Pioneer CNDV-40MT User Manual [nl]

Bedieningshandleiding (voor systemen die via een tiptoetspaneel worden bediend)
DVD Map
CNDV-40MT
<40MT_DU> 3
NEDERLANDS
Voor gebruikers die het applicatieprogramma bijwerken
U heeft een AV hoofd-unit of display met tiptoetspaneel nodig om dit programma te gebruiken. Zorg ervoor dat u een display gebruikt dat geschikt is voor dit systeem.
Dit programma kan worden gebruikt met de volgende modellen: AVIC-9DVD, AVIC-8DVD, AVIC-9DVD
II, AVIC-8DVDII, AVIC-900DVD, AVIC-800DVD
Lees alvorens de CNDV-40MT disc te gebruiken de aanwijzingen op de volgende pagina, omdat de mogelijkheid bestaat dat door de gebruiker geregistreerde en opgeslagen gegevens tijdens het bijwerken verloren gaan. Mocht dit zich voordoen,
dan kan de producent hiervoor op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld. Upgraden naar een nieuwere versie pagina 61
40MT_DU_NEDERLANDS_cover 4/24/04 7:55 AM Page 3
Aanwijzingen voor het bijwerken van het applicatieprogramma van het Navigatiesysteem:
• Laat de auto op een veilige plaats stilstaan. Zorg ervoor dat het Navigatiesysteem tij­dens het bijwerken van het programma niet wordt uitgezet.
• Wanneer het programma is bijgewerkt, wordt het Navigatiesysteem opnieuw opges­tart. Schakel het Navigatiesysteem niet uit tot de kaart van uw omgeving verschijnt.
• Het risico bestaat dat er tijdens het bijwerken gegevens in het “Adresboek” (*) en in “Vorige bestemm.” verloren gaan. Daarom raden wij met klem aan om een PC Card (PCMCIA TYPE II <5 V>) te gebruiken voor het opslaan van een kopie van de gegevens van het Adresboek. (“Vorige bestemm.” kan niet direct worden opgeslagen op een PC Card. Om de gegevens van “Vorige bestemm.” te bewaren slaat u ze eerst op in het Adresboek en vervolgens op de PC Card.) *Tot de gegevens van “Adresboek” behoren ook de inhoud van “Naar huis” en “Naar”.
• Alle bestaande berekende routes worden gewist.
• Door de gebruiker aangepaste instellingen worden weer gelijk aan de fabrieksin­stellingen.
Het bijwerken van het applicatieprogramma
Zie de aanwijzingen voor het bijwerken in de sectie “Het programma installeren” (p.61) in deze handleiding.
<40MT_DU>
De schermvoorbeelden in deze handleiding kunnen enigszins verschillen van de feit­elijke aanduidingen op het beeldscherm. Vooral de menu-aanduidingen kunnen op het scherm wel eens anders luiden. Wijzigingen in de schermaanduidingen zijn voorbehouden, in verband met eventuele verbeteringen.
40MT_DU_NEDERLANDS_cover 4/24/04 7:55 AM Page 4
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 1 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Inleiding
Licentieovereenkomst
PIONEER CNDV-40MT
DIT IS EEN WETTELIJKE OVEREENKOMST TUS­SEN U ALS GEBRUIKER EN PIONEER CORP. (JAPAN) (“PIONEER”). LEEST U DE VOORWAAR­DEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREEN­KOMST AANDACHTIG DOOR, ALVORENS U DE OP DE PIONEER PRODUCTEN GEÏNSTAL­LEERDE PROGRAMMATUUR IN GEBRUIK NEEMT. DOOR DE OP PIONEER PRODUCTEN GEÏNSTALLEERDE PROGRAMMATUUR TE GEBRUIKEN STEMT U ERMEE IN GEHOUDEN TE ZIJN AAN DE VOORWAARDEN VAN DEZE OVEREENKOMST. DE PROGRAMMATUUR OMVAT EEN DATABASE DIE IN LICENTIE IS GEGEVEN DOOR (EEN) EXTERNE LEVERAN­CIER(S) (“LEVERANCIERS”), EN UW GEBRUIK VAN DE DATABASE DIENT OVEREEN TE STEM­MEN MET DE AFZONDERLIKE VOORWAARDEN VOOR LEVERANCIERS, DIE BIJ DEZE OVEREEN­KOMST ZIJN GEVOEGD (Zie pagina 3). ALS U NIET INSTEMT MET DEZE VOORWAARDEN, RETOURNEERT U DAN A.U.B. DE PIONEER PRODUCTEN (INCLUSIEF DE PROGRAMMA­TUUR EN ALLE BIJGESLOTEN DRUKWERK) BIN­NEN VIJF (5) DAGEN NA ONTVANGST HIERVAN, NAAR DE PIONEER DEALER WAAR U ZE HEBT AANGESCHAFT.
1. VERLENING VAN LICENTIE
Pioneer verschaft u een niet-overdraagbare, niet­exclusieve licentie om de op de Pioneer produc­ten geïnstalleerde programmatuur (het “Pro­gramma”), evenals de bijbehorende documentatie uitsluitend voor privé-doeleinden of voor intern, zakelijk gebruik en alleen voor deze Pioneer producten aan te wenden. U mag dit Programma niet kopiëren, vertalen, herleiden in zijn bronprogramma’s of program­mastructuur, geheel of gedeeltelijk overbrengen naar andere computers of anderszins verwerken of aanpassen. U mag het Programma niet uitle­nen, verhuren, verkopen, overdragen, in sublicen­tie geven, publiceren of anderszins openbaar
maken of gebruiken op enige wijze anders dan expliciet toegestaan in deze overeenkomst. U mag het Programma niet geheel of gedeeltelijk decompileren, herleiden in zijn bronpro­gramma’s of programmastructuur. U mag het Programma niet gebruiken voor dienstverlening, commercieel of anderszins, aan andere personen of instanties. Pioneer en zijn licentiehouder(s) behouden het eigendom van alle auteursrechten, gepaten­teerde vindingen, octrooien en andere eigen­domsrechten voor het Programma. Het Programma is beschermd door het auteursrecht en mag niet worden gekopieerd, ook niet na aan­passing of combinatie met andere producten. U mag geen enkele mededeling betreffende het auteursrecht of andere eigendomsaanduiding uit of van het Programma verwijderen. U mag al uw licentierechten op het Programma, de bijbehorende documentatie en een kopie van de Licentieovereenkomst overdragen op een andere partij, op voorwaarde dat de partij deze Licentieovereenkomst leest en ermee instemt de termen en voorwaarden ervan te accepteren.
2. AFWIJZING VAN GARANTIE
Het Programma en de bijbehorende documenta­tie worden u verstrekt “ZONDER MEER”. PIO­NEER EN ZIJN LICENTIEGEVER(S) (ten aanzien van bepaling 2 en 3, worden Pioneer en zijn licen­tiegever(s) gezamenlijk “Pioneer” genoemd) GEVEN GEEN GARANTIE EN U ONTVANGT GEEN GARANTIE, NOCH EXPLICIET NOCH IMPLICIET, EN ALLE GARANTIES TEN AANZIEN VAN DE VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL ZIJN UITDRUKKE­LIJK UITGESLOTEN. SOMMIGE STATEN STAAN GEEN UITSLUITING VAN GEÏMPLICEERDE GARANTIES TOE, WAARDOOR BOVEN­STAANDE UITSLUITING WELLICHT NIET OP U VAN TOEPASSING IS. Het Programma is een complex product, dat bepaalde onjuistheden, fouten of onvolkomenheden kan bevatten. De spraakherkenningsfunctie die deel uitmaakt van het Programma kan bijvoorbeeld uw stem niet herkennen. Pioneer garandeert niet dat het Pro-
1
2
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 2 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
gramma zal voldoen aan uw vereisten of ver­wachtingen, noch dat het gebruik van de Software foutloos of storingsvrij zal verlopen, noch dat alle onvolkomenheden kunnen worden gecorrigeerd. Bovendien biedt Pioneer geen garanties of verklaringen over de mate waarin het Programma of de resultaten hiervan juist, nauw­keurig of betrouwbaar zijn.
3. BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID
PIONEER IS ONDER GEEN ENKELE VOOR­WAARDE AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE SCHADE, VERLIES OF AANSPRAKEN VAN DER­DEN (INCLUSIEF ALLE FINANCIËLE, INCIDEN­TELE, INDIRECTE, SPECIALE OF GEVOLGSCHADE, WINSTVERLIES, VERLIES IN INVESTERINGEN, GOODWILL OF ZAKELIJKE VERGOEDINGEN) DEZE BEPERKING GELDT VOOR ALLE BIJKOMENDE OORZAKEN, MET INBEGRIP VAN, ONBEPERKT, CONTRACT­BREUK, GARANTIEVERLIES, NALATIGHEID, AANSPRAKELIJKHEID VOOR MISDRIJVEN, MIS­LEIDING EN ANDERE ONRECHTMATIGE DADEN. INDIEN PIONEER’S AFWIJZING VAN GARANTIE EN/OF AANSPRAKELIJKHEIDSBE­PERKINGEN IN DEZE OVEREENKOMST OM ENIGE REDEN NIET GELDIG OF NIET VAN TOE­PASSING VERKLAARD WORDEN, STEMT U ERMEE IN DAT DE AANSPRAKELIJKHEID VAN PIONEER NIET MEER ZAL BEDRAGEN DAN VIJF­TIG PROCENT (50%) Sommige staten staan de uitsluiting of beperking van incidentele of vervolgschade niet toe, zodat bovenstaande beperking of uitsluiting wellicht niet op u van toepassing is. Deze afwijzing van garantie en beperkte aansprakelijkheid is niet van toepassing in zoverre enige bepaling van deze garantie verboden is door een federale staat of uit hoofde van welke lokale wet dan ook die niet ongeldig kan worden verklaard.
4. BEPALINGEN VOOR EXPORT
U stemt ermee in en garandeert dat noch het Programma noch van Pioneer ontvangen techni­sche gegevens, inclusief de directe producten hiervan, uit het Land of de regio (het “Land”) dat wordt geregeerd door de regering tot welke juris­dictie u behoort (de “Regering”) Als het Pro­gramma door u wetmatig is verkregen buiten het Land, stemt u ermee in dat u het Programma en de hiermee samenhangende technische gege­vens ontvangen van Pioneer, inclusief de directe producten hiervan, niet weder zult exporteren, behalve zoals toegestaan door de wettelijke bepa­lingen van de Regering en de wettelijke bepalin­gen geldig onder de jurisdictie van de plaats waar u het Programma hebt verkregen.
5. BEËINDIGING
Deze Overeenkomst blijft van kracht totdat hij wordt beëindigd. U kunt deze Overeenkomst op elk gewenst moment beëindigen door het vernie­tigen van het Programma. Ook zal de Overeen­komst onmiddellijk worden beëindigd, indien u de voorwaarden of bepalingen van deze Overeen­komst niet in acht neemt. Bij beëindiging houdt u zich gebonden het Programma te vernietigen.
6. DIVERSEN
Dit is de volledige Overeenkomst tussen Pioneer en u betreffende het Programma. Geen enkele wijziging in deze Overeenkomst zal geldig zijn tenzij hierin schriftelijk door Pioneer is toege­stemd. Als enig deel van deze Overeenkomst ongeldig of niet van toepassing verklaard wordt, blijven de overige bepalingen van deze Overeen­komst nog steeds volledig van kracht.
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 3 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Gebruiksvoorwaarden met betrekking tot de navigatiegege­vens van Tele Atlas
Voorwerp en gebruiksrecht: Deze overeenkomst heeft betrekking op de digitale kaartgegevens (de “gegevens”) die zich in de bijgaande verpakking bevinden. Tele Atlas verleent de koper een gebruiksrecht voor gebruik van de gegevens in combinatie met één (1) autonavigatiesysteem. De koper wordt uitsluitend eigenaar van de fysieke gegevensdrager en verkrijgt niet de eigendom van de gegevens. Het is de koper niet toegestaan de gegevens geheel of ten dele te wijzigen, te combineren met software, te analyseren middels reverse engineering (decompilatie,) of van de gegevens afgeleide producten te ontwikkelen. Het is de koper uitdrukkelijk verboden de digitale kaarten en programma’s die deel uitmaken van de gegevens te downloaden of over te zetten op een andere gegevensdrager of computer. Ingeval de koper de gegevensdrager verkoopt of anders­zins afstand doet van de gegevensdrager dient hij/zij de in deze overeenkomst vervatte verplich­tingen aan de ontvanger op te leggen. Ongeauto­riseerde verhuur, uitleen, en openbare uitvoering en uitzending zijn verboden.
Garantie en aansprakelijkheid: Bij gebruik van de gegevens in een navigatiesysteem kunnen zich berekeningsfouten voordoen als gevolg van plaat­selijke omgevingsomstandigheden en/of onvolle­dige gegevens. Om deze reden kan Tele Atlas niet garanderen dat de gegevens foutloos zullen func­tioneren. Voor zover wettelijk toegestaan inge­volge nationale wetgeving is Tele Atlas niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van gebruik van de gegevens, zulks met uitzondering van door Tele Atlas toegebrachte opzettelijke schade of schade als gevolg van grove nalatig­heid.
DE GEGEVENS VAN TELE ATLAS WORDEN GELEVERD “ZONDER MEER” EN “MET ALLE GEBREKEN”, HETGEEN WIL ZEGGEN DAT DE KOPER DEZE GEGEVENS AANVAARDT ZOALS HIJ/ZIJ DEZE BIJ AANKOOP ONTVANGT.
TELE ATLAS EN HAAR LICENTIEGEVERS :
—VERWERPEN UITDRUKKELIJK ALLE, EXPLI-
CIETE OF IMPLICIETE, GARANTIES MET INBE­GRIP VAN, DOCH NIET BEPERKT TOT, GEÏMPLICEERDE GARANTIES MET BETREK­KING TOT NIET-INBREUK, VERHANDELBAAR­HEID, VERHANDELBARE KWALITEIT, DOELTREFFENDHEID, VOLLEDIGHEID, JUIST­HEID, EIGENDOMSRECHT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. ADVIES OF INFORMATIE DIE MONDELING OF SCHRIFTE­LIJK DOOR TELE ATLAS OF HAAR LICENTIE­GEVERS IS VERSTREKT, DOET GEEN GARANTIE ONTSTAAN, EN LICENTIENEMER KAN ZICH NIET BEROEPEN OP DERGELIJK(E) ADVIES OF INFORMATIE; EN
—KUNNEN DOOR LICENTIENEMER OP GEEN
ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DE INHOUD VAN DE OVER­EENKOMSTEN; DEZE BEPERKING GELDT ONGEACHT DE GROND OF WIJZE WAAROP EEN VORDERING DIENAANGAANDE WORDT INGESTELD, HETZIJ WEGENS WANPRESTA­TIE, HETZIJ WEGENS ONRECHTMATIGE DAAD, HETZIJ ANDERSZINS; EN
—KUNNEN DOOR LICENTIENEMER NIET AAN-
SPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR BIJ­ZONDERE, SCHADE, INDIRECTE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF BIJKOMENDE SCHADE (MET INBEGRIP VAN SCHADE ALS GEVOLG VAN WINSTDERVING, VERSTORING VAN DE BEDRIJFSVOERING, VERLIES VAN BEDRIJFS­INFORMATIE, EN DERGELIJKE) DIE VOORT­VLOEIT UIT DE OVEREENKOMSTEN OF HET GEBRUIK OF ONVERMOGEN TOT GEBRUIK VAN DE GEGEVENS VAN TELE ATLAS, ZELFS INDIEN ZIJ OP DE HOOGTE ZIJN GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
Licentienemer zal Tele Atlas en haar licentiege­vers en hun respectieve functionarissen, werkne­mers en agenten vrijwaren tegen alle aanspraken, vorderingen of gerechtelijke proce­dures die uit het gebruik van de gegevens van Tele Atlas voortvloeien, zulks ongeacht de aard van de oorzaak van de aanspraak, vordering of gerechtelijke procedure wegens beweerdelijk(e) verlies, kosten, onkosten, schade of letsel (met inbegrip van letsel de dood tot gevolg hebbende).
