ProForm PFEVEL740080 Owner's Manual

Page 1
M Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
Bezoek onze website: www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
OPGELET
Lees alle instructies en voor­zorgsmaatregelen in deze hand­leiding door voordat u dit appa­raat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raad­pleging.
Page 2
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
OORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
V
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De sticker(s) met waarschuwing hier getoond zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet lees­baar is, het nummer op de kaft van deze handleiding en vraag voor een vervangsti­cker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Opmerking: De sticker(s) worden niet
op ware groote weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
eze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt om het
d risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen dat alleen die gebruik maken van de elliptis­che trainer voldoende op de hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
3. Deze elliptische trainer is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de ellip­tische trainer niet commercieel of voor ver­huur.
4. Gebruik de elliptische trainer uitsluitend bin­nenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de elliptische trainer op een vlakke ondergrond met een matje onder de elliptis­che trainer om uw vloer (bedekking) te beschermen. Zorg ervoor dat er genoeg ruimte rond de elliptische trainer is zodat u gemakkelijk kunt opstappen en afstappen en om de elliptical trainer te kunnen gebruiken.
5. Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de elliptische trainer en draai ze dan goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
6. Houdt te alleen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de elliptische trainer van­daan.
7. De fiets kan alleen door mensen die minder dan 113 kg wegen worden gebruikt.
8. Draag geschikte kleding wanneer u de ellip­tische trainer gebruikt. Draag altijd sportschoenen.
9. Houd u altijd aan de handgreep met polssen­sor aan de armhendels vast wanneer u de elliptische trainer opstapt, gebruikt of afstapt.
10. Houdt tijdens het gebruik van de elliptische trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
11. De polssensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe­den. De polssensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting.
12. Laat de pedalen langzaam tot stilstand komen wanneer u met uw oefening stopt.
13. Stopt meteen en begin geleidelijk af te koe­len wanneer u pijn voelt of duizelig wordt.
14. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals beschreven in deze handleiding.
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
Dank u voor de aanschaf van de revolutionaire
ROFORM
P RAZOR elliptische trainer biedt een hele reeks ken­merken die uw oefeningen thuis doeltreffender en aangenamer maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voordat u de elliptische trainer begint te gebruiken. Indien u vragen heeft na het
lezen van deze handleiding, raadpleeg dan de voor-
®
80 RAZOR elliptische trainer. De 380
3
Arm van het Bovendeel
Bedieningspaneel
flap van deze handleiding. Noteer het product model-
ummer en het serienummer voordat u contact met
n ons opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn. De plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de vol­gende tekening aandachtig om bekend te raken met de verschillende onderdelen.
Polssensor
Pedaalschijf
Niveauvoet
Wiel
Pedaal
4
Page 5
MONTAGE
M10 Gespleten
Tussenringen
(78)–6
M6 Slotmoer
(77)–14
M8 Slotmoer
(82)–8
M6 Tussenring
(35)–2
M4 x 16mm
Schroef met
Ronde Kop
(84)–16
M6 x 36mm Bout met
Ronde Kop (76)–4
M6 x 16mm
Hechtschroef (80)–2
M4 x 16mm
Schroef met
Platte Kop (73)–4
M10 x 41mm
Schouderhechtschroef (63)–2
M10 x 20mm
Hechtschroef (79)–6
M6 x 28mm Bout met
Platte Kop (31)–10
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde inbussleutel zult u ook een kruiskop schroevendraaier , een engelse sleutel , en een rubberen hamer voor de montage nodig hebben.
Raadpleeg bij de montage van de elliptische trainer de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Opmerking: Sommige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Wanneer u een onderdeel niet in
de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al gemonteerd is.
5
Page 6
1.
Om de montage eenvoudiger te maken,
ees eerst de informatie op pagina 5
l voordat u met de montage van het ellip-
ische oefentoestel begint.
t
1
Bevestig een Wiel (50) aan de voorkant van het Onderstel (1) met een M10 x 41mm
chouderhechtschroef (63).
S
Herhaal deze stap voor bevestiging van het andere Wiel (niet afgebeeld).
2. Stel vast wat de Linkeronderstelkap en Rechteronderstelkap zijn (48, 49) deze zijn gemarkeerd met ʻLinksʼ en ʻRechtsʼ stickers (L of Left (links) geeft de linkerkant aan; R of Right (rechts) voor de rechterkant).
Richt de linker en Rechter Onderstelkappen (48, 49) vast met de afgeronde kanten in de aangegeven locaties.
Bevestig elke Onderstelkap (48, 49) aan het Onderstel met twee M4 x 16mm schroeven met Ronde Kop (84) terwijl een andere persoon de achterkant van het Onderstel (1) optilt.
1
50
63
2
Afgeronde
Kant
48
Afgeronde
Kant
1
84
49
6
Page 7
. Zorg dat een andere persoon de Staander (2)
3
vasthoudt in de buurt van het Onderstel (1).
