ProForm PETL54021, Moelnummer PETL54021 User Manual

GEBRUIKSAANWIJZING
Modelnummer PETL54021 Serienummer
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voorzorgs­maatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handlei­ding voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Sticker met
serienummer
Bezoek onze website
www.iconeurope.com
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
RICHTLIJNEN VOOR DE CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
Opgelet: U vindt een GEDETAILLEERDE TEKENING en een LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze handleiding. Bewaar de GEDETAILLEERDE TEKENING en de LIJST MET ONDERDELEN voor verdere raad­pleging.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge­bruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,5 m ruimte rondom. Zorg er­voor dat de loopband geen luchtopeningen (luchtroosters blokkeert. Leg een kleed onder de loopband om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen ge­bruikt worden of waar zuurstof is toegevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min­der dan 115 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop­band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Sportkleding voor mannen en vrouwen aan­bevolen. Gebruik de loopband nooit op blote voeten, op sokken of op sandalen. Draag al­tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 7). Geen elk ander appa­raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge­bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van­daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de elec­triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop­band niet wanneer het electrische snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie VOORDAT U BEGINT op pagina 4 als de loopband niet goed werkt).
14. Start de loopband nooit wanneer u op de band staat. Houdt u altijd vast aan de leunin­gen wanneer u de loopband gebruikt.
15. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om schok­kende versnellingen te voorkomen.
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico van brandwonden, brand, electrische schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
2
De hieronder weergegeven sticker bevindt zich op uw loopband. De vertaling van de engelse sticker is als volgt:
WAARSCHUWING: Bescherm u zelf en andere gebruikers tegen het risico van ernstig letsel. Lees de gebruiksaanwijzing en:
• Vergrendel de skuitklip volledig voordat u de loopband opbergt of verplaatst.
• Verlaag de helling in de laagste stand voordat u de loopband in­klapt.
• Sta altijd op de zijrails wanneer u de loopband start of stopt.
• Stel de snelheid geleidelijk bij.
• Houdt u vast aan de leuningen zodat u niet valt. Draag altijd de veiligheidsklem wanneer u de loopband gebruikt.
• Stop wanneer u zich niet goed voelt, duizelig wordt, of kortademig wordt.
• Laat kinderen niet rond of op dit apparaat spelen.
• Verwijder de sleutel wanneer u het apparaat niet gebruikt.
• Houdt uw kleding, vingers en haar bij de loopband weg.
• Probeer nooit de band bij te stellen of te repareren terwijl het ronddraait.
• Draag altijd sportschoenen wanneer u de loopband gebruikt.
Opgelet: De hieronder weergegeven sticker is 38% van de ware grootte.
16. De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De pols-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor alge­mene hartslag meting.
17. Verlies de loopband nooit uit het oog wan­neer die in gebruik is. Verwijder de sleutel en trek de stekker uit het stopcontact wanneer de loopband niet in gebruik is.
18. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 5 en DE LOOP­BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 10). U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, in­klappen of verplaatsen.
19. Zorg ervoor dat de sluitklip volledig gesloten is voordat u de loopband inklapt of verplaatst.
20. Inspecteer alle onderdelen van de loopband en draai ze dan goed vast.
21. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
22.
GEVAAR: Trek de stekker altijd di-
rect na gebruik van de loopband uit het stop­contact. Eveneens de stekker uit het stop­contact trekken vóór het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onder­houd en voor het bijregelen zoals beschre­ven is in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aan­geeft. Ander onderhoud dan datgene wat vermeld staat in deze handleiding moet door een technicus uitgevoerd worden.
23. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge­bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor ver- huur.
WAARSCHUWING:Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond­heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon­lijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
3
Fijn dat u de nieuwe PROFORM 6.5Q loopband hebt gekozen. De 6.5Q loopband bevat geavanceerde tech­nologie en een innoverende design om u de beste oe­fening aan te bieden binnen het gemak en de privacy van uw eigen huis. En wanneer u de loopband niet ge­bruikt kunt u de 6.5Q loopband inklappen zodat hij min­der ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg­vuldig door voordat u de loopband gebruikt. Mocht
u nog vragen hebben, neem dan contact op met de winkel waar u dit product hebt gekocht. Om u beter van dienst te kunnen zijn, zorg ervoor dat u het model­en serienummer bij de hand hebt voordat u belt. Het modelnummer van de loopband is PETL54021. Het se­rienummer bevindt zich op een sticker op de loopband (zie kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te­kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
4
Leuning
Staander
Sluitklip
Sleutel/Klip
Stroomon-
derbreker
Loopband
Loopplatform met voering
Zijrail
Achterkant
Rechterkant
Bijstelbouten voor de achterroller
Bedienings-
paneel
Houder voor de waterfles (fles niet inbegrepen)
Poot voor helling
5
1. Til met de hulp van een tweede persoon de Staanders (11) voorzichtig op totdat de loopband zich in de ge­toonde positie bevindt.
