Wissen : Laatste gegevens wissen/
geprogrammeerde opname (TIMER) wissen
SMART: De beeldinstelling veranderen terwijl u een
SMART
cassette weergeeft
Teller: Omschakelen van de manier waarop de
bandpositie aangegeven wordt
TV Monitor : Omschakelen tussen televisie-ontvangst
en weergave van de videorecorder
Cijfertoetsen:0-9
0-9
Kiezen: Functies kiezen
SELECT
TIMER: Opname programmeren of geprogrammeerde
opname (TIMER) veranderen/wissen
Menu: Oproepen of be¨eindigen van het hoofdmenu
MENU
Vastleggen of bevestigen: Gegevens
OK
vastleggen/bevestigen
Kiezen: Naar links
Q
Kiezen : Naar rechts
P
P ;
P =
PLAY G
H
STOP h
I
INDEX E
RECORD/OTR n
STILL R
Sq
Sr
TV y
TV m
TV q
TV r
Kiezen : Regel of programmanummer omhoog
Kiezen : Regel of programmanummer omlaag
Weergeven: Weergeven van een bespeelde cassette
Terugspoelen: Tijdens STOP of STAND-BY: terugspoelen, tijdens WEERGAVE:beeldzoeken
terug
Pauze/Stop: Stopt de band, behalve tijdens geprogrammeerde opname (TIMER)
Vooruitspoelen: Tijdens STOP of STAND-BY: vooruitspoelen,tijdens WEERGAVE:
beeldzoeken vooruit
Index zoeken: Zoekt in verbinding met HI de vorige of de volgende
opnamemarkering op de band
Opnemen : Directe opname van het momenteel gekozen programma
Stilstaand beeld: Stopt de band, stilstaand beeld blijftzichbaar
Extra TV-functies
TV-geluidssterkte: TV-geluidssterkte harder
TV-geluidssterkte: TV-geluidssterkte zachter
Geluid uitschakelen: TV-geluid in- of uitschakelen
Uitschakelen: TV uitschakelen
TV-programmanummer: TV-programma omhoog
TV-programmanummer: TV-programma omlaag
Page 3
&
De voorzijde van het toestel
STANDBY m Stand-by: Toestel uitschakelen, menu-functie onderbreken
RECORD n
PROGRAMME ;
PROGRAMME =
PLAY G
STOP/EJECT ?
STILL R
L AUDIO R
SYNCHRO EDIT
MANUAL
Opname: Directe opname van het momenteel gekozen programma
Programmanummer plus: Programmanummer omhoog
Programmanummer min: Programmanummer omlaag
Weergave: Bespeelde band weergeven
Pauze/Stop: Band stoppen, behalve tijdens TIMER-opname
Stilstaand beeld: Stopt de band en blijft staan, beeld blijftzichbaar
Shuttle knop: Naar links draaien: tijdens STOP of STAND-BY:terugspoelen, tijdens
o
weergave: beeldzoeken terug
naar rechts draaien: tijdens STOP of STAND-BY: vooruitspoelen,tijdens weergave:
beeldzoeken vooruit
Achter het klepje op de linker voorkant:
Audio-ingang, kanaal rechts/links stereo: Aansluiting voorcamerarecorder of
videorecorder (programmanummer ’
Video-ingang aansluiting: Camerarecorder of videorecorderaansluiten
VIDEO
(programmanummer ’
EDIT aansluiting: Aansluiting voor een passende camerarecoder.
Niet automatische geluidsregeling: Omschakeling tussen automatischeen niet
automatische geluidsregeling
E3’)
E3’)
De achterzijde van het toestel
4 Aansluiting aan het net: Aansluiting voor de netkabel
AUX IN L R
AUX OUT L R
EXT.2 AV 2
EXT.1 AV 1
Aansluiting audio-ingang links/rechts : Aansluitingvoor een HiFi-installatie
(Programmanummer ’
Aansluiting audio-uitgang links/rechts : Aansluitingvoor een HiFi-installatie
Scart-aansluiting 2: Aansluiting voor o.a. een satelliet-ontvanger,decoder, videorecorder
(programmanummer ’
Scart-aansluiting 1: Aansluiting voor het televisietoestel(programmanummer ’E1’)
Aansluiting antenne-ingang: Aansluiting voor de antenne
2
Aansluiting antenne-uitgang: Aansluiting voor het televisietoestel
3
AUX’)
E2’)
Page 4
GEBRUIKSAANWIJZING PHILIPS VR860/16
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van ´e´en van de meest
geavanceerde en gemakkelijk te bedienen videorecorders op
de markt. Met deze videorecorder kunt u VHS-standaard
cassettes opnemen en afspelen.
Lees de gehele gebruiksaanwijzing door, voordat u hettoestel
in gebruik neemt.
Veiligheids- en andere aanwijzingen
AGevaarlijke hoogspanning in het toestel! Niet openen!
U loopt het risico dat u een electrische schok krijgt!
AHet toestel bevat geen delen die door de consument
gerepareerd kunnen worden. Als hettoestel op het net is
aangesloten, zijn er voortdurend delenvan het toestel in bedrijf.
Om het toestel geheel uit te schakelen,moet de netstekker uit
het stopcontact worden getrokken.
BLet op, dat de lucht ongehinderd door de ventilatiespleten van
het toestel kan stromen.
BLet op, dat er geen voorwerpen of vloeistoffen in het toestel
terecht komen. Mocht er toch vloeistofin het toestel terecht
gekomen zijn, trek dan onmiddelijkde netstekker van het toestel
eruit en raadpleeg de klantenservice.
BHet toestel mag niet onmiddellijk na het vervoer van een koude
naar een warme ruimte of omgekeerd,of bij extreem hoge
luchtvochtigheid worden gebruikt.
Wacht na het uitpakken minstens drie uur voordat u de
videorecorder installeert.
C Deze gebruiksaanwijzing is opmilieuvriendelijk papier gedrukt.
Noteer hier het serie-nummer (PROD.NO) om uwtoestel in
geval van diefstal te kunnen identificeren. U vindthet
serie-nummer op het type-plaatje op de achterzijde van uw
toestel:
MODEL NO.VR860/16
PROD.NO:. .....
Dit produkt stemt overeen metde voorschriften zoals vastgelegd
in de richtlijn 73/23/EEG+ 89/336/EEG + 93/68EEG.
Technische gegevens
Afmetingen in cm (B/H/D) : 43.5/9.3/29.0
Stroomverbruik (stand-by): minder dan 4W(energie besparen)
Netspanning: 220-240V/50Hz
Aantal koppen : 4 Video / 2 Audio
Spoelsnelheid: ca. 90 seconden (cassette E-180)
Opname/weergaveduur :SP (Standard Play) 4 uur (cassette
E-240) / LP (Long Play) 8 uur (cassetteE-240)
Bijgeleverde accessoires
•Gebruiksaanwijzing
•Afstandsbediening en batterijen
•Antennekabel
•Netsnoer
•Scartkabel (Euro-AV-kabel)
C Maak gebruik van de mogelijkhedendie in uw land worden
aangeboden voor een milieuvriendelijkeverwerking van de
verpakking van het toestel.
C Deze videorecorder bevat veel materiaaldat kan worden
hergebruikt. Informeer naar de hergebruik-mogelijkhedenvan
uw oude toestel.
DSHOWVIEW is een handelsmerk van Gemstar
Development Corporation. Het SHOWVIEWsysteem wordt
gefabriceerd onder licentie van GemstarDevelopment
Corporation.
1
Page 5
Bijzondere functies van uw videorecorder
Met dit system bent u verzekerd van de bestmogelijke beeldkwaliteit. Dit is
mogelijk gemaakt door een combinatie van de nieuwste Philipsontwikkelingen:
Natural Colour, Smart Picture, Digital Studio PictureControl en lasergesneden
videokoppen.
Met Natural Colour beleeft u een detailrijk beeld metzuivere kleuren.
Philips heeft een systeem ontwikkeld om de bestmogelijke weergavekwaliteit te
verkrijgen. Bij oude of veel gebruikte videocassettesworden de storingen
verminderd. Bij hoogwaardige cassettes worden de detailsnaar voren
gebracht.
Wij bieden u de mogelijkheid uw persoonlijke beeldinstellingvoor een bepaalde
weergave in te stellen. Kies uw persoonlijke instelling voor de soort film waar u
op dit moment naar kijkt.
Met ´e´en druk op de knop heeft u snel en gemakkelijk het overzicht van uw
complete video-archief. Nooit meer zoeken, want de Tape Manager legt alle
opnamen vast en weet precies op welke cassette een bepaalde opname te
vinden is.
Philips biedt u de beste verbinding tussen uw videorecorderen andere Home
Cinema toestellen.
Als u uw videorecorder op het TV-toestel en op het lichtnetaangesloten heeft,
wordt u door een OSD beeld begroet. U hoeft nu alleen de informatiein de
’intelligente hulpregel’ naar de volgende bedieningsstap te volgen.Geniet van
het automatische zoeken en vastleggen van de zendersen van het
automatische instellen van de tijd.
Met de afstandsbediening van uw videorecorder kunt ude belangrijkste
functies van uw TV-toestel gebruiken, ook alsdit geen Philips toestel is.
Wij garanderen dat uw videorecorder de wisseling vande eeuw zonder
problemen doorstaat.
Opnamen met uw videorecorder kunnen door een externe satellietontvanger
worden gestuurd.
Met de hulp van deze functie neemt de videorecorder automatischalle
programma-instellingen van uw TV-toestel over.
Met slechts ´e´en druk op een toets weet de videorecorder welk programma op
het TV-toestel wordt ontvangen en neemt dit op.
Eenvoudig programmeersysteem voor videorecorders.Het programmeren van
een opname wordt hierdoor net zo gemakkelijk als telefoneren. Voer het bij het
programma horende nummer in. Dit nummer vindt u in uwtv-gids.
Het precisieloopwerk van Philips met een kortespoeltijd en automatische
bandlengte-indicatie.
2
Page 6
1.AANSLUITEN VAN UW VIDEORECORDER
Aansluiten aan het televisietoestel
Wij raden u aan een scartkabel te gebruiken. Op deze wijze
verkrijgt u de beste beeld- en geluidskwaliteit.
Als u uw videorecorder voor de eerste keer aansluit,lees dan:
E Paragraaf ’Aansluitenmet scartkabel en Easy
Link/NexTView’, als uw televisietoestelde functie ’Easy
Link/NexTView’ heeft.
E Paragraaf ’Aansluitenmet scartkabel zonder Easy
Link/NexTView’, als uw televisietoestelde functie ’Easy
Link/NexTView’ niet heeft.
E Als u geen scartkabelgebruikt, de paragraaf ’Aansluiten
zonder scartkabel’.
Aansluiten met scartkabel en ’Easy
Link/NexTView’
c Verbind de 3 -aansluiting van de videorecorder met
behulp van de bijgeleverde antennekabel met de
antenne-ingang van het televisietoestel.
d Verbind met de bijgepakte, speciale scartkabel de
scart-aansluiting EXT.1 AV 1 aan de achterzijde van uw
videorecorder met de scart-aansluiting op het
televisietoestel (zie de gebruiksaanwijzingvan uw
TV-toestel.
e Schakel het televisietoestel in.
f Verbind met het netsnoer de netaansluiting 4 aan de
achterzijde van de videorecorder met het stopcontact.
g De videorecorder neemt automatisch alle
TV-programma’s van de televisie over, in dezelfde
volgorde.
Dat kan enkele minuten duren.
Als alle informatie (TV-programma’s, land, taal)
overgenomen is, verschijnt op het beeldscherm: ’EASYLINK OVERNAME GEREED’.
h Controleer de instelling van tijd en datum. Leesin
hoofdstuk ’INSTALLATIE de paragraaf ’Tijd en datum
instellen’.
Door middel van de functie ’Easy Link/NexTView’kan uw
videorecorder informatie uitwisselen met het televisietoestel.
