Progress PBK3360X User Manual

Gebruiksaanwijzing
User Instructions
Inbouwoven
Built-in oven
PBK 3360
2 progres
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies .................................................... 3
Beschrijving van het apparaat ......................................................................................... 5
Voor het eerste gebruik .................................................................................................... 7
Elektronisch programmeren ............................................................................................ 8
Bereidingswijzen in de oven .......................................................................................... 13
Bak-tabellen .................................................................................................................. 18
Reiniging en onderhoud ................................................................................................. 20
Storingen - Wat moet u doen? ...................................................................................... 26
Technische gegevens ..................................................................................................... 27
Voor de installateur ....................................................................................................... 28
Instructies voor de inbouw ............................................................................................ 29
Klantenservice ............................................................................................................... 30
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies
Stap-voor-stap-handleiding
)
Adviezen
Milieu-informatie
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 2006/95 (laagspanningsrichtlijn);
- 89/336 (EMC-richtlijn);
- 93/68 (Algemene richtlijn);
en de daarop volgende wijzigingen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A. Viale Bologna, 298 47100 FORLÌ (Italy)
progres 3
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinstructies
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Opstellen
De installatie moeten worden uitgevoerd
door een erkend installateur, met
inachtneming van de geldende
voorschriften. De afzonderlijke installatie-
werkzaamheden zijn beschreven in de
instructies voor de installateur.
Laat het apparaat installeren en
aansluiten door een erkend installateur
overeenkomstig de richtlijnen.
Mochten er op grond van de installatie
aanpassingen aan de
stroomvoorziening nodig zijn, dan dienen
ook die door een vakman te worden
aangebracht.
Werking
Deze oven is bedoeld voor het bereiden
van gerechten; gebruik hem nooit voor
andere doeleinden.
Pas, bij het openen van de deur,
tijdens of aan het einde van de
bereiding, altijd op de hete
luchtstroom, die uit de oven naar
buiten komt.
Wees extra voorzichtig wanneer u met
de oven werkt. Door de grote hitte van
de verwarmingselementen zijn rooster en
overige onderdelen erg heet.
Indien u - om welke reden dan ook -
aluminiumfolie mocht gebruiken voor het
bereiden van gerechten in de oven, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
Ga bij het reinigen van de oven
voorzichtig te werk: sproei nooit
vloeistof op het vetfilter (indien
aanwezig), de verwarmingselementen
en de thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van welke
aard ook aan te brengen aan het apparaat of aan de kenmerken ervan.
Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de overige onderdelen van het apparaat erg heet. Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Indien er elektrische apparaten worden aangesloten op stopcontacten in de buurt van de oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanraking komen met hete oppervlakken of vastgeklemd raken tussen de ovendeur.
Gebruik altijd ovenwanten, om vuurvaste
hete schalen of pannen uit de oven te halen.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de stand
"UIT" staat als de oven niet meer gebruikt wordt.
Deze oven is afhankelijk van de
uitvoering gemaakt als los apparaat of als combinatieapparaat met elektrische plaat voor eenfaseaansluiting op 230 V.
Het apparaat mag niet worden
gereinigd met een stoomreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen krabbers. U kunt daarmee krassen op het glas van de deur veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van het glas.
4 progres
Veiligheid van personen
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
het door kinderen te laten gebruiken of
hen ermee te laten spelen.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog
lange tijd heet.
Dit apparaat mag niet gebruikt worden
door kinderen of andere personen wiens
lichamelijke, motorische of geestelijke
gesteldheid of gebrek aan ervaring en
kennis die daardoor het apparaat niet
kunnen gebruiken zonder supervisie of
instructies van een verantwoordelijk
persoon om zeker te zijn van dat het
apparaat veilig kan worden gebruikt.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn
milieuvriendelijk en herbruikbaar. De
kunststofdelen zijn gekenmerkt, bijv.
