Philips TCD308/TP, TCD308/5P, TCD308/HO, TCD308/KP, TCD308/GP User Manual [nl]

...
Page 1
INSTRUKCJA UßYTKOWNIKA
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 2
Standby-
modus
BEVEILIGING
INSTELLINGEN
BERICHTEN
NETWERK
GESPR.METERS
FUNCTIES
PERSOONLIJK
Talen
Verlichting
Signaaltypen
Signaalvolume
Automatisch herhalen
Welkomsttekst
Hotkeys
Toetstonen
Identificatie
beller
Status functies
Gesprek watcht
Blokkeren
Doorschakelen
Opnemen met
willekeurige toets
Gespreksbeperkingen
Toetsen blokkeren
Toegangscode
wijzigen
PIN wijzigen
PIN2 wijzigen
PIN-code
Voicemail
Nieuwe berichten lezen
Alle berichten lezen
Bericht zenden
Bericht wissen
Signaal inkomend gesprek
Netwerk info
Totale
kostenlimiet
Gesprekstarief
Info.tijdens gesprek
Gesprekstimers
Info.laatste
gesprek
Contrast
Eigen nummer Waarschuwingssignaal
batterij
Aansluiting nieuw netwerk
••• • • ••
••••••
11 12 13 14 15 16
17
18
19
21 22 23 24 25 26 27
31
32
45 44 43 42 41
55 54 53 52 51
66 65 64 63 62 61
73 72 71
Voorkeursnetwerken
311127614553
Page 3
Voordat u begint
1
Basisfuncties
9
13
Het nummergeheugen
19
Lijst van accessoires
21
De menu's gebruiken
33
Netwerkfuncties gebruiken
37
Problemem oplossen
Page 4

Antennering

Kies uw voorkeurskleur
Scherm
Functietoets
Wissen toets
Microfoon
Luidspreker
Antenne
Functietoets
Bladertoetsen
Aan/Uit
Toetsenbord
Page 5

Voordat u begint

Beschrijving van de telefoon

H
1
A
B
C
G
A: Symbolen
Oplaadstatus van batterij: 4 streepjes
betekenen dat de batterij volledig is opgeladen. Telefoon: Niet knipperend - er wordt een gesprek gevoerd. Knipperend - uw telefoon rinkelt. Bellen op ander netwerk: Geeft aan dat u gebruik maakt van een ander netwerk dan uw eigen netwerk. Berichten: Niet knipperend - er is een nieuw bericht binnengekomen. Knipperend ­het berichtengeheugen is vol. Netwerk: Betekent dat de telefoon op een netwerk is aangesloten. Ontvangstkwaliteit: 4 balken betekenen een optimale ontvangst.
B&C: Functietoetsen
De telefoon is voorzien van twee 'functietoetsen' (C), die verschillende dingen op verschillende momenten doen. Een functie (B) op het scherm geeft aan welke functie met deze toets kan worden uitgevoerd.
F
C
E
B
D
Page 6
Voordat u begint
Als u in deze handleiding 'druk op Einde' leest, wordt 'druk op de functietoets onder de functie Einde' bedoeld.
D: Bladertoetsen
Hiermee kunt u door de menu's, nummergeheugen of berichten 'bladeren'. De bladerindicaties ver­schijnen op het scherm wanneer u vooruit of terug kunt bladeren. Druk op in de standby-modus om de Opnieuw bel.-lijst te selecteren of op om de Terugbellen­lijst te selecteren.Tijdens een gesprek kunt u deze toetsen gebruiken om het volume in te stellen.
E:Aan-/Uit-knop
Houd deze knop ingedrukt om de telefoon aan of uit te zetten.
F:Toetsen Rechts en Links
Hiermee kunt u de cursor naar rechts of naar links verplaatsen wanneer u een bericht invoert. De symbolen verschijnen op het scherm wanneer
G:Toets Wissen
Gebruik deze toets om het scherm leeg te maken of typefouten te wissen. Houd deze toets ingedrukt om naar de standby-modus vanuit de menu-opties terug te gaan.
H: Index
De index geeft één, twee tekens of niets weer afhankelijk van wat u doet.De weergegeven indicaties zijn als volgt:positie in het menu of in een lijst,nummer van het actieve gesprek wanneer er twee gesprekken binnenkomen, 'S' om aan te geven dat het stille modus actief is, '*' geeft de geselecteerde optie aan.
u de cursor mag verplaatsen.
2
Page 7
Voordat u begint
3

Radiogolven

Veiligheid

Deze GSM-telefoon is een radio-zender/ontvanger, en zendt en ontvangt radiogolven in het GSM-fre­quentiebereik. Het GSM-netwerk bepaalt het ver­mogen waarmee de telefoon uitzendt (tussen 0,02 en 2 watt). Deze GSM-telefoon voldoet aan alle veiligheidsnormen die eraan zijn toegekend. De aanduiding CE op uw telefoon houdt in dat hij aan de Europese richtlijn voor elektromagnetische toepassingen 89/336/EEC en de richtlijn voor lage voltages 73/23/EEC voldoet.

