Door dit toestel te kopen hebt u gekozen voor een
kwaliteitsproduct van PHILIPS. Uw toestel vervult de
meest uiteenlopende eisen voor privé en professioneel
gebruik.
Energiebespar ingsmodus
Met de ecologische besparingsfuncties bespaart u
stroom en toner, doordat het apparaat snel overschakelt naar de stroombesparing modus of afdrukt in de
tonerbesparing modus. Met de knop ECO kunt u snel
en op eenvoudige wijze tonerbesparende kopieën
maken.
Startercartridge
Uw apparaat print met de modernste laser printtechnologie. De inhoud van de verpakking bevat een startercartridge. Deze begincartridge is al geplaatst; u dient
echter de transportverpakkingen te verwijderen voordat u het apparaat kunt gebruiken.
Papierlade
In de papiercassette kunt u een papiervoorraad tot 250
vel plaatsen. In de handmatige papiertoevoer kunt u
speciale papierformaten, enveloppen, transparante
folies, etiketvellen of bedrukte documenten plaatsen.
Documentinvoer
Het apparaat heeft een automatische documentinvoer.
U kunt tot 50 documenten automatisch laten invoeren
en scannen, faxen of kopiëren. Afzonderlijke documenten of kleinere originelen kunt u met de vlakbedscanner
scannen.
Crystal
Uw apparaat beschikt over de beeld- en tekstoptimaliseringsfunctie Crystal, waarmee u een optimale printen kopieerkwaliteit van uw documenten realiseert.
Inleiding
Met de visitekaartkopie kunt u beide zijden van een kleiner document (bijvoorbeeld van een visitekaartje) op
één vel kopiëren.
Kalender printen
Uw apparaat print een weekoverzicht af als kalenderpagina - voor de huidige week, de komende week of een
vrij te kiezen week.
Uw toestel print sudoku-raadsels uit in vier verschillende moelijkheidsgraden - desgewenst met de oplossing.
Telefoonboek
In het telefoonboek van uw toestel kunt u records met
verschillende nummers opslaan en verschillende
records in groepen onderbrengen. U kunt de records
verschillende beltonen toewijzen.
Er staan u meerdere functies voor het versturen van
faxberichten ter beschikking, bijvoorbeeld diverse resoluties of de timer functie. U kunt de faxontvangst met
een code beveiligen. Binnenkomende faxen worden niet
afgedrukt, maar in het faxgeheugen opgeslagen. Via polling roept u faxberichten op die klaarliggen in het opgebelde toestel.
Tijdstempel
Het toestel print de ontvangstdatum en de juiste tijd op
elke binnenkomende fax. Hiermee kunt u documenteren wanneer u een faxbericht hebt ontvangen. Een buffergeheugen in het toestel waarborgt dat ook na een
stroomstoring de juiste datum en de juiste tijd worden
afgedrukt.
Inleiding
Met de faxontvangst op een USB-opslagmedium slaat
het apparaat binnenkomende faxen op een aangesloten
USB-opslagmedium op. De faxberichten worden als
TIFF-bestand met ontvangstdatum en -tijd opgeslagen.
Inleiding
Het keuzemenu voor USB-opslagmedia verschijnt in het
display zodra u een USB-opslagmedium (USB-stick,
externe harde schijf etc.) op de USB-host-aansluiting
aan de voorkant van het apparaat aansluit. U kunt een
lijst met alle opgeslagen documenten of afzonderlijke
documenten afdrukken en bestanden verwijderen. Sla
ingescande documenten of binnenkomende faxberichten op het USB-opslagmedium op.
Companion Center SFX
U kunt het apparaat op een computer aansluiten en als
printer of scanner gebruiken. Op de meegeleverde
installatie-CD vindt u het programma CompanionCenter SFX. Daarmee kunt u foto’s en teksten scannen
en bewerken, faxberichten verzenden en ontvangen en
verder de webinterface van het apparaat oproepen,
waarmee u veel verschillende instellingen kunt maken.
WLAN
Uw apparaat beschikt over een WLAN-aansluiting.
Daarmee kunt u het apparaat in een bestaand draadloos
netwerk (WLAN) opnemen. Alle computers in het netwerk kunnen dan contact maken met het apparaat en
scannen of printen.
Veel plezier met uw toestel en zijn veelvoudige functies!
Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN
60950-1 resp.IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op
telefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan
deze normen voldoen. Het toestel is uitsluitend voor
gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Inleiding 2
Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in
deze handleiding zijn beschreven. Door onoordeelkundig gebruik kan lichamelijk letsel of schade, apparaatschade of gegevensverlies optreden. Let op alle aangegeven waarschuwings- en veiligheidsinstructies.
Toestel opstellen
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak staan.
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak
staan. Mocht het toestel naar beneden vallen, kan het
worden beschadigd of personen – in het bijzonder
kleine kinderen – verwonden. Leg alle kabels zo dat er
niemand over kan vallen, dat er zich niemand kan verwonden of dat het toestel wordt beschadigd. Als het
apparaat valt, moet u het door een technische klantendienst laten nakijken.
De afstand tot andere apparaten of voorwerpen moet minstens 15 centimeter bedragen.
De afstand ten opzichte van andere toestellen of voorwerpen moet tenminste 15 centimeter bedragen. Dit geldt
ook voor het gebruik van extra draadloze telefoons. Zet
het toestel niet in de buurt van radio- en TV-toestellen.
