Progress PBP5360X User Manual

Gebruiksaanwijzing
User Instructions
Inbouwoven
Built-in oven
PBP 5360
2 progress
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies....................................................... 3
Beschrijving van het apparaat .......................................................................................... 5
Bedieningspaneel ............................................................................................................. 6
Eerste installatie ............................................................................................................... 7
Functiesymbolen ............................................................................................................ 10
Gebruik van de oven ...................................................................................................... 11
Programmeren van de oven ........................................................................................... 18
Speciale functies ............................................................................................................ 20
Bak-tabellen................................................................................................................... 23
Reiniging en onderhoud ................................................................................................. 25
Het oplossen van problemen.......................................................................................... 36
Technische gegevens ..................................................................................................... 37
Instructies voor de installateur ........................................................................................ 38
Instructies voor de inbouw ............................................................................................. 39
Klantenservice................................................................................................................ 40
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies
Stap-voor-stap handleiding
)
Milieu-informatie
Dit apparaat beantwoordt aan de volgende EEG-Richtlijnen:
- 2006/95 (laagspanningsrichtlijn);
- 89/336 (EMC-richtlijn);
- 93/68 (Algemene richtlijn);
en de daarop volgende wijzigingen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A. Viale Bologna, 298 47100 FORLÌ (Italy)
3 progress
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Mocht het apparaat aan derden doorgegeven of verkocht worden, of indien u het apparaat wanneer u gaat verhuizen in uw oude woning achterlaat, dan is het van groot belang dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de aanwijzingen kan be­schikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Opstellen
· Het installeren dient te gebeuren door
deskundig personeel, met inachtneming
van de bestaande voorschriften. De af-
zonderlijke installatiewerkzaamheden
zijn beschreven in de instructies voor de
installateur.
· Laat installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, volgens de richtlijnen
waarvan hij op grond van zijn vakkennis
op de hoogte is.
· Mochten er op grond van de installatie
aanpassingen aan de stroomvoorziening
nodig zijn, dan dienen ook die door een
vakman te worden aangebracht.
· Deze oven is afhankelijk van de uitvoe-
ring gemaakt als los apparaat of als
combinatieapparaat met elektrische
plaat voor eenfaseaansluiting op 230 V.
Werking
· Deze oven is bedoeld voor het bereiden
van gerechten; gebruik hem nooit voor
andere doeleinden.
· Wees extra voorzichtig wanneer u met
de oven werkt. Door de grote hitte van
de verwarmingselementen zijn rooster
en overige onderdelen erg heet.
· Indien u - om welke reden dan ook - alu-
miniumfolie mocht gebruiken voor het
bereiden van gerechten in de oven, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
· Ga bij het reinigen van de oven voorzichtig
te werk: sproei nooit vloeistof op het vetfil-
ter (indien aanwezig), de verwarmingsele-
menten en de thermostaatsensor.
· Het is gevaarlijk, veranderingen aan te brengen aan het apparaat of aan de ei­genschappen ervan.
· Tijdens het bakken, braden en grilleren worden het venster van de oven en de overige delen van het apparaat heet. Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Wanneer u elektrische ap­paratuur aansluit op stopcontacten in de buurt van de oven, dan dient u erop te letten dat aansluitleidingen niet in aanra­king komen met hete kookzones of klem komen te zitten in de hete ovendeur.
· Gebruik altijd ovenwanten, om vuur­vaste hete schalen of pannen uit de oven te halen.
· Regelmatig schoonmaken voorkomt verslechtering van het oppervlakte­materiaal.
· Schakel voor het schoonmaken van de oven de stroom uit, of haal de stekker uit het stopcontact.
· Zorg ervoor dat de oven in de stand «UIT» staat wanneer hij niet meer wordt gebruikt.
· De vorken en het spit zijn puntig en scherp. Als u er gebruik van maakt, doe het met zorg om verwonding te voorkomen.
· Het apparaat mag niet met een stoomreiniger worden gereinigd.
· Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen krabbers. U kunt kras­sen maken op de ruiten van de deur, wat ertoe kan leiden dat de ruiten barsten.
4 progress
Veiligheid van personen
· Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten spelen.
· Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lang heet.
· Dit apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen of andere personen wiens lichamelijke, motorische of geestelijke gesteldheid of gebrek aan ervaring en kennis die daardoor het apparaat niet kunnen gebruiken zonder supervisie of instructies van een verantwoordelijk persoon om zeker te zijn van dat het apparaat veilig kan worden gebruikt.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
· De verpakkingsmaterialen zijn milieu­vriendelijk en herbruikbaar. De kunststofdelen zijn gekenmerkt, bijv. >PE>, >PS< etc. Gooi de verpakkings­materialen volgens hun markering weg bij de gemeentelijke inzamelpunten in de daarvoor bedoelde inzamelcontainers.
Oud apparaat
· Het symbool
op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden be­handeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecy­cled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevol­gen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit pro­duct, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Let op: Maak het oude apparaat on­bruikbaar voor u het weggooit, om te voorkomen dat er gevaar van kan uit­gaan.
Haal het apparaat daartoe van de stroomvoorziening en verwijder de netstekker van het apparaat.
Klantenservice
· Laat controlewerkzaamheden en/of re­paraties uitvoeren door de klanten­service van de fabrikant of door een door de fabrikant geautoriseerde klanten­service, en gebruik alleen originele reserveonderdelen.
· Probeer het apparaat bij storingen of schade niet zelf te repareren. Reparaties die door niet-deskundige personen uit­gevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Beschrijving van het apparaat
1
5 progress
2
3
4
5
7
1. Bedieningspaneel
2. Ventilatiesleuf voor afkoelventilatie
3. Grill
4. Binnenverlichting
5. Oven-ventilator
6. Draaispit opening
7. Typeplaatje
Accessoires
6
Braadslede
Vorken
Spit
RoosterBakplaat
Afneembare greep
Spithouder
Draaispit
6 progress
Bedieningspaneel
Gaar—
functies
1 2 3 4 5 6 7
Drukknoppen
1. AAN/UIT
2. Oven-functietoets
3. Snelopwarmfunctie
4. Pyrolytische reinigingsfunctie
5. Verlagingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur
Temperatuur—
indicatie
Tijds—
indicatie
Alle functies van de oven worden elektro-
nisch geregeld.
U kunt willekeurige combinaties van gaar­functies, gaartemperaturen en automatische tijdinstellingen kiezen.
Opmerking
Als de stroom uitvalt blijven de instellin­gen (klok, ingesteld of lopend programma) ongeveer 3 minuten in het programma­geheugen bewaard. Als de stroom langer uit­valt, worden alle instellingen gewist. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de cijfers in het display. De klok en de timer moe­ten in een dergelijk geval wel opnieuw wor­den ingesteld.
Eerste installatie
Verwijder al het verpakkings­materiaal binnen en buiten, voor­dat u de oven in gebruik neemt.
Wanneer de oven voor het eerst op de elektriciteit wordt aangesloten, verschijnt in het display automatisch 12:00 en het sym-
bool
de dag is ingesteld voor het eerste gebruik van de oven.
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1. Druk op de toets en, terwijl het
2. Zodra het symbool niet meer knippert,
Voor het eerste gebruik
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven opgewarmd worden zonder voed­sel. Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Druk op de toets
2. Druk tweemaal op de toets en kies
knippert.
Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van
symbool
sen “ ” of “ ” de tijd in (afb. 1).
Het pijltjessymbool van de tijd ver-
dwijnt ongeveer 5 seconden na weer-
gave van de precieze tijd.
drukt u tweemaal op de toets.
Ga vervolgens te werk als onder punt 1.
schakelen.
knippert, stelt u met de toet-
om de oven in te
7 progress
Afb. 1
de functie «Hete lucht»
3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik daarvoor de toets “
4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten lang in werking.
5. Open een raam voor de ventilatie. Doe dit opnieuw met de functie «Boven-
en onderwarmte» en «Ventilatorgrill» gedu­rende zo’n 5-10 minuten.
(afb. 2).
”.
Afb. 2
8 progress
Gedurende deze tijd kan er een onaange-
naam luchtje ontstaan. Dit is heel normaal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten.
Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig
dan de ovenruimte met een in warm zeepsop vochtig gemaakte doek. Reinig ook de roosters en bakplaten voor het eerste gebruik grondig. Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast (afb. 3).
“Aan-/Uit” - toets
Voor het instellen van gaarfuncties of an-
dere programma’s moet de oven worden in­geschakeld. Als de knop
is ingedrukt, verschijnt in het display het ovensymbool en de oververlichting wordt ingeschakeld (afb.
4).
Om te oven uit te schakelen, kunt u de
knop
. te allen tijde indrukken. Alle gaar­functies of programma’s worden beëindigd, de ovenverlichting wordt uitgeschakeld en in de tijdindicatie verschijnt alleen nog de tijd van de dag.
U kunt de oven te allen tijde uitschakelen.
Zo kiest u een bereidingsfunctie
1. Schakel de oven in door op de
toets
te drukken.
2. Druk op de toets
om de gewenste
functie te selecteren. Elke keer dat toets
wordt ingedrukt, wordt een functie-
symbool zichtbaar in het display en links van het geselecteerde functiesymbool verschijnt het bijbehorende functie­nummer (afb. 5).
3. Wanneer de vooraf ingestelde tempera-
tuur niet geschikt is, dan stelt u met de toets “
” of “ ” de temperatuur in. Het temperatuurniveau kan in stappen van 5 graden worden ingesteld.
- Met het stijgen van de temperatuur in de
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
oven begint het thermometersymbool langzaam te stijgen en geeft daarmee de daadwerkelijke oventemperatuur aan. Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt, dan weerklinkt een kort akoes­tisch signaal en het thermometer-
symbool
gaat branden.
De temperatuur en de tijd instellen
Druk de toetsen “
” en “ ” in, om de vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool “°” knippert (afb.
6). De maximale temperatuur bedraagt 250°C.
Druk de toetsen “
” en “ ” in, om de vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool knippert.
9 progress
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven overver­hit raakt (door onjuist gebruik van het appa­raat of vanwege defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheids­thermostaat die indien nodig de stroom­toevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geacti­veerd vanwege onjuist gebruik van het ap­paraat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de thermo­staat echter geactiveerd vanwege een de­fect onderdeel, neem dan contact op met de klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedieningspaneel. De ventilator wordt nadat de oven enkele minuten in werking is auto­matisch ingeschakeld. Warme lucht wordt door het paneel in de buurt van de greep van de ovendeur uitgeblazen. Nadat de oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator mogelijk nog even lopen om de bedienings­elementen te koelen. Dit is helemaal nor­maal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke tempera­tuur de oven gebruikt is. Het is moge­lijk dat de ventilator helemaal niet in­geschakeld wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is.
Afb. 6
10 progress
Functiesymbolen
1
2
3
5
6
Hete lucht - Bij deze instelling
kunt u op verschillende bakplaten braden of tegelijkertijd braden en bakken, zonder dat er smaakoverdracht plaatsvindt. Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C
Boven- en onderwarmte - De warmte komt zowel van boven als onder en wordt gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld. Vooraf ingestelde temperatuur: 200°C
Onderwarmte - De verwarming komt uitsluitend van het onderste verwarmingselement van de oven. Bij deze instelling kunt u gerechten heel goed afmaken. Vooraf inge­stelde temperatuur: 250°C
4
Ventilatorgrill - Dit is een
alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Het grillelement en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten cir­culeert. Vooraf ingestelde tempe­ratuur: 180°C
Maximumtemperatuur: 200°C.
Grill - en draaispit - Het draai-
spit kan worden gebruikt voor het grillen van vlees of Kebab en kleine stukken vlees. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C
Ontdooien - De ventilator circuleert de lucht zonder deze te verwarmen op kamertemperatuur door de ovenruimte. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
7
Pyrolitische reiniging - Met deze
functie kunt u de ovenruimte grondig schoonmaken.
