De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de omslag van deze handleiding en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Opmerking: de sticker(s) worden niet op ware
grootte weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan
35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Gebruik de trainingfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
3. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de trainingfiets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. Deze trainingfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingfiets
niet commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de trainingfiets uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de trainingfiets op een vlakke ondergrond met een matje onder de trainingfiets
om uw vloer (bedekking) te beschermen.
Zorg ervoor dat er minstens 0,6 m ruimte
rondom de trainingfiets is.
8. Draag geschikte kleding wanneer u de trainingfiets gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de trainingfiets bekneld kunnen raken.
Draag altijd sportschoenen.
9. De trainingfiets kan alleen door mensen die
minder dan 113 kg wegen worden gebruikt.
10. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De
polssensor is alleen als hulpmiddel bedoeld
voor algemene hartslag meting.
11. Houdt tijdens het gebruik van de trainingfiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
12. De trainingfiets heeft geen freewheel; de
pedalen blijven in beweging totdat het vliegwiel tot stilstand komt. Stop met het trappen
op een gecontrolleerde manier.
13. Druk de weerstandsknop naar beneden om
het vliegwiel snel te stoppen.
6. Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de
trainingfiets en draai ze dan goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12
en huisdieren bij de trainingfiets vandaan.
14. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de
dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn
voelt, stop dan meteen met het oefenen en
begin met een afkoeling.
3
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe PROFORM®490 SPX trainingfiets. Fietsen is een effectieve oefening voor het verbeteren van hart en vaten,
het opbouwen van uithoudingsvermogen en het vormgeven aan het gehele lichaam. De 490 SPX trainingfiets biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om
uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voor gebruik van de trainingfiets.
Polssensor
Stuur
Zadel
Raadpleeg de omslag van deze handleiding als u nog
vragen hebt. Noteer het productnummer en het
serienummer voordat u met ons contact opneemt. De
plaats waar u de stickers met het productnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van
de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Stuurhendel
Schakelhendel
Weerstandsknop
Zadelknop
Schakelhendel
Pedaal/Beugel
Stelpoot
Wiel
Stelpoot
4
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de trainingfiets op een open plek en verwijder
het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de trainingfiets volledig hebt gemon-
eerd.
t
Behalve het meegeleverde gereedschap is ook een verstelbare sleutel voor de montage nodig.
Opmerking: als een onderdeel in het onderdelenzakje ontbreekt, controleer dan of het is bevestigd aan
een van de onderdelen die gemonteerd moet worden.
1. Maak de Achterste Stabilisator (10) vast aan het
Onderstel (2) met twee M8 x 45mm
Draagbouten (52), twee M8 Gespleten
Tussenringen (60), en twee M8 Eikelmoeren
(65).
2. Maak de Voorste Stabilisator (3) vast aan het
Onderstel (2) met twee M8 x 45mm
Draagbouten (52), twee M8 Gespleten
Tussenringen (60), en twee M8 Eikelmoeren
(65).
1
65
60
2
10
52
2
65
60
2
3
52
5
3. Plaats de Zadeldrager (5) en de Buis van het
Zadel (20) zoals afgebeeld. Steek de
Zadeldrager in de Buis van het Zadel.
3
Schuif de Zadeldrager (5) tot de gewenste
tand en draai dan de Zadelknop (42) in de
s
Buis van het Zadel en in een van de bijstelgaten in de Zadeldrager vast. Zorg ervoor dat de
Zadelknop goed vastzit in een bijstelgat.
4. Plaats de Buis van het Zadel (20) zoals afgebeeld en steek deze in het Onderstel (2).
Schuif de Buis van het Zadel (20) naar boven of
naar beneden tot de gewenste stand en draai
dan de Schakelhendel (41) in het Onderstel (2)
vast.
Opmerking: de Schakelhendel (41) werkt als
een ratelmechanisme. Draai het handvat van de
Schakelhendel met de klok mee, trek het handvat naar buiten, draai het handvat tegen de klok
in, druk het handvat naar binnen, draai het
handvat dan weer met de klok mee. Herhaal
deze procedure totdat de Schakelhendel vast
zit.
2
4
20
Bijstelgaten
4
20
41
2
5
Schuif de Buis van het Zadel (20) wat naar
boven of naar beneden om ervoor te zorgen
dat de Schakelhendel (41) goed tegen de
Buis van het Zadel vastzit.
6
5. Bekijk de inzet-tekening. Maak de Glijkoker
van het Stuur (19) vast op de Stuurhendel (45).
Zorg ervoor dat de platte kant van de
lijkoker van het Stuur naar de Stuurhendel
G
wijst.
