betekenen dat de batterij volledig is opgeladen.
Telefoon: Niet knipperend - er wordt een
gesprek gevoerd. Knipperend - uw telefoon
rinkelt.
Bellen op ander netwerk: Geeft aan dat u
gebruik maakt van een ander netwerk dan uw
eigen netwerk.
Berichten: Niet knipperend - er is een
nieuw bericht binnengekomen. Knipperend het berichtengeheugen is vol.
Netwerk: Betekent dat de telefoon op een
netwerk is aangesloten.
Ontvangstkwaliteit: 4 balken betekenen
een optimale ontvangst.
B&C: Functietoetsen
De telefoon is voorzien van twee 'functietoetsen' (C),
die verschillende dingen op verschillende momenten
doen. Een functie (B) op het scherm geeft aan welke
functie met deze toets kan worden uitgevoerd.
F
C
E
B
D
Page 6
Voordat u begint
▼
▼
▼
▼
Als u in deze handleiding 'druk op Einde' leest,
wordt 'druk op de functietoets onder de functie
Einde' bedoeld.
D: Bladertoetsen
Hiermee kunt u door de menu's, nummergeheugen
of berichten 'bladeren'. De bladerindicatiesverschijnen op het scherm wanneer u vooruit of
terug kunt bladeren.
Druk op in de standby-modus om de Opnieuw
bel.-lijst te selecteren of opom de Terugbellenlijst te selecteren.Tijdens een gesprek kunt u deze
toetsen gebruiken om het volume in te stellen.
E:Aan-/Uit-knop
Houd deze knop ingedrukt om de telefoon aan of
uit te zetten.
F:Toetsen Rechts en Links
Hiermee kunt u de cursor naar rechts of naar links
verplaatsen wanneer u een bericht invoert. De
symbolen verschijnen op het scherm wanneer
G:Toets Wissen
Gebruik deze toets om het scherm leeg te maken
of typefouten te wissen. Houd deze toets
ingedrukt om naar de standby-modus vanuit de
menu-opties terug te gaan.
H: Index
De index geeft één, twee tekens of niets weer
afhankelijk van wat u doet.De weergegeven indicaties
zijn als volgt:positie in het menu of in een lijst,nummer
van het actieve gesprek wanneer er twee gesprekken
binnenkomen, 'S' om aan te geven dat het stille
modus actief is, '*' geeft de geselecteerde optie aan.
u de cursor mag verplaatsen.
2
Page 7
Voordat u begint
3
Radiogolven
Veiligheid
Deze GSM-telefoon is een radio-zender/ontvanger, en
zendt en ontvangt radiogolven in het GSM-frequentiebereik. Het GSM-netwerk bepaalt het vermogen waarmee de telefoon uitzendt (tussen 0,02 en
2 watt).
Deze GSM-telefoon voldoet aan alle veiligheidsnormen
die eraan zijn toegekend. De aanduiding CE op uw
telefoon houdt in dat hij aan de Europese richtlijn
voor elektromagnetische toepassingen 89/336/EEC en
de richtlijn voor lage voltages 73/23/EEC voldoet.
Voorzorgsmaatregelen inzake veiligheid
Een onvoorzichtig gebruik van de telefoon kan tot
ongelukken voor u of derden leiden. Gelieve al de
veiligheidsinstructies hieronder te lezen en na te volgen,
en naar de locale wetten en regelingen te informeren.
■ Auto's: Informeer bij de leverancier van uw auto
of de elektronische apparatuur in uw auto door
radio-energie kan worden gestoord. Vermijd de
telefoon te gebruiken wanneer u rijdt (het stoort
uw concentratie). Respecteer de locale wetten en
regelingen.
■ Vliegtuigen: Schakel de telefoon uit als u zich in
een vliegtuig bevindt. Het is verboden uw GSMtelefoon tijdens het vliegen te gebruiken.
Page 8
Voordat u begint
■ Ziekenhuizen: Schakel de telefoon uit in de
omgeving van ziekenhuizen en medische apparatuur.
Informeer bij de leverancier naar de bescherming
tegen radiogolven van elektronische medische
apparatuur die u eventueel gebruikt (pacemakers,
gehoorapparaten, enz.).
■ Plaatsen waar met explosieven wordt
gewerkt: Schakel de telefoon uit op plaatsen waar
met explosieven wordt gewerkt (mijnen).
■ Plaatsen met explosiegevaar: Schakel de tele-
foon uit op plaatsen waar met ontvlambare materialen wordt gewerkt (benzinestations, brandstofopslagplaatsen, chemiebedrijven, enz.).
■ Veilig gebruik: Gebruik de telefoon in de norma-
le positie (tegen het oor). Raak de antenne tijdens
een gesprek niet aan. Gebruik de telefoon niet als
de antenne is beschadigd (risico voor lichte verbranding van de huid).
■ Kinderen: Bewaar de telefoon op een veilige
plaats en buiten bereik van kleine kinderen.
Efficiënt gebruik van uw telefoon
Een advies om uw telefoon zo efficiënt mogelijk te
gebruiken en om de uitzending van radio-energie en
het verbruik van de batterij te beperken:
■ Vermijd het gebruik van de telefoon op plaatsen
waar de ontvangst slecht is (in tunnels of tussen
hoge gebouwen).Als het symbool minder dan
2 balken vertoont, ga dan naar een andere locatie.
4
Page 9
Voordat u begint
■ Ontlaad de batterij altijd volledig alvorens deze
opnieuw op te laden.