>PE>, >PS< etc. Gooi de
verpakkingsmaterialen volgens hun
markering weg bij de gemeentelijke
inzamelpunten in de daarvoor bedoelde
inzamelcontainers.
Let op: Om te zorgen dat het apparaat geen gevaar vormt moet de stekker onbruikbaar gemaakt worden voordat u het apparaat weggooit.
Maak het apparaat hiervoor los van de stroomvoorziening en verwijder het elektriciteitssnoer van het
apparaat.
Klantenservice
Laat inspectie- en/of herstelwerk-
zaamheden uitvoeren door de service­afdeling van de fabrikant of door een ser­vice-afdeling die door de fabrikant geautoriseerd is en gebruik alleen originele onderdelen.
Reparaties aan elektrische apparaten
mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Reparaties die door niet­deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Oud apparaat
Het symbool op het product of op
de verpakking geeft aan dat dit
apparaat niet behandeld mag worden
als normaal huishoudelijk afval, maar
ingeleverd moet worden bij een
inzamelingspunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Door uw bijdrage aan de juiste
afvalverwerking van dit product helpt u
het milieu en de gezondheid van uw
medemensen te beschermen. Het milieu
en de gezondheid worden door
verkeerde afvalverwerking in gevaar
gebracht. Meer informatie over de
recycling van dit product krijgt u op het
gemeentehuis, uw vuilnisophaaldienst
of bij de winkel waar u het product heeft
gekocht.
Beschrijving van het apparaat
progres 5
423
1
9
10
1. Bedieningspaneel
2. Ovenregelaar
3. Thermostaatknop
4. Thermostaatknop - controle-indicatie
5. Controlelampje
6. Ventilatiesleuf voor afkoelventilatie
12
7. Grill
8. Binnenverlichting
9. Ovenventilator
10. Typeplaatje
11. Draaispitopening
12. Elektronisch programmeren
5
6
7 8
11
Accessoires
Braadslede
Bakplaat
Rooster
Vorken
Spit
Afneembare greep
Draaispit
Spithouder
6 progres
Bediening
Verzinkbare knoppen
Deze modellen zijn uitgerust met verzinkbare knoppen. Deze schakelaar­knoppen werken volgens het druk-trek­principe. Ze kunnen volledig in het paneel worden verzonken wanneer de oven buiten bedrijf is.
Ovenregelaar 0 Oven uitgeschakeld
Hete lucht
Boven- en onderwarmte
Onderwarmte
Ventilatorgrill
Grill - en draaispit
Ontdooien
Indicatielampje
Het indicatielampje brandt wanneer de ovenregelaar wordt ingesteld.
Thermostaatknop
Draai de thermostaatknop naar links, om temperaturen tussen 50 °C en 250 °C te selecteren.
Thermostaatknop - controle-indicatie
Deze controle-indicatie brandt wanneer aan de thermostaatknop wordt gedraaid. Het lampje blijft branden tot de gewenste temperatuur is bereikt. Daarna gaat het knipperen om aan te geven dat de temperatuur in stand wordt gehouden.
progres 7
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de thermostaat echter geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met de klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedieningspaneel af. De ventilator wordt nadat de oven enkele minuten in werking is automatisch ingeschakeld. Warme lucht wordt door de afscherming in de buurt van de deurgreep van de oven naar buiten afgevoerd. Als de oven wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige tijd draaien om de bedieningselementen af te koelen. Dit is helemaal normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is.
Voordat u de oven voor het eerst in gebruik neemt
Verwijder al het verpakkings- materiaal, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant van de oven, voordat u de oven in gebruik neemt.
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven één keer opgewarmd worden zonder dat u er gerechten in geplaatst heeft.
Gedurende deze tijd kan er een onaange­naam luchtje ontstaan. Dit is helemaal nor­maal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten.
De oven functioneert alleen als u de klok hebt ingesteld.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventi­leerd is.
