verwijderen van het obstakel kunt u de garagepoortaandrijving weer normaal bedienen.
11
8.4 Maandelijkse controle van de obstakelherkenning (krachtbegrenzing)
1. Beweeg de poort naar de eindpositie.
2. Leg een voorwerp van 50 mm hoog, bijv. een
houten blok, in de looprichting van de poort.
3. Sluit de poort door op de handzender te
drukken.
4. Stoot de poort bij het sluiten of openen tegen
een obstakel, dan stopt de aandrijving automatisch en opent de garagepoort volledig.
5. Verwijder vervolgens het obstakel.
6. Na het verwijderen van het obstakel kunt u
de garagepoortaandrijving weer normaal
bedienen.
Leg een voorwerp van ca. 50 mm hoog in de looprichting van de poort.
Corrigeer de afstelling indien nodig en controleer
opnieuw. Een verkeerde afstelling kan tot gevaar
leiden, zie pagina 26.
Mocht het bijstellen niet tot een correcte werking
leiden, neem dan contact op met onze erkende
servicedienst.
9. Service
NL
Door defecte poorten en veiligheidsinstallaties
bestaat er letselgevaar.
Voor uw veiligheid moet u de aanbevolen onderhoudsintervallen voor uw poort incl. alle
veiligheidsinstallaties in acht nemen.
Onderhoudsinterval:
Laat de poort voor de eerste inbedrijfstelling en
daarna naar behoefte, echter minstens een keer
per jaar, door een deskundig bedrijf controleren.
Regelmatige controles van de aan slijtage onderhevige onderdelen
Er bestaat letselgevaar door defecte en versleten onderdelen.
Controleer de installatie daarom regelmatig op tekens
van slijtage, beschadiging of op gebrekkige balans
van de poort.
Gebruik de poort in geen geval wanneer er reparatie- of
instelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Een
fout in de installatie of een verkeerd uitgebalanceerde
poort kan ernstige letsels veroorzaken.
12
Controleer:
◆ Of alle schroefverbindingen goed vast zitten
◆ Alle kabels op beschadiging
◆ Alle veren en bevestigingsonderdelen
Er bestaat verwondingsgevaar door de sterk
gespannen poortveer.
◆ Vervang nooit zelf de poortveren.
◆ Laat alle werkzaamheden aan het poortmechaniek
en de veren alleen door een erkende installateur
uitvoeren.
10. Belangrijke montage-instructies
STOP
NL
Belangrijke instructies voor een veilige montage.
Volg alle montage-instructies op.
Een verkeerde montage kan ernstige letsels
veroorzaken.
Controleer voor de montage...
◆ ... of uw aandrijving voor het type garagepoort
en de hoogte geschikt is.
◆ ... of de poort in een onberispelijke mechanische
toestand is. De poort moet licht lopen en in evenwicht zijn. Controleer of deze goed opent en sluit.
◆ Open de poort ca. 1 m en laat deze dan los. Een
uitgebalanceerde poort zou in deze stand moeten
blijven staan. Is dit niet het geval, laat dan de poort
door een erkend bedrijf instellen.
◆ De loop van de poort mag niet door slecht afgestel-
de veren of door slecht werkende poortophangingen resp. poortconstructies gehinderd worden.
Verwijder voor de montage van de aandrijving...
... alle onnodige kabels of kettingen en schakel alle
apparaten uit, zoals de vergrendeling, die voor gebruik
met kracht niet nodig zijn.
Tijdens de montage bestaat er letselgevaar
door het naar beneden vallen van een onbeveiligde poort.
◆ Let er bij de montage op, dat er zich geen personen
in het zwenkbereik van de garagepoort bevinden.
Een verkeerde montage kan ernstige ongevallen en zwaar letsel veroorzaken.
◆ Installeer de toets voor noodontgrendeling op een
hoogte van ongeveer 1,8 m.
◆ Gebruik uitsluitend het bijgevoegde montagema-
teriaal en de originele vervangende onderdelen en
originele toebehoren.
◆ Ter plekke aanwezige poortvergrendelingen
kunnen de correcte loop van de poort hinderen
enmoeten daarom gedemonteerd worden.
◆ Beweeglijke onderdelen van de garagepoort mogen
nooit over openbare voet- of fietspaden uitsteken.
◆ Gebrekkige verlichting hindert de montage en kan
letsel veroorzaken. Zorg voor voldoende verlichting
tijdens de montage.
◆ Het kan gebeuren, dat u tijdens de montage de
poort een tijd niet kunt openen.
