Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit
product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven plaatsen over de Engelse waarschuwingen
heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Raadpleeg de laatste pagina van deze handleiding
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is en vraag om een vervangende sticker. Plak de
sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de
sticker(s) worden niet op ware grootte weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op
uw trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
1. De eigenaar moet zich ervan vergewissen
dat allen die gebruikmaken van de trainingsfiets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
4. Deze trainingsfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets
niet commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
6. Plaats de trainingsfiets op een vlakke ondergrond met een matje onder de fiets om uw
vloer (bedekking) te beschermen. Zorg dat
er tenminste 0,6 meter ruimte is rond de
trainingsfiets.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de fiets bekneld kan raken. Draag altijd
sportschoenen voor voetbescherming.
10. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Diverse factoren kunnen invloed
hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De hartslagmonitor dient slechts
om een algemene hartslag te meten, als
hulpmiddel bij uw oefeningen.
11. De trainingsfiets kan alleen door mensen die
minder dan 125 kg wegen worden gebruikt.
12. Wees voorzichtig bij het monteren en demonteren van de trainingsfiets.
13. Houd tijdens het gebruik van de trainingsfiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
14. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
7. Controleer en draai alle delen regelmatig
aan. Vervang versleten onderdelen direct.
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de nieuwe PROFORM® 425 ZLX
trainingsfiets gekozen heeft. Fietsen is een effectieve oefening voor het verbeteren van hart en vaten,
het opbouwen van uithoudingsvermogen en het
vormgeven aan het gehele lichaam. De 425 ZLX trainingsfiets heeft een aantal indrukwekkende functies die
ontwikkeld zijn om uw oefeningen thuis effectiever en
aangenamer te maken
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
Lengte: 135 cm
Breedte: 61 cm
Gewicht: 45 kg
Accessoireshouder
de omslag van deze handleiding als u nog vragen
hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Armhendel
Rugleuning
Zitting
Hendel
Pedaal
Afstelhandvat
Wiel
Hartslagmonitor
Stelvoet
4
Page 5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelenmeegeleverd.
M6
Tussenring
(73)–2
M6 x 36mm Schroef
(69)–2
M8 x 40mm
Schroef (58)–4
M6 Gespleten
Tussenring (66)–2
M8 x 15mm
Schroef (78)–4
M10 Slotmoer
(57)–2
M10 x 80mm Schroef/Bout (54)–4
M4 x 16mm
Schroef (61)–4
M8 x 20mm
Schroef (55)–3
M6 x 16mm
Schroef (60)–2
M8 x 30mm
Schroef (56)–1
5
Page 6
MONTAGE
• Montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met alle montagestappen.
• Linker onderdelen worden met “L” of “Left”
aangegeven en rechter onderdelen worden met
“R” of “Right” aangegeven.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
• activeert uw garantie
• bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
• hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 5.
• Naast het inbegrepen gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een Philips schroevendraaier
een instelbare sleutel
Montage is makkelijker met een set sleutels. Om
schade aan de onderdelen te vermijden, dient u
nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
2. Draai de Achterste Stabilisator (31) zoals
afgebeeld.
Maak, terwijl een tweede persoon de achterkant
van het Onderstel (1) wat optilt, de Achterste
Stabilisator (31) aan het Onderstel vast met
twee M10 x 80mm Bouten (54) en twee M10
Slotmoeren (57).
2
57
31
1
54
6
Page 7
3. Draai de Voorste Stabilisator (32) zoals op de
sticker afgebeeld.
3
Maak, terwijl een tweede persoon de voork-
ant van het Onderstel (1) optilt, de Voorste
Stabilisator (32) aan het Onderstel vast met twee
M10 x 80mm Schroeven (54).
4. Richt de Staander (2) zoals is afgebeeld. Zorg
dat een tweede persoon de Staander vasthoudt
in de buurt van het Onderstel (1).
Zoek naar de binddraad in de Staander (2).
Maak het onderste eind van het binddraad vast
aan de uiteinden van de Hoofdraadkoker (53) en
de Polssensor Draad van het Onderstel (42).