■ Gebruik geen andere batterijen dan de modellen
die in de PHILIPS-catalogus zijn aangegeven. Het
gebruik van een andere lader kan gevaarlijk zijn en
maakt de garantie van de telefoon ongeldig.
■ Zorg dat de contacten van de batterij niet worden
kortgesloten door metalen onderwerpen (zoals
sleutels in uw broek).
■ Schakel de telefoon uit als u hem voor langere tijd
niet gebruikt.
■ Bewaar de telefoon in een schone en stofvrije
plaats.
■ Gebruik/bewaar de telefoon niet bij een hoge
omgevingstemperatuur.
■ Probeer de telefoon niet te demonteren. Als het
niet goed werkt, bel de PHILIPS-Helplijn.
■ Houd de telefoon droog en gebruik geen agressie-
ve oplos- en reiniginsmiddelen. Maak de telefoon
schoon met een zachte doek die licht met een
zachte oplossing van water en zeep is bevochtigd.
De SIM-kaart
Om de telefoon te kunnen gebruiken heeft u een
geldige SIM-kaart nodig die bij uw GSM-netwerkbeheerder verkrijgbaar is.
Wanneer u de telefoon inschakelt, wordt u gevraagd
de PIN-code in te voeren. De PIN-code is de geheime code van de SIM-kaart. U kunt de SIM-kaart niet
zonder PIN-code gebruiken.
5
Page 10
Voordat u begint
De SIM-kaart bevat uw abonnements- en
telefoonnummer.Tevens beschikt de kaart over een
geheugen waarin u telefoonnummers en berichten
kunt opslaan. Ook al gebruikt u de SIM-kaart in een
andere telefoon, u heeft nog steeds hetzelfde
telefoonnummer en telefoonboek.
▼
■ Verwijder de batterij.
■ Schuif de kaart langs de geleiders in de telefoon.
Zorg dat de chip van de kaart aan de binnenzijde zit
en naar beneden wijst.
Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare
batterij. U dient de batterij na aankoop op te laden.
Het symbool op het scherm geeft de
oplaadstatus van de batterij aan. Elk streepje staat
voor 25% van een volledig opgeladen batterij. Als u
een waarschuwingssignaal hoort en het symbool
verschijnt, moet de batterij worden opgeladen.
De SIM-kaart plaatsen
De batterij
6
Page 11
Voordat u begint
!!
Nieuwe batterijen dient u voor gebruik tenminste 24 uur op te laden.
Een batterij werkt pas optimaal nadat deze volledig is ontladen en twee- of driemaal opnieuw
is opgeladen.
Een batterij gaat langer mee als u deze af en toe
volledig laat ontladen.
▼
■ Plaats de batterij in de klem aan de onderzijde van de
telefoon.
■ Klap de batterij omlaag totdat deze vastklikt.
▼
■ Druk de klem aan de bovenzijde van de batterij
omhoog.
■ Klap de batterij omhoog en neem de batterij uit de
telefoon.
De batterij plaatsen
De batterij verwijderen
7
Page 12
Voordat u begint
!!
De batterij opladen
Een lader wordt met de telefoon bijgeleverd.
▼
■ Plaats de batterij in de telefoon.
■ Steek de connector in de ronde aansluiting aan de
onderzijde van de telefoon.
■ Steek de transformator in een stopcontact.
■ Het symbool geeft de oplaadstatus aan :
• knipperend - de batterij wordt opgeladen.
• niet-knipperend - de batterij is volledig
opgeladen.
U kunt de lader alleen uitschakelen door de
transformator uit het stopcontact te halen.
U kunt de telefoon inschakelen en gebruiken
terwijl u de batterij oplaadt.
De lader kan op een IT-voeding worden aangesloten.
Als de batterij volledig is ontladen, verschijnt het
batterij-symbool pas 2 tot 3 minuten nadat u
de lader hebt aangesloten.
8
Page 13
Basisfuncties
▼
▼
9
▼
■ Druk op om de telefoon aan te zetten.
■ Voer uw PIN-code in als de overeenkomstige func-
tie is geactiveerd en druk op OK.
Als u een onjuiste PIN-code 3 maal invoert,
wordt uw SIM-kaart geblokkeerd.
!!
U dient dan de PUK-code in te voeren die u van
uw systeembeheerder ontvangt (10 maal een
onjuiste PUK-code invoeren zal de SIM-kaart permanent blokkeren). Neem in dat geval contact
op met de systeembeheerder.
■ Houd ingedrukt om de telefoon uit te zetten.
Standby-modus
Nadat de telefoon is aangezet, staat het toestel in de
standby-modus.Dit betekent dat de telefoon gebruiksklaar is.Tegelijkertijd wordt het volgende weergegeven:
Aan-/uitzetten
Netwerk waarop
u bent aangesloten
oplaadstatus van de batterij (max. 4 streepjes).
de telefoon is geregistreerd bij een netwerk.
kwaliteit van de ontvangst (max. 4 balken).
Als de symbolen en niet verschijnen,
betekent het dat het netwerk op dat moment
!!
niet beschikbaar is. Ga naar een andere locatie.
In deze handleiding worden de vanuit de
standby-modus uitgevoerde operaties door
aangegeven. De tijdens een gesprek uitgevoerde
operaties worden dooraangegeven.
▼
Page 14
Basisfuncties
10
▼
■ Voer het gewenste telefoonnummer in.
■ Druk op Bellen.
Tijdens het gesprek verschijnt .
