Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Mocht het
apparaat aan derden doorgegeven of verkocht worden, of indien u het apparaat
wanneer u gaat verhuizen in uw oude woning achterlaat, dan is het van groot belang
dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de aanwijzingen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en hun
huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in
gebruik neemt.
Opstellen
·Het installeren dient te gebeuren door
deskundig personeel, met inachtneming
van de bestaande voorschriften. De af-
zonderlijke installatiewerkzaamheden
zijn beschreven in de instructies voor de
installateur.
·Laat installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, volgens de richtlijnen
waarvan hij op grond van zijn vakkennis
op de hoogte is.
·Mochten er op grond van de installatie
aanpassingen aan de stroomvoorziening
nodig zijn, dan dienen ook die door een
vakman te worden aangebracht.
·Deze oven is afhankelijk van de uitvoe-
ring gemaakt als los apparaat of als
combinatieapparaat met elektrische
plaat voor eenfaseaansluiting op 230 V.
Werking
·Deze oven is bedoeld voor het bereiden
van gerechten; gebruik hem nooit voor
andere doeleinden.
·Wees extra voorzichtig wanneer u met
de oven werkt. Door de grote hitte van
de verwarmingselementen zijn rooster
en overige onderdelen erg heet.
·Indien u - om welke reden dan ook - alu-
miniumfolie mocht gebruiken voor het
bereiden van gerechten in de oven, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
·Ga bij het reinigen van de oven voorzichtig
te werk: sproei nooit vloeistof op het vetfil-
ter (indien aanwezig), de verwarmingsele-
menten en de thermostaatsensor.
·Het is gevaarlijk, veranderingen aan te
brengen aan het apparaat of aan de eigenschappen ervan.
·Tijdens het bakken, braden en grilleren
worden het venster van de oven en de
overige delen van het apparaat heet.
Houd kinderen daarom uit de buurt van
het apparaat. Wanneer u elektrische apparatuur aansluit op stopcontacten in de
buurt van de oven, dan dient u erop te
letten dat aansluitleidingen niet in aanraking komen met hete kookzones of klem
komen te zitten in de hete ovendeur.
·Gebruik altijd ovenwanten, om vuurvaste hete schalen of pannen uit de
oven te halen.
·Regelmatig schoonmaken voorkomt
verslechtering van het oppervlaktemateriaal.
·Schakel voor het schoonmaken van de
oven de stroom uit, of haal de stekker uit
het stopcontact.
·Zorg ervoor dat de oven in de stand
«UIT» staat wanneer hij niet meer wordt
gebruikt.
·De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
·Het apparaat mag niet met een
stoomreiniger worden gereinigd.
·Gebruik geen schuurmiddelen of
scherpe metalen krabbers. U kunt krassen maken op de ruiten van de deur, wat
ertoe kan leiden dat de ruiten barsten.
4 progress
Veiligheid van personen
·Dit apparaat is bestemd voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
het door kinderen te laten gebruiken of
hen ermee te laten spelen.
·Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog
lang heet.
·Dit apparaat mag niet gebruikt worden
door kinderen of andere personen wiens
lichamelijke, motorische of geestelijke
gesteldheid of gebrek aan ervaring en
kennis die daardoor het apparaat niet
kunnen gebruiken zonder supervisie of
instructies van een verantwoordelijk
persoon om zeker te zijn van dat het
apparaat veilig kan worden gebruikt.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
·De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar. De
kunststofdelen zijn gekenmerkt, bijv.
>PE>, >PS< etc. Gooi de verpakkingsmaterialen volgens hun markering weg
bij de gemeentelijke inzamelpunten in de
daarvoor bedoelde inzamelcontainers.
Oud apparaat
·Het symbool
op het product of op
de verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven
bij een verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product
op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de
gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Let op: Maak het oude apparaat onbruikbaar voor u het weggooit, om te
voorkomen dat er gevaar van kan uitgaan.
Haal het apparaat daartoe van de
stroomvoorziening en verwijder de
netstekker van het apparaat.