Trek dan aan het andere eind van het binddraad
totdat de Hoofdraadkoker (53) en de Polssensor
Draad van het Onderstel (42) door de Staander
(2) zijn geleid.
32
1
4
Binddraad
Binddraad
1
2
54
42
53
7
Page 8
5. Tip: vermijd het afklemmen van de draden.
Plaats de Staander (2) op het Onderstel (1).
Maak de Staander (2) aan het Onderstel (1) vast
met vier M8 x 15mm Schroeven (78).
5
Vermijd het
afklemmen van
de draden
78
2
1
6. Richt de Deksel van het Scherm (12) zoals
getoond. Steek vervolgens de Hoofddraad (53)
en de Polssensordraad van het Onderstel (42)
omhoog door de Deksel van het Scherm.
Schuif de Deksel van het Scherm (12) omhoog
op de Staander (2). Druk vervolgens de Deksel
van het Scherm in de Rechter en Linker
Onderstelschermen (38, 39).
6
53
42
12
2
39
38
8
Page 9
7. Richt de Plaat van het Bedieningspaneel (11)
zoals getoond. Steek vervolgens de Hoofddraad
(53) en de Polssensor Draad van het Onderstel
(42) omhoog door de Bedieningspaneelplaat.
Tip: vermijd het afklemmen van de draden.
Steek de Bedieningspaneelplaat (11) in de
Staander (2).
Richt het Handleuning (13) zoals is afge-
beeld. Tip: vermijd het afklemmen van de draden. Maak de handleuning en de
Bedieningspaneelplaat (11) vast aan de
Staander (2) met twee M8 x 20mm Schroeven
(55).
7
11
53
42
13
55
Vermijd het
afklemmen van
de draden
2
8. Het Bedieningspaneel (4) werkt met vier
D-batterijen (niet meegeleverd); alkalinebatterijen worden aanbevolen. Gebruik geen oude
en nieuwe batterijen of alkaline, standaard en
oplaadbare batterijen samen. BELANGRIJK:
als het bedieningspaneel is blootgesteld
aan koude temperaturen, dient u het op
kamertemperatuur te laten komen voordat
u er batterijen in plaatst. Anders kunt u het
bedieningspaneel of andere elektrische
onderdelen beschadigen.
Verwijder het batterijdeksel van de achterkant
van het Bedieningspaneel (4), en steek de batterijen in het batterijvakje. Richt de batterijen
zoals wordt aangegeven met de markeringen
aan de binnenkant van het batterijcompartiment. Maak dan de batterijdeksels opnieuw
vast.
Bel, om een optionele stroomadapter te
kopen, met het nummer op de kaft van deze
handleiding. BELANGRIJK: om schade aan
het bedieningspaneel te voorkomen dient
u alleen een door de fabrikant geleverde
gereguleerde stroomadapter te gebruiken.
Steek het ene einde van de stroomadapter in de
aansluiting aan de binnenkant van het batterijvakje van het bedieningspaneel en het andere
uiteinde in een stopcontact die aan de lokale
normen en bepalingen voldoet.
8
Deksel
van de
Batterij
4
Deksel
van de
Batterij
Ontvanger
9
Page 10
9. Sluit, terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (4) bij de Plaat van het
Bedieningspaneel (11) houdt, de draad van het
Bedieningspaneel aan op de Hoofddraad (53) en
op de Polssensordraad van het Onderstel (42).
Steek het overschot aan draad in de Plaat
van het Bedieningspaneel (11) of in het
Bedieningspaneel (4).
9
4
11
42
53
61
Tip: vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig het Bedieningspaneel (4) op de Plaat
van het Bedieningspaneel (11) met vier M4 x
16mm Schroeven (61).
10. Richt de Afstelhendel (15) zoals getoond.
Bevestig de Afstelhendel aan de Remas (16)
met twee M6 x 16mm Schroeven (60), twee
M6 Gespleten Tussenringen (66) en twee M6
Tussenringen (73).
61
Vermijd het
afklemmen van
de draden
10
16
10
66
60
73
15
Page 11
11. Richt het Onderstel van de Rugleuning (5)
zoals getoond. Bevestig het Onderstel van de
Rugleuning aan de Drager van het Zitting (3)
met een M8 x 20mm Schroef (55) en een M8 x
30mm Schroef (56).