Lees daarom ook de gebruiksaanwijzing van uw
televisietoestel. Met ’Easy Link/NexTView’worden de TV
zenders van het televisietoestel automatischovergenomen.
a Schakel het TV-toestel uit.
b Trek de stekker van de antennekabel uit het
televisietoestel. Steek deze in de 2 -aansluiting aan de
achterzijde van de videorecorder.
4
Page 7
Aansluiten met scartkabel zonder ’Easy
Link/NexTView’
Aansluiten zonder scartkabel
a Schakel het televisietoestel uit.
b Trek de stekker van de antennekabel uit het
televisietoestel. Steek deze in de 2 -aansluiting aan de
achterzijde van de videorecorder.
c Verbind de 3 -aansluiting van de videorecorder met
behulp van de bijgeleverde antennekabel met de
antenne-ingang van het televisietoestel.
d Verbind met een scartkabel de scart-aansluiting
EXT.1 AV 1 op de achterzijde van uw videorecordermet de
scart-aansluiting op het televisietoestel (zie
gebruiksaanwijzing van uw televisietoestel).
e Schakel het televisietoestel in.
f Verbind met het netsnoer de netaansluiting 4 aan de
achterzijde van de videorecorder met het stopcontact.
g Als uw televisietoestel automatisch op het
programmanummer b.v.: ’EXT’, ’0’ of ’AV’ omschakelt ,
dan ziet u een tekst op het beeldscherm.
GEFELICITEERD
MET UW NIEUWE PHILIPS
VIDEORECORDER
OM DOOR TE GAAN, DRUK OK
a Schakel het televisietoestel uit.
b Trek de stekker van de antennekabel uit het
televisietoestel. Steek deze in de 2 -aansluiting op de
achterzijde van de videorecorder.
c Verbind met de bijgeleverde antennekabel de 3
-aansluiting op de videorecorder met de antenne-ingang
van het televisietoestel.
d Verbind met het netsnoer de netaansluiting 4 aan de
achterzijde van de videorecorder met het stopcontact.
e Schakel het TV-toestel in en kies het programmanummer
voor de videorecorder-weergave (zie gebruiksaanwijzing
van het televisietoestel).
f Stel het TV-toestel in het UHF-frequentiegebied zoin, dat
het volgende beeld verschijnt.
DDe videorecorder zendt nu uit op kanaal
CH36/frequentie 591MHz.
GEFELICITEERD
MET UW NIEUWE PHILIPS
VIDEORECORDER
OM DOOR TE GAAN, DRUK OK
DAls het televisietoestel niet automatisch op b.v.:
’EXT’, ’0’ of ’AV’ omschakelt, kies dan op het
televisietoestel het juiste programmanummer(zie
gebruiksaanwijzing van uw TV-toestel).
h Lees vervolgens in hoofdstuk ’INSTALLATIE’de paragraaf
’Eerste installatie’.
g Lees vervolgens in hoofdstuk ’INSTALLATIE’de paragraaf
’Eerste installatie’.
5
Page 8
Decoder en andere toestellen aansluiten
U kunt ook andere toestellen zoals bijvoorbeeld een
satelliet-ontvanger, een decoder of een camerarecorder op de
EXT.2 AV 2 -aansluiting aansluiten.
U kunt een HiFi-stereo installatie op de AUXOUT L R
(audio-uitgang links/rechts) en AUX IN L R - aansluitingen
(audio-ingang links/rechts) aansluiten.
6
Page 9
2.INSTALLATIE
Eerste installatie
a Open de batterijhouder van de afstandsbediening en
plaats de batterijen zoals aangegeven op het plaatje.
b Sluit de batterijhouder.
c Bevestig datgene dat u op het beeldscherm ziet metde
OK -toets van de afstandsbediening.
d Kies met de P = of de ;P -toets de gewenste taal
voor de beeldscherm-informatie (OSD).
Het display van de videorecorder vertoont alleen engelse
tekst.
e Bevestig met de OK -toets.
f Kies met de P = of ;P -toets het land waarin u zich
bevindt.
Als dat land niet verschijnt, kies dan ’OVERIGE’.
Bevestig met de OK -toets.
g Als de antenne aan de videorecorder aangesloten is,
druk dan op de OK -toets.
’Automatisch TV-zenders zoeken’ begint. Op het
beeldscherm verschijnt:
h Als het TV-zenders zoeken voltooid is, verschijntop het
beeldscherm: ’AUTOMATISCH ZOEKEN GEREED’.
E Vervolgens verschijnenter controle ’TIJD’, ’JAAR’,
’MAAND’en’DATUM’.
AUTOM. ZOEKEN
AUTOMATISCH ZOEKEN GEREED
XX TV-ZENDERS GEVONDEN
TIJD20:00
JAAR1998
MAAND02
DATUM06
________________________________
i Verander, indien nodig, in de regel ’TIJD’, de tijd met de
DOORGAAN:
DRUK OK
cijfertoetsen 0-9 van de afstandsbediening.
j Controleer op dezelfde manier ’JAAR’, ’MAAND’en
’DATUM’. Wissel tussen de velden met de P = of
;P -toets.
k Als de gegevens juist zijn, drukt u op de OK -toets.
l Be¨eindig met de MENU -toets.
De ’eerste installatie’ is afgesloten.
DAls u een decoder heeft aangesloten, dan leest u in
de volgende paragraaf hoe u deze moet installeren.
DAls u een satelliet heeft aangesloten, lees dan de
paragraaf ’Satelliet ontvanger’.
AUTOM. ZOEKEN
UW VIDEORECORDER
ZOEKT NU ALLE
BESCHIKBARE TV-ZENDERS
2 GEVONDEN KAN.
_________________________
EVEN WACHTEN
Wacht tot alle zenders zijn gevonden. Dat kan eenpaar
minuten duren.
7
Page 10
Decoder toewijzen
g Kies ’AAN’ met de toetsen Q of P . Als u ’UIT’ kiest,
dan wordt de functie uitgeschakeld.
Een aantal omroeporganisaties zendt gecodeerde
TV-uitzendingen uit, die u alleen kunt zien met een decoder.
Op deze videorecorder kunt u zo’n decoder (descrambler)
aansluiten. Met de volgende functie wordt de aangesloten
decoder automatisch voor het gewenste TV-programma
geactiveerd.
DAls u ’Aansluiten met scartkabel en ’Easy
Link/NexTView’ gebruikt, moet de decoder voor het
televisietoestel geactiveerd zijn.
a Schakel het televisietoestel in. Kies, indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Kies met de P ; of de P = -toets op de videorecorder
of met de cijfertoetsen 0-9 het TV-programmadat u met
de decoderfunctie wilt verbinden.
c Druk op de afstandsbediening de MENU -toets in. Het
hoofdmenu verschijnt.
d Kies de regel ’INSTALLATIE’ met de toetsen P = of
;P en bevestig met toets P .
h Bevestig met de OK -toets.
i Be¨eindig met de MENU -toets.
De decoder is nu met deze TV-zender verbonden.
DAls de functie ingeschakeld is, verschijnt ’DEC’in
f Kies de regel ’DECODER’ met de toetsen P = of ;P .
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
8
Page 11
Niet automatisch TV-zenders zoeken
In enkele gevallen kan ’Automatisch TV-zenders zoeken’niet
alle TV-zenders vinden (b.v.: gecodeerde zenders).Dan kunt u
met de onderstaande methode de TV-zenders handmatig
instellen.
DAls u ’Aansluiten met scartkabel en ’Easy
Link/NexTView’ gebruikt, neemt de videorecorder
automatisch de zenders van de televisie over.
Enkele regels hebben daardoor geen functie.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
gewenste TV-zender weet, dan kunt u de gegevens in de
regel ’GEGEVENS/ZOEK’ met de cijfertoetsen 0-9
intoetsen.
DAls u de frequentie of het kanaalnummer van de
gewenste TV-zender niet weet, druk dan op de
P -toets, om het zoeken te starten.
g Kies in de regel ’PROGRAMMANUMMER’ met de toetsen
Q of P het gewenste programmanummer, b.v.: ’01’.
h Als u de naam van de TV-zender wilt veranderen, druk
dan in de regel ’TV-ZENDER NAAM’opde P -toets.
E Kies het teken dat u wilt veranderen met de Q of P
-toets. Verander het teken met de P = of ;P -toets.
Kies het volgende teken op dezelfde manier.
E Druk zovaak op de P -toets, tot de cursor verdwijnt.
i Kies in de regel ’NICAM’ met de Q of P -toets de
functie ’AAN’of’UIT’.
j Als u de automatische TV-zender instelling wiltwijzigen,
kies dan de regel ’FIJNAFSTEMMING’.
Met de Q of de P -toets kunt u de TV-zender
instelling fijnafstemmen. Let op: Het opnieuw instellen is
alleen in bepaalde gevallen noodzakelijk en zinvol, b.v.bij
kabeltelevisie als er strepen op het beeldschermte zien
zijn.
k Druk op de OK -toets om de zender vast te leggen.
DAls u nog meer TV-zenders wilt zoeken, begin dan
weer vanaf stap f.
l Als u wilt stoppen, druk dan op de MENU -toets.
9
Page 12
Satellietontvanger
De zenders van de satellietontvanger ontvangt u viade
scartaansluiting EXT.2 AV 2 .
Kies hiervoor met de P ; of P = -toets het
programmanummer ’E2’. De zenders van de satellietontvanger
moeten op de satellietontvanger worden gekozen.
Bijzondere installatiemogelijkheden
U kunt uit de volgende installatiemogelijkheden kiezenom uw
videorecorder aan uw persoonlijke wensen aan te passen.
Automatisch TV-zenders sorteren (FOLLOW
TV)
Als u uw videorecorder met een televisietoestelzonder Easy
Link verbonden heeft, staan met deze functie de TV-zenders
van de videorecorder en het televisietoestel in gelijke
volgorde. Dat werkt echter alleen als de videorecorder(ingang
EXT.1 AV 1 ) door middel van een scartkabel met het
televisietoestel verbonden is.
DAndere toestellen die u aan de EXT.2 AV 2
-aansluiting aangesloten heeft, moeten
uitgeschakeld zijn.
DBij ’Aansluiten met scartkabel en Easy
Link/NexTView’ worden met deze functie het
overnemen van de gegevens gestart.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
e Druk op de OK -toets. In het display van de
videorecorder verschijnt ’TV01’.
TV01
f Kies op het televisietoestel het programmenummer’1’.
g Bevestig met de OK -toets op de afstandsbediening van
de videorecorder. De videorecorder vergelijkt nu de
TV-zenders van de videorecorder met die van het
televisietoestel.
Als de videorecorder dezelfde TV-zender als op het
televisietoestel gevonden heeft, dan wordt deze op ’P01’
vastgelegd.
E Als ’NOTV’ op het display verschijnt (geen signaal van het
televisietoestel), dan kunnen de TV-zenders niet
automatisch in volgorde gezet worden. Lees dan de
paragraaf ’Niet automatisch TV-zenders sorteren’.
h Wacht tot in het display, b.v.: ’TV 02’ verschijnt.
i Kies op het televisietoestel het volgende
programmanummer, b.v.:’2’.
j Bevestig met de OK -toets van de afstandsbediening van
de videorecorder.
DAls u de verkeerde TV-zender gekozen heeft, ga dan
met de toets Q ´e´en stap terug.
k Herhaal de stappen h t/m j totdat alleTV-zenders
van een programmanummer zijn voorzien.
l Be¨eindig met de MENU -toets.
c Kies de regel ’INSTALLATIE’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
HOOFDMENU
INSTALLATIE
AUTOM. ZOEKEN
FOLLOW TV
HANDM. ZOEKEN
TV-ZENDERS SORTEREN
MODULATOR OPTIMALISEREN
TIJD/DATUM
TAAL
LAND
________________________________
d Kies de regel ’FOLLOW TV’ met de P = of ;P -toets
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
en bevestig met de P -toets. Lees de informatie op het
beeldscherm.
10
Page 13
Automatisch TV-zenders zoeken
De videorecorder zoekt voor u alle beschikbare TV-zenders.