■ Druk na afloop van het gesprek op Einde.
Een gesprek voeren
Een gesprek beantwoorden
Bij een binnenkomend gesprek gaat er een belsignaal, knippert het symbool en verschijnt de
tekst Wordt gebeld of het nummer van de oproeper
als deze functie door uw netwerk wordt aangeboden.
▼
■ Als u het gesprek niet wilt beantwoorden, druk op
Weiger.
Als u het gesprek niet wilt beantwoorden, gaat de
telefoon terug naar de standby-modus en de beller
hoort de bezettoon.
Een niet beantwoord gesprek kan naar een ander
nummer worden doorgeschakeld (zie hoofdstuk De
menu's gebruiken/Doorschakelen op pagina 28).
■ Om het gesprek te beantwoorden, druk op
Opnemn. Het symbool verschijnt.
■ Druk na afloop van het gesprek op Einde.
Volume van luidspreker
▼
■ Gebruik de toetsen om het volume van de
luidspreker aan te passen.
Op het scherm verschijnen 1 tot 5 zwarte
rechthoeken die het volumeniveau aangeven (5
rechthoeken staan voor het maximale volume).
Page 15
Basisfuncties
11
Het laatste nummer herhalen
De laatste 10 verschillende gekozen nummers
blijven beschikbaar op uw telefoon.
▼
■
Druk op om de Opnieuw bel.-lijst op te vragen. Het laatstgekozen nummer verschijnt.
■ Druk op en selecteer een ander telefoonnummer.
■ Druk op Bellen.
Iemand terugbellen
Elke van de laatste 10 verschillende personen die u
hebben gebeld blijven beschikbaar op uw telefoon
(mits het netwerk deze functie aanbiedt).
▼
■ Druk op om de Terugbellen-lijst op te vragen.
Het nummer van de laatste persoon die u belde verschijnt.
Druk op om een ander telefoonnummer te selecteren.
■
■ Druk op Bellen.
De microfoon in-/uitschakelen
▼
■ Druk op Optie of op en houd de
toets ingedrukt om de microfoon uit te schakelen.
De aanduiding Geen geluid verschijnt.
Wanneer twee gesprekken binnenkomen verschijnt
de functie In/Uit in plaats van Optie.
■ Druk op Geluid om de microfoon weer in te
schakelen.
Page 16
Basisfuncties
Nood
Om een dringend gesprek te voeren dient u de
PIN-code niet in te voeren.
▼
■ Zet de telefoon aan.
■ Druk op SOS. NOOD verschijnt en blijft enige tijd
op het scherm.
■ Druk op Bellen.
U kunt ook een dringend gesprek in de standbymodus voeren door 112 in te voeren en op
Bellen te drukken.
Afhankelijk van uw netwerk kunt u een dringend
gesprek voeren zelfs zonder SIM-kaart in de
telefoon.
Hotkeys gebruiken
Uw telefoon wordt voorzien van functies die in
de standby-modus direct beschikbaar zijn. Door
een van de cijfertoetsen (1 t/m 9) van het toetsenbord ingedrukt te houden maakt u een van
die functies actief (Hotkeys).
Herhaling: in de standby-modus worden de
cijfertoetsen op normale wijze ingedrukt om een
telefoonnummer te kiezen.
▼
■ Controleer dat uw telefoon in de standby-modus
is (de naam van het netwerk verschijnt)
■ Houd een toets tussen en ingedrukt
om de overeenkomstige functie te selecteren.
U kunt de oorspronkeljike instelling van de
Hotkeys bekijken en wijzigen (zie De menu's
gebruiken/Persoonlijk op pagina 30).
12
Page 17
Het nummergeheugen
13
Het elektronische nummergeheugen bevat drie
verschillende lijsten:
■ De Namenlijst
Wanneer u een veld aan het nummergeheugen toevoegt (naam en telefoonnummer), wordt het in de
namenlijst opgeslagen. Het maximum aantal velden
is afhankelijk van uw SIM-kaart.
■ De Opnieuw bel.-lijst
Van elk gesprek dat u voert wordt het telefoonnummer in de Opnieuw bel.-lijst opgeslagen. Deze
lijst bevat de laatste 10 door u gekozen nummers.
■ De Terugbellen-lijst
Van elk binnenkomend gesprek wordt het telefoonnummer in de Terugbellen-lijst opgeslagen
(mits deze informatie door het netwerk wordt aangeboden). Deze lijst bevat de nummers van de
laatste 10 personen die u hebben gebeld.
Een veld invoeren in de
Lijsten
▼
■ Voer het telefoonnummer in.
■ Druk op Opslaan.
■ Voer een naam met het toetsenbord in (zie hoofd-
stuk Een naam invoeren op pagina 14).
■ Druk op OK om de naam te bevestigen.
■ Druk op OK om het telefoonnummer te bevestigen.
■
Druk op om de positie van het veld te bepalen.
Deze positie wordt in de index weergegeven.
namenlijst
Page 18
Het nummergeheugen
!!
■ Druk op OK om het veld op te slaan.
Wanneer het geheugen van de SIM-kaart vol
is, dient u een veld te verwijderen voordat u
een ander kunt toevoegen (zie hoofdstuk Uit
de namenlijst verwijderen op pagina 18).
Een naam invoeren
Elke toets komt met een aantal tekens overeen.
Toets
Druk meerdere malen op een toets om het
gewenste teken te selecteren. Bijvoorbeeld:
Als het volgende teken dezelfde toets gebruikt
als de vorige, wacht dan 2 seconden of verplaats
de cursor naar rechts.