Bescherm het toestel tegen direct zonlicht
Bescherm het toestel tegen direct zonlicht, hitte, grote
temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet het toestel
niet in de buurt van de verwarming of de airconditioning. Let op de informatie in de technische specificaties
met betrekking tot temperatuur en luchtvochtigheid.
De ruimte waarin het toestel staat moet v oldoende worden verlucht
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende
worden verlucht.Het toestel niet toedekken! Plaats het
toestel niet in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet
op een zachte ondergrond zoals dekens of tapijten. Dek
de ventilatiesleuf niet toe. Het toestel kan anders oververhit en in brand geraken.
De ruimte waarin u het to estel gebruikt moet goed en vo ldoende geventileerd zijn
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en
voldoende geventileerd zijn – vooral als het toestel vaak
gebruikt wordt. Zet uw toestel zo neer dat de uitgeblazen luchtstroom niet op een werkplek gericht is.
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er r ook uit het toestel komt
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er
rook uit het toestel komt – meteen de netstekker uit
het stopcontact trekken. Laat uw toestel door een technische servicedienst onderzoeken. Om te vermijden dat
een brand uitbreidt, moeten open vlammen uit de buurt
van het toestel worden gehouden.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes a an.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de
netstekker, de netaansluiting of de telefoon contactdoos nooit met natte handen aan.
Er mogen geen vloeistoffen in het to estel geraken.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal
het apparaat van het stroom- en telefoonnet wanneer
vloeistoffen of vreemde deeltjes in het apparaat terecht
zijn gekomen en laat uw apparaat door een technische
serviceafdeling onderzoeken.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel omgaan.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel
omgaan. De verpakkingsfolie mag niet in de handen van
kinderen geraken.
Druk niet hard op het deksel van de scanner
Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u dikkere documenten of driedimensionele sjablonen scant,
dit kan een beschadiging van het scannerdeksel en/of het
scannerglas tot gevolg hebben.
Stroomvoorziening/
telefoonaansluiting
Controleer of de netspanning van uw toestel
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de
opstelplaats beschikbaar is.
Storingen
Het apparaat voldoet aan de EN 55022 klasse B.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels. Voordat u het apparaat gebruikt, zorg ervoor dat
u het meegeleverde telefoonsnoer hebt aangesloten
zoals staat omschreven.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd. Wissel onmiddellijk de beschadigde
kabel om. Gebruik uitsluitend geschikte kabels; neem
indien nodig contact op met onze technische klantenservice of met uw vakhandel.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens een onweer.
Haal het apparaat bij onweer van het stroom- en telefoonnet, om beschadigingen door overspanning te
voorkomen. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toestel
niet tijdens een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen. Gebruik een zacht, pluisvrij doekje. Gebruik nooit vloeibare, gasvormige of licht
ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schurende
middelen, politoeren, alcohol). Er mag geen vocht in het
toestel geraken.
Reinig het display met ee n droge, zachte doek.
Reinig het display met een droge, zachte doek. Wanneer het display breekt, kan een zwarte bijtende vloeistof vrijkomen. Vermijd huid- en oogcontact.
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel
niet; opgeslagen gegevens gaan niet verloren.
Schakel het apparaat na een printopdracht of na het veranderen van instellingen niet direct uit.
In zeldzame gevallen kunnen opgeslagen instellingen
deels of geheel verloren gaan en teruggezet worden op
de standaardinstellingen, wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld of wanneer de stroom uitvalt. Schakel het
apparaat na een printopdracht of na het veranderen van
instellingen niet direct uit.
Computeraansluiting
Uitsluitend high-speed USB-kabel
Gebruik uitsluitend een in de handel gangbare USBkabel die voor high-speed is gecertificeerd om het apparaat op uw computer aan te sluiten. De kabel mag niet
langer dan 1,5 meter zijn.
Draadloos netwerk (WLAN)
Draadloos netwerk (WLAN)
De werking van veiligheidsinstallaties, medische of
gevoelige apparaten kan door het zendvermogen van
het apparaat verstoord raken. Let op eventuele
gebruiksvoorschriften (of -beperkingen) in de buurt van
dergelijke installaties.
Het gebruik van dit apparaat kan, door het versturen
van hoge frequentie straling, de werking van onvoldoende afgeschermde medische apparatuur evenals
gehoorapparaten of pacemakers beïnvloeden. Richt u
tot een arts of tot de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of deze voldoende zijn afgeschermd tegen externe hoge frequentie straling.
USB opslagmedia
Gebruik uitsluitend opslagmedia die compatibel met het apparaat zijn .
Gebruik uitsluitend opslagmedia die compatibel met het
apparaat zijn. Let erop dat de stroom van een USB apparaat de toegestane Ampère waarde van de USB aansluiting niet overschrijdt. U kunt aan iedere USB aansluiting
slechts één high power apparaat (USB 2.0) insteken.
Sluit geen extra apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren, acculaders – op uw apparaat aan. Het apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn geformatteerd met
behulp van FAT16 of FAT32. NTFS wordt niet ondersteund.
Trek het ingestoken opslagmedi um er nooit uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit uit, als het
apparaat er nog op leest of schrijft. Hierdoor kunnen
gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Firmware update
Gebruik voor het bijwerken van de firmware uitsluitend
de firmware-update voor uw apparaat van de internetpagina: www.sagemcom.com Andere firmware bestanden kunnen ertoe leiden dat uw apparaat niet meer storingsvrij functioneert. Sagemcom is niet aansprakelijk
voor storingen van het apparaat die veroorzaakt worden door firmware-bestanden afkomstig van andere
aanbieders.