Voorzorgsmaatregelen inzake veiligheid

Een onvoorzichtig gebruik van de telefoon kan tot ongelukken voor u of derden leiden. Gelieve al de veiligheidsinstructies hieronder te lezen en na te volgen, en naar de locale wetten en regelingen te informeren.
Auto's: Informeer bij de leverancier van uw auto
of de elektronische apparatuur in uw auto door radio-energie kan worden gestoord. Vermijd de telefoon te gebruiken wanneer u rijdt (het stoort uw concentratie). Respecteer de locale wetten en regelingen.
Vliegtuigen: Schakel de telefoon uit als u zich in
een vliegtuig bevindt. Het is verboden uw GSM­telefoon tijdens het vliegen te gebruiken.
Page 8
Voordat u begint
Ziekenhuizen: Schakel de telefoon uit in de
omgeving van ziekenhuizen en medische apparatuur. Informeer bij de leverancier naar de bescherming tegen radiogolven van elektronische medische apparatuur die u eventueel gebruikt (pacemakers, gehoorapparaten, enz.).
Plaatsen waar met explosieven wordt
gewerkt: Schakel de telefoon uit op plaatsen waar
met explosieven wordt gewerkt (mijnen).
Plaatsen met explosiegevaar: Schakel de tele-
foon uit op plaatsen waar met ontvlambare mate­rialen wordt gewerkt (benzinestations, brandsto­fopslagplaatsen, chemiebedrijven, enz.).
Veilig gebruik: Gebruik de telefoon in de norma-
le positie (tegen het oor). Raak de antenne tijdens een gesprek niet aan. Gebruik de telefoon niet als de antenne is beschadigd (risico voor lichte ver­branding van de huid).
Kinderen: Bewaar de telefoon op een veilige
plaats en buiten bereik van kleine kinderen.

Efficiënt gebruik van uw telefoon

Een advies om uw telefoon zo efficiënt mogelijk te gebruiken en om de uitzending van radio-energie en het verbruik van de batterij te beperken:
Vermijd het gebruik van de telefoon op plaatsen
waar de ontvangst slecht is (in tunnels of tussen hoge gebouwen).Als het symbool minder dan 2 balken vertoont, ga dan naar een andere locatie.
4
Page 9
Voordat u begint
Ontlaad de batterij altijd volledig alvorens deze
opnieuw op te laden.
Gebruik geen andere batterijen dan de modellen
die in de PHILIPS-catalogus zijn aangegeven. Het gebruik van een andere lader kan gevaarlijk zijn en maakt de garantie van de telefoon ongeldig.
Zorg dat de contacten van de batterij niet worden
kortgesloten door metalen onderwerpen (zoals sleutels in uw broek).
Schakel de telefoon uit als u hem voor langere tijd
niet gebruikt.
Bewaar de telefoon in een schone en stofvrije
plaats.
Gebruik/bewaar de telefoon niet bij een hoge
omgevingstemperatuur.
Probeer de telefoon niet te demonteren. Als het
niet goed werkt, bel de PHILIPS-Helplijn.
Houd de telefoon droog en gebruik geen agressie-
ve oplos- en reiniginsmiddelen. Maak de telefoon schoon met een zachte doek die licht met een zachte oplossing van water en zeep is bevochtigd.

De SIM-kaart

Om de telefoon te kunnen gebruiken heeft u een geldige SIM-kaart nodig die bij uw GSM-netwerkbe­heerder verkrijgbaar is. Wanneer u de telefoon inschakelt, wordt u gevraagd de PIN-code in te voeren. De PIN-code is de gehei­me code van de SIM-kaart. U kunt de SIM-kaart niet zonder PIN-code gebruiken.
5
Page 10
Voordat u begint
De SIM-kaart bevat uw abonnements- en telefoonnummer.Tevens beschikt de kaart over een geheugen waarin u telefoonnummers en berichten kunt opslaan. Ook al gebruikt u de SIM-kaart in een andere telefoon, u heeft nog steeds hetzelfde telefoonnummer en telefoonboek.
Verwijder de batterij.
Schuif de kaart langs de geleiders in de telefoon.
Zorg dat de chip van de kaart aan de binnenzijde zit en naar beneden wijst.
Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare batterij. U dient de batterij na aankoop op te laden.
Het symbool op het scherm geeft de oplaadstatus van de batterij aan. Elk streepje staat voor 25% van een volledig opgeladen batterij. Als u een waarschuwingssignaal hoort en het symbool
verschijnt, moet de batterij worden opgeladen.

De SIM-kaart plaatsen

De batterij

6
Page 11
Voordat u begint
!!
Nieuwe batterijen dient u voor gebruik ten­minste 24 uur op te laden.
Een batterij werkt pas optimaal nadat deze volle­dig is ontladen en twee- of driemaal opnieuw is opgeladen.
Een batterij gaat langer mee als u deze af en toe volledig laat ontladen.
Plaats de batterij in de klem aan de onderzijde van de
telefoon.
Klap de batterij omlaag totdat deze vastklikt.
Druk de klem aan de bovenzijde van de batterij
omhoog.
Klap de batterij omhoog en neem de batterij uit de
telefoon.

De batterij plaatsen

De batterij verwijderen

7
Page 12
Voordat u begint
!!

De batterij opladen

Een lader wordt met de telefoon bijgeleverd.
Plaats de batterij in de telefoon.
Steek de connector in de ronde aansluiting aan de
onderzijde van de telefoon.
Steek de transformator in een stopcontact.
Het symbool geeft de oplaadstatus aan :
• knipperend - de batterij wordt opgeladen.
• niet-knipperend - de batterij is volledig opgeladen.
U kunt de lader alleen uitschakelen door de transformator uit het stopcontact te halen.
U kunt de telefoon inschakelen en gebruiken terwijl u de batterij oplaadt.
De lader kan op een IT-voeding worden aangesloten.
Als de batterij volledig is ontladen, verschijnt het batterij-symbool pas 2 tot 3 minuten nadat u de lader hebt aangesloten.
8
Page 13

Basisfuncties

9
Druk op om de telefoon aan te zetten.
Voer uw PIN-code in als de overeenkomstige func-
tie is geactiveerd en druk op OK.
Als u een onjuiste PIN-code 3 maal invoert, wordt uw SIM-kaart geblokkeerd.
!!
U dient dan de PUK-code in te voeren die u van uw systeembeheerder ontvangt (10 maal een onjuiste PUK-code invoeren zal de SIM-kaart per­manent blokkeren). Neem in dat geval contact op met de systeembeheerder.
Houd ingedrukt om de telefoon uit te zetten.