1. Stel het tijdstip van de dag in met
)
de optie elektronisch programme­ren (zie hoofdstuk “Elektronisch programmeren”).
2. Draai de functieknop op Hete lucht .
Herhaal deze procedure voor de functie Bo­ven- en onderwarmte en voor de functie
Ventilatorgrill gedurende ongeveer 5-10 minuten.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak een doek vochtig met warm water en wat mild reinigingsmiddel en maak daarmee de binnenkant van de oven schoon.
Maak, voordat u de oven voor het eerst gebruikt, ook alle accessoires grondig schoon.
3. Draai de thermostaatknop naar
250°C.
4. Zet een raam open voor de venti-
latie.
5. Laat de lege oven ongeveer 45
minuten werken.
Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast.
8 progres
Elektronisch programmeren
4
5 6
7
8
123
De oven werkt pas nadat de klok is ingesteld.
De oven kan echter ook zonder enige programmering bediend worden.
Instellen van de tijd
Wanneer de stroomtoevoer wordt ingeschakeld, of nadat de stroom is uitgevallen, knippert op het display het controlelampje "Tijdstip van de dag"
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1. Druk op toets " " of " ".
2. Wacht vervolgens 5 seconden: Het
controlelampje "Tijdstip van de dag"
gaat uit, en op het display verschijnt de
ingestelde tijd. Het apparaat is klaar
voor gebruik.
Om het juiste tijdstip van de dag opnieuw in te stellen:
.
1. Toets voor de functiekeuze
2. Toets " "
3. Toets " "
4. Indicatie
5. "Bereidingstijd"- controlelampje
6. "Einde bereidingstijd"- controlelampje
7. "Kookwekker" - controlelampje
8. "Tijd"- controlelampje
Bij stroomuitval worden de gegevens gewist en moeten opnieuw worden ingevoerd. Wanneer er weer stroom is, knipperen de functielampjes en kan de tijd opnieuw worden ingesteld.
1. Druk de toets
functie "Tijdstip van de dag" te
selecteren. Het overeenkomstige
controlelampje gaat knipperen. Ga dan
verder zoals hierboven is beschreven.
Het tijdstip van de dag kan alleen
opnieuw worden ingesteld als er geen
automatische functie (bereidingsduur
" of einde bereidingstijd ) is
"
ingesteld.
herhaaldelijk in, om de
progres 9
Bereidingsduur
Met deze functie wordt de oven automatisch uitgeschakeld als de tijd van een geprogrammeerde bereidingsduur afgelopen is. Zet het gerecht in de oven, selecteer een bereidingsfunctie en stel de
bereidingstemperatuur in. Druk de toets herhaaldelijk in, om de functie "Bereidingsduur" te selecteren. Het overeenkomstige controlelampje gaat knipperen. Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u de bereidingsduur in:
1. Druk op toets "
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het "Bereidingsduur"
controlelampje
het display verschijnt weer het tijdstip
van de dag.
3. Na afloop van de geprogrammeerde
tijdsduur, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld. Er klinkt een
geluidssignaal, en het controlelampje
knippert. Draai de ovenregelaar en de
thermostaatknop op nul.
De signaaltoon kan worden uitgezet
door op een willekeurige toets te
drukken.
OPMERKING: Door het uitschakelen
van het geluidssignaal wordt de oven
weer op handmatig gezet. Als de
ovenregelaar en de thermostaatknop
niet op nul gezet zijn, zal de oven weer
gaan opwarmen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
" of " ".
gaat branden en op
Einde van de bereidingstijd
Met deze functie kunt u de oven zodanig instellen dat deze automatisch uitgeschakeld wordt als de tijd van een geprogrammeerde bereidingsduur afgelopen is. Zet het gerecht in de oven, selecteer een bereidingsfunctie en stel de bereidingstemperatuur in. Druk op de
toets
.
1. Druk de toets functie "Bereidingsduur" te selecteren. Het desbetreffende controlelampje gaat knipperen en op het display verschijnt de resterende bereidingstijd.