Klantenservice
·Laat controlewerkzaamheden en/of reparaties uitvoeren door de klantenservice van de fabrikant of door een door
de fabrikant geautoriseerde klantenservice, en gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
·Probeer het apparaat bij storingen of
schade niet zelf te repareren. Reparaties
die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of
letsel leiden.
Beschrijving van het apparaat
1
5 progress
2
3
4
5
7
1.Bedieningspaneel
2.Ventilatiesleuf voor afkoelventilatie
3.Grill
4.Binnenverlichting
5.Oven-ventilator
6.Draaispit opening
7.Typeplaatje
Accessoires
6
Braadslede
Vorken
Spit
RoosterBakplaat
Afneembare
greep
Spithouder
Draaispit
6 progress
Bedieningspaneel
Gaar—
functies
1 2 3 4 5 6 7
Drukknoppen
1. AAN/UIT
2. Oven-functietoets
3. Snelopwarmfunctie
4. Pyrolytische reinigingsfunctie
5. Verlagingstoets “” (tijd of temperatuur)
6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur
Temperatuur—
indicatie
Tijds—
indicatie
Alle functies van de oven worden elektro-
nisch geregeld.
U kunt willekeurige combinaties van gaarfuncties, gaartemperaturen en automatische
tijdinstellingen kiezen.
Opmerking
Als de stroom uitvalt blijven de instellingen (klok, ingesteld of lopend programma)
ongeveer 3 minuten in het programmageheugen bewaard. Als de stroom langer uitvalt, worden alle instellingen gewist. Als de
stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de
cijfers in het display. De klok en de timer moeten in een dergelijk geval wel opnieuw worden ingesteld.
Eerste installatie
Verwijder al het verpakkingsmateriaal binnen en buiten, voordat u de oven in gebruik neemt.
Wanneer de oven voor het eerst op de
elektriciteit wordt aangesloten, verschijnt in
het display automatisch 12:00 en het sym-
bool
de dag is ingesteld voor het eerste gebruik
van de oven.
Om het juiste tijdstip van de dag in te
stellen:
1. Druk op de toets en, terwijl het
2. Zodra het symbool niet meer knippert,
Voor het eerste gebruik
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet
de oven opgewarmd worden zonder voedsel.
Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Druk op de toets
2. Druk tweemaal op de toets en kies
knippert.
Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van
symbool
sen “” of “ ” de tijd in (afb. 1).
Het pijltjessymbool van de tijd ver-
dwijnt ongeveer 5 seconden na weer-
gave van de precieze tijd.
drukt u tweemaal op de toets.
Ga vervolgens te werk als onder punt 1.
schakelen.
knippert, stelt u met de toet-
om de oven in te
7 progress
Afb. 1
de functie «Hete lucht»
3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik
daarvoor de toets “
4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten
lang in werking.
5. Open een raam voor de ventilatie.
Doe dit opnieuw met de functie «Boven-
en onderwarmte» en «Ventilatorgrill» gedurende zo’n 5-10 minuten.
(afb. 2).
”.
Afb. 2
8 progress
Gedurende deze tijd kan er een onaange-
naam luchtje ontstaan. Dit is heel normaal.
Het wordt veroorzaakt door fabricageresten.
Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig
dan de ovenruimte met een in warm zeepsop
vochtig gemaakte doek. Reinig ook de roosters
en bakplaten voor het eerste gebruik grondig.
Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep
in het midden vast (afb. 3).
“Aan-/Uit” - toets
Voor het instellen van gaarfuncties of an-
dere programma’s moet de oven worden ingeschakeld. Als de knop
is ingedrukt,
verschijnt in het display het ovensymbool en
de oververlichting wordt ingeschakeld (afb.
4).
Om te oven uit te schakelen, kunt u de
knop
. te allen tijde indrukken. Alle gaarfuncties of programma’s worden beëindigd,
de ovenverlichting wordt uitgeschakeld en in
de tijdindicatie verschijnt alleen nog de tijd
van de dag.