Standby-modus

Nadat de telefoon is aangezet, staat het toestel in de standby-modus.Dit betekent dat de telefoon gebruiksk­laar is.Tegelijkertijd wordt het volgende weergegeven:

Aan-/uitzetten

Netwerk waarop u bent aangesloten
oplaadstatus van de batterij (max. 4 streepjes). de telefoon is geregistreerd bij een netwerk. kwaliteit van de ontvangst (max. 4 balken).
Als de symbolen en niet verschijnen, betekent het dat het netwerk op dat moment
!!
niet beschikbaar is. Ga naar een andere locatie.
In deze handleiding worden de vanuit de standby-modus uitgevoerde operaties door aangegeven. De tijdens een gesprek uitgevoerde operaties worden door aangegeven.
Page 14
Basisfuncties
10
Voer het gewenste telefoonnummer in.
Druk op Bellen.
Tijdens het gesprek verschijnt .
Druk na afloop van het gesprek op Einde.

Een gesprek voeren

Een gesprek beantwoorden

Bij een binnenkomend gesprek gaat er een belsi­gnaal, knippert het symbool en verschijnt de tekst Wordt gebeld of het nummer van de oproeper als deze functie door uw netwerk wordt aangeboden.
Als u het gesprek niet wilt beantwoorden, druk op
Weiger.
Als u het gesprek niet wilt beantwoorden, gaat de telefoon terug naar de standby-modus en de beller hoort de bezettoon. Een niet beantwoord gesprek kan naar een ander nummer worden doorgeschakeld (zie hoofdstuk De menu's gebruiken/Doorschakelen op pagina 28).
Om het gesprek te beantwoorden, druk op
Opnemn. Het symbool verschijnt.
Druk na afloop van het gesprek op Einde.

Volume van luidspreker

Gebruik de toetsen om het volume van de
luidspreker aan te passen.
Op het scherm verschijnen 1 tot 5 zwarte rechthoeken die het volumeniveau aangeven (5 rechthoeken staan voor het maximale volume).
Page 15
Basisfuncties
11

Het laatste nummer herhalen

De laatste 10 verschillende gekozen nummers blijven beschikbaar op uw telefoon.
Druk op om de Opnieuw bel.-lijst op te vra­gen. Het laatstgekozen nummer verschijnt.
Druk op en selecteer een ander telefoonnummer.
Druk op Bellen.

Iemand terugbellen

Elke van de laatste 10 verschillende personen die u hebben gebeld blijven beschikbaar op uw telefoon (mits het netwerk deze functie aanbiedt).
Druk op om de Terugbellen-lijst op te vragen.
Het nummer van de laatste persoon die u belde verschijnt.
Druk op om een ander telefoonnummer te selecteren.
Druk op Bellen.

De microfoon in-/uitschakelen

Druk op Optie of op en houd de
toets ingedrukt om de microfoon uit te schakelen. De aanduiding Geen geluid verschijnt.
Wanneer twee gesprekken binnenkomen verschijnt de functie In/Uit in plaats van Optie.
Druk op Geluid om de microfoon weer in te
schakelen.
Page 16
Basisfuncties

Nood

Om een dringend gesprek te voeren dient u de PIN-code niet in te voeren.
Zet de telefoon aan.
Druk op SOS. NOOD verschijnt en blijft enige tijd
op het scherm.
Druk op Bellen.
U kunt ook een dringend gesprek in de standby­modus voeren door 112 in te voeren en op Bellen te drukken. Afhankelijk van uw netwerk kunt u een dringend gesprek voeren zelfs zonder SIM-kaart in de telefoon.

Hotkeys gebruiken

Uw telefoon wordt voorzien van functies die in de standby-modus direct beschikbaar zijn. Door een van de cijfertoetsen (1 t/m 9) van het toet­senbord ingedrukt te houden maakt u een van die functies actief (Hotkeys).
Herhaling: in de standby-modus worden de cijfertoetsen op normale wijze ingedrukt om een telefoonnummer te kiezen.
Controleer dat uw telefoon in de standby-modus
is (de naam van het netwerk verschijnt)
Houd een toets tussen en ingedrukt
om de overeenkomstige functie te selecteren.
U kunt de oorspronkeljike instelling van de Hotkeys bekijken en wijzigen (zie De menu's gebruiken/Persoonlijk op pagina 30).
12
Page 17

Het nummergeheugen

13
Het elektronische nummergeheugen bevat drie verschillende lijsten:
De Namenlijst
Wanneer u een veld aan het nummergeheugen toe­voegt (naam en telefoonnummer), wordt het in de namenlijst opgeslagen. Het maximum aantal velden is afhankelijk van uw SIM-kaart.
De Opnieuw bel.-lijst
Van elk gesprek dat u voert wordt het telefoon­nummer in de Opnieuw bel.-lijst opgeslagen. Deze lijst bevat de laatste 10 door u gekozen nummers.
De Terugbellen-lijst
Van elk binnenkomend gesprek wordt het tele­foonnummer in de Terugbellen-lijst opgeslagen (mits deze informatie door het netwerk wordt aan­geboden). Deze lijst bevat de nummers van de laatste 10 personen die u hebben gebeld.
Een veld invoeren in de

Lijsten

Voer het telefoonnummer in.
Druk op Opslaan.
Voer een naam met het toetsenbord in (zie hoofd-
stuk Een naam invoeren op pagina 14).
Druk op OK om de naam te bevestigen.
Druk op OK om het telefoonnummer te bevestigen.
Druk op om de positie van het veld te bepalen. Deze positie wordt in de index weergegeven.
namenlijst
Page 18
Het nummergeheugen
!!
Druk op OK om het veld op te slaan.
Wanneer het geheugen van de SIM-kaart vol is, dient u een veld te verwijderen voordat u een ander kunt toevoegen (zie hoofdstuk Uit de namenlijst verwijderen op pagina 18).