5
19
Platte
Kant
Plaats het Stuur (6) en de Buis van het Stuur
(4) zoals afgebeeld. Schuif het Stuur op de Buis
van het Stuur.
Schuif het Stuur (6) op de Buis van het Stuur
(4) op de gewenste stand en draai dan de
Stuurhendel (45) in de Buis van het Stuur vast.
Opmerking: de Stuurhendel (45) werkt als een
ratelmechanisme. Draai het handvat van de
Stuurhendel met de klok mee, trek het handvat
naar buiten, draai het handvat tegen de klok in,
druk het handvat naar binnen, draai het handvat
dan weer met de klok mee. Herhaal deze procedure totdat de Stuurhendel vast zit.
6. Plaats de Buis van het Stuur (4) zoals afgebeeld en steek deze in het Onderstel (2).
Schuif de Buis van het Stuur (4) naar boven of
naar beneden tot de gewenste stand en draai
dan een Schakelhendel (41) in het Onderstel
(2) vast.
Opmerking: de Schakelhendel (41) werkt als
een ratelmechanisme. Draai het handvat van de
Schakelhendel met de klok mee, trek het handvat naar buiten, draai het handvat tegen de klok
in, druk het handvat naar binnen, draai het
handvat dan weer met de klok mee. Herhaal
deze procedure totdat de Schakelhendel vast
zit.
45
6
4
45
6
72
4
73
Draad
2
41
Schuif de Buis van het Stuur (4) wat naar
boven of naar beneden om ervoor te zorgen
dat de Schakelhendel (41) goed vastzit tegen
de Buis van het Stuur.
Sluit de draad van het Bedieningspaneel (72)
aan op de Draad van de Snelheidssensor (73).
7
7. Zoek naar het Rechter Pedaal (39), die met een
“R” is aangegeven (L of Left geeft links aan; R
of Right geeft rechts aan).
Draai met gebruik van een verstelbare sleutel
et Rechter Pedaal (39) met de klok mee goed
h
vast in de Rechter Crankarm (26).
Draai het Linker Pedaal (niet getoond) met de
klok mee in de Linker Crankarm (niet getoond).
7
6
2
BELANGRIJK: draai beide pedalen zo goed
mogelijk vast. Draai de pedalen nog eens
vast nadat u de trainingfiets een week
gebruikt heeft.
8. Voor het Bedieningspaneel (72) heeft u twee
AAA batterijen (niet inbegrepen) nodig, bij
voorkeur alkaline batterijen.
Verwijder de bovenste kap van het
Bedieningspaneel (72) van het Stuur (6), steek
de batterijen in het batterijkastje en maak dan
de bovenste kap van het Bedieningspaneel
weer rond het Stuur vast. Zorg ervoor dat de
batterijen georiënteerd zijn zoals getoond op
de afbeeldingen in het batterijkastje.
9. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de trainingfiets goed vastgedraaid worden. Opmerking: het kan
zijn dat sommige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de oefenfiest om uw vloer
(bedekking) niet te beschadigen.
8
39
72
6
Bovenste
Kap
8
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
HOE HET ZADEL BIJ TE STELLEN
Maak eerst de zadelknop
os om de stand van het
l
zadel te veranderen.
eweeg het zadel naar
B
voren of naar achteren in
de gewenste stand en
draai de zadelknop
opnieuw vast.
HOE DE BUIS VAN HET ZADEL BIJ TE STELLEN
Voor een effectieve oefening moet de zitting op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
U moet eerst de schakelhendel losmaken om de
hoogte van de buis van
het zadel bij te stellen.
Schuif vervolgens de
buis van het zadel naar
boven of naar beneden
tot de gewenste stand en
draai dan de schakelhendel weer vast. Zorg
ervoor dat de schakelhendel goed tegen de
buis van het zadel vastzit.
HOE HET STUUR BIJ TE STELLEN
Maak eerst de stuurhendel los om de stand van
het stuur bij te stellen.
Schuif dan het stuurhendel naar voren of naar
achteren tot de gewenste
stand en draai dan de
stuurhendel goed vast.
Opmerking: de stuurhendel werkt als een ratelmechanisme. Draai het handvat op de stuurhendel tegen de
klok in, trek het handvat naar buiten, draai het handvat
met de klok mee, druk het handvat naar binnen, draai
het handvat dan weer tegen de klok in. Herhaal deze
procedure totdat de stuurhendel los is.
