Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan
contact op met de winkel waar u
dit produkt hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
OPGELET
Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding voor verdere raadpleging.
De sticker(s) met waarschuwing hier getoond
zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de kaft van deze
handleiding en vraag voor een vervangsticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Opmerking: De sticker(s) worden niet
op ware groote weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
eze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt om het
d
risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan
35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat alleen die gebruik maken van de elliptische trainer voldoende op de hoogte zijn van
alle voorzorgsmaatregelen.
3. Deze elliptische trainer is alleen voor
huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de elliptische trainer niet commercieel of voor verhuur.
4. Gebruik de elliptische trainer uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond met een matje onder de elliptische trainer om uw vloer (bedekking) te
beschermen. Zorg ervoor dat er genoeg
ruimte rond de elliptische trainer is zodat u
gemakkelijk kunt opstappen en afstappen en
om de elliptical trainer te kunnen gebruiken.
5. Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de
elliptische trainer en draai ze dan goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
6. Houdt te alleen tijde kinderen jonger dan 12
en huisdieren bij de elliptische trainer vandaan.
7. De fiets kan alleen door mensen die minder
dan 113 kg wegen worden gebruikt.
8. Draag geschikte kleding wanneer u de elliptische trainer gebruikt. Draag altijd
sportschoenen.
9. Houd u altijd aan de handgreep met polssensor aan de armhendels vast wanneer u de
elliptische trainer opstapt, gebruikt of
afstapt.
10. Houdt tijdens het gebruik van de elliptische
trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
11. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De polssensor is alleen als hulpmiddel
bedoeld voor algemene hartslag meting.
12. Laat de pedalen langzaam tot stilstand
komen wanneer u met uw oefening stopt.
13. Stopt meteen en begin geleidelijk af te koelen wanneer u pijn voelt of duizelig wordt.
14. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals
beschreven in deze handleiding.
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
Dank u voor de aanschaf van de revolutionaire
ROFORM
P
RAZOR elliptische trainer biedt een hele reeks kenmerken die uw oefeningen thuis doeltreffender en
aangenamer maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de elliptische trainer
begint te gebruiken. Indien u vragen heeft na het
lezen van deze handleiding, raadpleeg dan de voor-
®
80 RAZOR elliptische trainer. De 380
3
Arm van het
Bovendeel
Bedieningspaneel
flap van deze handleiding. Noteer het product model-
ummer en het serienummer voordat u contact met
n
ons opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn.
De plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de volgende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
Polssensor
Pedaalschijf
Niveauvoet
Wiel
Pedaal
4
Page 5
MONTAGE
M10 Gespleten
Tussenringen
(78)–6
M6 Slotmoer
(77)–14
M8 Slotmoer
(82)–8
M6 Tussenring
(35)–2
M4 x 16mm
Schroef met
Ronde Kop
(84)–16
M6 x 36mm Bout met
Ronde Kop (76)–4
M6 x 16mm
Hechtschroef (80)–2
M4 x 16mm
Schroef met
Platte Kop (73)–4
M10 x 41mm
Schouderhechtschroef (63)–2
M10 x 20mm
Hechtschroef (79)–6
M6 x 28mm Bout met
Platte Kop (31)–10
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder
de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde inbussleutel zult u ook een kruiskop schroevendraaier, een engelse
sleutel, en een rubberen hamervoor de montage nodig hebben.
Raadpleeg bij de montage van de elliptische trainer de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te
herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET
ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen
aan. Opmerking: Sommige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Wanneer u een onderdeel niet in
de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al gemonteerd is.
5
Page 6
1.
Om de montage eenvoudiger te maken,
ees eerst de informatie op pagina 5
l
voordat u met de montage van het ellip-
ische oefentoestel begint.
t
1
Bevestig een Wiel (50) aan de voorkant van het
Onderstel (1) met een M10 x 41mm
chouderhechtschroef (63).
S
Herhaal deze stap voor bevestiging van het
andere Wiel (niet afgebeeld).
2. Stel vast wat de Linkeronderstelkap en
Rechteronderstelkap zijn (48, 49) deze zijn
gemarkeerd met ʻLinksʼ en ʻRechtsʼ stickers (L
of Left (links) geeft de linkerkant aan; R of Right
(rechts) voor de rechterkant).
Richt de linker en Rechter Onderstelkappen
(48, 49) vast met de afgeronde kanten in de
aangegeven locaties.
Bevestig elke Onderstelkap (48, 49) aan het
Onderstel met twee M4 x 16mm schroeven met
Ronde Kop (84) terwijl een andere persoon de
achterkant van het Onderstel (1) optilt.
1
50
63
2
Afgeronde
Kant
48
Afgeronde
Kant
1
84
49
6
Page 7
. Zorg dat een andere persoon de Staander (2)
3
vasthoudt in de buurt van het Onderstel (1).