14
Page 19
Het nummergeheugen
■ Druk op of op om de cursor naar
links of naar rechts te verplaatsen.
■ Druk op om spaties toe te voegen.
■ Druk op de toetsen om tussen hoofd- en kleine
letters te wisselen.
■ Druk op om een teken te verwijderen.
■ Houd de toets ingedrukt om de hele teken-
reeks te verwijderen.
▼
■ Voer de nummers in met behulp van het toetsenbord.
■
Houd de toets ingedrukt om + in te voeren
in plaats van de internationale toegangscode.
■ Druk op om een teken te verwijderen.
■ Houd de toets ingedrukt om de hele tekenreeks
te verwijderen.
Het verdient aanbeveling alle nummers in de
internationale notatie in te voeren. Zo kunt u
alle nummers vanuit alle netwerken kiezen.
Een nummer invoeren
15
Page 20
Het nummergeheugen
16
U kunt een veld uit de namenlijst selecteren en het
nummer direct bellen.
▼
■ Druk op Namen en dan op OK (of houd gewoon
Namen ingedrukt) om de namenlijst te selecteren.
■ Gebruik de toetsen om het gewenste veld te
selecteren.
■ Druk op Bellen.
■ Druk na afloop van het gesprek op Einde.
Een naam zoeken
Bellen vanuit de namenlijst
U kunt een veld uit de namenlijst nog sneller opvragen.
▼
■ Druk op Namen.
■ Voer de eerste letter(s) van de gewenste naam in.
■ Druk op Zoeken.
■ Op het scherm verschijnt de eerste naam die door
de door u ingevoerde letter(s) begint.
■ Druk op Bellen.
Een veld wijzigen
U kunt de naam, het nummer of de positie van een
veld in de namenlijst wijzigen.
▼
■ Druk op Namen en dan op OK (of houd gewoon
Namen ingedrukt).
Page 21
Het nummergeheugen
■ Gebruik de toetsen om het gewenste veld te
selecteren.
■ Druk op Optie en dan op OK.
■ Wijzig de naam met behulp van het toetsenbord ;
druk daarna op OK.
■ Wijzig het nummer met behulp van het
toetsenbord ; druk daarna op OK.
■ Wijzig de positie met behulp van de toetsen .
■ Druk op OK als de nieuwe positie vrij is of op
Wissel als de nieuwe positie reeds bezet is.
Een veld in de namenlijst
kopiëren
U kunt een nummer vanuit de Opnieuw bel.- of de
Terugbellen-lijst naar de namenlijst kopiëren.
▼
■ Druk op om vanuit de Opnieuw bel.-lijst of op
om vanuit de Terugbellen-lijst te kopiëren.
■ Gebruik de toetsen om het nummer dat u wilt
kopiëren weer te geven.
■ Druk op Optie.
■
Gebruik de toetsen om Opslag te selecteren.
■ Druk op OK.
■ Voer een naam met behulp van het toetsenbord in
en druk op OK.
17
Page 22
Het nummergeheugen
■ Druk op OK om het telefoonnummer te bevestigen.
■ Druk op de toetsen om de positie van het veld
in te stellen.
■ Druk op OK als de nieuwe positie vrij is of op
In/Uit als de nieuwe positie reeds bezet is.
18
▼
■ Druk op Namen en dan op OK (of houd gewoon
■ Gebruik de toetsen om het gewenste veld te
■ Druk op Optie en dan op . Wissen verschijnt.
■ Druk op OK en dan op Ja om uw keuze te bevestigen.
Uit de namenlijst verwijderen
Namen ingedrukt).
selecteren.
Uit de Opnieuw bel.- of
▼
■ Druk op om een veld uit de Opnieuw bel.-lijst
te verwijderen en opom een veld uit de
Terugbellen-lijst te verwijderen.
■ Gebruik de toetsen om het nummer,dat u wilt
verwijderen, te selecteren.
■ Druk op Optie.
■
Druk op de toetsen om
geven en één telefoonnummer uit de lijst te verwijderen of op om Alles wissen weer te geven
en alle telefoonnummers uit de lijst te verwijderen.
■ Druk op OK.
Terugbellen-lijst verwijderen
Wissen
weer te
Page 23
Lijst van accessoires
3 verschillende
batterijen
BHR 155/P600 mAh NiMH Standaardverpakking
BHR 156/P 600 mAh NiMH Slimme verpakking
BHR 159/P 900 mAh NiMH Commercièle verpakking
19
Snelle lader
Voedt de telefoon en laadt
de batterij in zeer korte tijd op.
Europese stekker ACSR15/P Stekker UK ACUR15/P
Australische stekker
Zuidafrikaanse stekker
• Gemakkelijke handsfree-autoset:
weinig installatie voor een handsfree oplossing.
Page 24
Lijst van accessoires
20
Bureau-lader
DTBE 10/P
Handsfree-koptelefoon
HSAE10/P
Laadt de batterij op als hij op de
telefoon is aangesloten en geeft
een aansluiting voor een tweede
batterij.
Combineert een ergonomische
luidspreker en een microfoon
om de telefoon in alle omstandigheden te kunnen gebruiken (tijdens het lopen, het fietsen, enz.).
Klep *
• Bescherming tegen ongewenst gebruik van het
toetsenbord.
• Het is niet nodig om de klep te openen om een
gesprek te beantwoorden.
• Het is niet nodig om de klep te openen om een
gesprek vanuit de namen-,herhaal- of terugbel-lijst te
voeren.
