Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het
apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat bij
verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe gebruiker
over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en hun
huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of
in gebruik neemt.
Opstellen
• De installatie moeten worden uitgevoerd
door een erkend installateur, met
inachtneming van de geldende
voorschriften. De afzonderlijke installatie-
werkzaamheden zijn beschreven in de
instructies voor de installateur.
• Laat het apparaat installeren en
aansluiten door een erkend installateur
overeenkomstig de richtlijnen.
• Mochten er op grond van de installatie
aanpassingen aan de
stroomvoorziening nodig zijn, dan dienen
ook die door een vakman te worden
aangebracht.
Werking
• Deze oven is bedoeld voor het bereiden
van gerechten; gebruik hem nooit voor
andere doeleinden.
• Pas, bij het openen van de deur,
tijdens of aan het einde van de
bereiding, altijd op de hete
luchtstroom, die uit de oven naar
buiten komt.
• Wees extra voorzichtig wanneer u met
de oven werkt. Door de grote hitte van
de verwarmingselementen zijn rooster en
overige onderdelen erg heet.
• Indien u - om welke reden dan ook -
aluminiumfolie mocht gebruiken voor het
bereiden van gerechten in de oven, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
• Ga bij het reinigen van de oven
voorzichtig te werk: sproei nooit
vloeistof op het vetfilter (indien
aanwezig), de verwarmingselementen
en de thermostaatsensor.
• Het is gevaarlijk veranderingen van welke
aard ook aan te brengen aan het
apparaat of aan de kenmerken ervan.
• Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de
overige onderdelen van het apparaat erg
heet. Houd kinderen daarom uit de buurt
van het apparaat. Indien er elektrische
apparaten worden aangesloten op
stopcontacten in de buurt van de oven,
let er dan op dat de aansluitsnoeren niet
in aanraking komen met hete
oppervlakken of vastgeklemd raken
tussen de ovendeur.
• Gebruik altijd ovenwanten, om vuurvaste
hete schalen of pannen uit de oven te
halen.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven
achteruitgaat.
• Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het
stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de oven in de stand
"UIT" staat als de oven niet meer
gebruikt wordt.
• Deze oven is afhankelijk van de
uitvoering gemaakt als los apparaat of
als combinatieapparaat met elektrische
plaat voor eenfaseaansluiting op 230 V.
• Het apparaat mag niet worden
gereinigd met een stoomreiniger.
• Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen krabbers. U kunt daarmee
krassen op het glas van de deur
veroorzaken en dat kan leiden tot het
barsten van het glas.
4progres
Veiligheid van personen
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
het door kinderen te laten gebruiken of
hen ermee te laten spelen.
• Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog
lange tijd heet.
• Dit apparaat mag niet gebruikt worden
door kinderen of andere personen wiens
lichamelijke, motorische of geestelijke
gesteldheid of gebrek aan ervaring en
kennis die daardoor het apparaat niet
kunnen gebruiken zonder supervisie of
instructies van een verantwoordelijk
persoon om zeker te zijn van dat het
apparaat veilig kan worden gebruikt.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
• De verpakkingsmaterialen zijn
milieuvriendelijk en herbruikbaar. De
kunststofdelen zijn gekenmerkt, bijv.
>PE>, >PS< etc. Gooi de
verpakkingsmaterialen volgens hun
markering weg bij de gemeentelijke
inzamelpunten in de daarvoor bedoelde
inzamelcontainers.
Let op: Om te zorgen dat het
apparaat geen gevaar vormt moet
de stekker onbruikbaar gemaakt
worden voordat u het apparaat
weggooit.
Maak het apparaat hiervoor los van
de stroomvoorziening en verwijder
het elektriciteitssnoer van het
apparaat.
Klantenservice
• Laat inspectie- en/of herstelwerk-
zaamheden uitvoeren door de serviceafdeling van de fabrikant of door een service-afdeling die door de fabrikant
geautoriseerd is en gebruik alleen
originele onderdelen.
• Reparaties aan elektrische apparaten
mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Reparaties die door nietdeskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel
leiden.