3
Vind het draadband in de Staander (2).
evestig de onderkant van de draadband aan
B
de Draadharnas (86). Trek vervolgens het
bovenste gedeelte van de opbinddraad omhoog
en uit de bovenkant van de Staander. Maak dan
os en gooi het opbinddraad weg.
l
Tip: Om te voorkomen dat de Draadharnas
(86) in de Staander (2) valt, maakt u de
Draadharnas vast met een rubberen band.
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Draadharnas (86). Bevestig de Staander (2)
aan het Onderstel (1) met vier M10 x 20mm
Schroeven met Ronde Kop (79) en vier M8
Gespleten Tussenringen (78). Maak de
Hechtschroeven nog niet vast.
Vermijd het afklem-
men van de
raadkoker (86)
D
2
79
78
86
1
Draadband
78
79
78
79
4. Schuif de Bedieningspaneelkap (96) op de
Staander (2) en schuif het naar beneden.
Richt de Beugel van het bedieningspaneel (3)
zodat de sticker omhoog wijst. Houd de Beugel
van het Bedieningspaneel bij de Staander (2)
en plaats de Draadharnas (86) omhoog door de
Beugel van het bedieningspaneel.
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Draadharnas (86). Bevestig de Beugel van het
Bedieningspaneel (3) aan de Staander (2) met
vier M4 x 16mm Schroeven met Platte Kop
(73).
4
73
73
86
3
2
96
Vermijd het afklem-
men van de
Draadkoker (86)
7
Page 8
5. Het Bedieningspaneel (4) werkt met “AA” batterijen (niet inhouden); alkalinebatterijen worden
aanbevolen. BELANGRIJK: Als het
Bedieningspaneel is blootgesteld aan koude
temperaturen, dient u het op kamertemperatuur te laten komen voordat u er batterijen
in plaatst. Anders kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische onderdelen
beschadigen. Verwijder het deksel van de bat-
terij, plaats de batterijen in het batterijcompartiment en plaats het deksel van de batterij weer
terug. Richt de batterijen zoals wordt
aangegeven met de markeringen aan de binnenkant van het batterijcompartiment.
Voor de aanschaf van een optionele ACadapter, neemt u contact op met de winkel
waar u dit product heeft gekocht of belt u
met het nummer op de omslag van deze
handleiding. Om schade aan het bedieningspaneel te voorkomen dient u alleen een
door de fabrikant geleverde AC-adapter te
gebruiken. Steek het ene einde van de AC-
adapter in de aansluiting van het bedieningspaneel en het andere deel in een stopcontact die
voldoet aan de lokale normen en bepalingen.
5
6
Deksel van
de Batterij
Batterijen
4
Batterijen
4
6. Terwijl een tweede persoon het Bedieningspaneel (4) vasthoudt naast de Beugel van het
bedieningspaneel (3), dient u de Draad van het
Bedieningspaneel te verbinden met de
Draadharnas (86).
Breng de sensordraden van het bedieningspaneel omlaag in de Staander (2). Trek een sensordraad van het Bedieningspaneel naar buiten
aan weerszijden van de Staander.
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig het Bedieningspaneel (4) aan de
Staander (2) met vier M4 x 16mm Schroeven
met Ronde Kop (84).
Draden van de
hartslagsensoren
Vermijd het
afklemmen
van de draden
Bedieningspaneel
Draadkoker
86
3
2
84
84
8
Page 9
7. Schuif de Bedieningspaneelkap (96) omhoog
naar het Bedieningspaneel (4). Insert the console pulse wires downward through the Console
over.
C
ip: Vermijd het afklemmen van de draden.
T
Bevestig de Bedieningspaneelkap (96) met vier
M4 x 16mm Schroeven met Ronde Kop (84).
7
Draden van de
hartslagsensoren
96
4
Vermijd het
afklemmen van
de draden
84
8. Stel vast wat de Linker en Rechter Stang met
handsensoren (5, 16) deze zijn gemarkeerd met
ʻLinksʼ en ʻRechtsʼ stickers (L of Left (links) geeft
de linkerkant aan; R of Right (rechts) voor de
rechterkant).
Zorg dat een andere persoon de Rechter Stang
met handsensoren (16) vasthoudt in de buurt
van de Staander (2).
Verbind de Draad van de hartslangsensor van
het bedieningspaneel aan de Staander (2) aan
de Draad van de hartslangsensor (37) in de
Rechter Stang met handsensoren (16).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig de Rechter Stang met handsensoren
(16) met een M10 x 20mm Hechtschroef (79)
en een M10 Tussenring (78) aan de Staander
(2).
Herhaal dit voor de Linker Stang met handsensoren (5).
9. Zoek het Rechter Pedaal (13) die staat
aangegeven met een ʻRechtsʼ-sticker en richt
deze zoals is afgebeeld.