GPL-tekst
De firmware van het apparaat is gedeeltelijk onder
licentie bij GPL. Stuur uw vragen over de licenties van
specifieke onderdelen van de firmware alstublieft direct
aan ons e-mailadres: support.service@sagemcom.com
Wij sturen u dan tegen kostprijs een CD met de betreffende broncode toe.
Verbruiksmaterialen
Originele verbruiksmaterialen
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze
krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze bestelservice (zie
achterzijde van deze handleiding). Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen of de levensduur beperken.
Environment
Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming
met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. afvalverwijdering.
Let op als u met tonerpoeder o mgaat:
Let op als u met tonerpoeder omgaat:
Als u tonerpoeder mocht hebben ingeademd gaat u
onmiddellijk in de frisse lucht staan. Neem onmiddellijk
contact met een dokter op!
Als er tonerpoeder in de ogen komt, spoelt u dit tenminste 15 minuten met veel water uit. Neem onmiddellijk contact met een dokter op!
Als u tonerpoeder hebt ingeslikt, drinkt u kleine hoeveelheden water. Probeer NIET om braken op te wekken. Neem onmiddellijk contact met een dokter op!
Tonercartridge 1
Open nooit de tonercartridge. Bewaar nieuwe en
gebruikte cartridges zo dat ze niet in de handen van kinderen terecht komen.
Papier zit vast
Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat. Gooi het papier voorzichtig weg: De toner zit
eventueel nog niet goed op het papier vast en er zou
tonerstof vrij kunnen komen.
Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid en ogen.
Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met
huid en ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water;
heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
Reparaties
Gevaar – Heet!
De fixeereenheid en de omgeving ervan in het apparaat
worden tijdens gebruik heet. Raak deze onderdelen niet
aan als u het apparaat hebt geopend. Ga zeer voorzichtig te werken als u bijvoorbeeld vastgelopen papier verwijdert.
Display
Indien er storingen optreden, let dan op de instructies
op het display en op de foutmelding.
Reparaties
Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud
kan tot lichamelijke en materiële schade leiden. Laat uw
toestel uitsluitend door een geautoriseerde servicedienst repareren.
Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, anders
komt de garantie te vervallen.
Laserbeveiliging
Laserbeveiliging
De apparatuur voldoet wat betreft de laser aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die door overheden en (inter)nationale instanties voor laserproducten van klasse 1 zijn vastgesteld. De apparatuur zendt
geen gevaarlijke laserstralen uit, aangezien de stralen
volledig worden afgeschermd op elk moment dat de
klant de apparatuur gebruikt en onderhoudt.
Direct (of indirect gereflecteerd) oogcontact met de
laserstraal kan belangrijke schade toebrengen aan het
oog. Er werden bijzondere voorzorgen en tussenvergrendelingsmechanismen ontworpen om te voorkomen
dat de operator wordt blootgesteld aan laserstralen.
Alleen een gekwalificeerde servicemonteur mag het
apparaat openen en onderhoud plegen.
Klasse 1 laser-product
à Klasse 1 laser-product
6Philips · LaserMFD 6170dw
Over deze handleiding
Opmerking
VOORZICHTIG!
GEVAAR!
GEVAAR – LASER!
GEVAAR – WARMTE!
Met de installatiehulp op de volgende bladzijden kunt u
uw toestel snel en gemakkelijk in gebruik nemen. Gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de volgende hoofdstukken van deze handleiding.
Lees de handleiding nauwkeurig. Let op de veiligheidsinstructies om een correcte werking van uw toestel te
garanderen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor enig gebruik dat afwijkt van het in de
instructies beschreven gebruik.
Gebruikte symbolen
Tips en Trucs
Tips en Trucs
Met dit symbool zijn tips gekenmerkt die de
bediening van uw apparaat efficiënter en eenvoudiger maken.
Apparatuurschade en gegevensverlies!
Apparatuurschade en gegevensverlies!
Dit symbool waarschuwt voor schade aan het
apparaat evenals mogelijk gegevensverlies.
Ondeskundig gebruik kan tot deze schade leiden.
NL
Gevaar voor personen!
Gevaar door laserstraling!
Gevaar door hitte!
Gevaar voor personen!
Dit symbool waarschuwt voor gevaren voor
personen. Door onoordeelkundig gebruik kan
lichamelijk letsel of schade optreden.
Gevaar door laserstraling!
Dit symbool in de gebruiksaanwijzing of aan
de binnenzijde van het apparaat wijst u op de
gevaren van zichtbare en onzichtbare laserstralen. Door onoordeelkundig gebruik kan
oogletsel of andere schade optreden.
Gevaar door hitte!
Dit symbool in de gebruiksaanwijzing of aan
de binnenzijde van het apparaat wijst u op de
gevaren van hete oppervlaktes. Door onoordeelkundig gebruik kan lichamelijk letsel of
schade optreden.
7
NL
2Overzicht
Toesteloverzicht
Deksel van de automatische documentinvoer
‚ Deksel van de automatische documentinvoer
Documentinvoer
ƒ Documentinvoer
Documentengeleider
„ Documentengeleider
Documentenhouder
… Documentenhouder
Scannerdeksel
† Scannerdeksel
Lettertoetsenbord (afgedekt)
‡ Lettertoetsenbord (afgedekt)
Papierlade
ˆ Papierlade
Handmatige papiertoevoer
‰ Handmatige papiertoevoer
Printuitgiftehouder
Š Printuitgiftehouder
Deksel van het apparaat
‹ Deksel van het apparaat
Paneel met display
Œ Paneel met display
USB-hosta ansluiting
…ý-Bus – USB-hostaansluiting voor opslagmedia
Übersicht nummeriert
Scannerglas van de automatische documentinvoer
‚ Scannerglas van de automatische documentinvoer
Scannerglas
ƒ Scannerglas
Tonercartridge
„ Tonercartridge
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (print unit)
… Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier
(print unit)
Übersicht nummeriert
Spaltenumbruch
Aansluitingen aan de
achterzijde
LINE-bus
‚FAX/Ñ-bus – aansluitbus voor telefoonkabel
EXT-bus
ƒAUX./Ò-bus – aansluitbus voor extra toestellen
Spanhendel van de fixatie-eenheid
„ Spanhendel van de fixatie-eenheid (2 hendels!)