Als u het automatisch TV-zenders zoeken opnieuw wilt
starten, ga dan als volgt te werk:
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecoder.
b Druk de MENU -toets op de afstandsbediening in. Het
hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’INSTALLATIE’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’AUTOM. ZOEKEN’ met de P = of
;P -toets.
Niet automatisch TV-zenders sorteren of
wissen
U kunt een vastgelegde TV-zender een willekeurig
programmanummer geven en niet gewenste TV-zenders
wissen.
DAls u ’Aansluiten met scartkabel en ’Easy
Link/NexTView gebruikt, dan neemt de
videorecorder automatisch de zenders van de
televisie over. Daarom kunt u deze functie niet
kiezen.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk de MENU -toets in. Het hoofdmenu verschijnt.
e Druk op de P -toets. Het ’Automatisch TV-zenders
zoeken’ begint.
INSTALLATION
AUTOM. ZOEKEN
ZOEKT TV-ZENDERS
03 GEVONDEN KAN.
________________________
EVEN WACHTEN
f Als het TV-zenders zoeken gereed is, dan verschijnt
’AUTOMATISCH ZOEKEN GEREED’ op het
beeldscherm.
Hoe u TV-zenders handmatig kunt zoeken, leest u inparagraaf
’Niet automatisch TV-zenders zoeken’.
Monitor functie
U kunt tussen televisieontvangst en videorecorderontvangst
heen en weer schakelen met de MONITOR -toets. Dit werkt
alleen, als u de videorecorder via een scartkabel op het
televisietoestel heeft aangesloten en deze reageertop deze
overschakeling.
c Kies de regel ’INSTALLATIE’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’TV-ZENDERS SORTEREN’ met de
P = of ;P -toets en bevestig met de P -toets.
INSTALLATIE
TV-ZENDERS SORTEREN
...
P01 MTV
P02
P03
P04
P05
P06
...
________________________________
SORTEREN:BEËINDIGEN:
DRUKDRUK MENU
e Kies met de P = of ;P -toets de TV-zender die u wilt
verschuiven (beginnend met ’P01’).
f Bevestig met de P -toets.
DAls u een ongewenste TV-zender wilt wissen, druk
dan op de CLEAR (CL) -toets.
g Verschuif de TV-zender met de P = of ;P -toets naar
de gewenste positie en druk op de toets Q .De
videorecorder voegt het programmanummer toe.
h Herhaal de stappen een g, tot u alle TV-zenders van
het gewenste programmanummer heeft voorzien.
i Bevestig met de OK -toets.
j Sluit af met de MENU -toets.
11
Page 14
Taal instellen
Tijd en datum instellen
U kunt de taal voor de beeldscherm-informatie (OSD)kiezen.
Op het display van de videorecorder verschijnt alleen engelse
tekst.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk de MENU -toets van de afstandsbediening in. Het
hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’INSTALLATIE’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de toets P .
d Kies de regel ’TAAL’ en bevestig met de P -toets.
e Kies uw taal met de P = of ;P -toets en bevestig met
de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
Land instellen
Om de voor uw land specifieke basis-instellingenin te stellen,
moet u het land aangeven waarin u zich bevindt.
Als op programmanummer ’P01’ een TV-programma
opgeslagen is dat TELETEKST/PDC uitzendt, dan worden tijd
en datum automatisch overgenomen.
Als de tijd niet juist is ingesteld, ofals ’--:--’ op het display
verschijnt, stel dan de tijd met de hand in.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets van de afstandsbediening. Het
hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’INSTALLATIE’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’TIJD/DATUM’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
INSTALLATIE
TIJD/DATUM
TIJD20:00
JAAR1998
MAAND02
DATUM06
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets op de afstandsbediening. Het
hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’INSTALLATIE’ met de P = -toets of
;P en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’LAND’ en bevestig met de P -toets.
e Kies uw land met de P = of ;P -toets. Als dit land niet
vermeld staat, kies dan ’OVERIGE’.
f Bevestig met de OK -toets.
g Be¨eindig met de MENU -toets.
________________________________
e Controleer de aangegeven tijd in de regel ’TIJD’.
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
Verander, indien nodig, de tijd met de cijfertoetsen 0-9
van de afstandsbediening.
f Controleer op dezelfde manier ’JAAR’, ’MAAND’en
’DATUM’. Met de P = en ;P -toetsen wisselt u tussen
de velden. Bevestig de gegevens die u heeft veranderd
met de OK -toets.
g Be¨eindig met de MENU -toets.
12
Page 15
3.INFORMATIE OVER HET GEBRUIK
Algemene informatie
DU schakelt de videorecorder in als u een cassette
inschuift, of als u de STOP h of de 0-9 -toets
indrukt.
DAls de videorecorder enkele minuten niet gebruikt
wordt, dan schakelt deze automatisch uit. Leesin
hoofdstuk ’BIJZONDERHEDEN’ de paragraaf
’Automatisch uitschakelen’.
DAls u de videorecorder met de STANDBY m -toets
uitschakelt, verschijnt de tijd, b.v.: ’18:00’.
Als de tijd niet ingesteld is, verschijnt’--:--’.
DLaat uw videorecorder altijd op het lichtnet
aangesloten, zodat geprogrammeerde opnamen
mogelijk zijn en het televisietoestel werkt.Het
energieverbruik bedraagt minder dan 4W (Energie
besparen).
DAls de videorecorder geen stroomverzorging heeft,
blijven de zender- en TIMER-gegevens ca. 1 jaar en
de tijdgegevens ca. 7 uur opgeslagen.
De symbolen in het display van de
videorecorder
In het display van uw videorecorder kunnen de volgende
symbolen oplichten:
Video Programming System/Programme Delivery
Control: als een VPS of PDC-code doorgegeven
wordt.
Hier ziet u het symbool voor de functie die actiefis.
nAls een opname wordt gemaakt.
kAls een opname is geprogrammeerd of als een
geprogrammeerde opname wordt gemaakt.
LPSi vous avez activ´e la fonction LP (Long Play).
Energie besparen
U heeft twee mogelijkheden om uit te schakelen.
Uitschakelen met tijdsaanduiding: Druk op de STANDBY m
-toets. De tijdsaanduiding blijft zichtbaar.
Energie besparen: Druk de STANDBY m -toets tweemaal in. De
tijdsaanduiding op het display verdwijnt.
Noodstop
Het toestel en de afstandsbediening hebben een ’noodstop’. In
elke situatie kunt u alle handelingen met behulp van de
STANDBY m -toets onderbreken.
Zo kunt u, als u problemen bij de bediening heeft, gemakkelijk
stoppen en opnieuw beginnen.
U kunt het bedienen rustig oefenen. Welke toetsen uook
gebruikt, u kunt geen beschadiging aan het toestel
veroorzaken.
Als er een cassette in het toestel zit.
Als het kinderslot ingeschakeld is.
Als een satelliet-opname geprogrammeerd is.
DECAls een decoder voor de gekozen TV-zender actief
is.
Kennisgeving van het programmanummer /
bandpositie / zendernaam / functie.
hDe bandpositie in uren.
mDe bandpositie in Minuten
sDe bandposition in seconden, echter alleen als op
’TELLER’ omgeschakeld is.
Als tijdens de weergave HiFi-geluid herkend wordt,
of als HiFi-geluid wordt ontvangen.
Als een NICAM audiosignaal herkend is.
Hier ziet u het gekozen geluidsspoor (L-links,
R-rechts).
Aanduiding van de geluidsregeling (L- kanaal
links/R- kanaal rechts).
13
Page 16
Een overzicht van de beeldscherminstructies
Het OSD-menu biedt u de volgende mogelijkheden. Verdere bijzonderhedenvindt u in de desbetreffende hoofdstukken.
Met OSD (on-screen display) worden de betreffendefuncties
als een menu op het beeldscherm van uw TV-toestel
weergegeven. Op deze manier kunt u uw instellingen
gemakkelijk controleren. Een overzicht van de menu’sziet u op
deze pagina. De belangrijkste functies van de toetsenworden
onderaan uw beeldscherm in een hulpregel aangegeven.
E Oproepen menu: Met de MENU -toets.
E Kiezen regel: Met de P = of ;P -toets.
E Kiezen binnen een regel: Met de Q of P -toets.
E Invoeren/Veranderen: Met de 0-9 -toetsen of met de
Q of P -toets.
E Afbreken: Met de MENU - toets.
E Vastleggen: Met de OK - toets.
E Bevestigen: Met de P - toets.
E Be ¨eindigen menu: met de MENU - toets.
HOOFDMENU
WEERGAVE FUNCTIES
HANDM. TRACKING
VERTICALE STABILITEIT
KOPPEN REINIGEN
________________________________
’WEERGAVE FUNCTIES’
HOFFDMENU
OPNAME FUNCTIES
OPN. INSTELLING
ALLEEN AUDIO
AUDIO DUBBING
SYNCHRO EDIT
CAMERA VERBINDING
________________________________
’OPNAME FUNCTIES’
HOOFDMENU
BIJZ. INSTELL.
TV-SYSTEEMAUTO
KINDERSLOTUIT
OSD STANDAUTOM.
16:9 BREEDBEELDUIT
VIDEO 1 OF 2VIDEO1
HERHAALDE WEERG.UIT
AUTOM. STAND-BYAAN
DEMOUIT
________________________________
’BIJZONDERHEDEN’
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
BE¨EINDIGEN:
DRUKMENU
14
HOOFDMENU
INSTALLATIE
AUTOM. ZOEKEN
FOLLOW TV
HANDM. ZOEKEN
TV-ZENDERS SORTEREN
MODULATOR OPTIMALISEREN
TIJD/DATUM
TAAL
LAND
________________________________
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
’INSTALLATIE’
Page 17
4.DE TAPE MANAGER (TM)
Met de Tape Manager heeft u een compleet overzicht van alle
opnamen die met deze videorecorder zijn gemaakt.
U kunt bovendien alle met deze videorecorder gemaakteopnamen snel en eenvoudig opzoeken.
TAPE MANAGER - TM
EEN TITEL ZOEKEN
EEN TITEL VERANDEREN
EEN CASSETTE NR. WISSEN
________________________________
BE¨EINDIGEN:
DRUKTM
Wij raden u aan, de paragraaf ’Een cassette aan de Tape
Manager toevoegen’ te lezen, om de opnamevoorbereidingen
te versnellen.
DGebruik een cassette die u heeft opgeslagen in de
Tape Manager niet voor opnamen op een andere
videorecorder.
Een cassette aan de Tape Manager
toevoegen
DAls u een cassette heeft ingeschoven die al in de
Tape Manager opgeslagen is, dan verschijnt het
cassettenummer en een overzicht van alle titelsop
de cassette op het beeldscherm.
DAls u een cassette heeft ingeschoven die niet in de
Tape Manager is opgeslagen, dan verschijnt er geen
informatie op het beeldscherm.
c Bevestig met de OK -toets.
d Het casettenummer wordt toegevoegd aan de Tape
Manager. Op het beeldscherm verschijnt eerst.
TAPE MANAGER - TM
VOEGT CASSETTE NR. TOE
________________________________
Daarna ziet u het cassettenummer en wordt de cassette
uitgeschoven.
U kunt alleen nieuwe (onbespeelde) cassette aan de Tape
Manager toevoegen.
Een cassette waarop al opnamen staan kan niet aan de Tape
Manager worden toegevoegd.
DU kunt echter op een cassette die aan de Tape
Manager is toegevoegd net zoveel nieuwe opnamen
maken als u wilt. De titel van de opname wordt
automatisch in de Tape Manager opgeslagen.
a Schakel het TV-toestel in. Kies indien nodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Schuif een nieuwe (onbespeelde) cassette in de
videorecorder.
De ingeschoven cassette wordt snel gecontroleerd. Op
het beeldscherm verschijnt ’CONTROLEERTCASSETTE’.
Als de cassette nieuw (onbespeeld) is, dan verschijntop
het beeldscherm.
TAPE MANAGER - TM
DEZE CASSETTE IS LEEG.