8
5
Draden van de
hartslagsensoren
9
Vermijd het
afklemmen
van de
draden
37
2
78
79
16
13
14
Zoek de bumper aan de onderkant van de
Rechter Pedaalarm (14). Plaats dan het gat in
de Pedaalbeugel (15) over de bumper.
Bevestig het Rechter Pedaal (13) en de Beugel
van het Pedaal (15) aan de Rechter Pedaalarm
(14) met vier M8 Slotmoeren (82).
Herhaal deze stap voor het Linker pedaal
(niet afgebeeld).
Bumper
15
Gat
82
9
Page 10
10. Bevestig de Rechter Pedaalarm (14) aan de
Beugel van de Crankarm (29) met drie M6 x
28mm Bouten met Platte Kop (31), en drie M6
lotmoeren (77). Zorg ervoor dat de Nylon
S
Borgmoeren zich in de zeshoekige gaten
evinden.
b
0
1
31
Herhaal deze stap voor de Linker pedaalarm
(niet afgebeeld).
11. Zoek de Rechterarm van het Bovendeel (9) die
is aangegeven met een ʻRechtsʼ-sticker.
Richt de Rechterarm van het Bovendeel (9) aan
een Been van het Bovendeel (6) zoals is afgebeeld. Zorg dat de zeskantige gaten en de
brede kant van het Been van het Bovendeel
zich bevinden in de aangegeven locaties.
Herhaal deze stap voor de Linker pedaalarm
(niet afgebeeld).
11
77
14
29
Zeshoekige
Gaten
9
77
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel (9)
met twee M6 x 36mm Bouten met Ronde Kop
(76) en twee M6 Slotmoeren (77). Zorg ervoor
dat de Nylon Borgmoeren zich in de
zeshoekige gaten bevinden.
Herhaal deze stap voor de Linkerarm van
het Bovendeel (niet afgebeeld) en het andere
Been van het Bovendeel (niet afgebeeld).
76
Brede kant
Zeshoekige
Gaten
6
10
Page 11
12. Breng een ruime hoeveelheid aan van het
meegeleverde vet op de assen op de Staander
(2).
icht de Binnenste armkap (22) aan een
R
Rechter Been van het Bovendeel (6) zoals is
afgebeeld.
12
Schuif de Binnenste armkap (22) en het
Rechter Been van het Bovendeel (6) naar de
rechterkant van de Staander (2).
Bevestig het Rechter Been van het Bovendeel
(6) met een M6 x 16mm Hechtschroef (80) en
een M6 Tussenring (35).
Maak de Rechter Been van het Bovendeel
(6) op dezelfde manier vast.
13. Bevestig een Buitenste armkap (20) rond het
Linker Been van het Bovendeel (6) met twee
M4 x 16mm Schroeven met Ronde Kop (84).
Bevestig de andere Buitenste armkap (20)
rond het Rechter Been van het Bovendeel
(6) op dezelfde manier.
13
80
35
22
2
6
Smeervet
22
35
80
6
20
84
84
6
20
6
11
Page 12
14. Voeg de Rechter Pedaalarm (14) in het Rechter
Been van het Bovendeel (21).
evestig de Rechter Pedaalarm (14) aan de
B
Beugel van het Been van het Bovendeel (21)
et twee M6 x 28mm Bouten met Platte Kop
m
(31), en twee M6 Slotmoeren (77). Zorg ervoor
dat de Nylon Borgmoeren zich in de
zeshoekige gaten bevinden.
14
6
31
Herhaal deze stap aan de andere kant van
de elliptische trainer.
15. Zie stap 3. Draai de vier M10 x 20mm Hechtschroeven (79) vast. Tip: Draai de twee Hechtschroeven aan
de voorkant van de elliptische trainer vast voordat u de andere twee Hechtschroeven vastdraait.
16. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Opmerking: Het
kan zijn dat sommige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw
vloer (bedekking) niet te beschadigen.
14
77
Zeshoekige
21
Gaten
12
Page 13
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE
ERPLAATSEN
V
m de elliptische trainer te verplaatsen, moet u ervoor
O
gaan staan, één voet tegen een van de wielen plaatsen en stevig de staander vasthouden. Trek de staander naar voren tot u de elliptische trainer kan verplaatsen op de wielen. Verplaats de elliptische trainer
voorzichtig naar de gewenste plaats en zet het apparaat weer op de vloer neer. Om het risico op letsel te
vermijden moet u niet proberen om de elliptische
trainer te verplaatsen over een ongelijkmatig
oppervlak.
Staander
OEFENINGEN DOEN OP DE ELLIPTISCHE
RAINER
T
m de elliptische trainer te monteren houdt u de
O
armen van het bovendeel vast en stapt u op het hoogste pedaal. Stap vervolgens op het andere pedaal.
