Progress PBN3320X User Manual

Gebruiksaanwijzing
User Instructions
Inbouwoven
Built-in oven
PBN 3320
2 progress
Inhoudsopgave
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie ....................................................... 3
Beschrijving van het apparaat .......................................................................................... 5
Bediening ......................................................................................................................... 6
Voordat u het apparaat in gebruik neemt.......................................................................... 7
Elektronisch programmeren ............................................................................................. 8
Gebruik van de oven ...................................................................................................... 13
Baktabellen .................................................................................................................... 17
Reiniging en onderhoud ................................................................................................. 19
Het oplossen van problemen.......................................................................................... 24
Technische gegevens ..................................................................................................... 25
Instructies voor de installateur ........................................................................................ 26
Instructies voor de inbouw ............................................................................................. 27
Klantenservice................................................................................................................ 28
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies
Stap-voor-stap-handleiding
)
Milieu-informatie
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
- 2006/95(Laagspanningsrichtlijn);
- 89/336 (EMC Richtlijn);
- 93/68 (algemene richtlijn);
en daaropvolgende wijzigingen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A. Viale Bologna, 298 47100 FORLÌ (Italy)
3 progress
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Installatie
· De installatie moet verricht worden door
vakkundig personeel, met inachtneming
van de geldende voorschriften. De afzon-
derlijke installatiewerkzaamheden zijn be-
schreven in de instructies voor de
installateur.
· Laat de installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, overeenkomstig de
hem, dankzij zijn vakkennis bekende
richtlijnen.
· Ook eventuele voor de installatie noodza-
kelijke wijzigingen aan de elektriciteits-
voorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
· Deze oven is geschikt voor gebruik als
afzonderlijk apparaat of in combinatie
met een elektrische kookplaat, voor aan-
sluiting aan enkelfase 230 V.
Werking
· Deze oven is ontworpen voor de berei-
ding van gerechten; gebruik hem nooit
voor andere doeleinden.
· Tijdens de werking van de oven extra
voorzichtig zijn. Door de grote hitte van
de verwarmingselementen zijn de roos-
ters en andere delen erg heet.
· Indien u - om welke reden dan ook - alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat dit
dan nooit in direct contact komen met de
bodem van de oven.
· Ga bij het reinigen van de oven voorzich-
tig te werk: sproei nooit vloeistof op het
vetfilter (indien aanwezig), de
verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
· Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook aan te brengen aan het appa­raat of aan de kenmerken ervan.
· Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden de ovendeur en de andere on­derdelen van het apparaat erg heet, Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Indien er elektrische appa­raten worden aangesloten op stopcon­tacten in de buurt van de oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanra­king komen met hete oppervlakken of vastgeklemd raken tussen de ovendeur.
· Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete schotels of schalen uit de oven te halen.
· Een regelmatige reiniging voorkomt de achteruitgang van het oppervlakte­materiaal van de oven.
· Schakel voordat u de oven gaat reinigen de stroom uit of haal de stekker uit het stopcontact.
· Verzeker u ervan dat de oven in de stand «UIT» staat, als de oven niet meer ge­bruikt wordt.
· Het apparaat mag niet worden gereinigd met een stoomreiniger.
· Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers. U kunt daarmee krassen op de deur veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van het glas.
Veiligheid
· Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten spelen.
4 progress
· Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet.
· Dit apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen of andere personen wiens lichamelijke, motorische of geestelijke gesteldheid of gebrek aan ervaring en kennis die daardoor het apparaat niet kunnen gebruiken zonder supervisie of instructies van een verantwoordelijk persoon om zeker te zijn van dat het apparaat veilig kan worden gebruikt.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
· De verpakking bestaat uit milieu­vriendelijke materialen die geschikt zijn voor hergebruik. De onderdelen van kunststof zijn voorzien van de volgende merktekens, bijv. >PE>, >PS< enz. Gooi de verpakkingsmaterialen weg in over­eenstemming met hun kenmerken bij de gemeentelijke afvaldienst in de daarvoor bedoelde containers.
Oude apparaten
· Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behan­deld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwij­derd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetail­leerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt ge­kocht.
Let op: Opdat een afgedankt appa­raat geen gevaar meer oplevert, moet het voordat het als afval wordt ver­werkt, onbruikbaar gemaakt worden.
Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder de hoofdkabel van het apparaat.
Klantenservice
· Laat controlewerkzaamheden of repara­ties uitvoeren door de klantenservice van de fabrikant of door een door de fabrikant geautoriseerde klantenservice en gebruik alleen originele onderdelen.