2. Steek een van de Poten (34) in de loopband zoals aan­gegeven is. (Opgelet: Om dit wat te vergemakkelijken, kan men Staanders [11] in de aangegeven richting kan­telen). Zorg ervoor dat het Grondsteuntje (40) zich aan de goede kant van de Poot bevindt. Bevestig de Poot met een Pootschroef (53). Zorg ervoor dat u tijdens
het vastdraaien goed op de kop van de Schroef drukt.
Maak de andere Poot (34) op dezelfde manier vast.
11
1
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft. U zult de meegeleverde sleutel , uw eigen kruiskop schroevendraaier , en een knijptang
nodig hebben.
Opgelet: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be­vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
34
53
11
40
2
WAARSCHUWING: Steek de
stekker pas in het stopcontact wanneer u de loop­band volledig gemonteerd heeft.
Pootschroef/Schroef van de
Leuning (53)–4
Schroef van het
Bedieningspaneel (88)–8
Geaarde Schroef
(89)–1
6
88
14
11
6
3. Haal de Schroef van de Leuning (53) uit een van de Leuningen (1). Steek de Leuning in de buis aan de bo­venkant van de linker Staander (11). Stel het gat in de Leuning gelijk met de gleuf in de Staander. Draai de Schroef van de Leuning losjes in de Leuning. Draai de Leuning zodanig dat de Schroef een van de einden van de gleuf raakt en draai vervolgens de Schroef goed vast.
Maak de andere Leuning (1) op dezelfde manier aan de rechter Staander (11) vast.
4. Het kan zijn dat er een plastic band in de buis van de rechter Staander (11) zit. Mocht dat zo zijn, verwijder
deze niet.
5. Plaats de Sockel van het Bedieningspaneel (46) op de Staander (11) (alleen de rechter Staander is getoond). Trek net genoeg aan de twee Draden (21) om deze met het contactpunt van de Sockel van het Bedieningspaneel aan te sluiten. Maak een lus met de aangegeven plastic verbinding en steek het eind door de houder aan de on­derkant van de Sockel van het Bedieningspaneel. Zoek naar de Draad die een twee-pen connector en een drie­pen connector bevat. Draai de connectors een slag als
deze niet gemakkelijk op elkaar passen en sluit de connectors aan. Schuif een Draad Beschermer (87) op
de connectors zodat deze helemaal bedekt zijn. Sluit ver­volgens de andere Draad op het andere contacpunt van de Sockel van het Bedieningspaneel. WAARCHUWING:
Verbindt of trek de Draaden niet uit elkaar terwijl het snoer van de loopband in het stopcontact zit. Maak de
plastic verbinding vast en snij af de uiteinden. Zie de inzet-tekening. Maak een lus rond de Draad
Beschermer (87) met de inbegrepen plastic verbinding zodat deze in de twee gleufjes van de Draad Beschermer zit. Maak de plastic verbinding vast en snij af de uitein­den.
Bekijk tekening 5b. Draai zes Schroeven van het Bedieningspaneel (66) in de Staanders (11) en de Basis van het Bedieningspaneel (46). Draai de Schroeven
vast maar zorg ervoor dat u ze niet te strak aandraait.
Maak de draad voor de aarding aan de Staanders (11) vast met de Geaarde Schroef (89). WAARSCHUWING:
Het bedieningspaneel moet geaard zijn.
6. Maak het Sluitklip (14) aan de linker Staander (11) vast met twee Schroeven (88). Zorg ervoor dat u de
Schroeven niet te strak aandraait.
7. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Bewaar de meegele-
verde sleutel op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina
13). Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedek­king te beschermen.
11
1
53
53
1
3
Gleuf
Plastic Band
11
4
87
21
46
5b
Plastic
Band
66
46
11
11
66
89
66
11
Plastic
Band
5a
Draad voor de Aarding
87
7
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE PERFORMANT LUBE®LOOPBAND
Uw loopband bevat een band die met PERFORMANT LUBE
®
is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band
of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult u de loopband be­schadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd.