ALS U DEZE CASSETTE AAN
DE TAPE MANAGER
WILT TOEVOEGEN
DRUK DAN OP OK
e De cassette is nu opgeslagen in de Tape Manager onder
het cassettenummer dat verschijnt.
Schrijf dit cassettenummer op de cassette.
U kunt eenvoudig in de Tape Manager de titels van een
opname zoeken. De weergave start automatisch aan hetbegin
van de opname die gevonden is.
a Druk op de TAPE MANAGER -toets van de
afstandsbediening.
b Kies de regel ’EEN TITEL ZOEKEN’ met de P = of
P ; -toets.
c Bevestig met de P -toets.
DAls u een cassette heeft geplaatst, die niet in de
Tape Manager is opgeslagen, dan kunt u met de
P = -toets tussen de regels ’DEZE CASSETTE’of
’TM-GEHEUGEN’ kiezen.
DAls u de regel ’DEZE CASSETTE’ bevestigt met de
P -toets, dan wordt de geplaatste cassette
gecontroleerd. Dit kan enige tijd duren. Op het
beeldscherm verschijnt een overzicht van alle
opnamen op deze cassette. Ga dan met stap e
verder.
f Kies met de P ; of P = -toets de gewenste titel.
g Bevestig met de OK -toets.
DIndien de cassette niet in de videorecorder is
geplaatst, verschijnt op het beeldscherm b.v.
’CASSETTE NUMMER XXX INSCHUIVEN’.
Plaats de genoemde cassette in de videorecorder.
h De videorecorder zoekt het begin van de gewenste
opname en start de weergave automatisch.
DAls u de regel ’TM-GEHEUGEN’ met de P -toets
bevestigt, ga dan met de volgende stap verder.
d Kies in de regel ’CASSETTE NUMMER’ een
cassettenummer.
e U kunt in de regel ’CASSETTE NUMMER’ met de P of
Q -toets de inhoud van de cassettes bekijken.
DOp het beeldscherm verschijnt een overzicht van
alle opnamen op de gewenste cassette.
TAPE MANAGER - TM
EEN TITEL ZOEKEN
CASSETTE NUMMERX X X
BBC NEWS0:25
JAMES BOND 0071:30 L
LEEG2:052:05
________________________________
BE¨EINDIGEN:
DRUKTM
DVerklarend:
XXX = Cassettenummer
BBC NEWS = Titel
0:25 = Lengte van de opname
L = LP opname
16
Page 19
Een onbespeelde bandpositie zoeken
De titel veranderen
U kunt voor een nieuwe opname een nog onbespeeld stuk van
de band (tenminste 1 minuut onbespeeld) zoeken, b.v.na een
reeds aanwezige opnamen op een cassette.
Dit functioneert alleen bij cassettes die in de TapeManager
geregistreerd zijn.
a Druk op de TAPE MANAGER -toets van de
afstandsbediening.
b Kies de regel ’EEN TITEL ZOEKEN’ met de P ; of
P = -toets.
c Bevestig met de P -toets.
DAls u een cassette inschuift die niet in de Tape
Manager geregistreerd is, kies dan met de P =
-toets ’TM-GEHEUGEN’.
d Bevestig met de P -toets.
e In de regel ’CASSETTE NUMMER’ kunt u met de P of
P -toets een ander cassettenummer kiezen.
DOp het beeldscherm verschijnt een overzicht van
alle titels op de gekozen cassette.
TAPE MANAGER - TM
EEN TITEL ZOEKEN
CASSETTE NUMMERX X X
BBC NEWS0:25
JAMES BOND 0071:30 L
LEEG2:052:05
________________________________
BE¨EINDIGEN:
DRUKTM
De titel van een opname wordt automatisch opgenomen, als
deze door de TV-zender wordt uitgezonden. Als de titelniet
uitgezonden wordt, dan worden de datum en het tijdstip van
de opname als titel opgeslagen. U kunt de titel naar wens
veranderen.
a Druk op de TAPE MANAGER - toets van de
afstandsbediening.
b Kies de regel ’EEN TITEL VERANDEREN’. Bevestig
met de P -toets. Op het scherm ziet een overzichtvan
alle opnamen op de cassette.
DIn de regel ’CASSETTE NUMMER’ kunt u met de
P of Q -toets ook een ander cassettenummer
kiezen.
TAPE MANAGER - TM
EEN TITEL VERANDEREN
CASSETTE NUMMER
BBC NEWS0:25
JAMES BOND 0071:30 L
LEEG2:052:05
________________________________
c Kies met de P ; of P = - toets de gewenste titel.
d Druk op de P -toets.
e Kies de plaats van het teken dat u wilt veranderenmet de
P of Q - toets.
f Verander het teken met de P ; of P = - toets.
BE¨EINDIGEN:
DRUKTM
f Kies de titel ’LEEG’ met de P ; of P = -toets.
Rechts naast de titel ’LEEG’ wordt de resterende tijdop
de cassette aangegeven.
g Bevestig met de OK -toets.
Schuif de gewenste cassette in de videorecorder.
h Als de videorecorder de juiste bandpositie gevonden
heeft, schakelt hij automatisch op stop.
g Met de OK - toets kunt u de nieuwe titel vastleggen.
Als u nog meer titels wilt veranderen, herhaaldan stap c
t/m f .
17
Page 20
Verwijderen van een cassettenummer
Kopi¨eren van het Tape Manager geheugen
Elke cassette wordt in de Tape Manager onder een nummer
opgeslagen. Dit cassettenummer kunt u uit de Tape Manager
verwijderen om de cassette voor speciale
opnamemogelijkheden te gebruiken (b.v.: synchroon kopi¨eren
(Synchro-Edit) of dubbing. U kunt cassettes die u niet meer
gebruikt uit de Tape Manager verwijderen, zodat u weer
plaats heeft voor nieuwe cassettes.
a Druk op de TAPE MANAGER - toets van de
afstandsbediening.
b Kies de regel ’EEN CASSETTE NR. WISSEN’.
Bevestig met de P - toets.
c Kies met de Q of P - toets de gewenste cassette en
druk op de OK - toets.
Op het beeldscherm verschijnt: ’
TAPE MANAGER - TM
EEN CASSETTE NR. WISSEN
CASSETTE NR. XXX
WORDT UIT HET
GEHEUGEN GEWIST
Als u uw videorecorder (VCR A) niet meer wiltof kunt
gebruiken, kunt u het geheugen van de Tape Manager naar
een andere videorecorder (VCR B) overspelen.
DVideorecorder (VCR B) moet natuurlijk ook met de
Tape Manager uitgerust zijn. In de Tape Manager
van de nieuwe videorecorder mogen geen cassettes
opgeslagen zijn.
a Schakel beide videorecorders met de STANDBY m -toets
uit. Let op dat in geen van beide videorecorders een
cassette ingeschoven is.
b Verbind met een scart-kabel de aansluiting EXT.1 AV 1
van VCR A met de aansluiting EXT.1 AV 1 van VCR B.
DAls het cassettenummer is verwijderd, verschijnt op
het beeldscherm ’CASSETTE NR. XXX UITGEHEUGEN GEWIST’.
DDe cassette wordt nu uit de Tape Manager
verwijderd.
De inhoud van de cassette wordt niet veranderd!
c Druk op VCR A gelijktijdig op de toetsen RECORD n en
PROGRAMME = .
d Druk op VCR B gelijktijdig op de toetsen PLAY G en
PROGRAMME = .
In het display verschijnt ’TM’.
DTerwijl de gegevens worden gekopi¨eerd, verschijnt
in het display het ’zoeksymbool’. Dit kanenkele
minuten duren.
e Als de gegevensoverdracht is be¨eindigd, verschijnt in het
display ’OK’.
DAls in het display van VCR B ’NO E’ verschijnt, zijn er
reeds cassettes in de Tape Manager opgeslagen.
Be¨eindig met de STANDBY m -toets.
DAls in het display van VCR B ’NO D’ verschijnt, zijn er
in de Tape Manager van VCR A geen cassettes
opgeslagen. Be¨eindig met de STANDBY m -toets.
DAls in het display van VCR B ’ERR.’ verschijnt, dan is
tijdens de gegevensoverdracht een fout ontdekt.
Herhaal de gegevensoverdracht vanaf stap a .
f Als de gegevens overgedragen zijn, schakelen beide
videorecorder automatisch uit. Verwijder de scartkabel.
18
Page 21
5.WEERGAVE FUNCTIES
Een bespeelde cassette weergeven
a Schuif de cassette in het cassettevak. Op hetdisplay van
de videorecorder verschijnt v.
DDe cassette wordt gecontroleerd. Wacht tot het
zoeksymbool in het display is verdwenen. Informatie
over het Tape Manager vindt u in het hoofdstuk ’Het
Tape Manager (TM)’.
b Druk op de PLAY G -toets.
c Druk op de STOP h -toets om te stoppen.
Bandpositie aangeven
Met de OK -toets kunt u de actuele bandpositie op het
beeldscherm zichtbaar maken.
a Druk gedurende weergave op de COUNTER -toets.
b Kies met de COUNTER -toets
’GEBRUIKTE TIJD’ geeft de verbruiktetijd aan.
’REST. TIJD’ geeft de resterendetijd aan.
’TELLER’ geeft de actuele bandpositie aan in uren,
minuten, seconden.
DAls u ’TELLER’ op ’0:00:00’ wilt zetten, druk dan op
de CLEAR (CL) -toets.
DDeze videorecorder herkent de lengte van de
cassette automatisch.
DDe videorecorder moet de speelduur bij nieuw
geplaatste cassettes eerst berekenen. Daarom
verschijnt bij de indicatie ’REST. TIJD’en
’GEBRUIKTE TIJD’ eerst de indicatie’s’ en pas
na enkele seconden bandbeweging de speelduur.
d Druk op de STOP/EJECT ? -toets op het toestel om de
cassette eruit te halen.
DBij sommige huurcassettes is de beeld- en
geluidskwaliteit slecht. Dit is geen fout van uw
toestel. Lees de paragraaf ’Beeldinstelling kiezen
(SMART PICTURE)’, danwel ’Beeldstoringen
opheffen’.
DEen aantal functies schakelt na enige tijd
automatisch uit (b.v.: pauze, stilstaand beeld,
beeldzoeken). Hierdoor wordt de cassette ontzien en
onnodig stroomverbruik vermeden.
NTSC-weergave
U kunt met deze videorecorder cassettes (b.v.:Amerikaanse
cassettes) weergeven, die op een andere videorecorder inde
NTSC-standaard zijn opgenomen. Dit functioneert echter
alleen bij PAL-televisietoestellen die geschiktzijn voor een
beeldfrequentie van 60 Hz.
Tijdens NTSC-weergave verschijnt ’60HZ’ in het display.
DTijdens NTSC-weergave zijn enkele bijzondere
functies (b.v.: stilstaand beeld) niet mogelijk.
DAls op een stuk band niets is opgenomen, dan blijft
de teller (in de weergavemogelijkheid ’TELLER’)
staan.
Bandpositie zoeken met beeld
(beeld zoeken)
a Druk tijdens de weergave ´e´en of meerdere keren op de
I -toets (vooruit) of de H -toets (terug).
b Onderbreek op de gewenste positie met de PLAY G
-toets.
DTijdens het beeldzoeken is de beeldkwaliteit minder
goed en het geluid uitgeschakeld.
19
Page 22
Stilstaand/Vertraagd beeld
Instant view
a Druk op de STILL R -toets. Het beeld blijft staan.
b Telkens als u de STILL R -toets indrukt, beweegt het
beeld ´e´en stap vooruit.
c Als u de STILL R -toets ingedrukt houdt, dan wordt het
beeld vertraagd weergegeven.
d Als u de I -toets meerdere keren indrukt,dan kunt u
de snelheid van de vertraagde weergave in meerdere
stappen veranderen.
Tijdens de vertraagde weergave is het geluid
uitgeschakeld.