Oud apparaat
• Het symbool op het product of op
de verpakking geeft aan dat dit
apparaat niet behandeld mag worden
als normaal huishoudelijk afval, maar
ingeleverd moet worden bij een
inzamelingspunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Door uw bijdrage aan de juiste
afvalverwerking van dit product helpt u
het milieu en de gezondheid van uw
medemensen te beschermen. Het milieu
en de gezondheid worden door
verkeerde afvalverwerking in gevaar
gebracht. Meer informatie over de
recycling van dit product krijgt u op het
gemeentehuis, uw vuilnisophaaldienst
of bij de winkel waar u het product heeft
gekocht.
Beschrijving van het apparaat
progres5
423
1
9
10
1. Bedieningspaneel
2. Ovenregelaar
3. Thermostaatknop
4. Thermostaatknop - controle-indicatie
5. Controlelampje
6. Ventilatiesleuf voor afkoelventilatie
12
7.Grill
8. Binnenverlichting
9. Ovenventilator
10. Typeplaatje
11. Draaispitopening
12. Elektronisch programmeren
5
6
7
8
11
Accessoires
Braadslede
Bakplaat
Rooster
Vorken
Spit
Afneembare greep
Draaispit
Spithouder
6progres
Bediening
Verzinkbare knoppen
Deze modellen zijn uitgerust met
verzinkbare knoppen. Deze schakelaarknoppen werken volgens het druk-trekprincipe. Ze kunnen volledig in het paneel
worden verzonken wanneer de oven buiten
bedrijf is.
Ovenregelaar
0Oven uitgeschakeld
Hete lucht
Boven- en onderwarmte
Onderwarmte
Ventilatorgrill
Grill - en draaispit
Ontdooien
Indicatielampje
Het indicatielampje brandt wanneer de
ovenregelaar wordt ingesteld.
Thermostaatknop
Draai de thermostaatknop naar links,
om temperaturen tussen 50 °C en 250 °C te
selecteren.
Thermostaatknop - controle-indicatie
Deze controle-indicatie brandt wanneer
aan de thermostaatknop wordt gedraaid.
Het lampje blijft branden tot de gewenste
temperatuur is bereikt. Daarna gaat het
knipperen om aan te geven dat de
temperatuur in stand wordt gehouden.
progres7
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven
oververhit raakt (door onjuist gebruik van
het apparaat of vanwege defecte
onderdelen), is de oven voorzien van een
veiligheidsthermostaat die indien nodig de
stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de
temperatuur is gedaald, wordt de oven
automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is
geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het
apparaat, hoeft u (nadat de oven is
afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de
thermostaat echter geactiveerd vanwege
een defect onderdeel, neem dan contact op
met de klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het
bedieningspaneel af. De ventilator wordt
nadat de oven enkele minuten in werking is
automatisch ingeschakeld. Warme lucht
wordt door de afscherming in de buurt van
de deurgreep van de oven naar buiten
afgevoerd. Als de oven wordt uitgeschakeld
kan de ventilator nog enige tijd draaien om
de bedieningselementen af te koelen. Dit is
helemaal normaal.
De werking van de ventilator hangt
af van hoe lang en op welke
temperatuur de oven gebruikt is. Het
is mogelijk dat de ventilator
helemaal niet ingeschakeld wordt op
lagere temperatuurinstellingen of als
de oven maar korte tijd gebruikt is.
Voordat u de oven voor het eerst in gebruik neemt
Verwijder al het verpakkings-materiaal, zowel aan de buitenkant
als aan de binnenkant van de oven,
voordat u de oven in gebruik neemt.
Voordat u de oven in gebruik neemt,
moet de oven één keer opgewarmd worden
zonder dat u er gerechten in geplaatst heeft.
Gedurende deze tijd kan er een onaangenaam luchtje ontstaan. Dit is helemaal normaal. Het wordt veroorzaakt door
fabricageresten.
De oven functioneert alleen als u
de klok hebt ingesteld.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
1. Stel het tijdstip van de dag in met
)
de optie elektronisch programmeren (zie hoofdstuk “Elektronisch
programmeren”).
