ProForm PFEVEX24160 User Manual

Page 1
Modelnr. PFEVEX2416.0
M
MM6 x 8mm
M4 x 15mm
M4 x 15mm
Serienr.
Serienummer
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderde­len ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voorzorgs maatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handlei­ding voor verdere raadpleging.
-
Page 2
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
OORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
V
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
ICHTLIJNEN VOOR DE CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
R
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING:
voordat u de fiets gaat gebruiken om persoonlijk letsel te voorkomen.
1. Lees alle instructies in deze handleiding goed door voordat u de fiets gebruikt.
2. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen dat allen die gebruik maken van de fiets vol­doende op de hoogte zijn van alle voorzorgs­maatregelen. Gebruik de fiets alleen zoals voorgeschreven in deze handleiding.
3. Deze fiets is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de fiets niet commercieel of voor verhuur.
4. Gebruik de fiets uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de fiets op een vlakke ondergrond met een matje onder de fiets om uw vloer (bedekking) te bescher­men.
5. Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de elliptische trainer en draai ze dan goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de fiets vandaan.
7. Draag geschikte kleding wanneer u de fiets gebruikt. Draag nooit losse kleding die in de fiets bekneld kunnen raken. Draag altijd sport­schoenen.
Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen door
8. De fiets kan alleen door mensen die minder dan 113 kg wegen worden gebruikt.
9. Houd tijdens het gebruik van de fiets uw rug recht; krom uw rug niet.
10.Stop meteen en begin geleidelijk af te koelen wanneer u pijn voelt of duizelig wordt.
11.Met de fiets kan men niet freewheelen. De pedalen blijven rond draaien totdat het vlieg­wiel stopt.
12.De polssensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren kunnen de nauwkeu­righeid van de metingen beïnvloeden. De polssensor is alleen als hulpmiddel voor alge­mene hartslag meting bedoeld.
13.Stickers met waarschuwingen bevinden zich zoals op pagina 3 is aangegeven op de fiets. Let erop dat de tekst op de stickers in het Engels is. Zoek naar de stickers in het Nederlands en plak ze over de engelse sti­ckers. Mocht de sticker niet leesbaar zijn of ontbreken, bel dan het telefoonnummer op de kaft van deze gebruikershandleiding om een sticker te bestellen. Plak de sticker op de aan­gegeven plaats.
WAARSCHUWING:Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond­heidsproblemen. Lees alle instructies voor gebruik door. ICON is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
2
Page 3
VOORDAT U BEGINT
DU
Fijn dat U voor de nieuwe PROFORM®710 EKG fiets
ebt gekozen. Fietsen is een van de meest doel-
h
reffende oefeningen om uw cardiovasculaire conditie
t te verbeteren, uw weerstand te verhogen, en uw lichaam een goede houding te geven. De 710 EKG fiets biedt een reeks indrukwekkende elementen die in belangrijke mate bijdragen aan het uitvoeren van een gezonde oefening binnen de sfeer en privacy van uw eigen huis.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding zorg­vuldig door voordat u de fiets gebruikt. Mocht u
Armhendels
Bedieningspaneel Polssensor
nog vragen hebben, neem dan contact op met de
inkel waar u dit produkt hebt gekocht. Om u beter
w
an dienst te kunnen zijn, zorg ervoor dat u het
v model- en serienummer bij de hand hebt voordat u belt. Het modelnummer van de fiets is PFEVEX2416.0. Het serienummer bevindt zich op een sticker op de fiets (zie kaft van deze handleiding).
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de volgende tekening aandachtig om bekend te raken met de verschillende onderdelen.
VOORKANT
Houder voor
de Waterfles*
Bijstelhandvat
Fietszitje
Bijstelknop van het Zadel
Bijstelknop
ACHTERKANT
Wiel
Bijstelvoetje
Pedaal/-Gesp
*Fles niet inbegrepen
3
Page 4
MONTAGE
M10 x 20mm Schroef
met Ronde Kop (35)–3
M10 x 73mm Schroef met Ronde Kop (33)–4
M8 Nylon
Borgmoer (37)–4
M8 Veerring
(36)–4
M10 Veerring
(34)–7
M6 x 8mm
Schroef
(51)–2
M4 x 15mm
Schroef
(15)–2
M4 x 15mm
Schroef (40)–4
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder
e verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
d
U zult het meegeleverde gereedschap en uw eigen kruiskop schroevendraaier en engelse sleutels nodig hebben.