◆ Deze garagepoortaandrijving mag niet voor garage-
poorten gebruikt worden, die openingen van meer
dan 50 mm diameter hebben, of hoeken of uitstekende onderdelen, die personen kunnen raken, of
waar personen op kunnen gaan staan.
◆ Bevestig de waarschuwingssticker over beknel-
lingsgevaar altijd op een goed zichtbare plek,
of in de buurt van de geïnstalleerde besturingen.
◆ Bevestig het etiket voor handmatige ontgrendeling
permanent naast het bedieningselement.
13
10.1 Benodigd gereedschap
U hebt het volgende gereedschap nodig:
10.2 Verwijderen van de poortvergrendelingen
1. Demonteer alle verticale en
horizontale deurvergrendelingen.
OPMERKING!
Bewaar alle oude poortvergrendelingen.
Mocht u de garagepoortaandrijving ooit demonteren,
dan moet u deze opnieuw monteren om de originele
toestand van de poort weer te herstellen.
NL
14
10.3 Neem de maat op
1. Meet het midden van de poort uit en markeer dit
Markeer het midden van de poort zoals geïllustreerd
aan de bovenkant van de poort, aan de poortdwarsbalk
en aan het plafond van de garage.
NL
2. Meet de afstand tussen de bovenkant van de
poort en het plafond
Sluit de poort langzaam en meet de afstand tussen de
bovenkant van de poort en het plafond.
OPMERKING!
De minimumafstand moet 4 cm zijn.
3. Montage-instructie voor de inbouw in een
sectionaalpoort
Wordt de garagepoortaandrijving voor een sectionaalpoort gebruikt, dan moet bij de gesloten poort
de geleidingsrol van het bovenste poortsegment in de
bocht van de geleidingsrail staan.
Kantelpoort
Sectionaalpoort
min. 4 cm
min. 4 cm
✗
JuistOnjuist
15
10.4 Rails in elkaar zetten
NL
OPMERKING!
De RolloPort SX5 DuoFern wordt met drie rails geleverd:
◆ twee eindstukken, incl. voorgemonteerde tan-
driem
◆ een middenstuk (zonder tandriem) met twee
koppelstukken.
1. Leg de twee eindstukken met de voorgemonteerde tandriem zo op de grond dat de tandriem er
zo recht mogelijk tussen loopt.
2. Schuif de beide koppelstukken over het middenstuk en leg vervolgens het middenstuk tussen de
beide eindstukken.
3. Geleid de tandriem in het middenstuk.
4. Schuif ieder koppelstuk over de verbinding
tussen middenstuk en eindstuk.
Let erop dat het koppelstuk midden tussen de fixatieplaten van de onderkant van de rails ligt.
5. Buig tenslotte de fixatieplaten met een kleine
schroevendraaier naar buiten.
Daardoor zijn de koppelstukken niet meer te verschuiven.
1
2
3
Koppelstuk 1 Koppelstuk 2
Fixatieplaten
10.5 Span de tandriem op
1. Schroef de stelmoer met een geschikte
dopsleutel (Ø 10 mm) vast.
2. Pas de riemspanning aan zoals op de afbeelding
wordt getoond.
OPMERKING!
Vanwege fabricagetoleranties kan het getoonde
instelbereik 36 - 38 mm variëren.
Zorg er daarom voor dat de tandriem over de complete
raillengte lichtjes doorhangt en dus niet al te strak
gespannen is. Een te strak gespannen tandriem kan
het prestatievermogen van de aandrijving verminderen.
16
1.
2.
ca. 36 - 38 mm
10.6 Verbinding van de aandrijfbehuizing met de rail
NL
1. Plaats eerst de veeltandbout (5).
2. Plaats de rail (4) met het zich daarin bevindende
kettingwiel (af fabriek in de rail gemonteerd) op
het koppelstuk (5).
3. Zet de twee houders (2) op de rail (4) en schroef
deze met de toegevoegde zeskant-plaatschroeven (6 x 15 mm) aan de aandrijvingsbehuizing
vast.
1
2
BELANGRIJK!
Let erop dat de microschakelaar (3) bij de montage niet
beschadigd raakt.
Bij wijze van alternatief kunt u de aandrijving ook
dwars op de rail monteren, bijv. bij weinig plaats, zie
volgende pagina.
17
10.7 Verbinding van de aandrijfbehuizing met de rail (90° montage)
Alternatieve montage van de aandrijving dwars op de rail.
1
2
4
5
NL
3
OPMERKING!