U kunt de oven te allen tijde uitschakelen.
Zo kiest u een bereidingsfunctie
1. Schakel de oven in door op de
toets
te drukken.
2. Druk op de toets
om de gewenste
functie te selecteren. Elke keer dat toets
wordt ingedrukt, wordt een functie-
symbool zichtbaar in het display en links
van het geselecteerde functiesymbool
verschijnt het bijbehorende functienummer (afb. 5).
3. Wanneer de vooraf ingestelde tempera-
tuur niet geschikt is, dan stelt u met de
toets “
” of “ ” de temperatuur in. Het
temperatuurniveau kan in stappen van 5
graden worden ingesteld.
-Met het stijgen van de temperatuur in de
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
oven begint het thermometersymbool
langzaam te stijgen en geeft daarmee de
daadwerkelijke oventemperatuur aan.
Wanneer de gewenste temperatuur is
bereikt, dan weerklinkt een kort akoestisch signaal en het thermometer-
symbool
gaat branden.
De temperatuur en de tijd instellen
Druk de toetsen “
” en “ ” in, om de
vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of
verlagen, terwijl het symbool “°” knippert (afb.
6). De maximale temperatuur bedraagt
250°C.
Druk de toetsen “
” en “ ” in, om de
vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of
verlagen, terwijl het symbool knippert.
9 progress
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), is de
oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur
is gedaald, wordt de oven automatisch weer
ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld)
alleen de fout te verhelpen. Is de thermostaat echter geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met
de klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het
bedieningspaneel. De ventilator wordt nadat
de oven enkele minuten in werking is automatisch ingeschakeld. Warme lucht wordt
door het paneel in de buurt van de greep
van de ovendeur uitgeblazen. Nadat de
oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator
mogelijk nog even lopen om de bedieningselementen te koelen. Dit is helemaal normaal.
De werking van de ventilator hangt af
van hoe lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld wordt op lagere
temperatuurinstellingen of als de
oven maar korte tijd gebruikt is.
Afb. 6
10 progress
Functiesymbolen
1
2
3
5
6
Hete lucht - Bij deze instelling
kunt u op verschillende bakplaten
braden of tegelijkertijd braden en
bakken, zonder dat er
smaakoverdracht plaatsvindt.
Vooraf ingestelde temperatuur:
175°C
Boven- en onderwarmte - De
warmte komt zowel van boven als
onder en wordt gelijkmatig over
de ovenruimte verdeeld. Vooraf
ingestelde temperatuur: 200°C
Onderwarmte - De verwarming
komt uitsluitend van het onderste
verwarmingselement van de oven.
Bij deze instelling kunt u gerechten
heel goed afmaken. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C
4
Ventilatorgrill - Dit is een
alternatieve bereidingsmethode
voor gerechten die anders met de
normale grill bereid worden. Het
grillelement en de ventilator van
de oven werken samen, zodat de
hetelucht rond de gerechten circuleert. Vooraf ingestelde temperatuur: 180°C
Maximumtemperatuur: 200°C.
Grill - en draaispit - Het draai-
spit kan worden gebruikt voor
het grillen van vlees of Kebab
en kleine stukken vlees. Vooraf
ingestelde temperatuur: 250°C
Ontdooien - De ventilator
circuleert de lucht zonder deze te
verwarmen op kamertemperatuur
door de ovenruimte. Deze functie
is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te
ontdooien, die door opwarmen
beschadigd raken, bijvoorbeeld
taarten met crèmevulling,
ijstaarten, gebak, brood en
bakwaren van gistdeeg.
7
Pyrolitische reiniging - Met deze
functie kunt u de ovenruimte
grondig schoonmaken.