• De gebruiker kan de klep verwijderen. Dit stoort in
geen geval de werking van de telefoon.
* Is niet in alle landen beschikbaar
Page 25
De menu's gebruiken
Deze telefoon bevat een aantal functies die in menu's
en submenu's zijn onderverdeeld. Dit systeem maakt
het mogelijk de functies van de telefoon makkelijk te
gebruiken.
21
▼
■ Druk op Menu.
■ Gebruik de toetsenom één van de 7 menu's
■ Druk op OK om het menu te selecteren.
■ Gebruik de toetsen om door de verschillende
submenu's te bladeren.
■ Druk op OK om een submenu te selecteren.
■ Druk op Sluit of op om naar het vorige
scherm terug te gaan.
■
Houd of Sluit ingedrukt om het menusysteem
te verlaten en naar de standby-modus terug te gaan.
weer te geven.
Bediening
Sneltoetsen naar menu's en
submenu's
Bij elk menu of submenu hoort een nummer dat in
de index wordt weergegeven. Gebruik dat nummer
om snel toegang tot een menu te krijgen.
▼
■ Druk op Menu.
■Voer het nummer van het menu of submenu in.
■ Druk op OK om het menu of submenu te selecteren.
Page 26
De menu's gebruiken
22
Met het menu Instellingen kunt u de telefoon aan uw
Menu Instellingen (1)
wensen aanpassen.
Talen (11)
Kiest de taal van uw telefoon.
Verlichting (12)
Schakelt de verlichting in of uit.Als deze functie is
ingeschakeld, blijven het toetsenbord en het
scherm 15 seconden lang verlicht iedere keer dat u
op een toets drukt.
Signaaltypen (13)
Stelt uw voorkeurssignaal in (8 keuzen).
Signaalvolume (14)
Stelt het signaalvolume in (3 niveau's plus stille modus).
Toetstonen (15)
Schakelt het geluid, dat de toetsen maken wanneer
u erop drukt, in of uit.
Opnemen met willekeurige toets (16)
Schakelt de functie in of uit om een gesprek aan te
nemen door op een willekeurige toets van het
toetsenbord te drukken.
Contrast (17)
Stelt het contrastniveau van het scherm in (5
niveau's).
Eigen nummer (18)
Geeft uw eigen nummer weer.
Het moet eerst ingevoerd worden.
Waarschuwingssignaal batterij (19)
Schakelt het signaal dat aangeeft dat de batterij
opgeladen moet worden in of uit.
Page 27
De menu's gebruiken
!!
23
Gebruik dit menu om uw voicemail- en tekstberichten
in te voeren. Voicemail-berichten worden in een
brievenbus van het netwerk opgeslagen.
Tekstberichten worden automatisch door uw
telefoon ontvangen. Als iemand u een bericht stuurt
wanneer uw telefoon niet is aangezet, zult u het
ontvangen wanneer u de telefoon aanzet (behalve
Netwerk info).
Een tekstbericht ontvangen:
U hoort een pieptoon (als de functie Signal inkomend gesprek
(26) actief is).verschijnt en het tekstbericht wordt in
de Opgeslagen lijst geplaatst.
Als knippert, betekent het dat de
Opgeslagen lijst vol is en dat u enkele tekstberichten moet verwijderen.
Voicemail (21)
• Brievenbus: geeft uw brievenbusnummer weer
als u het onder Brievenbsnr heeft ingevoerd.Druk
op Bellen om uw brievenbus op te bellen. U kunt
ook de sneltoets 1 gebruiken om uw brievenbus op te bellen (zie hoofdstuk
Basisfuncties/Hotkeys gebruiken op pagina 12).
• Brievenbsnr: dient om het brievenbusnummer
in te voeren of te wijzigen. Het busnummer moet
ingevoerd zijn om de sneltoets 1 te kunnen
gebruiken.
Nieuwe berichten lezen (22)
Gebruik deze functie om een nieuw tekstbericht te
lezen of te verwijderen.
Menu Berichten (2)
Page 28
De menu's gebruiken
Alle berichten lezen (23)
Gebruik deze functie om alle in de Opgeslagen lijst
opgeslagen tekstberichten te lezen of te verwijderen.
Bericht zenden (24)
Tekstberichten schrijven en verzenden
▼
■ Voer uw bericht met behulp van het toetsenbord
in en druk op OK.
■ Voer het telefoonnummer in of druk op Namen om
het in de namenlijst te kiezen ; druk daarna op OK.
■ Voer het nummer van het berichtencentrum in of
druk op Namen om het in de namenlijst te kiezen ;
druk daarna op OK.
■ Druk op OK om een bericht rechtstreeks te verzen-
den (het kan later opgeslagen worden) of druk op
en dan op OK om uw bericht in de Opgeslagen lijst op
te slaan (het bericht kan later verzonden worden).
■ Druk na afloop hiervan op Sluit.
▼
■ Druk op Lijst.
■ Gebruik de toetsen om Opgeslagen lijst te
selecteren, druk dan op OK.
■ Gebruik de toetsen om een binnenkomend
tekstbericht te selecteren
■ Druk op Terugb.
■ Voer uw antwoord in met behulp van het toetsenbord
en druk op OK.
■ Het nummer van de oproeper verschijnt.Druk op OK.
Een opgeslagen binnenkomend
tekstbericht beantwoorden
24
Page 29
De menu's gebruiken
■ Voer het nummer van het berichtencentrum in of
druk op Namen om het in de Namenlijst te kiezen ;
druk daarna op OK.