2. Draai de functieknop op Hete lucht
.
Herhaal deze procedure voor de functie Boven- en onderwarmte en voor de functie
Ventilatorgrill gedurende ongeveer 5-10
minuten.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak
een doek vochtig met warm water en
wat mild reinigingsmiddel en maak
daarmee de binnenkant van de oven
schoon.
Maak, voordat u de oven voor het
eerst gebruikt, ook alle accessoires
grondig schoon.
3. Draai de thermostaatknop naar
250°C.
4. Zet een raam open voor de venti-
latie.
5. Laat de lege oven ongeveer 45
minuten werken.
Pak, om de deur te openen,
altijd de handgreep in het
midden vast.
8progres
Elektronisch programmeren
4
5
6
7
8
123
De oven werkt pas nadat de klok
is ingesteld.
De oven kan echter ook zonder enige
programmering bediend worden.
Instellen van de tijd
Wanneer de stroomtoevoer wordt
ingeschakeld, of nadat de stroom is
uitgevallen, knippert op het display het
controlelampje "Tijdstip van de dag"
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1. Druk op toets " " of " ".
2. Wacht vervolgens 5 seconden: Het
controlelampje "Tijdstip van de dag"
gaat uit, en op het display verschijnt de
ingestelde tijd. Het apparaat is klaar
voor gebruik.
Om het juiste tijdstip van de dag opnieuw
in te stellen:
.
1. Toets voor de functiekeuze
2. Toets " "
3. Toets " "
4. Indicatie
5. "Bereidingstijd"- controlelampje
6. "Einde bereidingstijd"- controlelampje
7. "Kookwekker" - controlelampje
8. "Tijd"- controlelampje
Bij stroomuitval worden de
gegevens gewist en moeten opnieuw
worden ingevoerd. Wanneer er weer
stroom is, knipperen de
functielampjes en kan de tijd
opnieuw worden ingesteld.
1. Druk de toets
functie "Tijdstip van de dag" te
selecteren. Het overeenkomstige
controlelampje gaat knipperen. Ga dan
verder zoals hierboven is beschreven.
Het tijdstip van de dag kan alleen
opnieuw worden ingesteld als er geen
automatische functie (bereidingsduur
" of einde bereidingstijd ) is
"
ingesteld.
herhaaldelijk in, om de
progres9
Bereidingsduur
Met deze functie wordt de oven
automatisch uitgeschakeld als de tijd van
een geprogrammeerde bereidingsduur
afgelopen is. Zet het gerecht in de oven,
selecteer een bereidingsfunctie en stel de
bereidingstemperatuur in. Druk de toets
herhaaldelijk in, om de functie
"Bereidingsduur" te selecteren. Het
overeenkomstige controlelampje gaat
knipperen. Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u de bereidingsduur in:
1. Druk op toets "
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het "Bereidingsduur"
controlelampje
het display verschijnt weer het tijdstip
van de dag.
3. Na afloop van de geprogrammeerde
tijdsduur, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld. Er klinkt een
geluidssignaal, en het controlelampje
knippert. Draai de ovenregelaar en de
thermostaatknop op nul.
De signaaltoon kan worden uitgezet
door op een willekeurige toets te
drukken.
OPMERKING: Door het uitschakelen
van het geluidssignaal wordt de oven
weer op handmatig gezet. Als de
ovenregelaar en de thermostaatknop
niet op nul gezet zijn, zal de oven weer
gaan opwarmen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
" of " ".
gaat branden en op
Einde van de bereidingstijd
Met deze functie kunt u de oven zodanig
instellen dat deze automatisch uitgeschakeld
wordt als de tijd van een geprogrammeerde
bereidingsduur afgelopen is. Zet het gerecht in
de oven, selecteer een bereidingsfunctie en
stel de bereidingstemperatuur in. Druk op de
toets
.
1. Druk de toets
functie "Bereidingsduur" te selecteren.
Het desbetreffende controlelampje
gaat knipperen en op het display
verschijnt de resterende bereidingstijd.