Druk op de pedalen tot deze beginnen te bewegen in
een doorlopende beweging. Opmerking: De crankar-
men kunnen in beide richtingen draaien. U kunt de
crankarmen beter in de richting van het rechter
pijltje laten draaien; om de oefening af te wisselen,
kunt u de crankarmen ook in de andere richting
laten draaien.
Arm van het
Bovendeel
Plaats
hier uw
voet
Wiel
Niveauvoet
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE NIVELLEREN
Indien de elliptische trainer enigszins schommelt op
de vloer tijdens gebruik, dient u de niveaupoten aan
de onderkant van de elliptische trainer te draaien tot
de speling weg is (zie het inzettekeningetje).
Pedalen
Crankarm
Wacht tot de elliptische trainer helemaal is gestopt
voor u van de elliptische trainer afstapt. Opmerking:
Met de elliptische trainer kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat het
vliegwiel stopt. Wanneer de pedalen stilhouden, stap
dan eerst van het hoogste pedaal af. Stap vervolgens
van het laagste pedaal.
13
Page 14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Weerstandknop
WAARSCHUWINGEN
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis meer effectiever te maken. U kunt de
weerstand van de gebruikt door een druk op de knop
bijstellen wanneer de handmatige instelling van het
bedieningspaneel gekozen wordt. Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening constant informatie
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de
handgreep met polssensor.
Het bedieningspaneel biedt zestien trainingsoefeningen. Elke oefening wijzigt automatisch de weerstand
van de pedalen en vraagt u om de pedaalsnelheid te
verhogen of te verlagen terwijl deze u begeleidt tijdens
een effectieve oefening.
U kunt ook gebruikmaken van twee calorieprogramma's die u helpen bij het verbranden van 150 of 200
calorieën. De calorieënprogramma's besturen automatisch de weerstand van de pedalen en vertellen u
wanneer u de trapsnelheid moet verhogen of verlagen
terwijl de calorieën die u verbrandt, worden geteld.
Bovendien heeft het bedieningspaneel twee hartslagoefeningen die de weerstand van de pedalen wijzigen om uw hartslag in de buurt van de doelhartslagen
te houden tijdens uw oefening.
BELANGRIJK: Voordat u het bedieningspaneel
voor de eerste keer gebruikt moet u BIKE (fiets) of
ELLIPTICAL (elliptische trainer) kiezen. Als u dit
niet doet zal het bedieningspaneel niet de juiste
informatie weergeven. (Zie BEDIENINGSPANEEL
INSTELLINGEN INVOEREN op pagina 15.)
Om naar de instellingen van het apparaat te gaan
kijkt u op pagina 15. Voor gebruik van de handmatige modus kijkt u op pagina 16. Voor het gebruik
van een trainingsprogramma, kijkt u op pagina 18.
Voor gebruik van het calorieprogramma, kijkt u oppagina 19. Voor gebruik van de voor de hartslagoefening, kijkt u op pagina 20.
Opmerking: Als er een doorzichtig plastic laagje op het
bedieningspaneel ligt, dan moet u dat verwijderen.
14
Page 15
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN INVOEREN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
b
te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2. De handmatige instelling kiezen.
Met de gebruikersmodus kunt u het type product
selecteren dat het bedieningspaneel uitvoert, de
maateenheid kiezen voor een oefeningencyclus en
een optie achtergrondverlichting voor het bedieningspaneel kiezen.
Om de gebruikersmodus te selecteren houd u de
toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT]
enkele seconden ingedrukt (zie de tekening op
pagina 13) totdat de woorden BIKE en ELLIPTI-CAL op de display verschijnen.
3. Selecteer een producttype.
4. Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, selecteert u een maateenheid.
ls het bedieningspaneel een oefeningcyclus
A
uitvoert, kan het bedieningspaneel de snelheid en
fstand weergeven in mijlen of kilometers.
a
Indien u BIKE hebt geselecteerd als producttype,
verschijnen de woorden ENGLISH (voor Engelse
mijlen) of METRIC (voor metrische kilometers) op
de display om aan te geven welke maateenheid is
geselecteerd.
Selecteer BIKE of ELLIPTICAL als het producttype.
De pijl op de display geeft het huidig geselecteerde producttype weer. Om de selectie te
veranderen, druk herhaaldelijk de PRIORITY
DISPLAY toets.
Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, selecteert u BIKE als producttype. Als
het bedieningspaneel een elliptische training
uitvoert, selecteert u ELLIPTICAL als producttype.
Druk dan op de toets Selecteer Oefening om de
selectie op te slaan. De andere bedieningspaneelinstellingen verschijnen dan in de display.
Om de maateenheid te veranderen draait u aan de
weerstandsknop tot de gewenste maateenheid in
de display verschijnt.