Gebruik van de oven
Belangrijk! - Bekleed de oven niet met aluminiumfolie, en leg geen bak­platen e.d. op de bodem, aangezien anders het email van de oven bescha­digd raakt door de optredende warmtestuwing. Zet potten en pan­nen, hittebestendige potten en pan­nen alsmede aluminiumplaten altijd op het plateau, dat in één van de inzetniveaus is geschoven. Bij het ver­warmen van levensmiddelen komt stoom vrij net als in een ketel. Wan­neer de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, wordt er condens gevormd en ontstaan er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de wa-
terdruppels weg te vegen.
De ovendeur moet tijdens het gaarproces gesloten zijn.
Ga bij het openen van de ovendeur zorgvuldig te werk. Laat de deur niet „open vallen“, maar gebruik de deur­greep, tot de deur helemaal is geo­pend.
De oven heeft vier inzetniveaus. De plaatsen voor het plateau worden van de bodem van de oven geteld, zoals aangegeven in de afbeelding. De plateaus moeten hoe dan ook op de juiste manier worden ingezet (zie afbeelding). Zet vaatwerk en pannen niet direct op de bodem van de oven.
11 progress
4
3
2
1
12 progress
Hete lucht
De gerechten worden gegaard met hete lucht, die via een ventilator aan de achter­wand van de oven gelijkmatig in de binnen­ruimte van de oven wordt verdeeld.
De warmte komt snel en gelijkmatig in alle ovenzones terecht. Dat betekent dat u tegelijkertijd verschillende gerechten op meerdere niveaus kunt bakken, braden en stoven.
Deze gaarfunctie biedt de volgende voordelen:
- Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op tem­peratuur komt, is het over het algemeen niet nodig om de oven voor te verwarmen. Wel­licht heeft u echter toch 5-7 minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten die hogere temperaturen vereisen, zoals brood, pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd.
- Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het algemeen lagere temperaturen dan bereiding met boven- en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en braadtabel aan. Denk eraan, de tem­peraturen van uw eigen recepten voor boven­en onderwarmte met 20-25 °C te verlagen.
- Gelijkmatige warmteverdeling
bij het bakken
De oven met ventilator verwarmt alle inzetniveaus gelijkmatig. Dit betekent dat verschillende baksels met hetzelfde voedsel tegelijk in de oven bereid kunnen worden. De baksels op het bovenste niveau kunnen echter iets bruiner worden dan die op het onderste niveau.
Dit is helemaal normaal. Aroma’s en geuren worden daarbij niet van het ene op het andere gerecht overgedragen.
Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie
1. Oven inschakelen.
2. Druk daarvoor op de toets oven-func-
ties
, tot het symbool op het
display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “
de temperatuur instellen.
Boven- en onderwarmte
- De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Wan­neer u wilt dat uw baksel een bruinere bodem krijgt, moet u het op een lager ni­veau in de oven zetten. Wanneer u wilt dat uw baksel een bruinere bovenkant krijgt, moet u het op een hoger niveau in de oven zetten.
- Het materiaal en de afwerking van de bakplaten en schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Email, donker, zwaar en met teflon gecoat bakgerei bevorderen het bruinen, terwijl bakgerei van glas, glanzend alumi­nium of gepolijst edelstaal warmte reflec­teren en afremmen.
- Zet gerechten altijd in het midden van het rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
- Zet nooit gerechten, blikken of
bakgerei direct op de bodem van de oven, omdat die erg heet wordt en het
vaatwerk kan beschadigen. Als u deze instelling gebruikt komt de warmte van de bovenste en onderste verwarmings­elementen. Daarmee kunt u gerechten op één enkel niveau bereiden. Dit is bij­zonder geschikt voor gerechten, waarvan de bodem extra bruin moet worden, bijv. quiches en flans.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die
ook wat extra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook heel goed bereid worden in de conventionele oven.
Gebruik van boven- en onderwarmte
1. Oven inschakelen.
2. Functie boven-/onderwarmte kiezen; Druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot het symbool op het display
verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “
” of “
de temperatuur instellen.
13 progress
14 progress
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor
het bakken van taart- en vlaaibodems, en voor het afbakken van quiches resp. flans, om ervoor te zorgen dat de quiche- resp. taartbodem gaar is.