· Probeer nooit zelf storingen van of be­schadigingen aan het apparaat te repare­ren. Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Beschrijving van het apparaat
5 progress
6
1
10
11
1. Bedieningspaneel
2. Functieknop
3. Elektronisch programmeren
4. Temperatuurregelknop
5. Bedrijfscontrolelampje
6. Temperatuurregelknop -
Controlelampje
4
3
52
7
8
9
7. Luchtspleten voor ventilator
8. Grill
9. Ovenverlichting
10. Ovenventilator
11. Typeplaatje
Accessoires
Bakplaat
Rooster
Braadslede
6 progress
Bediening
Verzonken knoppen
Deze modellen zijn voorzien van verzonken knoppen. Deze knoppen werken op het systeem van indrukken-uittrekken. Ze kunnen helemaal in het paneel verdwijnen als de oven buiten gebruik is.
Bedieningsknop
Door aan de thermostaatknop te draaien kan de meest geschikte temperatuur gekozen worden en door aan de keuzeknop te draaien kan het meest geschikte verwarmings­systeem gekozen worden:
0 Oven uitgeschakeld
Hete lucht
Boven- en onderwarmte
Onderwarmte
Ventilatorgrill
Grill
Ontdooien
Bedrijfscontrolelampje
Het bedrijfscontrolelampje gaat branden als de functieknop wordt ingesteld.
Temperatuurregelknop - Controlelampje
Dit controlelampje gaat branden als er aan de temperatuurregelknop gedraaid wordt. Het lampje blijft branden tot de ge­wenste temperatuur bereikt is. Daarna gaat het knipperen om aan te geven dat de tem­peratuur in stand wordt gehouden.
Veiligheidsthermostaat
Om gevaarlijke oververhitting te voorko­men (door ondeskundig gebruik van het ap­paraat of defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat, die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven auto­matisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geacti­veerd vanwege onjuist gebruik van het appa­raat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) al-
leen de fout te verhelpen. Wordt de thermo­staat daarentegen geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met onze klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedieningspaneel af. De ventilator wordt na­dat de oven enkele minuten in werking is au­tomatisch ingeschakeld. Warme lucht wordt door de afscherming in de buurt van de deur­greep van de oven naar buiten afgevoerd. Als de oven wordt uitgeschakeld kan de ventila­tor nog enige tijd draaien om de bedienings­elementen af te koelen. Dit is helemaal nor­maal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingescha­keld wordt op lagere temperatuur­instellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is.
Voordat u de oven voor het eerst in gebruik neemt
7 progress
Verwijder al het verpakkings- materiaal, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant van de oven, voordat u de oven in gebruik neemt.
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven één keer opgewarmd worden zonder dat u er gerechten in geplaatst heeft.
Gedurende deze tijd kan er een onaan­genaam luchtje ontstaan. Dit is helemaal normaal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten.
De oven functioneert alleen als u de klok hebt ingesteld.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventi­leerd is.
1. Stel het tijdstip van de dag in met
)
de optie elektronisch programme­ren (zie hoofdstuk “Elektronisch programmeren”).
2. Draai de functieknop op hete lucht .
3. Draai de thermostaatknop naar
250°C.
4. Zet een raam open voor de ventila-
tie.
5. Laat de lege oven ongeveer 45 mi-
nuten werken.
Herhaal deze procedure voor de functie boven- en onderwarmte
ventilatorgrill gedurende ongeveer 5-10 minuten.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak een doek vochtig met warm water en wat mild reinigingsmiddel en maak daarmee de binnenkant van de oven schoon.
Maak, voordat u de oven voor het eerst gebruikt, ook alle accessoires grondig schoon.
Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast.
en voor de functie
8 progress
Elektronisch programmeren
4
5 6
7
8
123
De oven werkt pas nadat de klok is ingesteld.
De oven kan echter ook zonder enige programmering bediend worden.
Als de stroom uitvalt worden alle in­stellingen (klok, programma-instelling of lopend programma) gewist. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knip­peren de cijfers in het display. De klok en de timer moeten in een dergelijk geval wel opnieuw worden ingesteld.
Om het juiste tijdstip van de dag in te stel-
len
Wanneer de stroomtoevoer wordt inge­schakeld, of nadat de stroom is uitgevallen, knippert het controlelampje “Klok” display.