5. Selecteer indien gewenst, een optie achtergrondverlichting.
U kunt kiezen tussen drie soorten achtergrondverlichting. In de ON-stand blijft de achtergrondverlichting altijd aanstaan. Om de batterijen te
sparen, kunt u de AUTO-stand kiezen. De achtergrondverlichting zal dan slechts aangaan als u
begint te lopen. In de OFF-stand blijft de achtergrondverlichting uit.
Om een optie achtergrondverlichting te selecteren,
drukt u herhaaldelijk op de toets Display tot de
gewenste optie achtergrondverlichting wordt
weergegeven in de display.
6. De gebruikersmodus verlaten.
Druk op de toets Oefening om de bedieningspaneelinstellingen op te slaan en de gebruikersmodus te verlaten.
BELANGRIJK: Indien u BIKE hebt geselecteerd
gaat u naar stap 4. Als u ELLIPTICAL hebt geselecteerd gaat u naar stap 5.
15
Page 16
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
Linksonder op de display ziet u de afstand die u
hebt gefietst [DISTANCE].
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
nopt, zal de display oplichten.
k
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het
bedieningspaneel
aanzet, zal de
handmatige
modus worden
geactiveerd. Indien
u een oefening
heeft geselecteerd, dient u de handmatige modus
opnieuw te selecteren door herhaaldelijk te
drukken op de toets Oefening [WORKOUT] tot het
woord MANUAL (Handmatig) linksonder in de display verschijnt.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
Als u fiets kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door te draaien aan de weerstandknop.
Om de mate van weerstand te verlagen, draait u
de weerstandknop naar rechts, om de mate van
weerstand te vergroten draait u de weerstandknop
naar links. Aandacht: Als u de stapsgewijze weerstandstoetsen hebt ingedrukt, zal het een tijdje
duren voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
In de linker bovenhoek van de display wordt de
verlopen tijd getoond [TIME]. Opmerking: Indien u
een oefening selecteert, zal de display de
resterende tijd in de oefening weergeven in plaats
van de verlopen tijd.
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus uitvoert, zal de afstand worden
weergegeven in mijlen of kilometers. Als het bedieningspaneel een elliptische oefening uitvoert, zal
de afstand worden weergegeven in het aantal
otaties.
r
In de rechter bovenhoek van de display wordt
het aantal verbrande calorieën [CALORIES] bij
benadering weergegeven. In de rechter bovenhoek van de display wordt ook uw hartslag
weergegeven als u de handsensoren gebruikt
(raadpleeg stap 5 op pagina 17).
Opmerking: Als u een calorieprogramma hebt geselecteerd, telt de display tot het geschatte aantal
calorieën dat u heeft verbrand.
Rechtsonder op de display ziet u de trapsnelheid [RPM].
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus uitvoert, zal uw trapsnelheid worden
weergegeven in mijlen of kilometers per uur. Als
het bedieningspaneel een elliptische oefening
uitvoert, zal uw trapsnelheid worden weergegeven
in het aantal rotaties per minuut [RPM].
In het midden van de display wordt de weerstand [RESISTANCE] van de pedalen enkele seconden weergegeven telkens als de weerstand
wijzigt.
U kunt bepaalde informatie ook in een groter formaat zien. Druk herhaaldelijk op de Display-toets
[PRIORITY DISPLAY] om de informatie over tijd
en afstand, tijd en calorieverbruik of tijd en snelheid te zien. Druk opnieuw op de toets Priority
Display om alle informatie te zien.
16
Page 17
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
andgreep polssensor of de optionele borstkas
h
polssensor (zie pagina 21 voor informatie over de
ptionele borstkas polssensor).
o
Het kan zijn dat
er op de metalen
contactpunten
van de handgreep
met polssensor
een plastic vel zit.
Om uw hartslag te
meten, houd de
handsensoren vast
met uw handpalmen tegen de metalen contactpunten. Beweeg uw handen niet en
houd de handsensoren stevig vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zullen er een,
twee of drie streepjes verschijnen en dan wordt uw
hartslag weergegeven. Voor een correcte hartslagmeting, houd de contactpunten ongeveer 15 seconden vast. Aandacht: Als u de handsensoren blijft
vasthouden, dan zal uw hartslag 30 seconden op
de onderste display worden weergegeven.
Contactpunten
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat u uw handen goed op de sensoren hebt
geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven. Zorg
rvoor dat u uw handen niet te veel beweegt en
e
houd de metalen contactpunten ook niet te strak
ast. Voor de beste werking maak de metalen con-
v
tactpunten schoon met een zacht doek. Gebruik
nooit alcohol, schurende of chemische middelen.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
dan zult u een pieptoon horen en het bedieningspaneel zal blijven stilstaan. Als de pedalen
enkele minuten niet bewegen, dan zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en de displays
worden gereset.
17
Page 18
HET GEBRUIK VAN EEN trainer OEFENING
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
b
te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2. Selecteer een trainer oefening.