Gebruik van de oven
Belangrijk! - Bekleed de oven niet
met aluminiumfolie, en leg geen bakplaten e.d. op de bodem, aangezien
anders het email van de oven beschadigd raakt door de optredende
warmtestuwing. Zet potten en pannen, hittebestendige potten en pannen alsmede aluminiumplaten altijd
op het plateau, dat in één van de
inzetniveaus is geschoven. Bij het verwarmen van levensmiddelen komt
stoom vrij net als in een ketel. Wanneer de stoom in aanraking komt met
de glazen deur van de oven, wordt er
condens gevormd en ontstaan er
waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de wa-
terdruppels weg te vegen.
De ovendeur moet tijdens het
gaarproces gesloten zijn.
Ga bij het openen van de ovendeur
zorgvuldig te werk. Laat de deur niet
„open vallen“, maar gebruik de deurgreep, tot de deur helemaal is geopend.
De oven heeft vier inzetniveaus.
De plaatsen voor het plateau worden
van de bodem van de oven geteld,
zoals aangegeven in de afbeelding.
De plateaus moeten hoe dan ook op
de juiste manier worden ingezet (zie
afbeelding).
Zet vaatwerk en pannen niet direct op
de bodem van de oven.
11 progress
4
3
2
1
12 progress
Hete lucht
De gerechten worden gegaard met hete
lucht, die via een ventilator aan de achterwand van de oven gelijkmatig in de binnenruimte van de oven wordt verdeeld.
De warmte komt snel en gelijkmatig in
alle ovenzones terecht. Dat betekent dat u
tegelijkertijd verschillende gerechten op
meerdere niveaus kunt bakken, braden en
stoven.
Deze gaarfunctie biedt de volgende
voordelen:
-Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur komt, is het over het algemeen niet
nodig om de oven voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7 minuten extra
bereidingsduur nodig. Voor recepten die
hogere temperaturen vereisen, zoals brood,
pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de
beste resultaten als de oven eerst wordt
voorverwarmd.
-Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het
algemeen lagere temperaturen dan bereiding
met boven- en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de
bak- en braadtabel aan. Denk eraan, de temperaturen van uw eigen recepten voor bovenen onderwarmte met 20-25 °C te verlagen.
-Gelijkmatige warmteverdeling
bij het bakken
De oven met ventilator verwarmt alle
inzetniveaus gelijkmatig. Dit betekent dat
verschillende baksels met hetzelfde voedsel
tegelijk in de oven bereid kunnen worden.
De baksels op het bovenste niveau kunnen
echter iets bruiner worden dan die op het
onderste niveau.
Dit is helemaal normaal. Aroma’s en
geuren worden daarbij niet van het ene op
het andere gerecht overgedragen.
Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie
1. Oven inschakelen.
2. Druk daarvoor op de toets oven-func-
ties
, tot het symbool op het
display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “”
de temperatuur instellen.
Boven- en onderwarmte
-De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Wanneer u wilt dat uw baksel een bruinere
bodem krijgt, moet u het op een lager niveau in de oven zetten. Wanneer u wilt
dat uw baksel een bruinere bovenkant
krijgt, moet u het op een hoger niveau in
de oven zetten.
-Het materiaal en de afwerking van de
bakplaten en schalen is van invloed op de
mate waarin het voedsel een bruin korstje
krijgt. Email, donker, zwaar en met teflon
gecoat bakgerei bevorderen het bruinen,
terwijl bakgerei van glas, glanzend aluminium of gepolijst edelstaal warmte reflecteren en afremmen.
-Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te
garanderen.
-Plaats schalen op een bakplaat van de
juiste afmeting, om te voorkomen dat er
voedsel op de bodem van de oven wordt
gemorst en ervoor te zorgen dat de oven
gemakkelijker kan worden gereinigd.
-Zet nooit gerechten, blikken of
bakgerei direct op de bodem van de
oven, omdat die erg heet wordt en het
vaatwerk kan beschadigen. Als u deze
instelling gebruikt komt de warmte van de
bovenste en onderste verwarmingselementen. Daarmee kunt u gerechten
op één enkel niveau bereiden. Dit is bijzonder geschikt voor gerechten, waarvan
de bodem extra bruin moet worden, bijv.
quiches en flans.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die
ook wat extra bruinering aan de bovenkant
vergen kunnen ook heel goed bereid worden
in de conventionele oven.