Grilleren
- Te grilleren gerechten moeten altijd op het rooster van de grillplaat worden ge­plaatst, om ervoor te zorgen dat de lucht optimaal kan circuleren en het gerecht niet in het afdruipende vet resp. grillsap drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zo­als bijv. vis, lever en niertjes direct op de grillplaat leggen.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het niet gaat spatten. Strijk ma­ger vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. toma­ten of paddenstoelen kunnen tijdens het grillen van vlees onder het grillrooster (di­rect op de grillplaat) worden gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau te gebrui­ken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor
het midden van de grillplaat. Door de kleine grill te gebruiken voor de bereiding van klei­nere hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “
” of “
de temperatuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grill­pan en rooster, al naargelang of het om platter of dikker grillgoed gaat. Volg ver­volgens de instructies voor het grillen op.
Ventilatorgrill
Dit is een alternatieve bereidings-
methode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Grillelement en ventilator werken samen, zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. De noodzaak om het voedsel te controleren en om te draaien is daardoor minder. Ventilatorgrill minimaliseert kookluchtjes in de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstuk-
ken, die van binnen rood moeten blijven, kunt u alle levensmiddelen met hete lucht bereiden die u normaal met boven- en onderwarmte zou bereiden. Het bereiden verloopt geleidelijker; ventilatorgrill vergt daarom iets meer tijd dan conventioneel grillen. Een van de voordelen is dat grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen worden.
1. Oven inschakelen.
2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies
15 progress
,
tot het symbool verschijnt.
3. Evt. op de toetsen “ om de temperatuurinstelling aan te pas­sen.
Maximumtemperatuur: 200 °C.
4. Kies het passende inzetniveau voor grill­pan en rooster, al naargelang of het om platter of dikker grillgoed gaat. Volg ver­volgens de instructies voor het grillen op.
Grill - en draaispit
)
Neem de volgende instructies in acht:
1. Vlees aan het draaispit rijgen en met de vorken vastzetten.
2. Spit op de houder plaatsen en het geheel in het tweede inzetniveau van onder schuiven.
3. Het uiteinde van het spit in de desbetref­fende opening van de achterwand aan­brengen.
4. De greep van het spit eraf schroeven.
5. De braadpan met ca. 1/2 l. water op het eerste inzetniveau plaatsen.
op het display
” of “ ” drukken,
16 progress
6. Voor het selecteren van de draaispit­functie druk net zo vaak op de toets
oven-functies
, tot op het display het
symbool verschijnt.
Ovendeur altijd gesloten houden.
De vorken en het spit zijn puntig en scherp. Als u er gebruik van maakt, doe het met zorg om verwonding te voorkomen.
Ontdooien
De ventilator loopt zonder warmte en laat
de lucht bij kamertemperatuur in de binnen­ruimte van de oven circuleren. Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid. De tem­peratuur in de keuken beïnvloedt echter de ontdooitijd.
Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoor­beeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg. Gebruik van de ontdooifunctie
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets
.
2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot het
symbool op het display verschijnt.
3. Het display geeft de melding “def”.
Adviezen
Bakken:
Bakgoed vraagt gewoonlijk om een ge-
middelde temperatuur (150°C-200°C). Daarom dient de oven ca. 10 minuten lang te worden voorverwarmd.
Doe de ovendeur niet open voordat drie-
kwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op
een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. Door te vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer duren.
17 progress
Worden twee bakplaten met gebak tege-
lijkertijd in de oven geschoven, dan moet tus­sen de platen een inzetniveau open worden gelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tege-
lijkertijd in de oven geschoven, dan moeten de platen na ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden verwisseld en gedraaid worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder
wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van bin­nen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben
daarentegen een lagere temperatuur (150°C­175°C) nodig. Doe bij een korte bereidings­tijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. In andere gevallen worden ze het laatste halfuur toege­voegd.
U kunt controleren of het vlees gaar is met
behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blij­ven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het
rooster de braadslede in het onderliggende inzetniveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten
staan, zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken,
kunt u een beetje water in de braadslede gie­ten. Om condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in de oven op de laagste temperatuur warm gehouden wor­den.
Voorzichtig! De oven niet met aluminiumfolie bekleden en geen kookgerei, geen braadslede of bakplaat op de bodem leggen, aangezien an­ders het email van de oven door de optredende warmtestuwing beschadigd raakt.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke ge­rechten.