Om de klok in te stellen:
1. Druk op toets “
2. Wacht daarna 5 seconden: het controle-
lampje “Klok”
display verschijnt de ingestelde tijd. Het
apparaat is klaar voor gebruik.
Om het juiste tijdstip van de dag opnieuw in te stellen:
1. Druk nogmaals op toets
tie “Klok” te kiezen. Het overeenkomstige
controlelampje gaat knipperen. Ga dan
verder zoals hierboven is beschreven.
” of “ ”.
gaat uit en op het
op het
om de func-
1. Functiekeuzetoets
2. Toets “
3. Toets “ ”
4. Controlelampje
5. Controlelampje “Bereidingstijd”
6. Controlelampje “Einde bereidingstijd”
7. Controlelampje “Timer”
8. Controlelampje “Klok”
Het tijdstip van de dag kan alleen op-
nieuw worden ingesteld als er geen auto-
matische functie (bereidingstijd of
einde bereidingstijd
) ingesteld is.
Bereidingstijd
Met deze functie wordt de oven automa­tisch uitgeschakeld als de geprogrammeerde bereidingstijd afgelopen is. Zet het gerecht in de oven, kies een bereidingsfunctie en stel de bereidingstemperatuur in. Druk nogmaals
op de toets
om de functie “Bereidings-
tijd” te kiezen. Het overeenkomstige controlelampje gaat knipperen.
Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u de bereidingstijd in:
1. Druk op toets “
” of “ ”.
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “Be-
reidingstijd”
gaat branden en op het display verschijnt weer het tijdstip van de dag.
3. Als de geprogrammeerde bereidingstijd is verstreken, wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Er klinkt een geluids­signaal en het controlelampje knippert. Draai de functieknop van de oven en de thermostaatknop op nul. Om het geluidsalarm uit te schakelen een willekeurige toets indrukken. OPMERKING: Door het uitschakelen van het geluidssignaal wordt de oven weer op handmatige bediening gezet. Als de functieknop en de thermostaat­knoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven weer gaan opwarmen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk nogmaals op de toets
om de
functie “Bereidingstijd” te kiezen. Het overeenkomstige controlelampje gaat knipperen en op het display ver­schijnt de resterende bereidingstijd.
2. Druk op toets “ ” tot “0:00” op het display verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display verschij­nen.
9 progress
10 progress
Einde bereidingstijd
Met deze functie kunt u de oven zodanig
instellen dat deze automatisch uitgeschakeld wordt als de geprogrammeerde bereidings­tijd afgelopen is. Zet het gerecht in de oven, kies een bereidingsfunctie en stel de bereidingstemperatuur in. Druk nogmaals op de toets bereidingstijd” te kiezen. Het overeenkom­stige controlelampje
om de functie “Einde
gaat knipperen.
Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u het einde van de bereidingstijd in:
1. Druk op toets “
” of “ ”.
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling hebt uitgevoerd: het controlelampje “Einde bereidingstijd”
gaat branden en op het display verschijnt weer het tijd­stip van de dag.
3. Als de geprogrammeerde bereidingstijd is verstreken, wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Er klinkt een geluids­signaal en het controlelampje knippert. Draai de functieknop van de oven en de thermostaatknop op nul. Om het geluidsalarm uit te schakelen een willekeurige toets indrukken.
OPMERKING: Door het uitschakelen van het geluidssignaal wordt de oven weer op handmatige bediening gezet. Als de functieknop en de thermostaat­knoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven weer gaan opwarmen.
Zo annuleert u het geprogrammeerde einde van de bereidingstijd:
1. Druk nogmaals op de toets
om de
functie “Einde bereidingstijd” te kiezen. Het overeenkomstige controlelampje gaat
knipperen en op het display verschijnt het geprogrammeerde Einde bereidingstijd.
2. Druk op toets “ ”, tot op het display het tijdstip van de dag verschijnt. Er klinkt een geluidssignaal en het controlelampje gaat uit.
Combinatie van “Bereidingstijd”
en
“Einde bereidingstijd”
De functies “Bereidingstijd” en “Einde
bereidingstijd” kunnen tegelijk gebruikt wor­den om de oven automatisch in te schakelen en later uit te schakelen.
1. Stel met behulp van de functie “Bereidingstijd”
(stel de bereidings­tijd in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk) de tijdsduur in. Druk vervol­gens op toets
: op het display ver-
schijnt de geprogrammeerde instelling.