Het apparaat wordt met twee snoeren geleverd. Gebruik het snoer die in uw stopcontact past. Steek het in tekening 1 aan­gegeven uiteinde van het snoer in het contactpunt van de ellip­tische crosstrainer. Licht vervolgens het flapje van het dosje met ferriet op en klem het rond het snoer vast. Het dosje met ferriet kan niet op het snoer schuiven. Maak de inbegrepen plastic verbinding achter het dosje met ferriet vast en snij de uiteinden van de verbinding af. Steek de stekker in een geaard stopcontact zoals aangegeven in tekening 2.
Als het snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer.
OPGELET: Een verkeerd stopcontact
(zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stek­ker niet in het stopcontact past.
1
2
Stopcontact van
de loopband
Stopcontact
Flapje
Dosje met Ferriet
Plastic
Verbinding
BATTERIJ INSTALLEREN
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Gebruik voor het bedieningspaneel een 1,5 V batterij. Wij
bevelen alkaline batterijen aan. Verwijder de deksel zoals aangegeven is in de tekening. Plaats de batte­rijen in het bedieningspaneel. Zorg ervoor dat de nega­tieve polen (-) van de batterijen de veren aanraken.
Druk op het flapje van de deksel. Druk het flapje dan naar voren zoals aangegeven is om de deksel te slui­ten. Zorg ervoor dat het flapje goed sluit.
BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
Zorg ervoor dat de stekker goed aangesloten is voor­dat u het bedieningspaneel gebruikt. (Zie pagina 7.)
Sta op de zijrails van de loopband. Neem de klip die aan de sleutel vast zit (bekijk tekening hierboven) en doe de klip om uw taille. Steek vervolgens de sleutel in het bedieningspaneel. Test de klip door een paar
stappen achteruit te lopen totdat de sleutel uit het bedieningspaneel valt. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
WAARSCHUWING:Lees
de volgende voorzorgsmaatregelen door voordat u het bedieningspaneel gebruikt.
• Sta nooit op de loopband wanneer u deze in gebruikt neemt.
• Draag altijd de klip (zie tekening hierboven) wanneer u de loopband gebruikt. De loop­band zal stoppen wanneer de sleutel uit het bedieningspaneel gehaald is.
• Stel de snelheid geleidelijk bij.
• Houdt het bedieningspaneel droog om het risico van een electrische schok te voorko­men. Zorg ervoor dat u geen vloeistof op het bedieningspaneel morst en gebruik al­leen maar sluitbare flessen.
Flapje
Opgelet: Het kan zijn dat er op het bediening­spaneel een plastic vel zit. Verwijder deze voor­dat u het bedieningspaneel gebruikt.
Batterijen
Deksel
8
Snelheidscontrole
Pols-sensor
Sleutel/Klip
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Volg de volgende instructies om het bedieningspaneel te gebruiken.
Steek de sleutel volledig in.
Door het insteken van de sleutel zullen de displays niet gaan branden. Dit gebeurt pas wanneer u de ON/RESET knop in­drukt of wanneer de loopband begint te draaien. Aandacht: De displays zullen al branden als u zojuist de batterijen hebt geinstalleerd.
De snelheidscontrole opnieuw instellen en de loopband starten.
Schuif de snelheidscontrole volledig naar links tot de reset positie. Aandacht: Iedere keer dat de
loopband stopt moet u de snelheidscontrole naar de reset positie schuiven voordat u de loopband weer kunt gebruiken.
Schuif vervolgens de snelheidscontrole naar rechts totdat de loopband langzaam begint te draaien. Stap voorzichtig op de loopband en begin uw oefe­ning. Stel de snelheid bij zoals u dat wilt door de snelheidcontrole verder door te schuiven.
Ga om de loopband te stoppen op de zijrails staan en schuif de snelheidscontrole naar de reset positie.
Bekijk tijdens de eerste paar minuten dat de loop­band draait, de ligging van de band en stel deze bij mocht het nodig zijn (zie pagina 13).
Volg uw oefening met de twee displays.
Tijda/Afstand display—geeft de tijds-
duur en de gelopen af­stand (in kilometers of mijlen) aan. Telkens na een paar seconden zal het aangegeven getal op de indicator van de display veranderen.
Calorieen/ Vetcalor­ieen/Snelheid dis­play—geeft de ver-
bruikte calorieen en vet­calorieen aan (zie VET VERBRUIKEN op pa­gina 14). Het geeft ook de snelheid van de loopband (in kilometers of mij­len per uur) aan. Telkens na een paar seconden zal het aangegeven getal op de indicator van de display veranderen.