3
Vind het draadband in de Staander (2).
evestig de onderkant van de draadband aan
B de Draadharnas (86). Trek vervolgens het bovenste gedeelte van de opbinddraad omhoog en uit de bovenkant van de Staander. Maak dan
os en gooi het opbinddraad weg.
l
Tip: Om te voorkomen dat de Draadharnas (86) in de Staander (2) valt, maakt u de Draadharnas vast met een rubberen band.
Tip: Vermijd het afklemmen van de Draadharnas (86). Bevestig de Staander (2)
aan het Onderstel (1) met vier M10 x 20mm Schroeven met Ronde Kop (79) en vier M8 Gespleten Tussenringen (78). Maak de
Hechtschroeven nog niet vast.
Vermijd het afklem-
men van de
raadkoker (86)
D
2
79
78
86
1
Draadband
78
79
78
79
4. Schuif de Bedieningspaneelkap (96) op de Staander (2) en schuif het naar beneden.
Richt de Beugel van het bedieningspaneel (3) zodat de sticker omhoog wijst. Houd de Beugel van het Bedieningspaneel bij de Staander (2) en plaats de Draadharnas (86) omhoog door de Beugel van het bedieningspaneel.
Tip: Vermijd het afklemmen van de Draadharnas (86). Bevestig de Beugel van het
Bedieningspaneel (3) aan de Staander (2) met vier M4 x 16mm Schroeven met Platte Kop (73).
4
73
73
86
3
2
96
Vermijd het afklem-
men van de
Draadkoker (86)
7
Page 8
5. Het Bedieningspaneel (4) werkt met “AA” bat­terijen (niet inhouden); alkalinebatterijen worden aanbevolen. BELANGRIJK: Als het
Bedieningspaneel is blootgesteld aan koude temperaturen, dient u het op kamertemper­atuur te laten komen voordat u er batterijen in plaatst. Anders kunt u het bedieningspa­neel of andere elektrische onderdelen beschadigen. Verwijder het deksel van de bat-
terij, plaats de batterijen in het batterijcomparti­ment en plaats het deksel van de batterij weer terug. Richt de batterijen zoals wordt
aangegeven met de markeringen aan de bin­nenkant van het batterijcompartiment.
Voor de aanschaf van een optionele AC­adapter, neemt u contact op met de winkel waar u dit product heeft gekocht of belt u met het nummer op de omslag van deze handleiding. Om schade aan het bedien­ingspaneel te voorkomen dient u alleen een door de fabrikant geleverde AC-adapter te gebruiken. Steek het ene einde van de AC-
adapter in de aansluiting van het bedieningspa­neel en het andere deel in een stopcontact die voldoet aan de lokale normen en bepalingen.
5
6
Deksel van
de Batterij
Batterijen
4
Batterijen
4
6. Terwijl een tweede persoon het Bedienings­paneel (4) vasthoudt naast de Beugel van het bedieningspaneel (3), dient u de Draad van het Bedieningspaneel te verbinden met de Draadharnas (86).
Breng de sensordraden van het bedieningspa­neel omlaag in de Staander (2). Trek een sen­sordraad van het Bedieningspaneel naar buiten aan weerszijden van de Staander.
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig het Bedieningspaneel (4) aan de Staander (2) met vier M4 x 16mm Schroeven met Ronde Kop (84).
Draden van de
hartslagsensoren
Vermijd het
afklemmen
van de draden
Bedieningspaneel
Draadkoker
86
3
2
84
84
8
Page 9
7. Schuif de Bedieningspaneelkap (96) omhoog naar het Bedieningspaneel (4). Insert the con­sole pulse wires downward through the Console
over.
C
ip: Vermijd het afklemmen van de draden.
T
Bevestig de Bedieningspaneelkap (96) met vier M4 x 16mm Schroeven met Ronde Kop (84).
7
Draden van de
hartslagsensoren
96
4
Vermijd het
afklemmen van
de draden
84
8. Stel vast wat de Linker en Rechter Stang met handsensoren (5, 16) deze zijn gemarkeerd met ʻLinksʼ en ʻRechtsʼ stickers (L of Left (links) geeft de linkerkant aan; R of Right (rechts) voor de rechterkant).
Zorg dat een andere persoon de Rechter Stang met handsensoren (16) vasthoudt in de buurt van de Staander (2).
Verbind de Draad van de hartslangsensor van het bedieningspaneel aan de Staander (2) aan de Draad van de hartslangsensor (37) in de Rechter Stang met handsensoren (16).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig de Rechter Stang met handsensoren (16) met een M10 x 20mm Hechtschroef (79) en een M10 Tussenring (78) aan de Staander (2).
Herhaal dit voor de Linker Stang met hand­sensoren (5).
9. Zoek het Rechter Pedaal (13) die staat aangegeven met een ʻRechtsʼ-sticker en richt deze zoals is afgebeeld.
8
5
Draden van de
hartslagsensoren
9
Vermijd het
afklemmen
van de
draden
37
2
78
79
16
13
14
Zoek de bumper aan de onderkant van de Rechter Pedaalarm (14). Plaats dan het gat in de Pedaalbeugel (15) over de bumper.
Bevestig het Rechter Pedaal (13) en de Beugel van het Pedaal (15) aan de Rechter Pedaalarm (14) met vier M8 Slotmoeren (82).