Gebruik van boven- en onderwarmte
1. Oven inschakelen.
2. Functie boven-/onderwarmte kiezen;
Druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot het symbool op het display
verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “
” of “”
de temperatuur instellen.
13 progress
14 progress
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor
het bakken van taart- en vlaaibodems, en
voor het afbakken van quiches resp. flans,
om ervoor te zorgen dat de quiche- resp.
taartbodem gaar is.
Grilleren
-Te grilleren gerechten moeten altijd op het
rooster van de grillplaat worden geplaatst, om ervoor te zorgen dat de lucht
optimaal kan circuleren en het gerecht
niet in het afdruipende vet resp. grillsap
drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zoals bijv. vis, lever en niertjes direct op de
grillplaat leggen.
-Droog het voedsel vóór het grillen goed
af, zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis licht in met een beetje olie
of gesmolten boter, zodat de gerechten
tijdens de bereiding mals blijven.
-Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. tomaten of paddenstoelen kunnen tijdens het
grillen van vlees onder het grillrooster (direct op de grillplaat) worden gelegd.
-Voor het roosteren van brood raden wij u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
-Indien nodig moet het voedsel tijdens de
bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor
het midden van de grillplaat. Door de kleine
grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de
toets oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “
” of “”
de temperatuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en rooster, al naargelang of het om
platter of dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor het grillen op.
Ventilatorgrill
Dit is een alternatieve bereidings-
methode voor gerechten die anders met de
normale grill bereid worden. Grillelement en
ventilator werken samen, zodat de hete
lucht rond de gerechten circuleert. De
noodzaak om het voedsel te controleren en
om te draaien is daardoor minder.
Ventilatorgrill minimaliseert kookluchtjes in
de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstuk-
ken, die van binnen rood moeten blijven,
kunt u alle levensmiddelen met hete lucht
bereiden die u normaal met boven- en
onderwarmte zou bereiden. Het bereiden
verloopt geleidelijker; ventilatorgrill vergt
daarom iets meer tijd dan conventioneel
grillen. Een van de voordelen is dat grotere
hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen
worden.
1. Oven inschakelen.
2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk
daarvoor op de toets oven-functies
15 progress
,
tot het symbool
verschijnt.
3. Evt. op de toetsen “
om de temperatuurinstelling aan te passen.
Maximumtemperatuur: 200 °C.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en rooster, al naargelang of het om
platter of dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor het grillen op.
Grill - en draaispit
)
Neem de volgende instructies in
acht:
1. Vlees aan het draaispit rijgen en met de
vorken vastzetten.
2. Spit op de houder plaatsen en het geheel
in het tweede inzetniveau van onder
schuiven.
3. Het uiteinde van het spit in de desbetreffende opening van de achterwand aanbrengen.
4. De greep van het spit eraf schroeven.
5. De braadpan met ca. 1/2 l. water op het
eerste inzetniveau plaatsen.
op het display
” of “” drukken,
16 progress
6. Voor het selecteren van de draaispitfunctie druk net zo vaak op de toets
oven-functies
, tot op het display het
symbool verschijnt.
Ovendeur altijd gesloten houden.
De vorken en het spit zijn puntig
en scherp. Als u er gebruik van
maakt, doe het met zorg om
verwonding te voorkomen.
Ontdooien
De ventilator loopt zonder warmte en laat
de lucht bij kamertemperatuur in de binnenruimte van de oven circuleren. Hierdoor
wordt het voedsel sneller ontdooid. De temperatuur in de keuken beïnvloedt echter de
ontdooitijd.
Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die
door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten,
gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
Gebruik van de ontdooifunctie
1. Druk voor het inschakelen van de oven
op de toets
.
2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor
op de toets oven-functies
, tot het
symbool op het display verschijnt.