Noteer de instelgegevens bij de eerste keer bereiden resp. braden, om bij bereiding van dezelfde gerechten in de toekomst erva­ring te kunnen opdoen.
U kunt de aangegeven waarden in de ta­bellen aanpassen op basis van uw eigen er­varingen.
18 progress
Programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Gebruik de toets functie te selecteren. Het overeenkom-
stige symbool bedieningspaneel verschijnt “0.00” (afb.
7).
2. Stel met de toets “ De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minu­ten. Nadat dit is ingesteld, wacht de kookwekker 3 seconden, waarna hij be­gint te lopen.
3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd hoor u een akoestisch signaal.
4. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Als de oven op dit moment werkt, wordt hij NIET uitgeschakeld. De kookwekker kan ook gebruikt worden als de oven uitgeschakeld is.
De instelling van de kookwekker wijzi­gen:
Druk op de toets
en gaan knipperen.
Nu kunt u de instelling van de kook-
wekker wijzigen. Druk daarvoor op de toets “
” of “ ”.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
Druk op toets
en gaan knipperen.
De toets “
aanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 8).
Zo programmeert u een uitschakeltijd van de oven
1. Zet gerechten in de oven, schakel de oven in, kies de gewenste functie en stel indien nodig de gewenste temperatuur in.
2. De toets “ “Bereidingsduur” te kiezen. Het bereidingsduursymbool op het display wordt “0.00” aangegeven (afb. 9).
om de kookwekker-
knippert en op het
” de gewenste tijd in.
, tot de symbolen
, tot de symbolen
” indrukken om de tijds-
indrukken, om de functie
knippert en
Afb. 7
Afb. 8
Afb. 9
3. Terwijl het symbool knippert, met de toets “
” de gewenste tijd instellen. De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. De programmeerfunctie wacht 3 secon­den, waarna hij begint te lopen.
4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd wordt de oven automatisch uitgescha­keld. Er weerklinkt een akoestisch signaal en op het bedieningspaneel verschijnt “0.00”.
5. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op de toets
, tot het symbool
knippert.
2. Druk op de toets “
” om de tijds­aanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 10).
Zo programmeert u het in-/uitschakelen van de oven
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschre­ven in het betreffende hoofdstuk.
2. Druk op toets
, tot de functie voor het
einde van de bereidingsduur gese­lecteerd is en het betreffende symbool knippert. Op het bedieningspaneel wordt het eind van de bereidingsduur (actuele tijd plus aangegeven gaartijd ) weergege­ven - (afb. 11).
3. Druk op de toets “
” om het gewenste einde van de bereidingsduur te selecte­ren.
4. 3 seconden na het instellen begint de programmaschakelaar te lopen.
5. De oven wordt automatisch in- en weer uitgeschakeld. Wanneer de oven wordt uitgeschakeld, klinkt er een akoestisch signaal.
6. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen.
Indien u het programma wilt annuleren, annuleert u eenvoudig de ingestelde tijdsduur.
19 progress
Afb. 10
Afb. 11
20 progress
Speciale functies
Automatische uitschakeling van de oven
Wanneer de instellingen niet worden ge-
wijzigd, wordt de oven automatisch volgens onderstaande tabel uitgeschakeld (afb. 12).
Temperatuurinstelling: Uitschakeling
oven: 250°C na 3 uur van 200 tot 245°C na 5,5 uur van 120 tot 195°C na 8,5 uur minder dan 120°C na 12 uur
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld, wordt de oven automatisch een paar minu­ten voor het einde van de geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld, zodat de ge­rechten in de oven zonder verder energie­verbruik helemaal gaar worden. Alle actuele instellingen worden getoond tot de bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten kunt u deze functie niet gebruiken.
Kinderblokkering voor de oven
De bedieningselementen op de oven kunnen geblokkeerd worden, zodat de oven niet per ongeluk door kinderen kan worden ingeschakeld.
1. Schakel de oven uit en druk op de toets
.