De SHUTTLE functie van de videorecorder
Op de videorecorder vindt u een grote draaiknop (shuttle)
o .
a Schakel de functie met de STILL R -toets op de
videorecorder in.
U ziet een stilstaand beeld.
Met deze functie kunt u tijdens vooruit- ofterugspoelen op
’beeldzoeken’ overschakelen.
a Als u de H -ofde I -toets tijdens het vooruit- of
terugspoelen ingedrukt houdt, dan schakelt u over op
beeldzoeken.
DAls u deze functie op het toestel wilt uitvoeren, draai
dan tijdens het spoelen de grote draaiknop helemaal
naar links of naar rechts.
b Als u de toets of de draaiknoploslaat, dan schakeltde
videorecorder automatisch weer over op vooruit-of
terugspoelen.
Automatisch bandpositie (index) zoeken
Bij het begin van elke opname wordt een index-markeringop
de band geschreven.
a Druk op de INDEX E -toets om de volgende of de vorige
markering te zoeken. Druk daarna op de H -toets of
de I -toets.
b Met de buitenste draaiknop (Shuttle) kunt u meerdere
bandzoeksnelheden kiezen.
Bandpositie zoeken zonder beeld
(spoelen)
a Stop de band met de STOP h -toets.
b Druk op de H - (terug) of de I -toets (vooruit). Als
u de functie op het toestel wilt uitvoeren, draaidan de
grote draaiknop (shuttle) o naar links of naar rechts.
c Onderbreek op de gewenste positie met de STOP h
-toets.
b Als de videorecorder de markering op de band vindt, dan
schakelt deze automatisch over op weergave.
Beeldinstelling kiezen (SMART PICTURE)
U kunt tijdens de weergave de beeldinstelling veranderen:
a Druk tijdens de weergave op de SMART -toets. De
huidige instelling verschijnt.
b Druk meerdere keren op de SMART -toets om de door u
gewenste beeldinstelling te kiezen. ’NATUURLIJK’: Voor
alle soorten film (natuurlijk beeld)
’BRILJANT’: Voor snelle bewegingen, sport (detailrijk
beeld)
’ZACHT’: Voor huurcassettes (storingen worden
verminderd)
’SCHERP’: Voor tekenfilms (scherp beeld)
DDeze instelling blijft behouden tot de band uit de
videorecorder gehaald wordt.
20
Page 23
Beeldstoringen opheffen
Videokoppen reinigen
Als de beeldkwaliteit slecht is, doorloop dan de volgende
stappen:
Tracking tijdens weergave
a Druk tijdens weergave op de MENU -toets.
b Kies de regel ’WEERGAVE FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
c Kies de regel ’HANDM. TRACKING’ met de P = of
;P -toets.
d Druk zolang op de Q of P -toets, tot de
weergavekwaliteit optimaal is.
e Druk op de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets. Deze instelling blijft
gehandhaafd tot de cassette eruit genomen wordt.
Instellen van verticale stabiliteit tijdens
stilstaand beeld
Als tijdens de weergave horizontale storingsstrepenoptreden,
dan kunt u de videokoppen reinigen.
a Druk tijdens weergave op de MENU -toets.
b Kies de regel ’WEERGAVE FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
c Kies de regel ’KOPPEN REINIGEN’ met de P = of
;P -toets.
d Druk op de OK -toets. Op het beeldscherm verschijnt de
melding ’KOPPEN WORDEN GEREINIGD’.
e Wacht tot de melding verdwijnt en druk dan op de
MENU -toets.
Als het stilstaande beeld verticaal trilt,dan kunt u dit als volgt
verbeteren:
a Druk bij stilstaand beeld op de MENU -toets.
b Kies de regel ’WEERGAVE FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
c Kies de regel ’VERTICALE STABILITEIT’ met de
P = of ;P -toets.
d Druk zolang op de Q of P -toets, tot de beeldkwaliteit
optimaal is.
e Druk op de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
DBij cassettes van slechte kwaliteit kunnen
desondanks toch nog storingen optreden.
21
Page 24
6.NIET AUTOMATISCHE OPNAME
Gebruik ’Niet automatische opname’ om een opname (b.v.een
televisie-uitzending waar u naar kijkt) direct te starten.
E Als u een opname zelf wilt starten en be¨eindigen, lees
dan de paragraaf ’Opnemen zonder automatisch
uitschakelen’.
E Als u een opname wel zelf wilt starten maar automatisch
wilt be¨eindigen, lees dan de paragraaf ’Opnemen met
automatisch uitschakelen’.
E Als een opname automatisch door een satellietontvanger
moet worden gestuurd, lees dan de paragraaf
’Automatische opname van een satellietontvanger’.
Opnemen zonder automatisch uitschakelen
a Schuif een cassette in het toestel.
DDe cassette wordt gecontroleerd. Wacht tot het
zoeksysmbool in het display is verdwenen.Als u het
Tape Manager wilt gebruiken, lees dan het
hoofdstuk ’Het Tape Manager (TM)’.
b Kies met de P ; of de P = -toets het
programmanummer (of programmanaam) waarvan u wilt
opnemen. Op het display verschijnt:
NED1
DDe programmanummers ’E1’en’E2’ zijn bestemd
voor opnamen van andere apparaten (via
scart-aansluitingen EXT.1 AV 1 en EXT.2 AV 2 ). Het
programmanummer ’E3’ is bestemd voor opnamen
via de aansluitingen VIDEO en L AUDIO R op de
voorkant van de videorecorder.
DHet programmanummer ’AUX’ is bestemd voor
geluidsopnamen via de aansluiting AUX IN L R .
c Als u wilt opnemen, druk dan op de RECORD/OTR n -toets
van de afstandsbediening of op de RECORD n -toets van
de videorecorder. Op het display verschijnt:
Opnemen met automatisch uitschakelen
(OTR One-Touch-Recording)
a Schuif een cassette in het toestel.
DDe cassette wordt gecontroleerd. Wacht tot het
zoeksymbool in het display is verdwenen.
b Kies met de P ; of de P = -toets het
programmanummer (of de programmanaam) waarvan u
wilt opnemen.
c Druk op de RECORD/OTR n -toets van de
afstandsbediening.
d Druk zo vaak op de RECORD/OTR n -toets, tot u de
gewenste uitschakeltijd heeft bereikt.
DAls u de gegevens wilt wissen, druk dan op de
CLEAR (CL) -toets.
De opnamepreventie
Om te verhinderen dat u een belangrijke opname per ongeluk
wist, kunt u aan de achterkant van de cassettehet hiervoor
bestemde lipje (opnamepreventie) er met een schroevedraaier
uit breken, ofwel het opnamepreventie-schuifje naar links
schuiven. Als u de opnamepreventie wilt opheffen, dan kuntu
de opening met een plakbandje weer sluiten, ofwel het
schuifje weer naar rechts schuiven.
Beeldmontage
Om opnamen zonder storende overgangen aan elkaar te
koppelen, gaat u als volgt te werk:
a Zoek tijdens de weergave de juiste bandpositie.
b Druk op de STOP h -toets van de afstandsbediening. Op
het display verschijnt ’9’.
0:00:00
d Met de STOP h -toets be¨eindigt u de opname.
22
c Begin nu met de opname, zoals gewoonlijk, met de
RECORD/OTR n -toets van de afstandsbediening.
Page 25
Omschakelen van de opnamesnelheid
Automatisch opnemen van een
(SP/LP)
U kunt de opnamesnelheid halveren. Daardoor kunt u b.v.met
een ’E240’-cassette (=4 uur) 8 uur opnemen.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’OPN. INSTELLING’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
e Kies de regel ’OPNAME SNELHEID’ met de P = of
;P -toets.
f Kies de gewenste opnamesnelheid met de Q of P
-toets.
D’LP’: Long Play= halve opnamesnelheid (dubbele
opnametijd).
’SP’: Standard Play= normale opnamesnelheid.
satellietontvanger (SAT OPNAME)
Deze functie kunt u alleen gebruiken als u een
satellietontvanger bezit, die via een scartkabelen een
programmeer-functie andere toestellen besturen kan.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’OPN. INSTELLING’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
e Kies de regel ’SAT. OPNAME’ met de P = of ;P
-toets.
f Kies de gewenste scart-aansluiting ’E1’, ’E2’ metde
Q of P -toets.
Als u de functie uit wilt schakelen, kies dan ’UIT’ met de
P of Q -toets.
DDe beeldkwaliteit is slechter bij opnamen met halve
opnamesnelheid (’LP’).
DTijdens de weergave wordt automatisch de juiste
opnamesnelheid gekozen.
g Bevestig met de OK -toets.
h Be¨eindig met de MENU -toets.
g Bevestig met de OK -toets.
h Verbind met een scartkabel de scart-aansluiting (
EXT.1 AV 1 of EXT.2 AV 2 ) op de videorecorder met de
betreffende scart-aansluiting van de satellietontvanger.
i Schuif een cassette in het cassettevak.
DDe cassette wordt gecontroleerd. Wacht tot het
zoeksymbool in het display is verdwenen.
j Sluit af met de STANDBY m -toets. Nu is de videorecorder
klaar voor opname. Het begin en het einde van de
opname wordt via ´e´en van de scartaansluitingen
gestuurd.
DAls de functie ingeschakeld is, verschijnt ’x’ in het
display.
23
Page 26
Direct opnemen (Direct Record)
inschakelen
Als deze functie ingeschakeld is, dan neemt de videorecorder
bij het begin van de opname via de sccartkabel automatisch
het TV-programma over dat op het TV-toestel isingesteld.
DDe videorecorder moet uitgeschakeld zijn. .
DIn geval van ’Aansluiten met scartkabel en ’Easy
Link’/NexTView’ neemt ook de ingeschakelde
videorecorder het programmanummer over.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’OPN. INSTELLING’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
e Kies de regel ’DIRECT RECORD’ met de P = of
;P -toets.
f Kies ’AAN’ met de Q of P -toets. Als u ’UIT’ kiest
dan schakelt u de functie uit.
g Bevestig met de OK -toets.
h Be¨eindig met de MENU -toets.
i Schakel uit met de STANDBY m -toets.
j Kies op het televisietoestel het programmanummer,
waarvan u wilt opnemen.
k Druk op de RECORD/OTR n -toets, terwijl de videorecorder
uitgeschakeld is.
DWacht met het kiezen van het volgende
programmanummer op de televisie, tot de
’zoekindicatie’ in het display van de videorecorder
verdwenen is. Dat kan een minuut duren.
DAls ’NOTV’ in het display verschijnt, dan is het
programmanummer op de videorecorder niet
gevonden. Lees in dit geval de paragraaf ’Opnemen
zonder automatisch uitschakelen’.
24
Page 27
7.GEPROGRAMMEERDE OPNAME (TIMER)
Gebruik de geprogrammeerde opname om een opname op een
later tijdstip automatisch te starten en tebe¨eindigen.
Voor elke geprogrammeerde opname heeft de videorecorder
de volgende informatie nodig:
* de datum van de opname
* het programmanummer van de TV-uitzending
* de starttijd en de eindtijd van de opname
* VPS/PDC aan of uit
* de opnamesnelheid (SP/LP)
De videorecorder legt alle hierboven genoemde informatie
vast in een TIMER-blok. U kunt 6 TIMER-blokken ´e´en volle
maand vooruit programmeren.
’VPS’ (Video Programming System) of
’PDC’ (Programme Delivery Control)
Met ’VPS/PDC’ wordt het begin en de duur van de
geprogrammeerde opname door de TV-zender geregeld. Als
een TV-programma vroeger begint of later eindigt dan
gepland, dan wordt de videorecorder op het juiste tijdstip inen uitgeschakeld.
Gewoonlijk zijn de starttijd en ’VPS/PDC’-tijdgelijk. Echter, als
een afwijkende ’VPS/PDC’-tijd, dus b.v.: ’20.15(’VPS/PDC’
20.14)’, dan moet u bij het programmeren de ’VPS/PDC’-tijd
’20.14’ op de minuut nauwkeurig intoetsen.