■ Zenden verschijnt. Druk op OK.
■ Druk op OK om uw antwoord in de
Opgeslagen lijst op te slaan of druk na afloop
hiervan op Sluit.
▼
■ Druk op Lijst.
■ Gebruik de toetsen om de Opgeslagen lijst of
■ Gebruik de toetsen om een bericht te
■ Voer het telefoonnummer in en druk op OK of
■ Voer het nummer van het berichtencentrum in of
■ Druk op OK om te verzenden en daarna op Sluit.
Bericht wissen (25)
Signaal inkomend gesprek (26)
Een bericht vanuit een lijst verzenden
de Standaardlijst te selecteren ;druk daarna op OK.
selecteren en druk op OK.
druk op Namen om een veld in de namenlijst te
selecteren.
druk op Namen om het in de namenlijst te
selecteren ; druk daarna op OK.
De Standaardlijst bevat standaardberichten die in
de telefoon al bestaan.
Gebruik deze functie om berichten in de
Opgeslagen lijst te verwijderen.
Schakelt het signaal dat aangeeft dat een bericht is
ontvangen in of uit.
25
Page 30
De menu's gebruiken
!!
Netwerk info (27)
Schakelt de functie om door het netwerk verzonden
informatie te ontvangen in of uit.
Informatieberichten worden door het netwerk aan al
aangesloten GSM-telefoons verzonden (bijv. weerberichten). Deze optie verschijnt in het menu als het
netwerk deze dienst levert. Als deze functie geactiveerd wordt, dan wordt de stand-by tijd van het telefoontoestel aanzienlijk korter (ongeveer 30% korter).
26
Gebruik dit menu om de verbindingen tussen de
telefoon en het netwerk te beheren.
Aansluiting nieuw netwerk (31)
Gebruik deze functie om uw telefoon op een ander
beschikbaar netwerk aan te sluiten.
Een # voor de naam van een netwerk
betekent dat dit netwerk verboden is.
Voorkeursnetwerken (32)
Gebruik deze functie om een lijst van al uw
voorkeursnetwerken te creëren en te beheren.
Wanneer u de telefoon aanzet en wanneer
verschillende netwerken beschikbaar zijn, kiest de
telefoon een netwerk op basis van deze lijst.
Menu Gespr.meters (4)
Menu Netwerk (3)
Gebruik dit menu om de kosten en de duur van de
gesprekken weer te geven.
Info.laatste gesprek (41)
Schakelt het weergeven van de duur en de kosten
van het gesprek na afloop van elk gesprek in of uit.
Page 31
De menu's gebruiken
!!
Gesprekstimers (42)
Gebruik deze functie om de totale duur van uitgaande, inkomende en "Life time" gesprekken weer
te geven. Gebruik de "Reset" functie om de registratie van uitgaande en inkomende gesprekken op
nul te zetten. Voor de "Reset" functie heeft u de
beveiligingscode nodig (zie pagina 29).
Wanneer u op een ander netwerk dan uw eigen
netwerk bent aangesloten, verschijnt een .
Het aantal gesprekken sinds de aanschaf van de
telefoon kan niet teruggesteld worden.
Info.tijdens gesprek (43)
Schakelt het weergeven van de kosten en de duur
van elk gesprek tijdens het gesprek in of uit.
Om toegang tot de twee volgende submenu's
(44) en (45) te krijgen heeft u een PIN2-code
en een phase 2 SIM-kaart nodig (informeer bij
uw systeembeheerder).
Gesprekstarief (44)
Gebruik deze functie om de valuta en de tarieven
in te voeren (kosten van een gesprek per tijdeenheid).
Totale kostenlimiet (45)
Wordt gebruikt om de totale kosten van de gesprekken
weer te geven, in te stellen en terug te stellen.
Wordt ook gebruikt om de huidige totale kosten
weer te geven en terug te stellen.
Gebruik dit menu om de functies die door het
GSM-netwerk worden aangeboden in te schakelen.
De beschikbaarheid van deze functies is
afhankelijk van de netwerkfuncties waarop u
hebt ingeschreven.
Menu Functies (5)
27
Page 32
De menu's gebruiken
!!28!!
Identificatie beller (51)
Schakelt de functie waarmee uw telefoonnummer
op de telefoon van uw gesprekspartner wordt
weergegeven in of uit.
Doorschakelen (52)
Wordt gebruikt om inkomende gesprekken naar
een ander door u gekozen nummer door te
schakelen.
U kunt verschillende types inkomende gesprekken
doorschakelen:
- alle gesprekken,
- gesprekken wanneer u al in gesprek bent,
- gesprekken die u niet hebt opgenomen,
- gesprekken die zijn binnengekomen wanneer het
netwerk u niet kon bereiken.
Blokkeren (53)
Wordt gebruikt om inkomende of uitgaande
gesprekken te blokkeren.
Hiervoor heeft u een wachtwoord nodig dat
bij de systeembeheerder verkrijgbaar is.
Gesprek wacht (54)
Schakelt deze functie in of uit (zie hoofdstuk
Netwerkfuncties gebruiken op pagina 31).
Status functies (55)
De netwerkfuncties die op een bepaald moment
zijn geselecteerd verschijnen op het scherm van de
telefoon.
Deze functie belt het netwerk op. Hiervoor
zult u misschien moeten betalen. Informeer bij
uw systeembeheerder.
Page 33
De menu's gebruiken
!!