Gebruik de hieronder getoonde tekeningen om tijdens de montage de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN op pagina 18. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen aan.
onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te vergemakkelijken. Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al gemonteerd is.
Opmerking: Sommige kleine
1. Neem de Voorste Stabilisator (2) met ronde wielen. Terwijl een tweede persoon de voorkant van het Onderstel (1) optilt, maak de Voorste Stabilisator aan het Onderstel vast met twee M10 x 73mm Schroeven met Ronde Kop (33) en twee M10 Veerringen (34).
1
34
1
2
34
33
4
Page 5
2. Maak, terwijl de tweede persoon de achterkant van het Onderstel (1) wat optilt, de Achterste Stabilisator (14)
n het Onderstel vast met twee M10 x 73mm
a Schroeven met Ronde Kop (33) en twee M10
eerringen (34).
V
2
14
3. Terwijl een tweede persoon de Staander (3) bij het Onderstel (1) vasthoudt, maak de Bovenste Draadkoker (32) aan op de Onderste Draadharnas (31).
Trek voorzichtig aan het bovenste eind van de Bovenste Draadharnas (32) om enige slapheid te ver­mijden en steek de Staander (3) in de Basis (1).
ervoor dat de Draadharnas niet geklemd raken.
Maak vervolgens de Staander vast met drie M10 x 20mm Schroeven met Ronde Kop (35) en drie M10 Veerringen (34).
Zorg
1
34
3
Zorg ervoor dat de
Draadharnas (31, 32)
niet geklemd raken.
35
34
32
31
35
3
34
1
34
33
4. Voor het Bedieningspaneel (6) heeft u vier „AA” batte­rijen nodig. Wij bevelen alkalische batterijen aan. Druk op het flapje van de batterijdeksel en verwijder de dek­sel. Steek dan vier batterijen in de batterijlade. Zorg
ervoor dat de batterijen volgens de tekening aan de binnenkant van de batterijlade worden geplaatst. Maak de batterijlade weer dicht.
Opmerking: Het Bedieningspaneel (6) kan gebruikt worden met de optionele elektrische snoer in plaats van batterijen. Bel, om de snoer de kopen, het tele-
foon nummer op de kaft van deze handleiding.
Steek een uiteinde van het stroomsnoer in de stekker van het bedieningspaneel. Steek het andere eind van de snoer in het stopcontact dat goed geïnstalleerd is en voldoet aan alle plaatselijke regels.
4
Deksel van de
Batterijdoos
Batterijen
6
5
Page 6
5. Terwijl een tweede persoon het Bedieningspaneel (6) bij de Staander (3) houdt, verbind de draadkoker van
et bedieningspaneel met de Bovenste Draadkoker
h (32).
5
Draadharnas voor het
edieningspaneel
B
Steek de resterende Bovenste Draadkoker (32) in de Staander (3). Maak het Bedieningspaneel (6) aan de Staander vast met vier M4 x 15mm Schroeven (40).
Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken.
Maak de Houder van de Waterfles (29) aan de
6. Staander (3) vast met twee M4 x 15mm Schroeven (15).
3
40
40
6
15
29
3
32
Zorg ervoor dat de
draden niet
bekneld raken.
6
7. Oriënteer de Armhendels (47) zoals getoond. Maak de Armhendels aan de Staander (3) vast met de Staanderklem (45) en een Bijstelhandvat (46). Opmerking: het bijstelhandvat werkt net als een sleu­tel. Draai het handvat met de klok mee, druk het naar de Armhendels, draai het tegen de klok in en trek het van de met de klok mee.
Armhendels weg, en draai het dan opnieuw
7
47
3
45
46
6
Page 7
8. Oriënteer de Buis voor het Fietszitje (5) zoals getoond.
raai de Bijstelknop (11) met een paar slagen los, trek
D op de Bijstelknop, et steek de Buis van het Zadel in
et Onderstel (1). Verplaats de Buis voor het Fietszitje
h naar boven of naar beneden in de gewenste positie en laat de Bijstelknop dan los in een van de bijstelgaten van de Buis voor het Fietszitje. Draai de Bijstelknop
eer vast. Zorg ervoor dat de Bijstelknop goed
w
astzit in het bijstelgat.
v
Maak een M6 x 8mm Schroef (51) vast aan de voor­kant van de Buis voor het Fietszitje (5).