Als u een afwijkende tijd wilt intoetsen, dan moetu ’VPS/PDC’
uitschakelen.
d Toets het SHOWVIEW-nummer in. Dit (uit max. negen
cijfers bestaande) cijfer vindt u in uw TV-programmablad
naast het betreffende TV-programma.
B.v.: 5-312-4 of 5 312 4
Toets het SHOWVIEW-nummer als volgt in: 53124
Als u zich vergist heeft, wist u de gegevensmet de
CLEAR (CL) -toets.
TIMER
SHOWVIEW PROGRAMMEREN
53124----
________________________________
MA-VR/WEKELIJKSVASTLEGGEN:
DRUKSELECTDRUK OK
e Kies dagelijks of wekelijks herhaalde opnamen metde
SELECT -toets.
’MA-VR’: dagelijks herhaalde opname van maandag t/m
vrijdag.
’WEKELIJKS’: opname iedere week op dezelfe dag.
f Bevestig de ingevoerde gegevens met de OK -toets. Als
u de gegevens bevestigt, verschijnen ze op het
beeldscherm.
TIMER
SHOWVIEW PROGRAMMEREN
DATUM PROG. START PDC EIND LP
VPS
Opnamen programmeren (met ’SHOWVIEW’)
Door het intoetsen van het SHOWVIEW-nummer verkrijgtde
videorecorder alle informatie die voor het programmeren
nodig is.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de TIMER k -toets van de afstandsbediening.
De manier van programmeren die u het laatst heeft
gekozen, is gemarkeerd.
c Kies de regel ’SHOWVIEW PROGRAMMEREN’ met de
P = of ;P -toets en bevestig met de P -toets.
010120:0021:30
________________________________
DRUK SELECTDRUK OK
VASTLEGGEN:LP/SP
DAls SHOWVIEW de TV-zender niet herkent,
verschijnt ’PROGRAMMANUMMER INVOEREN’op
het beeldscherm. Kies met de 0-9 -toetsen van de
afstandsbediening het gewenste
programmanummer (programmanaam) en bevestig
met de OK -toets.
DAls ’SHOWVIEW CODE FOUT’ op het beeldscherm
verschijnt, dan is de SHOWVIEW-nummer fout,of is
de datum fout ingetoetst. Voer de gegevens opnieuw
in of eindig met de TIMER k -toets.
DAls ’WEEKEND PROGRAMMERING - NIET
MOGELIJK’ op het beeldscherm verschijnt, dan is
de datum fout. ’Dagelijkse’ opnamen kunnen alleen
voor de weekdagen maandag t/m vrijdag worden
geprogrammeerd.
25
Page 28
DKies in het veld ’START’ met de SELECT -toets
’VPS/PDC’ uit of aan.
DKies met de SELECT -toets in het veld ’EIND’de
opnamesnelheid ’SP’ of ’LP’.
g Bevestig met de OK -toets als de informatie juist is.
Opnamen programmeren
(zonder ’SHOWVIEW’)
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
DDe gegevens zijn in een TIMER-blok opgeslagen.
h Be¨eindig met de TIMER k -toets.
i Gebruik een cassette zonder opnamepreventie.
DDe cassette wordt gecontroleerd. Wacht tot het
zoeksymbool in het display is verdwenen. Alsu het
Tape Manager wilt gebruiken, lees dan het
hoofdstuk ’Het Tape Manager (TM)’.
j Be¨eindig met de STANDBY m -toets.
De geprogrammeerde opname functioneert alleen als de
videorecorder met de STANDBY m -toets in stand-by
geschakeld is.
DAls er ´e´en of meerdere TIMER-blokken bezetzijn,
brandt het TIMER-lampje ’k’ op het display van de
videorecorder.
DU kunt het toestel niet met de hand bedienen, als
een opname loopt. Als u een geprogrammeerde
opname wilt onderbreken, druk dan op de
STANDBY m -toets.
DAls de videorecorder enkele minuten voor het begin
van een geprogrammeerde opname in gebruik is,
verschijnt op het beeldscherm ’IN STAND-BYSCHAKELEN - TIMEROPNAME’.
DAls tijdens een geprogrammeerde opname het einde
van een cassette bereikt wordt, dan wordt de
cassette automatisch uitgeschoven.
DAls u vergeten heeft een cassette in te schuiven,
dan verschijnt de melding ’GEEN CASSETTE’op
het beeldscherm. In het display knippert ’k’.
DAls u per ongeluk een cassette met
opnamepreventie ingeschoven heeft, dan wordt de
cassette automatisch uitgeschoven.
DAls ’TIMER VOL’ op het beeldscherm verschijnt als
uopde TIMER k -toets drukt, dan zijn alle
beschikbare TIMER-blokken al geprogrammeerd.
Kies dan met de P ; of de P = -toets het
TIMER-blok dat u wilt wissen of controleren.
DHet programmanummer ’AUX’ is bestemd voor
geluidsopnamen via de aansluiting AUX IN L R .
b Druk op de TIMER k -toets van de afstandsbediening.
De laatst gekozen manier van programmeren is
gemarkeerd.
c Kies de regel ’TIMER PROGRAMMEREN’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
TIMER
TIMER PROGRAMMEREN
DATUM PROG. START PDC EIND LP
010120:0021:30
________________________________
DRUKSELECTDRUK OK
d Kies het gewenste veld met de Q of P -toets.
e Voer de gegevens in met de P = of ;P -toets of met
VPS
VASTLEGGEN:MA-VR/WEKELIJKS
de cijfertoetsen 0-9 .
DKies met de SELECT -toets in het veld ’DATUM’
dagelijks of wekelijks herhaalde opname.
’MA-VR’: Dagelijkse opname van maandag t/m
vrijdag.
’MA’: Wekelijkse opname op dezelfde dag van de
week, b.v. maandag.
DKies met de SELECT -toets in het veld ’START’,
’VPS/PDC’ uit of aan.
DKies met de SELECT -toets in het veld ’EIND’de
opnamesnelheid ’SP’ of ’LP’.
f Druk u op de toets OK als de gegevens juist zijn.
DDe gegevens zijn vastgelegd in een TIMER-blok.
g Be¨eindig met de TIMER k -toets.
h Gebruik een cassette zonder opnamepreventie.
DDe cassette wordt gecontroleerd. Wacht tot het
zoeksymbool in het display is verdwenen. Alsu het
Tape Manager wilt gebruiken, lees dan het
hoofdstuk ’Het Tape Manager (TM)’.
i Schakel uit met de STANDBY m -toets.
26
Page 29
DDe geprogrammeerde opname werkt alleen, als de
videorecorder met de STANDBY m -toets in stand-by
geschakeld is.
Een geprogrammeerde opname (TIMER)
controleren of veranderen
DAls er ´e´en of meerdere TIMER-blokken bezetzijn,
brandt het TIMER-lampje ’k’ op de display van de
videorecorder.
DU kunt het toestel niet met de hand bedienen als een
opname wordt gemaakt. Als u een
geprogrammeerde opname wilt onderbreken, druk
dan op de STANDBY m -toets.
DAls de videorecorder enkele minuten voor het begin
van een geprogrammeerde opname in gebruik is,
verschijnt op het beeldscherm ’IN STAND-BYSCHAKELEN - TIMEROPNAME’.
DAls tijdens een geprogrammeerde opname het einde
van een cassette bereikt wordt, dan wordt de
cassette automatisch uitgeschoven.
DAls u vergeten heeft een cassette in te schuiven,
dan verschijnt de melding ’GEEN CASSETTE’op
het beeldscherm. In het display knippert ’k’.
DAls u per ongeluk een cassette met
opnamepreventie ingeschoven heeft, dan wordt de
cassette automatisch uitgeschoven.
DAls ’TIMER VOL’ op het beeldscherm verschijnt
nadat u op de TIMER k -toets heeft gedrukt, dan zijn
alle TIMERS vol. Druk op de P -toets en kies met
de P ; of P = -toets de geprogrammeerde
opname (TIMER) die u wilt contoleren of wissen.
DDe programmanummers ’E1’en’E2’ zijn voor
opnamen van andere apparaten (via
scart-aansluitingen EXT.1 AV 1 of EXT.2 AV 2 )
bestemd.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de TIMER k -toets van de afstandsbediening.
De laatst gekozen manier van opnemen is gemarkeerd.
c Kies de regel ’TIMER LIJST’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
d Kies met de P = of P ; -toets de geprogrammeerde
opname (TIMER) die u controleren of veranderen wilt.
e Druk op de P -toets.
f Kies het gewenste veld met de Q of P -toets.
g Verander de gegevens in met de P = of P ; -toets, of
met de cijfertoetsen 0-9 .
DKies met de SELECT -toets in het veld ’EIND’de
opnamesnelheid ’SP’ of ’LP’.
h Bevestig met de OK -toets.
i Be¨eindig met de TIMER k -toets.
j Let op, dat u een cassette zonder opnamepreventie
gebruikt. Schakel uit met de STANDBY m -toets.
DDe geprogrammeerde opname functioneert alleen
als de videorecorder met de STANDBY m -toets instand-by geschakeld is.
27
Page 30
Een geprogrammeerde opname (TIMER)
wissen
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de TIMER k -toets van de afstandsbediening.
De laatst gekozen manier van programmeren is
gemarkeerd.
c Kies de regel ’TIMER LIJST’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
d Kies met de P = of ;P -toets de geprogrammeerde
opname (TIMER) die u wilt wissen.
e Druk op de CLEAR (CL) -toets.
f Bevestig met de OK -toets.
g Be¨eindig met de TIMER k -toets.
’NexTView Link’
Deze videorecorder is voorzien van de functie ’NexTView
Link’. Als uw TV-toestel de functie ’NexTViewLink’ ook heeft,
dan kunt u programma’s die u op wilt nemen, op het TV-toestel
markeren. Deze TV-programma’s worden dan automatischin
een TIMER-blok op de videorecorder vastgelegd. Als u de
markering op het TV-toestel wist, dan wordtook het
betreffende TIMER-blok op de videorecorder gewist.
Lees voor meer informatie de gebruiksaanwijzingvan uw
TV-toestel.
28
Page 31
8.BIJZONDERHEDEN
TV-systeem omschakelen
Als u een cassette wilt weergeven die met een andere
TV-systeem is opgenomen (b.v. NTSC-standaard),dan kunnen
bij de automatische omschakeling tussen de TV-systemen
kleurstoringen optreden. U kunt de automatische
omschakeling als volgt uitschakelen.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
HOOFDMENU
BIJZ. INSTELL.
TV SYSTEEMAUTO
KINDERSLOTUIT
OSD STANDAUTOM.
16:9 BREEDBEELDUIT
VIDEO 1 OF 2VIDEO1
HERHAALDE WEERG.UIT
AUTOM. STAND-BYAAN
DEMOUIT
________________________________
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
Kinderslot
Deze functie beschermt uw videorecorder voor onbevoegd
gebruik. Alle toetsen-functies zijn uitgeschakeld.
DGeprogrammeerde opnamen vinden ondanks het
kinderslot toch plaats en kunnen ook niet worden
afgebroken.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
HOOFDMENU
BIJZ. INSTELL.
TV SYSTEEMAUTO
KINDERSLOTUIT
OSD STANDAUTOM.
16:9 BREEDBEELDUIT
VIDEO 1 OF 2VIDEO1
HERHAALDE WEERG.UIT
AUTOM. STAND-BYAAN
DEMOUIT
________________________________
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
d Kies met de P of Q -toets in de regel
’TV-SYSTEEM’ het gewenste TV-systeem.
e Bevestig met de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
DAls de storingen in de kleuren-ontvangst nog steeds
optreden, dan kunt u in de regel ’TV-SYSTEEM’
omschakelen naar ’Z/W’ (zwart-wit beeld).
d Kies in de regel ’KINDERSLOT’ met de Q of P
-toets de functie ’AAN’.
e Bevestig met de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
In het display verschijnt ’{’.