Herhaal deze stap voor het Linker pedaal (niet afgebeeld).
Bumper
15
Gat
82
9
Page 10
10. Bevestig de Rechter Pedaalarm (14) aan de Beugel van de Crankarm (29) met drie M6 x 28mm Bouten met Platte Kop (31), en drie M6
lotmoeren (77). Zorg ervoor dat de Nylon
S
Borgmoeren zich in de zeshoekige gaten
evinden.
b
0
1
31
Herhaal deze stap voor de Linker pedaalarm (niet afgebeeld).
11. Zoek de Rechterarm van het Bovendeel (9) die is aangegeven met een ʻRechtsʼ-sticker.
Richt de Rechterarm van het Bovendeel (9) aan een Been van het Bovendeel (6) zoals is afge­beeld. Zorg dat de zeskantige gaten en de
brede kant van het Been van het Bovendeel zich bevinden in de aangegeven locaties.
Herhaal deze stap voor de Linker pedaalarm (niet afgebeeld).
11
77
14
29
Zeshoekige
Gaten
9
77
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel (9) met twee M6 x 36mm Bouten met Ronde Kop (76) en twee M6 Slotmoeren (77). Zorg ervoor
dat de Nylon Borgmoeren zich in de zeshoekige gaten bevinden.
Herhaal deze stap voor de Linkerarm van het Bovendeel (niet afgebeeld) en het andere Been van het Bovendeel (niet afgebeeld).
76
Brede kant
Zeshoekige
Gaten
6
10
Page 11
12. Breng een ruime hoeveelheid aan van het meegeleverde vet op de assen op de Staander (2).
icht de Binnenste armkap (22) aan een
R Rechter Been van het Bovendeel (6) zoals is afgebeeld.
12
Schuif de Binnenste armkap (22) en het Rechter Been van het Bovendeel (6) naar de rechterkant van de Staander (2).
Bevestig het Rechter Been van het Bovendeel (6) met een M6 x 16mm Hechtschroef (80) en een M6 Tussenring (35).
Maak de Rechter Been van het Bovendeel (6) op dezelfde manier vast.
13. Bevestig een Buitenste armkap (20) rond het Linker Been van het Bovendeel (6) met twee M4 x 16mm Schroeven met Ronde Kop (84).
Bevestig de andere Buitenste armkap (20) rond het Rechter Been van het Bovendeel (6) op dezelfde manier.
13
80
35
22
2
6
Smeervet
22
35
80
6
20
84
84
6
20
6
11
Page 12
14. Voeg de Rechter Pedaalarm (14) in het Rechter Been van het Bovendeel (21).
evestig de Rechter Pedaalarm (14) aan de
B Beugel van het Been van het Bovendeel (21)
et twee M6 x 28mm Bouten met Platte Kop
m (31), en twee M6 Slotmoeren (77). Zorg ervoor
dat de Nylon Borgmoeren zich in de zeshoekige gaten bevinden.
14
6
31
Herhaal deze stap aan de andere kant van de elliptische trainer.
15. Zie stap 3. Draai de vier M10 x 20mm Hechtschroeven (79) vast. Tip: Draai de twee Hechtschroeven aan de voorkant van de elliptische trainer vast voordat u de andere twee Hechtschroeven vastdraait.
16. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Opmerking: Het kan zijn dat sommige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer (bedekking) niet te beschadigen.
14
77
Zeshoekige
21
Gaten
12
Page 13
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE
ERPLAATSEN
V
m de elliptische trainer te verplaatsen, moet u ervoor
O gaan staan, één voet tegen een van de wielen plaat­sen en stevig de staander vasthouden. Trek de staan­der naar voren tot u de elliptische trainer kan verplaat­sen op de wielen. Verplaats de elliptische trainer voorzichtig naar de gewenste plaats en zet het appa­raat weer op de vloer neer. Om het risico op letsel te
vermijden moet u niet proberen om de elliptische trainer te verplaatsen over een ongelijkmatig oppervlak.
Staander
OEFENINGEN DOEN OP DE ELLIPTISCHE
RAINER
T
m de elliptische trainer te monteren houdt u de
O armen van het bovendeel vast en stapt u op het hoog­ste pedaal. Stap vervolgens op het andere pedaal. Druk op de pedalen tot deze beginnen te bewegen in een doorlopende beweging. Opmerking: De crankar-
men kunnen in beide richtingen draaien. U kunt de crankarmen beter in de richting van het rechter pijltje laten draaien; om de oefening af te wisselen, kunt u de crankarmen ook in de andere richting laten draaien.
Arm van het
Bovendeel
Plaats
hier uw
voet
Wiel
Niveauvoet
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE NIVELLEREN
Indien de elliptische trainer enigszins schommelt op de vloer tijdens gebruik, dient u de niveaupoten aan de onderkant van de elliptische trainer te draaien tot de speling weg is (zie het inzettekeningetje).
Pedalen
Crankarm
Wacht tot de elliptische trainer helemaal is gestopt voor u van de elliptische trainer afstapt. Opmerking:
Met de elliptische trainer kan men niet freewhee­len; de pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel stopt. Wanneer de pedalen stilhouden, stap
dan eerst van het hoogste pedaal af. Stap vervolgens van het laagste pedaal.