2. Druk tegelijkertijd de toetsen
ongeveer 3 seconden lang in. Een akoes-
tisch signaal weerklinkt en de melding
„SAFE“ verschijnt op het display (afb. 13).
3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu
geen afzonderlijke functies en ook geen
temperatuur geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk de toetsen ongeveer 3 seconden in. Er klinkt een akoes-
tisch signaal en de weergave „SAFE” ver­dwijnt. Nu kan de oven weer worden be­diend.
en “ ” tegelijkertijd
en “
Afb. 12
Afb. 13
Snelopwarmfunctie
Na selectie van een bereidingsfunctie en van de temperatuur warmt de oven lang­zaam op tot de gewenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten, afhanke­lijk van de geselecteerde functie en tempera­tuur.
Als de noodzakelijke temperatuur sneller bereikt moet worden, kunt u de snelopwarm­functie gebruiken.
1. Druk voor het inschakelen van de oven
op de toets
.
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en
temperatuur in zoals beschreven op de
voorgaande pagina’s.
3. Druk voor het kiezen van de temperatuur
op de toets “
” of “ ”. De temperatuur
wordt in het display aangegeven.
21 progress
4. Druk op toets
. In het temperatuurdis-
play verschijnt „FHU” (afb. 14).
5. Druk op toets . Het symbool “°” knip-
pert ongeveer 10 seconden lang. Nu
kunt u de temperatuur selecteren. Druk
daarvoor op de toets “
” of “ ”.
6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt
is, klinkt een korte signaaltoon en in de
temperatuurweergave verschijnt weer de
ingestelde temperatuur.
Deze functie is bij alle bereidingsfuncties en temperaturen beschikbaar.
Demo-modus
Deze modus is bedoeld voor speciaalzaken om de ovenfuncties te presenteren zonder stroomverbruik, afgezien van de binnenverlichting, het display en de ovenventilator. Deze functie kan alleen bij eerste aansluiting worden ingeschakeld.
Na een stroomuitval kan de demo-modus alleen worden ingeschakeld, wanneer in het
display 12:00 en het symbool automatisch knipperen.
1. De toets
ca. 2 seconden indrukken.
Er klinkt een kort signaal.
Afb. 14
22 progress
2. Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd
in. Er klinkt een kort signaal en op het
display verschijnt 12:00 (afb. 15).
Bij het inschakelen van de oven verschijnt het symbool
op het display.Dat betekent
dat de demo-modus geactiveerd is.
Alle functies van de oven kunnen geselecteerd worden.
De oven is niet echt in werking en de verwarmingselementen worden niet ingeschakeld.
Schakel de oven uit en ga zoals hierboven beschreven te werk om de demo­modus weer uit te schakelen.
De demo-modus blijft bij stroomuitval in het programma opgeslagen.
Informatietoon regeltoets
U kunt de oven zodanig instellen dat er altijd een signaal te horen is wanneer u op een toets drukt. Deze functie kan alleen bij een uitgeschakelde oven worden geacti­veerd.
1. Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd
ongeveer 3 seconden in. Het signaal
klinkt één keer (afb. 16).
Zo deactiveert u de informatietoon regel­toets:
1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets
in, zodat de oven wordt uitgescha-
keld.
2. Drukt u de toetsen en “ ” tegelijker-
tijd ongeveer 3 seconden in. Het signaal
klinkt één keer.
Foutcodes
Het elektronische programmageheugen voert voortdurend een systeemdiagnose uit. Wanneer sommige parameters niet kloppen, worden de betreffende functies uitgeschakeld en op het display verschijnt de bijbehorende foutcode (afb. 17).
Meer hierover vindt u in het hoofdstuk “Het oplossen van problemen“.
