Philips TCD308/TP, TCD308/5P, TCD308/HO, TCD308/KP, TCD308/GP User Manual [nl]

...
INSTRUKCJA UßYTKOWNIKA
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Standby-
modus
BEVEILIGING
INSTELLINGEN
BERICHTEN
NETWERK
GESPR.METERS
FUNCTIES
PERSOONLIJK
Talen
Verlichting
Signaaltypen
Signaalvolume
Automatisch herhalen
Welkomsttekst
Hotkeys
Toetstonen
Identificatie
beller
Status functies
Gesprek watcht
Blokkeren
Doorschakelen
Opnemen met
willekeurige toets
Gespreksbeperkingen
Toetsen blokkeren
Toegangscode
wijzigen
PIN wijzigen
PIN2 wijzigen
PIN-code
Voicemail
Nieuwe berichten lezen
Alle berichten lezen
Bericht zenden
Bericht wissen
Signaal inkomend gesprek
Netwerk info
Totale
kostenlimiet
Gesprekstarief
Info.tijdens gesprek
Gesprekstimers
Info.laatste
gesprek
Contrast
Eigen nummer Waarschuwingssignaal
batterij
Aansluiting nieuw netwerk
••• • • ••
••••••
11 12 13 14 15 16
17
18
19
21 22 23 24 25 26 27
31
32
45 44 43 42 41
55 54 53 52 51
66 65 64 63 62 61
73 72 71
Voorkeursnetwerken
311127614553
Voordat u begint
1
Basisfuncties
9
13
Het nummergeheugen
19
Lijst van accessoires
21
De menu's gebruiken
33
Netwerkfuncties gebruiken
37
Problemem oplossen

Antennering

Kies uw voorkeurskleur
Scherm
Functietoets
Wissen toets
Microfoon
Luidspreker
Antenne
Functietoets
Bladertoetsen
Aan/Uit
Toetsenbord

Voordat u begint

Beschrijving van de telefoon

H
1
A
B
C
G
A: Symbolen
Oplaadstatus van batterij: 4 streepjes
betekenen dat de batterij volledig is opgeladen. Telefoon: Niet knipperend - er wordt een gesprek gevoerd. Knipperend - uw telefoon rinkelt. Bellen op ander netwerk: Geeft aan dat u gebruik maakt van een ander netwerk dan uw eigen netwerk. Berichten: Niet knipperend - er is een nieuw bericht binnengekomen. Knipperend ­het berichtengeheugen is vol. Netwerk: Betekent dat de telefoon op een netwerk is aangesloten. Ontvangstkwaliteit: 4 balken betekenen een optimale ontvangst.
B&C: Functietoetsen
De telefoon is voorzien van twee 'functietoetsen' (C), die verschillende dingen op verschillende momenten doen. Een functie (B) op het scherm geeft aan welke functie met deze toets kan worden uitgevoerd.
F
C
E
B
D
Voordat u begint
Als u in deze handleiding 'druk op Einde' leest, wordt 'druk op de functietoets onder de functie Einde' bedoeld.
D: Bladertoetsen
Hiermee kunt u door de menu's, nummergeheugen of berichten 'bladeren'. De bladerindicaties ver­schijnen op het scherm wanneer u vooruit of terug kunt bladeren. Druk op in de standby-modus om de Opnieuw bel.-lijst te selecteren of op om de Terugbellen­lijst te selecteren.Tijdens een gesprek kunt u deze toetsen gebruiken om het volume in te stellen.
E:Aan-/Uit-knop
Houd deze knop ingedrukt om de telefoon aan of uit te zetten.
F:Toetsen Rechts en Links
Hiermee kunt u de cursor naar rechts of naar links verplaatsen wanneer u een bericht invoert. De symbolen verschijnen op het scherm wanneer
G:Toets Wissen
Gebruik deze toets om het scherm leeg te maken of typefouten te wissen. Houd deze toets ingedrukt om naar de standby-modus vanuit de menu-opties terug te gaan.
H: Index
De index geeft één, twee tekens of niets weer afhankelijk van wat u doet.De weergegeven indicaties zijn als volgt:positie in het menu of in een lijst,nummer van het actieve gesprek wanneer er twee gesprekken binnenkomen, 'S' om aan te geven dat het stille modus actief is, '*' geeft de geselecteerde optie aan.
u de cursor mag verplaatsen.
2
Voordat u begint
3