2. Stel met behulp van de functie “Einde bereidingstijd”
(stel het Einde bereidingstijd in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk) het tijdstip van het einde van de bereiding in. Het overeenkomstige controlelampje gaat branden en op het display verschijnt het tijdstip van de dag. De oven zal in- en uitgeschakeld worden volgens de inge­stelde programma’s.
11 progress
Timer
Het timersignaal klinkt aan het einde van
een ingestelde tijdsduur; de oven blijft echter ingeschakeld, als hij op dat moment in ge­bruik is.
Zo stelt u de timer in:
1. Druk nogmaals op toets om de func-
tie “Timer” te kiezen. Het overeenkom­stige controlelampje gaat knipperen.
2. Druk vervolgens op toets “ ” of “ (maximaal: 2 uur, 30 minuten).
3. Wacht 5 seconden nadat u de instelling hebt uitgevoerd. Het controlelampje van de “Timer”
gaat branden.
4. Als de ingestelde tijdsduur is afgelopen begint het controlelampje te knipperen en klinkt er een geluidssignaal. Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal uit te schakelen.
12 progress
Zo schakelt u de timer uit:
1. Druk nogmaals op de toets
om de functie “Timer” te kiezen. Het overeen­komstige controlelampje
gaat knippe­ren en op het display verschijnt de reste­rende tijd.
2. Druk op toets “
”, tot “0:00” op het display verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display verschij­nen.
Zo schakelt u het display uit:
1. Druk tegelijkertijd op twee programmeer-
knoppen en houd ze ong. 5 seconden in­gedrukt. Het display wordt uitgescha­keld.
2. Om het display in te schakelen, drukt u op een willekeurige toets.
Het display kan alleen uitgeschakeld worden als er geen andere functies zijn ingesteld.
Gebruik van de oven
Belangrijk! - Leg geen aluminiumfo­lie in de oven en plaats geen bakblik enz. op de bodem, aangezien de daardoor veroorzaakte hitte­concentratie het emaille van de oven beschadigt. Zet pannen en schalen, hittebestendige pannen en schalen of aluminium bakplaten altijd op het rooster, dat in de geleiders is gescho­ven. Wanneer levensmiddelen ver­warmd worden ontstaat stoom, net als in een ketel. Wanneer de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, wordt er condens ge­vormd en ontstaan er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de wa-
terdruppels weg te vegen.
De ovendeur moet tijdens de be­reiding gesloten zijn.
Wees voorzichtig bij het openen van de ovendeur. Laat hem niet “open vallen”, maar ondersteun de deur met de handgreep totdat hij helemaal open is.
De oven heeft vier inzetniveaus. De plaatsen voor de roosters worden van de bodem van de oven geteld, zoals aangegeven in de afbeelding. De roosters moeten absoluut goed op hun plaats worden gezet (zie afbeel­ding). Zet geen serviesgoed of schalen rechtstreeks op de bodem van de oven.
13 progress
4
3
2
1
14 progress
Boven- en onderwarmte
1. Draai de knop op de gewenste functie .
2. Zet de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
- De warmte wordt het best verdeeld op
het middelste inzetniveau. Als de onder­kant van het gerecht een bruiner korstje moet krijgen, zet u het op een lager inzetniveau. Als de bovenkant een brui­ner korstje moet krijgen, zet u het ge­recht op een hoger inzetniveau.
- Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Geëmailleerde, donkere, zware of vormen of keuken­gereedschappen zonder beschermlaag maken een sterkere bruining van de on­derkant mogelijk, terwijl vormen van glas of glanzend aluminium of gepolijste sta­len bakplaten de hitte reflecteren en daardoor slechts een geringe bruiner­ende werking op de onderkant toestaan.
- Zet de gerechten altijd in het midden van
het rooster, om een gelijkmatige bruining te bevorderen.
- Zet de gerechten op bakplaten van ge-
schikte afmetingen, zodat vloeistof niet op de bodem van de oven kan lekken. Zo bespaart u zichzelf schoonmaak­werkzaamheden.
- Zet gerechten, potten of bakblikken
nooit rechtstreeks op de bodem van de oven, deze wordt namelijk erg heet en dan kunnen er beschadigingen ont­staan. Bij deze instelling komt de warmte van zowel de bovenste als de onderste verwarmingselementen. Daarom heeft u slechts een inzetniveau nodig voor de bereiding. Deze instelling is met name geschikt voor gerechten, die aan de on­derkant extra gebruind moeten worden zoals quiches en pasteien.
Gratins, lasagna en andere gerechten die vooral aan de bovenkant gebruind moe­ten worden, kunnen ook heel goed met deze instelling bereid worden.