13
Page 14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Weerstandknop
WAARSCHUWINGEN
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw oefeningen thuis meer effectiever te maken. U kunt de weerstand van de gebruikt door een druk op de knop bijstellen wanneer de handmatige instelling van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het bedieningspa­neel zal tijdens uw oefening constant informatie geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de handgreep met polssensor.
Het bedieningspaneel biedt zestien trainingsoefenin­gen. Elke oefening wijzigt automatisch de weerstand van de pedalen en vraagt u om de pedaalsnelheid te verhogen of te verlagen terwijl deze u begeleidt tijdens een effectieve oefening.
U kunt ook gebruikmaken van twee calorieprogram­ma's die u helpen bij het verbranden van 150 of 200 calorieën. De calorieënprogramma's besturen automa­tisch de weerstand van de pedalen en vertellen u wanneer u de trapsnelheid moet verhogen of verlagen terwijl de calorieën die u verbrandt, worden geteld.
Bovendien heeft het bedieningspaneel twee hartsla­goefeningen die de weerstand van de pedalen wijzi­gen om uw hartslag in de buurt van de doelhartslagen te houden tijdens uw oefening.
BELANGRIJK: Voordat u het bedieningspaneel voor de eerste keer gebruikt moet u BIKE (fiets) of ELLIPTICAL (elliptische trainer) kiezen. Als u dit niet doet zal het bedieningspaneel niet de juiste informatie weergeven. (Zie BEDIENINGSPANEEL INSTELLINGEN INVOEREN op pagina 15.)
Om naar de instellingen van het apparaat te gaan kijkt u op pagina 15. Voor gebruik van de hand­matige modus kijkt u op pagina 16. Voor het gebruik van een trainingsprogramma, kijkt u op pagina 18. Voor gebruik van het calorieprogramma, kijkt u op pagina 19. Voor gebruik van de voor de hartslagoe­fening, kijkt u op pagina 20.
Opmerking: Als er een doorzichtig plastic laagje op het bedieningspaneel ligt, dan moet u dat verwijderen.
14
Page 15
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN INVOEREN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
b te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk knopt, zal de display oplichten.
2. De handmatige instelling kiezen.
Met de gebruikersmodus kunt u het type product selecteren dat het bedieningspaneel uitvoert, de maateenheid kiezen voor een oefeningencyclus en een optie achtergrondverlichting voor het bedien­ingspaneel kiezen.
Om de gebruikersmodus te selecteren houd u de toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT] enkele seconden ingedrukt (zie de tekening op pagina 13) totdat de woorden BIKE en ELLIPTI- CAL op de display verschijnen.
3. Selecteer een producttype.
4. Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus uitvoert, selecteert u een maateenheid.
ls het bedieningspaneel een oefeningcyclus
A uitvoert, kan het bedieningspaneel de snelheid en
fstand weergeven in mijlen of kilometers.
a
Indien u BIKE hebt geselecteerd als producttype, verschijnen de woorden ENGLISH (voor Engelse mijlen) of METRIC (voor metrische kilometers) op de display om aan te geven welke maateenheid is geselecteerd.
Selecteer BIKE of ELLIPTICAL als het product­type.
De pijl op de display geeft het huidig gese­lecteerde producttype weer. Om de selectie te veranderen, druk herhaaldelijk de PRIORITY DISPLAY toets.
Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus uitvoert, selecteert u BIKE als producttype. Als het bedieningspaneel een elliptische training uitvoert, selecteert u ELLIPTICAL als producttype.
Druk dan op de toets Selecteer Oefening om de selectie op te slaan. De andere bedieningspaneel­instellingen verschijnen dan in de display.
Om de maateenheid te veranderen draait u aan de weerstandsknop tot de gewenste maateenheid in de display verschijnt.
5. Selecteer indien gewenst, een optie achter­grondverlichting.
U kunt kiezen tussen drie soorten achtergrondver­lichting. In de ON-stand blijft de achtergrondver­lichting altijd aanstaan. Om de batterijen te sparen, kunt u de AUTO-stand kiezen. De achter­grondverlichting zal dan slechts aangaan als u begint te lopen. In de OFF-stand blijft de achter­grondverlichting uit.
Om een optie achtergrondverlichting te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets Display tot de gewenste optie achtergrondverlichting wordt weergegeven in de display.
6. De gebruikersmodus verlaten.
Druk op de toets Oefening om de bedieningspa­neelinstellingen op te slaan en de gebruik­ersmodus te verlaten.
BELANGRIJK: Indien u BIKE hebt geselecteerd gaat u naar stap 4. Als u ELLIPTICAL hebt gese­lecteerd gaat u naar stap 5.
15
Page 16
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
Linksonder op de display ziet u de afstand die u
hebt gefietst [DISTANCE].
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
nopt, zal de display oplichten.
k
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het bedieningspaneel aanzet, zal de handmatige modus worden geactiveerd. Indien u een oefening heeft geselecteerd, dient u de handmatige modus opnieuw te selecteren door herhaaldelijk te drukken op de toets Oefening [WORKOUT] tot het woord MANUAL (Handmatig) linksonder in de dis­play verschijnt.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als u dat wilt.