3
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 4 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Inhoudsopgave
Inleiding
Licentieovereenkomst 1
PIONEER CNDV-40MT 1 Gebruiksvoorwaarden met betrekking tot de navigatiegegevens van Tele Atlas 3
Inhoudsopgave 4 Belangrijke veiligheidsvoorschriften 6 Opmerkingen vóór het gebruik van het systeem
en aanvullende informatie over veiligheidsaspecten 7 Voorzorgsmaatregelen 7
De AV hoofd-unit of het display aansluiten 8
Voorzieningen (kenmerken van deze software) 8 Overzicht handleiding 9
Gebruik van deze handleiding 9 Terminologie 10
Hoofdstuk 1
Basisbediening
Volgorde van het begin tot het einde 11 Basisnavigatie 12
De toetsen 15
Gebruik van de menuschermen 16
Hoofdmenu 16 Snelkoppelingsmenu 17
Het gebruik van de kaart 18
Het actuele positiescherm wijzigen 18 De kaart van de huidige locatie bekijken 18 De schaal van de kaart wijzigen 21 De kaart verplaatsen naar de plaats die u wilt zien 21
Hoofdstuk 2
Koers uitzetten naar uw bestem­ming
Een bestemming vinden door het soort voorzie-
ning te selecteren 23 Categorieën (Cat.) zoeken 23
Een Cat. in uw omgeving vinden 24 Naar voorzieningen zoeken rond de cross pointer 24 Bepaalde categorieën op de kaart tonen 25
Een oprit of afrit van een snelweg tot uw bestem-
ming maken 25 Een bestemming zoeken op postcode 26 Het berekenen van de route naar uw thuisbasis of
naar uw favoriete locatie 26 Een bestemming selecteren vanuit de Vorige be-
stemm. en het Adresboek 27 De voorwaarden voor het berekenen van de route
4
wijzigen 27 Onderdelen die door de gebruikers kunnen
worden gewijzigd 28 Voer de routeberekening van de verschillende routemogelijkheden uit en selecteer er een 29
De uitgestippelde route controleren 30
De uitgestippelde route controleren aan de hand van de kaart 30 De uitgestippelde route controleren aan de hand van tekst 30 De uitgestippelde route controleren aan de hand van het menu Info 31
De route naar de bestemming herberekenen 31 De begeleiding wissen 32 Viapunten toevoegen aan de huidige route 32
Een viapunt toevoegen 32 Een viapunt overslaan 33 Een viapunt van de route verwijderen 33
Hoofdstuk 3
De navigatievoorzieningen bijwer­ken
Opgeslagen bestemmingen bijwerken 35
Uw huis en uw favoriete locatie registreren 35 Een bezochte locatie vastleggen in het Adresboek 36 De informatie over een locatie bijwerken 36 Het Adresboek of informatie over de Vorige bestemm. wissen 38 De positie wijzigen van de locaties die geregi­streerd zijn in het Adresboek 38
Te vermijden gebiedbepalen 39
Een te vermijden gebied registreren 39 Een te vermijden gebied wijzigen of wissen 39
Verkeersinformatie gebruiken 40
Verkeersinformatie bekijken 40 Informatie over het vermijden van verkeersop­stoppingen op de nog af te leggen route 41 Wanneer de verkeersinformatie handmatig wordt gecontroleerd 42 Het radiostation selecteren 42
De PC Card gebruiken 43
Een PC Card initialiseren 43 De gegevens van opgeslagen bestemmingen opslaan op de PC Card 44 Geregistreerde gegevens laden van een PC Card 44 PC Card gegevens wissen 45
De rij-informatie vastleggen 45 De achtergrondafbeelding wijzigen 46 De navigatiestatus controleren 48
De sensorleerstatus en de rijstatus
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 5 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
5
controleren 48 Aansluitingen van kabels en installatieposi­ties controleren 48
Hoofdstuk 4
Het navigatiesysteem naar eigen in­zicht aanpassen
De fabrieksinstellingen wijzigen 51 Onderdelen die door de gebruikers kunnen wor-
den gewijzigd 51
Hoofdstuk 5
Het navigatiesysteem gebruiken met gesproken commando’s
De basisbeginselen van de spraakbediening 55
De spraakbediening 55
Gesproken commando’s 56
Algemene commando’s 56 Commando’s voor het veranderen van de weergave 56 Beschikbare gesproken commando’s voor de navigatie 56 Mogelijke uit te spreken commando’s voor audio 57
Een voorbeeld van spraakbediening 57 Tips voor spraakbediening 59
Aanduiding van de gekozen route 71 Wegen waarover geen route kan worden uit­gezet (wegen met roze kleur) 71 Vergroting van kruispunten 72 De afgelegde route tonen 72 Verkeersinformatie 72
Auteursrecht 73 Verklarende woordenlijst 73 Overzicht van de menu’s 75
Hoofdmenu 75 Snelkoppelingsmenu 77
Appendix
Het programma installeren 61 Pioneer AV-apparatuur combineren en
gebruiken 62 Veilig Rijden 62
De AV hoofd-units/displays aansluiten 63 Kenmerken van het navigatiesysteem in com­binatie met de Pioneer AV hoofd-unit of het AV systeemdisplay 64 Bewerkingen op het toetsenbord bij het ge­bruik van de NAVI-bron 65 Aanwijzingen voor de aansluiting van een dis­play achter bij het display voor 65
Voertuigen die geen toerentalpulsgegevens kun-
nen krijgen 65
Omstandigheden die fouten in de plaatsbepaling
kunnen veroorzaken 65 Gewiste gegevens 65 Verhelpen van storingen 66
Problemen in het navigatiescherm 66
Foutmeldingen en de juiste reactie 68 Informatie over de routebepaling 70
Regels voor de routekeuze 70
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 6 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Belangrijke veiligheidsvoor­schriften
Zorg ervoor dat u de volgende informatie over vei­ligheid leest en volledig begrijpt voor u het navi­gatiesysteem gaat gebruiken:
Lees de volledige handleiding voordat u dit navigatiesysteem in werking stelt.
De navigatievoorzieningen zijn uitsluitend bedoeld als een hulpmiddel bij de besturing van uw auto. U mag het autonavigatiesysteem niet beschouwen als vervanging van uw eigen beoordelingsvermogen en alertheid tijdens het rijden.
Gebruik dit navigatiesysteem niet indien hier­door op enigerlei wijze uw aandacht van het veilig besturen van uw auto kan worden afge­leid. Neem altijd de plaatselijke verkeersregels en de vereiste veiligheidsmaatregelen in acht. Als de bediening van het systeem niet goed lukt of als u het beeldscherm niet duidelijk kunt lezen, parkeer uw auto dan op een veilige plek en breng de nodige correcties aan.
Laat de bediening van het autonavigatiesy­steem alleen over aan iemand die de bedie­ningsaanwijzingen volledig heeft gelezen en begrepen.
Gebruik dit navigatiesysteem nooit om in geval van nood naar ziekenhuizen, politiestati­ons of dergelijke instellingen te rijden. Bel dan het juiste hulpdienstnummer.
De route-informatie en begeleiding die dit apparaat biedt is alleen bedoeld als algemene richtlijn. Deze kan niet altijd volledig zijn aan­gaande de huidige toestand van de wegen, de toegestane routes, de wegen met eenrich­tingsverkeer, wegversperringen en eventuele omleidingen of verkeersstremmingen.