11
56
3
5
55
12. Richt het Zitting (8) en het Onderstel van de
Zitting (7) zoals getoond.
Maak het Onderstel van de Zitting (7) vast
aan de Drager van de Zitting (3) vast met vier
M8 x 40mm Schroeven (58). Tip: draai al de
Schroeven eerst wat aan en draai ze dan
goed vast.
12
58
8
7
58
3
11
Page 12
13. Richt de Rugleuning (6) zoals is afgebeeld.
Maak de Rugleuning vast aan het Onderstel
van de Rugleuning (5) met twee M6 x 36mm
Schroeven (69).
13
6
69
5
14. Steek het Draad van de Polssensor van het
Onderstel van de Zitting (22) in de aansluiting in
de Linker Scherm van de Zitting (41).
14
22
Aansluiting
41
12
Page 13
15. Neem het Rechter Pedaal (36).
Draai met gebruik van een Engelse sleutel het
Rechter Pedaal (36) naar rechtsgoed vast in
de Rechter Crankarm (83).
15
83
Riem
Draai het Linker Pedaal (niet getoond) stevig
naar links in de Linker Crankarm (niet getoond).
Stel de rechterriem af op de gewenste stand
en druk de uiteinden van de riem in de lipjes
op de Rechterpedaal (36). Stel de beugel van
het Linkerpedaal op dezelfde manier af (niet
getoond).
16. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Aandacht: er kunnen extra
onderdelen meegeleverd zijn. Leg een matje onder de trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking niet te
beschadigen.
36
Lipje
13
Page 14
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS
HET ZADEL AFSTELLEN
U kunt het zadel
voorwaarts en achterwaarts afstellen in de
meest comfortabele
positie. Om het zadel
af te stellen duwt
u de afstelhendel
omlaag, schuift u
het zadel naar de
gewenste stand en
trekt u de afstelhendel omhoog om het
zadel op de locatie te
vergrendelen.
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Om de pedaalriemen
af te stellen moet
u eerst de uiteinden van de riemen
van de lipjes op de
pedalen trekken. Stel
de riemen af op de
gewenste stand en
steek de einden van
de riemen weer in de
lipjes.
Afstelhendel
Pedaal-
riem
Lipje
DE TRAININGSFIETS VERPLAATSEN
Om de trainingsfiets
te verplaatsen houdt
u het handvat op de
achterste stabilisator vast en tilt u deze
langzaam omhoog
tot de trainingsfiets
op de voorwielen kan
worden verplaatst.
Verplaats de trainingsfiets voorzichtig
naar de gewenste
plaats en zet het apparaat weer op de vloer neer.
DE FIETS WATERPAS STELLEN
Draai, wanneer de
trainingsfiets tijdens
het gebruik wat
wiebelt, aan één of
aan beide stelvoeten
onder de achterste
stabilisator totdat
het toestel niet meer
wiebelt.
Hendel
Stelvoeten
14
Page 15
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk op
de knop bijstellen wanneer de handmatige instelling
van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening constant informatie
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de
handgreep van de hartslagmonitor gebruikt.
Aanvullend biedt het bedieningspaneel achttien vooraf
ingestelde oefeningen- negen afvaloefeningen en
negen prestatie-oefeningen. Elke oefening verandert
automatisch de weerstand van de pedalen en zal u
aansporen uw fietssnelheid te wijzigen, terwijl u door
een effectieve oefensessie geleid wordt.
Het bedieningspaneel heeft ook het iFit-Interactief
workout-systeem waarmee het bedieningspaneel
iFit-kaarten accepteert die oefeningen bevatten die u
helpen bij het bereiken van specifieke fitnessdoelen.
Verlies, bijvoorbeeld, ongewenste ponden met de 8
weken Afvaloefeningen. iFit-oefeningen controleren
de weerstand van de pedalen terwijl de stem van een
persoonlijke trainer u door de oefening begeleidt.
iFit kaarten zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Ga, voor
aankoop van de iFit-kaarten naar www.iFit.com of
bel met het telefoonnummer op de kaft van deze
handleiding.