Bewaar de afstandsbediening op een veilige plaats.
g Als u het kinderslot wilt uitschakelen,kies dan in de regel
’KINDERSLOT’ kinderslot ’UIT’. ’{’ verdwijnt van het
display van de videorecorder.
DAls bij ingeschakeld kinderslot toch een toets
ingedrukt wordt, knippert in het display gedurende
enkele seconden ’{’.
U kunt het kinderslot ook met de afstandsbediening
inschakelen. Druk zolang op de STANDBY m -toets, tot ’{’in
het display verschijnt. Op dezelfde manier schakeltu het
kinderslot ook weer uit.
29
Page 32
Instellen van de beeldscherm-informatie
(OSD)
U kunt de beeldscherm-informatie (OSD) van de actuele
bedrijfstoestand in- of uitschakelen.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
HOOFDMENU
BIJZ. INSTELL.
TV SYSTEEMAUTO
KINDERSLOTUIT
OSD STANDAUTOM.
16:9 BREEDBEELDUIT
VIDEO 1 OF 2VIDEO1
HERHAALDE WEERG.UIT
AUTOM. STAND-BYAAN
DEMOUIT
________________________________
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
Omschakelen naar 16:9 breedbeeld.
Indien u videocassettes met opnamen in breedbeeldformaat
wilt gebruiken, kunt u deze functie inschakelen. Bij weergave
via de scartkabel schakelt een daarvoor geschiktTV-toestel
automatisch naar het breedbeeldformaat 16:9 om.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Als u een televisietoestel bezit in breedbeeldformaat
(16:9), kies dan in de regel ’16:9 BREEDBEELD’ met de
P of Q -toets de functie ’AAN’. Kies anders ’UIT’.
e Bevestig met de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
d Kies de regel ’OSD STAND’ met de P = of ;P -toets.
e Kies met de P of Q -toets ´e´en van de mogelijkheden:
’AUTOM.’: De OSD-informatie verschijnt gedurende
enkele seconden bij iedere gekozen functie en verdwijnt
dan weer.
’UIT’: De OSD-informatie is uitgeschakeld.
’AAN’: De OSD-informatie is ingeschakeld.
f Bevestig met de OK -toets.
g Be¨eindig met de MENU -toets.
DMet de OK -toets kunt u de actuele
bedrijfstoestand op het beeldscherm laten
verschijnen.
30
Page 33
Afstandsbedieningssignaal omschakelen
Een cassette continu weergeven
Als u twee videorecorders met hetzelfde
afstandsbedieningssignaal gebruikt, dan kunt u het signaal
van de afstandsbediening en het afstandsbedieningssignaal
voor ´e´en van de videorecorders omschakelen.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
HOOFDMENU
BIJZ. INSTELL.
TV SYSTEEMAUTO
KINDERSLOTUIT
OSD STANDAUTOM.
16:9 BREEDBEELDUIT
VIDEO 1 OF 2VIDEO1
HERHAALDE WEERG.UIT
AUTOM. STAND-BYAAN
DEMOUIT
________________________________
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
c Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’VIDEO 1 OF 2’ met de P = of ;P
-toets.
e Kies ’VIDEO1’of’VIDEO2’ met de P of Q -toets.
f Bevestig met de OK -toets.
g Druk op de afstandsbediening gelijktijdig de SELECT
-toets en cijfertoets 2 in om de afstandsbedieningom te
schakelen naar ’VIDEO2’.
DAls u weer naar ’VIDEO1’ wilt omschakelen, druk
dan op de afstandsbediening gelijktijdig de
SELECT -toets en cijfertoets 1 in.
h Bevestig met de OK -toets.
U kunt een cassette herhaald weergeven. Als het eindevan de
band of de opname is bereikt, dan wordt de band naar het
begin teruggespoeld en opnieuw weergeven.
a Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
b Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
HOOFDMENU
BIJZ. INSTELL.
TV SYSTEEMAUTO
KINDERSLOTUIT
OSD STANDAUTOM.
16:9 BREEDBEELDUIT
VIDEO 1 OF 2VIDEO1
HERHAALDE WEERG.UIT
AUTOM. STAND-BYAAN
DEMOUIT
________________________________
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
c Kies de regel ’HERHAALDE WEERG.’ met de P = of
;P -toets.
d Kies ’AAN’ met de P of Q -toets. Als u ’UIT’ kiest,
dan schakelt u de functie uit.
e Bevestig met de OK -toets.
f Druk op de MENU -toets.
g Schuif een cassette in de videorecorder.
DDe cassette wordt gecontroleerd. Wacht tot het
zoeksymbool in het display is verdwenen. Alsu het
Tape Manager wilt gebruiken, lees dan het
hoofdstuk ’Het Tape Manager (TM)’.
h Druk op de PLAY G -toets om de continu-weergave te
beginnen.
DAls het menu niet verdwijnt, dan herkent de
videorecorder de afstandsbedieningscode niet.
Herhaal stap g .
DAls u nieuwe batterijen in de afstandsbediening
plaatst, dan schakelt deze terug op ’VIDEO1’.
DAls b.v. ’VIDEO REAGEERT ALLEEN OP
VIDEO 2 SIGNAAL’ op het beeldscherm of
’VIDEO2’ op het display van de videorecorder
verschijnt, dan moet u de afstandsbediening
omschakelen op ’VIDEO2’.
i Be¨eindig met de MENU -toets.
31
Page 34
Automatisch uitschakelen
De ’DEMO’ functie
Als de videorecorder enkele minuten niet gebruikt wordt(b.v.:
in STOP), dan schakelt deze automatisch uit. U kunt
’automatisch uitschakelen’ uitschakelen zodat u de
videorecorder als televisie-ontvanger kunt gebruiken.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Kies de regel ’AUTOM. STAND-BY’ met de P = of
;P -toets.
e Kies of ’UIT’ met de P of Q -toets. Als u ’AAN’ kiest,
dan schakelt u de functie in.
f Bevestig met de OK -toets.
g Be¨eindig met de MENU -toets.
DEen geprogrammeerde (TIMER) opname werkt
alleen als de videorecorder uitgeschakeld is.
Als de ’DEMO’ functie ingeschakeld is, worden (alsde
videorecorder uitgeschakeld is) een aantal menu’s op het
beeldscherm voorgesteld. De bediening van de videorecorder
wordt daardoor niet beinvloed.
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’BIJZ. INSTELL.’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Kies in de regel ’DEMO’ de functie ’AAN’ met de P of
Q -toets.
Als u ’UIT’ kiest, dan schakelt u de functie uit.
e Bevestig met de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
DDe functie ’DEMO’ is tijdens een TIMER-opname en
tijdens de ’Automatische opname van een
satelliet-ontvanger’ niet mogelijk.
32
Page 35
Ontvangststoringen opheffen - Modulator
Modulator uitschakelen
optimaal instellen
Bij ’Aansluiten zonder scartkabel’ kan het voorkomendat in
uw woonplaats het UHF kanaal 36 danwel frequentie 591MHz
door een andere TV-zender bezet is.
Als dat het geval is, dan wordt bij de ontvangstvan ´e´en of
meerdere TV-zenders de beeldkwaliteit van de
TV-uitzendingen op het televisietoestel slechter.
a Let erop, dat u geen cassette ingeschoven heeft. Drukop
de videorecorder enkele seconden gelijktijdig de toetsen
STOP/EJECT ? en PLAY G in, totdat b.v.: ’CH36
danwel ’591’ verschijnt. De videorecorder zendt nu op dit
UHF-kanaal of deze frequentie een testbeeld uit.
INSTALLATIE
MODULATOR OPTIMALISEREN
OPTIMALISERENCH36
MODULATORAAN
KANAAL/FREQ.CH
________________________________
BEËINDIGEN:
DRUK MENU
Als een beeld- of geluidstoring niet verholpen kan worden,dan
kunt u de ingebouwde modulator uitschakelen. Dat is echter
alleen mogelijk, als u een scartkabel als verbindingmet het
televisietoestel gebruikt. ’Aansluiten zonderscartkabel’ is niet
mogelijk als de modulator uitgeschakeld is.
DBij ’Easy Link/NexTView’ wordt de modulator
automatisch uitgeschakeld.
a Schakel het televisietoestel in. Kies, indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Let erop, dat u geen cassette ingeschoven heeft. Drukop
de videorecorder gelijktijdig twee seconden lang de
STOP/EJECT ? en de PLAY G -toets in tot b.v.: ’CH36’
of ’591’ in het display verschijnt.
c Kies met de ;P of P = -toets de regel ’MODULATOR’
op het beeldscherm of ’M ON’ in het display.
d Kies met de Q of P -toets op het beeldscherm ’UIT’
of in het display ’MOFF’ (modulator uitgeschakeld).Als u
de modulator weer wilt inschakelen, kies dan op het
beeldscherm ’AAN’, of in het display ’M ON’ (modulator
ingeschakeld).
b Kies in de regel ’KANAAL/FREQ.’ met de P of Q
-toets de indicatie kanaal ’CH’ of frequentie ’FREQ.’.
c Kies de regel ’OPTIMALISEREN’ met de P = of
;P -toets. Druk op de P -toets.
d Als de videorecorder een ’vrij’ kanaal gevonden heeft,
dan verschijnt dit kanaal of deze frequentie in hetdisplay.
DU kunt het kanaal of de frequentie ook direct met de
cijfertoetsen 0-9 intoetsen.
e Stem het televisietoestel op dit kanaal ofdeze frequentie
af.
f Bevestig het kanaal of de frequentie met de OK -toets.
g Be¨eindig met de MENU -toets.
e Bevestig met de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
33
Page 36
Televisietoestel op afstand bedienen
Niet automatisch geluid regelen
Deze afstandsbediening is met enkele
afstandsbesturingscodes voor televisietoestellen(ook voor
andere merken) uitgerust.
U kunt met het toetsenblok TV de volgende functiesuitvoeren:
Sq Geluidssterkte plus
Sr Geluidssterkte min
TV y Geluid uitschakelen
TV m Uitschakelen
TV q Programmanummer plus
TV r Programmanummer min
a Houd de toets TV m ingedukt en kies met de
cijfertoetsen 0-9 de desbetreffende
afstandsbedieningscode.
Een overzicht van de mogelijke afstandsbedieningscodes
vindt u op de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing.
DAls voor uw TV-toestel de gekozen code niet
functioneert, of als u uw TV-merk niet in de lijst
vindt, dan kunt u alle codes achter elkaar proberen.
Met de MANUAL -toets kunt u omschakelen naar niet
automatisch geluid regelen.
a Druk op de MANUAL -toets op de videorecorder. De
huidige instelling verschijnt.
b Druk zovaak op de MANUAL -toets, tot ’MAN’ (niet
automatisch geluid regelen) in het display verschijnt.
c Regel met de P ; of P = -toets het geluid, tot de
markering ’0 dB’ blinkt waar het geluid het hardsteis.
DIn stap b kunt u met de MANUAL -toets weer
terugschakelen naar ’AUTOM.’ (automatisch geluid
regelen).
34
Page 37
Alleen geluid opnemen
Audio-dubbing (geluidssynchronisatie)
U kunt deze videorecorder ook als HiFi-bandrecorder
gebruiken. U kunt het geluid van b.v. een stereo-installatieof
een tweede videorecorder opnemen.
a Schakel het televisietoestel in. Kies, indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
b Schuif een cassette in de videorecorder.
DGebruik voor deze functie een cassette, waarvan het
nummer niet in het Tape Manager (TM) is
opgeslagen. Hoe u het cassettenummer uit het TM
kunt verwijderen, kunt u lezen in het hoofdstuk’Het
Tape Manager (TM)’.
c Sluit, met behulp van de bijgepakte audiokabel
(cinchkabel), de stereo-installatie aan op de AUX IN L R
-aansluiting aan de achterkant van de videorecorder.
DU kunt ook de aansluitingen EXT.1 AV 1 ,
EXT.2 AV 2 of de aansluitingen aan de voorkant van
het toestel L AUDIO R voor alleen geluidsopnamen
gebruiken.
d Kies met de toetsen P ; of P = het
programmanummer, waarvan u het geluid wilt
opgenemen, b.v.: ’AUX’ voor de AUX IN L R -aansluiting.
e Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
f Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
g Kies de regel ’ALLEEN AUDIO’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
h Begin de geluidsopname met de RECORD/OTR n -toets.
