Rademacher 3011 00 04 User guide [ml]

Page 1
Elektrische bandoproller voor rolluiken RolloTron Comfort DuoFern
NL
Vertaling van de originele gebruiks- en montagehandleiding .....................................................1
FR
Traduction du Mode d’emploi et d’installation original ................................................................89
Artikelnr. / Référence : 1623 45 11
1623 60 11 (Comfort DuoFern Plus) 1615 45 11 (miniband / mini-sangle)
VBD 590-3-1 (10.16)
Page 2
i

Geachte klant...

NL
...met de aanschaf van de RolloTron Comfort DuoFern hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct van het bedrijf RADEMACHER. Wij danken u voor uw vertrouwen.
Bij het ontwerp van deze bandoproller voor rolluiken stonden maximaal comfort, optimale bediening, stevig­heid en duurzaamheid centraal. Na uitgebreide tests zijn wij er trots op u dit kwaliteitsvolle, innovatieve product te kunnen presenteren.
Daar hebben alle uiterst bekwame medewerkers van RADEMACHER hun steentje toe bijgedragen.
Deze handleiding...
... beschrijft hoe u bij de montage, de elektrische aanslui­ting en de bediening van uw bandoproller voor rolluiken te werk moet gaan.
Lees deze handleiding nauwkeurig door vooraleer u met de werkzaamheden begint en neem alle veiligheidsaan­wijzingen in acht.
Deze handleiding maakt deel uit van het product. Bewaar deze op een goed bereikbare plaats. Voeg deze handlei­ding bij afgifte van de RolloTron Comfort DuoFern aan derden toe.
Bij schade die door niet-inachtneming van deze handlei­ding en de veiligheidsaanwijzingen is ontstaan, vervalt de garantie. Voor gevolgschade die daaruit voortvloeit, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.
2
Page 3
i
Inhoud
NL
i Geachte klant... ........................................................................2
1. Gevaarsymbolen ..................................................................... 5
1.1 Gevaren en signaalwoorden ................................5
1.2 Gebruikte weergave en symbolen ...................5
2. Leveromvang (artikelnr. 1623 45 11) ...............................6
3. Overzicht (artikelnr. 1623 45 11) ........................................ 7
4. Overzicht display .....................................................................8
5. Veiligheidsaanwijzingen ......................................................9
5.1 Juist gebruik ........................................................... 10
5.2 Onjuist gebruik ...................................................... 11
5.3 Vereiste deskundigheid van de
installateur .............................................................. 11
6. Toegestane rolluikbanden ................................................ 12
7. Functiebeschrijving ............................................................. 13
7.1 Beschrijving van de veiligheidsfuncties ....... 14
7.2 Tabel 3: Functietabel in het DuoFern
netwerk .................................................................... 15
7.3 Functieoverzicht van de lokale functies ....... 16
8. Veiligheidsaanwijzingen voor de montage ................ 17
8.1 Benodigd gereedschap ...................................... 17
8.2 Montagevoorbereidingen ................................. 18
9. Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische
aansluiting ....................................................................... 20
9.1 Elektrische aansluiting ........................................ 21
10. Band intrekken en bevestigen ........................................ 22
11. De RolloTron Comfort DuoFern monteren ................. 24
12. Korte beschrijving van de toetsfuncties ..................... 25
12.1 Korte beschrijving van het standaard-
display en het hoofdmenu ................................ 26
12.2 Inleiding tot het openen en sluiten
van de menu’s ........................................................ 27
13. Eerste inbedrijfstelling met de
installatie-assistent .............................................................. 28
14. Manuele bediening ............................................................. 32
14.1 Verschuiven naar vastgelegde positie .......... 33
14.2 Weergeven van weerinformatie ...................... 34
15. DuoFern instellingen; korte beschrijving .................... 35
15.1 Menu 9.9.1 - Aan- /afmelden van DuoFern
apparaten ................................................................ 36
15.2 Menu 9.9.2 - DuoFern modus instellen ........ 39
15.3 Menu 9.9.3 - Zonnemodus instellen .............. 41
15.4 Menu 9.9.4 - Weerinformatie in-/
uitschakelen ............................................................ 43
15.5 Menu 9.9.5 - DuoFern adres weergeven....... 44
16. Menuoverzicht / hoofdmenu .......................................... 45
16.1 [ AUTO ] Automatisch bedrijf; korte
beschrijving ............................................................ 46
16.1.1 Menu 1 - Automatisch bedrijf
in-/uitschakelen ..................................... 47
16.2 Schakeltijden (openings- en sluitingstijden)
[ / ]; korte beschrijving ................................... 48
16.2.1 Menu 2 - Openings- en sluitings-
tijden [ / ] instellen........................... 51
3
Page 4
i
Inhoud
NL
16.3 Avondschemeringsmodule;
korte beschrijving ................................................. 55
16.3.1 Menu 3 - De avondschemerings-
module [ ] aanpassen ...................... 56
16.4 Zonnemodule; korte beschrijving .................. 58
16.4.1 Menu 4 - De zonnemodule [ ] en
zonnepositie instellen ......................... 60
16.5 Ochtendschemeringsmodule;
korte beschrijving ................................................. 62
16.5.1 Menu 5 - De ochtendschemerings-
tijd [ ] aanpassen .............................. 63
16.6 Toevalsfunctie; korte beschrijving .................. 64
16.6.1 Menu 6 - De toevalsfunctie [ ]
instellen .................................................... 64
16.7 Menu 9 - Systeeminstellingen [ ];
korte beschrijving ................................................. 65
16.7.1 Menu 9.1 - Tijd / datum [ ] en
postcode [ PLZ ] instellen.................... 66
16.7.2 Menu 9.2 - Eindposities [ ]
instellen .................................................... 67
16.7.3 Menu 9.3 - Ventilatiepositie [ ]
instellen .................................................... 68
16.7.4 Menu 9.4 - Permanente display-
verlichting instellen ............................. 69
16.7.5 Menu 9.5 - Weekprogramma [ ]
instellen .................................................... 70
16.7.6 Menu 9.6 - Motorsnelheid
instellen .................................................... 71
16.7.7 Menu 9.7 - Toetsvergrendeling
in-/uitschakelen ..................................... 72
16.7.8 Menu 9.9 - DuoFern instellingen /
overzicht .................................................. 73
17. Alle instellingen wissen, software-reset ...................... 74
18. Een hardware-reset uitvoeren ......................................... 74
19. De RolloTron Comfort DuoFern demonteren
(bijv. voor verhuizing) ......................................................... 75
20. De band bij een defect verwijderen .............................. 77
21. Wat te doen wanneer... ? .................................................... 78
22. Service en onderhoud ........................................................ 81
23. Technische gegevens.......................................................... 82
24. Trekkrachtdiagrammen ..................................................... 83
25. Fabrieksinstellingen ............................................................ 84
26. Tijdzonetabel ....................................................................... 85
27. Vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring ............ 86
28. Toebehoren ....................................................................... 86
29. Garantievoorwaarden ........................................................ 87
4
Page 5
i

1. Gevaarsymbolen

NL
i
i
Levensgevaar door elektrische schok

1.1 Gevaren en signaalwoorden

GEVAAR!
Deze gevaren leiden tot ernstig letsel of de dood, indien ze niet vermeden worden.
WAARSCHUWING!
Deze gevaren kunnen tot ernstig letsel of de dood lei­den, indien ze niet vermeden worden.

1.2 Gebruikte weergave en symbolen

1. Stappen
2.
Opsomming
1. Lijst
Gevaar / gevaarlijke situatie
VOORZICHTIG!
Deze gevaren kunnen tot licht tot matig letsel leiden, indien ze niet vermeden worden.
LET OP!
Oneigenlijk gebruik kan materiële schade veroorzaken.
Lees de bijbehorende instructies
Meer informatie
i
5
Page 6
i

2. Leveromvang (artikelnr. 1623 45 11) *

* ook geldig voor de artikelnummers 1623 60 11 / 1615 45 11
2.
1.
3.
4.
NL
Legende
1. Bandoproller RolloTron Comfort DuoFern of Comfort DuoFern Plus
2. 2 x montageschroeven (4 x 55 mm)
3. Ontgrendelingsklem (in de behuizing)
4. Aansluitkabel met eurostekker
5. Oprolwielvakdeksel
6. Afdekplaat
7. Trekontlasting incl. montageschroeven
5.
6.
Vergelijk na het uitpakken ...
de inhoud van de verpakking met deze gegevens.
Controleer de gegevens op het typeplaatje
7.
6
Vergelijk de aanwijzingen over spanning/frequentie op het typeplaatje met die van het lokale net.
Page 7
+
-
i

3. Overzicht (artikelnr. 1623 45 11) *

* ook geldig voor de artikelnummers 1623 60 11 / 1615 45 11
Voorzijde
Montagegaten
NL
Bandgeleider
Bandopening
Typeplaatje
Display
RESET-toets
Plus-toets
OMHOOG-toets
Menu-toets
Afdekplaat
SET/stop-toets
OMLAAG-toets
OK-toets
Min-toets
Montagegaten
Oprolwiel
Bevestigings-
haak
Trekontlasting
KabelkanaalAansluitbus voor de lichtsensor Aansluitklemmen
Oprolwielvak-
deksel
Ontgrendelings-
klem
7
Page 8
i

4. Overzicht display

NL
Legende displaysymbolen
[ MO ... SO ]
[ IST ]
[ PLZ ]
[ OFFSET ]
[ NORMAL ]
[ ASTRO ]
[ SENSOR ]
(MA...ZO) Weekdagen
Tijd / instelparameters
Regenweergave
Toetsvergrendeling
REËLE waarde
Schuifrichting omhoog/omlaag
Eindpositie-instelling
Postcode
OFFSET (bij astrotijd)
Weekprogramma
NORMAL = NORMAAL Schakeltijdmodi
[ AUTO ]
[ m/s ]
[ klx ]
[ °C ]
[ % ]
[ SOLL ]
AUTO - automatisch bedrijf
Automatisch bedrijf UIT
Schakeltijden
Avondschemeringsmodule
Zonnemodule
Ochtendschemeringsmodule
Toevalsfunctie
Windweergave
Systeeminstellingen
DuoFern instellingen
Windsnelheid (meter/seconde)
Lichtsterkte (kilolux)
Temperatuur (° C)
Dimensie (procent)
STREEF-waarde
8
Page 9
i

5. Veiligheidsaanwijzingen

NL
Het gebruik van defecte apparaten kan leiden tot ge­vaar voor personen en materiaal (elektrische schok, kortsluiting).
◆ Gebruik nooit defecte of beschadigde apparaten.
◆ Controleer het apparaat en de netkabel op bescha- diging.
◆ Neem a.u.b. met onze serviceafdeling contact op (zie pagina 88) indien u schade aan het apparaat vaststelt.
Bij oneigenlijk gebruik bestaat verhoogd gevaar voor verwondingen.
◆ Instrueer alle personen over het veilige gebruik van de RolloTron Comfort DuoFern.
◆ Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar, men- sen met een lichamelijke, sensorische of geestelijke beperking, of mensen met een gebrek aan ervaring en kennis onder toezicht gebruikt worden, als ze ge­instrueerd zijn in het veilige gebruik en de gebruiks­risico’s kennen.
◆ Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
◆ Reiniging en onderhoud door gebruiker mogen niet door kinderen zonder toezicht uitgevoerd worden.
◆ Houd tijdens het instellen en het normale bedrijf het rolluik in de gaten en houd personen uit de buurt, zodat niemand gewond raakt als het rolluik onbedoeld eventueel verder naar beneden valt.
◆ Voer alle schoonmaakwerkzaamheden aan het rolluik in spanningsloze toestand uit.
Het stopcontact en de stekker moeten altijd vrij toegankelijk zijn.
Het overschrijden van de maximum toegestane loop­tijd (KB) kan de RolloTron Comfort DuoFern overbe­lasten en beschadigen.
◆ De maximum toegestane looptijd mag tijdens het gebruik niet worden overschreden. De RolloTron Comfort DuoFern is hiervoor met een looptijdbe- grenzing (KB) van vier minuten uitgerust.
◆ Indien de looptijdbegrenzing geactiveerd werd, moet de RolloTron Comfort DuoFern ten minste 12 minuten afkoelen. Gedurende deze periode knip­pert het controlelampje snel. Na ongeveer een uur is de RolloTron Comfort weer bedrijfsklaar.
9
Page 10
i
5. Veiligheidsaanwijzingen
NL
10
i
Volgens de norm DIN EN 13659 moet ervoor worden gezorgd dat de vastgelegde vereisten voor het uitschui­ven van schermen conform EN 12045 in acht worden genomen.

5.1 Juist gebruik

Gebruik de RolloTron Comfort DuoFern uitsluitend voor het oprollen en afrollen van rolluiken met een goedgekeurde band.
Mechanische vergrendelingen in welke vorm dan ook zijn niet geschikt voor het automatisch bedrijf van dit
i
apparaat.
Gebruik alleen originele onderdelen van RADEMACHER.
◆ Op die manier vermijdt u storingen of beschadigingen aan uw RolloTron Comfort DuoFern.
◆ Er kan geen aanspraak op garantie worden gemaakt als er componenten van andere fabrikanten zijn toe­gepast en voor de schade die daar het gevolg van is.
◆ Reparaties aan de RolloTron Comfort DuoFern mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de bevoegde servicedienst.
◆ In afgerolde positie moet de verschuiving bij een kracht van 150 N naar boven toe aan de onderkant ten minste 40 mm bedragen.
◆ Let daarbij vooral op dat de uitschuifsnelheid de laatste 0,4 m lager moet zijn dan 0,15 m/s.
Gebruiksvoorwaarden
◆ Gebruik de RolloTron Comfort DuoFern alleen in droge ruimtes.
◆ Voor de elektrische aansluiting moet bij de montage- plaats continu een 230 V / 50 Hz stroomaansluiting met geïnstalleerde zekering aanwezig zijn.
◆ Bij gebruik van de meegeleverde aansluitkabel met eurostekker moet de opdrachtgever zorgen voor een vrij toegankelijk 230 V / 50 Hz stopcontact.
◆ Het rolluik moet licht op- en afgerold kunnen wor- den. Het mag niet klemmen.
◆ Het montageoppervlak voor de RolloTron Comfort DuoFern moet vlak zijn.
Page 11
i
5.1 Juist gebruik
NL
i
i
◆ De installatie en het gebruik van de RolloTron Com- fort DuoFern is alleen toegelaten bij installaties en apparaten waarbij een storing van de zender of de ontvanger geen gevaar betekent voor personen of zaken resp. waarbij dit risico door andere veiligheids­installaties wordt afgedekt.
Radio-installaties die op dezelfde frequentie zenden, kunnen de ontvangst storen.
i

5.2 Onjuist gebruik

Het gebruik van de RolloTron Comfort DuoFern voor andere doeleinden dan de eerder genoemde is niet toegelaten.
Bij het gebruik van de RolloTron Comfort DuoFern buitenshuis bestaat levensgevaar door kortsluiting en elektrische schok.
◆ Monteer en gebruik de RolloTron Comfort DuoFern nooit buitenshuis.
Oneigenlijk gebruik kan lichamelijk letsel en materi­ele schade veroorzaken.
◆ Gebruik het radiografische DuoFern systeem en zijn componenten (bijv. RolloTron Comfort DuoFern) nooit als afstandsbediening voor apparaten en installaties waaraan verhoogde veiligheidstechnische eisen wor­den gesteld of waarbij een verhoogd ongevallenrisico bestaat. Hiervoor zijn bijkomende veiligheidsinstal­laties nodig. Houd rekening met de betreffende wet­telijke regelingen voor het inrichten van dergelijke installaties.