Neem altijd de gangbare beperkingen en aan­wijzingen voor weggebruikers in acht, boven het advies en de begeleiding die het navigatie­systeem biedt. Volg strikt de geldende ver­keersvoorschriften, ook als het navigatiesysteem tegenstrijdige aanwijzingen geeft.
Als niet de juiste informatie betreffende de plaatselijke tijd wordt ingevoerd, kunnen de routebeschrijving en aanwijzingen voor de begeleiding ook niet altijd juist zijn.
Zet het volume van uw navigatiesysteem nooit zo hard dat u het verkeer buiten en voertuigen van hulpdiensten niet kunt horen.
Voor uw veiligheid zijn bepaalde functies alleen beschikbaar wanneer de auto stilstaat, met de handrem ingeschakeld.
De gegevens op de kaartdisc zijn eigendom van het toeleveringsbedrijf of de instantie van herkomst, en de laatstgenoemde draagt volle­dige verantwoordelijkheid voor de inhoud ervan.
Houd deze handleiding bij de hand om bedie­ningsprocedures en informatie over de veilig­heid in op te zoeken.
Neem alle waarschuwingen in deze handlei­ding in acht en volg de instructies zorgvuldig op.
Monteer het display niet op plaatsen waar het
(i) het zicht van de bestuurder kan hinderen, (ii) afbreuk kan doen aan de prestaties van het bedieningssysteem of veiligheidsmaatrege­len van het voertuig, zoals de airbags, knop­pen van waarschuwingsknipperlichten of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het veilig bedienen van het voertuig.
Denk eraan dat u tijdens het besturen van uw
voertuig altijd uw veiligheidsgordel draagt. Wanneer u een ongeluk krijgt, kunnen u ver­wondingen aanzienlijk ernstiger zijn als u vei­ligheidsgordel niet goed is vastgemaakt.
U kunt er zeker van zijn dat de route naar uw
bestemming zo accuraat mogelijk wordt weer­gegeven wanneer u de meest actuele kaart­DVD’s gebruikt. Bijgewerkte DVD’s zijn ver­krijgbaar bij uw lokale Pioneer dealer.
Gebruik nooit een hoofdtelefoon onder het rij-
den.
6
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 7 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Veilig rijden
Probeer het display niet zelf te installeren of te
repareren. Wanneer het display wordt geïn­stalleerd of gerepareerd door personen zon­der opleiding en ervaring op het gebied van elektronische apparatuur en auto-accessoi­res kan dit gevaarlijk zijn en elektrische schok­ken of ongelukken tot gevolg hebben.
Opmerkingen vóór het gebruik van het systeem en aanvullende informatie over veiligheidsas­pecten
Voorzorgsmaatregelen
• Dit programma kan worden gebruikt bij de vol-
gende modellen: AVIC-900DVD, AVIC-9DVDII, AVIC-9DVD, AVIC­800DVD, AVIC-8DVDII, AVIC-8DVD
• Mocht de apparatuur niet naar behoren functi-
oneren, raadpleeg dan uw dealer of de dichtst­bijzijnde Pioneer onderhoudsdienst.
Handremvergrendeling
Bepaalde functies van dit navigatiesysteem kun­nen gevaarlijk zijn indien ze tijdens het rijden worden gebruikt. Om het gebruik tijdens de rit te voorkomen, is er voorzien in een vergrendeling die gekoppeld is aan de handrem van uw auto. Als u deze functies tijdens het rijden probeert te gebruiken, worden de tiptoetsen op het scherm in grijs aangegeven en kunnen ze niet worden bediend. Indien dit het geval is, stop dan op een veilige plek, schakel de handrem aan en voer de functies uit.
Bijgewerkte DVD
Bijgewerkte navigatie-DVD’s, met de meest actu­ele kaart- en categorie-informatie over catego­rieën kunnen worden gekocht bij uw lokale Pioneer dealer. Neem voor nadere informatie contact op met uw lokale Pioneer dealer.
• Om ongelukken en de mogelijke schen­ding van geldende wetten te voorkomen, mag het navigatiesysteem niet worden gebruikt met een videoscherm (DVD video, TV, etc.) dat zichtbaar is voor de bestuurder.
• In sommige landen of staten is het bekij­ken van beelden op een scherm in de auto, zelfs door anderen dan de bestuurder, wet­telijk verboden. Waar zulke regelgeving van toepassing is moet deze worden nage­leefd.
Het navigatiesysteem detecteert of de handrem van uw voertuig al dan niet is ingeschakeld en maakt het onmogelijk om DVD’s te bekijken of televisie te kijken op het display terwijl er gereden wordt. Als u probeert een DVD of TV te kijken, ver­schijnt de waarschuwing VIDEO VIEWING IS NOT AVAILABLE WHILE DRIVING op het scherm. Als u naar een DVD of de TV wilt kijken, parkeert u de auto op een veilige plek en schakelt u de handrem in.
Kleurverschil in de kaart bij dag en nacht
De schermvoorbeelden in deze handleiding tonen het scherm bij dag. Bij gebruik in het don­ker zullen de kleuren van het scherm er anders uitzien dan in de voorbeelden. Om deze functie te kunnen gebruiken, dient de oranje/witte kabel van het navigatietoestel op de juiste wijze te zijn aangesloten.
“Kaart” Pagina 52
Scherm bij nacht
7
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 8 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
De DVD video afspelen
DVD-Video’s en CD’s kunnen worden afgespeeld op AVIC-9DVD, AVIC-9DVDII en AVIC-900DVD. Zie voor het gebruik van de AVIC-9DVD, de DVD-sec­tie in de “Bedieningshandleiding” van de AVIC­9DVD. Zie voor het gebruik van de AVIC-9DVD AVIC-900DVD de DVD-sectie in de respectieve­lijke “Hardwarehandleiding” ervan.
II of
De AV hoofd-unit of het display aansluiten
U heeft een AV hoofd-unit of display met een voor een toetspaneelscherm nodig om dit programma te gebruiken. Als er een display is
aangesloten zonder een toetspaneelscherm, werkt het programma niet naar behoren. Zorg ervoor dat u een display gebruikt dat geschikt is voor het systeem.
“De AV hoofd-units/displays aansluiten”
Pagina 63
Voorzieningen (kenmerken van deze software)
Bediening van het toetspaneelscherm
De navigatiefunctie en de audiofunctie kunnen worden bediend met behulp van de tiptoetsen van het toetspaneelscherm.
Autom. route herberekening
Wanneer uw afwijkt van de uitgezette route, bere­kent het systeem de route opnieuw vanaf dat punt, zodat u de weg naar uw bestemming blijft volgen.
Voor bepaalde gebieden werkt deze functie
wellicht niet.
U kunt een oorspronkelijke afbeelding instellen als achtergrondafbeelding
U kunt uw eigen afbeeldingen opslaan op een PC Card in JPEG formaat en originele afbeeldin­gen in dit formaat importeren. Deze geïmpor­teerde afbeeldingen kunnen worden ingesteld als achtergrondafbeelding.
Geïmporteerde oorspronkelijke afbeeldingen
worden in het geheugen opgeslagen, maar het opslaan kan niet volledig worden gegaran­deerd. Als de oorspronkelijke afbeeldingsge­vens worden gewist, plaats de PC Card dan opnieuw en importeer de oorspronkelijke afbeelding nogmaals.
Compatibel met het spraakherken­ningssysteem
Het gebruik van de microfoon maakt spraakbe­diening voor de navigatie- en de AV-functies mogelijk*. *: U heeft een display met AV-functie nodig.