U kunt zelfs uw MP3-speler of CD-speler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en luisteren naar uw favoriete muziek of audioboeken terwijl u
oefeningen doet.
Zie bladzijde 16 om de handmatige instelling te
gebruiken. Zie bladzijde 18 om de een vooraf
ingestelde oefening gebruiken. Zie bladzijde 19 om
een iFit workout te gebruiken. Zie bladzijde 20 om
het stereo geluidssysteem te gebruiken. Zie bladzi-
jde 20 om de gebruikersinstelling te gebruiken.
Aandacht: zorg ervoor voordat u het bedieningspaneel
gebruikt dat de batterijen goed zijn geïnstalleerd (zie
montage stap 7 op pagina 9). Als er een laagje plastic
op het display ligt, moet u dat verwijderen.
15
Page 16
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Profiel: deze display zal, wanneer een oefening
gekozen wordt, een profiel van de weerstandsinstellingen van de oefening aangeven.
Druk om het bedieningspaneel in te schakelen op
een willekeurige toets of begin gewoon te trappen.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. U zult een (piep)toon horen
en het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige instelling.
De handmatige instelling zal
automatisch gekozen worden
wanneer u het bedieningspaneel inschakelt.
Als u een oefeing heeft gese-
lecteerd, kiest u opnieuw
voor de handmatige modus
door te drukken op de toets
9 Wt Loss Workout (afvaloefening) of de toets 9
Perform. Workouts (prestatieoefening) herhaaldelijk
tot een route verschijnt in de bovenste display.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
Tijdens het stappen kunt
u de weerstand van de
Pedalen veranderen door
op de toetsen Resistance
(weerstand) toenemen of
afnemen te drukken.
Aandacht: wanneer u de
toetsen indrukt, duurt het
even voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Pulse: deze display-instelling zal, wanneer u de
hartslagmonitor met handgreep gebruikt, uw hartslag aangeven (zie stap 5 op bladzijde 17).
Res (Weerstand): deze display zal, telkens wan-
neer het weerstandsniveau verandert, een paar
seconden lang de weerstandsinstelling van de
pedalen aangeven.
Speed (Snelheid): deze display geeft de fietssnel-
heid in mijlen of kilometers per uur aan.
Time (Tijd): in de manuele instelling toont deze
weergave de verlopen tijd. Deze display-instelling
zal, wanneer een oefening gekozen wordt, de
resterende tijd van de oefening aangeven.
Track (Route): deze display-instelling zal, wanneer
de handmatige instelling gekozen wordt, een route
van 400 m (1/4 mijl) aangeven. Terwijl u oefent,
zullen verschillende indicatoren rond de route
verschijnen totdat de hele route verdwijnt. De route
zal dan verdwijnen en de indicatoren zullen weer
opnieuw na elkaar verschijnen.
Druk herhaaldelijk op de
toets Display Mode (Displayinstelling) om de gewenste
oefening-informatie te kunnen bekijken.
Druk op de toets On/Reset
(Aan/Resetten) om de displays te resetten.
Aandacht: het bediening-
spaneel kan de gestapte snelheid en afstand
in mijlen of kilometers aangeven. Zie DE
GEBRUIKERSINSTELLING op bladzijde 20 om de
eenheid te bekijken of om van eenheid te wisselen.
De display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
Calories (Calorieën): deze display bevat bij bena-
dering het aantal calorieën dat u verbrand hebt.
Distance (Afstand): deze display instelling zal de
getrapte afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Om het volume van het bedien-
ingspaneel te wijzigen, drukt u
op toetsen volume verhogen en
verlagen.
16
Page 17
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contactpunten van de
handgreep met
hartslagmonitor
bevinden, verwijder deze dan.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn. Om
uw hartslag te
meten, houd uw handen op de hartslagmonitor met
de palmen van uw hand leunend tegen de contactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de
handsensoren stevig vast.