Een naam invoeren

Elke toets komt met een aantal tekens overeen.
Toets
Druk meerdere malen op een toets om het gewenste teken te selecteren. Bijvoorbeeld:
Druk 3 maal op om het letter C in te voeren.
Hoofdletters Kleine letters
1 [spatie]1.:,”!?¡¿’;()&@ [spatie]1.:,”!?¡¿;()&@ 2 ABC2AÄÅÆÇ abc2адежЗ
3 DEF3ÉE∆Φ def3éè∆Φ 4 GHI4ΓI ghi4Γi
5 JKL5Λ jkl5Λ 6 MNO6ÑÒÖ mno6ñòö 7 PQRSβΠΘΣ7 pqrs7βΠΘΣ 8 TUV8Üù tuv8üù 9 WXYZ9ΩΞΨ wxyz9ΩΞΨ 0 0+*/-%<>=#£$¥€ § 0+*/-%<>=#£$¥€ §
Als het volgende teken dezelfde toets gebruikt als de vorige, wacht dan 2 seconden of verplaats de cursor naar rechts.
14
Page 19
Het nummergeheugen
Druk op of op om de cursor naar
links of naar rechts te verplaatsen.
Druk op om spaties toe te voegen.
Druk op de toetsen om tussen hoofd- en kleine
letters te wisselen.
Druk op om een teken te verwijderen.
Houd de toets ingedrukt om de hele teken-
reeks te verwijderen.
Voer de nummers in met behulp van het toetsenbord.
Houd de toets ingedrukt om + in te voeren in plaats van de internationale toegangscode.
Druk op om een teken te verwijderen.
Houd de toets ingedrukt om de hele tekenreeks
te verwijderen.
Het verdient aanbeveling alle nummers in de internationale notatie in te voeren. Zo kunt u alle nummers vanuit alle netwerken kiezen.

Een nummer invoeren

15
Page 20
Het nummergeheugen
16
U kunt een veld uit de namenlijst selecteren en het nummer direct bellen.
Druk op Namen en dan op OK (of houd gewoon
Namen ingedrukt) om de namenlijst te selecteren.
Gebruik de toetsen om het gewenste veld te
selecteren.
Druk op Bellen.
Druk na afloop van het gesprek op Einde.

Een naam zoeken

Bellen vanuit de namenlijst

U kunt een veld uit de namenlijst nog sneller opvra­gen.
Druk op Namen.
Voer de eerste letter(s) van de gewenste naam in.
Druk op Zoeken.
Op het scherm verschijnt de eerste naam die door
de door u ingevoerde letter(s) begint.
Druk op Bellen.

Een veld wijzigen

U kunt de naam, het nummer of de positie van een veld in de namenlijst wijzigen.
Druk op Namen en dan op OK (of houd gewoon
Namen ingedrukt).
Page 21
Het nummergeheugen
Gebruik de toetsen om het gewenste veld te
selecteren.
Druk op Optie en dan op OK.
Wijzig de naam met behulp van het toetsenbord ;
druk daarna op OK.
Wijzig het nummer met behulp van het
toetsenbord ; druk daarna op OK.
Wijzig de positie met behulp van de toetsen .
Druk op OK als de nieuwe positie vrij is of op
Wissel als de nieuwe positie reeds bezet is.
Een veld in de namenlijst
kopiëren
U kunt een nummer vanuit de Opnieuw bel.- of de Terugbellen-lijst naar de namenlijst kopiëren.
Druk op om vanuit de Opnieuw bel.-lijst of op
om vanuit de Terugbellen-lijst te kopiëren.
Gebruik de toetsen om het nummer dat u wilt
kopiëren weer te geven.
Druk op Optie.
Gebruik de toetsen om Opslag te selecteren.
Druk op OK.
Voer een naam met behulp van het toetsenbord in
en druk op OK.
17
Page 22
Het nummergeheugen
Druk op OK om het telefoonnummer te bevestigen.
Druk op de toetsen om de positie van het veld
in te stellen.
Druk op OK als de nieuwe positie vrij is of op
In/Uit als de nieuwe positie reeds bezet is.
18
Druk op Namen en dan op OK (of houd gewoon
Gebruik de toetsen om het gewenste veld te
Druk op Optie en dan op . Wissen verschijnt.
Druk op OK en dan op Ja om uw keuze te bevestigen.