Verschillende kijkmodi
Voor de navigatiebegeleiding kunnen verschil­lende typen schermweergave worden geselec­teerd. – Kaart made, Driver’s view, Straat/Kaart, Hybride mode
Zeer veel informatie over voorzienin­gen voor het zoeken naar categorieën
U kunt uw bestemming zoeken vanuit alle gebie­den. Er worden ongeveer een miljoen driehon­derdduizend onderdelen met informatie over voorzieningen ondersteund.
8
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 9 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Overzicht handleiding
Deze handleiding biedt u de benodigde informatie om uw nieuwe navigatiesysteem volledig te kunnen gebruiken. In de eerste delen komt het navigatiesysteem aan de orde en wordt de basisbediening ervan beschreven. In de latere delen wordt nader ingegaan op de navigatiefuncties. Wanneer u besloten heeft wat u wilt doen, kunt u de pagina die u nodig heeft vinden in de “Inhoudsopgave”. Indien u de betekenis van een term die wordt weergegeven op het scherm wilt controleren, vindt u de benodigde pagina in de “Overzicht van de menu’s” aan het einde van de handleiding.
Gebruik van deze handleiding
Om redenen van veiligheid is het van groot belang dat u het navigatiesysteem volledig begrijpt alvorens het te gebruiken. Zorg ervoor dat u met name Hoofdstuk 1 leest.
Basisbediening
Lees dit onderdeel als u het navigatiesysteem onmiddellijk wilt gebruiken. De basisbediening van het systeem wordt er in uitgelegd, evenals de onderdelen die op het scherm verschijnen en het gebruik van de verschillende menu’s.
Koers uitzetten naar uw bestemming
In dit onderdeel wordt een beschrijving gegeven van de verschillende manieren om een
2
bestemming te zoeken, het wijzigen van de voorwaarden voor de routekeuze en van de route­bediening tijdens de begeleiding.
3 4
5
De navigatievoorzieningen bijwerken
Hierin worden de geëigende functies voor de navigatie beschreven, inclusief de wijze waarop informatie over bezochte plaatsen georganiseerd en gegevens op de PC Card opgeslagen dienen te worden.
Het navigatiesysteem naar eigen inzicht aanpassen
Het gedrag van uw navigatiesysteem hangt af van een aantal instellingen. Als u denkt dat het nuttig kan zijn een of meer van de oorspronkelijke instellingen (fabrieksinstellingen) te wijzigen, lees dan het betreffende deel van dit hoofdstuk.
Het navigatiesysteem gebruiken met gesproken commando’s
Beschrijft navigatiebewerkingen, zoals het zoeken van de bestemming en het uitvoeren van de audiobediening met gesproken commando’s.
Appendix
Lees de appendix om meer te weten te komen over uw navigatiesysteem en over zaken als de beschikbaarheid van nazorg. Zie “Overzicht van de menu’s” aan het eind van deze handlei­ding voor nadere informatie over alle menu-onderdelen.
9
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 10 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Terminologie
Neem voordat u verder gaat een paar minuten om de volgende informatie te lezen over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt. Neem dit even goed in u op, want dit maakt de handleiding direct meer overzichtelijk en vergemakkelijkt het leerproces.
• Naar de toetsen op uw afstandsbediening of display wordt als volgt verwezen:
bijv.) NAVI (of POS) toets, NAVI MENU toets.
• Naar onderdelen in de verschillende menu’s of tiptoetsen die worden weergegeven op het scherm wordt als volgt verwezen: bijv.)“Bestemming”, “Basisinstelling”.
• Extra informatie, alternatief gebruik en andere opmerkingen worden als volgt aangegeven: bijv.)
Bewaar de disc na verwijdering uit het slot in de omslag.
• De referenties worden als volgt aangeduid: bijv.)
Route opties instellen Pagina 27
10
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 11 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Basisbediening
Hoofdstuk 1
Volgorde van het begin tot het einde
• Zie pagina 61 wanneer het programma niet geïnstalleerd is en installeer het pro­gramma.
Bevestig eerst de posities van de volgende onder­delen met behulp van de “Hardwarehandleiding” bij de navigatie of de “Bedieningshandleiding” bij het display.
• Disclaadslot
NAVI/AV toets
NAVI MENU toets
1 Start de motor.
Na enige tijd verschijnt het navigatie-ope­ningsscherm een paar seconden. Vervolgens wordt er een bericht weergegeven.
Als de disc niet is geplaatst, verschijnt een
bericht waarbij u wordt gevraagd de disc in te brengen. Nadat u de disc op de juiste wijze hebt ingebracht, start uw navigatie­systeem.
2 Plaats de Pioneer DVD kaartdisc in het
disclaadslot.
3 Druk op de NAVI/AV toets om naar het
navigatiekaartscherm over te schakelen.
Door op de NAVI/AV toets te drukken, scha­kelt u tussen het navigatiekaart- en het audio­scherm.
De bediening starten met alleen gespro-
ken commando’s Pagina 54
U kunt op de TALK (of VOICE) toets van
de afstandsbediening voor de besturing drukken om verder te gaan in plaats van “OK” aan te tippen.
De tekst van de tiptoetsen die niet actief
zijn wordt grijs weergegeven.
Zorg ervoor dat u de tiptoetsen aanraakt
met uw vinger. Tiptoetsen kunnen niet met een pen of een dergelijk voorwerp worden bediend.
5 Als u rij-informatie wilt opnemen, tip dan
“Business” of “Privé” aan. Als u de infor­matie niet op wilt slaan, tip dan “Uit” aan.
De kaart van uw omgeving wordt weergege­ven.
“De rij-informatie vastleggen” Pagina 45
6 Druk op de NAVI MENU toets.
Geeft het hoofdmenu weer.
7 Zoekt de bestemming en geeft begelei-
ding.
Hoofdstuk 1
Basisbediening
4 Controleer de gegevens van het waar-
schuwingsbericht en tip “OK” aan.
U kunt het navigatiesysteem bedienen door de toetsen aan te tippen die op het scherm worden weergegeven. Als de route al is vastgelegd, wordt overge­gaan op de begeleidingsmodus. De kaart van uw omgeving wordt weergegeven.
Het lezen van het actuele positiescherm
Pagina 18
Tijdinstellingen Pagina 62
Het adres bepalen en de bestemming zoe-
ken Pagina 12
De bestemming zoeken met behulp van de
kaart Pagina 22
Andere zoekmethoden Hoofdstuk 2
11
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 12 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
8 Zet de motor van het voertuig uit.
Dit navigatiesysteem wordt ook uitgescha­keld.
Tot u in de buurt van de bestemming bent
gekomen, wordt de uitgestippelde route niet gewist, zelfs niet wanneer de motor is uitge­zet.
Basisnavigatie
De meest gebruikte functie is het Zoeken op adres, waarbij het adres wordt bepaald en naar de bestemming wordt gezocht. In dit gedeelte wordt het gebruik van Woonplaats en de basis van het gebruik van het navigatiesysteem beschreven.
Hoofdstuk 1
• Uit veiligheidsoverwegingen kunt u deze basisnavigatiefuncties niet gebruiken ter­wijl uw auto rijdt. Om deze functies te acti­veren dient u op een veilige plaats te stoppen en de handrem in te schakelen.
Basisbediening
Basisvolgorde van de bediening
1 Plaats de Pioneer DVD kaartdisc in
het disclaadslot.
2 Druk op de NAVI MENU toets om het
hoofdmenu weer te geven.
3 Selecteer “Bestemming” in het hoofd-
menu.
4 Kies de methode voor het zoeken van
uw bestemming.
5 Voer de informatie over uw bestem-
ming in.
6 Uw navigatiesysteem zet de koers uit
naar uw bestemming, en de kaart van uw omgeving wordt weergegeven.
12
7 Schakel de handrem uit en rij in over-
eenstemming met de navigatieinfor­matie, waarbij natuurlijk rekening dient te worden gehouden met de belangrijke veiligheidsinstructies die vermeld zijn op pagina 6-8.
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 13 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
1 Druk op de NAVI MENU toets om het
hoofdmenu weer te geven.