Radiogolven

Veiligheid

Deze GSM-telefoon is een radio-zender/ontvanger, en zendt en ontvangt radiogolven in het GSM-fre­quentiebereik. Het GSM-netwerk bepaalt het ver­mogen waarmee de telefoon uitzendt (tussen 0,02 en 2 watt). Deze GSM-telefoon voldoet aan alle veiligheidsnormen die eraan zijn toegekend. De aanduiding CE op uw telefoon houdt in dat hij aan de Europese richtlijn voor elektromagnetische toepassingen 89/336/EEC en de richtlijn voor lage voltages 73/23/EEC voldoet.

Voorzorgsmaatregelen inzake veiligheid

Een onvoorzichtig gebruik van de telefoon kan tot ongelukken voor u of derden leiden. Gelieve al de veiligheidsinstructies hieronder te lezen en na te volgen, en naar de locale wetten en regelingen te informeren.
Auto's: Informeer bij de leverancier van uw auto
of de elektronische apparatuur in uw auto door radio-energie kan worden gestoord. Vermijd de telefoon te gebruiken wanneer u rijdt (het stoort uw concentratie). Respecteer de locale wetten en regelingen.
Vliegtuigen: Schakel de telefoon uit als u zich in
een vliegtuig bevindt. Het is verboden uw GSM­telefoon tijdens het vliegen te gebruiken.
Voordat u begint
Ziekenhuizen: Schakel de telefoon uit in de
omgeving van ziekenhuizen en medische apparatuur. Informeer bij de leverancier naar de bescherming tegen radiogolven van elektronische medische apparatuur die u eventueel gebruikt (pacemakers, gehoorapparaten, enz.).
Plaatsen waar met explosieven wordt
gewerkt: Schakel de telefoon uit op plaatsen waar
met explosieven wordt gewerkt (mijnen).
Plaatsen met explosiegevaar: Schakel de tele-
foon uit op plaatsen waar met ontvlambare mate­rialen wordt gewerkt (benzinestations, brandsto­fopslagplaatsen, chemiebedrijven, enz.).
Veilig gebruik: Gebruik de telefoon in de norma-
le positie (tegen het oor). Raak de antenne tijdens een gesprek niet aan. Gebruik de telefoon niet als de antenne is beschadigd (risico voor lichte ver­branding van de huid).
Kinderen: Bewaar de telefoon op een veilige
plaats en buiten bereik van kleine kinderen.

Efficiënt gebruik van uw telefoon

Een advies om uw telefoon zo efficiënt mogelijk te gebruiken en om de uitzending van radio-energie en het verbruik van de batterij te beperken:
Vermijd het gebruik van de telefoon op plaatsen
waar de ontvangst slecht is (in tunnels of tussen hoge gebouwen).Als het symbool minder dan 2 balken vertoont, ga dan naar een andere locatie.
4
Voordat u begint
Ontlaad de batterij altijd volledig alvorens deze
opnieuw op te laden.
Gebruik geen andere batterijen dan de modellen
die in de PHILIPS-catalogus zijn aangegeven. Het gebruik van een andere lader kan gevaarlijk zijn en maakt de garantie van de telefoon ongeldig.
Zorg dat de contacten van de batterij niet worden
kortgesloten door metalen onderwerpen (zoals sleutels in uw broek).
Schakel de telefoon uit als u hem voor langere tijd
niet gebruikt.
Bewaar de telefoon in een schone en stofvrije
plaats.
Gebruik/bewaar de telefoon niet bij een hoge
omgevingstemperatuur.
Probeer de telefoon niet te demonteren. Als het
niet goed werkt, bel de PHILIPS-Helplijn.
Houd de telefoon droog en gebruik geen agressie-
ve oplos- en reiniginsmiddelen. Maak de telefoon schoon met een zachte doek die licht met een zachte oplossing van water en zeep is bevochtigd.