USB-hostaansluiting
…ý-Bus – USB-hostaansluiting voor opslagmedia
USB-aansluiting voor de computer
† ý-bus – USB-aansluiting voor de computer
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (fixeerunit)
‡ Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier
(fixeerunit)
Netkabelaansluiting
ˆ Netkabelaansluiting
Aan/uit schakelaar
‰ Aan/uit schakelaar
Rückansicht nummeriert SFF3
8Philips · LaserMFD 6170dw
Paneel met display
Rood lampje
Rode lamp Æ – knippert of licht op, lees de aanwijzingen op het scherm
Groen lampje
Groen lampje â – Het groene lampje â op het bedieningspaneel knippert, als zich een fax in het geheugen
bevindt.
Stop 2
j – functie afbreken / terug naar de uitgangsmodus
C
C – menufuncties oproepen / terug naar het vorige
menu-niveau / tekens afzonderlijk wissen
Cursortoetsen
[ – Aantal kopieën instellen / In het menu navigeren /
Opties selecteren / Cursor verplaatsen
OK
OK – twee keer indrukken: automatisch kopiëren. Eén
keer indrukken: kopieën aanpassen / Menu-navigatie:
Invoer bevestigen
Start (berichtenoverdracht starten / handeling starten)
o – berichtenoverdracht starten / handeling starten
Contrast
¬ – Contrast voor het scannen instellen
Zoomen
Ô/ZOOM – Zoomparameters instellen (kleiner of groter inscannen)
Duplex
Õ/DUPLEX – Dubbelzijdig of enkelzijdig afdrukken
selecteren (duplex/simplex)
Resolutie
f – hogere resolutie voor het faxen (STANDAARD,
FIJN, SFIJN, FOTO) en kopiëren instellen
(
AUTOMATISCH, TEKST, KWALITEIT, FOTO)
Fax
FAX – faxtransmissie, faxontvangst starten
Copy
COPY – twee keer indrukken: automatisch kopiëren.
Eén keer indrukken: kopieën aanpassen
Scan
SCAN – Keuzemenu voor scanfunctie openen
Opnieuw kiezen/oproeplijst
@ – Opnieuw kiezen/oproepenlijst: De lijst opnieuw
kiezen/oproepen bevat de laatst gekozen abonneenummers en ontvangen oproepen (
nummers,
gesprekken).
À – Rondzenden (= Broadcast): U kunt een faxbericht
opeenvolgend naar verschillende ontvangers sturen.
Luidspreker (Basic)
μ – verbindingsopbouw beluisteren
Cijfertoetsen
Cijfertoetsenbord (0 – 9) – cijfers invoeren
ECO
ECO – Ecologische besparingsfunctie voor papier,
stroom en toner oproepen / kopie met ecologische
toner besparingsfunctie instellen
Lettertoetsenbord 3
Toetsen (A – Z) – letter invoeren / + – Shift-toets:
Hoofdletters invoeren / \ – Afzonderlijke tekens verwijderen / | – Harde return invoegen / õ en lettertoets – speciale tekens invoeren / ½ – Spaties en @teken invoeren
Paneel MF 5571dw
NL
SpaltenumbruchSpaltenumbruch
Overzicht · Paneel met display9
NL
Overzicht menufuncties
Inleiding
Uw toestel beschikt over de volgende functies. Er
bestaan twee mogelijkheden om de functies op te roepen.
Menu-navigatie
Door het menu navigeren: Druk op C om het menu
met deze functies te openen. Blader door het menu met
[. Met OK kiest u een menufunctie. Met C keert u
naar het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het
menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.
Direct oproepen
Functies direct oproepen: Met het functienummer
roept u een menufunctie direct op. Druk op C en voer
met het cijfertoetsenbord het betreffende functienummer in. Bevestig met OK. De functienummers vindt u in
de onderstaande lijst.