Als u fiets kunt u de weerstand van de pedalen wijzigen door te draaien aan de weerstandknop. Om de mate van weerstand te verlagen, draait u de weerstandknop naar rechts, om de mate van weerstand te vergroten draait u de weerstandknop naar links. Aandacht: Als u de stapsgewijze weer­standstoetsen hebt ingedrukt, zal het een tijdje duren voordat de gewenste weerstand wordt ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
In de linker bovenhoek van de display wordt de
verlopen tijd getoond [TIME]. Opmerking: Indien u een oefening selecteert, zal de display de resterende tijd in de oefening weergeven in plaats van de verlopen tijd.
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefen­ingcyclus uitvoert, zal de afstand worden weergegeven in mijlen of kilometers. Als het bedi­eningspaneel een elliptische oefening uitvoert, zal de afstand worden weergegeven in het aantal
otaties.
r
In de rechter bovenhoek van de display wordt het aantal verbrande calorieën [CALORIES] bij benadering weergegeven. In de rechter boven­hoek van de display wordt ook uw hartslag weergegeven als u de handsensoren gebruikt (raadpleeg stap 5 op pagina 17).
Opmerking: Als u een calorieprogramma hebt ges­electeerd, telt de display tot het geschatte aantal calorieën dat u heeft verbrand.
Rechtsonder op de display ziet u de trapsnel­heid [RPM].
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefen­ingcyclus uitvoert, zal uw trapsnelheid worden weergegeven in mijlen of kilometers per uur. Als het bedieningspaneel een elliptische oefening uitvoert, zal uw trapsnelheid worden weergegeven in het aantal rotaties per minuut [RPM].
In het midden van de display wordt de weer­stand [RESISTANCE] van de pedalen enkele sec­onden weergegeven telkens als de weerstand wijzigt.
U kunt bepaalde informatie ook in een groter for­maat zien. Druk herhaaldelijk op de Display-toets [PRIORITY DISPLAY] om de informatie over tijd en afstand, tijd en calorieverbruik of tijd en snel­heid te zien. Druk opnieuw op de toets Priority Display om alle informatie te zien.
16
Page 17
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
andgreep polssensor of de optionele borstkas
h polssensor (zie pagina 21 voor informatie over de
ptionele borstkas polssensor).
o
Het kan zijn dat er op de metalen contactpunten van de handgreep met polssensor een plastic vel zit.
Om uw hartslag te meten, houd de handsensoren vast met uw handpal­men tegen de met­alen contactpunten. Beweeg uw handen niet en
houd de handsensoren stevig vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zullen er een, twee of drie streepjes verschijnen en dan wordt uw hartslag weergegeven. Voor een correcte hartslag­meting, houd de contactpunten ongeveer 15 sec­onden vast. Aandacht: Als u de handsensoren blijft vasthouden, dan zal uw hartslag 30 seconden op de onderste display worden weergegeven.
Contactpunten
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg ervoor dat u uw handen goed op de sensoren hebt geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven. Zorg
rvoor dat u uw handen niet te veel beweegt en
e houd de metalen contactpunten ook niet te strak
ast. Voor de beste werking maak de metalen con-
v tactpunten schoon met een zacht doek. Gebruik
nooit alcohol, schurende of chemische midde­len.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen, dan zult u een pieptoon horen en het bedien­ingspaneel zal blijven stilstaan. Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan zal het bedien­ingspaneel worden uitgeschakeld en de displays worden gereset.
17
Page 18
HET GEBRUIK VAN EEN trainer OEFENING
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
b te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk knopt, zal de display oplichten.
2. Selecteer een trainer oefening.
Om een training­soefening te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets Selecteer Oefening [WORK­OUT SELECT] tot het nummer van de gewenste oefening verschijnt in de display. De programmatijd en een profiel van de weerstandin­stellingen van het programma zullen op de display worden weergegeven.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke trainingsoefening staan gedrukt op het bedien­ingspaneel.
Profiel
Terwijl u oefent, wordt u aangegeven uw
oopritme zo dicht
l mogelijk bij uw
oelomwentelingen
d voor het huidige segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen. Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt, behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke snelheid kan wat lager zijn dan de gangbare snelheid. Zorg ervoor dat u op een temp fietst dat aangenaam voor u is.
Als het weerstandniveau van het huidige onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling handmatig overschrijven door te draaien aan de weerstandsknop. BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch naar de instellingen van het volgende segment worden gewijzigd.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in seg­menten van 1 minute. Er zijn één weerstand­sniveau en één tempo-instelling geprogrammeerd (rpm) voor elk segment. Aandacht: U kunt het­zelfde weerstand- en/of doeltemponiveau pro­grammeren voor verschillende segmenten.
Het oefeningprofiel zal uw vooruitgang laten zien (zie de tekening hierboven). De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. De hoogte van de flikkerende balk duidt het weerstandniveau van het huidige segment aan.