Om een trainingsoefening te
selecteren, drukt u
herhaaldelijk op de
toets Selecteer
Oefening [WORKOUT SELECT] tot
het nummer van
de gewenste oefening verschijnt in de display. De
programmatijd en een profiel van de weerstandinstellingen van het programma zullen op de display
worden weergegeven.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke
trainingsoefening staan gedrukt op het bedieningspaneel.
Profiel
Terwijl u oefent,
wordt u
aangegeven uw
oopritme zo dicht
l
mogelijk bij uw
oelomwentelingen
d
voor het huidige
segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op
de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen.
Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw
snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt,
behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is bedoeld om
u te motiveren. Uw feitelijke snelheid kan wat
lager zijn dan de gangbare snelheid. Zorg
ervoor dat u op een temp fietst dat aangenaam
voor u is.
Als het weerstandniveau van het huidige
onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling
handmatig overschrijven door te draaien aan de
weerstandsknop. BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
naar de instellingen van het volgende segment
worden gewijzigd.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in segmenten van 1 minute. Er zijn één weerstandsniveau en één tempo-instelling geprogrammeerd
(rpm) voor elk segment. Aandacht: U kunt hetzelfde weerstand- en/of doeltemponiveau programmeren voor verschillende segmenten.
Het oefeningprofiel zal uw vooruitgang laten zien
(zie de tekening hierboven). De flikkerende balk
van het profiel stelt het huidige oefeningsegment
voor. De hoogte van de flikkerende balk duidt het
weerstandniveau van het huidige segment aan.
Als het eerste segment van de oefening klaar is,
zullen de weerstandinstelling en de doelsnelheidinstelling voor het tweede segment een paar seconden verschijnen in het midden van het scherm
om u te waarschuwen. Het volgende segment van
het profiel begint te knipperen en de pedalen
passen zich automatisch aan, aan het weerstandsniveau van het volgende segment.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om het programma te stoppen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om de oefening opnieuw te
starten, moet u gewoon beginnen te fietsen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 17.
18
Page 19
EEN CALORIEPROGRAMMA GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
b
te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2. Selecteer een calorieprogramma.
Druk herhaaldelijk
op de toets
Selecteer
Oefening [WORKOUT SELECT] tot
het nummer van
het gewenste calorieprogramma verschijnt in de display. De oefeningentijd, het aantal
calorieën dat wordt verbrand en een profiel van de
weerstandsinstellingen van de oefening verschijnen ook in het scherm.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke
calorieprogramma-oefening staan gedrukt op het
bedieningspaneel.
Profiel
Terwijl u oefent,
wordt u aangegeven uw loop-
itme zo dicht
r
mogelijk bij uw
oelomwentelingen
d
voor het huidige
segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op
de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen.
Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw
snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt,
behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is bedoeld om
u te motiveren. Uw feitelijke snelheid kan wat
lager zijn dan de gangbare snelheid. Zorg
ervoor dat u op een temp fietst dat aangenaam
voor u is.
Als het weerstandniveau van het huidige
onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling
handmatig overschrijven door te draaien aan de
weerstandsknop. BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
naar de instellingen van het volgende segment
worden gewijzigd.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk calorieprogramma helpt u bij het verbranden
van 150 of 200 calorieën. Tijdens elke oefening
telt het bedieningspaneel het aantal calorieën dat
moet worden verbrand.
Elk calorieprogramma is verdeeld in 30 1-minuut
segmenten. Er zijn één weerstandsniveau en één
tempo-instelling geprogrammeerd (rpm) voor elk
segment van de oefening. Opmerking: U kunt hetzelfde weerstand- en/of doeltemponiveau programmeren voor verschillende segmenten.
Het oefeningprofiel zal uw vooruitgang laten zien
(zie de tekening hierboven). De flikkerende balk
van het profiel stelt het huidige oefeningsegment
voor. De hoogte van de flikkerende balk duidt het
weerstandniveau van het huidige segment aan.
Als het eerste segment van de oefening klaar is,
zullen de weerstandinstelling en de doelsnelheidinstelling voor het tweede segment een paar seconden verschijnen in het midden van het scherm
om u te waarschuwen. Het volgende segment van
het profiel begint te knipperen en de pedalen
passen zich automatisch aan, aan het weerstandsniveau van het volgende segment.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om het programma te stoppen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om de oefening opnieuw te
starten, moet u gewoon beginnen te fietsen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 17.
19
Page 20
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
1
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
e zetten.
t
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2. Selecteer een hartslagoefening.
Druk herhaaldelijk
op de toets
Selecteer
Oefening [WORKOUT SELECT] tot
het nummer van
de gewenste hartslagoefening verschijnt in de display. De programmatijd en een
profiel van de weerstandinstellingen van het programma zullen op de display worden
weergegeven.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke
hartslagoefening staan gedrukt op het bedieningspaneel.