8
1
5
5
1
11
9. Oriënteer het Fietszitje (12) en de Drager van het Fietszitje (26) zoals getoond. Maak de Zitting aan de Drager van de Zitting vast met vier M8 Nylon Borgmoeren (37) en vier M8 Veerringen (36).
Opmerking: De Nylon Borgmoeren en de Gespleten Tussenringen kunnen al aan de onder­kant van de Zitting vastgemaakt zijn.
Schuif de Drager van het Fietszitje (26) op de Buis van het Fietszitje (5) en verplaats de Drager van het Fietszitje naar voren en naar achteren tot de gewenste positie. Draai de Bijstelknop van het Fietszitje (52) dan strak vast in de Drager van het Fietszitje.
Maak een M6 x 8mm Schroef (51) aan de achter­kant van de Buis voor het Fietszitje (5) vast.
10.Zoek naar het Linker Pedaal (24), met een „L” aan­gegeven. Met een engelse sleutel het Linker Pedaal
tegen de klok
(42). Draai de Rechter Pedaal (niet getoond)
klok
mee op dezelfde manier vast in Rechter
Zwengelarm (niet getoond). Belangrijk: Draai beide
Pedalen zo goed mogelijk vast. Draai de Pedalen nadat u de fiets een week lang heeft gebruikt nogmaals goed vast. Voor een optimaal gebruik moeten de Pedalen goed vastgedraaid blijven.
in goed vast in de Linker Zwengelarm
met de
9
10
12
51
5
26
36
52
37
Stel de beugel van het Linker Pedaal (24) in de gewenste stand en druk het uiteinde van de beugel in de lipje aan de zijkant van het Linker Pedaal. Stel de beugel van het Rechter Pedaal op dezelfde manier bij (niet getoond).
11. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de fiets goed vastgedraaid worden. Opmerking: Het kan zijn dat sommige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer (bedek­king) niet te beschadigen.
Beugel
Lipje
24
42
7
Page 8
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
HOE DE HOOGTE VAN HET FIETSZITJE BIJ TE
TELLEN
S
Voor een effectieve oefening moet het
ietszitje op de juis-
f te hoogte staan. Wanneer de peda­len in de laagste stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat gebogen zijn. Om het fietszitje bij te stellen, draai eerst de bijstelknop tegen de klok in los. Trek dan aan de knop, schuif de buis voor het fietszitje naar boven of naar beneden in de gewenste positie en laat de knop los.
boven of naar beneden om te controleren of de bij­stelknop voor het fietszitje in een van de bijstelga­ten van de buis voor het fietszitje vastzit. Draai dan
de knop met de klok mee totdat de knop vastzit.
HOE DE POSITIE VAN HET FIETSZITJE ZIJ­WAARTS BIJ TE STELLEN
Om de positie van het fietszitje zij­waarts bij te stellen, draai de bijstelknop voor het fietszitje eerst los. Beweeg het fietszitje naar voren of naar ach­teren in de gewenste positie en draai de bijstelknop voor het fietszitje opnieuw vast.
Beweeg de buis voor het fietszitje naar
Buis
voor het
Fietszitje
Fietszitje
Bijstelknop
van het
Fietszitje
ietszitje
F
Bijstelknop
HOE DE ARMHENDEL BIJ TE STELLEN
Om de armhendel bij te stellen, draai eerst het aangegeven bij-
telhandvat los
s tegen de klok in. Opmerking: het bij­stelhandvat werkt net als een sleutel. Draai het handvat tegen de klok in, trek het weg van de arm­hendel, draai het met de klok mee, druk het opnieuw tegen de armhendel en draai het opnieuw tegen de klok in. Herhaal deze handeling totdat de armhendel los is. Verplaats de armhendel naar boven of naar onderen in de gewenste positie en draai het handvat dan opnieuw vast.