Zadel
Zadelknop
Schakel-
hendel
Buis van
het Zadel
Stuur
Stuurhendel
HOE DE BUIS VAN HET STUUR BIJ TE STELLEN
Draai eerst de stuurhen-
el los om de hoogte van
d
de buis van het stuur bij
e stellen. Schuif vervol-
t
gens de buis van het
stuur naar boven of naar
beneden tot de gewenste
stand en draai dan de
stuurhendel vast. Zorg
ervoor dat de stuurhendel goed tegen de buis
van het stuur vastzit.
HOE DE PEDAALGESPEN BIJ TE STELLEN
Trek gewoon aan de uiteinden van de pedaalgespen
om de pedaalgespen vast te maken. Druk en houdt de
lipjes van de gespen vast om de pedaalgespen los te
maken, stel de pedaalgespen op de gewenste lengte
en laat dan de lipjes los.
HOE DE PEDAALWEERSTAND BIJ TE STELLEN
Om de weerstand van de
pedalen te verhogen
moet u de weerstandsknop met de klok mee
draaien. Om de weerstand te verlagen moet u
de knop tegen de klok in
draaien.
Druk de weerstandsknop naar beneden om het vliegwiel snel te stoppen. Het vliegwiel zal dan snel tot stilstand komen.
HOE DE TRAININGFIETS GOED VLAK TE
STELLEN
Wanneer de trainingfiets
bij gebruik wat op de
vloer wiebelt, draai dan
aan een of beide
stelpoten op de voorste
en achterste stabilisator
totdat de trainingfiets niet
meer wiebelt.
Schakel-
hendel
Buis van
het Stuur
Stelpoten
Weerstands-
knop
9
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
HOE HET BEDIENINGSPANEEL TE GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel, welke gemakkelijk in gebruik is,
eeft zes instellingen die meteen oefeninformatie
h
weergeven. De instellingen van het bedieningspaneel
orden hieronder beschreven.
w
Willekeurig [SCAN]—Deze instelling geeft,
achtereenvolgens telkens een paar seconden lang, de
tijd, snelheid, afstand, calorieën en de hartslag aan.
Tijd [TIME]—Deze instelling geeft de verlopen tijd
aan.
Afstand [DIST]—Deze instelling geeft de getrapte
afstand (in kilometers) tijdens uw oefening aan.
Snelheid [SPEED]—Deze instelling geeft de getrapte
snelheid in kilometers per uur aan.
Calorieen [CAL]—Deze instelling geeft bij benadering
het aantal calorieën aan die u tijdens uw oefening
heeft verbrand.
Hartslag [PULSE]—Deze instelling geeft uw hartslag
aan wanneer u de handgreep met hartslagsensors
vasthoudt.
HOE DE BATTERIJEN TE INSTALLEREN
Voor het bedieningspaneel heeft u twee AAA batterijen, bij voorkeur alkaline batterijen, (niet meegeleverd)
nodig. Verwijder de bovenste kap van het bedieningspaneel, steek de batterijen in het batterijkastje en
maak dan de bovenste kap van het bedieningspaneel
weer vast. Zorg ervoor dat de batterijen geplaatst
zijn zoals getoond op de afbeeldingen in het batterijvakje. Opmerking: als er een doorzichtig plastic
laagje op het bedieningspaneel ligt, dan moet u dat
verwijderen.
1. Zet het bedieningspaneel aan.
Druk op de toets van het bedieningspaneel of
begin gewoon te trappen om het bedieningspaneel
in werking te stellen.
2. Kies een instelling.
Scan instelling—Druk herhaaldelijk op de toets
totdat een pijltje naast het woord SCAN
(Willekeurig) verschijnt om de scan instelling te
kiezen.
Tijd, snelheid, afstand, of calorieën instelling—
Druk herhaaldelijk op de toets totdat een pijltje
naast de gewenste instelling verschijnt om een
van de instellingen te kiezen voor een doorlopende weergave. Zorg ervoor dat er geen pijlt-
je naast het woord SCAN staat.
Opmerking: houdt de toets ingedrukt totdat er
nullen in de display verschijnen om de instellingen
opnieuw in te stellen.
3. Begin te trappen en volg uw vordering op de
display.
Tijdens uw oefening zal het bedieningspaneel de
gekozen instelling(en) weergeven.
4. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Het kan zijn dat er plastic velletjes op de metalen contactpunten van de handvaten zitten.
Haal deze van de handvaten af. Plaats uw han-
den op de handgreep met hartslagsensor, met uw
handpalmen op de contactpunten. Beweeg uwhanden niet. Wanneer uw hartslag gemeten kan
worden zal uw hartslag weergegeven worden.