Als het eerste segment van de oefening klaar is, zullen de weerstandinstelling en de doelsnelhei­dinstelling voor het tweede segment een paar sec­onden verschijnen in het midden van het scherm om u te waarschuwen. Het volgende segment van het profiel begint te knipperen en de pedalen passen zich automatisch aan, aan het weerstand­sniveau van het volgende segment.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste segment voltooid is. Om het programma te stop­pen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult een pieptoon horen en de tijd zal op de display beginnen te flikkeren. Om de oefening opnieuw te starten, moet u gewoon beginnen te fietsen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 17.
18
Page 19
EEN CALORIEPROGRAMMA GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
b te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk knopt, zal de display oplichten.
2. Selecteer een calorieprogramma.
Druk herhaaldelijk op de toets Selecteer Oefening [WORK­OUT SELECT] tot het nummer van het gewenste calo­rieprogramma ver­schijnt in de display. De oefeningentijd, het aantal calorieën dat wordt verbrand en een profiel van de weerstandsinstellingen van de oefening verschij­nen ook in het scherm.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke calorieprogramma-oefening staan gedrukt op het bedieningspaneel.
Profiel
Terwijl u oefent, wordt u aange­geven uw loop-
itme zo dicht
r mogelijk bij uw
oelomwentelingen
d voor het huidige segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen. Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt, behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke snelheid kan wat lager zijn dan de gangbare snelheid. Zorg ervoor dat u op een temp fietst dat aangenaam voor u is.
Als het weerstandniveau van het huidige onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling handmatig overschrijven door te draaien aan de weerstandsknop. BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch naar de instellingen van het volgende segment worden gewijzigd.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk calorieprogramma helpt u bij het verbranden van 150 of 200 calorieën. Tijdens elke oefening telt het bedieningspaneel het aantal calorieën dat moet worden verbrand.
Elk calorieprogramma is verdeeld in 30 1-minuut segmenten. Er zijn één weerstandsniveau en één tempo-instelling geprogrammeerd (rpm) voor elk segment van de oefening. Opmerking: U kunt het­zelfde weerstand- en/of doeltemponiveau pro­grammeren voor verschillende segmenten.
Het oefeningprofiel zal uw vooruitgang laten zien (zie de tekening hierboven). De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. De hoogte van de flikkerende balk duidt het weerstandniveau van het huidige segment aan.
Als het eerste segment van de oefening klaar is, zullen de weerstandinstelling en de doelsnelhei­dinstelling voor het tweede segment een paar sec­onden verschijnen in het midden van het scherm om u te waarschuwen. Het volgende segment van het profiel begint te knipperen en de pedalen passen zich automatisch aan, aan het weerstand­sniveau van het volgende segment.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste segment voltooid is. Om het programma te stop­pen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult een pieptoon horen en de tijd zal op de display beginnen te flikkeren. Om de oefening opnieuw te starten, moet u gewoon beginnen te fietsen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 17.
19
Page 20
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE GEBRUIKEN
. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
1
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
e zetten.
t
Even nadat u begint met trappen of op een druk knopt, zal de display oplichten.
2. Selecteer een hartslagoefening.
Druk herhaaldelijk op de toets Selecteer Oefening [WORK­OUT SELECT] tot het nummer van de gewenste hart­slagoefening ver­schijnt in de display. De programmatijd en een profiel van de weerstandinstellingen van het pro­gramma zullen op de display worden weergegeven.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke hartslagoefening staan gedrukt op het bedien­ingspaneel.
Profiel
5. Begin te fietsen om het oefenprogramma te starten.
lke hartslagoefening is verdeeld in 30 1-minuut
E segmenten. Voor elk hartslagsegment is één snel-
eidsinstelling geprogrammeerd. Let op: dezelfde
h doel hartslag kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen.
Tijdens het programma, zal het oefeningenprofiel in de display uw vooruitgang laten zien. De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. The height of the flashing segment indicates the target heart rate for the cur­rent segment. Aan het einde van elke segment van de oefening, zult u een aantal tonen horen en het volgende segment zal beginnen te flikkeren.
Het bedieningspaneel zal regelmatig uw hartslag met de doelhartslaginstelling van de huidige onderdeel vergelijken. Als uw hartslag te ver onder of boven de doelhartslag ligt, dan zal de weer­stand van de pedalen automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag dichter bij uw doelhart­slag te brengen. Elke keer als de weerstand wijzigt, zal het weerstandniveau gedurende enkele seconden in de display verschijnen om u te alarmeren
3. Toets een doelhartslagfrequentie in.
Een paar seconden nadat u een hartslagoefening heeft geselecteerd, verschijnen de woorden ADJUST MAX TARGET HEART RATE (stel max doelhartslag in), in de display en begint het num­mer 110 te knipperen.
Er zullen verschillen hartslaginstellingen worden geprogrammeerd voor verschillende segmenten van de hartslagoefening. Draai de weerstand­sknop om naar de gewenste maximum hartslag te gaan voor de oefening (zie OEFENINGINTEN­SITEIT op pagina 23).