Uit de namenlijst verwijderen

Namen ingedrukt).
selecteren.
Uit de Opnieuw bel.- of
Druk op om een veld uit de Opnieuw bel.-lijst
te verwijderen en op om een veld uit de Terugbellen-lijst te verwijderen.
Gebruik de toetsen om het nummer,dat u wilt
verwijderen, te selecteren.
Druk op Optie.
Druk op de toetsen om geven en één telefoonnummer uit de lijst te verwi­jderen of op om Alles wissen weer te geven en alle telefoonnummers uit de lijst te verwijderen.
Druk op OK.
Terugbellen-lijst verwijderen
Wissen
weer te
Page 23

Lijst van accessoires

3 verschillende batterijen
BHR 155/P 600 mAh NiMH Standaardverpakking BHR 156/P 600 mAh NiMH Slimme verpakking BHR 159/P 900 mAh NiMH Commercièle verpakking
19
Snelle lader
Voedt de telefoon en laadt de batterij in zeer korte tijd op.
Europese stekker ACSR15/P Stekker UK ACUR15/P Australische stekker Zuidafrikaanse stekker
Draagtassen
ACAR15/P Stekker USA ACTR15/P
ACZR15/P
Groen PBMR/15P Geel PBYR15/P Rood PBRR/15P Blauw PBHR/15P
Zwart PBBR15/P Bruin PBNR/15P
Grijs PBGR/15P Bordeaux PBPR15/P
Set voor ciga­rettenaansteker
Voedt de telefoon en laadt de batterij
op in de wager. (CLA, Cigarette Lighter Adaptor)
CKLR15/P
Autoset
CKBE/10P
CKEE/10P
Twee verschillende sets zijn beschikbaar
en gemakkelijk te installeren:
• Basis-autoset met telefoonhouder en CLA.
• Gemakkelijke handsfree-autoset: weinig installatie voor een hands­free oplossing.
Page 24
Lijst van accessoires
20
Bureau-lader
DTBE 10/P
Handsfree-kop­telefoon
HSAE10/P
Laadt de batterij op als hij op de telefoon is aangesloten en geeft een aansluiting voor een tweede batterij.
Combineert een ergonomische luidspreker en een microfoon om de telefoon in alle omstandi­gheden te kunnen gebruiken (tij­dens het lopen, het fietsen, enz.).
Klep *
• Bescherming tegen ongewenst gebruik van het toetsenbord.
• Het is niet nodig om de klep te openen om een
gesprek te beantwoorden.
• Het is niet nodig om de klep te openen om een
gesprek vanuit de namen-,herhaal- of terugbel-lijst te voeren.
• De gebruiker kan de klep verwijderen. Dit stoort in
geen geval de werking van de telefoon.
* Is niet in alle landen beschikbaar
Page 25

De menu's gebruiken

Deze telefoon bevat een aantal functies die in menu's en submenu's zijn onderverdeeld. Dit systeem maakt het mogelijk de functies van de telefoon makkelijk te gebruiken.
21
Druk op Menu.
Gebruik de toetsen om één van de 7 menu's
Druk op OK om het menu te selecteren.
Gebruik de toetsen om door de verschillende
submenu's te bladeren.
Druk op OK om een submenu te selecteren.
Druk op Sluit of op om naar het vorige
scherm terug te gaan.
Houd of Sluit ingedrukt om het menusysteem te verlaten en naar de standby-modus terug te gaan.
weer te geven.

Bediening

Sneltoetsen naar menu's en
submenu's
Bij elk menu of submenu hoort een nummer dat in de index wordt weergegeven. Gebruik dat nummer om snel toegang tot een menu te krijgen.
Druk op Menu.
Voer het nummer van het menu of submenu in.
Druk op OK om het menu of submenu te selecteren.
Page 26
De menu's gebruiken
22
Met het menu Instellingen kunt u de telefoon aan uw

Menu Instellingen (1)

wensen aanpassen.
Talen (11)
Kiest de taal van uw telefoon.
Verlichting (12)
Schakelt de verlichting in of uit.Als deze functie is ingeschakeld, blijven het toetsenbord en het scherm 15 seconden lang verlicht iedere keer dat u op een toets drukt.
Signaaltypen (13)
Stelt uw voorkeurssignaal in (8 keuzen).
Signaalvolume (14)
Stelt het signaalvolume in (3 niveau's plus stille modus).
Toetstonen (15)
Schakelt het geluid, dat de toetsen maken wanneer u erop drukt, in of uit.
Opnemen met willekeurige toets (16)
Schakelt de functie in of uit om een gesprek aan te nemen door op een willekeurige toets van het toetsenbord te drukken.
Contrast (17)
Stelt het contrastniveau van het scherm in (5 niveau's).
Eigen nummer (18)
Geeft uw eigen nummer weer.
Het moet eerst ingevoerd worden.
Waarschuwingssignaal batterij (19)
Schakelt het signaal dat aangeeft dat de batterij opgeladen moet worden in of uit.
Page 27
De menu's gebruiken
!!
23
Gebruik dit menu om uw voicemail- en tekstberichten in te voeren. Voicemail-berichten worden in een brievenbus van het netwerk opgeslagen. Tekstberichten worden automatisch door uw telefoon ontvangen. Als iemand u een bericht stuurt wanneer uw telefoon niet is aangezet, zult u het ontvangen wanneer u de telefoon aanzet (behalve Netwerk info).
Een tekstbericht ontvangen:
U hoort een pieptoon (als de functie Signal inkomend gesprek (26) actief is). verschijnt en het tekstbericht wordt in de Opgeslagen lijst geplaatst.
Als knippert, betekent het dat de Opgeslagen lijst vol is en dat u enkele tekst­berichten moet verwijderen.
Voicemail (21)
• Brievenbus: geeft uw brievenbusnummer weer
als u het onder Brievenbsnr heeft ingevoerd.Druk op Bellen om uw brievenbus op te bellen. U kunt ook de sneltoets 1 gebruiken om uw brieven­bus op te bellen (zie hoofdstuk Basisfuncties/Hotkeys gebruiken op pagina 12).
• Brievenbsnr: dient om het brievenbusnummer in te voeren of te wijzigen. Het busnummer moet ingevoerd zijn om de sneltoets 1 te kunnen gebruiken.
Nieuwe berichten lezen (22)
Gebruik deze functie om een nieuw tekstbericht te lezen of te verwijderen.