Een hartsymbooltje zal in de display knipperen en
uw hartslag zal aangegeven worden wanneer uw
hartslag gemeten kan worden. Voor een cor-
recte hartslagmeting, houd u de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
Contactpunten
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorgt
u ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
bevinden zoals aangegeven. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt en houd de contactpunten ook niet te strak vast. Voor de beste
werking, maakt u de contactpunten schoon met
een zacht doek; gebruik nooit alcohol, schuur-
of chemische middelen om de contactpunten
schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met uw training.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen is een serie tonen te horen, het bedieningspaneel zal stilvallen en de tijd zal op de display
opflikkeren.
Na een paar minuten zal het bedieningspaneel
uitgaan en zal de display zich resetten.
17
Page 18
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk om het bedieningspaneel in te schakelen op
een willekeurige toets of begin gewoon te trappen.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. U zult een (piep)toon horen
en het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van een
vooraf ingestelde oefening drukt u op de toets 9
Wt. Loss (afvallen) of de
toets 9 Perform. Workouts
(presterenoefeningen)
herhaaldelijk tot het nummer
van de gewenste oefening
verschijnt in de display.
Een profiel van de weer-
standsinstellingen van de
oefening zal, wanneer u een vooraf ingestelde
oefening kiest, langs de bovenste display lopen,
de tijdsduur van de oefening zal op het middelste
display verschijnen en het nummer van de oefening zal op de onderste display verschijnen.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Elk oefening is onderverdeeld in segmenten van 1
minuut. Er is één weerstandsinstelling en één snelheidsinstelling voor elk segment geprogrammeerd.
Aandacht: dezelfde weerstands- en/of snelheidsinstelling kan voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd worden.
Tijdens de oefening zal het oefeningprofiel uw
vooruitgang laten zien (zie de tekening hierboven).
De knipperende balk van het profiel stelt het
huidige oefeningsegment voor. De hoogte van het
knipperende segment geeft de weerstand van het
huidige segment aan.
Aan het einde van elke segment van de oefen-
ing, zult u een aantal tonen horen en het volgende
segment zal beginnen te flikkeren. Als een verschillend weerstandniveau voor het volgende segment
geprogrammeerd is, dan zal het weerstandniveau
enkele seconden op de display verschijnen om u
te waarschuwen. De weerstand van de pedalen zal
dan veranderen.
Profiel
Houd tijdens het oefenen
uw trapsnelheid dicht bij de
doelsnelheid van het huidige
segment. De doelsnelheid
zal op de display verschijnen
wanneer de display instelling
voor de snelheid gekozen
wordt.
BELANGRIJK: de doel-
snelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw huidige trapsnelheid kan langzamer dan de aangegeven
snelheid zijn. Zorg ervoor dat u op een tempo
fietst dat aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het hui-
dige segment te hoog of te laag ligt kunt u de
instelling handmatig veranderen door op de
toetsen Resistance (Weerstand) te drukken.
BELANGRIJK: de pedalen zullen, wanneer
het huidig segment van de oefening eindigt,
automatisch aan de geprogrammeerde weerstandsinstelling van het volgend segment
aangepast worden.
Als u enkele seconden stopt met fietsen, dan zult u
enkele pieptonen horen en de oefening zal worden
stilgezet.
Om verder te gaan met de oefening, dient u
eenvoudigweg verder te gaan met trappen. De
oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel in de display knippert en
het laatste segment van de oefening eindigt.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met uw training.
Zie stap 6 op pagina 17.
18
Page 19
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
IFit-kaarten zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Ga, voor
aankoop van de iFit-kaarten naar www.iFit.com of
bel met het telefoonnummer op de kaft van deze
handleiding.
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk om het bedieningspaneel in te schakelen op
een willekeurige toets of begin gewoon te trappen.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. U zult een (piep) toon horen
en het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Plaats een iFit-kaart en selecteer een oefening.
Om een iFit-oefening te doen, steek een iFit-
kaart in de iFit-gleuf. Zorg ervoor dat de iFit-kaart
zodanig gedraaid is dat de metalen contactpunten
naar beneden wijzen en tegen de gleuf aanwijzen.
De indicator naast de gleuf zal, wanneer de iFitkaart goed ingestoken is, gaan branden.
Kies vervolgens de gewenste oefening op de iFit-
kaart door op de toetsen verhogen en verlagen
naast de iFit-gleuf te drukken.