2. Druk op de toets " "0:00" verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display verschijnen.
herhaaldelijk in, om de
" tot op het display
10 progres
Druk de toets herhaaldelijk in, om de
functie "Einde van de bereidingstijd" te selecteren. Het overeenkomstige controle­lampje
verder:
Zo stelt u het einde van de bereidingstijd in:
1. Druk op toets "
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
3. Na afloop van de geprogrammeerde
Zo annuleert u het einde van de bereidingstijd:
gaat knipperen. Ga dan als volgt
" of " ".
hebt uitgevoerd: Het controlelampje "Einde van de bereidingstijd" en op het display verschijnt weer het tijdstip van de dag.
tijdsduur, wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Er klinkt een geluidssignaal, en het controlelampje knippert. Draai de ovenregelaar en de thermostaatknop op nul. De signaaltoon kan worden uitgezet door op een willekeurige toets te drukken. OPMERKING: Door het uitschakelen van het geluidssignaal wordt de oven weer op handmatig gezet. Als de ovenregelaar en de thermostaatknop niet op nul gezet zijn, zal de oven weer gaan opwarmen.
brandt,
1. Druk de toets functie "Einde van de bereidingstijd" te selecteren. Het desbetreffende controlelampje knippert, en op het display verschijnt het geprogrammeerde einde van de bereidingstijd.
2. Druk op de toets " het tijdstip van de dag verschijnt. Er klinkt een geluidssignaal en het controlelampje gaat uit.
Combinatie van "bereidingsduur" en "einde van de bereidingstijd"
De functies "Bereidingsduur" en "Einde
van de bereidingstijd" kunnen tegelijk gebruikt worden om de oven automatisch in te schakelen en later uit te schakelen.
herhaaldelijk in, om de
", tot op het display
1. Stel met behulp van de functie "Bereidingsduur"
de bereidingsduur in
(stel het einde van de bereidingstijd in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk). Druk vervolgens op de toets
: op het display verschijnt de
geprogrammeerde instelling.
2. Stel met behulp van de functie "Einde van de bereidingstijd"
het einde van de bereidingstijd in (stel het einde van de bereidingstijd in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk). Het overeenkomstige controlelampje gaat branden en op het display verschijnt het tijdstip van de dag. De oven zal in- en uitgeschakeld worden volgens de ingestelde programma's.
Kookwekker
Het alarm van de kookwekker klinkt na
afloop van de ingestelde tijdsduur; de oven blijft echter aan, indien hij in gebruik is.
Zo stelt u de kookwekker in:
1. Druk de toets herhaaldelijk in, om de
functie "Kookwekker" te selecteren. Het overeenkomstige controlelampje gaat knipperen.
2. Druk vervolgens op toets "
" of " "
(maximale tijd: 2 uur, 30 minuten).
3. Wacht 5 seconden nadat u de instelling hebt uitgevoerd. Het controlelampje "Kookwekker" brandt.
4. Als de ingestelde tijdsduur is afgelopen begint het controlelampje te knipperen en klinkt er een geluidssignaal. Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal uit te zetten.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
progres 11
1. Druk de toets
herhaaldelijk in, om de functie "Kookwekker" te selecteren. Het desbetreffende controlelampje knippert, en op het display verschijnt de resterende tijd.
2. Druk op de toets "
" tot op het display "0:00" verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display verschijnen.
12 progres
Zo schakelt u het display uit
1. Druk twee van de programmatoetsen
tegelijkertijd in, en houd ze ca. 5 seconden lang ingedrukt. Het display wordt uitgeschakeld.
2. Om het display in te schakelen, dient u een willekeurige toets in te drukken.
Het display kan alleen uitgeschakeld worden als er geen andere functies zijn ingesteld.