3. Het display geeft de melding “def”.
Adviezen
Bakken:
Bakgoed vraagt gewoonlijk om een ge-
middelde temperatuur (150°C-200°C).
Daarom dient de oven ca. 10 minuten lang te
worden voorverwarmd.
Doe de ovendeur niet open voordat drie-
kwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op
een bakblik tot tweederde van de baktijd.
Vervolgens kunt u het garneren en afbakken.
De verdere baktijd hangt af van de soort en
hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg
moet moeilijk van de lepel lopen. Door te
vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer
duren.
17 progress
Worden twee bakplaten met gebak tege-
lijkertijd in de oven geschoven, dan moet tussen de platen een inzetniveau open worden
gelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tege-
lijkertijd in de oven geschoven, dan moeten
de platen na ongeveer 2/3 van de baktijd van
boven naar beneden verwisseld en gedraaid
worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder
wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen
tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees,
dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een
hogere temperatuur (200°C-250°C) worden
gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben
daarentegen een lagere temperatuur (150°C175°C) nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of jus direct
aan het begin in de braadslede. In andere
gevallen worden ze het laatste halfuur toegevoegd.
U kunt controleren of het vlees gaar is met
behulp van een lepel: als het vlees niet kan
worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en
ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur en
in kortere tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het
rooster de braadslede in het onderliggende
inzetniveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten
staan, zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken,
kunt u een beetje water in de braadslede gieten. Om condensvorming te voorkomen, een
paar keer water toevoegen. Borden kunnen
tot zij geserveerd worden in de oven op de
laagste temperatuur warm gehouden worden.
Voorzichtig!
De oven niet met aluminiumfolie
bekleden en geen kookgerei,
geen braadslede of bakplaat op
de bodem leggen, aangezien anders het email van de oven door
de optredende warmtestuwing
beschadigd raakt.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al
naar gelang de samenstelling, ingrediënten
en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instelgegevens bij de eerste
keer bereiden resp. braden, om bij bereiding
van dezelfde gerechten in de toekomst ervaring te kunnen opdoen.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen aanpassen op basis van uw eigen ervaringen.
18 progress
Programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Gebruik de toets
functie te selecteren. Het overeenkom-
2. Stel met de toets “
De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. Nadat dit is ingesteld, wacht de
kookwekker 3 seconden, waarna hij begint te lopen.
3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd
hoor u een akoestisch signaal.
4. Druk op een willekeurige toets om het
signaal uit te schakelen.
Als de oven op dit moment werkt,
wordt hij NIET uitgeschakeld.
De kookwekker kan ook gebruikt
worden als de oven uitgeschakeld is.
De instelling van de kookwekker wijzigen:
Druk op de toets
en gaan knipperen.
Nu kunt u de instelling van de kook-
wekker wijzigen. Druk daarvoor op de toets
“
” of “ ”.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
Druk op toets
en gaan knipperen.
De toets “
aanduiding te resetten, tot het display “0.00”
aangeeft (afb. 8).
Zo programmeert u een uitschakeltijd
van de oven
1. Zet gerechten in de oven, schakel de
oven in, kies de gewenste functie en stel
indien nodig de gewenste temperatuur in.
2. De toets “
“Bereidingsduur” te kiezen. Het
bereidingsduursymbool
op het display wordt “0.00” aangegeven
(afb. 9).
om de kookwekker-
knippert en op het
” de gewenste tijd in.
, tot de symbolen
, tot de symbolen
” indrukken om de tijds-
indrukken, om de functie
knippert en
Afb. 7
Afb. 8
Afb. 9
3. Terwijl het symbool knippert, met de
toets “
” de gewenste tijd instellen. De
maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten.
De programmeerfunctie wacht 3 seconden, waarna hij begint te lopen.
4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd
wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Er weerklinkt een akoestisch signaal
en op het bedieningspaneel verschijnt
“0.00”.
5. Druk op een willekeurige toets om het
signaal uit te schakelen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op de toets
, tot het symbool
knippert.