2 Tip “Woonplaats ” aan.
Selecteert de methode voor het zoeken van de bestemming.
Naar huis ➞ Pagina 26 ➲ Naar ➞ Pagina 26 ➲ Categorie ➞ Pagina 23 ➲ In de omgeving ➞ Pagina 24 ➲ Adresboek ➞ Pagina 27 ➲ Vorige bestemm. ➞ Pagina 27 ➲ Snelweg ➞ Pagina 25 ➲ Postcode ➞ Pagina 26 ➲ Route annuleren ➞ Pagina 32
Er kan op twee manieren op adres worden gezocht: bij de ene methode wordt eerst de straatnaam aangegeven en bij de andere eerst de naam van de stad of het gebied. In deze beschrijving wordt de methode waarbij eerst de straatnaam wordt aangegeven als voorbeeld gebruikt.
3 Tip “Land” aan.
Wanneer de bestemming zich in een ander land bevindt, wordt de landinstelling gewij­zigd.
Wanneer het land is geselecteerd bij het
installeren van het systeem, hoeft u de landinstelling alleen te wijzigen indien de bestemming buiten het betreffende land ligt.
Land
4 Tip de landencodes van het land van
bestemming aan en tip “OK” aan.
Wijzigt de landinstelling en brengt u terug naar het vorige scherm.
5 Voer de straatnaam in.
Tip de letter aan die u wilt invoeren. Als het volgende scherm, zelfs wanneer de straat­naam is ingevoerd, niet automatisch wordt weergegeven, probeer dan “OK” aan te tip­pen.
De ingevoerde tekst.
Het aantal beschikbare mogelijkheden.
“Stad”:
Tip dit aan als u eerst de stad of het gebied van bestemming wilt aangeven.
:
De ingevoegde tekst wordt vanaf het einde van de tekst letter voor letter gewist. Door te blijven druk­ken, wordt alle tekst gewist.
“Andere”:
U kunt tekst met accent en umlaut invoeren.
“Symb.”:
U kunt tekst invoeren met markeringen, zoals “&” en “+”
“0-9”:
U kunt tekst met cijfers invoeren.
“Terug”:
Brengt u terug naar het vorige scherm.
Voor “Plein Leo XIII” kunt u bijvoorbeeld alleen
een deel van de naam invoeren, zoals “Plein”.
Wanneer er bij het invoeren van de karakters
maar één op het vorige kan volgen, wordt dit karakter automatisch ingevoerd.
Wanneer u “Terug” aantipt in het tekstinvoer-
scherm om terug te gaan naar het vorige scherm, kunt u misschien geen tekst invoe­ren. In dat geval moeten de letters die in het tekstvak zijn ingevoerd worden gewist.
Hoofdstuk 1
Basisbediening
13
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 14 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Indien slechts één locatie in de lijst wordt
Uw bestemming zoeken na het opge­ven van de naam van de stad of de gemeente
U kunt de zoekresultaten beperken door eerst de naam van de stad of het gebied op te geven waar uw bestemming zich bevindt. Door de naam van de stad of het gebied in te voeren en vervolgens de stad of het gebied van uw bestemming in de lijst te selecteren, keert u terug naar het invoer­scherm voor de straatnaam. Voer nu de straat­naam in, kies de straat in de lijst en ga verder met stap 9.
• Door op de tippen worden de gekozen
• Door de aan te tippen wordt een kaart
7 De stad of het gebied van uw bestemming
Hoofdstuk 1
Wanneer u in het gekozen land “Stad” aantipt zonder de naam van de stad of het gebied in te voeren, kunt u de lijst met de steden of gebieden inzien die u in het verleden heeft gezocht. (Dit onderdeel kan niet worden gekozen wanneer u
Basisbediening
voor de eerste keer met dit systeem zoekt of wan­neer u een nog niet eerder gekozen land heeft geselecteerd.)
8 Tip de stad of het gebied aan waar uw
6 Tip de straat in de lijst aan.
gevonden, start de routeberekening nadat op het onderdeel is gedrukt.
straat en de straten waardoor deze wordt door­sneden aangegeven, zodat u een kruispunt als uw bestemming kunt instellen. Dit is nuttig wanneer u het huisnummer van uw bestem­ming niet weet of het huisnummer van de aan­gegeven straat niet kunt invoeren.
getoond van de plaats die u heeft gekozen. (Mogelijke plaatsnamen verschijnen in het lijstscherm.)
invoeren.
Als het lijstscherm wordt weergegeven, ga dan verder met stap 8.
bestemming zich bevindt.
Als het gebied geen huisnummer heeft, start een routeberekening. Ga verder met stap 10.
Als de geselecteerde straat erg lang is en
door verschillende steden of gebieden gaat, verschijnt het scherm voor het invoe­ren van de naam van de stad of het gebied.
Schuifbalk
Door de of op de schuifbalk aan te tippen, schuift u door de lijst en kunt u de resterende onderdelen zien.
De bestemming zoeken met behulp van de
kaart Pagina 22
Ingeval een onderdeel niet op één regel kan wor­den weergegeven, kunt u de hele regel zien door op de rechts van het onderdeel te tippen.
14
9 Voer het huisnummer in en tip “OK” aan.
Op dit scherm kunt u het volgende onderdeel selecteren.
Kaart :
Er wordt een map weergegeven voor het invoeren van het huisnummer.
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 15 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Indien 0 of meer dan één locatie overeen-
komen met het ingevoerde huisnummer, verschijnt een lijst met huisnummerberei­ken. Om de routeberekening te starten, tipt u het bereik aan in de lijst die u als de bestemming wilt aangeven. U kunt de bestemming ook op de kaart zien door de
rechts van de lijst aan te tippen.
De bestemming zoeken met behulp van de
kaart Pagina 22
10De routeberekening start automatisch.
De routeberekening start. Wanneer de route­berekening voltooid is, verschijnt de kaart van uw omgeving. (De route wordt in groen weer­gegeven.)
Als u tijdens de routeberekening op de
NAVI (of POS) toets drukt, wordt de berekening afgebroken en verschijnt de kaart.
Wanneer u op bestemming zoekt terwijl de
route al is uitgestippeld, geef dan aan of u van het opgegeven gebied uw bestemming maakt en zoek een nieuwe route, of zoek naar een route via dat gebied.
Viapunten toevoegen aan de route
Pagina 32
Is een locatie eenmaal opgezocht, dan
wordt deze automatisch opgeslagen in “Vorige bestemm. Pagina 36
11Rijden volgens het scherm en de gespro-
ken informatie.
Het navigatiesysteem geeft de volgende infor­matie, waarbij de timing is aangepast aan de rijsnelheid:
• Afstand tot het volgende keerpunt
• Rijrichting
• Wegnummer van de snelweg
• Viapunt (indien dit bepaald is)
• De bestemming
Het scherm bekijken Pagina 18Een andere route zoeken Pagina 31De begeleiding wissen Pagina 32
Door aan te tippen of op de GUIDE
toets van de afstandsbediening te drukken kunt u de informatie opnieuw beluisteren.
Wijkt u van de route af terwijl de begeleiding
op Straat/Kaart of Hybride mode is inge­steld en komt u in een straat die niet op de disc is opgeslagen, dan verandert het scherm in Kaart mode. Zodra u terugkeert naar de route keert ook het betreffende scherm weer in de oorspronkelijke modus terug en start de begeleiding opnieuw.
Stopt u gedurende de begeleiding bij een ben-
zinestation of restaurant, dan onthoudt uw navigatiesysteem de bestemming en route­informatie. Wanneer u de motor start en teruggaat naar de weg, start de begeleiding opnieuw.
De toetsen
De status van de toetsen die op het scherm ver­schijnen, wordt aangegeven door hun kleur. Afhankelijk van de functie die door de navigatie wordt uitgevoerd, kunt u sommige toetsen aan­tippen, terwijl andere niet beschikbaar zijn.