5.3 Vereiste deskundigheid van de installateur

De elektrische aansluiting, montage en inbedrijfstelling van de RolloTron Comfort DuoFern mag uit­sluitend door een erkende elektricien en overeenkomstig de aanwij-zingen in deze gebruiksaanwijzing worden uitgevoerd.
11
Page 12
i

6. Toegestane rolluikbanden

NL
LET OP!
Bij gebruik van langere banden kan de RolloTron Comfort DuoFern worden beschadigd.
Gebruik uitsluitend banden met de toegestane lengtes.
De gegevens zijn richtwaarden en gelden voor een ide­ale inbouwsituatie. De waarden kunnen afwijken door
i
de bouwkundige situatie ter plaatse.
Tabel 1: Toegestane rolluikbanden
RolloTron:
Artikelnr.:
Bandbreedte: Banddikte Maximale bandlengte
15 mm (miniband) 1,0 mm 7,6 m - - - - - -
1,0 mm - - - 7,6 m 15 m
23 mm (standaardband)
1,3 mm - - - 6,2 m 12 m
1,5 mm - - - 5,2 m 11 m
Comfort DuoFern
(miniband)
1615 45 11
Comfort
DuoFern
1623 45 11
Comfort
DuoFern Plus
1623 60 11
Tabel 2: Toegestaan rolluikoppervlak (m2)
Rolluiktype: Gewicht/m
Kunststof rolluiken (4,5 kg/m2) ca. 6 m
Aluminium en houten rolluiken (10,0 kg/m2) ca. 3 m
2
Toegestaan rolluikoppervlak (m2)
2
2
ca. 6 m
ca. 3 m
2
2
ca. 10 m
ca. 6 m
2
2
12
Page 13
i

7. Functiebeschrijving

NL
De RolloTron Comfort DuoFern is een rolluikaandrijving voor binnen. Deze bandoproller moet in de muur worden ingebouwd. De stroomtoevoer gebeurt via de meegele­verde aansluitkabel met stekker of via een vaste kabel.
De RolloTron Comfort DuoFern kan zowel individueel ter plaatse als in een DuoFern netwerk worden gebruikt.
Zodra u de RolloTron Comfort DuoFern in een DuoFern netwerk integreert, kunt u veel functies van de betreffende DuoFern besturingsapparaten gebruiken.
De DuoFern ontvangers (actoren) en zenders moeten met het DuoFern netwerk worden verbonden.
Een uitvoerige beschrijving van de verschillende functies, instelmogelijkheden en mogelijke combinaties met het DuoFern systeem vindt u op:
http://www.rademacher.de/duofern.
Centrale besturing van DuoFern apparaten met een RolloTron Comfort DuoFern.
In het DuoFern netwerk zijn gewoonlijk de DuoFern handcentrale of de HomePilot® (met de daarbij horende
gebruikersinterface) de centrale besturingen.
Alternatief
als centrale besturing gebruiken. Hiervoor moet u de cor­responderende DuoFern modus instellen, zie pagina 37.
Het kiezen van een DuoFern modus
De RolloTron Comfort DuoFern beschikt over drie DuoFern modi waarmee u kunt bepalen hoe de RolloTron in het DuoFern netwerk of in de lokale installatie ter plaatse reageert.
U kunt uit de volgende DuoFern modi kiezen (zie pagina 39).
[ 1 ] = DuoFern ontvanger [ 2 ] = DuoFern zender [ 3 ] = Lokaal bedrijf
kunt u ook de RolloTron Comfort DuoFern
13
Page 14
i

7.1 Beschrijving van de veiligheidsfuncties

NL
Softstart / softstop
De RolloTron Comfort DuoFern beschikt over een soft­start- en softstopfunctie. Door zachtjes te verschuiven en te stoppen wordt de mechaniek van de bandoproller en de band ontzien.
Obstakelherkenning
De beweging van de band wordt bewaakt. Als het rolluik tijdens de OMLAAG ( t )-beweging een obstakel raakt, dan stopt de band met bewegen en wordt de bandoproller uitgeschakeld.
Na het uitschakelen kan het rolluik niet meer in de­zelfde richting worden bewogen.
◆ Beweeg de bandoproller in de tegenovergestelde rich- ting en verwijder het eventueel aanwezige obstakel.
◆ Nu kan het rolluik ook in de oorspronkelijke richting weer worden bewogen.
Bij uitval van de obstakelherkenning bestaat er ver­wondingsgevaar.
◆ De band moet zo gelijkmatig mogelijk opgerold zijn om de obstakelherkenning veilig te laten functione­ren.
◆ Let op of de band na een activering van de obstakel- herkenning weer recht en gelijkmatig wordt afgewik­keld wanneer het rolluik wordt gebruikt.
Overstroombeveiliging
De RolloTron Comfort DuoFern is beveiligd tegen overstroom.
Als de aandrijving bij de OMHOOG ( ▲ )-beweging blok- keert (bijv. door bevriezing), dan wordt de bandoproller eveneens uitgeschakeld.
◆ Na het verhelpen van de oorzaak van de overbelas- ting loopt het rolluik weer in beide richtingen.
14
Page 15
i

7.2 Tabel 3: Functietabel in het DuoFern netwerk

* WR ConfigTool met DuoFern handcentrale
DuoFern handzender Standard
DuoFern muurschakelaar
Functie Waardebereik Fabrieksinstelling
1. Manuele bediening omhoog / stop / omlaag -
2. Direct naar een %-positie bewegen 0 - 100 % -
3. Handmatige bediening aan / uit aan/uit uit
4. Automatische klok aan / uit aan/uit aan
5. Toevalsfunctie - -
6. Ochtendschemeringsfunctie - -
7. Ochtendschemeringsmodule aan / uit aan/uit uit
8. Avondschemeringsfunctie - -
9. Avondschemeringsmodule aan / uit aan/uit uit
10. Zonnefunctie - -
11. Zonnemodule aan / uit aan/uit uit
12. Zonnepositie 0 - 100 % 50 %
13. Ventilatiepositiefunc tie aan / uit aan/uit uit
14. Ventilatiepositie 1 - 99 % 80 %
15. Verbindingstest - -
* De software “WR ConfigTool” kunt u van onze website www.rademacher.de downloaden.
NL
HomePilot®
DuoFern weersensor
DuoFern handcentrale
Troll Comfort DuoFern
● ●
● ●
● ●
● ● ●
● ●
● ● ●
● ●
● ●
● ●
● ●
● ●
● ●
15
Page 16
i

7.3 Functieoverzicht van de lokale functies

NL
◆ Achtergrondverlichting display
◆ Inbedrijfstellingsassistent
◆ Manuele bediening
◆ Directe instelling en verschuiven naar vastgelegde positie
◆ AUTO/MANU - omschakeling
◆ Eenvoudige configuratie door menugestuurde bediening
◆ Weekprogramma:
Weekschakeltijden (2 x)
– 1 x [ ] en 1 x [ ] voor (MA...ZO) [ MO...SO ]
Schakeltijden werkdagen en weekend (4 x)
– 1 x [ ] en 1 x [ ] voor (MA...VR) [ MO...FR ] – 1 x [ ] en 1 x [ ] voor (ZA+ZO) [ SA+SO ]
Schakeltijden afzonderlijke dagen (14 x)
– 1 x [ ] en 1 x [ ] voor (MA/DI/WOE...ZO)
[ MO / DI / MI /... SO ]
Een tweede schakeltijdblok activeren
(dubbele schakeltijden, zie pagina 49).
◆ Avondschemeringsmodule
Avondschemeringsfunctie met astroprogramma
Avondschemeringsfunctie met lichtsensor
◆ Zonnemodule (met lichtsensor)
◆ Ochtendschemeringsmodule met astroprogramma
◆ Toevalsfunctie
◆ Ventilatiepositie
◆ Eindpositie-instelling
◆ Toetsvergrendeling
◆ Systeeminstellingen
◆ Duurzaam opslaan van de instellingen
◆ Automatische omschakeling zomer-/wintertijd
◆ Obstakelherkenning
◆ Overstroombeveiliging
◆ Softstart en softstop
Beschrijving en instelling van de afzonderlijke lokale functies
Een nauwkeurige beschrijving van de afzonderlijke lo­kale functies en hun instelling vindt u vanaf pagina 25.
DuoFern instellingen
De instellingen die vereist zijn voor het gebruik in het DuoFern netwerk worden vanaf pagina 35 beschreven.
Systeeminstellingen
De individuele configuratie van de apparaten wordt vanaf pagina 25 beschreven.
16
Page 17
1
2
3
4
5
i

8. Veiligheidsaanwijzingen voor de montage

NL
i
De band kan stukgaan en de RolloTron Comfort DuoFern wordt onnodig belast als de band slecht wordt geleid.
Monteer de bandoproller zodanig dat de band zo verticaal mogelijk in het apparaat loopt. Op die manier vermijdt u onnodige wrijving en slijtage.
Onjuiste montage kan leiden tot materiële schade.
Tijdens het bedrijf werken er sterke krachten. Om deze te kunnen weerstaan moet de montage op een stevige ondergrond gebeuren.

8.1 Benodigd gereedschap

◆ Schroevendraaier
◆ Schaar
◆ Duimstok of rolmaat
◆ Potlood
Om een optimaal bedrijf te garanderen mag u de RolloTron Comfort DuoFern niet in de buurt van meta-
i
len voorwerpen monteren.
17
Page 18
i

8.2 Montagevoorbereidingen

Maat nemen.
1.
Controleer of de bandkast voldoende ruimte biedt voor de RolloTron Com­fort DuoFern.
NL
18
+
-
Alle afmetingen in mm
RolloTron Comfort DuoFern Artikelnr.:
1615 45 11 (miniband) 1623 45 11 (standaardband)
+
-
Alle afmetingen in mm
RolloTron Comfort DuoFern Plus Artikelnr.:
1623 60 11 (standaardband)
Page 19
i
8.2 Montagevoorbereidingen
De oude bandoproller demonteren als u een bestaande
2.
rolluikinstallatie wilt vernieuwen.
Laat het rolluik helemaal naar beneden zakken tot
2.1
de lamellen volledig gesloten zijn.
Demonteer de oude bandoproller en wikkel de band af.
2.2
VOORZICHTIG!
Gevaar van letsel door de voorgespannen veer in de oude bandoproller.
◆ De veerdoos kan bij het eruit halen ongecontroleerd terugspringen.
◆ Houd de veerdoos bij het losmaken van de band goed vast en laat ze langzaam terugdraaien tot de veerdoos volledig ontspannen is.
De band voorbereiden.
3.
Snijd de band ca. 20 cm onder de bandkast af.
3.1
Sla het uiteinde van de band ca. 2 cm om en maak in het
3.2
midden een korte snee. Zo kunt u later de band op het oprolwiel vasthaken.
NL
Aanbeveling
De band moet zo recht en zo licht mogelijk lopen. Monteer bij moeilijk lopende rolluiken een bandgeleider aan de bandkast. Op die manier vermijdt u onnodige wrijving en slijtage van de band.
20 cm
Toebehoren, zie pagina 86
19
Page 20
i

9. Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting

NL
GEVAAR!
Bij alle werkzaamheden aan elektrische systemen bestaat levensgevaar door elektrische schokken.
◆ Voer alle montage- en aansluitingswerkzaamheden in spanningsloze toestand uit.
◆ Maak de toevoerleiding met alle polen van het net los en borg deze tegen onbedoeld inschakelen.
◆ Controleer het systeem op spanningsloosheid.
De elektrische aansluiting van de RolloTron Comfort DuoFern kan zowel met de meegeleverde aansluitka-
i
bel als met een vaste toevoerleiding gebeuren.
20
Page 21
i

9.1 Elektrische aansluiting

Sluit de bijgevoegde aansluitkabel op de aansluitklem men
1.
van de RolloTron Comfort DuoFern aan. De kleur van de draden is bij deze aansluiting niet van
belang.
NL
WAARSCHUWING!
Beschadigde kabels kunnen een kortsluiting veroor­zaken.
◆ Zorg ervoor dat de kabels veilig worden gelegd.
◆ De aansluitkabel mag bij het vastschroeven van de bandoproller niet worden afgekneld of beschadigd.
Leg de aansluitkabel in het kabelkanaal van de RolloTron
2.
Comfort DuoFern.
Schroef ten slotte de trekontlasting vast met de meege-
3.
leverde schroeven.
Trekont­lasting
Kabel­kanaal
RolloTron Comfort DuoFern
Trekontlasting
RolloTron Comfort DuoFern Plus
21
Page 22
i

10. Band intrekken en bevestigen

Steek de stekker in het stopcontact.
1.
VOORZICHTIG!
Verwondingsgevaar door het oprolwiel.
Grijp niet in het oprolwielvak als de motor draait.
Druk zo lang op de Omhoog-toets tot de beves-
2.
tigingshaak in het oprolwielvak goed bereikbaar is.
Omdat er nog geen eindposities ingesteld zijn, blijft de aandrijving staan als u de toets loslaat.
i
Trek de stekker weer uit het stopcontact.
3.
Geleid dan de band van boven in de RolloTron Comfort
4.
DuoFern.
NL
22
Page 23
i
10. Band intrekken en bevestigen
Geleid de band verder in het apparaat zoals rechts on-
5.
deraan op de tekening wordt weergegeven en schuif vervolgens de band van boven over de bevestigingshaak.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
6.
Druk op de Omhoog-toets tot de band een
7.
keer helemaal rond het oprolwiel is gedraaid.
Trek de band bij het oprollen zo strak dat de bandgeleider
8.
meedraait.
Trek de stekker weer uit het stopcontact.
9.
Zet ten slotte het meegeleverde oprolwielvakdeksel op
10.
het oprolwielvak.
NL
Band
Band
Band­einde
Bevestigings-
haak
Bandverloop in de RolloTron Comfort DuoFern
23
Page 24
i

11. De RolloTron Comfort DuoFern monteren

Monteer de RolloTron Comfort DuoFern zo recht mogelijk, zodat de band juist kan worden afgerold.
Zorg ervoor dat de RolloTron Comfort DuoFern vrij in de bandkast zit en niet te dicht tegen het muurwerk ligt. Dit kan anders lawaai veroorzaken.
Schuif de RolloTron Comfort DuoFern in de bandkast en
1.
schroef de bandoproller met de meegeleverde schroeven vast.
WAARSCHUWING!
Beschadigde aansluitkabels kunnen kortsluiting veroorzaken.
Let erop dat de aansluitkabel correct in het kabelkanaal ligt. Als dit niet het geval is, kan de kabel bij het vastschroeven worden afgekneld en beschadigd.
Schuif de meegeleverde afdekplaat over de onderste
2.
montagegaten.
Steek de stekker weer in het 230 V / 50 Hz stopcontact.
3.
NL
24
Page 25
i
+
-