4. Houd de handgrip met polssensor vast.
Als u de handsensoren gebruikt, moet u niet noodzakelijk tijdens de hele duur van het program­ma de contactpunten vasthouden; u moet echter de contactpunten geregeld vasthouden voor een correcte werking van het programma. Telkens als
u de handgreep met polssensor vasthoudt, houd dan uw handen minstens 30 seconden op de contactpunten.
Tijdens de oefening wordt u verteld om met een gelijk­matige snelheid te trappen. Als er een opwaarts pijltje op de display verschi­jnt, moet u uw ritme verhogen. Als een neer­waartse pijl verschijnt, moet u uw snelheid verla­gen. Als er geen pijl verschijnt, behoudt u de huidi­ge snelheid.
20
Page 21
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u op een temp fietst dat aangenaam voor u is. Opmerking: Als
het weerstandniveau van het huidige onderdeel te
oog of te laag is kunt u de instelling handmatig
h overschrijven door te draaien aan de weerstand-
knop; maar als u het weerstandsniveau wijzigt,
s kunt u mogelijk niet meer de hartslag behouden. Als het bedieningspaneel uw hartslag vergelijkt met de doelhartslag, kan de weerstand van de pedalen automatisch verhogen of verlagen om de hartslag dichter bij de doelhartslag te krijgen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste segment voltooid is. Om het programma te stop­pen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult een pieptoon horen en de tijd zal op de display beginnen te flikkeren. Om de oefening opnieuw te starten, moet u gewoon beginnen te fietsen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening.
OPTIONELE BORSTRIEM MET HARTSLAGSENSOR
De optionele Polargeschikte borstkas pulssensor lev-
rt een handenvrije werking en controleert voort-
e durend de hartslag tijdens de oefeningen. Voor
ankoop van de optionele borstkas polssensor
a kijkt u op de omslag van deze handleiding.
Zie stap 6 op pagina 17.
21
Page 22
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Bekijk de onderdelen van de elliptische trainer regel-
atig en draai ze goed vast. Vervang versleten
m onderdelen meteen.
Om de elliptische trainer schoon te maken, gebruik
en vochtig doek en een kleine hoeveelheid zachte
e zeep. BELANGRIJK: Houd vloeistoffen weg bij het
bedieningspaneel. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
De batterijen moeten vervangen worden wanneer het bedieningspaneel niet meer goed oplicht. De meeste problemen ontstaan door lege batterijen. Bekijk mon­tage stap 5 op pagina 8 voor instructies om de batteri­jen te vervangen.
Als de handsensoren niet goed werken, raadpleeg stap 5 op pagina 17.
HOE DE SNELHEIDSSENSOR BIJ TE STELLEN
De snelheidssensor moet bijgesteld worden wanneer het bedieningspaneel onjuiste gegevens aangeeft. Verwijder dan alle schroeven van beide zijschermen.
Er zitten drie soorten schroeven in de zijscher­men—let op welke soort schroef in de verschil­lende gaten moet worden gedraaid. Verwijder dan
voorzichtig de zijschermen van het onderstel.
Zoek de Snelheidssensor (58). Draai de Linker pedaalschijf (26) tot de Magneet (41) is uitgelijnd met de Snelheidsensor. Maak de aangegeven M4 x 16mm Schroef met ronde kop (84) los maar haal hem er niet vanaf. Schuif de Snelheidssensor dichter bij of verder van de Magneet en draai de Schroef opnieuw vast. Beweeg de Katrol heen en weer, zodat de Snelheidssensor verschillende keren voorbij de Magneet komt. Herhaal deze handel­ing totdat het bedieningspaneel de goede gegevens aangeeft. Als de Snelheidsensor juist is uitgelijnd, dient u de schermen terug te plaatsen. Aandacht: Als
58
84
41
26
u vragen hebt over de correcte plaatsing van de
chroeven in de verschillende gaten, raadpleeg de
s GEDETAILLEERDE Tekening B op pagina 27 en de LIJST MET ONDERDELEN op pagina 25.
OE DE RIEM BIJ TE STELLEN
H
Als de pedalen beginnen te slippen tijdens uw oefen­ing en de weerstand staat op het hoogste niveau, dan moet de Riem (46) waarschijnlijk bijgesteld worden. Verwijder dan de schroeven van beide zijschermen. Er
zitten drie soorten schroeven in de zijschermen— let op welke soort schroef in de verschillende gaten moet worden gedraaid. Verwijder dan
voorzichtig de zijschermen van het onderstel.
Draai vervolgens de Band ins­telschroef (72) tot de Riem (46) strak staat. Maak dan de schermen weer vast. Aandacht: Als u vragen hebt over de correcte plaatsing van de schroeven in de verschillende gaten, raadpleeg de GEDETAILLEERDE Tekening B op pagina 27 en de LIJST MET ONDERDELEN op pagina 25.
72
46
22
Page 23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefe-
ingenprogramma, dient u een arts te consul-
n teren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe­ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe­ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul­taten.
verbranden moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitni­veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
ebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
g energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszo­ne bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi­teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni­veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart­slagen voor het verbranden van vet en voor een aero­bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw ʻtrainingszone.ʼ Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran­den van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Opwarming—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor­stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro­gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu­ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening–houd niet uw adem in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst, tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in hebben, de sleutel tot uw succes is.