Bereidingswijzen in de oven
Belangrijk! - Plaats tijdens de bereiding geen bakplaten op de bodem van de oven en dek geen onderdelen van de oven af met aluminiumfolie. Dit kan oververhitting veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt en het emaille van de oven kan beschadigen. Zet pannen, hittebestendige pannen en aluminium bakplaten altijd op het plateau, dat in één van de geleiders is geschoven. Wanneer voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom, net als in een ketel. Wanneer de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, wordt er condens gevormd en ontstaan er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de
waterdruppels weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd gesloten. Ga bij het
openen van de ovendeur zorgvuldig te werk. Laat de deur niet "open vallen", maar gebruik de deurgreep, tot de deur helemaal is geopend. De oven heeft vier niveaus voor ovenrekken. De plaatsen voor het pla­teau worden van de bodem van de oven geteld, zoals aangegeven in de afbeelding. De plateaus moeten hoe dan ook op de juiste manier worden ingezet (zie afbeelding). Zet vaatwerk en pannen niet direct op de bodem van de oven.
progres 13
4
3
2
1
14 progres
Hete lucht
- Het voedsel wordt bereid met behulp van voorverwarmde lucht die gelijkmatig rond geblazen wordt in de oven door een ventilator in de achterwand van de oven zelf.
- De warmte bereikt zodoende gelijkmatig en snel alle delen van de oven. Dit betekent dat u gelijktijdig verschillende soorten voedsel kunt bereiden, die op de verschillende niveaus geplaatst zijn. Bereiden met hete lucht garandeert een snelle verwijdering van vocht; de drogere omgeving van de oven voorkomt dat de verschillende aroma's en smaken van het ene gerecht naar het andere worden overgebracht.
- De mogelijkheid om op meerdere niveaus voedsel te bereiden betekent dat u verschillende gerechten tegelijkertijd en tot drie taartvormen of minipizza's voor consumptie of voor invriezen kunt bakken.
- Natuurlijk kunt u de oven ook met slechts één plateau gebruiken. Daarbij kunt u het best de laagste niveaus gebruiken, dan kunt u de voortgang makkelijker in de gaten houden.
- Bovendien is de oven met name aanbevolen voor het steriliseren van jam en eigen- vruchten op siroop en om paddenstoelen en fruit te drogen.
Grillen
- De meeste levensmiddelen moeten op het rooster in de grillpan worden gelegd, om maximale luchtcirculatie mogelijk te maken en om te voorkomen dat de levensmiddelen niet in het vet en in hun eigen sap liggen. Vis, lever en niertjes kunnen desgewenst ook direct in de grillpan worden gelegd.
- De levensmiddelen moeten zo droog mogelijk zijn voordat ze worden gegrilld, om spatten te voorkomen. Bestrijk mager vlees of vis licht met olie of gesmolten boter om ervoor te zorgen dat het grillgoed tijdens het bereiden sappig blijft.
- Groenten als bijlage, zoals tomaten en paddenstoelen, kunnen tijdens het grillen van vlees onder het grillrooster worden gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
- Het grillgoed moet van tijd tot tijd worden gekeerd.
Gebruik van de grill
Via de grill gaat snel directe warmte naar het middelste gedeelte van de grillpan. Met de grill kunnen goed kleinere hoeveelheden worden gegrilleerd. Op deze wijze kan ook energie worden bespaard.
1. Draai aan de ovenregelaar om de oven
in te schakelen .
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3. Stem het niveau van het rooster en de
grillpan af op de dikte van het voedsel.
Volg vervolgens de instructies voor het
grillen op.
Het grillelement wordt gestuurd via de thermostaat. Tjdens het grillen wordt de grill met regelmatige tussenpozen in- en uitgeschakeld om oververhitting te voorkomen.
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder handig bij het blind bakken van deeg. De functie kan ook worden gebruikt voor quiches of pasteien, om ervoor te zorgen dat het basisdeeg goed gaar is.