!!
Menu Beveiliging (6)
Gebruik dit menu om de telefoon tegen onbevoegd
gebruik te beschermen.
PIN-Code (61)
Hiermee kunt u opgeven of het invoeren van uw
PIN-code vereist is of niet bij het inschakelen van
de telefoon.
PIN wijzigen (62)
Gebruik deze functie om uw PIN-code te wijzigen.
Deze optie (62) verschijnt slechts als PIN-code
actief is.
Toegangscode wijzigen (63)
Gebruik deze functie om de toegangscode te wijzigen.
Wanneer u de telefoon koopt,is de toegangscode 1234.
Toetsen blokkeren (64)
Gebruik deze functie om het ongewenst indrukken
van de toetsen te voorkomen (bijv. wanneer u de
telefoon in uw broek- of borstzak draagt).
Houd Deblok ingedrukt om het toetsenbord te
deblokkeren.
Gespreksbeperkingen (65)
Gebruik deze functie om gesprekken tot de nummers
in de namenlijst te beperken en/of om de lengte
van de toegelaten telefoonnummers te beperken.
Hiervoor heeft u de toegangscode nodig.
PIN2 wijzigen (66)
Gebruik deze functie om de PIN2-code te wijzigen.
Om toegang te krijgen tot dit submenu is een fase
2 SIM kaart noodzakelijk.
29
Page 34
De menu's gebruiken
Persoonlijk (7)
Hotkeys (71)
Uw telefoon bevat 7 hotkeys, of sneltoetsen, (toets 1
t/m 7) die toegang tot functies die u herhaaldelijk
gebruikt verlenen door ze gewoon ingedrukt te houden.
De gebruiker kan zelf de functie die bij deze toetsen
hoort programmeren. Hieronder vindt u een lijst van
de functies die aan de sneltoetsen door de producent
van de telefoon zijn gekoppeld.
Toets lang Functie
ingedrukt houden
Voicemail bellen
Functie Toetsen blokkeren activeren
Naar stille modus gaan
Naar status functies vragen
Blokkering toegangscode
Nieuwe berichten lezen
Laatst gekozen nummer opnieuw
proberen
Laatst inkomend gesprek beant-
woorden (als deze functie door
netwerk wordt aangeboden)
Alle berichten lezen
30
Page 35
De menu's gebruiken
!!
Om de huidige instellingen
van de Hotkeys te bekijken
▼
■ Gebruik de toetsen om de instelling van elke
toets te bekijken (het nummer van de toets
verschijnt in de index).
Om de instelling van een toets te wijzigen
▼
■ Druk op Wijzig.
Niet beschikbaar voor toets 1 die u niet kunt
herprogrammeren (functie Voicemail bellen).
■ Gebruik de toetsen om een nieuwe functie
te selecteren en druk op OK.
Kies Hotkey wissen om de instelling van
een sneltoets te annuleren.
Hierna volgen de functies die u aan Hotkeys
kunt koppelen:
NoodAlle berichten lezen
Nieuwe berichten lezenBel gekozen naam in lijst
Bericht zendenDoorschakelen
Laatst nr opnieuw proberen Stille modus
Status functies
Toetsen blokkerenPIN-Code
Afhankelijk van de gekozen functie moet u meer informatie invoeren:
• Bel gekozen naam in lijst: kies een naam in de
namenlijst. U kunt de gekozen naam bellen door
gewoon de sneltoets ingedrukt te houden.
Bel laatst inkomend gesprek
31
Page 36
De menu's gebruiken
• Bericht zenden: kies een bericht in de Opgeslagen lijst.
U kunt een opgeslagen bericht naar hetzelfde nummer,
waarnaar u het oorspronkelijk al zond,opnieuw zenden.
• Doorschakelen: kies een functie zoals in menu
Doorschakelen, voer het telefoonnummer in of kies
een naam in de namenlijst.
Sommige Hotkeys kunnen afhankelijk van het
netwerk geblokkeerd zijn.
Welkomsttekst (72)
Gebruik deze functie om de welkomsttekst,die bij het
inschakelen van de telefoon verschijnt,te veranderen.
■ Houd ingedrukt om de oude tekst te
verwijderen.
■ Voer de nieuwe tekst in met behulp van het
toetsenbord.
Automatisch herhalen(73)
Schakelt deze functie in of uit.
■ Als het nummer dat u belt in gesprek is, meldt het
scherm Telefoon in gesprek. Druk op Trgbel ; uw
telefoon zal enkele seconden later het nummer
automatisch terug proberen.
■ Als het gekozen nummer bij de tweede poging nog
in gesprek is, zal de telefoon het 10 minuten later
opnieuw proberen.Als het contact met het opgeroepen nummer tot stand komt, geeft de telefoon
een reeks alarmsignalen.
■ Druk op Sluit om deze functie te annuleren.
32
Page 37
Netwerkfuncties gebruiken
De volgende functies (behalve DTMF-tonen) zijn beschikbaar afhankelijk van de netwerkfuncties waarop u
heeft ingeschreven. Zorg ervoor dat de functie
Gesprek wacht (54) is geactiveerd om de volgende
functies te gebruiken (zie hoofdstuk De menu's
gebruiken/Gesprek wacht (54) op pagina 28).
33
Een gesprek in de wachtstand
plaatsen
Een gesprek in de wachtstand plaatsen is handig als
u tijdens een gesprek een tweede gesprek wilt
beginnen.
▼
■ Druk op Optie.