12. Korte beschrijving van de toetsfuncties

NL
De bedieningstoetsen [Omhoog/Omlaag]
◆ Manuele bediening [ Omhoog / Omlaag t ].
SET/stop-toets, [ ]
◆ Instellen (vastleggen) van verschillende functies.
◆ Manuele stop van de rolluikbeweging.
Menutoets, [M]
◆ Het hoofdmenu openen.
◆ Terug naar het laatste menu of naar het standaard- display.
Plus-/min-toetsen
◆ Instellen van de parameters (meer / minder).
◆ Als u langer op een toets blijft drukken, beginnen de cijfers sneller te lopen in de betreffende richting.
◆ Instellen van en verschuiven naar vastgelegde positie.
[ OK ]-toets
◆ Het geselecteerde menu bevestigen en openen.
◆ Input bevestigen en opslaan.
◆ Verder naar de volgende input.
[ Reset ]-toets, zie pagina 7
◆ Een hardware-reset uitvoeren, zie pagina 74.
25
Page 26
i

12.1 Korte beschrijving van het standaarddisplay en het hoofdmenu

Standaarddisplay (voorbeeld) Hoofdmenu
NL
Menu-
nummer
Functies/
menu's
26
◆ Weergave van de actuele weekdag en tijd.
◆ Weergave van de geactiveerde functies.
◆ De manuele bediening van de RolloTron Comfort DuoFern is alleen via het standaarddisplay mogelijk.
◆ Weergave en selectie van de afzonderlijke functies resp. menu's.
◆ Weergave van het betreffende menunummer.
◆ In het hoofdmenu is geen manuele bediening mogelijk.
◆ Tijdens het instellen worden geen automatische schakelcommando's uitgevoerd.
◆ Indien bij een geactiveerd menu circa 120 seconden lang geen toetsen gebruikt worden, wisselt het dis­play automatisch terug naar het standaarddisplay.
Page 27
+
-
+
-
i

12.2 Inleiding tot het openen en sluiten van de menu’s

NL
Het hoofdmenu openen.
1.
Door op de [ M ]-toets op het standaarddisplay te druk­ken wordt het hoofdmenu geopend.
Het gewenste menu resp.
2.
het menunummer selec­teren.
Het geselecteerde menu wordt met een knipperend symbool weergegeven.
Het geselecteerde menu
3.
openen door op de [ OK ]-toets te drukken.
De gewenste instelling
4.
uitvoeren en met [ OK ] bevestigen.
Voorbeeld
Terug naar het standaard-
5.
display wisselen. Druk hiervoor een seconde
op de [ M ]-toets. In elk menu kunt u door te
drukken op de [ M ]-toets naar het standaarddisplay gaan.
Door herhaaldelijk kort te drukken op de [ M ]-toets keert u een menustap terug.
Indien circa 120 secon-
den lang geen toetsen gebruikt worden, wisselt
het display automatisch terug naar het standaard-
display.
1 sec.
circa 120 sec.
27
Page 28
i

13. Eerste inbedrijfstelling met de installatie-assistent

NL
Om de RolloTron Comfort DuoFern eenvoudig en snel te configureren beschikt u over een installatie-assistent. Deze zal u bij de eerste inbedrijfstelling of na een software-reset (zie pagina 74) automatisch door de eerste basisinstellingen leiden.
De installatie-assistent verlaten.
Druk 2 seconden op de [ M ]-toets indien u de installatie­assistent voortijdig wilt beëindigen.
Bedrijfsklaar
Na het beëindigen van de installatie-assistent is de RolloTron Comfort DuoFern bedrijfsklaar.
Indien nodig kunt u te allen tijde in het hoofdmenu en in de systeeminstellingen nog andere individuele aanpassingen uitvoeren of instellingen wijzigen.
Belangrijke aanwijzingen voor het instellen van de eindposities
De eindposities moeten worden ingesteld om het rolluik bovenaan en onderaan op de door u gewenste posities te doen stoppen. U moet altijd beide eindposities instellen, anders kunnen er storingen optreden.
Zonder eindpositie-instelling blijft de RolloTron Comfort DuoFern slechts lopen wanneer een van de
i
twee bedieningstoetsen wordt ingedrukt.
◆ Zonder eindpositie-instelling blijven de automatische functies geblokkeerd.
◆ Zorg bij het instellen van de onderste eindpositie dat de band bij het bereiken van de eindpositie niet te slap wordt.
LET OP!
Het verkeerde instellen van de bovenste eindpositie kan der RolloTron Comfort DuoFern of de aandrijving overbelasten en beschadigen.
◆ Stel de bovenste eindpositie niet zodanig in dat deze
helemaal tegen de aanslag ligt.
◆ Laat de toetsen op tijd los en laat het rolluik niet over de desbetreffende eindpositie heen bewegen.
Na enige tijd moet u eventueel de eindposities op­nieuw instellen, omdat de band door het gebruik van
i
het rolluik langer kan worden.
28
Page 29
+-+
-
+
-+-
i
13. Eerste inbedrijfstelling met de installatie-assistent
NL
De bovenste eindpositie
1.
instellen.
a) Hiervoor moet u de
[Omhoog]-toets inge-
drukt houden.
b) Het rolluik gaat omhoog.
c) De [Omhoog]-toets los-
laten zodra de gewenste bovenste eindpositie be­reikt is.
d) De bovenste eindpositie
corrigeren, indien nodig.
e) De bovenste eindpositie
opslaan.
De onderste eindpositie
2.
instellen en opslaan. Herhaal hiervoor de
punten 1.a - 1.e met de [Omlaag]-toets.
De tijd instellen en
3.
bevestigen. Door langer op een Plus-/
min-toets te drukken ver­springen de cijfers sneller.
De datum (weekdag/
4.
maand) instellen en bevestigen.
Het jaar instellen en
5.
bevestigen.
De eerste twee cijfers van
6.
uw postcode [ PLZ ] of de gewenste internatio­nale tijdzone instellen en
bevestigen. Meer informatie hierover
vindt u op pagina 70.
34 = fabrieks-
instelling
29
Page 30
+
-
+
-
+
-
+
-
i
13. Eerste inbedrijfstelling met de installatie-assistent
De openingstijd [ ]
7.
instellen en bevestigen. De openingstijd geldt voor
de hele week (MA...ZO) [ MO...SO ].
Hier is de openingstijd als
weekschakeltijd
(MA...ZO) [ MO...SO ] vooringesteld.
a) De schakeltijdmodus
voor de openingstijd [ ]
instellen.
NORMAL (NORMAAL)
Het rolluik gaat op de ingestelde openingstijd open.
ASTRO
Het rolluik gaat volgens de dagelijks berekende ochtendschemering open.
Indien gewenst kunt u later in het weekpro- gramma kiezen tussen drie schakeltijd-pro- gramma's, zie pagina 70.
NORMAL
ASTRO
De ingestelde openingstijd wordt als "ten vroegste om xx:xx u" beschouwd.
8.
b) Indien [ ASTRO ] werd
geselecteerd, verschijnt de voor de actuele dag berekende openingstijd.
c) Verder naar de instelling
van de sluitingstijd.
De sluitingstijd [ ] instel­len en bevestigen.
De sluitingstijd geldt voor alle dagen van de week (MA...ZO) [ MO. . .SO ].
Hier is de sluitingstijd als weekschakeltijd (MA...ZO) [ MO...SO ] vooringesteld.
a) De schakeltijdmodus
voor de sluitingstijd [ ]
instellen.
NL
Indien gewenst kunt u later in het weekpro- gramma kiezen tussen drie schakeltijd- programma's, zie pagina 70.
NORMAL
ASTRO
SENSOR
Schakeltijdmodus >
30
zie pagina 50
Page 31
i
13. Eerste inbedrijfstelling met de installatie-assistent
NL
NORMAL (NORMAAL)
Het rolluik gaat op de ingestelde sluitingstijd naar beneden.
ASTRO
Het rolluik gaat volgens de dagelijks berekende avondschemering naar beneden.
SENSOR
Het rolluik gaat elke dag volgens de door de lichtsensor geme­ten schemering naar beneden.
Schakeltijdmodus >
b) Indien [ ASTRO ] werd
geselecteerd, verschijnt de voor de actuele dag berekende sluitingstijd.
c) De instellingen beves-
tigen en terug naar het standaarddisplay.
De ingestelde sluitingstijd wordt als "ten laatste om xx:xx u" beschouwd.
De ingestelde sluitingstijd wordt als "ten laatste om xx:xx u" beschouwd.
zie pagina 50
Na de laatste instelling
9.
verschijnt het standaard­display.
De RolloTron Comfort DuoFern is nu bedrijfsklaar.
31
Page 32

14. Manuele bediening

Handmatige bediening is in elke bedrijfsmodus mogelijk en heeft voorrang op de geprogrammeerde automatische functies.
Het rolluik openen.
1.
2.
3.
/ of
Het rolluik sluiten.
Het rolluik beweegt door een korte druk op de toets naar boven tot de bovenste eindpositie.
Het rolluik tussentijds stoppen.
Het rolluik beweegt door een korte druk op de toets tot de ingestelde ventilatiepositie of tot de onderste eindpositie.
Ventilatiepositie, zie pagina 68
Bij ingestelde ventilatiepositie beweegt het rolluik eerst slechts tot deze positie.
Door nog eens op de [ toets te drukken verschuift het rolluik verder naar beneden.
Omlaag
NL
Bedienings-
toetsen
]-
32
Page 33
+
-
+
-

14.1 Verschuiven naar vastgelegde positie

+
-
NL
Indien gewenst kunt u een willekeurige vastgelegde positie voor uw rolluik invoeren en het rolluik dan direct
naar deze positie verschuiven. Het verschuiven naar de vastgelegde positie en het stop-
pen van het rolluik gebeurt met de RolloTron Comfort DuoFern volledig zelfstandig en automatisch. Een ander schuif- of stopcommando is niet nodig.
Vastgelegde positie
De vastgelegde positie wordt in procent weergegeven en kan met de plus-/min-toetsen in stappen van 10% worden geselecteerd.
0 % = Het rolluik is volledig open. 100 % = Het rolluik is volledig dicht.
Automatisch verschuiven naar de vastgelegde positie na circa twee seconden.
Het rolluik verschuift automatisch naar de vastgelegde positie zodra twee seconden lang op geen enkele toets wordt gedrukt.
Bij het verschuiven naar de vastgelegde positie wordt
i
geen rekening gehouden met de ventilatiepositie.
De actuele positie van het
1.
rolluik laten weergeven.
a) Druk hiervoor herhaalde-
lijk kort op de plus- of de min-toets.
b) De actuele positie van het
rolluik wordt in procent weergegeven.
Voer de gewenste
2.
vastgelegde positie in (bijvoorbeeld 50 %) door herhaaldelijk te drukken.
De RolloTron verschuift
3.
na circa twee seconden automatisch naar de vast­gelegde positie en stopt dan ook automatisch.
33
Page 34
+
-

14.2 Weergeven van weerinformatie

NL
Indien ter plaatse een DuoFern weersensor wordt gebruikt, kan op het display de weerinformatie van de weersensor worden weergegeven.
Indien verschillende weersensoren worden ontvangen, kan in het menu 9.9.4 de gewenste milieusensor wor-
i
den geselecteerd (zie pagina 43).
Toebehoren, zie pagina 86.
34
De weerinformatie op-
1.
vragen. Hiervoor moet u herhaaldelijk kort op de [SET/stop]-toets drukken.
Vervolgens wordt de tempe- ratuur weergegeven. Indien bijkomend een paraplu op het display verschijnt, heeft de weersensor regen herkend.
Door herhaaldelijk kort op
2.
de [ plus- of min-toets ] te drukken, kunt u alle weerin­formatie na elkaar opvragen:
a) Weergave van de licht-
sterkte in kilolux [klx].
b) Weergave van de wind-
snelheid in meter per
seconde [m/sec.].
Terug naar het standaard-
3.
display. Zonder op de toets te druk-
ken wordt de weergave van de weerinformatie na circa 10 seconden automatisch beëindigd.
Page 35

15. DuoFern instellingen; korte beschrijving

NL
Om uw RolloTron Comfort DuoFern schakelcommando's uit het DuoFern netwerk te laten ontvangen of schakel­commando's naar het DuoFern netwerk te laten sturen, moet u elk gewenst DuoFern apparaat (bijv. RolloTron Standard DuoFern of DuoFern handcentrale enz.) bij de RolloTron Comfort DuoFern aanmelden.
Lees ook de bedieningshandleiding van het betreffende DuoFern apparaat.
Maximaal aantal aanmeldingen
U kunt maximum 20 DuoFern apparaten bij een RolloTron Comfort DuoFern aanmelden.
Meer informatie over de aanmelding vindt u in de "aanmeldmatrix" op onze website
i
www.rademacher.de
Hierna beschrijven wij alle nodige DuoFern instellingen voor de RolloTron Comfort DuoFern.
De DuoFern instellingen hebben een directe uitwerking op de daarop volgende instelling van de automatische functies en op de verbinding van de RolloTron Comfort DuoFern met het DuoFern netwerk.
Menu 9.9 - DuoFern instellingen
De DuoFern instellingen gebeuren volgens menu 9.9. Een overzicht van alle menu's en submenu's van de RolloTron Comfort DuoFern vindt u op de pagina's 45 en 65.
Menu 9 - Systeeminstellingen
Symbool Menu Pagina
9.9 DuoFern instellingen ..............35
9.9.1 Aan- en afmelden ........ 36
9.9.2 DuoFern modus
instellen ........................39
9.9.3 Zonnemodus
instellen ........................41
9.9.4 Weerinformatie
in-/uitschakelen ............43
9.9.5 DuoFern adres
weergeven ....................44
35
Page 36

15.1 Menu 9.9.1 - Aan- /afmelden van DuoFern apparaten

+
-
+
-
+
NL
Het menu 9.9.1 Aan-/
1.
afmelden selecteren en openen.
Op het display verschijnen
2.
de aangemelde DuoFern apparaten.
Voorbeeld: 05 = er zijn vijf DuoFern
apparaten aange­ meld.
De gewenste modus
3.
selecteren. On = De aanmeld-
modus activeren OFF = De afmeld-
modus activeren
[ On ] aanmeldmodus
3.1
a) Op het display knippert
[ On].
b) De aanmeldmodus
blijft circa 120 secon­den actief.
c) Het gewenste DuoFern
apparaat in de aanmeld­modus schakelen.
d) Na de succesvolle aan-
melding verschijnt het nieuwe aantal aange­melde apparaten (bijv. 06).
Ter bevestiging start de RolloTron kort.
e) Het volgende DuoFern
apparaat aanmelden.
of
f) Terug naar de menu-
keuze.
ca. 120
seconden
36
Page 37
15.1 Menu 9.9.1 - Aan- /afmelden van DuoFern apparaten
-
+
-
-
NL
[ OFF ] afmeldmodus
3.2
a) Op het display knippert
[ OFF ].
b) De afmeldmodus blijft
circa 120 seconden actief.
c) Het gewenste DuoFern
apparaat in de afmeld­modus schakelen.
d) Na de succesvolle
afmelding verschijnt het nieuwe aantal aange­melde apparaten (bijv.
04). Ter bevestiging start de
RolloTron kort.
e) Het volgende DuoFern
apparaat afmelden.
of
f) Terug naar de
menukeuze.
ca. 120
seconden
Wissen van alle aangemel­de DuoFern apparaten.
Het menu 9.9.1 [Aan-/
1.
afmelden ] selecteren en openen.
Op het display verschijnen
2.
de aangemelde DuoFern apparaten.
Alle aangemelde DuoFern
3.
apparaten wissen. Druk hiervoor circa 4
seconden op de min-toets. Hierbij knippert [ OFF ] op het display.
Daarna zijn alle DuoFern
4.
apparaten gewist.
4 sec.
Terug naar de menukeuze.
5.
37
Page 38
15.1 Menu 9.9.1 - Aan- /afmelden van DuoFern apparaten
+
-
NL
Opruimen in het DuoFern netwerk.
Met deze functie kunt u alle DuoFern apparaten die niet meer radiografisch bereikbaar zijn, van de RolloTron Comfort DuoFern afmelden.
Alle DuoFern zenders op batterijen (bijv. de DuoFern handcentrale) kunnen niet met deze functie worden
i
afgemeld.
Het menu 9.9.1 Aan-/
1.
afmelden selecteren en openen.
Op het display verschijnen
2.
de aangemelde DuoFern apparaten.
Opruimen activeren.
3.
Hiervoor vier seconden op de [ SET/stop ]-toets drukken.
Daarna worden alle actueel
4.
aangemelde DuoFern apparaten weergegeven (bijv. 02).
Terug naar de menukeuze.
5.
4 sec.
38
Page 39