HOE DE PEDAALGESPEN BIJ TE STELLEN
Om de pedaal beu­gels bij te stellen moet u eerst de uit­einden van de beu­gels uit de flajes op de pedalen trekken. Stel de gespen op de gewenste stand en steek de einden van de beugels weer in de lusjes.
HOE DE FIETS GOED VLAK TE STELLEN
Als de fiets wat wiebelt tijdens het gebruik draai dan één of beide pootjes onder de voorste stabilisator wat bij totdat de fiets goed vlak staat.
Hendel
Pedaal Beugel
8
Page 9
EDIENINGSPANEELDIAGRAM
B
WAARSCHUWINGEN
De sticker op het bedieningspaneel is in het Engels. Het meegeleverde blad met stickers bevat dezelfde informatie in verschillende talen. Zoek naar de sticker met Nederlandse opschrift. Plak de sticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw oefeningen thuis meer effectiever te maken. U kunt de weerstand van de gebruikt door een druk op de knop bijstellen wanneer de handmatige instelling van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het bedieningspa­neel zal tijdens uw oefening constant informatie geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de hand­greep met polssensor.
Het bedieningspaneel beschikt over vier smart pro­gramma’s die automatisch de weerstand van de peda­len veranderen en u aansporen om uw fietstempo te wijzigen tijdens een doeltreffende oefening.
Om de handmatige instelling van het bediening­spaneel te gebruiken, zie bladzijde 10. Zie pagina 12 om een Smart programma te gebruiken.
Zorg ervoor dat er batterijen in het bedieningspaneel zijn (raadpleeg montage-stap 4 op pagina 5). Als er een plastic laagje op het bedieningspaneel ligt, moet u dat verwijderen.
9
Page 10
OE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
H GEBRUIKEN
et bedieningspaneel aanzetten.
H
1
ruk, om het bedieningpaneel in werking te stel-
D len, op gelijke welke toets of begin gewoon te trappen. De display zal gaan oplichten en het bedieningspaneel kan dan gebruikt worden.
De handmatige instelling kiezen.
2
Telkens als u het bedieningspaneel aanzet, zal de hand­matige modus wor­den geactiveerd. Druk, wanneer u al een programma hebt gekozen, meerdere keren op een van de Smart Programma [SMART PRO­GRAM] toetsen totdat de display 0:00 als tijd [TIME] aangeeft om de handmatige instelling weer te kunnen kiezen.
Begin te trappen en verander de weerstand
3
als u dat wilt.
Druk, terwijl u trapt, op de + en – toet­sen [RESISTANCE] onder de grote dis­play om de weer­stand van de peda­len te veranderen. Er zijn 10 weerstandsinstellin­gen voorzien. Opmerking: Als u de stapsgewijze weerstandstoetsen hebt ingedrukt, zal het een tijdje duren voordat de gewenste weerstand wordt ingeschakeld.
Volg uw vorderingen op de display.
4
In het bovenste deel van de display wordt de verlopen tijd en de gefietste afstand in kilometer of mijl weergegeven. De display zal iedere paar seconden van instelling veranderen. Opmerking: Als u een smart pro­gramma selecteert, dan zal de resterende tijd van het programma in plaats van de verlopen tijd op de display worden getoond.
In het tweede deel van de display wordt uw
ietstempo in mijl
f [MPH] of kilometer/uur
KPH] getoond.
[ Het derde gedeelte
van de display geeft bij benadering het aantal verbruikte calorieën [CALS.] aan en het weerstandsni­veau van de pedalen. De display zal iedere paar seconden van instelling veranderen. De display zal uw hartslag weergeven als u de handgreep met de polssensor gebruikt.
In het laatste deel van de display wordt een piste van 1/4 mijl getoond. Terwijl u oefent, zullen verschil­lende indicators rond de piste verschijnen totdat de hele piste verdwijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indicators zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
Opmerking: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in mijlen of kilometers aange­ven. De letter „mph”
of „km/h” zullen op de display verschijnen om aan te geven welke eenheid van toepassing is. Om de meeteenheid te veranderen, houd de rechter toets voor Smart Programma’s enkele seconden ingedrukt. Een „E” voor Engelse mijlen of een „M” voor metrieke kilometers zal op de display ver­schijnen. Druk op de Weerstand + toets om de gewenste meeteenheid te kiezen. Druk dan op de linker toets voor Smart Programma’s om uw keuze op te slaan. Opmerking: Als u de batterijen vervangt, moet u waarschijnlijk de meeteenheid opnieuw instellen.