Menu Berichten (2)

Page 28
De menu's gebruiken
Alle berichten lezen (23)
Gebruik deze functie om alle in de Opgeslagen lijst opgeslagen tekstberichten te lezen of te verwijderen.
Bericht zenden (24)
Tekstberichten schrijven en verzenden
Voer uw bericht met behulp van het toetsenbord
in en druk op OK.
Voer het telefoonnummer in of druk op Namen om
het in de namenlijst te kiezen ; druk daarna op OK.
Voer het nummer van het berichtencentrum in of
druk op Namen om het in de namenlijst te kiezen ; druk daarna op OK.
Druk op OK om een bericht rechtstreeks te verzen-
den (het kan later opgeslagen worden) of druk op en dan op OK om uw bericht in de Opgeslagen lijst op te slaan (het bericht kan later verzonden worden).
Druk na afloop hiervan op Sluit.
Druk op Lijst.
Gebruik de toetsen om Opgeslagen lijst te
selecteren, druk dan op OK.
Gebruik de toetsen om een binnenkomend
tekstbericht te selecteren
Druk op Terugb.
Voer uw antwoord in met behulp van het toetsenbord
en druk op OK.
Het nummer van de oproeper verschijnt.Druk op OK.
Een opgeslagen binnenkomend
tekstbericht beantwoorden
24
Page 29
De menu's gebruiken
Voer het nummer van het berichtencentrum in of
druk op Namen om het in de Namenlijst te kiezen ; druk daarna op OK.
Zenden verschijnt. Druk op OK.
Druk op OK om uw antwoord in de
Opgeslagen lijst op te slaan of druk na afloop hiervan op Sluit.
Druk op Lijst.
Gebruik de toetsen om de Opgeslagen lijst of
Gebruik de toetsen om een bericht te
Voer het telefoonnummer in en druk op OK of
Voer het nummer van het berichtencentrum in of
Druk op OK om te verzenden en daarna op Sluit.
Bericht wissen (25)
Signaal inkomend gesprek (26)
Een bericht vanuit een lijst verzenden
de Standaardlijst te selecteren ;druk daarna op OK.
selecteren en druk op OK.
druk op Namen om een veld in de namenlijst te selecteren.
druk op Namen om het in de namenlijst te selecteren ; druk daarna op OK.
De Standaardlijst bevat standaardberichten die in de telefoon al bestaan.
Gebruik deze functie om berichten in de Opgeslagen lijst te verwijderen.
Schakelt het signaal dat aangeeft dat een bericht is ontvangen in of uit.
25
Page 30
De menu's gebruiken
!!
Netwerk info (27)
Schakelt de functie om door het netwerk verzonden informatie te ontvangen in of uit.
Informatieberichten worden door het netwerk aan al aangesloten GSM-telefoons verzonden (bijv. weerbe­richten). Deze optie verschijnt in het menu als het netwerk deze dienst levert. Als deze functie geacti­veerd wordt, dan wordt de stand-by tijd van het tele­foontoestel aanzienlijk korter (ongeveer 30% korter).
26
Gebruik dit menu om de verbindingen tussen de telefoon en het netwerk te beheren.
Aansluiting nieuw netwerk (31)
Gebruik deze functie om uw telefoon op een ander beschikbaar netwerk aan te sluiten.
Een # voor de naam van een netwerk betekent dat dit netwerk verboden is.
Voorkeursnetwerken (32)
Gebruik deze functie om een lijst van al uw voorkeursnetwerken te creëren en te beheren. Wanneer u de telefoon aanzet en wanneer verschillende netwerken beschikbaar zijn, kiest de telefoon een netwerk op basis van deze lijst.

Menu Gespr.meters (4)

Menu Netwerk (3)

Gebruik dit menu om de kosten en de duur van de gesprekken weer te geven.
Info.laatste gesprek (41)
Schakelt het weergeven van de duur en de kosten van het gesprek na afloop van elk gesprek in of uit.
Page 31
De menu's gebruiken
!!
Gesprekstimers (42)
Gebruik deze functie om de totale duur van uit­gaande, inkomende en "Life time" gesprekken weer te geven. Gebruik de "Reset" functie om de regis­tratie van uitgaande en inkomende gesprekken op nul te zetten. Voor de "Reset" functie heeft u de beveiligingscode nodig (zie pagina 29).
Wanneer u op een ander netwerk dan uw eigen netwerk bent aangesloten, verschijnt een . Het aantal gesprekken sinds de aanschaf van de telefoon kan niet teruggesteld worden.
Info.tijdens gesprek (43)
Schakelt het weergeven van de kosten en de duur van elk gesprek tijdens het gesprek in of uit.
Om toegang tot de twee volgende submenu's (44) en (45) te krijgen heeft u een PIN2-code en een phase 2 SIM-kaart nodig (informeer bij uw systeembeheerder).
Gesprekstarief (44)
Gebruik deze functie om de valuta en de tarieven in te voeren (kosten van een gesprek per tijdeenheid).
Totale kostenlimiet (45)
Wordt gebruikt om de totale kosten van de gesprekken weer te geven, in te stellen en terug te stellen. Wordt ook gebruikt om de huidige totale kosten weer te geven en terug te stellen.
Gebruik dit menu om de functies die door het GSM-netwerk worden aangeboden in te schakelen. De beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van de netwerkfuncties waarop u hebt ingeschreven.