Profiel
5. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
lke hartslagoefening is verdeeld in 30 1-minuut
E
segmenten. Voor elk hartslagsegment is één snel-
eidsinstelling geprogrammeerd. Let op: dezelfde
h
doel hartslag kan worden geprogrammeerd voor
opeenvolgende onderdelen.
Tijdens het programma, zal het oefeningenprofiel
in de display uw vooruitgang laten zien. De
flikkerende balk van het profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. The height of the flashing
segment indicates the target heart rate for the current segment. Aan het einde van elke segment
van de oefening, zult u een aantal tonen horen en
het volgende segment zal beginnen te flikkeren.
Het bedieningspaneel zal regelmatig uw hartslag
met de doelhartslaginstelling van de huidige
onderdeel vergelijken. Als uw hartslag te ver onder
of boven de doelhartslag ligt, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch verhogen of
verlagen om uw hartslag dichter bij uw doelhartslag te brengen. Elke keer als de weerstand
wijzigt, zal het weerstandniveau gedurende enkele
seconden in de display verschijnen om u te
alarmeren
3. Toets een doelhartslagfrequentie in.
Een paar seconden nadat u een hartslagoefening
heeft geselecteerd, verschijnen de woorden
ADJUST MAX TARGET HEART RATE (stel max
doelhartslag in), in de display en begint het nummer 110 te knipperen.
Er zullen verschillen hartslaginstellingen worden
geprogrammeerd voor verschillende segmenten
van de hartslagoefening. Draai de weerstandsknop om naar de gewenste maximum hartslag te
gaan voor de oefening (zie OEFENINGINTENSITEIT op pagina 23).
4. Houd de handgrip met polssensor vast.
Als u de handsensoren gebruikt, moet u niet
noodzakelijk tijdens de hele duur van het programma de contactpunten vasthouden; u moet echter
de contactpunten geregeld vasthouden voor een
correcte werking van het programma. Telkens als
u de handgreep met polssensor vasthoudt,
houd dan uw handen minstens 30 seconden
op de contactpunten.
Tijdens de oefening
wordt u verteld om
met een gelijkmatige snelheid te
trappen. Als er een
opwaarts pijltje op
de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen. Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt, behoudt u de huidige snelheid.
20
Page 21
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u op een temp
fietst dat aangenaam voor u is. Opmerking: Als
het weerstandniveau van het huidige onderdeel te
oog of te laag is kunt u de instelling handmatig
h
overschrijven door te draaien aan de weerstand-
knop; maar als u het weerstandsniveau wijzigt,
s
kunt u mogelijk niet meer de hartslag behouden.
Als het bedieningspaneel uw hartslag vergelijkt
met de doelhartslag, kan de weerstand van de
pedalen automatisch verhogen of verlagen om de
hartslag dichter bij de doelhartslag te krijgen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om het programma te stoppen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om de oefening opnieuw te
starten, moet u gewoon beginnen te fietsen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
OPTIONELE BORSTRIEM MET HARTSLAGSENSOR
De optionele Polargeschikte borstkas pulssensor lev-
rt een handenvrije werking en controleert voort-
e
durend de hartslag tijdens de oefeningen. Voor
ankoop van de optionele borstkas polssensor
a
kijkt u op de omslag van deze handleiding.
Zie stap 6 op pagina 17.
21
Page 22
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Bekijk de onderdelen van de elliptische trainer regel-
atig en draai ze goed vast. Vervang versleten
m
onderdelen meteen.
Om de elliptische trainer schoon te maken, gebruik
en vochtig doek en een kleine hoeveelheid zachte
e
zeep. BELANGRIJK: Houd vloeistoffen weg bij het
bedieningspaneel. Houd het bedieningspaneel uit
direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
De batterijen moeten vervangen worden wanneer het
bedieningspaneel niet meer goed oplicht. De meeste
problemen ontstaan door lege batterijen. Bekijk montage stap 5 op pagina 8 voor instructies om de batterijen te vervangen.
Als de handsensoren niet goed werken, raadpleeg
stap 5 op pagina 17.
HOE DE SNELHEIDSSENSOR BIJ TE STELLEN
De snelheidssensor moet bijgesteld worden wanneer
het bedieningspaneel onjuiste gegevens aangeeft.
Verwijder dan alle schroeven van beide zijschermen.
Er zitten drie soorten schroeven in de zijschermen—let op welke soort schroef in de verschillende gaten moet worden gedraaid. Verwijder dan
voorzichtig de zijschermen van het onderstel.
Zoek de
Snelheidssensor
(58). Draai de
Linker
pedaalschijf (26)
tot de Magneet
(41) is uitgelijnd
met de
Snelheidsensor.