2. Druk op de toets “
” om de tijdsaanduiding te resetten, tot het display
“0.00” aangeeft (afb. 10).
Zo programmeert u het in-/uitschakelen
van de oven
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk.
2. Druk op toets
, tot de functie voor het
einde van de bereidingsduur geselecteerd is en het betreffende symbool
knippert. Op het bedieningspaneel wordt
het eind van de bereidingsduur (actuele
tijd plus aangegeven gaartijd ) weergegeven - (afb. 11).
3. Druk op de toets “
” om het gewenste
einde van de bereidingsduur te selecteren.
4. 3 seconden na het instellen begint de
programmaschakelaar te lopen.
5. De oven wordt automatisch in- en weer
uitgeschakeld. Wanneer de oven wordt
uitgeschakeld, klinkt er een akoestisch
signaal.
6. Druk op een willekeurige toets om het
signaal uit te schakelen.
Indien u het programma wilt annuleren,
annuleert u eenvoudig de ingestelde
tijdsduur.
19 progress
Afb. 10
Afb. 11
20 progress
Speciale functies
Automatische uitschakeling van de oven
Wanneer de instellingen niet worden ge-
wijzigd, wordt de oven automatisch volgens
onderstaande tabel uitgeschakeld (afb. 12).
Temperatuurinstelling:Uitschakeling
oven:
250°Cna 3 uur
van 200 tot 245°Cna 5,5 uur
van 120 tot 195°Cna 8,5 uur
minder dan 120°Cna 12 uur
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld,
wordt de oven automatisch een paar minuten voor het einde van de geprogrammeerde
bereidingsduur uitgeschakeld, zodat de gerechten in de oven zonder verder energieverbruik helemaal gaar worden. Alle actuele
instellingen worden getoond tot de
bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15
minuten kunt u deze functie niet gebruiken.
Kinderblokkering voor de oven
De bedieningselementen op de oven
kunnen geblokkeerd worden, zodat de oven
niet per ongeluk door kinderen kan worden
ingeschakeld.
1. Schakel de oven uit en druk op de toets
.
2. Druk tegelijkertijd de toetsen
ongeveer 3 seconden lang in. Een akoes-
tisch signaal weerklinkt en de melding
„SAFE“ verschijnt op het display (afb. 13).
3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu
geen afzonderlijke functies en ook geen
temperatuur geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk de toetsen
ongeveer 3 seconden in. Er klinkt een akoes-
tisch signaal en de weergave „SAFE” verdwijnt. Nu kan de oven weer worden bediend.
en “” tegelijkertijd
en “”
Afb. 12
Afb. 13
Snelopwarmfunctie
Na selectie van een bereidingsfunctie en
van de temperatuur warmt de oven langzaam op tot de gewenste temperatuur is
bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten, afhankelijk van de geselecteerde functie en temperatuur.
Als de noodzakelijke temperatuur sneller
bereikt moet worden, kunt u de snelopwarmfunctie gebruiken.
1. Druk voor het inschakelen van de oven
op de toets
.
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en
temperatuur in zoals beschreven op de
voorgaande pagina’s.
3. Druk voor het kiezen van de temperatuur
op de toets “
” of “ ”. De temperatuur
wordt in het display aangegeven.
21 progress
4. Druk op toets
. In het temperatuurdis-
play verschijnt „FHU” (afb. 14).
5. Druk op toets . Het symbool “°” knip-
pert ongeveer 10 seconden lang. Nu
kunt u de temperatuur selecteren. Druk
daarvoor op de toets “
” of “ ”.
6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt
is, klinkt een korte signaaltoon en in de
temperatuurweergave verschijnt weer de
ingestelde temperatuur.
Deze functie is bij alle bereidingsfuncties
en temperaturen beschikbaar.
Demo-modus
Deze modus is bedoeld voor
speciaalzaken om de ovenfuncties te
presenteren zonder stroomverbruik, afgezien
van de binnenverlichting, het display en de
ovenventilator. Deze functie kan alleen bij
eerste aansluiting worden ingeschakeld.