Het controlelampje van de thermostaatknop brandt zo lang tot de juiste temperatuur is bereikt. Daarna gaat het knipperen om aan te geven dat de temperatuur in stand wordt gehouden.
Boven- en onderwarmte
- Op het middelste inzetniveau wordt de
warmte het beste verdeeld. Wanneer de
onderkant van gerechten bruiner moet
zijn, dan neemt u gewoon een lager
inzetniveau. Moet de bovenkant juist
bruiner zijn, dan zet u het plateau hoger
in de oven.
- Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op
de mate waarin het voedsel een bruin
korstje krijgt. Geëmailleerde , donkere,
zware of ongecoate vormen en
keukenapparaten maken een sterkere
bruining van de onderkant mogelijk,
terwijl vormen van glas of glanzend alu-
minium of gepolijste staalplaten de
warmte reflecteren en daarom slechts
een geringe bruining van de onderkant
toelaten.
- Zet gerechten altijd in het midden van het plateau om een gelijkmatige bruining te verkrijgen.
- Zet de gerechten op bakplaten met een passende grootte, zodat vloeistoffen niet op de bodem van de oven terecht kunnen komen. Zo hoeft u ook minder schoon te maken.
- Zet gerechten, blikken of bakplaten nooit direct op de bodem van de oven, omdat die erg heet wordt en er beschadigingen kunnen optreden. Bij deze instelling komt de warmte van de verwarmings­elementen van boven en beneden. Daarom heeft u voor het bereiden maar één inzetniveau nodig. Deze instelling is met name geschikt voor gerechten die ook van onder goed bruin moeten worden, zoals quiches en pasteien. Ook gratins, lasagne en andere
gegratineerde gerechten, die met name van boven mooi bruin moeten worden, kunnen met deze instelling goed worden bereid.
Zo gebruikt u boven- en onderwarmte:
1. Draai de ovenregelaar op de gewenste functie .
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
progres 15
Ontdooien
De ovenventilator werkt zonder warmte
en laat de lucht in de oven op kamertemperatuur circuleren.
Controleer of de thermostaatknop op de
stand UIT staat.
Ventilatorgrill
Bij de ventilatorgrill een maximale temperatuur van 200°C instellen.
Vervolgens gaat de grill afwisselend met de ventilator werken (convectiewerking). Deze werkwijze maakt het gelijkmatige binnendringen van de warmte in het gerecht mogelijk, zonder de bovenkant te langdurig bloot te stellen aan de directe bestraling van de grill.
16 progres
Draaispit
Ovendeur altijd gesloten houden.
Neem de volgende instructies in acht:
)
- Vlees aan het draaispit rijgen en met de vorken vastzetten.
- Spit op de houder plaatsen en het geheel in het tweede inzetniveau van onder schuiven.
- Het uiteinde van het spit in de desbetreffende opening van de achterwand aanbrengen.
- De greep van het spit eraf schroeven.
- De braadslede met ca. 1/2 l. water op het eerste inzetniveau plaatsen.
- De functiekeuzeschakelaar op stand temperatuur instellen.
De vorken en het spit van het draaispit zijn spits en scherp (indien uw apparaat is uitgerust met een draaispit). Ga voorzichtig met het draaispit te werk om verwondingen te
voorkomen.
draaien en de gewenste
Vorken
Spit
Afneembare greep
Spithouder
Braden met het draaispit
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Niveau
4
Soort gerecht
Gevogelte 1000 2 200 50/60 Braadstuk 800 2 200 50/60
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
Hoeveelheid
(gr.)
Temp.
3 2 1
°C
Kooktijd
in minuten
progres 17
Adviezen
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gematigde temperatuur (150°C - 200°C). Daarom is het nodig om de oven ca. 10 minuten voor te verwarmen.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. Door te vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in de oven worden geplaatst, moet er tussen de blikken één niveau worden vrijgelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in de oven geschoven, dan moeten de platen na ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden verwisseld en gedraaid worden.