0 Instellingen
Ecologische spaarfuncties voor papier, stroom en toner instellen
002 Ecologische spaarfuncties voor papier,
stroom en toner instellen.............................. pagina 58
Toetsentonen uitschakelen
007 Toetsentonen uitschakelen ..........pagina 60
Datum en tijd instellen
01 Datum en tijd instellen ......................... pagina 59
Naam invoeren
021 Naam invoeren ............................... pagina 60
Nummer invoeren
022 Nummer invoeren.......................... pagina 60
Land instellen
031 Land instellen................................... pagina 59
*¦De functie is optioneel en werkt uitsluitend met een
originele adapter, die via onze bestelservice bestelt kan
worden. Nadere informatie: support.service@sagemcom.com
934 Firmware versie opvragen............ pagina 70
Tellerstanden oproepen
94 Tellerstanden oproepen....................... pagina 70
Tonerniveau aa ngeven
946 Tonerniveau aangeven................... pagina 70
08 Draadloos netwerk (WLAN)
Draadloos netwerk (WLAN) aan- en uitzetten
080 Draadloos netwerk (WLAN) aan- en
uitzetten............................................................. pagina 54
Draadloos netwerk (WLAN) met de assistent instellen
081 Draadloos netwerk (WLAN) met de
assistent instellen............................................. pagina 54
Draadloos netwerk (WLAN) met de hand instellen
082 Draadloos netwerk (WLAN) met de hand
instellen.............................................................. pagina 54
IP-adrestoewijzing ins tellen
083 IP-adrestoewijzing instellen.......... pagina 56
Statische IP-adrestoewijzing instellen
084 Statische IP-adrestoewijzing instellen
............................................................................. pagina 56
DHCP-instellingen controle ren
085 DHCP-instellingen controleren .. pagina 57
Extra instellingen voor het draadloze netwerk
086 Extra instellingen voor het draadloze
netwerk.............................................................. pagina 57
Overzicht · Overzicht menufuncties11
3Eerste ingebruikneming
Opmerking
NL
Inhoud verpakking
Toestel
‚ Toestel
Documentenhouder
ƒ Documentenhouder
Begincartridge (al geplaatst)
„ Begincartridge (al geplaatst)
Netkabel met stekker (landspecifiek)
… Netkabel met stekker (afhankelijk van het land)
Telefoonkabel met stekker (landspecifiek)
† Telefoonkabel met Stecker (afhankelijk van het land)
Papiercassette (al geplaatst)
‡ Papiercassette (al geplaatst)
Installatie-CD (zonder afbeeld ing)
Installatie-CD (zonder afbeelding)
Bedieningshandleiding met i nstallatiehandleiding (zonder afbeel ding).
Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder afbeelding).
Verpackungsi nhalt
Verpakkingsmateriaal
verwijderen
Verpakkingsmateriaal van het
apparaat verwijderen
Verpakkingsmateriaal van het appara at verwijderen
Verwijder de aanwezige transportkleefbanden aan de
buitenkant van het apparaat.
Verpackungsmaterial entfernen
Verpakkingsmateriaal van de
tonercartridge verwijderen
Ontbrekende delen
Spaltenumbruch
Ontbrekende delen
Mocht een van de delen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw vakhandelaar of met onze klantendienst.
1 Open het bovenste deksel van het apparaat, door
het deksel bij de pijlmarkeringen aan de buitenkant
vast te pakken en naar boven te klappen.
2 Open het apparaat door het apparaatdeksel naar
voren te klappen.
12Philips · LaserMFD 6170dw
3 Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep
GEVAAR!
GEVAAR!
VOORZICHTIG!
in het midden vast te pakken en naar voren uit het
apparaat te trekken.
4 Verwijder de kleefstrip en het beschermfolie, maar
nog niet de beschermstrook in de cartridge.
Er komt tonerstof vrij!
Schud de tonercartridge niet meer nadat u
de beschermstrook verwijderd hebt. Er
zou anders tonerstof vrij kunnen komen.
7 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge
moet compleet vastklikken.
NL
8 Sluit het toestel.
Er komt tonerstof vrij!
Open nooit de tonercartridge. Mocht er
tonerstof uit komen, vermijd dan contact
met huid en ogen. Adem de losse tonerstof
niet in. Verwijder de stof van kleding of
voorwerpen met koud water; heet water
zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
5 Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen
heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en
zo de afdrukkwaliteit te verbeteren.
6 Trek pas daarna de beschermstrook aan de linker-
zijde van de cartridge er helemaal uit.
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt
sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner
cartridge eruit en plaats deze op de juiste
manier.
9 Sluit het bovenste apparaatdeksel.
Eerste ingebruikneming · Verpakkingsmateriaal verwijderen13
NL
Opmerking
Opmerking
Verpakkingsmateriaal uit de
papiercassette verwijderen
1 Trek de papiercassette uit het apparaat.
Afdekklep van de papiercassette
Als de afdekklep van de papiercassette is
losgeraakt, dient u de afdekklep weer aan
de houders vast te maken. Let erop dat de
gladde kant van de afdekklep (met de markeringen) naar boven is gericht.
2 Klap de afdekking van de papiercassette omhoog.
3 Verwijder a.u.b. het kartonnen inlegvel uit de papier-
cassette voordat u het papier plaatst.
4 Verwijder de aanwezige transportkleefbanden in de
papiercassette.
6 Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het
toestel.
Documenthouder
aanbrengen
Documenthouder aanbrengen
Steek de documenthouder in de twee openingen van de
afdekkap. De houder moet goed vastklikken.
Dokumentenha lter anbringen
5 Sluit de afdekking van de papiercassette.
14Philips · LaserMFD 6170dw
Papier inleggen
Pas de papiercassette aan het papier aan en
plaats het papier (zie ook hoofdstuk
Afdrukmedia, pagina 27).
Telefoonkabel aansluiten
VOORZICHTIG!
Opmerking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Telefoonkabel aansluiten
Verbind de telefoonkabel met het toestel door de kabel
in de met FAX/Ñ gekenmerkte bus te steken (RJ-11aansluiting). Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.
Telefonkabel anschließe n
2 Schakel het apparaat aan met de aan/uit schakelaar
aan de achterkant.
Aansluiting aan ISDN-inst allatie!
Aansluiting aan ISDN-installatie!
U kunt uw apparaat niet direct aan de digitale
uitgang van een ISDN-installatie aansluiten.
Meer informatie over de ISDN-aansluiting
vindt u in de handleiding van de terminaldadapter of router.