Blauwe tiptoets: De toets kan aangetipt worden.
Donkergrijze tiptoets: De functie is niet beschikbaar (de werking ervan wordt bijv. onmogelijk gemaakt tijdens het rij­den).
Hoofdstuk 1
Basisbediening
15
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 16 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Gebruik van de menuschermen
De basisbediening van de navigatie bestaat uit het gebruik van menu’s. Er zijn twee soorten menu’s: het “Hoofdmenu” en het “Snelkoppelingsmenu”.
De functies die vanwege bepaalde omstandig-
heden niet kunnen worden gebruikt, worden aangegeven in grijs.
Hoofdmenu
U gebruikt dit menu voor de basisbediening van uw navigatiesysteem.
1 Als de kaart wordt weergegeven, drukt u
op de NAVI MENU toets.
2 Om over te gaan naar een ander menu,
Hoofdstuk 1
tipt u op de naam die boven in het scherm wordt weergegeven.
Het hoofdmenu is verdeeld in vier onderdelen “Bestemming”, “Info”, “Route opties”, en “Basisinstelling”.
Basisbediening
3 Wilt u terugkeren naar de kaart, druk dan
op de NAVI (of POS) (of NAVI MENU) toets.
Menu Bestemming
Menu Info
Wordt gebruikt om de uitgestippelde route of de navigatiestatus te controleren. U kunt ook de ver­keersinformatie controleren of het RDS-TMC sta­tion kiezen.
U kunt “Route Profiel” en “Route scrollen
alleen gebruiken wanneer een route is inge­voerd.
De uitgestippelde route controleren
Pagina 30
De navigatiestatus controleren Pagina 48
De PC Card gebruiken Pagina 43
Menu Route opties
Wordt gebruikt om de voorwaarden op te geven voor het uitzetten van de route naar de bestem­ming.
Route opties instellen Pagina 27
Menu Basisinstelling
Kies de methode Zoeken op bestemming. Ook de route die is uitgezet, kan vanuit dit menu worden gewist.
Het adres bepalen en de bestemming zoeken
Pagina 12
De bestemming zoeken met behulp van de
kaart Pagina 22
Andere zoekmethoden Hoofdstuk 2
16
Stel de navigatiefuncties in, zodat ze gemakkelijk kunnen worden gebruikt.
Menu Basisinstelling Hoofdstuk 4
Als de inhoud van het menu niet volledig
wordt weergegeven op het scherm, tip dan “Volgende” aan om de rest van de inhoud te bekijken.
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 17 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Snelkoppelingsmenu
U kunt diverse taken, zoals het berekenen van de route voor de plaats die wordt aangewezen door de cross pointer, of het registreren van een plaats in het Adresboek, sneller uitvoeren met behulp van snelkoppelingen dan door het hoofdmenu te gebruiken.
1 Wanneer de kaart wordt weergegeven, tip
dan kort een onderdeel van de kaart aan.
Wanneer u de kaart blijft aantippen, begint hij te verschuiven.
De kaart verplaatsen om het onderdeel te
bekijken dat uw wilt zien Pagina 21
:Bestemming
Wordt weergegeven wanneer de kaart wordt verschoven. De route uitzetten naar de plaats die wordt aangegeven met de cross pointer.
De bestemming zoeken met behulp van de
kaart Pagina 22
Zoeken naar voorzieningen in de omtrek
van een bepaalde plaats Pagina 24
:Categorieën op de kaart
Geeft op de kaart de markering voor voorzie­ningen in de omtrek (Cat.) weer.
Informatie over categorieën bekijken
Pagina 22
Hoofdstuk 1
Basisbediening
:Route Aanpassen
Kan alleen tijdens de begeleiding worden geselecteerd. In de begeleiding kunt u wijzi­gingen in de route invoeren.
Een andere route zoeken Pagina 31Omleiding/wegomlegging bij een aange-
geven afstand Pagina 31De route controleren Pagina 30De begeleiding wissen Pagina 32Een viapunt overslaan Pagina 33
:Registratie
De locatie registreren die door de cross poin­ter wordt weergegeven als Adresboek.
Een plaats registreren Pagina 36
:In de omgeving
U selecteert een locatie met de cross pointer. Er worden ook Categorieën (Cat.) in de omge­ving gevonden.
17
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 18 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Het gebruik van de kaart
De meeste informatie die uw navigatiesysteem biedt, kan op de kaart worden bekeken. U dient te weten hoe de informatie op de kaart wordt weer­gegeven.
Het actuele positiescherm wijzi­gen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe het huidige positiescherm kan worden weergegeven en de kaartmodus kan worden gewijzigd. De kaart kan op vier manieren worden weergege­ven.
Kaart mode
Driver’s view
Hybride mode (alleen tijdens de begeleiding)
Straat/Kaart (alleen tijdens de begeleiding)
Hoofdstuk 1
1 Druk op de NAVI (of POS) toets om een
kaart weer te geven van het gebied rondom uw huidige positie.
2 Druk opnieuw op de NAVI (of POS) toets.
Basisbediening
3 Tip de naam van de modus aan of druk op
de NAVI (of POS) toets om de modus die u wilt weergeven te selecteren.
De kaart van de huidige locatie bekijken
• In het Driver’s view wordt een kleine meter zonder schaal afgebeeld, maar dit is niet bedoeld om te gebruiken als snelheidsme­ter. Gebruik de actuele snelheidsmeter van uw voertuig om de snelheid vast te stellen.
Kaart mode
Toont de standaardkaart.
(2) (1) (7)
(11)
(17)
(3) (4)
(5) (12)(13)(8)
Driver’s view
De kaart wordt weergegeven vanuit het oogpunt van de bestuurder.
(1) (7)
(6)
(18) (9)
(10)
(6)(11)
Als de modus is geselecteerd door op de
NAVI (of POS) toets te drukken, schakelt het scherm na 4 seconden automatisch over op de geselecteerde kaartmodus.
18
(16)
(2) (4)
(8)
(5)
(12)(17)(13)
(10)
(14)
(3)
(9)
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 19 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
Hybride mode
De kaart van uw omgeving wordt links en de pijl die de rijrichting aangeeft wordt rechts weerge­geven.
(6)
(6)
(9)
(2)(10)(8)
(11) (18)
(17)
(3)
(13)
(4)
(1)
(5)
(12)
(7)
(16)
Straat/Kaart
Toont de naam van de straat waar u zo dadelijk langs rijdt en een pijl die de rijrichting aangeeft.
Normale conditie
(1) (7)
(12)
(2)
(16)
(4)
(8)
(5)
(17) (13)
Wanneer u een kruispunt nadert (als “Inzoomen op kruising” uitgeschakeld is)
(16)
(10)
(6)(11)
(9)
Vergrote kaart van de kruising
Wanneer “Inzoomen op kruising” in het menu Basisinstelling “Aan” is, verschijnt er een ver­grote kaart van de op- of afrit. Indien u op een snelweg rijdt, wordt een speciale begeleidingsil­lustratie weergegeven.
(15)
(14)
Wanneer de kaart is ingesteld op Driver’s
view, kan het systeem niet worden gewijzigd
in een vergrote kaart van het kruispunt.
Stadskaart
Bij het rijden in een stad wordt een gedetailleerde stadskaart weergegeven, wanneer de schaal van
(14)
de kaart is ingesteld op 50 m of minder. (Geldt
(3)
alleen voor steden waarvan gedetailleerde stads­kaarten op de kaartdisc zijn vastgelegd).
(2) (1) (7)
(11)
(3) (4)
Hoofdstuk 1
Basisbediening
(6)
(9) (10)
(15)
(4)
(8)
(5) (12)
Display-onderdelen
Begeleidingspunt*
(14)(12)
Het volgende begeleidingspunt (volgende keer­punt, etc.) wordt aangegeven door een gele vlag.