2. Druk op de toets "
"0:00" verschijnt. 5 seconden later gaat
het controlelampje uit en zal het tijdstip
van de dag weer op het display
verschijnen.
herhaaldelijk in, om de
" tot op het display
10progres
Druk de toets herhaaldelijk in, om de
functie "Einde van de bereidingstijd" te
selecteren. Het overeenkomstige controlelampje
verder:
Zo stelt u het einde van de bereidingstijd
in:
1. Druk op toets "
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
3. Na afloop van de geprogrammeerde
Zo annuleert u het einde van de
bereidingstijd:
gaat knipperen. Ga dan als volgt
" of " ".
hebt uitgevoerd: Het controlelampje
"Einde van de bereidingstijd"
en op het display verschijnt weer het
tijdstip van de dag.
tijdsduur, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld. Er klinkt een
geluidssignaal, en het controlelampje
knippert. Draai de ovenregelaar en de
thermostaatknop op nul.
De signaaltoon kan worden uitgezet
door op een willekeurige toets te
drukken. OPMERKING: Door het
uitschakelen van het geluidssignaal
wordt de oven weer op handmatig
gezet. Als de ovenregelaar en de
thermostaatknop niet op nul gezet zijn,
zal de oven weer gaan opwarmen.
brandt,
1. Druk de toets
functie "Einde van de bereidingstijd" te
selecteren. Het desbetreffende
controlelampje knippert, en op het
display verschijnt het geprogrammeerde
einde van de bereidingstijd.
2. Druk op de toets "
het tijdstip van de dag verschijnt. Er
klinkt een geluidssignaal en het
controlelampje gaat uit.
Combinatie van "bereidingsduur"
en "einde van de bereidingstijd"
De functies "Bereidingsduur" en "Einde
van de bereidingstijd" kunnen tegelijk
gebruikt worden om de oven automatisch in
te schakelen en later uit te schakelen.
herhaaldelijk in, om de
", tot op het display
1. Stel met behulp van de functie
"Bereidingsduur"
de bereidingsduur in
(stel het einde van de bereidingstijd in
zoals beschreven in het betreffende
hoofdstuk). Druk vervolgens op de toets
: op het display verschijnt de
geprogrammeerde instelling.
2. Stel met behulp van de functie "Einde van
de bereidingstijd"
het einde van de
bereidingstijd in (stel het einde van de
bereidingstijd in zoals beschreven in het
betreffende hoofdstuk).
Het overeenkomstige controlelampje
gaat branden en op het display
verschijnt het tijdstip van de dag. De
oven zal in- en uitgeschakeld worden
volgens de ingestelde programma's.
Kookwekker
Het alarm van de kookwekker klinkt na
afloop van de ingestelde tijdsduur; de oven
blijft echter aan, indien hij in gebruik is.
Zo stelt u de kookwekker in:
1. Druk de toets herhaaldelijk in, om de
functie "Kookwekker" te selecteren. Het
overeenkomstige controlelampje
gaat knipperen.
2. Druk vervolgens op toets "
" of " "
(maximale tijd: 2 uur, 30 minuten).
3. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd. Het controlelampje
"Kookwekker" brandt.
4. Als de ingestelde tijdsduur is afgelopen
begint het controlelampje te knipperen en
klinkt er een geluidssignaal. Druk op een
willekeurige toets om het geluidssignaal
uit te zetten.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
progres11
1. Druk de toets
herhaaldelijk in, om de
functie "Kookwekker" te selecteren. Het
desbetreffende controlelampje
knippert, en op het display verschijnt de
resterende tijd.
2. Druk op de toets "
" tot op het display
"0:00" verschijnt. 5 seconden later gaat
het controlelampje uit en zal het tijdstip
van de dag weer op het display
verschijnen.
12progres
Zo schakelt u het display uit
1. Druk twee van de programmatoetsen
tegelijkertijd in, en houd ze ca. 5
seconden lang ingedrukt. Het display
wordt uitgeschakeld.
2. Om het display in te schakelen, dient u
een willekeurige toets in te drukken.
Het display kan alleen uitgeschakeld
worden als er geen andere functies
zijn ingesteld.