Menu Functies (5)

27
Page 32
De menu's gebruiken
!!28!!
Identificatie beller (51)
Schakelt de functie waarmee uw telefoonnummer op de telefoon van uw gesprekspartner wordt weergegeven in of uit.
Doorschakelen (52)
Wordt gebruikt om inkomende gesprekken naar een ander door u gekozen nummer door te schakelen. U kunt verschillende types inkomende gesprekken doorschakelen:
- alle gesprekken,
- gesprekken wanneer u al in gesprek bent,
- gesprekken die u niet hebt opgenomen,
- gesprekken die zijn binnengekomen wanneer het netwerk u niet kon bereiken.
Blokkeren (53)
Wordt gebruikt om inkomende of uitgaande gesprekken te blokkeren.
Hiervoor heeft u een wachtwoord nodig dat bij de systeembeheerder verkrijgbaar is.
Gesprek wacht (54)
Schakelt deze functie in of uit (zie hoofdstuk Netwerkfuncties gebruiken op pagina 31).
Status functies (55)
De netwerkfuncties die op een bepaald moment zijn geselecteerd verschijnen op het scherm van de telefoon.
Deze functie belt het netwerk op. Hiervoor zult u misschien moeten betalen. Informeer bij uw systeembeheerder.
Page 33
De menu's gebruiken
!!
!!

Menu Beveiliging (6)

Gebruik dit menu om de telefoon tegen onbevoegd gebruik te beschermen.
PIN-Code (61)
Hiermee kunt u opgeven of het invoeren van uw PIN-code vereist is of niet bij het inschakelen van de telefoon.
PIN wijzigen (62)
Gebruik deze functie om uw PIN-code te wijzigen.
Deze optie (62) verschijnt slechts als PIN-code actief is.
Toegangscode wijzigen (63)
Gebruik deze functie om de toegangscode te wijzigen.
Wanneer u de telefoon koopt,is de toegangs­code 1234.
Toetsen blokkeren (64)
Gebruik deze functie om het ongewenst indrukken van de toetsen te voorkomen (bijv. wanneer u de telefoon in uw broek- of borstzak draagt).
Houd Deblok ingedrukt om het toetsenbord te deblokkeren.
Gespreksbeperkingen (65)
Gebruik deze functie om gesprekken tot de nummers in de namenlijst te beperken en/of om de lengte van de toegelaten telefoonnummers te beperken.
Hiervoor heeft u de toegangscode nodig.
PIN2 wijzigen (66)
Gebruik deze functie om de PIN2-code te wijzigen. Om toegang te krijgen tot dit submenu is een fase 2 SIM kaart noodzakelijk.
29
Page 34
De menu's gebruiken

Persoonlijk (7)

Hotkeys (71)
Uw telefoon bevat 7 hotkeys, of sneltoetsen, (toets 1 t/m 7) die toegang tot functies die u herhaaldelijk gebruikt verlenen door ze gewoon ingedrukt te houden. De gebruiker kan zelf de functie die bij deze toetsen hoort programmeren. Hieronder vindt u een lijst van de functies die aan de sneltoetsen door de producent van de telefoon zijn gekoppeld.
Toets lang Functie
ingedrukt houden
Voicemail bellen
Functie Toetsen blokkeren activeren
Naar stille modus gaan
Naar status functies vragen
Blokkering toegangscode
Nieuwe berichten lezen Laatst gekozen nummer opnieuw
proberen Laatst inkomend gesprek beant-
woorden (als deze functie door netwerk wordt aangeboden)
Alle berichten lezen
30
Page 35
De menu's gebruiken
!!
Om de huidige instellingen van de Hotkeys te bekijken
Gebruik de toetsen om de instelling van elke
toets te bekijken (het nummer van de toets verschijnt in de index).
Om de instelling van een toets te wijzigen
Druk op Wijzig.
Niet beschikbaar voor toets 1 die u niet kunt herprogrammeren (functie Voicemail bellen).
Gebruik de toetsen om een nieuwe functie
te selecteren en druk op OK.
Kies Hotkey wissen om de instelling van een sneltoets te annuleren.
Hierna volgen de functies die u aan Hotkeys kunt koppelen:
Nood Alle berichten lezen Nieuwe berichten lezen Bel gekozen naam in lijst Bericht zenden Doorschakelen Laatst nr opnieuw proberen Stille modus Status functies Toetsen blokkeren PIN-Code
Afhankelijk van de gekozen functie moet u meer infor­matie invoeren:
• Bel gekozen naam in lijst: kies een naam in de namenlijst. U kunt de gekozen naam bellen door gewoon de sneltoets ingedrukt te houden.
Bel laatst inkomend gesprek
31
Page 36
De menu's gebruiken
• Bericht zenden: kies een bericht in de Opgeslagen lijst. U kunt een opgeslagen bericht naar hetzelfde nummer, waarnaar u het oorspronkelijk al zond,opnieuw zenden.
• Doorschakelen: kies een functie zoals in menu Doorschakelen, voer het telefoonnummer in of kies een naam in de namenlijst.
Sommige Hotkeys kunnen afhankelijk van het netwerk geblokkeerd zijn.
Welkomsttekst (72)
Gebruik deze functie om de welkomsttekst,die bij het inschakelen van de telefoon verschijnt,te veranderen.
Houd ingedrukt om de oude tekst te
verwijderen.
Voer de nieuwe tekst in met behulp van het
toetsenbord.
Automatisch herhalen(73)
Schakelt deze functie in of uit.
Als het nummer dat u belt in gesprek is, meldt het
scherm Telefoon in gesprek. Druk op Trgbel ; uw telefoon zal enkele seconden later het nummer automatisch terug proberen.
Als het gekozen nummer bij de tweede poging nog
in gesprek is, zal de telefoon het 10 minuten later opnieuw proberen.Als het contact met het opge­roepen nummer tot stand komt, geeft de telefoon een reeks alarmsignalen.
Druk op Sluit om deze functie te annuleren.
32
Page 37