23
Page 24
OPMERKINGEN
24
Page 25
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEL74008.0 R1008A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
11Onderstel 2 31Beugel van het bedieningspaneel 41Bedieningspaneel 51Linker Stang met handsensoren 62Been van het Bovendeel 71Spanrolwiel 81Linkerarm van het Bovendeel 91Rechterarm van het Bovendeel
10 2 Schuimgreep
11 2 Bovenste Kapje 12 1 Linker Pedaal 13 1 Rechter Pedaal 14 2 Pedaalarm 15 2 Pedaalbeugel 16 1 Rechter Stang met handsensoren 17 2 As van de Pedaalarm 18 2 Buitenste lagerbus 19 4 Polssensor 20 2 Buitenste armkap 21 2 Beugel van het Been van het
22 2 Binnenste armkap 23 4 Huls voor de Arm van het Pedaal 24 1 Crankmodule 25 1 Crankarm 26 1 Linker Pedaalschijf 27 1 Rechter pedaalschijf 28 2 Sensorstangkapje 29 2 Beugel van de Crankarm 30 4 Crankbus 31 10 M6 x 28mm Bout met Platte Kop 32 1 Schijfscherm 33 2 Crankarmkap 34 4 Kap van de Pedaalarm 35 12 M6 Tussenring 36 2 Binnenste lagerbus 37 2 Draad van de hartslagsensor 38 2 Cranklager 39 1 Tussenstuk van de Crank 40 1 Tussenstuk van de Crankarm 41 2 Magneet 42 1 Linkervoorscherm 43 1 Rechtervoorscherm 44 1 Linkerscherm 45 1 Rechterscherm 46 1 Riem 47 2 Poot 48 1 Linkeronderstelkap 49 1 Rechteronderstelkap 50 2 Wiel 51 1 Vliegwiel
1 Staander
Bovendeel
52 1 Spanrol
3 1 C-magneet
5 54 1 Weerstandmotor 55 1 Motorbeugel 56 1 Weerstandsarm 57 1 Klem 58 1 Snelheidssensor/Draad 59 1 Tussenstuk Magneet 60 1 Sleutel 61 1 Vierkante moer 62 1 Flensschroef 63 2 M10 x 41mm
Schouderhechtschroef 64 1 Vliegwielbout 65 1 C-magneetbout 66 1 Spanrolbout 67 1 Sleutelschroef 68 1 Crankarmschroef 69 4 Bout van de weerstandmotor 70 4 Moer van de weerstandmotor 71 5 Motorbeugelschroef 72 1 Rieminstelschroef 73 4 M4 x 16mm Schroef met Platte Kop 74 1 M10 Slotmoer 75 1 Aardingsschroef 76 4 M6 x 36mm Bout met Ronde Kop 77 14 M6 Slotmoer 78 6 M10 Gespleten Tussenringen 79 6 M10 x 20mm Hechtschroef 80 2 M6 x 16mm Hechtschroef 81 4 M8 x 12mm Schroef met Ronde Kop 82 10 M8 Slotmoer 83 9 M6 Stertussenstuk 84 17 M4 x 16mm Schroef met Ronde Kop 85 2 Vliegwieltussenstuk 86 1 Draadharnas 87 1 M3,5 x 12mm Schroef 88 4 R10ZZ Lager 89 4 6200ZZ Lager 90 2 M8 x 18mm Inbusschroef 91 5 M4 x 48mm Schroef 92 14 M4 x 25mm Schroef 93 2 M4 x 35mm Schroef 94 2 M8 Tussenring 95 9 M5 x 12mm Schroef 96 1 Bedieningspaneelkap 97 4 M3,5 x 20mm Schroef 98 4 M6 x 16mm Inbusschroef
*–Gebruiksaanwijzing *–Montagehulpstuk *–Smeervet
Opmerking: specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Betekent onderdeel niet getoond.
25
Page 26
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PFEVEL74008.0 R1008A
4
5
9
10
10
19
22
23
11
3
96
8
11
84
84
2
78
79
78
79
78
14
15
88
76
77
80
18
20
13
6
23
89
36
35
37
16
19
28
28
90
82
33
94
84
97
97
37
78
78
79
79
18
80
88
35
84
76
77
20
36
22
84
6
12
34
35
98
90
94
98
35
35
98
34
34
84
14
15
33
23
23
34
98
35
17
17
31
31
30
30
29
21
21
29
30
30
31
31
82
73
77
77
77
77
89
89
89
88
88
26
Page 27
1
24
25
26
27
38
38
39
40
41
41
42
43
44
45
46
47
47
48
49
50
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
85
85
35
61
62
63
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
81
82
74
83
93
92
92
92
92
84
95
95
92
92
91
92
92
91
60
35
35
87
7
84
91
92
93
91
82
95
83
83
95
83
35
83
75
86
32
71
35
95
83
35
95
83
91
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PFEVEL74008.0 R1008A
27
Page 28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
Onderdeel Nr. 267422 R1008A Gedrukt in China © 2008 ICON IP, Inc.
Loading...