10
Page 11
Uw hartslag meten als u dat wilt.
5
Het kan zijn dat er op de metalen contactpunten van de handgreep met polssensor een
lastic vel zit.
p
Houdt vervolgens de handgreep met polssensor vast door uw handpal­men op de metalen contactpunten te plaatsen.
bewegen en houd de contactpunten niet te
Zorg ervoor dat uw handen niet
Contactpunten
strak vast. Wanneer uw pols gemeten kan wor­den zal een symbool in de vorm van een hartje
ij iedere hartslag op de display opflikkeren. Uw
b hartslag wordt dan aangegeven. Voor een correc-
e hartslagmeting, houd de contactpunten onge-
t veer 15 seconden vast.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
6
wanneer u klaar bent met uw oefening.
De tijd zal wanneer de pedalen een paar secon­den lang niet bewegen op de display opflikkeren en het bedieningspaneel komt tot stilstand. Het bedieningspaneel zal uitgaan en de display wordt opnieuw ingesteld.
11
Page 12
OE EEN SMART PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
H
Het bedieningspaneel aanzetten.
1
Druk, om het bedieningpaneel in werking te stel-
en, op gelijke welke toets of begin gewoon te
l trappen. De display zal gaan oplichten en het bedieningspaneel kan dan gebruikt worden.
Selecteer een smart programma.
2
Om een smart pro­gramma te kiezen, druk op de gewens­te toets voor een Smart Programma. Het bovenste gedeelte van de display zal wanneer een smart programma gekozen wordt aangeven hoe lang het programma duurt.
Begin te trappen om het programma testarten.
3
Elk programma is onderverdeeld in 30 segmenten van één minuut. Een weerstand en tempo instel­ling zijn voor iedere periode geprogrammeerd. Opmerking: Dezelfde weerstand en/of tempo instellingen kan/kunnen voor meerdere periodes worden geprogrammeerd.
Tijdens uw oefening zal de display u er toe
anzetten uw tempo
a bij de tempo-instelling
an het huidige seg-
v ment te houden. U moet uw tempo versnellen wanneer het woord
faster
(sneller) op de display verschijnt. Matig uw tempo wanneer het woord verschijnt. Houdt uw huidig tempo aan wanneer de middelste indicator begint te flikkeren.
Belangrijk: De snelheid indicatie is alleen als motivatie bedoeld. Uw feitelijke snelheid kan wat lager zijn dan de gangbare snelheid. Zorg ervoor dat u op een temp fietst dat aange­naam voor u is.
De tijd zal op de display beginnen te flikkeren wanneer u een paar seconden lang met oefenen stopt. Om het programma opnieuw te starten, moet u gewoon opnieuw beginnen te trappen.
Het programma zal zo doorgaan totdat de display 0:00 als tijd aangeeft. De display zal wanneer u doorgaat met oefenen nadat het programma vol­tooid is doorgaan met het geven van informatie over de oefening. De display zal echter de verlo­pen tijd niet aangeven totdat u de handmatige instelling of een nieuw programma kiest.
slower
(langzamer)
De weerstandsinstelling zal wanneer de weer­stand op het punt staat te veranderen enkele seconden op de display opflikkeren. De weer­stand van de pedalen zal dan automatisch wor­den bijgesteld aan de weerstandsinstelling van het volgende segment. Opmerking: U kunt de weerstand aanpassen door op de + of – toetsen te drukken wanneer de huidige weerstand te hoog of te laag ligt. Belangrijk: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch naar de instellingen van het volgende seg­ment worden gewijzigd.
Volg uw vorderingen op de display.
4
Zie stap 4 op pagina 10.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
5
Zie stap 5 op pagina 11.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
6
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 1
1.
12
Page 13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Controleer regelmatig alle onderdelen van de fiets en
raai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
d meteen.
Gebruik een zachte doek en een niet agressief schoonmaakmiddel om de fiets schoon te maken.
Belangrijk: Houd vloeistoffen weg bij het bedie­ningspaneel. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
POLSSENSOR OPLOSSEN
Maak, voor optimaal gebruik van de Polssensor de metalen contactpunten schoon met een zachte doek—
delen.