Braden:
Braad geen stukken die minder wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C
- 250°C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen een lagere temperatuur (150°C
- 175°C) nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig, voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan de braadslede op het onderste niveau zodat de sappen worden opgevangen.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan, zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u een beetje water in de braadslede gieten. Om condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in de oven op de laagste temperatuur warm gehouden worden.
Voorzichtig! Bedek de oven nooit met
aluminiumfolie en plaats geen bakblikken, ovenschotels en dergelijke op de bodem van de oven, anders kan het emaille van de oven door de opgebouwde hitte beschadigd raken.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instellingen, die u bij uw eerste gaar- en braadpogingen heeft gedaan, om ervaringen op te doen voor het geval dat u dezelfde gerechten later opnieuw wilt bereiden.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen aanpassen op basis van uw eigen ervaringen.
18 progres
Bak-tabellen
De Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
De conventionele oven
GERECHT
Niveau Niveau
4 3 2 1
Temp.
(°C)
GEBAK
Schuimtaart 2 170 2 (1 en 3)* 160 45-60 Cakevorm Zandkoekdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 20-30 Cakevorm Karnemelk-kaaskoek 1 175 2 165 60-80 Cakevorm Appeltaart 1 170 2 (1 en 3)* 160 90-120 Cakevorm Strudel 2 180 2 160 60-80 Bakplaat Jamtaart 2 190 2 (1 en 3)* 180 40-45 Cakevorm Fruitcake 2 170 2 150 60-70 Cakevorm Biscuitgebak 1 170 2 (1 en 3)* 165 30-40 Cakevorm Kerstcake 1 150 2 150 120-150 Cakevorm Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 Broodvorm Kleine cake 3 170 2 160 20-35 Bakplaat Koekjes 2 160 2 (1 en 3)* 150 20-30 Bakplaat Schuimpjes 2 135 2 (1 en 3)* 150 60-90 Bakplaat Koffiebroodjes 2 20 0 2 190 12~20 Bakplaat Gebak: Soesjes 2 of 3 210 2 (1 en 3)* 170 25-35 Op bakplaat Taartjes 2 180 2 170 45-70 In cakevorm
BROOD EN PIZZA
Wit brood 1 195 2 185 60-70 Roggebrood 1 190 1 180 30-45 Broodvorm Broodjes 2 20 0 2 (1 en 3)* 175 25-40 Bakplaat Pizza 2 200 2 20 0 20-30 Bakplaat
FLANS-ovenschotels
Pasta-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 40-50 Bakvorm Groente-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 45-60 Bakvorm Quiches 1 210 1 190 30-40 Bakvorm Lasagne 2 200 2 200 25-35 Bakvorm Cannelloni 2 200 2 200 25-35 Bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Op rooster Varken 2 180 2 175 100-130 Op rooster Kalf 2 190 2 175 90-120 Op rooster Rosbief, medium
rood 2 210 2 200 50-60 Op rooster medium 2 210 2 200 60-70 Op rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Op rooster Varkensbraadstuk 2 180 2 170 120-150 met zwoerd Varkenspoot 2 180 2 160 100-120 2 stuks Lam 2 190 2 175 110-130 Bout Kip 2 190 2 200 70-85 Heel Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel Eend 2 175 2 220 120-150 Compleet Gans 2 175 1 160 150-200 Compleet Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken Fazant 2 190 2 175 90-120 Compleet Gebraden gehakt 2 180 2 170 totaal 150 Broodvorm
VIS
Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3)* 175 40-55 3-4 vissen Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3)* 175 35-60 4-6 filets
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
(*)
Als u gelijktijdig meer dan een gerecht wilt bereiden, adviseren wij u deze op de tussen
haakjes aangegeven inzetniveaus te plaatsen.
Hete lucht
4 3 2 1
Temp.
(°C)
Grilltijd
in minuten
OPMERKINGEN
Loading...
+ 42 hidden pages