Een profiel van de weerstandsinstellingen van de
oefeningen zal langs de bovenste display lopen,
de tijdsduur van de oefening zal op het middelste
display verschijnen en het nummer van de oefening zal op de onderste display verschijnen.
Nadat u de oefening heeft geselecteerd zal de
stem van de personal trainer beginnen met u door
de oefening te begeleiden. iFit-oefeningen werken
op dezelfde manier als de vooraf ingestelde
oefeningen. Raadpleeg stap 3 tot en met 6 op
pagina 18 om de oefening uit te voeren.
3. Als u klaar bent met de oefening, haalt u de iFitkaart eruit.
Als u klaar bent met de oefening, haalt u de iFit-
kaart eruit. Berg de iFit-kaart goed op.
iFit-sleuf
iFit-kaart
19
Page 20
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
2. Kies, als u dat wilt, een meeteenheid.
Steek, om muziek of audioboeken door het geluidssysteem van het bedieningspaneel af te spelen, een
3,5 mm mannelijk to 3,5 mm mannelijk audiokabel (niet
meegeleverd) in de aansluiting op het bedieningspaneel en in de aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler
of andere persoonlijke audio-speler. Zorg ervoor dat
de audiokabel volledig ingestoken is. Aandacht: u
kunt een audiokabel bij uw plaatselijke elektronicawinkel kopen.
Druk dan op de afspeel-toets op uw
audio-speler. Pas het volume op uw
eigen audio-speler aan, of druk op de
volumetoename- en volumeafnametoets op het bedieningspaneel.
DE GEBRUIKERSINSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een gebruikersinstelling
zodat u een meeteenheid voor het bedieningspaneel
kunt kiezen en om de gebruikersinformatie van het
bedieningspaneel te kunnen bekijken.
1. Selecteer de gebruikersmodus.
Het bedieningspaneel kan de gestapte snelheid en
afstand in mijlen of kilometers aangeven.
De bovenste display zal de gekozen meeteenheid
aangeven. Op de display verschijnt een M voor
metrische kilometers of een E voor Engelse mijlen.
Druk om van meeteenheid te wisselen herhaaldelijk
op de toets Resistance (Weerstandsafname).
Aandacht: u moet opnieuw een meeteenheid
kiezen wanneer u de batterijen vervangt.
3. Bekijk de gebruikersinformatie als u dat wilt
De middelste display zal het totaal aantal uren aan-
geven dat het bedieningspaneel gebruikt is sinds
de aankoop van de fiets. Het onderste display zal
de totale getrapte afstand sinds de aankoop van de
fiets aangeven.
4. De gebruikersmodus verlaten.
Druk op de toets Display Mode (displayinstelling)
om de gebruikersinstelling te verlaten
Druk een paar seconden
lang op de toets Display
Mode (Gebruikersinstelling)
om de gebruikersinstelling te
kiezen totdat de informatie
van de gebruikersinstelling
op de display verschijnt.
20
Page 21
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Bekijk de onderdelen van de trainingsfiets regelmatig
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainingsfiets te reinigen. BELANGRIJK:
houd vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
De meeste problemen met het bedieningspaneel
ontstaan door lege batterijen. Zie montage stap 8
op bladzijde 9 voor instructies om de batterijen te
vervangen.
Raadpleeg stap 5 op bladzijde 17 als het bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft, wanneer u de
hartslagmonitor met handgreep gebruikt.
DE SNELHEIDSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Zoek de Snelheidssensor (46). Maak de M4 x 16mm
Schroef (61) los, maar verwijder deze niet.
43
61
46
44
Draai vervolgens aan de Katrol (43) totdat een
Magneet (44) op gelijke hoogte staat met de
Snelheidssensor (46). Schuif de Snelheidssensor wat
dichter naar of verder van de Magneet. Draai dan de
M4 x 16mm Schroef (61) weer vast.
Draai even aan de Katrol (43). Herhaal deze procedure
tot het bedieningspaneel goede informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor juist is afgesteld, maakt u
de kap van het scherm weer vast.