Installatie nevenaansluiting 1
Aansluiting aan nevenapparaten
Indien u uw toestel als nevenaansluiting aan
een centrale aansluit, moet u uw toestel voor
het gebruik als nevenaansluiting instellen (zie
ook hoofdstuk Telefoonaansluitingen en extratoestellen, pagina 66).
Netkabel aansluiten
Netspanning en plaats van opstelling
Netspanning en plaats van opstelling!
Controleer of de netspanning van uw toestel
(typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats beschikbaar is.
1 Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant
van het toestel. Steek de netkabel in het stopcontact.
Spaltenumbruch
Eerste installatie
Eerste installatie
Nadat u uw apparaat op de netspanning hebt aangesloten, start het apparaat op. Tijdens het opstartproces
knipperen de lampjes. Wacht totdat het proces voor de
eerste installatie begint.
Taal kiezen
1 Kies met [ de gewenste displaytaal.
2 Bevestig met OK.
Land kiezen
Land juist instellen
Land juist instellen!
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het telefoonnet. Indien uw land niet
op de lijst staat, moet u een andere instelling
kiezen en de juiste telefoonkabel van het land
gebruiken. Voor meer informatie kunt u
terecht bij uw vakhandelaar.
Land instellen
1 Kies met [ het land waarin u het toestel wilt
gebruiken.
2 Bevestig met OK.
Tijdszone instellen
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
Tijdszone instellen
In landen met meerdere tijdszones kunt u de vooraf
ingestelde tijdszones kiezen, of de afwijking van uw tijdszones ten opzichte van UTC handmatig invoeren (zie
ook hoofdstuk Tijdszone instellen, pagina 59). In landen
met één tijdszone wordt de instelling automatisch aangepast wanneer u het land correct instelt.
1 Kies met [ de tijdszone waarin u het toestel wilt
gebruiken.
2 Bevestig met OK.
NL
Eerste ingebruikneming · Telefoonkabel aansluiten15
NL
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
Met de instelling van het land en de tijdszone
wordt de automatische omschakeling tussen
zomer- en wintertijd ingeschakeld. De automatische omschakeling wordt uitgeschakeld als u
de afwijking ten opzichte van UTC handmatig
met de tijdszone bewerkingsfunctie invoert.
Spaltenumbruch
Naam invoeren
kopregel
Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand
van elk faxbericht (= kopregel) samen met datum, tijd
en paginanummer meegestuurd.
1 Klap het beschermdeksel van het lettertoetsenveld
omhoog.
Aansluiten op de computer
USB-aansluiting
Met een USB-kabel kunt u uw apparaat met een computer verbinden die op een netwerk is aangesloten. Alle
computers in het netwerk kunnen dan contact maken
met het apparaat, als het hiervoor is vrijgegeven. U kunt
het apparaat niet direct met een USB-kabel aan een netwerk aansluiten, behalve als u over een USB-printserveraansluiting beschikt.
Companion Center SFX
U kunt het apparaat op een computer aansluiten en als
printer of scanner gebruiken. Op de meegeleverde
installatie-CD vindt u het programma CompanionCenter SFX. Daarmee kunt u foto’s en teksten scannen
en bewerken, faxberichten verzenden en ontvangen en
verder de webinterface van het apparaat oproepen,
waarmee u veel verschillende instellingen kunt maken.
Netwerkaansluiting
Netwerkaansluiting
Informatie over de installatie van het apparaat
in een netwerk vindt u in het hoofdstuk
Netwerken (zie ook het hoofdstuk Netwerken,
op pagina 53)
2 Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
Letters invoeren
Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-
toets. Spaties voert u in met ½ .
De beschikbare speciale tekens staan
rechts boven de lettertoetsen en kunnen
door het tegelijk indrukken van de õ-toets
en de betreffende lettertoets worden ingevoerd.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
3 Bevestig met OK.
Nummer invoeren
Systeemeisen
Systeemeisen
Uw computer moet over één van de volgende besturingssystemen beschikken.
Microsoft Windows
Microsoft Windows
2000 (SP¦4) · XP · Vista · Windows 7
Windows Server 2003/2008
voordat u de installatie start. Leg de installatie-CD in
het CD-ROM-station van uw computer. Het programma start automatisch.
1 Voer uw telefoonnummer in.
2 Bevestig met OK.
Datum en tijd invoeren
1 Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld
2 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00
3 Bevestig met OK.
16Philips · LaserMFD 6170dw
31¦05¦25 voor 31.5.2025.
voor 14 uur.
2 Sluit het apparaat met een in de handel gebruikelijke
Opmerking
USB-kabel op uw computer aan. De USB-interface
van uw toestel vindt u op de achterzijde van het toestel.
Uitsluitend een voor high-speed gecertificeerde USB-kabel
Gebruik uitsluitend een in de handel gangbare USB-kabel die voor high-speed is
gecertificeerd om het apparaat op uw
computer aan te sluiten. De kabel mag niet
langer dan 1,5 meter zijn.
NL
Eerste ingebruikneming · Aansluiten op de computer17
NL
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
4Companion Center SFX
Companion Center SFX
U kunt het apparaat op een computer aansluiten en als
printer of scanner gebruiken. Op de meegeleverde
installatie-CD vindt u het programma CompanionCenter SFX. Daarmee kunt u foto’s en teksten scannen
en bewerken, faxberichten verzenden en ontvangen en
verder de webinterface van het apparaat oproepen,
waarmee u veel verschillende instellingen kunt maken.