De microschakelaar (3) moet zich altijd aan het einde
van de rail bevinden. Daarom moet de microschakelaar
(3) bij dwarsmontage van de aandrijving altijd passend
verplaatst worden, zie afbeelding boven.
18
Bij alle werkzaamheden aan de microschakelaar (3)
bestaat er levensgevaar door elektrische schokken.
◆ Laat de microschakelaar (3) alleen door een
erkende elektricien verplaatsen.
◆ De microschakelaar (3) mag alleen in een span-
ningsloze toestand worden verplaatst.
◆ Trek voor het begin van de werkzaamheden altijd
de stekker eruit en beveilig het systeem tegen
herinschakelen.
◆ Controleer of het systeem geheel spanningsvrij is.
10.8 Bevestiging van de aandrijving en de rail
NL
(A)
(C)
A / B / C / D, zie volgende pagina’s
Montage van de dwarsbalk
Doe de montage bij voorkeur op de dwarsbalk, omdat
zo de optredende krachten optimaal opgenomen
kunnen worden.
Plafondmontage
Voor plafondmontage moet u de dwarsbalk 90 graden
draaien en iets verder aan de binnenkant van het
garageplafond bevestigen. Daardoor kan de gehele
rail gebruikt worden.
(D)
Montage aan
de dwarsbalk
(B)
min. 1,5 cm
OPMERKING!
◆ De afstand tot het poortblad mag bij een
plafondmontage max. 25 cm zijn.
◆ Gebruik bij de garagemuren of een garageplafond
van steen (beton) de toegevoegde zeskantschroeven (8 x 60) en pluggen met Ø 10 mm.
Plafond-
montage
max. 25 cm
19
10.9 (A) Montage van de beugelplaat van de dwarsbalk (1)
NL
OPMERKING!
De beugelplaat van de dwarsbalk (1) moet in het
midden van de poort gemonteerd worden.
1. Teken de positie van de beugelplaat van de
dwarsbalk (1) af en boor de montagegaten (bijv.
met een steenboor van 10 mm).
2. Schroef vervolgens de beugelplaat van de dwarsbalk (1) met de meegeleverde zeskantschroeven
(3) [8 x 60 mm] vast.
3. Geleid vervolgens de rail (4) en de beschermhuls
(2.1) tussen de uiteinden van de beugelplaat van
de dwarsbalk (1) en schuif de schroef (2) [6 x 80
mm] er van buiten door.
4. Borg ten slotte de rail (4) door de zeskantmoer
vast te draaien.
10.10 (B) Montage van de houder (5) aan de aandrijfkop (7)
1. Schuif de houder (5) zo dicht mogelijk voor de
aandrijfkop (7) op de rail (4).
2. Markeer de montagegaten voor de houder (5).
Verder moet u de gehele constructie omhoog tillen en
tegen het plafond drukken.
OPMERKING!
Let erop dat de rail (4) recht boven het midden van
de poort ligt.
3. Boor de montagegaten (bijv. met een steenboor
van 10 mm).
4. Schroef vervolgens de houder (5) met de
meegeleverde zeskantschroeven (8 x 60 mm)
aan het garageplafond vast.
2.1
2
1
Legende
1 = Beugelplaat van de dwarsbalk
2 = Schroef (6 x 80 mm) met zeskantmoer
10.11 (C) Montage van de beugelplaat van de poort (8)
NL
OPMERKING!
◆ We raden aan de beugelplaat van de poort (8) bij
voorkeur aan het poortraam te bevestigen.
◆ Voor kunststoffen of dunwandige houten poorten
zijn extra dwarsbalken nodig om een beschadiging
van de poort te vermijden. Consulteer in dit geval
de leverancier van uw poort.
◆ Gebruik voor de montage van de beugelplaat
van de poort (8) bestaande boorgaten, indien
mogelijk.
1. Leg de beugelplaat van de poort (8) op de bovenkant van de garagepoort en plaats hem in
het midden van de poort (recht ten opzichte van
de profielslede). Teken vervolgens vier bevestigingsgaten op het poortraam af.
8
9
10
Legende
8 = Beugelplaat van de poort
9 = Bout (8 x 20 mm)
10 = Zeskant-plaatschroef (6 x 15 mm)
11 = Splitpen (2 x 20 mm)
12 = Poortverbindingsstuk, gebogen
11
12
2. Sla de bevestigingsgaten met behulp
van de slagpen in het poortraam.
OPMERKING!
Plaatschroeven hebben voldoende houvast in het materiaal nodig. Controleer de materiaaldikte van uw poortraam.