Afb. 15
Afb. 16
Afb. 17
23 progress
Bak-tabellen
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Boven- en onderwarmte
GERECHT
GEBAK
Roerdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 45-60 Taartvorm Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 20-30 Taartvorm Karnemelk-kaaskoek 1 175 2 165 60-80 Taartvorm Appeltaart 1 170 2 (1 en 3)* 160 90-120 Taartvorm Strudel 2 180 2 160 60-80 Bakplaat Jamtaart 2 190 2 (1 en 3)* 180 40-45 Taartvorm Cake 2 170 2 150 60-70 Taartvorm Scones 1 170 2 (1 en 3)* 165 30-40 Taartvorm Stol 1 150 2 150 120-150 Taartvorm Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 Broodpan Kleine taart 3 170 2 160 20-35 Bakplaat Biscuits 2 160 2 (1 en 3)* 150 20-30 Bakplaat Schuimgebak 2 135 2 (1 en 3)* 150 60-90 Bakplaat Met gist gebakken koekjes 2 200 2 190 12~20 Bakplaat Gebak: Soezendeeg 2 of 3 210 2 (1 en 3)* 170 25-35 Bakplaat Taartjes 2 180 2 170 45-70 Taartvorm
BROOD EN PIZZA
Witbrood 1 195 2 185 60-70 Roggebrood 1 190 1 180 30-45 Broodpan Broodjes 2 200 2 (1 en 3)* 175 25-40 Bakplaat Pizza 2 200 2 200 20-30 Bakplaat
FLANS
Pasta-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 40-50 Bakvorm Groente-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 45-60 Bakvorm Quiches 1 210 1 190 30-40 Bakvorm Lasagne 2 200 2 200 25-35 Bakvorm Cannelloni 2 200 2 200 25-35 Bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Rooster Varken 2 180 2 175 100-130 Rooster Kalf 2 190 2 175 90-120 Rooster Engelse rosbief
rood 2 210 2 200 50-60 Rooster rosé 2 210 2 200 60-70 Rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Rooster Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 met zwoerd Varkenspoot 2 180 2 160 100-120 s stuks Lamsvlees 2 190 2 175 110-130 Bout Kip 2 190 2 200 70-85 Heel Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel Eend 2 175 2 220 120-150 Compleet Gans 2 175 1 160 150-200 Compleet Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken Fazant 2 190 2 175 90-120 Compleet Gebraden gehakt 2 180 2 170 totaal.. 150 Broodpan
VIS
Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3)* 175 40-55 3-4 vissen Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3)* 175 35-60 4-6 filets
Niveau Niveau
Temp.
4 3
(°C)
2 1
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. (*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen haakjes aangegeven niveaus te plaatsen.
Hete lucht
4 3 2 1
Temp.
(°C)
Grilltijd
in minuten
OPMERKINGEN
24 progress
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Grilleren
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
GERECHT
Hoeveelheid
Stuks
gr.
Niveau
Grilleren
4 3
Temp. (°C)
2 1
Filetsteaks 4 800 3 250 12~15 12~14 Biefstuk 4 600 3 250 10~12 6~8 Grillworst 8 / 3 250 12~15 10~12 Varkenskotelet 4 600 3 250 12~16 12~14 Haantje (in 2 helften) 2 1000 3 250 30~35 25~30 Spiezen 4 / 3 250 10~15 10~12 Kippenborst 4 400 3 250 12~15 12~14 Hamburger* 6 600 2 250 20-30
*5’00'’ voorverwarmen
Visfilet 4 400 3 250 12~14 10~12 Belegd toastbrood 4~6 / 3 250 5~7 / Sneeën witbrood 4~6 / 3 250 2~4 2~3
Ventilatorgrill
Bij het ventilatorgrill stelt u een maximale temperatuur in van 200°C.
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
GERECHT
Hoeveelheid
Stuks
Grillen met hete lucht
Niveau
gr.
4 3 2 1
Temp.(°C)
Rollade (kalkoen) 1 1000 3 200 30~40 20~30 Kip (in helften) 2 1000 3 200 25~30 20~30 Kippenpoot 6 - 3 200 15~20 15~18 Kwartel 4 500 3 200 25~30 20~25 Groentegratin - - 3 200 20~25 ­St. Jacobsschelpen - - 3 200 15~20 ­Makreel 2-4 - 3 200 15~20 10~15 Vis moten 4-6 800 3 200 12~15 8~10
Grill - en draaispit
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Niveau
GERECHT
Hoeveelheid
(gram.)
4
Temp.
3 2 1
°C
Bereidingstijd
(minuten)
Gevogelte 1000 2 250 50/60 Braden 800 2 250 50/60
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
Loading...
+ 56 hidden pages