Sluit het Station rechtstreeks aan op de PC met de meegeleverde
Ethernet-kabel (oranje).
OF
Sluit het Station rechtstreeks aan op het toegangspunt met de
meegeleverde Ethernet-kabel (oranje).
LAN
Tips:
● Controleer of de Ethernet-poort is ingeschakeld om de WADM-verbind-
ing tot stand te brengen.
Een draadloze verbinding instellen
PCStationAccess PointPCStation
A2
Beschikt u over een draadloos toegangspunt?
JA
Op het Station:
● Druk op de knop MENU.
● Selecteer Settings> Network >
Wireless > (selecteer het gewenste netwerk) > (Voer de encryptiesleutel in met de 1-weg afstandsbediening) > Automatic
(Automatisch) > Apply Settings
(Instellingen toepassen) > Yes
(Ja).
NEE
a. Op het Station :
● Druk op SOURCE om de
UPnP-modus te openen
● Druk op MENU, selecteer
Information (Informatie)
>Wireless (Draadloos) > SSID
> (schrijf de SSID-code op)
● Druk op MENU, selecteer
Information (Informatie)
>Wireless (Draadloos)> WEB
Key (WEB-sleutel) > (schrijf de
WEB-sleutel op)
b. Via PC:
● Selecteer Start > Control
Panel > Network Connections
> Enable Wireless Network
Connections > Beschikbare
draadloze netwerken
weergeven > Selecteer het
netwerk dat overeenkomt met
de SSID van het Station. >
WEP-sleutel van het Station
invoeren.
Tips:
● Controleer of de draadloze netwerkadapter van de PC functioneert.
● Plaats het Station dichter bij het draadloos toegangspunt.
● Controleer of DHCP is ingeschakeld op uw draadloos toegangspunt. Als
DHCP niet beschikbaar is, kiest u Static (Statisch) en de sleutel in de
IP-configuratie.
B1
WADM installeren en starten
Plaats de CD PC Suite.
1
Selecteer de gewenste taal en accepteer de licentievoorwaarden.
2
Selecteer WADM en selecteer vervolgens Next (Volgende) om de
3
installatie te starten.
Om WADM te starten, dubbelklikt u
4
op het bureaubladpictogram
Selecteer het gewenste Station en klik
5
vervolgens op Connect now
(Nu verbinding maken).
Tips:
● Meld u aan op uw PC. De beheerdersrechten dienen te zijn ingeschakeld.
● Als de IP-configuratie van het Station niet in het standaard bereik staat
(subnetmasker: 255.255.0.0; IP-adres: 172.31.x.x). selecteert u Connection Wizard
Aangepaste modus) > Custom Mode (Aangepaste modus). Voer de huidige IP-con-
(
figuratie van het Station in waar u om wordt gevraagd. Druk op de knop MENU en
selecteer Information (Informatie) > Ethernet om de IP-configuratie te controleren.
● Gebruikers van Windows(r) XP SP2 dienen te controleren of Windows Firewall is
uitgeschakeld door te klikken op: Start > Configuratiescherm > Beveiligingscentrum
> Windows Firewall > Uit (ga naar www.microsoft.com voor meer informatie).
● Als bepaalde WADM-functies niet kunnen worden gebruikt, kan het zijn dat de
antivirussoftware deze heeft geblokkeerd. Wij raden u aan uw antivirussoftware
tijdelijk uit te schakelen.
● Als WADM wordt uitgevoerd, is toegang tot internet mogelijk uitgeschakeld. Sluit
WADM als u de toegang wilt herstellen.
● Als u Windows Vista gebruikt als besturingssysteem op uw computer,
klikt u met de rechtermuisknop op WADM. Selecteer vervolgens
Properties (Eigenschappen) > Compatibility (Compatibiliteit) en zorg dat
het selectievakje onder "Compatibility mode" (Compatibiliteitsmodus) en
"Privilege level" (Machtigingsniveau) is ingeschakeld. Klik ten slotte op
OK. Als u deze stappen niet uitvoert, kan uw WADM mogelijk niet worden gestart.
.
.
B2
WADM installeren en starten
Selecteer het volgende als het gewenste Station niet wordt gevonden:
● vaste verbinding: Selecteer Connection Wizard >
Express mode> Next om een nieuwe verbinding tot stand te
brengen
Opmerking: als u Connection Wizard (Wizard Verbindingen) >
Custom mode (Aangepaste modus) hebt gese-
lecteerd, wordt automatisch de draadloze
netwerkadapter geselecteerd als de PC zowel een
vaste als een draadloze netwerkadapter heeft.
Selecteer handmatig de vaste netwerkadapter.
● Draadloze verbinding: Controleer of het draadloos toegangspunt
het draadloze voorkeursnetwerk SSID uitzendt en ervoor te
zorgen dat de draadloze netwerkadapter van de PC functioneert.
C1
WADM gebruiken
Configuration (Apparaatconfiguratie) kunt u systeeminformatie bekijken,
de netwerkinstellingen beheren, firmware upgraden, en de apparaatverbinding met het externe netwerk weergeven.
UPnP gebruiken
C2
REC MARK/UNMARK
DBB
SEARCHCD/MP3-CD HDSOURCE
SOURCE
Controleer of u Philips Media
1
Manager (PMM) op de PC hebt
geïnstalleerd.
Om PMM te starten, dubbelklikt u
2
op het bureaubladpictogram
(als dit is gemaakt)
De eerste keer dat u PMM start, klikt u op Add Music (Muziek
3
toevoegen) > Add Files or Folders (Bestanden of mappen toevoe-
gen) om muziekmappen op uw PC te specificeren.
Station:
4
Druk op SOURCE (BRON) en selecteer vervolgens de gewenste
muziekserver.
Tips:
● Het UPnP-apparaat hoeft niet noodzakelijkerwijs een PC te zijn,
maar kan elk apparaat zijn dat inhoud op een server heeft staan.
● Als het UPnP-apparaat niet na 5 minuten wordt gedetecteerd,
schakelt u het apparaat uit en vervolgens weer in. Mogelijk komt de
verbinding zo sneller tot stand.