Netwerkfuncties gebruiken

De volgende functies (behalve DTMF-tonen) zijn bes­chikbaar afhankelijk van de netwerkfuncties waarop u heeft ingeschreven. Zorg ervoor dat de functie Gesprek wacht (54) is geactiveerd om de volgende functies te gebruiken (zie hoofdstuk De menu's gebruiken/Gesprek wacht (54) op pagina 28).
33
Een gesprek in de wachtstand
plaatsen
Een gesprek in de wachtstand plaatsen is handig als u tijdens een gesprek een tweede gesprek wilt beginnen.
Druk op Optie.
Gebruik de toetsen om Onderbreken te
selecteren.
Druk op OK. Op wacht verschijnt. Het gesprek
wordt onderbroken.
Druk op Terug om het gesprek te hervatten.
Een tweede gesprek
Als een tweede gesprek binnenkomt, Gesprek
wacht of "Oproepend nummer" verschijnt en u
hoort een pieptoon.
Druk op Opnemn om een tweede gesprek te
beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt onderbroken en in de
wachtstand geplaatst. Het tweede gesprek wordt gevoerd. De index geeft aan welk gesprek aan de gang is (1 of 2).
beantwoorden
Page 38
Netwerkfuncties gebruiken
Druk op In/Uit om tussen twee gesprekken te
schakelen. De index geeft aan welk gesprek aan de gang is (1 of 2).
Druk op Einde om het gesprek te beëindigen.
Op wacht verschijnt.
Druk op Terug om het gesprek in de wachtstand te
hervatten.
34
Een derde gesprek
beantwoorden
Als een derde gesprek binnenkomt terwijl u al in gesprek bent en er al een gesprek in de wachtstand is, verschijnt Gesprek wacht op het scherm en u hoort een pieptoon. U moet één van de gesprekken beëindigen om het inkomend gesprek te kunnen beantwoorden.
Druk op In/Uit om het gesprek dat u wilt beëindigen
te selecteren.
Druk op Einde.
Druk op Opnemn om het gesprek te beantwoorden
of op Weiger om het niet te beantwoorden.
Tijdens meerdere gesprekken verschijnt op het scherm:
- Gesprek 1, 2 of 3 om het actieve gesprek aan te geven,
- Het telefoonnummer van de oproeper (als uw netwerk deze functie aanbiedt) of het telefoonnummer dat u heeft gekozen (als het om een uitgaand gesprek gaat),
- De naam van de oproeper of van de persoon die u belt als het telefoonnummer in de namenlijst opgeslagen is.
Page 39
Netwerkfuncties gebruiken
35

Een tweede gesprek voeren

U kunt tijdens een gesprek of wanneer een gesprek in de wachtstand staat,een tweede gesprek beginnen.
Voer een nummer in en druk op Zenden.
U kunt ook op Optie en drukken om het
nummer in de namenlijst, de Opnieuw bel.-lijst of de Terugbellen-lijst te selecteren (zie hoofdstuk Het nummergeheugen op pagina 13).
Druk op In/Uit om van het ene gesprek naar het
andere over te schakelen.
Druk op Einde om het gesprek te beëindigen. Op
wacht verschijnt.
Druk op Terug om het gesprek in de wachtstand te
hervatten.

DTMF-tonen

Met de numerieke toetsen van de telefoon (0 t/m 9,* en #) kunt u altijd DTMF-tonen (Dual Tone MultiFrequency), ook bekend als "druktonen", verzenden. DTMF-tonen worden voor bepaalde telefoondiensten gebruikt zoals antwoordapparaten, semafoons, enz. In plaats van een aparte code in te voeren na elk van één reeks verzoeken, kunt u in een keer ingewikkelde operaties verrichten.
Page 40
Netwerkfuncties gebruiken
36
bijv. Naar nieuwe berichten luisteren
De volgende gegevens horen bij een denkbeeldig antwoordapparaat: telefoonnummer 12345, wacht­woord 9876, code 3 om de functie 'Naar nieuwe
berichten luisteren' te activeren.
Voer 12345 in. 12345 verschijnt.
Houd ingedrukt om een wachtteken in te
voeren. 12345w verschijnt.
Voer 9876 in. 12345w9876 verschijnt.
Houd ingedrukt om een pauzeteken in te
voeren. 12345w9876p verschijnt.
Voer 3 in en druk op Gesprek. 12345w9876p3
verschijnt.
Deze DTMF-reeks kan ook in het nummergeheugen opgeslagen worden.
Uw telefoon beschouwt altijd de eerste pauze als een wachtteken (de resterende cijfers worden niet gezonden zolang uw telefoon niet is aangesloten). De tweede pauze is een echte pauze van 2,5 seconden.Voer voor een langere pauze een paar pauzetekens in.
in één keer
Page 41

Problemen oplossen

Problemen oplossen
Probleem Oplossing
Na aanzetten verschijnt GEBLOKKEERD op het scherm.
De symbolen en worden niet weergegeven.
Het scherm reageert niet (of langzaam) op het indrukken van toetsen.
De telefoon gaat niet naar de standby-modus.
Iemand heeft geprobeerd uw tele­foon te gebruiken maar kende de PIN-code of deblokkeringscode niet. Neem contact op met uw systeem­beheerder.
De netwerkverbinding is verbroken. De ontvangst van radiosignalen is slecht (in een tunnel of tussen hoge gebouwen) of u bent buiten het bereik van het netwerk.Probeer het opnieuw op een andere lokatie.
Het scherm reageert trager bij zeer lage temperaturen. Dit is normaal en beïnvloedt de werking van de tele­foon niet. Probeer het nogmaals op een warmere lokatie.
• Houd ingedrukt,
• Zet de telefoon uit, controleer de SIM-kaart en de batterij en schakel de telefoon weer in.
37
Loading...