Bestemming*
De geblokte vlag geeft uw bestemming aan.
(1) De naam van de straat waar u vervolgens heenrijdt.*
(2) Afstand tot het begeleidingspunt*
Aantippen om de volgende informatie te verkrij­gen.
19
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 20 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
(3) Huidige locatie
De positie van uw auto. De punt van het driehoek­steken geet aan in welke richting u rijdt en het teken beweegt automatisch met het rijden mee.
(4) Afstand tot de bestemming (of afstand tot het viapunt)*
Als er viapunten zijn bepaald, verandert het dis­play bij elke aanraking.
(5) Naam van de straat die uw voertuig pas­seert (of naam van de stad, etc.)
(6) Kompas
De rode pijl toont het noorden. Bij elke aanraking verandert de richting van de kaart. (Het noorden is BOVEN of in de rijrichting.)
(7) Schaal van de kaart
De schaal van de kaart wordt weergegeven op afstand. In Straat/Kaart en Driver’s view, geeft het getal de schaal van de kaart aan die wordt
Hoofdstuk 1
weergegeven aan de rechterkant van het scherm. Aantippen om de schaal van de kaart te wijzigen.
De schaal van de kaart wijzigen Pagina 21
(8) VOICE pictogram
Aantippen om de spraakherkenningsmodus te
Basisbediening
wijzigen.
De spraakbediening van het navigatiesysteem
Hoofdstuk 5
(9) NEW Info pictogram
Toont de aanwezigheid van bijgewerkte verkeers­informatie. Aantippen om het bijgewerkte onder­deel van de verkeersevenementen weer te geven.
Verkeersinformatie gebruiken Pagina 40
(10) TMC pictogram
Tip dit aan als er een route is berekend, om na te gaan of er verkeersinformatie over uw route beschikbaar is. Is er geen route berekend, tip dit dan aan om de verkeersevenementen weer te geven.
(11) Huidige tijd (12) Geschatte aankomsttijd (of reistijd naar
uw bestemming)*
Het scherm verandert steeds bij het aanraken.
(13) Routemarkering
De routemarkering toont de route die uw auto heeft afgelegd.
De uitgezette route selecteren Pagina 52
(14) Kaart van uw omgeving (aan de zijkant)
Door deze aan te tippen gaat u naar het schuif­scherm van de kaart.
(15) Afstand tot een kruising*
Weergegeven op de vergrote kaart van de krui­sing. De groene balk wordt korter wanneer uw auto een kruising nadert.
(16) Volgende rijrichting* (17) Te vermijden gebied*
Omleidings-/wegomleggingsgebied
Pagina 39
(18) Richtingslijn
De richting naar de plaats die is bepaald in (4), wordt aangegeven met een rechte lijn.
Informatie met de markering (*) wordt alleen
weergegeven wanneer de route bepaald is.
Afhankelijk van de voorwaarden en basisin-
stellingen worden bepaalde onderdelen niet weergegeven.
20
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 21 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
De schaal van de kaart wijzigen
Door de “Kaartschaal” toets aan te tippen die rechtsboven in het scherm wordt weergegeven, wordt de schaalmeter en de “Kaartschaal” toets getoond. Door direct de “Kaartschaal” toets aan te tippen, wordt de kaart in de geselecteerde schaal gewijzigd. Door of aan te tippen op de schaalmeter kunt u de schaal gedetailleerder aangeven binnen een bereik van 25 meter - 500 kilometer (25 yards - 250 mijl).
Directe schaaltoets
Het pictogram van een geregistreerde plaats
en het TMC pictogram worden weergegeven wanneer de schaal van de kaart 20 km (10 mijl) of minder is.
Het Cat. pictogram en de lijn die de lengte van
een verkeersopstopping aangeeft, worden getoond als de schaal van de kaart 1 km (0,75 mijl) of minder is.
Het kan zijn dat de directe schaaltoets niet
verschijnt, afhankelijk van de kaartmodus.
De kaart verplaatsen naar de plaats die u wilt zien
Als u het display kort aanraakt, verschijnt het snelkoppelingsmenu. Door tenminste 2 seconden een willekeurige plaats op de kaart aan te tippen gaat de kaart over in de schuifmodus en begint hij te verschui­ven in de richting die u heeft aangeraakt. Het ver­schuiven houdt op wanneer u uw vinger van het scherm haalt. Vervolgens verschijnt de cross pointer midden in het scherm. Er verschijnt ook een lijn die de huidige locatie verbindt met de cross pointer. Door op de NAVI (of POS) toets te tippen gaat u terug naar de kaart van uw omgeving.
Tip het gebied bij het midden van het scherm
aan om langzaam te schuiven; tip het gebied bij de randen van het scherm aan om snel te schuiven.
(1)(2)
(4)
(3)
(1) Plaats waar u de kaart naar toe hebt bewogen.
De positie van de cross pointer toont de plaats die op de betreffende kaart geselecteerd is.
(2) Afstand van de huidige plaats
Toont de afstand in een rechte lijn tussen de plaats die wordt aangewezen door de cross poin­ter en uw huidige locatie.
(3) De naam van de straat, de stad, het gebied en andere informatie over deze plaats.
(Bij een schaal van de kaart van 200 m (0,25 mijl) of minder.) Door op rechts van het scherm te tippen, wordt de verborgen tekst weergegeven.
Overzicht van de menu’s van de opgegeven
locatie Pagina 22
Hoofdstuk 1
Basisbediening
21
40MT_DU_NEDERLANDS.book Page 22 Tuesday, May 11, 2004 5:35 PM
(4) Snelkoppelingsmenu
Het snelkoppelingsmenu bekijken
Pagina 17
De informatie over een specifieke loca­tie bekijken
Een pictogram verschijnt op geregistreerde plaat­sen (thuisbasis, specifieke plaatsen, ingangen van het adresboek) en op plaatsen waar een Cat. is of waar verkeersinformatie over is. Plaats de cross pointer boven het pictogram om de gede­tailleerde informatie te bekijken.
1 Verschuif de kaart en beweeg de cross
pointer naar het pictogram dat u wilt bekijken.
2 Tip aan.
Hoofdstuk 1
Basisbediening
Er verschijnt informatie over een opgegeven locatie. De informatie varieert al naar gelang de locatie. (Het is mogelijk dat er geen infor­matie is over de betreffende locatie.)
Plaatsen registreren Pagina 35Voorzieningen (Cat.) tonen op de kaart
Pagina 25
Verkeersinformatie gebruiken Pagina 40
3 Tip “Terug” aan.
U keert terug naar het vorige scherm.
3 Verschuif de kaart en beweeg de cross
pointer naar de plaats waar u uw bestem­ming van wilt maken.
De kaart verplaatsen om het onderdeel te
bekijken dat uw wilt zien Pagina 21
4 Tip aan.
Als u tijdens de routeberekening op de NAVI
(of POS) toets drukt, wordt de berekening
afgebroken en verschijnt de kaart.
Wanneer de aan de rechterkant van de lijst verschijnt
U kunt een bestemming bepalen door rechts van de lijst aan te tippen. Tip “OK” aan ter beves­tiging. De locatie die door de cross pointer wordt aangewezen wordt bepaald als de bestemming.
Alternatieve optie:
Scroll:
De weergave verandert in de kaart met het snel­koppelingsmenu. Als u de kaart ergens aanraakt, verandert de kaartweergave in de schuifmodus.
Snelkoppelingsmenu Pagina 17
Een bestemming op de kaart vinden
Wanneer u de locatie die u wilt bezoeken zoekt door de kaart te verplaatsen, en in het snel­koppelingsmenu aantipt, kunt u uw bestemming op de kaart opgeven.
1 Druk op de NAVI (of POS) toets om naar
het kaartscherm te gaan.
2 Tip de kaart tenminste 2 seconden aan.
De kaart gaat over in de schuifmodus.
22
Loading...
+ 56 hidden pages