Om de snelheidssensor
af te stellen dient u eerst
de Deksel van het Scherm
(12) eraf te halen. Gebruik
een platte schroevendraaier om de lipjes op de
Deksel van het Scherm los
te maken en trek de Kap
van het Scherm los van
het onderstel.
12
21
Page 22
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de drijfriem moet worden afgesteld
wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de
weerstand in de hoogste stand staat.
Om de aandrijfriem af te stellen, dient u het rechterpedaal, de kap van het scherm en het scherm van
het rechteronderstel eraf te halen (zie de instructies
hieronder).
Draai met gebruik van een spanner het rechterpedaal
tegen de klok in los en verwijder deze.
Zie DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN op pagina
21 en verwijder de Deksel van het Scherm (12).
Kijk op de GEDETAILLEERDE TEKENING B achterin
deze handleiding enverwijder dan de M4 x 16mm
Schroeven (61) uit de Rechter en Linker Schermen van
het Onderstel (38, 39). Verwijder dan voorzichtig het
rechter Scherm van het Onderstel.
Houd de twee M8 Slotmoeren vast (67) en maak de
twee M8 x 16mm Bouten (62) los. Draai vervolgens
de M10 x 35mm Inbusschroef (74) vast totdat de
Aandrijfriem (77) strak staat. Houd vervolgens de M8
Slotmoeren vast en draai de M8 x 16mm Bouten vast.
77
62
Daarna dient u het rechter scherm van het onderstel,
het bovenste scherm en het rechterpedaal weer vast te
maken.
67
74
22
Page 23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
23
Page 24
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
24
Page 25
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. PFEVEX74012.2 R0513A
1 1 Onderstel
2 1 Staander
3 1 Drager van de Zitting
4 1 Bedieningspaneel
5 1 Onderstel van de Rugleuning
6 1 Rugleuning
7 1 Onderstel van de Zitting
8 1 Zitting
9 1 Leuning van de Drager
10 2 Polssensor
11 1 Plaat van het Bedieningspaneel
12 1 Deksel van het Scherm
13 1 Handleuning
14 1 Afstelhendel
15 1 Afstelhendel
16 1 Remas
17 2 Handgreep
18 2 Kapje van de Handleuning
19 2 Vierkant Onderstelkapje van de
Zitting
20 2 Onderstelkapje van de Rugleuning
21 2 Rond Onderstelkapje van de Zitting
22 1 Sensordraad van het Onderstel van
de Zitting
23 1 Vergrendelende Doorvoerhuls
24 2 Bumper van de Drager
25 1 Rem
26 1 Remplaat
27 2 Tussenstuk van de Rem
28 4 Rolas
29 2 Bovenste Rol
30 2 Onderste Rol
31 1 Achterste Stabilisator
32 1 Voorste Stabilisator
33 2 Stabilisatorkap
34 2 Stelpoot
35 2 Wiel
36 1 Rechter Pedaal/-Beugel
37 1 Linker Pedaal/-Beugel
38 1 Rechterscherm van het Onderstel
39 1 Linkerscherm van het Onderstel
40 1 Rechterscherm van de Zitting
41 1 Linkerscherm van de Zitting
42 1 Polssensordraad van het Onderstel
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
25
Page 26
GEDETAILLEERDE TEKENING A
78
Modelnr. PFEVEX74012.2 R0513A
63
68
18
2
55
56
68
18
17
17
13
67
61
24
9
24
61
73
28
65
66
73
66
3
60
67
30
29
73
30
29
73
66
27
60
28
66
73
25
14
66
73
55
60
66
16
26
60
15
73
66
60
61
11
8
21
10
10
19
21
58
58
12
4
64
23
27
7
22
20
6
5
20
69
26
Page 27
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PFEVEX74012.2 R0513A
77
70
35
54
32
35
61
45
70
79
67
76
44
81
61
67
72
76
36
83
44
62
67
62
72
43
80
84
61
61
38
53
61
40
75
39
80
84
82
51
37
50
67
61
71
79
45
48
61
67
46
49
61
47
61
59
52
41
74
42
1
57
57
31
61
33
61
34
54
61
27
33
34
61
Page 28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.