Maak de
aangegeven M4
x 16mm Schroef
met ronde kop
(84) los maar haal hem er niet vanaf. Schuif de
Snelheidssensor dichter bij of verder van de Magneet
en draai de Schroef opnieuw vast. Beweeg de Katrol
heen en weer, zodat de Snelheidssensor verschillende
keren voorbij de Magneet komt. Herhaal deze handeling totdat het bedieningspaneel de goede gegevens
aangeeft. Als de Snelheidsensor juist is uitgelijnd,
dient u de schermen terug te plaatsen. Aandacht: Als
58
84
41
26
u vragen hebt over de correcte plaatsing van de
chroeven in de verschillende gaten, raadpleeg de
s
GEDETAILLEERDE Tekening B op pagina 27 en de
LIJST MET ONDERDELEN op pagina 25.
OE DE RIEM BIJ TE STELLEN
H
Als de pedalen beginnen te slippen tijdens uw oefening en de weerstand staat op het hoogste niveau, dan
moet de Riem (46) waarschijnlijk bijgesteld worden.
Verwijder dan de schroeven van beide zijschermen. Er
zitten drie soorten schroeven in de zijschermen—
let op welke soort schroef in de verschillende
gaten moet worden gedraaid. Verwijder dan
voorzichtig de zijschermen van het onderstel.
Draai vervolgens
de Band instelschroef (72) tot
de Riem (46)
strak staat. Maak
dan de schermen
weer vast.
Aandacht: Als u
vragen hebt over
de correcte
plaatsing van de
schroeven in de
verschillende
gaten, raadpleeg de GEDETAILLEERDE Tekening B
op pagina 27 en de LIJST MET ONDERDELEN op
pagina 25.
72
46
22
Page 23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefe-
ingenprogramma, dient u een arts te consul-
n
teren. Dit is vooral belangrijk voor personen
boven de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
ebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
g
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te
oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van
uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw ʻtrainingszone.ʼ
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Opwarming—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening–houd niet
uw adem in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
23
Page 24
OPMERKINGEN
24
Page 25
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEL74008.0 R1008A
Nr.Aant.BeschrijvingNr.Aant.Beschrijving
11Onderstel
2
31Beugel van het bedieningspaneel
41Bedieningspaneel
51Linker Stang met handsensoren
62Been van het Bovendeel
71Spanrolwiel
81Linkerarm van het Bovendeel
91Rechterarm van het Bovendeel
102Schuimgreep
112Bovenste Kapje
121Linker Pedaal
131Rechter Pedaal
142Pedaalarm
152Pedaalbeugel
161Rechter Stang met handsensoren
172As van de Pedaalarm
182Buitenste lagerbus
194Polssensor
202Buitenste armkap
212Beugel van het Been van het
222Binnenste armkap
234Huls voor de Arm van het Pedaal
241Crankmodule
251Crankarm
261Linker Pedaalschijf
271Rechter pedaalschijf
282Sensorstangkapje
292Beugel van de Crankarm
304Crankbus
3110M6 x 28mm Bout met Platte Kop
321Schijfscherm
332Crankarmkap
344Kap van de Pedaalarm
3512M6 Tussenring
362Binnenste lagerbus
372Draad van de hartslagsensor
382Cranklager
391Tussenstuk van de Crank
401Tussenstuk van de Crankarm
412Magneet
421Linkervoorscherm
431Rechtervoorscherm
441Linkerscherm
451Rechterscherm
461Riem
472Poot
481Linkeronderstelkap
491Rechteronderstelkap
502Wiel
511Vliegwiel
Schouderhechtschroef
641Vliegwielbout
651C-magneetbout
661Spanrolbout
671Sleutelschroef
681Crankarmschroef
694Bout van de weerstandmotor
704Moer van de weerstandmotor
715Motorbeugelschroef
721Rieminstelschroef
734M4 x 16mm Schroef met Platte Kop
741M10 Slotmoer
751Aardingsschroef
764M6 x 36mm Bout met Ronde Kop
7714M6 Slotmoer
786M10 Gespleten Tussenringen
796M10 x 20mm Hechtschroef
802M6 x 16mm Hechtschroef
814M8 x 12mm Schroef met Ronde Kop
8210M8 Slotmoer
839M6 Stertussenstuk
8417M4 x 16mm Schroef met Ronde Kop
852Vliegwieltussenstuk
861Draadharnas
871M3,5 x 12mm Schroef
884R10ZZ Lager
8946200ZZ Lager
902M8 x 18mm Inbusschroef
915M4 x 48mm Schroef
9214M4 x 25mm Schroef
932M4 x 35mm Schroef
942M8 Tussenring
959M5 x 12mm Schroef
961Bedieningspaneelkap
974M3,5 x 20mm Schroef
984M6 x 16mm Inbusschroef
*–Gebruiksaanwijzing
*–Montagehulpstuk
*–Smeervet
Opmerking: specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Betekent onderdeel niet getoond.
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende
informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
•
• de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)