Onderwarmte
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Zet de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
Deze functie is met name geschikt voor het blindbakken van deeg. Deze functie kan ook gebruikt worden voor quiches of pas­teien, omdat het deeg van de bodem gega­randeerd goed gebakken wordt.
Het controlelampje van de thermo­staat blijft branden tot de juiste tem­peratuur bereikt is. Daarna gaat het knipperen om aan te geven dat de temperatuur in stand wordt gehou­den.
Hete lucht
1. Draai de functieknop van de oven op
.
2. Zet de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
- Het voedsel wordt bereid met behulp
van voorverwarmde lucht die gelijkmatig
door een ventilator in de oven wordt
rond geblazen.
- De warmte wordt snel bereikt en gelijk-
matig over alle ovenzones verdeeld. Dat
betekent dat u gelijktijdig verschillende
soorten gerechten kunt bakken, braden
en stomen. Bereiden met hetelucht ga-
randeert een snelle verwijdering van
vocht; de drogere omgeving van de
oven voorkomt dat de verschillende aro-
ma’s en smaken van het ene gerecht
naar het andere worden overgebracht.
- De mogelijkheid om gerechten op ver-
schillende inzetniveaus te bereiden bete-
kent dat u verschillende gerechten tege-
lijkertijd kunt bereiden; tot maximaal drie
bakplaten koekjes en minipizza’s, om
meteen op te eten of om ze vervolgens
in te vriezen.
- Natuurlijk kan de oven ook gebruikt wor-
den voor bereidingen op één niveau.
Daarbij kunt u het best de laagste ni-
veaus gebruiken, dan kunt u de voort-
gang makkelijker in de gaten houden.
15 progress
- Bovendien is de oven met name ge­schikt voor het steriliseren van jam en ei­gen vruchten op siroop en om padden­stoelen en fruit te drogen.
Grillen
- De meeste levensmiddelen kunnen het beste op het rooster in de grillpan ge­legd worden, hierdoor is een maximale luchtcirculatie mogelijk en ligt het voed­sel niet in zijn eigen vet of vocht. Vis, lever en niertjes kunnen, indien nodig, ook rechtstreeks in de grillpan gelegd worden.
- Het is het beste als de levensmiddelen, voordat ze gegrild worden, droog zijn, daarmee voorkomt u spatten. Strijk ma­ger vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de ge­rechten tijdens de bereiding mals blij­ven.
- Groenten als bijgerecht, zoals bijvoor­beeld tomaten en paddenstoelen, kun­nen tijdens het grillen van het vlees on­der het rooster gelegd worden.
- Brood moet op het bovenste inzet­niveau geroosterd worden.
- Het te grillen gerecht moet zo nu en dan omgekeerd worden.
Ventilatorgrill
Stel voor de ventilatorgrill een maximale temperatuur van 200°C in.
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Zet de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
Dit is een alternatieve bereidingsmetho­de voor gerechten die anders met de norma­le grill bereid worden. Het grill-element en de ventilator werken afwisselend, daardoor wordt de hete lucht in de oven gecirculeerd.
Ontdooien
De ovenventilator werkt zonder warmte en laat de lucht in de oven op kamertempe­ratuur circuleren.
Controleer of de thermostaatknop op de stand UIT staat.
Gebruik van de grill
Via de grill komt de directe warmte snel tot in het midden van het bereik van de grill­pan. Met de grill kunt u heel goed kleinere hoeveelheden grillen. Op die manier kunt u ook energie besparen.
1. Draai de functieknop van de oven op
.
2. Zet de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
3. Kies het geschikte inzetniveau voor het
rooster en de grillpan, afhankelijk van de
dikte van het voedsel dat u wilt grillen.
Volg daarna de aanwijzingen voor het
grillen op.
Het grill-element werkt via de thermo­staat. Tijdens het grillen wordt de grill met regelmatige tussenpozen in- en uitgescha­keld, om oververhitting te voorkomen.
16 progress
Aanwijzingen en Tips
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gemiddelde temperatuur (150°C-200°C). Daarom moet de oven gedurende ong. 10 minuten voorverwarmd worden.
Doe de ovendeur niet open voordat 3/4 van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot 2/3 van de baktijd. Ver­volgens kunt u het garneren en afbakken. Deze extra baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid van de garnering. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. De baktijd zou door te vloeibaar deeg onnodig langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak tege­lijkertijd in de oven worden geplaatst, moet er tussen de blikken één niveau worden vrij­gelaten.