15.2 Menu 9.9.2 - DuoFern modus instellen

NL
De RolloTron Comfort DuoFern beschikt over drie DuoFern modi waarmee u kunt bepalen hoe de RolloTron in het DuoFern netwerk of in de lokale installatie ter plaatse reageert.
U kunt uit de volgende DuoFern modi kiezen:
[ 1 ] = DuoFern ontvanger [ 2 ] = DuoFern zender [ 3 ] = Lokaal bedrijf
[ 1 ] DuoFern ontvanger
HomePilot®
◆ De RolloTron Comfort DuoFern is als [ontvanger] met een centraal geautomatiseerd DuoFern netwerk verbonden (bijv. door een DuoFern handcentrale of een HomePilot® enz.).
◆ Verder is hij ook met andere DuoFern apparaten (bijv. een DuoFern handzender) op afstand bedienbaar.
Functie
◆ In modus [ 1 ] staan de lokale schakeltijden en auto- matische functies van de RolloTron Comfort DuoFern niet ter beschikking.
◆ De bediening en de werkwijze zijn identiek met die van alle DuoFern ontvangers (actoren).
39
Page 40
15.2 Menu 9.9.2 - DuoFern modus instellen
NL
[ 2 ] DuoFern zender
RolloTron Comfort DuoFern
◆ De RolloTron Comfort DuoFern is als centrale bestu- ring [zender] met een DuoFern netwerk verbonden en automatiseert andere DuoFern ontvangers.
◆ Op de afbeelding ziet u als voorbeeld de centrale
besturing van meerdere RolloTron Standard DuoFern apparaten door een RolloTron Comfort
DuoFern.
Functie
◆ In modus [ 2 ] staan de bij de RolloTron Comfort DuoFern ingestelde schakeltijden en automatische functies ter beschikking.
◆ De bij de RolloTron Comfort DuoFern ingestelde scha- keltijden en automatische functies worden naar alle aangemelde DuoFern ontvangers gezonden en door hen uitgevoerd.
[ 3 ] Lokaal bedrijf (fabrieksinstelling)
DuoFern handzender
◆ De RolloTron Comfort DuoFern wordt met zijn eigen automatische functies en schakeltijden als lokale bandoproller voor rolluiken gebruikt.
◆ Verder kunnen schakelcommando's uit het DuoFern netwerk (bijv. van een DuoFern handzender) worden ontvangen en uitgevoerd.
Functie
◆ In modus [ 3 ] worden de bij de RolloTron Comfort DuoFern ingestelde schakeltijden en automatische functies alleen lokaal door de RolloTron zelf uitgevoerd.
◆ De schakeltijden en automatische functies worden niet naar andere DuoFern ontvangers gezonden.
40
Page 41
15.2 Menu 9.9.2 - DuoFern modus instellen
+
-
+
-
Het menu 9.9.2 DuoFern
1.
modus selecteren en openen.
De modus selecteren en
2.
bevestigen
1 = DuoFern ontvanger 2 = DuoFern zender 3 = Lokaal bedrijf

15.3 Menu 9.9.3 - Zonnemodus instellen

Onafhankelijk van de ingestelde modus worden alle radiografisch ontvangen manuele en automatische
i
schakelsignalen ter plaatse uitgevoerd.
Met één uitzondering:
Schakelcommando's voor de zonnemodule worden al­leen aanvaard als de zonnemodus [ 3 ] geactiveerd is (zie volgend hoofdstuk).
NL
Met deze functie kunt u bepalen hoe de RolloTron Comfort DuoFern reageert op de signalen van een lokaal aan­gesloten lichtsensor of op schakelcommando's van een centrale zonnebesturing (bijv. een radiografische DuoFern zonnesensor).
De latere instelling van de zonnemodule wordt door de keuze van de zonnemodus beïnvloed.
De volgende zonnemodi kunnen worden gekozen:
[ 1 ] = Lokale lichtsensor [ 2 ] = Lokale lichtsensor en zonnepositie [ 3 ] = Centrale zonnebesturing
41
Page 42
15.3 Menu 9.9.3 - Zonnemodus instellen
NL
[ 1 ] Lokale lichtsensor*
Kies modus [ 1 ], als ...
◆ ...de RolloTron Comfort DuoFern moet worden be- stuurd door een lichtsensor die aan dit apparaat aangesloten wordt.
Werking en instelling van de zonnemodule:
◆ Het rolluik gaat automatisch dicht tot aan de positie van de lichtsensor op de ruit.
◆ Een zonnegrenswaarde moet worden ingesteld.
◆ Monteer de lichtsensor op uw ruit op de plaats tot waar u uw rolluik bij invallend zonlicht wilt afrollen.
[ 2 ] Lokale lichtsensor en zonnepositie*
Kies modus [ 2 ], als ...
◆ ...de RolloTron Comfort DuoFern en andere aange- melde DuoFern apparaten (bijv. RolloTron Standard DuoFern) moet worden bestuurd door een lichtsensor die aan dit apparaat aangesloten wordt.
◆ ...elk apparaat (bijv. elk rolluik) op een individueel instelbare zonnepositie moet stoppen.
Werking en instelling van de zonnemodule:
◆ Alle rolluiken gaan dicht tot de ingestelde zonnepo- sities.
◆ De zonnegrenswaarde moet worden ingesteld.
◆ De gewenste zonnepositie moet bij de RolloTron Comfort DuoFern en de andere DuoFern apparaten worden ingesteld. **
◆ Monteer de lichtsensor zo laag mogelijk onderaan op de ruit zodat hij niet door het rolluik kan worden bedekt.
[ 3 ] Centrale zonnebesturing
Kies modus [ 3 ], als ...
◆ ...de RolloTron Comfort DuoFern en andere aangemel- de DuoFern apparaten door een centrale zonnebe-
sturing moeten worden bestuurd.
Werking en instelling van de zonnemodule:
◆ Alle rolluiken gaan dicht tot de ingestelde zonnepo- sities.
◆ De gewenste zonnepositie moet bij de RolloTron Comfort DuoFern en de andere DuoFern apparaten worden ingesteld. **
* In modus [ 1 ] en [ 2 ] worden geen signalen van een centrale zonnebesturing uitgevoerd.
** Lees ook de bedieningshandleiding van het betreffende DuoFern apparaat om de zonnepositie in te stellen.
42
Page 43
15.3 Menu 9.9.3 - Zonnemodus instellen
+-+
-
+
-
+
-
NL
Het menu 9.9.3 zonnemo-
1.
dus selecteren en openen.

15.4 Menu 9.9.4 - Weerinformatie in-/uitschakelen

In dit menu kunt u de weergave van de weerinformatie in- en uitschakelen.
Indien verschillende weersensoren worden ontvangen, kunt u bijkomend de gewenste weersensor selecteren.
Weersensoren actualiseren circa om de vijf minuten de weerinformatie. Daarom kan het een paar minuten
i
duren tot de weerinformatie verschijnt.
De zonnemodus selecteren
2.
en bevestigen.
1 = Lokale lichtsensor 2 = Lokale lichtsensor en
zonnepositie 3 = Centrale zonnebestu-
ring
Het menu 9.9.4 Weerin-
1.
formatie selecteren en openen.
De weergave van
2.
de weerinformatie...
On = ... inschakelen* OFF = ... uitschakelen
* verder met 3.
43
Page 44
15.4 Menu 9.9.4 - Weerinformatie in-/uitschakelen
+
-
+
-
Het DuoFern adres van de
3.
weersensor wordt weerge­geven.
De gewenste weersensor
4.
selecteren en bevestigen.

15.5 Menu 9.9.5 - DuoFern adres weergeven

Indien gewenst kunt u de weersensor(en) wissen.
i
Druk hiervoor herhaaldelijk kort op de [SET/stop]­toets.
Om te bevestigen ver­schijnt dit display.
NL
Elk DuoFern apparaat beschikt over een adres waarmee het in het DuoFern netwerk communiceert.
Indien nodig kunt u het DuoFern adres van de RolloTron Comfort DuoFern bekijken.
44
Het menu 9.9.5 DuoFern
1.
adres selecteren en ope­nen.
a) Er worden altijd twee
cijfers van het uit zes te­kens bestaande adres in lopende tekst getoond.
Terug naar de menukeuze.
2.
Page 45

16. Menuoverzicht / hoofdmenu

NL
Homogene menustructuur
i
Voor alle apparaten van RADEMACHER is er een homo­gene, productoverstijgende menustructuur ontwikkeld. Dezelfde functies hebben altijd hetzelfde menunummer, daarom kunnen er gaten in de nummering vallen.
Hoofdmenu
Symbool Menu Pagina
1 Automatisch bedrijf ...................46
2 Schakeltijden ............................... 48
3 Avondschemeringsmodule ......55
4 Zonnemodule .............................. 58
5 Ochtendschemeringsmodule ... 62
6 Toevalsfunctie .............................64
9 Systeeminstellingen ..................65
45
Page 46
i

16.1 [ AUTO ] Automatisch bedrijf; korte beschrijving

NL
Automatisch bedrijf AAN
Symbolen op het standaarddisplay
Het automatisch bedrijf is actief, alle automatische functies zijn ingeschakeld bijvoorbeeld:
Schakeltijden
Weekprogramma
Ochtendschemeringsmodule
Avondschemeringsmodule
Zonnemodule
Toevalsfunctie
Ook in automatisch bedrijf is manuele bediening mogelijk.
i
Automatisch bedrijf UIT
Symbool op het standaarddisplay
◆ Alle automatische functies zijn gedeactiveerd, nu is alleen manuele bediening mogelijk.
◆ Op het standaarddisplay zijn alle automatische sym- bolen uitgeschakeld.
46
Page 47
+-+
-