De SIM-kaart

Om de telefoon te kunnen gebruiken heeft u een geldige SIM-kaart nodig die bij uw GSM-netwerkbe­heerder verkrijgbaar is. Wanneer u de telefoon inschakelt, wordt u gevraagd de PIN-code in te voeren. De PIN-code is de gehei­me code van de SIM-kaart. U kunt de SIM-kaart niet zonder PIN-code gebruiken.
5
Voordat u begint
De SIM-kaart bevat uw abonnements- en telefoonnummer.Tevens beschikt de kaart over een geheugen waarin u telefoonnummers en berichten kunt opslaan. Ook al gebruikt u de SIM-kaart in een andere telefoon, u heeft nog steeds hetzelfde telefoonnummer en telefoonboek.
Verwijder de batterij.
Schuif de kaart langs de geleiders in de telefoon.
Zorg dat de chip van de kaart aan de binnenzijde zit en naar beneden wijst.
Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare batterij. U dient de batterij na aankoop op te laden.
Het symbool op het scherm geeft de oplaadstatus van de batterij aan. Elk streepje staat voor 25% van een volledig opgeladen batterij. Als u een waarschuwingssignaal hoort en het symbool
verschijnt, moet de batterij worden opgeladen.

De SIM-kaart plaatsen

De batterij

6
Voordat u begint
!!
Nieuwe batterijen dient u voor gebruik ten­minste 24 uur op te laden.
Een batterij werkt pas optimaal nadat deze volle­dig is ontladen en twee- of driemaal opnieuw is opgeladen.
Een batterij gaat langer mee als u deze af en toe volledig laat ontladen.
Plaats de batterij in de klem aan de onderzijde van de
telefoon.
Klap de batterij omlaag totdat deze vastklikt.
Druk de klem aan de bovenzijde van de batterij
omhoog.
Klap de batterij omhoog en neem de batterij uit de
telefoon.

De batterij plaatsen

De batterij verwijderen

7
Voordat u begint
!!

De batterij opladen

Een lader wordt met de telefoon bijgeleverd.
Plaats de batterij in de telefoon.
Steek de connector in de ronde aansluiting aan de
onderzijde van de telefoon.
Steek de transformator in een stopcontact.
Het symbool geeft de oplaadstatus aan :
• knipperend - de batterij wordt opgeladen.
• niet-knipperend - de batterij is volledig opgeladen.
U kunt de lader alleen uitschakelen door de transformator uit het stopcontact te halen.
U kunt de telefoon inschakelen en gebruiken terwijl u de batterij oplaadt.
De lader kan op een IT-voeding worden aangesloten.
Als de batterij volledig is ontladen, verschijnt het batterij-symbool pas 2 tot 3 minuten nadat u de lader hebt aangesloten.
8

Basisfuncties

9
Druk op om de telefoon aan te zetten.
Voer uw PIN-code in als de overeenkomstige func-
tie is geactiveerd en druk op OK.
Als u een onjuiste PIN-code 3 maal invoert, wordt uw SIM-kaart geblokkeerd.
!!
U dient dan de PUK-code in te voeren die u van uw systeembeheerder ontvangt (10 maal een onjuiste PUK-code invoeren zal de SIM-kaart per­manent blokkeren). Neem in dat geval contact op met de systeembeheerder.
Houd ingedrukt om de telefoon uit te zetten.

Standby-modus

Nadat de telefoon is aangezet, staat het toestel in de standby-modus.Dit betekent dat de telefoon gebruiksk­laar is.Tegelijkertijd wordt het volgende weergegeven:

Aan-/uitzetten

Netwerk waarop u bent aangesloten
oplaadstatus van de batterij (max. 4 streepjes). de telefoon is geregistreerd bij een netwerk. kwaliteit van de ontvangst (max. 4 balken).
Als de symbolen en niet verschijnen, betekent het dat het netwerk op dat moment
!!
niet beschikbaar is. Ga naar een andere locatie.
In deze handleiding worden de vanuit de standby-modus uitgevoerde operaties door aangegeven. De tijdens een gesprek uitgevoerde operaties worden door aangegeven.
Loading...
+ 28 hidden pages