Na een stroomuitval kan de demo-modus
alleen worden ingeschakeld, wanneer in het
display 12:00 en het symbool
automatisch knipperen.
1. De toets
ca. 2 seconden indrukken.
Er klinkt een kort signaal.
Afb. 14
22 progress
2. Druk de toetsen en “” tegelijkertijd
in. Er klinkt een kort signaal en op het
display verschijnt 12:00 (afb. 15).
Bij het inschakelen van de oven verschijnt
het symbool
op het display.Dat betekent
dat de demo-modus geactiveerd is.
Alle functies van de oven kunnen
geselecteerd worden.
De oven is niet echt in werking en de
verwarmingselementen worden niet
ingeschakeld.
Schakel de oven uit en ga zoals
hierboven beschreven te werk om de demomodus weer uit te schakelen.
De demo-modus blijft bij stroomuitval
in het programma opgeslagen.
Informatietoon regeltoets
U kunt de oven zodanig instellen dat er
altijd een signaal te horen is wanneer u op
een toets drukt. Deze functie kan alleen bij
een uitgeschakelde oven worden geactiveerd.
1. Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd
ongeveer 3 seconden in. Het signaal
klinkt één keer (afb. 16).
Zo deactiveert u de informatietoon regeltoets:
1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets
in, zodat de oven wordt uitgescha-
keld.
2. Drukt u de toetsen en “ ” tegelijker-
tijd ongeveer 3 seconden in. Het signaal
klinkt één keer.
Foutcodes
Het elektronische programmageheugen
voert voortdurend een systeemdiagnose uit.
Wanneer sommige parameters niet kloppen,
worden de betreffende functies
uitgeschakeld en op het display verschijnt de
bijbehorende foutcode (afb. 17).
Meer hierover vindt u in het hoofdstuk
“Het oplossen van problemen“.
Afb. 15
Afb. 16
Afb. 17
23 progress
Bak-tabellen
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Boven- en onderwarmte
GERECHT
GEBAK
Roerdeeg21702 (1 en 3)*16045-60Taartvorm
Zandtaartdeeg21702 (1 en 3)*16020-30Taartvorm
Karnemelk-kaaskoek1175216560-80Taartvorm
Appeltaart11702 (1 en 3)*16090-120Taartvorm
Strudel2180216060-80Bakplaat
Jamtaart21902 (1 en 3)*18040-45Taartvorm
Cake2170215060-70Taartvorm
Scones11702 (1 en 3)*16530-40Taartvorm
Stol11502150120-150Taartvorm
Pruimentaart1175216050-60Broodpan
Kleine taart3170216020-35Bakplaat
Biscuits21602 (1 en 3)*15020-30Bakplaat
Schuimgebak21352 (1 en 3)*15060-90Bakplaat
Met gist gebakken koekjes2200219012~20Bakplaat
Gebak: Soezendeeg2 of 32102 (1 en 3)*17025-35Bakplaat
Taartjes2180217045-70Taartvorm
BROOD EN PIZZA
Witbrood1195218560-70
Roggebrood1190118030-45Broodpan
Broodjes22002 (1 en 3)*17525-40Bakplaat
Pizza2200220020-30Bakplaat
FLANS
Pasta-flan22002 (1 en 3)*17540-50Bakvorm
Groente-flan22002 (1 en 3)*17545-60Bakvorm
Quiches1210119030-40Bakvorm
Lasagne2200220025-35Bakvorm
Cannelloni2200220025-35Bakvorm
Forel/zeebrasem21902 (1 en 3)*17540-553-4 vissen
Tonijn/zalm21902 (1 en 3)*17535-604-6 filets
NiveauNiveau
Temp.
4
3
(°C)
2
1
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke
wensen worden aangepast.
(*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen
haakjes aangegeven niveaus te plaatsen.
Hete lucht
4
3
2
1
Temp.
(°C)
Grilltijd
in minuten
OPMERKINGEN
24 progress
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.