16.1.1 Menu 1 - Automatisch bedrijf in-/uitschakelen

NL
Het hoofdmenu openen.
1.
Het menu 1 [ AUTO ]
2.
selecteren en openen.
De gewenste instelling se-
3.
lecteren en bevestigen. On = automatische
functies aan OFF = automatische
functies uit
Na de bevestiging
4.
verschijnt weer het hoofd­menu.
Directe omschakeling naar het standaarddisplay
U kunt ook direct in het standaarddisplay het automatisch bedrijf in- en uitschakelen.
Druk circa een seconde op
1.
de [ OK ]-toets op het stan­daarddisplay.
circa 1 sec.
automatische
functies aan
automatische
functies uit
47
Page 48
16.2 Schakeltijden (openings- en sluitingstijden) [ / ]; korte beschrijving
NL
Om uw rolluik op het door u gewenste tijdstip automatisch te openen of sluiten, kunt u verschillende openings- [ ]
en sluitingstijden [ ] instellen. Werkwijze en aantal openings- [ ] en sluitingstijden
[ ] vastleggen:
De werkwijze en het aantal in te stellen openings- en slui­tingstijden hangen af van de selectie van het gewenste
schakeltijdprogramma.
In menu 9.5 [ ] Weekprogramma kunt u kiezen tus­sen drie schakeltijdprogramma's, zie pagina 70:
[ 1 ] Weekschakeltijden [ 2 ] Werkdag- en weekendschakeltijden [ 3 ] Schakeltijden afzonderlijke dagen
[ 1 ] Weekschakeltijden
Hier kunt u twee schakeltijden instellen:
1 x openings- [ ] en 1 x sluitingstijd [ ] geldig van maandag tot zondag (MA...ZO) [ MO ... SO ].
[ 2 ] Werkdag- en weekendschakeltijden
Hier kunt u vier schakeltijden instellen:
1 x openings- [ ] en 1 x sluitingstijd [ ] geldig van maandag tot vrijdag (MA ... VR) [ MO ... FR ].
1 x openings- [ ] en 1 x sluitingstijd [ ] geldig op zaterdag en zondag (ZA...ZO) [ SA..SO ].
[ 3 ] Schakeltijden afzonderlijke dagen
Hier kunt u 14 schakeltijden instellen:
1 x openings- [ ] en 1 x sluitingstijd [ ] voor elke dag van de week afzonderlijk (MA + DI + ...ZO) [ MO + DI + ...SO ].
Veranderen van schakeltijden
U kunt de schakeltijden op elk gewenst moment veran­deren.
48
Page 49
16.2 Schakeltijden (openings- en sluitingstijden) [ / ]; korte beschrijving
NL
Verdubbeling van het aantal schakeltijden door acti­vering van een tweede schakeltijdblok:
Indien nodig kunt u het aantal openings- en sluitingstijden verdubbelen. Hiervoor moet u echter eerst in het weekpro- gramma een tweede schakeltijdblok (n = 2) activeren, zie pagina 70.
Toewijzing van de openings- en sluitingstijden aan een schakeltijdblok.
Indien een tweede schakeltijdblok werd geactiveerd, kunt u deze voor het instellen van de openings- en slui­tingstijden selecteren.
De schakeltijden in het tweede schakeltijdblok [ 2 ]
i
kunnen niet met een schakeltijdmodus [ NORMAAL (NORMAL)/ ASTRO / SENSOR ] worden verbonden.
Toepassingsvoorbeeld voor een tweede schakeltijd.
U kunt bijvoorbeeld een tweede schakeltijd gebruiken voor het verduisteren van een kinderkamer tijdens het middagdutje:
– De eerste openingstijd werd op 8:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat open om 8:00 u. – Het rolluik moet om 12:00 u weer sluiten en om
14:30 u weer opengaan. – Hiervoor moet u het tweede schakeltijdblok
selecteren en daar de tweede openings- en sluitingstijd instellen.
– De eerste sluitingstijd werd op 20:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat dicht om 20:00 u.
49
Page 50
16.2 Schakeltijden (openings- en sluitingstijden) [ / ]; korte beschrijving
NL
Een schakeltijdmodus selecteren.
Tijdens het instellen kan telkens voor de eerste ope­nings- en sluitingstijd een schakeltijdmodus worden geselecteerd.
De volgende schakeltijdmodi zijn mogelijk:
◆ NORMAAL (NORMAL)
◆ ASTRO
◆ SENSOR
Korte beschrijving van de schakeltijdmodi.
◆ NORMAAL (NORMAL)
Het rolluik gaat op de ingestelde openingstijd open en op de ingestelde sluitingstijd dicht.
◆ ASTRO Berekening van de betreffende schakeltijd door
een astroprogramma.
De openings- en sluitingstijd worden op basis van de datum en de postcode berekend en vervolgens met de eerder ingestelde schakeltijd verbonden.
● Verbinding met de openingstijd [ ]
Het rolluik gaat volgens de dagelijks berekende ochtendschemering open. De ingestelde ope­ningstijd wordt als "ten vroegste om xx:xx u" beschouwd.
● Voorbeeld a:
– De ochtendschemering begint om 5:00 u. – De openingstijd werd op 7:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat om 7:00 u open.
● Voorbeeld b:
– De ochtendschemering begint om 8:00 u. – De openingstijd werd op 7:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat om 8:00 u open.
● Verbinding met de sluitingstijd [ ]
Het rolluik gaat volgens de dagelijks berekende avondschemering naar beneden. De ingestelde sluitingstijd wordt als "ten laatste om xx:xx u" beschouwd.
● Voorbeeld a:
– De avondschemering begint om 17:00 u. – De sluitingstijd werd op 20:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat dicht om 17:00 u.
● Voorbeeld b:
– De avondschemering begint om 22:00 u. – De sluitingstijd werd op 20:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat dicht om 20:00 u.
50
Page 51
+
-
+
-
+
-
16.2 Schakeltijden (openings- en sluitingstijden) [ / ]; korte beschrijving
NL
◆ SENSOR (alleen voor sluitingstijden [ ] ) De sluitingstijd wordt afhankelijk van de licht-
sterkte door een lichtsensor gestuurd.
Verder wordt de gemeten schemeringswaarde met de eerder ingestelde sluitingstijd verbonden. De inge­stelde sluitingstijd wordt als "ten laatste om xx:xx u" beschouwd.
16.2.1 Menu 2 - Openings- en sluitingstijden [ / ] instellen
Het hoofdmenu openen.
1.
Het menu 2 [ ] Schakel-
2.
tijden selecteren en openen.
De schakeltijden inschake-
3.
len en bevestigen.
On = schakeltijden aan OFF = schakeltijden uit
Een schakeltijdblok selec-
4.
teren en bevestigen. Indien de functie niet actief
is, verder met punt 5.
1 = De instelling van de schakeltijden gebeurt met de schakeltijd-
modus. 2 = De instelling van de
schakeltijden gebeurt zonder schakeltijd-
modus.
● Voorbeeld a:
– De avondschemering begint in de winter bij-
voorbeeld om circa 17:00 u. – De sluitingstijd werd op 20:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat dicht om 17:00 u.
● Voorbeeld b:
– De avondschemering begint in de zomer bij-
voorbeeld om circa 22:00 u. – De sluitingstijd werd op 20:00 u ingesteld. – Het rolluik gaat dicht om 20:00 u.
51
Page 52
+
-
+
-
16.2.1 Menu 2 - Openings- en sluitingstijden [ / ] instellen
NL
De werkwijze en het aantal in te stellen ope-
i
nings- en sluitingstijden hangen af van de selectie van het schakeltijdpro- gramma, zie pagina 48.
In de kopregel van het display ziet u welk schakel­tijdprogramma actief is (zie voorbeelden rechts).
Dat geldt ook voor de sluitingstijden.
De instelling van de nings-
en
sluitingstijd
[ / ]
is in alle schakeltijd-
programma's gelijk.
Hierna beschrijven wij de instelling van een openings-
en sluitingstijd weekendschakeltijden.
ope-
[ / ]
als
Weekschakeltijden
Werkdag- / weekend-
schakeltijden
Schakeltijden
afzonderlijke dagen
Een openingstijd [ ]
5.
instellen en bevestigen.
a) De schakeltijdmodus
voor de openingstijd [ ] instellen.
NORMAAL (NORMAL)
Het rolluik gaat op de ingestelde openingstijd open.
ASTRO
Het rolluik gaat volgens de dagelijks berekende ochtendschemering open.
Schakeltijdmodus >
b) Indien [ ASTRO ] werd
geselecteerd, verschijnt de voor de actuele dag berekende openingstijd.
c) Verder naar de instelling
van de sluitingstijd.
NORMAL
ASTRO
De ingestelde openingstijd wordt als "ten vroegste om
xx:xx u" beschouwd.
zie pagina 50
52
Page 53
+
-
+
-
+
-
16.2.1 Menu 2 - Openings- en sluitingstijden [ / ] instellen.
De sluitingstijd [ ]
6.
instellen en bevestigen. De sluitingstijd geldt voor
alle dagen van de week (MA...ZO) [ MO. . .SO ].
a) De schakeltijdmodus
voor de sluitingstijd [ ] instellen.
NORMAL (NORMAAL)
Het rolluik gaat op de ingestelde sluitingstijd naar beneden.
NORMAL
ASTRO
SENSOR
b) Indien [ ASTRO ] werd
geselecteerd, verschijnt de voor de actuele dag berekende sluitingstijd.
c) Terug naar het hoofd-
menu.
Het tweede schakeltijdblok
7.
selecteren, zie pagina 51.
Alleen als deze functie in het weekprogramma met (n = 2) werd geactiveerd.
NL
> anders verder met punt 10.
ASTRO
Het rolluik gaat volgens de dagelijks berekende avondschemering naar beneden.
SENSOR
Het rolluik gaat elke dag volgens de door de lichtsensor geme­ten schemering naar beneden.
Schakeltijdmodus >
De ingestelde sluitingstijd wordt als "ten laatste om xx:xx u" beschouwd.
De ingestelde sluitingstijd wordt als "ten laatste om xx:xx u" beschouwd.
zie pagina 50
a) Menu 2 weer openen.
b) [ On ] bevestigen.
c) Het tweede schakeltijd-
blok [ 2 ] selecteren en bevestigen.
53
Page 54
+
-
+
-
16.2.1 Menu 2 - Openings- en sluitingstijden [ / ] instellen
De tweede openingstijd
8.
[ ] instellen en bevestgen. OFF = De openingstijd is
uitgeschakeld.
OPMERKING OVER DE SCHAKELTIJDMODUS  ASTRO 
◆ Indien [ ASTRO ] als schakeltijdmodus werd geselec-
teerd, kan de berekende schemering door een offset van -60 tot +60 minuten aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. Dat is mogelijk in menu 3, zie pagina 56.
NL
De tweede sluitingstijd
9.
[ ] instellen en bevestigen. OFF = De sluitingstijd is
uitgeschakeld.
Het aantal tweede ope­nings- en sluitingstijden
i
hangt ook af van het ge­selecteerde schakeltijd- programma, zie pagina
48.
Na de laatste instelling terug
10.
naar het standaarddisplay.
54
OPMERKING OVER DE SCHAKELTIJDMODUS  SENSOR 
◆ Indien [ SENSOR ] als schakeltijdmodus werd geselec- teerd, kan de gewenste schemeringsgrenswaarde in
menu 3 worden ingesteld, zie pagina 57.
Page 55

16.3 Avondschemeringsmodule; korte beschrijving

NL
De avondschemeringsmodule zorgt ervoor dat het rolluik automatisch sluit tot aan de onderste eindpositie of tot aan de ingestelde ventilatiepositie.
U kunt tussen twee avondschemeringsfuncties kiezen:
◆ Avondschemeringsmodule met astroprogramma =
schakeltijdmodus [ ASTRO ]
◆ Avondschemeringsmodule met lichtsensor =
schakeltijdmodus [ SENSOR ]
Avondschemeringsmodule met astropro­gramma
De schemeringstijd wordt afhankelijk van de geografische positie (gede­finieerd door de ingestelde postcode) en de actuele datum dagelijks opnieuw berekend.
Een offset voor individuele aanpassing instellen
Door een offset van -60 tot +60 minuten in te stellen kan de berekende schemeringstijd aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. Op die manier hoeft de sluitingstijd tijdens het jaar niet voortdurend bijgesteld te worden.
Een lichtsensor wordt voor deze functie niet gebruikt.
Avondschemeringsmodule met aangeslo­ten lichtsensor
Bij het begin van de sche­mering daalt het rolluik na circa 10 seconden tot aan de onderste eindpositie of tot aan de ingestelde venti­latiepositie. Het rolluik gaat pas weer open als de inge­stelde openingstijd wordt bereikt of na een manueel OMHOOG-commando.
De gewenste schemeringsgrenswaarde kan worden in­gesteld.
De avondschemeringsmodule met lichtsensor wordt maar een keer per dag uitgevoerd.
i
Montage van de lichtsensor (zie pagina 58, zonnemodule)
55
Page 56
16.3.1 Menu 3 - De avondschemeringsmodule [ ] aanpassen
+
-
+
-
+
-
NL
Het hoofdmenu openen.
1.
Het menu 3 [ ]
2.
Avondschemeringsmodule selecteren en openen.
De gewenste schakeltijd-
3.
modus uitkiezen om de avondschemeringsmodule afhankelijk van de geselec­teerde schakeltijdmodus aan te passen.
Schakeltijdmodus, zie pagina 50.
[ NORMAL ] NORMAAL
3.1
In de schakeltijdmodus NORMAAL is geen aanpas­sing mogelijk.
a) Terug naar het
hoofdmenu.
◆ NORMAL
◆ ASTRO
◆ SENSOR
[ ASTRO ]
3.2
Instellen van de offset. Met behulp van de offset
kunt u de berekende as­trotijd met +/- 60 minuten beïnvloeden.
Voorbeeld
Bij een negatieve offset van bijv. “- 10” begint de bere- kende astrotijd 10 minuten vroeger.
a) Daarna wordt de resul-
terende sluitingstijd weergegeven.
b) Terug naar het
hoofdmenu
56
Page 57
+
-
16.3.1 Menu 3 - De avondschemeringsmodule [ ] aanpassen
[ SENSOR ]
3.3
Aanpassing van de
schemeringsgrenswaarde
in de schakeltijdmodus [ SENSOR ].
Indien de grenswaarde door de schemering wordt onderschreden, gaat het rolluik dicht.
REËLE - waarde [ IST ]
Actueel gemeten lichtsterkte (bijv. 12).
"22"= te helder
STREEF - waarde [ SOLL ]
Instelbare grenswaarde
01 = zeer donker, ca. 4 lux 15 = minder donker,
ca. 40 lux
NL
a) Terug naar het
hoofdmenu.
57
Page 58

16.4 Zonnemodule; korte beschrijving

Met de zonnemodule kunt u in combinatie met een lichtsensor de rolluiken op basis van het zonlicht besturen. Hiervoor wordt een lokale lichtsensor met een zuignap aan de ruit bevestigd en via een stekker met de RolloTron Comfort DuoFern verbonden.
of
Een centrale zonnebesturing zendt de nodige signalen naar de RolloTron Comfort DuoFern en alle andere deelne­mers in het DuoFern netwerk.
Werking van de zonnemodule
Automatisch af- en oprollen na het overschrijden van een ingestelde grenswaarde. De eindpositie van het rolluik kan door de positie van de lokale lichtsensor op de ruit of door een in te stellen zonnepositie vrij worden bepaald.
Kijk naar het zonnesymbool op het standaarddisplay. Aan
De zonnemodule is ingeschakeld.
Knipperend
Bij actieve zonnemodule knippert het zonnesymbool op het standaarddisplay zodra zonlicht wordt waargenomen.
NL
Montagevoorbeeld
Lichtsensor, zie pagina 86 (toebehoren)
58
Page 59
16.4 Zonnemodule; korte beschrijving
NL
Automatisch afrollen
Als er 10 minuten lang geen zonlicht wordt geregistreerd, gaat het rolluik weer omlaag in de:
◆ zonnemodus [1],
tot zijn schaduw de lichtsensor bedekt.
◆ zonnemodus [2] en [3],
tot de ingestelde zonnepositie.
Automatisch vrijtrekken in zonnemodus [1]
Na 20 minuten beweegt het rolluik automatisch een stuk omhoog, zodat het zonlicht weer op de lichtsensor kan vallen. Als het zonlicht nu op de sensor valt, dan blijft het rolluik in deze positie staan.
Automatisch openen in zonnemodus [1] tot [3]
Als de lichtsterkte onder de ingestelde zonnegrenswaarde ligt, dan beweegt het rolluik terug tot de bovenste eind­positie.
Bij wisselende weersomstandigheden kunnen de eer­der genoemde vertragingstijden worden overschreden.
i
Voorbeelden van een lokaal
10 min.
zon
Na 20
min.
De zonnemodule wordt na de volgende gebeurtenis­sen beëindigd en eventueel opnieuw gestart:
◆ Na een manuele bediening.
◆ Na de uitvoering van een automatische functie.
◆ Na het bereiken van de bovenste eindpositie.
gemonteerde zonnesensor.
59
Page 60
+-+
-
16.4.1 Menu 4 - De zonnemodule [ ] en zonnepositie instellen
+
-
NL
Het hoofdmenu openen.
1.
Het menu 4 [ ] Zon-
2.
nemodule selecteren en openen.
De zonnemodule inschake-
3.
len en bevestigen. On = zonnemodule
aan OFF = zonnemodule
uit
Afhankelijk van de
zonnemodus
(zie pagina 41)...
[1] Lokale lichtsensor
[ 2 ] Lokale lichtsensor en zonnepositie
[3] Centrale zonnebesturing
...zijn de volgende
instellingen vereist:
verder met punt 4.
verder met punt 4 en 5.
verder met punt 5.
Aanpassing van de lokale
4.
zonnegrenswaarde.
REËLE - waarde [ IST ]
Actueel gemeten lichtsterkte (bijv. 35).
"22"= te donker
STREEF - waarde [ SOLL ]
Instelbare grenswaarde 31 = weinig zon,
ca. 4.000 lux 45 = veel zon
ca. 40.000 lux
a) Terug naar het hoofdme-
nu en verder met punt 5.
60
Page 61
16.4.1 Menu 4 - De zonnemodule [ ] en zonnepositie instellen
+
-
NL
De lokale zonnepositie
U kunt bij de RolloTron Comfort DuoFern een willekeurige zonnepositie instellen tot waar u uw rolluik bij geactiveerde zonnemodule wilt neerlaten.
Naar de zonnepositie in zonnemodus [2]
◆ De lokaal gemonteerde lichtsensor mag niet door het dalende rolluik worden bedekt.
◆ Stel de zonnepositie zo in dat het rolluik boven de lichtsensor blijft staan. Alleen zo kan de lichtsensor de lichtsterkte correct meten.
De lokale zonnepositie
5.
instellen.
a) Beweeg het rolluik naar
de gewenste positie. of
b) Voer de gewenste
zonnepositie in door de procentwaarden te wijzigen.
0 % = Het rolluik is volledig open.
100 % = Het rolluik is volledig dicht.
c) De zonnepositie beves-
tigen en terug naar het hoofdmenu.
61
Page 62

16.5 Ochtendschemeringsmodule; korte beschrijving

NL
Bij het instellen van de openingstijden [ ] kunnen deze met een schakeltijdmodus worden verbonden, zie pagina 51.
Bij het verbinden van de openingstijden met de schakeltijdmodus [ ASTRO ] kan de berekende ochtend­schemering worden aangepast.
Verbinding met de openingstijd [ ]
De eerder ingestelde openingstijd wordt als "ten vroegste om xx:xx uur" beschouwd.
Een offset voor individuele aanpassing instellen
Door de instelling van een offset van -60 tot +60 minuten kan de berekende ochtendschemering aan uw persoon­lijke wensen worden aangepast. Op die manier hoeft de openingstijd tijdens het jaar niet voortdurend bijgesteld te worden.
Toepassingsvoorbeeld voor de schakeltijdmodus [ ASTRO ], zie pagina 50.
62
Page 63
+
-
+
-
16.5.1 Menu 5 - De ochtendschemeringstijd [ ] aanpassen
+
-
NL
Het hoofdmenu openen.
1.
Het menu 5 [ ]
2.
Ochtendschemerings­functie selecteren en
openen.
De gewenste schakeltijd-
3.
modus uitkiezen om de ochtendschemeringsmo­dule afhankelijk van de geselecteerde schakeltijd­modus aan te passen.
Schakeltijdmodus, zie pagina 50.
[ NORMAL ] NORMAAL
3.1
In de schakeltijdmodus NORMAAL is geen aanpas­sing mogelijk.
a) Terug naar het
hoofdmenu.
◆ NORMAL
◆ ASTRO
[ ASTRO ]
3.2
Instellen van de offset. Met behulp van de offset
kunt u de berekende as­trotijd met +/- 60 minuten beïnvloeden.
a) Daarna wordt de resul-
terende sluitingstijd weergegeven.
b) Terug naar het
hoofdmenu.
63
Page 64