Bereidingswijzen in de oven
Belangrijk! - Plaats tijdens de
bereiding geen bakplaten op de
bodem van de oven en dek geen
onderdelen van de oven af met
aluminiumfolie. Dit kan oververhitting
veroorzaken, wat de bakresultaten
beïnvloedt en het emaille van de oven
kan beschadigen. Zet pannen,
hittebestendige pannen en aluminium
bakplaten altijd op het plateau, dat in
één van de geleiders is geschoven.
Wanneer voedsel verwarmd wordt,
ontstaat er stoom, net als in een ketel.
Wanneer de stoom in aanraking komt
met de glazen deur van de oven,
wordt er condens gevormd en
ontstaan er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de
waterdruppels weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de
ovendeur altijd gesloten. Ga bij het
openen van de ovendeur zorgvuldig te
werk. Laat de deur niet "open vallen",
maar gebruik de deurgreep, tot de
deur helemaal is geopend.
De oven heeft vier niveaus voor
ovenrekken. De plaatsen voor het plateau worden van de bodem van de
oven geteld, zoals aangegeven in de
afbeelding.
De plateaus moeten hoe dan ook op
de juiste manier worden ingezet (zie
afbeelding).
Zet vaatwerk en pannen niet direct op
de bodem van de oven.
progres13
4
3
2
1
14progres
Hete lucht
-Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig
rond geblazen wordt in de oven door een
ventilator in de achterwand van de oven
zelf.
-De warmte bereikt zodoende gelijkmatig
en snel alle delen van de oven. Dit
betekent dat u gelijktijdig verschillende
soorten voedsel kunt bereiden, die op de
verschillende niveaus geplaatst zijn.
Bereiden met hete lucht garandeert een
snelle verwijdering van vocht; de drogere
omgeving van de oven voorkomt dat de
verschillende aroma's en smaken van
het ene gerecht naar het andere worden
overgebracht.
-De mogelijkheid om op meerdere niveaus
voedsel te bereiden betekent dat u
verschillende gerechten tegelijkertijd en
tot drie taartvormen of minipizza's voor
consumptie of voor invriezen kunt bakken.
-Natuurlijk kunt u de oven ook met slechts
één plateau gebruiken. Daarbij kunt u het
best de laagste niveaus gebruiken, dan
kunt u de voortgang makkelijker in de
gaten houden.
-Bovendien is de oven met name
aanbevolen voor het steriliseren van jam
en eigen- vruchten op siroop en om
paddenstoelen en fruit te drogen.
Grillen
-De meeste levensmiddelen moeten op
het rooster in de grillpan worden gelegd,
om maximale luchtcirculatie mogelijk te
maken en om te voorkomen dat de
levensmiddelen niet in het vet en in hun
eigen sap liggen. Vis, lever en niertjes
kunnen desgewenst ook direct in de
grillpan worden gelegd.
-De levensmiddelen moeten zo droog
mogelijk zijn voordat ze worden gegrilld,
om spatten te voorkomen. Bestrijk mager
vlees of vis licht met olie of gesmolten
boter om ervoor te zorgen dat het
grillgoed tijdens het bereiden sappig blijft.
-Groenten als bijlage, zoals tomaten en
paddenstoelen, kunnen tijdens het grillen
van vlees onder het grillrooster worden
gelegd.
-Voor het roosteren van brood raden wij u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
-Het grillgoed moet van tijd tot tijd
worden gekeerd.
Gebruik van de grill
Via de grill gaat snel directe warmte
naar het middelste gedeelte van de grillpan.
Met de grill kunnen goed kleinere
hoeveelheden worden gegrilleerd. Op deze
wijze kan ook energie worden bespaard.
1. Draai aan de ovenregelaar om de oven
in te schakelen .
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3. Stem het niveau van het rooster en de
grillpan af op de dikte van het voedsel.
Volg vervolgens de instructies voor het
grillen op.
Het grillelement wordt gestuurd via de
thermostaat. Tjdens het grillen wordt de grill
met regelmatige tussenpozen in- en
uitgeschakeld om oververhitting te
voorkomen.