Druk op the ON/RESET knop om de display op­nieuw in te stellen.
Aandacht: De afstand en de snelheid zijn in kilometers of mijlen per uur aangeven. Druk vijf seconden op de ON/RESET knop om van de ene eenheid naar de andere over te schakelen.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Ga om uw pols te meten eerst op de zij­rails staan en plaats uw duim op de pols­sensor zoals aangege­ven. De pols-sensor wordt door de druk van uw duim geacti­veerd. Zorg dat u goed doordrukt. Druk nog
altans niet te hard omdat u anders de bloedsomloop in uw duim zult beperken en dus geen hartslag ge­meten kan worden. Verminder vervolgens de
druk een beetje totdat de hartvormige indicator op de Calorieen/Vetcalorieen/Snelheid display con- stant opflikkert. Blijf zo met uw duim drukken. Na een paar seconden verschijnen er drie streepjes op de display en wordt uw hartslag aangegeven. Houdt uw duim 15 seconden langer op de sensor voor het zuiverste resultaat.
Haal uw duim van de sensor als de aangegeven hartslag te hoog of te laag blijkt te zijn, of als uw hartslag niet op de display verschijnt zodat de sen­sor zich opnieuw kan instellen. Druk dan weer op de sensor zoals beschreven. Probeer de sensor een paar keer om eraan gewend te raken. Zorg er­voor dat u stil staat wanneer u uw hartslag meet.
4
3
2
1
Indicator
Indicator
Pols te Meten
9
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de loopband wilt inklappen. WAARSCHUWING: U moet zeker 20 kg
kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, in­klappen of verplaatsen.
1. Houdt de loopband vast op de rechts aangegeven plaat­sen. Buig door uw knieën en houdt uw rug recht om
persoonlijk letsel te vermijden. Zorg ervoor dat u de kracht van uw benen gebruikt in plaats van uw rug om de loopband te tillen. Til de loopband half omhoog.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loopband goed vast. Druk op de sluitklip. Til de loopband zover omhoog totdat de sluitklip over de greep past. Zorg
ervoor dat de sluitklip goed over de greep past.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedek­king te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C.
Sluitklip
Greep
Vergrendeld
10
Stop de loopband en verwijder de sleutel wan­neer u klaar bent.
Stap op de zijrails en schuif de snelheidscontrole naar de reset positie. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel. De displays zullen na een paar minuten doven.
Aandacht: De displays zullen altijd automatisch doven wanneer de loopband tot stilstand komt en de ON/RESET knop niet gedurende enkele minuten wordt in­gedrukt. Dit spaart de batterijen.
DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERANDEREN
Om de zwaarte van uw oefening te variëren kunt u de helling van de loopband aanpassen. De loopband kent drie verschillende standen.
Voordat u de helling ver-
andert moet u wel eerst de sleutel verwijderen en de stekker uit het stopcontact trekken. Klap vervol-
gens de loopband in (zie hieronder). Verwijder eerst om de hellingstand te veranderen de vei-
ligheidspin uit de poot zoals rechts is aangegeven. Stel de poot op de gewenste hellingstand en steek de veilig­heidspin weer in de poot. Zorg ervoor dat de veiligheids­pin vergrendeld is zoals is aangegeven op de tekening.
Stel de linker poot op dezelfde manier bij.
Zorg ervoor dat de veiligheidspinnen vanuit de aangegeven richting worden ingestoken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat beide veilig­heidspinnen op dezelfde hoogte zijn gestoken voordat u de loopband gebruikt. Gebruik de loop­band niet wanneer de veiligheidspinnen niet aan­wezig zijn.
Nadat u de helling hebt ingesteld kunt u de loopband weer uitklappen (zie HOE DE LOOPBAND UIT TE KLAPPEN op pagina 11).
5
Veiligh­eidspin
Veilighei-
dspin
Veiligh-
eidspin
Staander
1111
HOE DE LOOPBAND UIT TE KLAPPEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangege­ven. Druk met uw linker duim op de sluitklip en houdt deze vast. Klap de loopband zodanig uit dat het onderstel en zijrails langs de sluitklip schuiven.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de loopband op de vloer zakken. Laat de loopband niet
op de grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u rug recht om het risico op persoonlijk letsel te vermij­den.
Sluitklip
Ontgrendeld
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband kunt verplaatsen moet u eerst de loopband inklappen zoals beschreven op pagina 10. Zorg
ervoor dat de sluitklip volledig over de greep past.