Netwerkaansluiting
Netwerkaansluiting
Informatie over de installatie van het apparaat
in een netwerk vindt u in het hoofdstuk
Netwerken (zie ook het hoofdstuk Netwerken,
op pagina 53)
Systeemeisen
Systeemeisen
Uw computer moet over één van de volgende besturingssystemen beschikken.
Microsoft Windows
Microsoft Windows
2000 (SP¦4) · XP · Vista · Windows 7
Windows Server 2003/2008
Indien er problemen met uw computeraansluiting optreden, houd dan de volgende informatie bij de hand, als u contact opneemt met
de technische klantendienst: Hardwareconfiguratie van uw computer, het geïnstalleerde
besturingssysteem en het gebruikte veiligheidsprogramma (antivirusprogramma’s, Firewall). Wij kunnen u dan sneller helpen.
Drivers en software
installeren
Eerst software installeren!
Eerst software installeren!
Installeer eerst de software. Het toestel mag
tevoren niet op de PC aangesloten worden.
Na de software-installatie moet de PC
opnieuw worden gestart. Verbind pasdaarna uw PC en het toestel met een USBkabel.
1 Sluit alle lopende programma’s en toepassingen
voordat u de installatie start. Leg de installatie-CD in
het CD-ROM-station van uw computer. Het programma start automatisch.
2 Op het beeldscherm verschijnt het masker Com-
panion Center SFX. Klik op Install All om de soft-
ware en alle drivers te installeren.
Klik op Inhoud browsen om te laten aangeven
welke bestanden zich op de installatie-CD bevinden.
Klik op Gebruiksaanwijzingen zien om de bedieningshandleidingen voor het apparaat op te roepen.
,QVWDOO$OO
,QVWDOO&XVWRPL]HG
3URGXFWHQYHUZLMGHUHQ
*HEUXLNVDDQZLM]LQJHQ]LHQ
,QKRXGEURZVHQ
Programma handmatig starten
Start het programma niet, selecteer dan in
de Windows-Explorer het CD-Rom-station en start het programma Setup.exe
met een dubbele klik.
18Philips · LaserMFD 6170dw
3 Vervolgens wordt u verzocht de licentievoorwaar-
den te accepteren. Klik op Ja.
4 De software en de drivers worden geïnstalleerd. Dit
kan een poosje duren.
5 Ter beëindiging van de installatie moet u uw compu-
ter opnieuw opstarten. Selecteer of de computer
automatisch opnieuw zal opstarten of dat u op een
later tijdstip de computer zelf opnieuw wilt opstarten.
6 Sluit pas na het opnieuw starten het toestel met een
Opmerking
in de handel gebruikelijke USB-kabel op uw PC aan.
De USB-interface van uw toestel vindt u op de achterzijde van het toestel.
Uitsluitend een voor high-speed gecertificeerde USB-kabel
Gebruik uitsluitend een in de handel gangbare USB-kabel die voor high-speed is
gecertificeerd om het apparaat op uw
computer aan te sluiten. De kabel mag niet
langer dan 1,5 meter zijn.
NL
7 Uw apparaat wordt als nieuw periferie-apparaat her-
kend en geregistreerd.
8 Als uw besturingssysteem met Windows XP (Ser-
vice Pack 2) loopt, verschijnt bij de eindinstallatie een
extra venster. Selecteer Nee, nu niet en klik op Vol-gende.
9 Onder Windows XP selecteert u bij de eindinstalla-
tie Software automatisch installeren, dan klikt u
op Volgende.
Companion Center SFX · Drivers en software installeren19
De webinterface is beschikbaar voor alle besturingssystemen. U kunt de webinterface via het programma
Companion Center SFX of via de internetbrowser op
de computer oproepen. De webinterface geeft de actuele status van het apparaat en alle instellingen weer. U
kunt zowel de instellingen als het telefoonboek van het
apparaat bewerken.
U heeft toegang tot de webinterface, als u het apparaat
via de USB-bus direct met een computer heeft verbonden of als het apparaat met een netwerk is verbonden.
Webinterface oproepen
1 Start de software Companion Center SFX, door
hetzij op het Companion Center SFX-pictogram op
uw desktop te klikken of in het startmenu Start >
Programma’s > Companion Center SFX > Laser
SFX > Companion Center SFX te selecteren.
2 De rood-geel-groene indicatie in de rechter boven-
hoek laat zien of het apparaat met de computer is
verbonden en of de verbinding goed werkt.
3 Kies het register met Instellingen.
Webinterface met de
internetbrowser oproepen
Inleiding
U heeft het actuele IP-adres van het apparaat nodig om
de webinterface met een internetbrowser op te kunnen
roepen. U vindt het IP-adres op de instellingenlijst.
Instellijst printer
Instellijst printer
Druk op C, 80 en OK om een lijst van
alle instellingen van uw toestel uit te printen.
1 Start een internet-browser op een computer die op
het netwerk aangesloten is.
Geschikte internet-browsers
Wij bevelen de volgende internet-browsers aan. Windows PC: Internet Explorer
(minstens versie 6.0), Apple Macintosh:
Safari (minstens versie 1.3), Linux: Conquerer (minstens versie 3.2.1)
4 De instellingspagina’s van de webinterface zijn met
een wachtwoord beveiligd. Voer de inlog-gegevens
in:
Name: user
Password: user
5 Klik op Aanmelden.
20Philips · LaserMFD 6170dw
Wachtwoord wijzigen en noteren!