16.6 Toevalsfunctie; korte beschrijving

+
-
+
-
NL
De toevalsfunctie maakt een toevallige vertraging van de ingestelde schakeltijden met 0 tot 30 minuten mogelijk.
De toevalsfunctie wordt uitgevoerd voor:
◆ Alle automatische openings- en sluitingstijden.
◆ Alle schakeltijden van de avondschemeringsmodule die via astroprogramma worden uitgevoerd.
De toevalsfunctie wordt niet uitgevoerd voor:
◆ Manuele schuifcommando's
◆ Automatische schuifcommando's van de zonne- en avondschemeringsmodule als ze via lichtbesturing worden uitgevoerd.
16.6.1 Menu 6 - De toevalsfunctie [ ] instellen
Het hoofdmenu openen.
1.
Het menu 6
2.
[ ] Toevalsfunctie selecteren en openen.
Bij actieve toevalsfunctie knippert het betreffende
i
symbool op het standaarddisplay, terwijl het schuif­commando overeenkomstig vertraagt.
De gewenste instelling
3.
selecteren en bevestigen.
On = toevalsfunctie aan OFF = toevalsfunctie uit
a) Daarna verschijnt weer
het hoofdmenu.
64
Page 65
16.7 Menu 9 - Systeeminstellingen [ ]; korte beschrijving
NL
In dit menu kunnen andere apparaat- en systeeminstellin­gen worden ingevoerd om de RolloTron Comfort DuoFern aan uw individuele wensen en de plaatselijke omstandig­heden aan te passen.
Het openen en instellen van een menu werd al op pagina 27 beschreven. Hierna gaan we dan ook alleen nog in op de afzonderlijke systeemmenu's en de betreffende instelparameters.
Menu 9 - Systeeminstellingen
Symbool Menu Pagina
/ PLZ 9.1 Tijd /datum en postcode ..........66
9.2 Eindposities ................................67
9.3 Ventilatiepositie .........................68
9.4 Displayverlichting .......................70
9.5 Weekprogramma.........................70
9.6 Motorsnelheid .............................71
9.7 Toetsvergrendeling ...................72
9.8 Niet bezet
9.9 DuoFern instellingen ................35
9.9.1 - 9.9.5
65
Page 66
16.7.1 Menu 9.1 - Tijd / datum [ ] en postcode [ PLZ ] instellen
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
Het menu 9.1 [ ] Tijd /
1.
datum en postcode selec­teren en openen.
Instelvolgorde
a) Tijd
b) Datum [dag.maand]
c) Jaar
Aanwijzingen over de postcode
i
Voor Duitse steden kunt u alleen de eerste twee cijfers van de postcode invoeren.
Een overzicht van andere Europese steden vindt u in de tijdzonetabel op pagina 85.
NL
d) Postcode [ PLZ ]
66
Page 67
16.7.2 Menu 9.2 - Eindposities [ ] instellen
+
-
NL
Belangrijke aanwijzingen voor het instellen van de eindposities
Stel de eindposities in om het rolluik bovenaan en on­deraan op de door u gewenste posities te doen stoppen. U moet altijd beide eindposities instellen, anders kunnen er storingen optreden.
Let op de veiligheidsaanwijzingen voor het instellen van de eindposities op pagina 28.
Eerst het rolluik naar het
1.
midden schuiven.
Het menu 9.2 [ ] Eind-
2.
posities selecteren en openen.
Instelvolgorde
a) De bovenste eindpositie
instellen, zie pagina 28.
b) De onderste eindpositie
instellen, zie pagina 28.
67
Page 68
16.7.3 Menu 9.3 - Ventilatiepositie [ ] instellen
+
-
+
-
+
-
NL
Indien het rolluik niet tot aan de onderste eindposi­tie moet sluiten, kunt u met behulp van deze functie een willekeurige positie
(bijv. als ventilatiepositie)
vastleggen. Bij het automatisch sluiten
stopt het rolluik altijd bij de ventilatiepositie. Daarna kan het rolluik echter manueel helemaal worden gesloten.
Het menu 9.3 [ ] Venti-
1.
latiepositie selecteren en openen.
Instelvolgorde
a) De ventilatiepositie in-
of uitschakelen.
On = ventilatiepositie aan
OFF = ventilatiepositie uit
68
> verder met b)
> terug naar het menu Systeeminstellingen
b) Beweeg het rolluik naar
de gewenste positie.
of
c) Voer de gewenste
ventilatiepositie in door de procentwaarden te wijzigen.
0 % = Het rolluik is volledig open.
100 % = Het rolluik is volledig dicht.
d) De ventilatiepositie be-
vestigen en terug naar het menu "Systeemin­stellingen".
Page 69

16.7.4 Menu 9.4 - Permanente displayverlichting instellen

+
-
+
-
NL
Bij het drukken op een bedieningstoets wordt de ach­tergrondverlichting van het standaarddisplay volledig ingeschakeld. Daarna wordt de lichtsterkte langzaam tot het ingestelde niveau gereduceerd.
Het menu 9.4 Displayver-
1.
lichting selecteren en openen.
a) De gewenste lichtsterkte
instellen en bevestigen. 0 = De permanente
displayverlichting is uitgeschakeld.
1-3 = lichtsterkten 3 = maximale
lichtsterkte
>
De displayverlichting blijft continu op de ingestelde niveau ingesteld.
69
Page 70
16.7.5 Menu 9.5 - Weekprogramma [ ] instellen
+
-
+-+
-
NL
De latere werkwijze en het aantal in te stellen openings- en sluitingstijden hangen af van de selectie van het gewenste
schakeltijdprogramma.
In het weekprogramma kunt u drie schakeltijdpro­gramma's selecteren.
[ 1 ] Weekschakeltijden [ 2 ] Werkdag- en weekendschakeltijden [ 3 ] Schakeltijden afzonderlijke dagen
Werkwijze van de schakeltijdprogramma's
De werkwijze van de schakeltijdprogramma's wordt op pagina 48 beschreven. De instelling van de schakeltijden wordt vanaf pagina 51 beschreven.
Verdubbeling van het aantal schakeltijden door acti­vering van een tweede schakeltijdblok:
Indien u het aantal openings- en sluitingstijden wilt ver­dubbelen, moet hier een tweede schakeltijdblok (n = 2) worden geactiveerd.
Na de activering kunt u de openings- en sluitingstijden voor beide schakeltijdblokken instellen, zie pagina 49.
Het menu 9.5 [ ] Week-
1.
programma selecteren en openen.
Instelvolgorde
a) Het gewenste schakel-
tijdprogramma selec­teren.
1 = weekschakel­ tijden
2 = werkdag-/ week- endschakeltijden
3 = schakeltijden af- zonderlijke dagen
b) Het aantal schakeltijd-
blokken instellen. n 1 = Er is één schakel-
tijdblok actief. n 2 = Er zijn twee
schakeltijdblok­ ken actief.
c) De instelling bevesti-
gen en verder naar de instelling van de scha­keltijden, zie pagina 49.
70
Page 71
16.7.6 Menu 9.6 - Motorsnelheid instellen
+
-
+
-
NL
Indien gewenst (bijv. om lawaai te reduceren) kan de maximale motorsnelheid voor terugkerende automatische functies worden ingesteld.
De zich herhalende automatische commando’s worden met de ingestelde motorsnelheid uitgevoerd.
Handmatige schuifcommando’s en de eerste automatische loop na handmatige bediening worden altijd met de maxi­male motorsnelheid uitgevoerd.
Het menu 9.6 Motor-
1.
snelheid selecteren en openen.
a) De gewenste snelheid
selecteren en bevesti­gen.
1 = lage ... 2 = gemiddelde ... 3 = maximum ...
snelheid
71
Page 72
+
-
+
-

16.7.7 Menu 9.7 - Toetsvergrendeling in-/uitschakelen

NL
Om de RolloTron Comfort DuoFern tegen onbedoelde in­put te beschermen k unt u de toetsvergrendeling activeren.
Automatische activering na circa twee minuten
Indien de toetsvergrendeling geactiveerd is, worden de toetsen automatisch vergrendeld als twee minuten lang geen gegevens worden ingevoerd.
Direct inschakelen bij normaal bedrijf
U kunt ook direct in het standaarddisplay de toetsvergrendeling in- en uitschakelen.
Ook bij geactiveerde toetsvergrendeling kan het rolluik manueel worden bediend.
i
Toetsvergrendeling in het menu in-/uitschakelen.
Het menu 9.7 Toetsver-
1.
grendeling selecteren en openen.
a) De toetsvergrendeling
in- of uitschakelen.
On = aan OFF = uit
Toetsvergrendeling direct in het standaarddisplay in-/uitschakelen.
Telkens vier seconden lang op de [ SET/stop ]-toets drukken.
Weergave bij actieve toetsvergrendeling:
Standaarddisplay
Bij drukken op de menutoets.
72
Page 73

16.7.8 Menu 9.9 - DuoFern instellingen / overzicht

NL
Vanaf pagina 35 vindt u een beschrijving van alle DuoFern instellingen voor de configuratie van de RolloTron Comfort DuoFern.
In de menuvolgorde staan de DuoFern instellingen in menu 9.9 en de corresponderende submenu's op deze plaats.
Wij stellen u hier nog een keer kort en zonder verdere beschrijving het menuoverzicht van de DuoFern instel­lingen met de corresponderende pagina's voor.
Menu 9 - Systeeminstellingen
Symbool Menu Pagina
9.9 DuoFern instellingen ................35
9.9.1 Aan- en afmelden ..........36
9.9.2 DuoFern modus
instellen ...........................39
9.9.3 Zonnemodus
instellen ...........................41
9.9.4 Weerinformatie
in-/uitschakelen .............. 43
9.9.5 DuoFern adres
weergeven .......................44
73
Page 74

17. Alle instellingen wissen, software-reset

+
-
NL
Als u dat wenst, kunt u alle instellingen wissen en de fabrieksinstellingen van de RolloTron Comfort DuoFern herstellen.
De vier toetsen 5 seconden
1.
lang tegelijk indrukken en ingedrukt houden tot op het display alle symbolen te zien zijn.

18. Een hardware-reset uitvoeren

Mocht de RolloTron Comfort DuoFern niet meer reageren, kan een hardware-reset worden uitgevoerd.
LET OP!
Druk nooit op de RESET-toets terwijl de motor draait. Hier­door worden de eindposities gewijzigd.
Bij een hardware-reset wordt intern de stroomtoevoer voor de RolloTron Comfort DuoFern kort onderbroken.
i
Behalve de tijd en de datum blijven alle eerder inge­voerde instellingen geldig.
Vervolgens wordt enkele
2.
seconden lang de software­versie weergegeven.
Alle instellingen zijn gewist en op de fabrieksinstellin­gen teruggezet. Begin met de instellingen vanaf pagina 28 (installatie-assistent).
Druk op de RESET-toets met een spits
1.
voorwerp (bijvoorbeeld met een paperclip).
74
Page 75
i

19. De RolloTron Comfort DuoFern demonteren (bijv. voor verhuizing)

+ + + + - Alle instellingen wissen.
1.
Het rolluik volledig sluiten.
2.
Verder op de toets drukken
3.
en ingedrukt houden.
Trek de band daarbij zo ver mogelijk naar boven uit de
4.
RolloTron Comfort DuoFern.
Verwijder de afdekplaat van de onderste
5.
montagegaten. Om de afdekplaat te verwijderen kunt u in de kleine insnij-
ding aan de onderkant van het apparaat grijpen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
6.
Draai de montageschroeven los en trek de RolloTron
7.
Comfort DuoFern volledig uit de bandkast.
De toetsen tegelijk 5 seconden lang indrukken.
NL
75
Page 76
i
19. De RolloTron Comfort DuoFern demonteren (bijv. voor verhuizing)
Het oprolwielvakdeksel verwijderen.
8.
Controleer de positie van de bevestigingshaak en beweeg
9.
indien nodig de haak tot in een gemakkelijk bereikbare positie.
VOORZICHTIG!
Verwondingsgevaar door het oprolwiel.
◆ Grijp niet in het oprolwielvak als de motor draait.
◆ Trek altijd eerst de netstekker uit het stopcontact, voordat u uw hand in het oprolwielvak steekt.
Trek vervolgens de stekker definitief uit het stopcontact.
10.
Maak de band los van de bevestigingshaak en trek de band
11.
volledig vooraan uit de RolloTron Comfort DuoFern.
NL
76
Page 77
i

20. De band bij een defect verwijderen

NL
Als de RolloTron Comfort DuoFern een keer uitvalt en de motor niet meer draait, kunt u met de aandrijfontgrende­ling de band volledig uit de bandoproller trekken zonder dat u de band moet doorknippen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
1.
Demonteer de RolloTron Comfort DuoFern zoals eerder op
2.
pagina 75 getoond.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verwondingsgevaar als het rolluik onge­hinderd naar beneden kan vallen.
◆ Voorkom dat het rolluik naar beneden valt.
◆ Houd de band goed vast, anders valt het rolluik ongehinderd naar beneden.
◆ Laat u door een tweede persoon helpen bij het ontgrendelen.
Ontgrendel de aandrijving met behulp van de meegele-
3.
verde ontgrendelingsklem. Bij het drukken moet u een kleine weerstand overwinnen.
Houd de ontgrendelingsklem ingedrukt en trek vervolgens
4.
de band zover mogelijk uit de RolloTron.
Maak de band los van de bevestigingshaak en trek de band
5.
volledig uit de RolloTron.
Steek de ontgrendelingsklem weer terug in haar houder.
6.
RolloTron
Comfort
DuoFern
RolloTron
Comfort
DuoFern
Plus
Aandrijf-
ontgrendeling
Opbergvak
Aandrijf-
ontgrendeling
77
Page 78
i