Bij voldoende materiaaldikte kunt u de bevestigingsgaten ook met een metaalboor van 4 mm boren, als u de
gaten niet met de slagpen erin kunt slaan.
JUIST
Bevestigingsgat
door slagpen
De schroef heeft voldoen-
de houvast.
ONJUIST
Bevestigingsgat
door boring
De schroef heeft geen
houvast.
21
10.11 (C) Montage van de beugelplaat van de poort (8)
3. Schroef vervolgens de beugelplaat van de poort (8)
met de meegeleverde zeskantschroeven (8 x 15
mm) aan het raam vast.
4. Bevestig tenslotte het poortverbindingsstuk
(12) met de meegeleverde bout (9) aan de beugelplaat van de dwarsbalk (8).
OPMERKING!
◆ Af fabriek is er al een recht poortverbindingsstuk
voorgemonteerd, dat vast met de rail verbonden is.
◆ Indien u (afhankelijk van de plaatselijke omstan-
digheden) het meegeleverde, gekromde deurverbindingsstuk (12) wilt gebruiken, moet u dit met
twee zeskantschroeven (8 x 20 mm) aan het rechte
deurverbindingsstuk bevestigen.
5. Beveilig tenslotte de bout (9) tegen eruit glijden
door de splitpen (11) erin te steken.
10.12 (D) Montage van de ophanging van het middenstuk (13)
NL
12
8
9
1. Monteer het middenstuk (13) op een geschikte
plaats, indien mogelijk midden tussen de poort
en de aandrijfkop.
◆ Zorg ervoor dat de installatie na de montage
goed ingesteld is en de aandrijving terugdraait
als de poort een voorwerp op de grond van 50
mm hoogte raakt (voor aandrijvingen, die over
een beknellingsbeveiliging beschikken, die bij
contact met de onderkant van de poort reageert),
zie pagina 12.
◆ Zorg ervoor dat de aandrijving na de montage
10.14 Aanwijzingsborden met waarschuwingen aanbrengen
Door oneigenlijk gebruik bestaat verhoogd
gevaar voor verwondingen.
◆ Bevestig de waarschuwingssticker over beknel-
lingsgevaar altijd op een goed zichtbare plek,
of in de buurt van de geïnstalleerde besturingen.
◆ Bevestig het etiket voor handmatige ontgrendeling
permanent naast het bedieningselement.
◆ Breng alle borden zo aan, dat ze goed leesbaar zijn.
10.15 De poort gereedmaken voor bedrijf
de openingsbeweging van de poort verhindert
of stopt, als de poort met een massa van 20 kg
beladen is, die centraal aan de onderkant van de
poort ligt. Dit geldt vooral voor aandrijvingen die
met een poort gebruikt worden die een opening
in de poortdeur heeft met een diameter van meer
dan 50 mm.
1. Beweeg de poort voorzichtig om de slede te laten
vergrendelen.
2. Steek de stekker in het stopcontact en schakel
de stroomverzorging in.
3. Het licht gaat aan en de eenheid geeft eenmalig
een signaaltoon af en het display geeft cyclisch
‘0’ aan.
11. Programmering
Om de volgende instellingen correct op te
slaan en uit te voeren, moet u een afsluitende
programmering in overeenkomst met pagina
31 uitvoeren.
23
11.1 De bovenste eindpositie instellen / Bovenste eindpunt instellen
NL
De verkeerde volgorde bij de instelling van de
eindposities leidt tot storingen. Houd altijd de
opgegeven instelvolgorde aan.
1. Druk circa 5 seconden
op ‘P’.
4. Druk op ‘+’, of
op ‘–’.
2. De aandrijving geeft
een signaaltoon af en
geeft ‘1’ weer.
5. De poort gaat open of
dicht.
11.2 Onderste eindpositie instellen
Correcte instelvolgorde:
1. bovenste eindpositie instellen
2. onderste eindpositie instellen
3. Druk op ‘P’,
‘1’ knippert.
6. Is de poort tot de gewenste positie opengegaan, druk dan op ‘P’
om de bovenste eindpositie op te slaan.
1. Druk op ‘+’, in het
display verschijnt ‘2’.
4. De poort gaat open of
dicht.
24
2. Druk op ‘P’,
‘2’ knippert.
5. Is de poort tot de gewenste positie naar beneden gegaan,
druk dan op ‘P’ om de onderste eindpositie op te slaan.
3. Druk op ‘+’, of
op ‘–’.
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.