Beweeg uw handen niet te veel. Uw hartslag zal niet kunnen worden gemeten wanneer U uw handen te veel beweegt. Druk niet te hard op de contactpunten; dit kan de meting van de hartslag beïnvloeden. Houd de contactpunten ongeveer 15 seconden vast voor het meest zuivere resultaat.
HOE DE SNELHEIDSSENSOR BIJ TE STELLEN
gebruik nooit alcohol, schuur- of oplosmid-
Zoek vervol-
ens naar de
g Snelheids-
ensor (21).
s Draai aan de Linker Crankarm (42) totdat de Magneet (16) op gelijke hoogte komt met de Snelheid Sensor. Draai de aangegeven M5 x 12mm Schroef (53) los maar verwijder deze niet. Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of verder van de Magneet. Maak de Schroef weer vast. Draai even aan de Linker Crankarm. Herhaal deze procedure totdat het bedieningspaneel weer goede informatie aan­geeft.
Maak, wanneer de snelheidssensor goed is bijgesteld, het linker zijschild en het linker pedaal weer vast.
HET VERVANGEN VAN BATTERIJEN
53
21
16
42
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed aangeeft moet u de snelheidssensor bijstellen. U moet, om de snelheidssensor bij te stellen, het linker pedal en het rechter zijschild verwijderen.
Met gebruikt van de verstelbare sleutel, draai het lin­ker pedaal tegen de klok in los en verwijderen het lin­ker pedaal.
Neem de schroeven uit het linker zijschild. Aandacht: Er bestaan twee vershillende schroefmaten in het lin­ker zijschild. Zorg ervoor dat u weet waar iedere maat
erwijder dan voorzichtig het linker zijschild van
zit. V de fiets.
Wanneer het bedieningspaneel niet goed meer oplicht moeten de batterijen vervangen worden. De meeste problemen ontstaan door lege batterijen. Raadpleeg stap 4 op pagina 5 om de batterijen te vervangen.
HOE DE FIETS GOED VLAK TE STELLEN
Als de fiets wat wiebelt tijdens het gebruik draai dan één of beide pootjes onder de voorste stabilisator wat bij totdat de fiets goed vlak staat.
13
Page 14
RICHTLIJNEN VOOR DE CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen bij het plannen van uw oefenprogramma. Vergeet niet dat een goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor opti-
ale resultaten.
m
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon­der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik.
De polssensor is geen medisch instrument.
erschillende factoren kunnen de nauwkeu-
V righeid van de metingen beïnvloeden. De polssensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslagmeting.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is vet te verbranden of uw cardiovasculair systeem te verbeteren dan is de juiste oefen intensiteit het middel om de gewenste resultaten te bereiken. U kunt de juiste intensiteit bepalen door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor een cadiovasculaire (aerobic) oefening.
na de eerste paar minuten begint uw lichaam energie te verbruiken. Stel, als uw doel is vet verbran­den, de intensiteit van uw oefening bij zodat uw hart-
lag tussen het laagste getal en het middelste getal
s van uw training zone ligt.
Stel voor maximale vet verbranding, de intensiteit van uw oefening bij totdat uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic Oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toe­voer voor een langere tijd. Deze activiteit vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spie­ren te pompen. Het vereist ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof te voorzien. Stel de intensiteit van uw oefening bij totdat uw hart­slag rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderdelen bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarmfase van 5 à 10 minuten door spieren te strek­ken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voor­bereiding op uw oefening.
vet
als
Zoek om uw juiste hartslag te vinden eerst naar uw leeftijd aan de onderkant van de kaart (leeftijd per 10 jaar afgerond). V uw leeftijd. De drie cijfers geven uw „training zone" aan. Het laagste getal is de aanbevolen hartslag om vet te verbranden. Het middelste getal is de aanbevo len hartslag voor maximaal vet verbruik, en het hoog­ste getal is aanbevolen voor een aerobic oefening.
Vetverbranding
Om effectief vet te verbranden moet U gedurende lan­gere tijd op een relatieve lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijk bereikbare
indt vervolgens de drie cijfers boven
koolhydraten
. Pas
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi­teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart­slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 30 minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten.)