Als er twee bakblikken met gebak tege­lijkertijd in de oven worden geplaatst, moe­ten deze na ongeveer 2/3 van de baktijd worden omgewisseld en omgedraaid.
Braden:
Braad geen stukken die minder wegen dan 1 kg. Kleiner
e stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebra­den.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig, voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan de braadslede op het onderste niveau zodat de sappen worden opgevan­gen.
Het braadstuk minstens 15 minuten la­ten staan, voordat u het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beper­ken, kunt u een beetje water in de braads­lede gieten. Om condensvorming te voorko­men, een paar keer water toevoegen. Bor­den kunnen tot zij geserveerd worden in de oven op de laagste temperatuur warm ge­houden worden.
Voorzichtig! Leg geen aluminiumfolie of
kookgerei in de oven en zet de braadslee of het bakblik niet op de bodem van de oven, anders kan het emaille van de oven door de oplopende hitte beschadigd worden.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke ge­rechten.
Noteer de instellingen van uw eerste bereidingsexperimenten, om ervaring op te doen als u deze gerechten later nog eens wilt bereiden.
Op basis van uw eigen ervaringen kunt u de aangegeven waarden individueel aan­passen.
17 progress
Baktabellen
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Boven- en onderwarmte
GERECHT
GEBAK
Schuimtaart 2 170 2 (1en3)* 160 45-60 in cakevorm Zandkoekdeeg 2 170 2 (1en3)* 160 20-30 in cakevorm Karnemelk-kwarktaart 1 175 2 165 60-80 in cakevorm Appeltaart 1 170 2 (1en3)* 160 90-120 in cakevorm Strudel 2 180 2 160 60-80 op bakblik Jamtaart 2 190 2 (1en3)* 180 40-45 in cakevorm Cake 2 170 2 150 60-70 in cakevorm Biskuitgebak 1 170 2 (1en3)* 165 30-40 in cakevorm Kerststol 1 150 2 150 120-150 in cakevorm Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 In broodvorm Kleine cake 3 170 2 160 20-35 Op bakplaat Koekjes 2 160 2(1en3)* 150 20-30 Op bakplaat Schuimpjes 2 135 2(1en3)* 150 60-90 Op bakplaat Koffiebroodjes 2 200 2 190 12~20 Op bakplaat Soesjes 2 of 3 210 2 (1en3)* 170 25-35 op bakblik Taartjes 2 180 2 170 45-70 in cakevorm
BROOD EN PIZZA
Wit brood 1 195 2 185 60-70 Roggebrood 1 190 1 180 30-45 In broodvorm Broodjes 2 200 2(1en3)* 175 25-40 Op bakblik Pizza 2 200 2 200 20-30 op bakblik
OVENSCHOTELS
Hartige taart 2 200 2 (1en3)* 175 40-50 bakvorm Groentetaart 2 200 2 (1en3)* 175 45-60 bakvorm Quiche 1 210 1 190 30-40 bakvorm Lasagne 2 200 2 200 25-35 bakvorm Cannelloni 2 200 2 200 25-35 bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Op rooster Varken 2 180 2 175 100-130 Op rooster Kalf 2 190 2 175 90-120 Op rooster Rosbief
rood 2 210 2 200 50-60 Op rooster medium 2 210 2 200 60-70 Op rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Op rooster Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 Met zwoerd Varkensschenkel 2 180 2 160 100-120 2 stuks Lam 2 190 2 175 110-130 Bout Kip 2 190 2 200 70-85 Heel Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel Eend 2 175 2 220 120-150 heel Gans 2 175 1 160 150-200 heel Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken Fazant 2 190 2 175 90-120 heel Gehakt 2 180 2 170 samen150 broodvorm
VIS
Forel/Zeebrasem 2 190 2(1en3)* 175 40-55 3-4 vissen Tonijn/Zalm 2 190 2(1en3)* 175 35-60 4-6 filets
Niveau Niveau
Temp.
4 3
(°C)
2 1
De aangegeven temperaturen zijn richtgetallen. Eventueel moeten de temperaturen aangepast worden aan persoonlijke wensen. (*)
Indien u gelijktijdig meer dan een gerecht wilt bereiden, adviseren wij u deze op de tussen
haakjes aangegeven niveaus te plaatsen.
Hete lucht
4 3 2 1
Temp.
(°C)
Bereidingstijd
in minuten
OPMERKINGEN
Loading...
+ 39 hidden pages