1. Pak de uiteinden van de leuningen vast. Plaats een voet
op het onderstel zoals aangegeven.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voor-
wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de ge­wenste plaats. Wees heel voorzichtig tijdens het ver-
plaatsen van de loopband zodat u het risico op per­soonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loop-
band tot deze weer rechtop staat.
Onderstel
Voorwieltjes
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen. Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben, neem dan contact op met onze klantendienst.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangestoken in een geaard stopcontact. (Zie pagina 7).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 meter of korter.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich volledig in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer
op het onderstel van de loopband. Als de knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonder­breker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de schakelaar opnieuw in om de stroomonder­breker opnieuw in werking te stellen (te reset­ten).
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha­kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspa-
neel.
d. Als de loopband nog niet wil draaien, bel dan onze klantendienst.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren OPLOSSING: a. DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Controleer de batterijen in het bedieningspaneel.
Als de batterijen vervangen moeten worden, zie BATTERIJEN INSTALLEREN op pagina 8. De meeste problemen worden veroorzaakt door lege batterijen.
b. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai
de schroeven van de kap los en verwijder de kap. Zoek de Sensor (44) en de Magneet (45) aan de lin-
kerkant van de Katrol (50). Draai de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de Sensor. Zorg er-
voor dat de afstand tussen de Magneet en de Sensor ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de
Schroef (33) wat los en verplaats de Sensor enigs­zins. Draai de Schroef weer vast. Maak de kap weer vast en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
Doorgeslagen
Resten
c
45
44
33
Zicht
van
boven
3 mm
50
12
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer erop gelopen wordt. OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegele­verde sleutel beide bouten van de achterroller een slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 7 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minu­ten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop­band goed ligt.
c. Bel onze klantendienst wanneer de loopband blijft vertragen.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer erop gelopen wordt. OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loopband niet goed in het midden ligt. Als de loopband naar links is verschoven, draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achter­roller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loop- band naar rechts is verschoven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aan­draait. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele­verde sleutel beide bouten van de achterroller een slag met de klok mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 7 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minu­ten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop­band goed ligt.
b
a
Bouten van de Achterroler
7–10 cm
b
13
14
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe­ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu­lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge­tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor aerobic oefeningen aanbevolen.
Gebruik de pols-sensor op het bedieningspaneel om uw hartslag tijdens het oefenen te meten.
Vet verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan­gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare koolhydraten. Pas na de eerste paar minuten begint uw lichaam vet als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oe­fening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een grotere presta­tie van uw longen om het bloed van zuurstof te voor­zien. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trai­ningszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm­fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe­ning verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi­teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart­slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60 minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi­nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon­der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik.
De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de hartslag metingen beïnvloeden. De pols-sen­sor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor al­gemene hartslag meting.
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
De juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts getoond. Strek u langzaam, vermijdt krachtige inspanning.
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel moge­lijk en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: knie­pees, achterkant van knieen en rug.
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar u toe en leg deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mo­gelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ont­span. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies.
3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Om uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste been. Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heupspieren.
5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebogen. Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit 3 keer. Spieren: dijspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
15
Onderdeel Nr. 185439 R0602A Gedrukt in Canada © 2002 ICON Health & Fitness, Inc.
PROFORM is een merk van ICON Health & Fitness, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap­paraat hebt gekocht.
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
• het MODELNUMMER van het product (PETL54021)
• de NAAM van het product (PROFORM 6.5Q loopband)
• het SERIENUMMER van het product (zie de kaft van de handleiding)
• het NUMMER VAN HET ONDERDEEL (zie LIJST MET ONDERDELEN en de GEDETAILLEERDE TEKENING
in het midden van deze handleiding)
• de BESCHRIJVING van het onderdeel (zie LIJST MET ONDERDELEN en de GEDETAILLEERDE TEKENING
in het midden van deze handleiding).
HAAL DEZE GEDETAILLEERDE TEKENING EN LIJST
MET ONDERDELEN UIT DE HANDLEIDING
Bewaar deze GEDETAILLEERED TEKENING en LIJST MET ONDERDELEN voor
verdere raadpleging.
Opgelet: Specificaties kunnen zonder aankondiging veranderen. Voor meer infor­matie om onderdelen te bestellen die vervangen moeten worden zie de laatste pagina van de handleiding.