Gebruik de toetsen om Onderbreken te
■
selecteren.
■ Druk op OK. Op wacht verschijnt. Het gesprek
wordt onderbroken.
■ Druk op Terug om het gesprek te hervatten.
Een tweede gesprek
Als een tweede gesprek binnenkomt, Gesprek
wacht of "Oproepend nummer" verschijnt en u
▼
hoort een pieptoon.
■ Druk op Opnemn om een tweede gesprek te
beantwoorden.
■ Het eerste gesprek wordt onderbroken en in de
wachtstand geplaatst. Het tweede gesprek wordt
gevoerd. De index geeft aan welk gesprek aan de
gang is (1 of 2).
beantwoorden
Page 38
Netwerkfuncties gebruiken
■ Druk op In/Uit om tussen twee gesprekken te
schakelen. De index geeft aan welk gesprek aan de
gang is (1 of 2).
■ Druk op Einde om het gesprek te beëindigen.
Op wacht verschijnt.
■ Druk op Terug om het gesprek in de wachtstand te
hervatten.
34
Een derde gesprek
beantwoorden
Als een derde gesprek binnenkomt terwijl u al in
gesprek bent en er al een gesprek in de wachtstand
is, verschijnt Gesprek wacht op het scherm en u
hoort een pieptoon. U moet één van de gesprekken
beëindigen om het inkomend gesprek te kunnen
beantwoorden.
▼
■ Druk op In/Uit om het gesprek dat u wilt beëindigen
te selecteren.
■ Druk op Einde.
■ Druk op Opnemn om het gesprek te beantwoorden
of op Weiger om het niet te beantwoorden.
Tijdens meerdere gesprekken verschijnt op het
scherm:
- Gesprek 1, 2 of 3 om het actieve gesprek aan te
geven,
- Het telefoonnummer van de oproeper (als uw
netwerk deze functie aanbiedt) of het
telefoonnummer dat u heeft gekozen (als het
om een uitgaand gesprek gaat),
- De naam van de oproeper of van de persoon die
u belt als het telefoonnummer in de namenlijst
opgeslagen is.
Page 39
Netwerkfuncties gebruiken
35
Een tweede gesprek voeren
U kunt tijdens een gesprek of wanneer een gesprek
in de wachtstand staat,een tweede gesprek beginnen.
▼
■ Voer een nummer in en druk op Zenden.
■ U kunt ook op Optie en drukken om het
nummer in de namenlijst, de Opnieuw bel.-lijst of
de Terugbellen-lijst te selecteren (zie hoofdstuk Het
nummergeheugen op pagina 13).
■ Druk op In/Uit om van het ene gesprek naar het
andere over te schakelen.
■ Druk op Einde om het gesprek te beëindigen. Op
wacht verschijnt.
■ Druk op Terug om het gesprek in de wachtstand te
hervatten.
DTMF-tonen
Met de numerieke toetsen van de telefoon (0 t/m 9,*
en #) kunt u altijd DTMF-tonen (Dual Tone
MultiFrequency), ook bekend als "druktonen", verzenden.
DTMF-tonen worden voor bepaalde telefoondiensten
gebruikt zoals antwoordapparaten, semafoons, enz. In
plaats van een aparte code in te voeren na elk van één
reeks verzoeken, kunt u in een keer ingewikkelde
operaties verrichten.
Page 40
Netwerkfuncties gebruiken
36
bijv. Naar nieuwe berichten luisteren
De volgende gegevens horen bij een denkbeeldig
antwoordapparaat: telefoonnummer 12345, wachtwoord 9876, code 3 om de functie 'Naar nieuwe
▼
berichten luisteren' te activeren.
■ Voer 12345 in. 12345 verschijnt.
■ Houd ingedrukt om een wachtteken in te
voeren. 12345w verschijnt.
■ Voer 9876 in. 12345w9876 verschijnt.
■ Houd ingedrukt om een pauzeteken in te
voeren. 12345w9876p verschijnt.
■ Voer 3 in en druk op Gesprek. 12345w9876p3
verschijnt.
Deze DTMF-reeks kan ook in het nummergeheugen
opgeslagen worden.
Uw telefoon beschouwt altijd de eerste pauze als
een wachtteken (de resterende cijfers worden niet
gezonden zolang uw telefoon niet is aangesloten).
De tweede pauze is een echte pauze van 2,5
seconden.Voer voor een langere pauze een paar
pauzetekens in.
in één keer
Page 41
Problemen oplossen
Problemen oplossen
ProbleemOplossing
Na aanzetten
verschijnt
GEBLOKKEERD op
het scherm.
De symbolen
en worden
niet weergegeven.
Het scherm reageert
niet (of langzaam) op
het indrukken van
toetsen.
De telefoon gaat niet
naar de standby-modus.
Iemand heeft geprobeerd uw telefoon te gebruiken maar kende de
PIN-code of deblokkeringscode niet.
Neem contact op met uw systeembeheerder.
De netwerkverbinding is verbroken.
De ontvangst van radiosignalen is
slecht (in een tunnel of tussen hoge
gebouwen) of u bent buiten het
bereik van het netwerk.Probeer het
opnieuw op een andere lokatie.
Het scherm reageert trager bij zeer
lage temperaturen. Dit is normaal en
beïnvloedt de werking van de telefoon niet. Probeer het nogmaals op
een warmere lokatie.
• Houd ingedrukt,
• Zet de telefoon uit, controleer de
SIM-kaart en de batterij en schakel
de telefoon weer in.
37
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.