Bij een reeds gemaakte opname kunt u achteraf het oude
geluidsspoor door een nieuwe geluidsopname vervangen
(audio-dubbing). Verbind hiervoor ´e´en van de
ingang-aansluitingen (b.v. de aansluiting L AUDIO R ) met een
geluidsbron (b.v. een CD-player).
a Schakel het TV-toestel in. Kies indien nodig het
programmanummer voor de videorecorder.
b Schuif de cassette voor de geluidsynchronisatie in de
videorecorder.
DNeem voor deze functie een cassette, waarvan het
nummer niet in het Tape Manager (TM) is
opgeslagen. Hoe u het cassettenummer uit het TM
kunt verwijderen, kunt u lezen in het hoofdstuk’Het
Tape Manager (TM)’.
c Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
d Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
e Kies de regel ’AUDIO DUBBING’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
f Kies het programmanummer voor de geluidsbron (b.v.
’E3’). Schakel de externe geluidsbron in.
Zoek gedurende weergave de positie op de band waar u
audio-dubbing wilt be¨eindigen.
g Druk op de STILL R -toets. Op het beeldscherm
verschijnt ’STILSTAAND’.
h Druk op de CLEAR (CL) -toets. Op het beeldscherm
verschijnt ’0:00:00’.
i Als u de opname wilt onderbreken, druk dan op de
STOP h -toets.
j Be¨eindig de opname met de MENU -toets.
i Zoek de positie op de band waar u met audio-dubbing
wilt beginnen.
j Druk op de STILL R -toets. Op het beeldscherm
verschijnt ’STILSTAAND’.
k Druk op de STOP h -toets.
35
Page 38
l Druk op de RECORD/OTR n -toets. De videorecorder start
het opnemen van het geluid dat van het andere toestel
komt.
De opname stopt automatisch als de teller ’0:00:00’
bereikt.
DHet normale (lineaire) geluidsspoor wordt opnieuw
opgenomen, het stereo-geluidsspoor blijft
behouden.
m Be¨eindig de functie met de MENU -toets.
Synchroon kopi¨eren (Synchro-Edit)
U kunt met deze videorecorder en een daarvoor uitgeruste
camerarecorder synchroon kopi¨eren. Met behulp van een
synchroon puls en de instelbare inschakeltijd (=Prerolltijd)
worden beide toestellen op het juiste moment gestart.
Videorecorder en camerarecorder
verbinden
DLees voor het weergeven van de geluids-opname de
volgende paragraaf ’Geluidsspoor kiezen’.
Geluidsspoor kiezen
U kunt het gewenste geluidsspoor voor de weergave kiezen.
Dat is vooral bij meertalige geluidsuitzendingen interessant.
a Druk de SELECT -toets in. Op het beeldscherm verschijnt
de actuele instelling.
b Door de SELECT -toets vaker in te drukken kunt u ´e´en van
opgenomen zijn, kunt u met de instelling ’MONO’of
’GEMENGD’ weergeven.
’MONO’: Het opnieuw opgenomen (lineaire)
geluidsspoor.
’GEMENGD’: Het originele geluid (HIFI-geluidsspoor)
samen met het opnieuw opgenomen geluid (lineaire
geluidsspoor).
DIndien op de cassette geen stereo-geluid is
opgenomen, schakelt de videorecorder automatisch
naar mono-geluid om.
a Verbind met een synchro-edit kabel de edit-aansluiting
SYNCHRO EDIT op de linker voorkant van de videorecorder
met de betreffende aansluiting op de camerarecorder.
Beeld en geluid komen via ingang L AUDIO R en VIDEO
(programmanummer ’E3’) in de videorecorder.
Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw camerarecorder.
b Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig, het
programmanummer voor de videorecorder.
c Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
d Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
e Kies de regel ’CAMERA VERBINDING’ met de P = of
;P -toets.
f Schakel de camerarecorder op ’stilstaand beeld’
(weergave-pauze).
g Bevestig met de P -toets. Wacht, tot de videorecorder
het aangesloten camerarecorder-type herkend heeft.
E Op het beeldscherm verschijnt:
’VIDEORECORDER STUURT CAMERA’ als de
videorecorder de camera stuurt of ’CAMERA STUURT
VIDEORECORDER’ als de camerarecorder de
videorecorder stuurt.
36
Page 39
Synchroon kopi¨eren starten
a Schakel het televisietoestel in. Kies indiennodig het
programmanummer voor de videorecorder.
b Druk op de MENU -toets. Het hoofdmenu verschijnt.
c Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
Variant 1, de videorecorder stuurt de
camerarecorder
a Start het kopi¨eren met de RECORD/OTR n -toets op de
videorecorder.
De camerarecorder start met ’WEERGAVE’ en de
videorecorder start synchroon (gelijktijdig)met
’OPNAME’.
d Kies de regel ’SYNCHRO EDIT’ met de P = of ;P
-toets en bevestig met de P -toets.
e De bij het aangesloten camerarecorder-type passende
OSD-pagina verschijnt op het beeldscherm.
f Zoek op de videorecorder de juiste bandpositie voor het
begin van de opname.
g Druk op de STILL R -toets. Op het beeldscherm
verschijnt ’STILSTAAND’.
h Kies met de SELECT -toets het beeld voor de
camerarecorder.
i Zoek op de camerarecorder de juiste bandpositie voor
het begin van de weergave.
Schakel de camerarecorder op ’stilstaand beeld’
(weergave-pauze).
Hoe het kopi¨eren gestart wordt hangt af van het
camerarecorder-type:
Variant 1: als de videorecorder de camerarecorder stuurt,of
Variant 2: als de camerarecorder de videorecorder stuurt.
b Onderbreek de opname met de STOP h -toets op de
videorecorder.
c Be¨eindig met de MENU -toets.
Variant 2, de camerarecorder stuurt de
videorecorder
a Start het kopi¨eren met de daarvoor bestemde toets op de
camerarecorder (zie de gebruiksaanwijzing van de
camerarecorder).
De camerarecorder start met ’WEERGAVE’ en de
videorecorder start synchroon (gelijktijdig)met
’OPNAME’.
b Onderbreek de opname met de PAUZE of STILL-toets op
de camerarecorder.
c Be¨eindig met de MENU -toets.
37
Page 40
’Preroll tijd’ instellen
Als het begin van de gekopi¨eerde sc`ene niet overgenomen is,
dan is de ’preroll tijd’ te lang. Stel een korteretijd in.
Als te vroeg met kopi¨eren is begonnen, dan is de ’preroll tijd’
te kort. Stel een langere tijd in. U kunt een ’Prerolltijd’ kiezen
tussen 1:00 en 5:00 seconden.
a Druk op de MENU -toets.
b Kies de regel ’OPNAME FUNCTIES’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
c Kies de regel ’OPN. INSTELLING’ met de P = of
;P -toets en bevestig met de P -toets.
d Verander in regel ’PREROLL TIJD’ de aangegeven tijd
met de P of Q -toets.
DU kunt de ’preroll tijd’ ook direct met de cijfertoetsen
0-9 ingeven.
DMet de CLEAR (CL) -toets wordt de ’preroll tijd’ weer
teruggezet op de ’preroll tijd’-stand van het
herkende camerarecorder-type.
e Bevestig de veranderde tijd met de OK -toets.
f Be¨eindig met de MENU -toets.
38
Page 41
9.VOORDAT U DE TECHNISCHE DIENST ROEPT
Mocht u tegen de verwachting in problemen hebben met de
bediening van uw videorecorder, dan kan dat ´e´en van de
onderstaande oorzaken hebben. U kunt echter ook de voor uw
land verantwoordelijke klantenservice opbellen.
De telefoonnummers vindt u in de bijgevoegde
garantie-informatie.
Het toestel reageert niet op het indrukken van toetsen:
•Klok/datum is niet juist ingesteld: Klok/datum controleren.
•Cassette heeft opnamepreventie: Opnamepreventie opheffen.
•Na een ’geprogrammeerde opname met SHOWVIEW’ komt het
programmanummer van het TIMER-blokniet overeen met het
door u gewenste programmanummer:Na bevestiging van het
SHOWVIEW-nummer met
bevestigen. Verander daarna in ’
programmanummer en bevestig mettoets
TIMER k -toets het TIMER-blok
PROG.’ het aangegeven
TIMER k .
Beeld-/geluidstoringen bij TV-ontvangst
•Lees in hoofdstuk BIJZONDERHEDEN de paragraven
’Ontvangststoringen opheffen - Modulatoroptimaal instellen’ en
’Modulator uitschakelen’.
•Laat uw antenne controleren.
Geen weergave van de videorecorder:
•Geen opname op de cassette. Cassette wisselen.
•Op het televisietoestel is het programmanummer voorde
videorecorder verkeerd ingesteldof gekozen. Op de televisie het
juiste programmanummer kiezen.
•Verbindingskabel tussen televisietoestel en videorecorder
onderbroken. Verbindingskabel controleren.
Slechte weergave van de videorecorder:
•Televisietoestel niet goed ingesteld.
•Cassette versleten of van slechte kwaliteit. Nieuwe cassette
gebruiken.
•Tracking niet goed ingesteld, videokoppen vervuilt. Leesin het
hoofdstuk ’WEERGAVE’ de paragraaf ’Videokoppenreinigen’.
•Lees de paragraaf ’Beeldinstelling kiezen (SMART
PICTURE)’, danwel ’Beeldstoringen opheffen’.
Geen opname mogelijk:
•TV-zender niet geprogrammeerd of verkeerd gekozen:
Geprogrammeerde TV-zenders controleren.
•Cassette heeft opnamepreventie: Opnamepreventie opheffen.
39
Page 42
10.VERKLARENDE WOORDENLIJST
Gebruikte vaktermen
Actuele bandpositie : De bandpositie die nu wordt
weergegeven.
Externe bron : Een op een aansluiting (b.v. een
scart-aansluiting) aangesloten toestel dat
audio-/videosignalen naar de videorecorder uitzendt.
Index code : Een code die aan het begin van elke opname
automatisch op de band wordt geschreven. Deze code
(aanduiding van de opname) kan met de functie ’Index zoeken’
worden gezocht.
Scartkabel : Ook Euro-AV kabel genoemd. Deze
standaardkabel maakt een ongecompliceerde verbinding
tussen verschillende audio-, videotoestellen en computer
TV-toestellen mogelijk. Via deze kabel kunnen naastaudio- en
videosignalen ook andere signalen worden uitgezonden.
TV-systeem : Er zijn verschillende systemenvoor het uitzenden
van het TV-signaal b.v. PAL, SECAM, PAL BG,SECAM DK,
SECAM L/L´, NTSC,... Welk systeemwordt uitgezonden, hangt
van het desbetreffende land af.
TXT : TELETEKST; ook wel Fasttext, Videotext,FLOF,...
genoemd.
OTR : One Touch Recording (´e´en-toets-opname) Met deze
functie kunt u telkens 30 minuten aan de eindtijdvan de
opname toevoegen.
Modulator : Een electronisch onderdeel in de videorecorder
om audio-/videosignalen via een antennekabel uit te zenden.
Uw TV-toestel ontvangt deze signalen net zoalshet signaal
van een TV-zender.
Modulatorfrequentie : Deze frequentie/dit kanaal geeftaan op
welke freqentie/welk kanaal het audio-/videosignaalwordt
uitgezonden.
UHF Frequentiebereik : Kanaal 21 tot 69.De videorecorder
’zendt’ op kanaal 36/ frequentie 591 MHz.Deze frequentie/dit
kanaal kan veranderd worden (zie paragraaf
’Ontvangststoringen opheffen - Modulator optimaalinstellen’).
OSD (On Screen Display) : Het grootstmogelijkedisplay van de
videorecorder - Het beeldscherm van uw TV-toestel.