Houdt de contactpunten ongeveer 30 seconden
vast voor het meest zuivere resultaat.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
bevinden zoals aangegeven. Beweeg uw handen
niet te veel of houdt de metalen contactpunten niet
te hard vast. Voor de beste werking, maak de metalen contactpunten schoon met een zacht doek;
gebruik nooit alcohol, schurende of chemische
middelen om de contactpunten schoon te
maken.
5. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Het bedieningspaneel heeft een “auto-off” functie.
Wanneer de pedalen niet draaien en de toets van
het bedieningspaneel een paar minuten lang niet
ingedrukt wordt, dan zal de stroom automatisch
uitgaan om de batterijen te sparen.
10
ONDERHOUD EN OPPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ekijk de onderdelen van de trainingfiets regelmatig
B
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen.
ebruik een zachte doek en een niet agressief
G
schoonmaakmiddel om de trainingfiets schoon te
maken. BELANGRIJK: houd vloeistoffen weg bij
het bedieningspaneel. Houd het bedieningspaneel
uit direct zonlicht.
ATTERIJEN VERVANGEN
B
Wanneer het bedieningspaneel niet goed meer oplicht
moeten de batterijen vervangen worden. De meeste
roblemen ontstaan door lege batterijen.
p
Raadpleeg HOE DE BATTERIJEN TE INSTALLEREN
op pagina 10 om de batterijen te vervangen, en plaats
twee batterijen in het bedieningspaneel.
11
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
et verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
V
WAARSCHUWING: voor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
rogramma, dient u een arts te consulteren.
p
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
eriode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
p
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
ebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
g
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te
oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van
uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw
adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
12
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
aar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
n
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en
beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën
naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen.
Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
13
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEX74909.0 R
Nr.Aant.BeschrijvingNr.Aant.Beschrijving
1109A
1
21Onderstel
31Voorste Stabilisator
41Buis van het Stuur
51Zadeldrager
61Stuur
72Bijstelbeugel
81Weerstandsbuis
91Katrol
101Achterste Stabilisator
111Arm van het Tussenwiel
121Veerplaat van de Remblok
131Weerstandsschacht
141Weerstandsborgveer
151Vliegwielas
161Crankarm
171Katrolbout van het Tussenwiel
181Koker van het Tussenwiel
191Glijkoker van het Stuur
201Buis van het Zadel
211Drijfriem
222Lager van het Vliegwiel
232Crankpakking
244Wiellager
251Linker Crankarm
261Rechter Crankarm
271Tussenwielveer
281Weerstandspenveer
291Schild
302Reduceringmoer
311Weerstandspenkap
321Tussenwiel van het Katrol
334Stabilisatorkap
344Stelpoot
352Onderstel Tussenstuk
361Kap voor de Zadeldrager
372Onderstelkap
381Zadel
391Rechter Pedaal/-Beugel
401Remblok
412Schakelhendel
421Zadelknop
1Vliegwiel
31Weerstandsknop
4
442Crankkap
451Stuurhendel
462Wiel
472Vierkant Binnenkapje
481Doorvoerhuls
492M8 x 25mm Schroef
501"J"-Bout
511Bout van de Arm van het
Tussenwiel
524M8 x 45mm Draagbout
538M4 x 15mm Schroef
542Schroef van Remblok
552Polssensor
562M8 x 16mm Schroef met Ronde
Kop
574M6 x 12mm Schroef met Ronde
Kop
582Wielbout
598M10 Tussenring
606M8 Gespleten Tussenring
614M5 Tussenring
622M10 Moer met Opstaande Rand
632M10 Moer
641M8 Moer
654M8 Eikelmoer
662M8 Slotmoer
672M6 Slotmoer
682M10 Slotmoer
691Crankmoer
701Borgring
711Waterfleshouder/Waterfles
721Bedieningspaneel
731Snelheidssensor/-draad
742M4 x 12mm Schroef
751M3,5 x 32mm Bout
761M3,5 Borgmoer
772M4 x 20mm Schroef
781Linker Pedaal/-Beugel
*–Montagegereedschap
*–Gebruikershandleiding
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
14
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PFEVEX74909.0 R
36
42
47
35
41
2
31
8
43
57
57
13 14
28
37
35
41
45
19
4
78
25
69
23
60
49
44
47
20
38
5
6
3
34
68
24
24
58
46
58
46
24
34
24
52
33
33
34
34
52
11
66
59
59
51
18
17
32
27
50
64
33
33
10
29
21
9
26
44
49
60
39
70
16
23
65
60
60
54
61
61
40
12
57
61
61
62
59
7
67
63
22
1
15
22
63
7
59
62
72
72
53
53
56
65
65
60
74
48
73
53
67
55
55
76
77
77
75
30
30
53
71
1109A
15
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)