34
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL54021 R0602A
Onderdeelnr. Aantal Beschrijving Key No. Qty. Description
1 2 Leuning 2 1 Sleutel/Klip 3 2 Veiligheidspin 4 1 Deksel 5 2 Zijrail 6 2 Poot voor Helling 7 1 Achterroller 8 1 Snelheidsmeter
9 1 Snelheidscontrole 10* 1 Montage van het Bedieningspaneel 11 1 Staander 12 1 Riem van de Motor 13 6 Kleine Schroef 14 1 Sluitklip 15 2 Schakeltussenstuk van het Onderstel 16 7 Verbinding van 20 cm 17 1 Moer van de Motor 18 1 Katrol/Vliegwiel/Ventilator 19 1 Motor 20* 1 Motor/Katrol/Vliegwiel/Ventilator 21 1 Harnas met Draden 22 4 Schroef van de Riem 23 1 Motorkap 24 1 Beschermer van de Kap 25 11 Schroef 26 1 Controller 27 1 Schakelbout van de Motor 28 1 Moer van de Motor 29 1 Ster-tussenring van de Motor 30 1 Tussenring van de Motor 31 1 Bout van de Motor 32 2 Tussenring van de Poot 33 9 Onderkap/Clip/Schroef van de
Leuning 34 2 Poot 35 4 Schroef van het Kapje 36 2 Bout van het Wiel 37 2 Wiel 38 6 Moer van het Wiel/Moer 39 11 Tussenring 40 4 Grondsteuntje 41 2 Kapje van de Leuning 42 1 Klip 43 1 Sensorklip 44 1 Sensor 45 1 Magneet 46 1 Basis van het Bedieningspaneel 47 4 Isolator 48 4 Schroef van het Platform 49 2 Schakel-tussenstuk van de Motor 50 1 Voorwieltje/Katrol 51 1 Bijstelbout van het voorwieltje
52 2 Kapje van de Poot 53 4 Pootschroef/Schroef van de Leuning 54 1 Contact-punt 55 1 Stopcontact 56 1 Stroomonderbreker 57 2 Tussenring van 3/8” 58 2 Schakelbout van het Onderstel 59 1 Sticker van de Sluitklip 60 1 Onderkap van de Motor 61 2 Verbindingsklip 62 2 Schroef van het Achterste Platform 63 3 Verbinding 64 1 Choke 65 2 Loopband geleider 66 10 Schroef van het Bedieningspaneel 67 1 Loopband 68 1 Loopplatform 69 1 Beschermer van de Riem van de
Motor 70 8 Schroef van de Elektronica 71 2 Schakeltussenstuk van de Motor 72 3 Pakkingring van de Staander 73 5 Schroef van Isolator 74 1 Sleutel 75 1 Onderste 76 2 Voorste Kapje 77 1 Boekenhouder 78 1 Electrische snoer 79 3 Tussenring uit Nylon 80 1 Geaarde Draad 81 2 Schroef van Motorkap (van voren) 82 1 Houder van Elektronica 83 2 Bijstelbout van de Achterroller 84 1 Achterste Kapje 85* 2 Montage van de Poot
86 1 Dosje met Ferriet 87 1 Draad Beschermer 88 1 Schroef van Greep 89 1 Geaarde Schroef
# 1 Witte Draad van 20 cm, 2 vrouwe-
lijke einde
# 1 Witte Draad van 10 cm, 2 vrouwe-
lijke einde
# 1 Zwarte Draad van 10 cm, 2 vrouwe-
lijke einde
# 1 Groene/Gele Draad van 10 cm, 2
vrouwelijke einde
# 1 Gebruikersaanwijzing
* Inclusief alle meegeleverde delen # Deze onderdelen woorden niet getoond
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PETL54021 R0602A
81
23
21
25
53
2
66
89
66
66
11
66
10*
8
9
20*
12
71
14
27
25
25
56
24
66
53
19
18
34
85*
76
35
87
54
70
25
70
69
70
71
49
79
29
79
76
35
40
25
37
36
38
15
82
72
26
64
17
28
30
31
33
43
38
50
44
45
48
49
1
41
55
70
72
70
81
53
38
51
39
48
67
5
66
58
57
53
72
15
49
68
48
88
78
40
33
86
85*
34
40
25
36
37
38
40
65
22
49
69
62
39
39
33
60
25
39
33
33
39
61
73
63
3
6
32
52
25
33
39
39
33
16
22
65
48
77
46
13
13
13
61
13
4
1
41
49
6
25
42
5
62
75
3
7
32
52
74
84
80
73
39
59
83
39
83
Loading...