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder handig bij het
blind bakken van deeg. De functie kan ook
worden gebruikt voor quiches of pasteien,
om ervoor te zorgen dat het basisdeeg
goed gaar is.
Het controlelampje van de
thermostaatknop brandt zo lang tot
de juiste temperatuur is bereikt.
Daarna gaat het knipperen om aan te
geven dat de temperatuur in stand
wordt gehouden.
Boven- en onderwarmte
-Op het middelste inzetniveau wordt de
warmte het beste verdeeld. Wanneer de
onderkant van gerechten bruiner moet
zijn, dan neemt u gewoon een lager
inzetniveau. Moet de bovenkant juist
bruiner zijn, dan zet u het plateau hoger
in de oven.
-Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op
de mate waarin het voedsel een bruin
korstje krijgt. Geëmailleerde , donkere,
zware of ongecoate vormen en
keukenapparaten maken een sterkere
bruining van de onderkant mogelijk,
terwijl vormen van glas of glanzend alu-
minium of gepolijste staalplaten de
warmte reflecteren en daarom slechts
een geringe bruining van de onderkant
toelaten.
-Zet gerechten altijd in het midden van
het plateau om een gelijkmatige bruining
te verkrijgen.
-Zet de gerechten op bakplaten met een
passende grootte, zodat vloeistoffen niet
op de bodem van de oven terecht
kunnen komen. Zo hoeft u ook minder
schoon te maken.
-Zet gerechten, blikken of bakplaten nooit
direct op de bodem van de oven, omdat
die erg heet wordt en er beschadigingen
kunnen optreden. Bij deze instelling komt
de warmte van de verwarmingselementen van boven en beneden.
Daarom heeft u voor het bereiden maar
één inzetniveau nodig. Deze instelling is
met name geschikt voor gerechten die
ook van onder goed bruin moeten
worden, zoals quiches en pasteien.
Ook gratins, lasagne en andere
gegratineerde gerechten, die met name van
boven mooi bruin moeten worden, kunnen
met deze instelling goed worden bereid.
Zo gebruikt u boven- en onderwarmte:
1. Draai de ovenregelaar op de gewenste
functie .
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
progres15
Ontdooien
De ovenventilator werkt zonder warmte
en laat de lucht in de oven op
kamertemperatuur circuleren.
Controleer of de thermostaatknop op de
stand UIT staat.
Ventilatorgrill
Bij de ventilatorgrill een
maximale temperatuur van
200°C instellen.
Vervolgens gaat de grill afwisselend met
de ventilator werken (convectiewerking).
Deze werkwijze maakt het gelijkmatige
binnendringen van de warmte in het
gerecht mogelijk, zonder de bovenkant te
langdurig bloot te stellen aan de directe
bestraling van de grill.
16progres
Draaispit
Ovendeur altijd gesloten houden.
Neem de volgende instructies in acht:
)
- Vlees aan het draaispit rijgen en
met de vorken vastzetten.
- Spit op de houder plaatsen en het
geheel in het tweede inzetniveau
van onder schuiven.
- Het uiteinde van het spit in de
desbetreffende opening van de
achterwand aanbrengen.
- De greep van het spit eraf
schroeven.
- De braadslede met ca. 1/2 l. water
op het eerste inzetniveau plaatsen.
- De functiekeuzeschakelaar op
stand
temperatuur instellen.
De vorken en het spit van het
draaispit zijn spits en scherp
(indien uw apparaat is uitgerust
met een draaispit). Ga
voorzichtig met het draaispit te
werk om verwondingen te
voorkomen.
draaien en de gewenste
Vorken
Spit
Afneembare
greep
Spithouder
Braden met het draaispit
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Niveau
4
Soort gerecht
Gevogelte1000220050/60
Braadstuk800220050/60
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de
temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
Hoeveelheid
(gr.)
Temp.
3
2
1
°C
Kooktijd
in minuten
progres17
Adviezen
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een
gematigde temperatuur (150°C - 200°C).
Daarom is het nodig om de oven ca. 10 minuten
voor te verwarmen.
Doe de ovendeur niet open voordat
driekwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of
op een bakblik tot tweederde van de baktijd.