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 minuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw spieren bevorderen en problemen helpen voorko men na de oefening.
-
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet u 3 keer per week oefenen met minstens één dag rust tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen.
14
-
Page 15
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
e juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts
D getoond. Strek U langzaam, vermijdt krachtige inspanning.
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel mogelijk en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees, achterkant van knieen en rug.
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar U toe en leg deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mogelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies.
3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Om uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste been. Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
1
2
3
4
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heup­spieren.
5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebo­gen. Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit
. Spieren: dijspier en heupspieren.
3 keer
5
15
Page 16
OPMERKINGEN
16
Page 17
OPMERKINGEN
17
Page 18
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEX2416.0 R
r. Aantal Beschrijving Nr. Aantal Beschrijving
N
0207A
1 1 Onderstel 2 1 Voorste Stabilisator 3 4 2 Kapje 5 1 Buis voor het Fietszitje 6 1 Bedieningspaneel 7 1 Wervelmechanisme 8 1 Weerstandsmotor
9 1 Krukas 10 1 Weerstandskabel 11 1 Bijstelknop 12 1 Fietszitje 13 2 Poot 14 1 Achterste Stabilisator 15 2 M4 x 15mm Schroef 16 1 Magneet 17 1 Linker Zijschild 18 1 Rechter Zijschild 19 1 Veer 20 1 Huls van de Staander van het Zadel 21 1 Snelheidssensor/Draad 22 1 Klem 23 1 Riem 24 1 Linker Pedaal/-Beugel 25 1 Rechter Pedaal/-Beugel 26 1 Drager van het Fietszitje 27 2 Krukaslager 28 1 Spanrol 29 1 Houder voor de Waterfles 30 2 Katrol van de Spanrol 31 1 Onderste Draadharnas 32 1 Bovenste Draadharnas 33 4 M10 x 73mm Schroef met Ronde
34 7 M10 Veerring
1 Staander
Kop
35 3 M10 x 20mm Schroef met Ronde
Kop
6 4 M8 Veerring
3 37 7 M8 Nylon Borgmoer 38 2 M6 Moer 39 3 M4 x 25mm Schroef 40 4 M4 x 15mm Schroef 41 8 M5 x 20mm Schroef 42 1 Linker Krukasarm 43 1 Rechter Krukasarm 44 2 Krukaskap 45 1 Staanderklem 46 1 Bijstelhandvat 47 1 Armhendels 48 2 Kap van het Handvat 49 2 Wiel 50 2 Naafkapje 51 2 M6 x 8mm Schroef 52 1 Bijstelknop van het Zadel 53 5 M5 x 12mm Schroef 54 2 M8 x 25mm Schroef met Rand 55 1 M8 x 20mm Schroef 56 2 Borgring 57 2 Oogbout 58 2 3/8" Moer 59 2 Vliegwiel Moer 60 1 M8 Tussenring 61 1 Katrol 62 4 M6 x 16mm Schroef 63 4 M6 Nylon Klemmoer 64 2 Schuimrubber Handvat
# 1 Montage-gereedschap # 1 Gebruiksaanwijzing #
2 Inbussleutel
Opgelet: # betekent onderdeel niet getoond. Specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen.
18
Page 19
2
3
1
4
4
5
6
11
12
14
49
17
1
8
20
21
22
23
24
25
27
29
31
32
33
33
35
35
34
34
36
37
15
41
41
41
41
41
41
53
39
39
39
40
50
37
37
50
49
16
27
44
54
42
56
9
43
54
44
52
26
51
46
45
47
48
7
8
28
19
13
13
57
30
57
30
10
58
58
59
59
38
38
55
60
37
53
53
56
36
61
62
62
63
34
34
34
64
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PFEVEX2416.0 R
0207A
19
Page 20
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
m vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit
O apparaat hebt gekocht.
• het MODELNUMMER van het produkt (PFEVEX2416.0)
• de NAAM van het produkt (PROFORM 710 EKG fiets)
• het SERIENUMMER van het produkt (zie de kaft van de handleiding)
• het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel op pagina 18 en 19.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
Onderdeel Nr. 246503 R0207A In China gedrukt © 2007 ICON IP, Inc.
Loading...