21. Wat te doen wanneer... ?

Storing Mogelijk oorzaak / oplossing
... de RolloTron Comfort DuoFern niet functioneert? Controleer de voeding incl. aansluitkabel en aansluitstekker.
... de RolloTron Comfort DuoFern 's morgens op de
ingestelde schakeltijd niet reageert?
... het rolluik aan de ingestelde eindposities niet meer
blijft staan?
... het rolluik blijft staan zodra de bedieningstoets wordt
losgelaten?
... de RolloTron verkeerd draait? Waarschijnlijk werd de band verkeerd rond het oprolwiel gelegd, zie
De elektronica heeft de aandrijving na het sluiten van het rolluik uitgeschakeld, omdat de bandgeleider niet meer bewogen heeft. Dit is het geval wanneer:
a) te lang op de [Omlaag]-toets werd gedrukt bij het instellen van de onderste eindpositie. De lamellen zijn gesloten, maar de band is verder afgerold en ligt niet meer strak op de bandgeleider.
b) De band is uitgerekt en de onderste eindpositie is hierdoor van plaats veranderd.
De band mag op geen enkel moment slap worden. Stel de onderste eindpositie opnieuw in (zie pagina 67) en let
erop dat de band hierbij strak op de bandgeleider ligt. De bandgeleider moet hierbij gelijkmatig meedraaien.
Het is mogelijk dat de eindposities verschoven zijn, doordat de band is uitgerekt. Stel de eindposities opnieuw in, zie pagina 67.
De eindposities zijn nog niet ingesteld. Stel de eindposities in, zie pagina 67.
pagina 22.
NL
78
Page 79
i
21. Wat te doen wanneer... ?
Storing Mogelijk oorzaak / oplossing
... het rolluik bij het naar beneden rollen blijft staan?
... het rolluik bij het omhoog bewegen plotseling blijft
staan?
a) Het rolluik kan eventueel op een obstakel zijn gelopen. Beweeg het rolluik weer omhoog en verwijder het obstakel. b) De lamellen zijn verschoven. Beweeg het rolluik weer omhoog en richt de lamellen uit. c) Het rolluik sleept in de rolluikkast tegen het vensterraam door
ontbrekende aandrukrollen of er is isolatiemateriaal losgekomen en dit blokkeert het rolluik.
Open de rolluikkast en verhelp het probleem. Smeer indien nodig moeilijk lopende plaatsen in met was.
d) Het rolluik is eventueel te licht. Verzwaar het rolluik door bijvoorbeeld in de onderste lamel een
plat stuk ijzer te schuiven.
a) De aandrijving is eventueel geblokkeerd, bijv. doordat het rolluik
is vastgevroren of door andere obstakels.
b) Het rolluik beweegt eventueel niet gemakkelijk genoeg. Controleer het rolluik en de rolluikgeleiding.
c) Het rolluik is eventueel te zwaar. De maximale trekkracht van de
bandoproller is overschreden, zie pagina 83.
NL
79
Page 80
i
21. Wat te doen wanneer... ?
Storing Mogelijk oorzaak / oplossing
... de RolloTron Comfort DuoFern niet meer op manuele
schakelcommando's reageert en een temperatuur­weergave op het display verschijnt?
... de RolloTron Comfort DuoFern niet meer op manuele
of automatische schakelcommando's reageert en de foutmelding [ Er02 ] op het display verschijnt?
De maximale looptijd van de aandrijving is overschreden, zie pagina 9.
De motor is te warm. Na circa 1 uur is de RolloTron Comfort DuoFern weer bedrijfsklaar.
a) De RolloTron Comfort DuoFern is niet meer bedrijfsklaar. Voer een hardware-reset uit zoals beschreven op pagina 74.
b) Indien de fout na de hardware-reset nog altijd wordt weergegeven,
demonteer dan de RolloTron Comfort DuoFern en laat het defecte apparaat door een vakkundig bedrijf repareren.
NL
80
Page 81
i

22. Service en onderhoud

NL
Onderhoud
VOORZICHTIG!
Gebrekkig onderhoud kan leiden tot gevaarlijke situ­aties voor personen doordat uw RolloTron Comfort DuoFern en de rolluikinstallatie zijn beschadigd.
◆ Controleer daarom regelmatig de RolloTron Comfort DuoFern en alle componenten van uw rolluikinstallatie op beschadigingen.
Controleer bovendien regelmatig of de RolloTron
Comfort DuoFern juist functioneert.
Het rolluik zelf mag niet zijn beschadigd.
De band mag niet uitrafelen.
De bandgeleider op de rolluikkast moet altijd
licht lopen.
De spoelschotel in de rolluikkast moet stevig
en stabiel zijn. Oudere exemplaren kunnen hun stabiliteit verliezen.
◆ Laat beschadigde componenten vervangen door een bedrijf dat is gespecialiseerd in rolluiken.
Reiniging
U kunt de RolloTron Comfort DuoFern met een licht voch­tige doek reinigen. Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen.
81
Page 82
i

23. Technische gegevens

NL
Voedingsspanning: 230 V / 50 Hz; 230 V / 60 Hz Nominaal vermogen: 70 W Vermogen stand-by: < 0,6 W Nominaal koppel:
- RolloTron Comfort DuoFern 10 Nm
- RolloTron Comfort DuoFern Plus 14 Nm Maximaal toerental:
- RolloTron Comfort DuoFern 30 t/min.
- RolloTron Comfort DuoFern Plus 24 t/min. Maximale trekkracht: zie pagina 83 (trekkrachtdiagrammen) Kortstondig bedrijf: (KB) 4 minuten (maximum looptijd) Veiligheidsklasse: II Beschermingsgraad: IP20 (alleen voor droge ruimten) Aantal schakeltijden: max. 28 Instelbereik van de:
- zonnemodule 4.000 tot 40.000 lux
- avondschemeringsmodule: 4 tot 40 lux Toegestane omgevingstemperatuur: 0 - 40 °C Geluidsdrukniveau (LpA): ≤ 70 dB(A) Netaansluitkabel: 2 x 0,75 mm2 (H03VVH2-F) Zendfrequentie: 434,5 MHz Zendvermogen: max. 10 mW Reikwijdte in gebouwen: 10 tot 15 m Maximaal aantal DuoFern zenders: 20 Afmetingen: zie pagina 18
Gangreserve
De RolloTron Comfort DuoFern heeft een gangreserve van circa 8 uur.
Gegevensbehoud bij stroomuitval
Behalve de tijd en de datum blijven alle eerder ingevoerde instellingen na een stroomuitval behouden. Zodra er weer stroom is, worden de openings- en slui­tingstijden uitgevoerd.
Voorbeeld:
◆ Stroomuitval van 22:30 u - 6:30 u.
◆ De openingstijd werd op 6:00 u ingesteld.
◆ Kort na het einde van de stroomuitval wordt het schakelcommando uitge­voerd en het rolluik gaat open.
82
Page 83
i

24. Trekkrachtdiagrammen

1
NL
Trekgewicht [ kg ]
6 7
Trekgewicht [kg]
1
Banddikte 1,0 mm
2
Banddikte 1,3 mm
3
Banddikte 1,5 mm
4
Bandlengte [m]
5
Bandlengten voor RolloTron Comfort DuoFern
6
Bandlengten voor RolloTron Comfort DuoFern Plus
7
2
3
4
Bandlengte [ m ]
5
83
Page 84
i

25. Fabrieksinstellingen

Automatische functies: Aan
Schakeltijden: Aan
OMHOOG-tijd: 7:00 u
OMLAAG-tijd: 20:00 u, schakeltijdmodus (NORMAAL) [ NORMAL ]
Zonnemodule: OFF (uit)
Toevalsfunctie: OFF (uit)
Tijd / datum: 12:00 u / 01.12.2016
Postcode: 34
Weekprogramma: 1 (weekschakeltijden)
Maximale snelheid: 3 = maximum (in automatisch bedrijf )
Displayverlichting: 0
Automatische omschakeling zomer-/wintertijd: On (aan)
Toetsvergrendeling: OFF (uit)
Ventilatiepositie: OFF (uit)
DuoFern modus: 3 (DuoFern ontvanger)
Zonnemodus: 1 (lokale lichtsensor)
Weerinformatie weergeven OFF (uit)
NL
84
Page 85
i

26. Tijdzonetabel

NL
België
101 Antwerpen 102 Brugge 103 Brussel 104 Luik 105 Mechelen 106 Bergen 107 Oostende
Denemarken
108 Aalborg 109 Ringsted 110 Esbjerg 111 Horsens 112 Kolding 113 Kopenhagen 114 Svendborg 115 Randers
Verenigd Koninkrijk
116 Aberdeen 117 Birmingham 118 Bristol 119 Glasgow 120 Londen 121 Manchester 122 Newcastle
Estland
123 Tallinn
Finland
124 Helsinki 125 Jyyäskylä 126 Oulu 127 Tampere 128 Turku 129 Vasa
Frankrijk
130 Bordeaux 131 Brest 132 Dijon 133 Le Havre 134 Lyon 135 Montpellier 136 Nantes 137 Nice 138 Parijs 139 Reims 140 Straatsburg 141 Toulon
Italië
142 Bologna 143 Bolzano 144 Florence 145 Genua 146 Milaan 147 Napels 148 Palermo 149 Rome 150 Turijn 151 Venetië
Ierland
152 Cork 153 Dublin 154 Belfast
Letland
155 Riga
Liechtenstein
156 Vaduz
Litouwen
157 Vilnius
Luxemburg
158 Luxemburg
Nederland
159 Amsterdam 160 Eindhoven 161 Enschede 162 Groningen 163 Maastricht 164 Rotterdam 165 Utrecht
Noorwegen
166 Oslo 167 Stavanger 168 Bergen 169 Trondheim
Oostenrijk
170 Amstetten 171 Baden 172 Braunau 173 Brixen 174 Bruck/Mur 175 Eisenstadt 176 Graz 177 Innsbruck 178 Klagenfurt 179 Landeck 180 Linz 181 Nenzing 182 Salzburg 183 Wenen
Polen
184 Wrocław 185 Bydgoszcz 186 Gdańsk
187 Katowice 188 Kraków 189 Łódź 190 Lublin 191 Poznań 192 Stettin 193 Warschau
Portugal
194 Faro 195 Lissabon 196 Porto
Zwitserland
197 Basel 198 Bern 199 Andermatt 200 Chur 201 Lausanne 202 Luzern 203 Zürich
Zweden
204 Boras 205 Gävle 206 Göteborg 207 Helisingborg 208 Jönköping 209 Östersund 210 Malmö 211 Stockholm 212 Sundsvall 213 Umea
Spanje
214 Almería 215 Alicante
216 Barcelona 217 Bilbao 218 Badajoz 219 Burgos 220 Cáceres 221 Castellón 222 Granada 223 Guadalajara 224 La Coruña 225 Lérida 226 León 227 Madrid 228 Murcia 229 Oviedo 230 Palma 231 Pamplona 232 San Sebastián 233 Sevilla 234 Santander 235 Valencia 236 Valladolid 237 Vitoria 238 Zaragoza 239 La Palma 240 Teneriffa 241 Grand Canaria 242 Fuerteventura
Zuidoost-Europa
243 Athene 244 Belgrado 245 Bratislava 246 Boekarest 247 Boedapest 248 Istanboel 249 Maribor
250 Praag 251 Sarajevo 252 Sofia 253 Skopje 254 Thessaloniki 255 Zagreb
85
Page 86
i

27. Vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring

Hiermee verklaart RADEMACHER Geräte-Elektronik GmbH, dat de RolloTron Comfort DuoFern voldoet aan de richt­lijnen 2006/42/EG (Machinerichtlijn) en 2014/53/EU (radioapparatuurrichtlijn) .
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is verkrijg-baar op het volgende internetadres:
www.rademacher.de/ce
NL
86
i

28. Toebehoren

Om de RolloTron Comfort DuoFern aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen is een omvangrijk assorti­ment toebehoren beschikbaar.
Informatie over het toebehoren vindt u op:
www.rademacher.de
Lichtsensor:
Art.nr. Kabellengte
7000 00 88 0,75 m 7000 00 89 1,5 m 7000 00 90 3 m 7000 00 91 5 m 7000 00 92 10 m
Page 87
i

29. Garantievoorwaarden

NL
RADEMACHER Geräte-Elektronik GmbH verleent 36 maanden garantie voor nieuwe apparaten die in overeen­stemming met deze handleiding werden gemonteerd. De garantie dekt alle constructiefouten, materiaalfouten en fabricagefouten.
De wettelijke aanspraak op garantie blijft hierdoor on­aangetast.
Niet onder de garantie vallen:
◆ Onjuiste montage of installatie
◆ Niet in acht nemen van de montage- en bedienings- handleiding
◆ Oneigenlijke bediening of oneigenlijk gebruik
◆ Inwerkingen van buitenaf zoals stoten, slagen of weersinvloeden
◆ Reparaties en veranderingen door derden en/of niet- bevoegde personen
◆ Gebruik van ongeschikt toebehoren
◆ Schade veroorzaakt door ontoelaatbare overspan- ning (bijv. blikseminslag)
◆ Functiestoringen ontstaan door radiografische fre- quentiestoringen en andere radiografische storingen
Voorwaarde voor de garantie is dat het nieuwe apparaat bij een geautoriseerde vakhandel is gekocht. Levert u hiervoor een kopie van de factuur als bewijs.
Gebreken die binnen de garantieperiode optreden, zal RADEMACHER kosteloos verhelpen, ofwel door reparatie of vervanging van de betreffende onderdelen, ofwel door levering van een gelijkwaardig of nieuw apparaat. Ver­vangende leveringen of reparaties die onder de garantie vallen, leiden niet tot verlenging van de oorspronkelijke garantieperiode.
87
Page 88
RADEMACHER Geräte-Elektronik GmbH Buschkamp 7 46414 Rhede (Duitsland) info@rademacher.de
www.rademacher.de
Service: Hotline 01807 933-171* Fax +49 2872 933-253 service@rademacher.de
* 30 seconden gratis, daarna 14 cent/minuut via het Duitse netwerk voor vaste telefonie of max. 42 cent/minuut via het Duitse netwerk voor mobiele telefonie (geldt alleen in Duitsland).
Technische wijzigingen, drukfouten en vergissingen voorbehouden. Afbeeldingen niet bindend.
Page 89
Elektrische bandoproller voor rolluiken RolloTron Comfort DuoFern
NL
Vertaling van de originele gebruiks- en montagehandleiding .....................................................1
FR
Traduction du Mode d’emploi et d’installation original ...............................................................89
Référence : 1623 45 11
1623 60 11 (Comfort DuoFern Plus) 1615 45 11 (mini-sangle)
VBD 590-3-1 (10.16)
Page 90
i

Chers clients ...