Vervolgens kunt u het garneren en afbakken.
De verdere baktijd hangt af van de soort en
hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg
moet moeilijk van de lepel lopen. Door te
vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig
langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak
tegelijkertijd in de oven worden geplaatst,
moet er tussen de blikken één niveau
worden vrijgelaten.
Worden twee bakplaten met gebak
tegelijkertijd in de oven geschoven, dan
moeten de platen na ongeveer 2/3 van de
baktijd van boven naar beneden verwisseld
en gedraaid worden.
Braden:
Braad geen stukken die minder wegen dan
1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden
uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed
gebraden maar van binnen roze tot rood moet
blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C
- 250°C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben
daarentegen een lagere temperatuur (150°C
- 175°C) nodig. Doe bij een korte
bereidingstijd de ingrediënten voor de saus
of jus direct aan het begin in de braadslede.
Heeft het gerecht een langere bereidingstijd
nodig, voeg deze ingrediënten dan pas het
laatste half uur toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is
met behulp van een lepel: als het vlees niet
kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief
en ossenhaas, die van binnen roze moeten
blijven, moeten op een hogere temperatuur
en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt,
plaats dan de braadslede op het onderste
niveau zodat de sappen worden opgevangen.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten
staan, zodat het vleesvocht niet kan
weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken,
kunt u een beetje water in de braadslede
gieten. Om condensvorming te voorkomen,
een paar keer water toevoegen. Borden
kunnen tot zij geserveerd worden in de oven
op de laagste temperatuur warm gehouden
worden.
Voorzichtig!
Bedek de oven nooit met
aluminiumfolie en plaats geen
bakblikken, ovenschotels en
dergelijke op de bodem van de
oven, anders kan het emaille van
de oven door de opgebouwde
hitte beschadigd raken.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al
naar gelang de samenstelling, ingrediënten
en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke
gerechten.
Noteer de instellingen, die u bij uw eerste
gaar- en braadpogingen heeft gedaan, om
ervaringen op te doen voor het geval dat u
dezelfde gerechten later opnieuw wilt
bereiden.
U kunt de aangegeven waarden in de
tabellen aanpassen op basis van uw eigen
ervaringen.
18progres
Bak-tabellen
De Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
De conventionele oven
GERECHT
NiveauNiveau
4
3
2
1
Temp.
(°C)
GEBAK
Schuimtaart21702 (1 en 3)*16045-60Cakevorm
Zandkoekdeeg21702 (1 en 3)*16020-30Cakevorm
Karnemelk-kaaskoek1175216560-80Cakevorm
Appeltaart11702 (1 en 3)*16090-120Cakevorm
Strudel2180216060-80Bakplaat
Jamtaart21902 (1 en 3)*18040-45Cakevorm
Fruitcake2170215060-70Cakevorm
Biscuitgebak11702 (1 en 3)*16530-40Cakevorm
Kerstcake11502150120-150 Cakevorm
Pruimentaart1175216050-60Broodvorm
Kleine cake3170216020-35Bakplaat
Koekjes21602 (1 en 3)*15020-30Bakplaat
Schuimpjes21352 (1 en 3)*15060-90Bakplaat
Koffiebroodjes220 0219012~20Bakplaat
Gebak: Soesjes2 of 32102 (1 en 3)*17025-35Op bakplaat
Taartjes2180217045-70In cakevorm
BROOD EN PIZZA
Wit brood1195218560-70
Roggebrood1190118030-45Broodvorm
Broodjes220 02 (1 en 3)*17525-40Bakplaat
Pizza2200220 020-30Bakplaat
FLANS-ovenschotels
Pasta-flan22002 (1 en 3)*17540-50Bakvorm
Groente-flan22002 (1 en 3)*17545-60Bakvorm
Quiches1210119030-40Bakvorm
Lasagne2200220025-35Bakvorm
Cannelloni2200220025-35Bakvorm
VLEES
Rund2190217550-70Op rooster
Varken21802175100-130 Op rooster
Kalf2190217590-120Op rooster
Rosbief, medium