FR
…en achetant le produit RolloTron Comfort DuoFern, vous avez opté pour un produit de qualité de la société RADEMACHER. Nous vous remercions de la confiance que vous nous avez témoignée.
Cet enrouleur de sangle pour volets roulants est le fruit d’un développement ciblé d’une part pour un confort d’utilisa­tion optimal et d’autre part pour une excellente solidité et une grande longévité. Forts d’exigences sans compromis en matière de qualité et après de longues séries de tests, nous sommes fiers de vous présenter ce produit innovant.
Toutes les collaboratrices et tous les collaborateurs hautement qualifiés de la maison RADEMACHER y ont apporté leur savoir-faire.
Ce mode d’emploi ...
…vous décrit la pose, le raccordement électrique et l’uti­lisation de votre enrouleur de sangle pour volets roulants.
Veuillez lire l’intégralité de ces instructions et respecter toutes les consignes de sécurité qu’elles contiennent avant de commencer les travaux.
Ce mode d’emploi fait par tie intégrante du produit. Conser­vez-le soigneusement dans un endroit bien accessible. En cas de transmission du RolloTron Comfort DuoFern à un tiers, nous vous prions de joindre le mode d’emploi.
La garantie prend fin en cas de dommages engendrés par le non-respect de ces instructions et des consignes de sécurité. Nous n’assumons aucune responsabilité pour les dommages qui en résulteraient.
90
Page 91
i
Sommaire
FR
i Chers clients ... ....................................................................... 90
1. Symboles de danger ........................................................... 93
1.1 Niveaux de dangers et termes
signalétiques .......................................................... 93
1.2 Représentations et symboles utilisés ........... 93
2. Contenu de la livraison (référence 1623 45 11) ......... 94
3. Vue générale (référence 1623 45 11) ............................ 95
4. Vue générale de l’écran ...................................................... 96
5. Consignes de sécurité ........................................................ 97
5.1 Utilisation conforme ............................................ 98
5.2 Utilisation non conforme ................................... 99
5.3 Connaissances techniques requises de
l’installateur............................................................. 99
6. Sangles de volets roulants autorisées ........................ 100
7. Description des fonctions ............................................... 101
7.1 Description des fonctions de sécurité .........102
7.2 Tableau 3 : fonctions à l’intérieur du
réseau DuoFern ...................................................103
7.3 Aperçu des fonctions locales .......................... 104
8. Consignes de sécurité pour le montage .................... 105
8.1 Outillage nécessaire ........................................... 105
8.2 Préparations du montage ................................106
9. Consignes de sécurité relatives au
raccordement électrique ................................................. 108
9.1 Raccordement électrique ................................ 109
10. Mise en place et fixation de la sangle ......................... 110
11. Montage du RolloTron Comfort DuoFern ................. 112
12. Description sommaire des fonctions des touches .. 113
12.1 Description sommaire de l’écran
standard et du menu principal ...................... 114
12.2 Ouverture et fermeture des menus ............. 115
13. Première mise en service avec l’assistant d’installation 116
14. Commande manuelle ....................................................... 120
14.1 Déplacement sur une position cible ............ 121
14.2 Affichage des données météorologiques .. 122
15. Paramétrages DuoFern ; description sommaire .....123
15.1 Menu 9.9.1 - Connexion et déconnexion
d’appareils DuoFern...........................................124
15.2 Menu 9.9.2 - Paramétrer le mode
DuoFern .................................................................127
15.3 Menu 9.9.3 - Paramétrer le mode
pare-soleil .............................................................. 129
15.4 Menu 9.9.4 - Activer / désactiver les
données météorologiques ..............................131
15.5 Menu 9.9.5 - Afficher l’adresse DuoFern ..... 132
16. Aperçu des menus / Menu principal ........................... 133
16.1 [ AUTO ] Mode automatique ;
description sommaire ....................................... 134
16.1.1 Menu 1 - Activer / désactiver le
mode automatique ............................ 135
16.2 Horaires (heures d’ouverture et de ferme-
ture) [ / ] ; description sommaire ..............136
16.2.1 Menu 2 - Paramétrer les horaires
d’ouverture et de fermeture [ / ] ...139
91
Page 92
i
Sommaire
FR
16.3 Fonction crépusculaire automatique
du soir ; description sommaire ......................143
16.3.1 Menu 3 - Adapter la fonction
crépusculaire automatique
du soir [ ] ............................................ 144
16.4 Pare-soleil automatique ;
description sommaire ....................................... 146
16.4.1 Menu 4 - Paramétrer le pare-soleil
automatique [ ] et la position
pare-soleil .............................................. 148
16.5 Fonction crépusculaire automatique
du matin ; description sommaire .................. 150
16.5.1 Menu 5 - Adapter l’horaire
crépusculaire matinal [ ] .............. 151
16.6 Fonction aléatoire ; description sommaire .. 152
16.6.1 Menu 6 - Paramétrer la fonction
aléatoire [ ] ....................................... 152
16.7 Menu 9 - Configuration système [ ] ;
description sommaire ....................................... 153
16.7.1 Menu 9.1 - Régler l’heure et la
date [ ] et le code postal [ PLZ ] . 154
16.7.2 Menu 9.2 - Paramétrer les fins
de course [ ] ..................................... 155
16.7.3 Menu 9.3 - Paramétrer la position
aération [ ] .................................... 156
16.7.4 Menu 9.4 - Paramétrer l’éclairage
permanent de l’écran ........................ 157
16.7.5 Menu 9.5 - Paramétrer le programme
hebdomadaire [ ] ........................... 158
16.7.6 Menu 9.6 - Paramétrer la vitesse
du moteur .............................................. 159
16.7.7 Menu 9.7 - Activer / désactiver le
verrouillage des touches ..................160
16.7.8 Menu 9.9 - Paramétrages
DuoFern / Aperçu ...............................161
17. Suppression de tous les paramétrages,
réinitialisation du logiciel ................................................162
18. Réinitialiser le matériel ..................................................... 162
19. Démonter le RolloTron Comfort DuoFern
(p. ex. lors d’un déménagement) .................................163
20. Extraire la sangle en cas de panne ...............................165
21. Que faire si... ? ..................................................................... 166
22. Consignes de maintenance et d’entretien ................ 169
23. Caractéristiques techniques...........................................170
24. Diagrammes de traction ..................................................171
25. Configuration usine ..........................................................172
26. Tableau des fuseaux horaires .........................................173
27. Déclaration UE de conformité simplifiée...................174
28. Accessoires ..................................................................... 174
29. Clauses de garantie ........................................................... 175
92
Page 93
i

1. Symboles de danger

Danger de mort par électrocution Source du danger / situation dangereuse
FR
i
i

1.1 Niveaux de dangers et termes signalétiques

DANGER !
Cette mise en garde indique une situation potentiel­lement dangereuse pouvant entraîner des blessures graves ou mortelles si elle n’est pas évitée.
AVERTISSEMENT !
Cette mise en garde indique une situation potentiel­lement dangereuse pouvant entraîner des blessures graves ou mortelles si elle n’est pas évitée.

1.2 Représentations et symboles utilisés

1.
2.
◆ Énumération
1. Liste
Actions/étapes individuelles
i
ATTENTION !
Cette mise en garde indique une situation potentiellement dangereuse pouvant entraîner des blessures légères ou de gravité moyenne si elle n’est pas évitée.
PRUDENCE !
Cette mise en garde indique une situation potentiel­lement dangereuse pouvant entraîner des dégâts matériels si elle n’est pas évitée.
Lisez les instructions correspondantes du mode d’emploi.
Autres informations importantes
93
Page 94
i

2. Contenu de la livraison (référence 1623 45 11) *

* également valable pour les références 1623 60 11 / 1615 45 11
Légende
2.
1.
3.
4.
1. Enrouleur de sangle RolloTron Comfort DuoFern ou
2. 2 vis de montage (4 x 55 mm)
3. Étrier de déverrouillage (dans le boîtier)
4. Cordon d’alimentation avec fiche Euro
5. Protection du compartiment de galet
6. Cache
7. Dispositif anti-arrachement avec vis de montage
FR
Comfort DuoFern Plus
94
5.
6.
Suite au déballage, comparez ...
le contenu de l’emballage avec ces indications.
Vérifiez les données sur la plaque
7.
signalétique
Comparez les mentions relatives à la tension/fréquence sur la plaque signalétique avec celles du réseau local.
Page 95
+
-
i

3. Vue générale (référence 1623 45 11) *

* également valable pour les références 1623 60 11 / 1615 45 11
Panneau frontal
Trous de fixation
FR
Rouleau de renvoi
Entrée de la sangle
Plaque signalétique
Écran
Touche Reset
Touche plus
Touche Montée
Touche MENU
Cache
Touche SET/Stop
Touche Descente
Touche OK
Touche moins
Trous de fixation
Plot d’accrochage
Dispositif anti-
Galet
arrachement
RainureConnecteur pour la sonde optique Bornes de connexion
Protection du compar-
timent de galet
Étrier de déverrouillage
95
Page 96
i

4. Vue générale de l’écran

FR
Légende des inscriptions et symboles de l’écran
[ MO ... SO ]
[ IST ]
[ PLZ ]
[ OFFSET ]
[ NORMAL ]
[ ASTRO ]
[ SENSOR ]
(LU ... DI) Jours de la semaine
Heure / paramètres de réglage
Indication d’état pluvieux
Verrouillage des touches
Valeur réelle
Sens de déplacement Montée / Descente
Réglage de fin de course
Code postal
OFFSET (en cas de paramétrage d’horaire Astro)
Programme hebdomadaire
SONDE = SENSOR Modes horaires
[ AUTO ]
[ m/s ]
[ klx ]
[ °C ]
[ % ]
[ SOLL ]
AUTO - mode automatique
Mode automatique désactivé
Horaires
Fonction crépusculaire automa­tique du soir
Pare-soleil automatique
Fonction crépusculaire automa­tique du matin
Fonction aléatoire
Indication d’état venteux
Configuration système
Paramétrages DuoFern
Vitesse du vent (mètres/seconde)
Luminosité (kilolux)
Température (°C)
Dimension (pourcentage)
Valeur de consigne
96
Page 97
i

5. Consignes de sécurité

FR
L’utilisation d’appareils défectueux peut présenter des risques pour les personnes et entraîner des dété­riorations matérielles (électrocution, court-circuit).
◆ N’utilisez jamais un appareil s’il est défectueux ou endommagé.
◆ Contrôlez le bon état de l’appareil et du cordon d’ali- mentation.
◆ Veuillez vous adresser à notre service après-vente (voir page 176) si vous constatez des dommages sur l’appareil.
Toute utilisation incorrecte implique un risque accru de blessures.
◆ Apprenez à utiliser l’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern en toute sécurité à toutes les personnes amenées à s’en servir.
◆ Cet appareil peut être utilisé par des enfants à partir de 8 ans et plus ainsi que par les personnes à capaci­tés physiques, sensorielles ou mentales réduites ou présen-tant un manque d’expérience et de connais­sances, si ces personnes sont guidées et surveillées ou si elles ont été instruites en termes d’utilisation sûre de l’appareil et qu’elles comprennent les dangers qui en résultent.
◆ Les enfants n’ont pas le droit de jouer avec cet appareil.
◆ Le nettoyage et l’entretien à la charge de l’utilisateur ne doivent en aucun cas être exécutés par des enfants sans surveillance.
◆ Surveillez toujours le volet roulant lors des réglages et en cas de service normal et éloignez toute personne risquant d’être blessée par un déplacement subit du volet.
◆ Réalisez tous les travaux de nettoyage sur le volet roulant lorsque l’installation est hors tension.
L’accès à la prise de courant et à la fiche secteur doit toujours être libre.
Le dépassement du temps de marche maximal admis­sible (KB) peut entraîner une surcharge et endomma­ger l’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern.
◆ Le temps de marche maximal admissible pour une course ne doit en aucun cas être dépassé pendant le fonctionnement. C’est pour cette raison que l’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern est équipé d’une limite du temps de marche (KB) de quatre minutes.
◆ Si la limite du temps de marche a été déclenchée, l’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern doit alors refroidir pendant au moins 12 minutes. La disponibilité opérationnelle complète est rétablie après environ une heure.
97
Page 98
i
5. Consignes de sécurité
FR
98
i
Selon la norme DIN EN 13659, il est important de veiller à ce que les conditions de déplacement déterminées pour les tabliers selon la norme EN 12045 soient respectées.

5.1 Utilisation conforme

L’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern doit uniquement être utilisé pour ouvrir et fermer un volet roulant muni d’une sangle conforme.
Les verrouillages mécaniques de n’importe quel genre sont inappropriés pour le fonctionnement automatique
i
avec le présent appareil.
Utilisez uniquement des pièces de rechange d’origine de RADEMACHER.
◆ Vous éviterez ainsi des dysfonctionnements ou des endommagements de l’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern.
◆ Notre garantie fabricant perd son effet si des pièces détachées d’autres fabricants sont utilisées et causent des détériorations.
◆ Les réparations de l’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern doivent uniquement être effectuées par le service après­vente agréé.
◆ En position déroulée, le déplacement doit être d’au moins 40 mm lorsqu’une force de poussée de 150 N est appliquée vers le haut sur le bord inférieur du tablier.
◆ Cela signifie que la vitesse du volet ne doit pas dépasser 0,15 m/s sur les derniers 0,4 m de son déplacement.
Conditions d’utilisation
◆ Utilisez le RolloTron Comfort DuoFern exclusivement dans des locaux secs.
◆ Pour le raccordement électrique, il est impératif qu’un moyen de branchement au réseau électrique de 230 V / 50 Hz avec un dispositif de protection (fusible) soit disponible sur le lieu de l’installation.
◆ Une prise secteur de 230 V / 50 Hz libre d’accès doit être disponible sur le site à proximité de l’appareil en cas d’utilisation du cordon de raccordement avec fiche Euro joint à la livraison.
◆ Le volet roulant doit pouvoir monter et descendre facilement sans se bloquer.
◆ La surface de montage du RolloTron Comfort DuoFern doit être plane.
Page 99
i
5.1 Utilisation conforme
FR
i
i
◆ La pose et l’utilisation de l’enrouleur RolloTron Comfort DuoFern ne sont autorisées que pour les installations et les appareils avec lesquels un défaut de fonctionnement de l’émetteur ou du récepteur ne présente aucun dan­ger pour les personnes et les biens ou pour lesquelles ce risque est couvert au moyen d’autres dispositifs de sécurité.
Les installations radio qui émettent sur la même fréquence peuvent provoquer des perturbations de réception.
i

5.2 Utilisation non conforme

Toute utilisation du RolloTron Comfort DuoFern pour d’autres domaines d’application que ceux suscités est interdite.
L’utilisation du RolloTron Comfort DuoFern à l’exté­rieur entraîne un danger mortel par court-circuit et électrocution.
◆ N’installez et n’utilisez jamais le RolloTron Comfort DuoFern en extérieur.
Une utilisation non conforme peut entraîner des dommages corporels et matériels.
◆ N’utilisez jamais le système radio DuoFern et ses com- posants (p. ex. RolloTron Comfort DuoFern) pour com­mander à distance des appareils ou des installations ayant des exigences techniques de sécurité élevées ou présentant des risques majeurs d’accident. Des dis­positifs de sécurité complémentaires sont requis pour de tels cas. Respectez les réglementations applicables correspondantes pour réaliser de telles installations.

5.3 Connaissances techniques requises de l’installateur

Le raccordement électrique, le montage et la mise en service du RolloTron Comfort DuoFern doivent unique-ment et impérativement être réalisés par un électricien confirmé selon les instructions de ce mode d’emploi.
99
Page 100
i

6. Sangles de volets roulants autorisées

FR
PRUDENCE !
L’utilisation de sangles trop longues peut provoquer un endommagement du RolloTron Comfort DuoFern.
N’utilisez que des sangles ayant la longueur autorisée.
Ces données sont indicatives et ne sont valables qu’en situation de montage idéale. Elles peuvent varier en
i
fonction des conditions in-situ.
Tableau 1 : sangles de volets roulants autorisées
RolloTron :
Référence :
Largeur de sangle :
15 mm (mini-sangle) 1,0 mm 7,6 m - - - - - -
23 mm (sangle standard)
Épaisseur de
sangle
1,0 mm - - - 7,6 m 15 m
1,3 mm - - - 6,2 m 12 m
1,5 mm - - - 5,2 m 11 m
Comfort DuoFern
(mini-sangle)
1615 45 11
Comfort
DuoFern
1623 45 11
Longueur de sangle maximale
Comfort
DuoFern Plus
1623 60 11
Tableau 2 : surface de volet autorisée (en m2)
Type de volet roulant : Poids/m
Volets roulants en matière plastique (4,5 kg/m2) 6 m2 env. 6 m2 env. 10 m2 env.
Volets roulants en aluminium et en bois (10,0 kg/m2) 3 m2 env. 3 m2 env. 6 m2 env.
2
Surface de volet autorisée (en m2)
100
Loading...