Verander het password, als u de webinterface voor de eerste keer oproept,
zodat geen onbevoegde persoon toegang
tot uw apparaat heeft. Noteer uw password op een veilige plaats. Mocht u uw
password vergeten, dan moet u uw apparaat op de fabrieksinstellingen terugzetten
om weer toegang te verkrijgen. Alle persoonlijke instellingen worden gewist.
2 Voer in de adresbalk van de browser het IP-adres
van het toestel in.
3 Bevestig dit met Return.
6Scanner
VOORZICHTIG!
Inleiding
U kunt een document scannen en op de computer, op
een USB-opslagmedium of op een netwerkcomputer
opslaan.
Companion Center
Op de meegeleverde installatie-CD vindt u het programma Companion Center SFX. Daarmee kunt u
documenten van de computer scannen, faxberichten
vanuit de computer verzenden en beheren en verder
instellingen van het apparaat via de webinterface wijzigen (zie ook het hoofdstuk Drivers en software installeren,
pagina 18).
Specificaties voor documen ten
Specificaties voor documenten
Documenten in de automatische
documentinvoer leggen
1 Leg de documenten met de tekst naar boven in de
documentinvoer. Het onderste document wordt het
eerst ingetrokken. U kunt tot 50 documenten
(80¦g/m) tegelijk plaatsen.
NL
Breedte van de docu-
208¦–¦218¦mm
menten
Lengte van de docu-
277¦–¦600¦mm
menten
Papiergewicht van de
60¦-¦90¦g/m
documenten
Capaciteit50 vel (80¦g/m)
Aanbevelingen van de
fabrikant voor optimaal functioneren
Ongeschikte documenten!
A4 · A5 · Letter · Legal
(80¦g/m)
Ongeschikte documenten!
Voer geen documenten in die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt
zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… beschreven zijn met zacht potlood, inkt,
krijt of houtskool.
… afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften
(drukinkt).
… bijeengehouden worden met paperclips,
nietjes, plakband of lijm.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
2 Schuif de documentengeleiders naar binnen zodat zij
op de juiste breedte tegen de documenten aan liggen.
Documenten op de
vlakbedscanner leggen
1 Open het scannerdeksel.
Documenten invoeren
Documentinvoer
Het apparaat heeft een automatische documentinvoer.
U kunt tot 50 documenten automatisch laten invoeren
en scannen, faxen of kopiëren. Afzonderlijke documenten of kleinere originelen kunt u met de vlakbedscanner
scannen.
Scanner · Documenten invoeren21
NL
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
2 Plaats het document met de beeldzijde onder op het
scannerglas.
3 Richt het document uit langs de linker achterhoek
van de glasplaat van de scanner (pijlen). De markeringen op de scanner omranding voor de formaten A4
en A5 helpen u erbij het document juist te positioneren.
Deksel van de scanner aanpassen
Het deksel van de scanner heeft verstelbare scharnieren; hierdoor kunt u ook dikkere documenten (bijvoorbeeld boeken)
op de vlakbedscanner leggen. Til het scannerdeksel voorzichtig op, zodat het er zo
gelijkmatig mogelijk op ligt.
Gebruik transparante folie als u voorwerpen zoals munten of bloemen wilt kopiëren, om de glasplaat van de scanner niet te
beschadigen.
Niet op het deksel van de scanner duwen!
Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u dikkere documenten of driedimensionele sjablonen scant, dit kan een
beschadiging van het scannerdeksel en/of
het scannerglas tot gevolg hebben.
Detail vergroten
Als u slechts een gedeelte (bijvoorbeeld
een afbeelding) van een document wilt
kopiëren, plaatst u het document zodanig,
dat het betreffende gedeelte in deze hoek
ligt. In verbinding met de zoomfunctie kunt
u het gewenste bereik in het document op
de voorgrond plaatsen.
4 Sluit het scannerdeksel.
Scan document en sla op een
computer op
Inleiding
Met deze functie scant u een document met uw apparaat in en stuurt het door naar een computer, die door
middel van een USB-kabel direct op het apparaat is aangesloten.
Scannen vanuit de computer starten
Scannen vanuit de computer starten
Met het programma Companion Center SFX
kunt u de scan via de computer oproepen. U
kunt het scannen ook vanuit elk ander grafisch
programma starten, als dit de Twain-driver
ondersteunt. Selecteer als scanner de Twainscannerdriver.
Scan met standaardinstellingen
maken
1 Druk op SCAN.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
SCAN NAAR PC USB.
22Philips · LaserMFD 6170dw
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 31 en OK te drukken.
4 Druk op OK.
Scan met aangepaste instellingen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
maken
1 Druk op SCAN.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [
5 Bevestig met OK.
6 Kies met [, of u het document in grijswaarden of
in kleur wilt scannen
7 Bevestig met OK.
8 Voer een naam voor het bestand in.
9 Bevestig met OK.
10 Selecteer met [, of u het bestand als beeldbestand
of als PDF-bestand wilt opslaan.
11 Bevestig met OK.
12 Selecteer met f de gewenste resolutie.
ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoor-
beeld voor gebruik op het Internet
TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge
resolutie voor de optische tekenherkenning van
tekstdocumenten (OCR)
FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoor-
beeld voor foto's
HQ(300) – Scan met hoogste resolutie
13 Bevestig met OK.
SCAN NAAR PC USB.
INSTELLINGEN.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 31 en OK te drukken.
Letters invoeren
Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-
toets. Spaties voert u in met ½ .
De beschikbare speciale tekens staan
rechts boven de lettertoetsen en kunnen
door het tegelijk indrukken van de õ-toets
en de betreffende lettertoets worden ingevoerd.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
Kies het bestandsformaat
Voor een beeldbestand kunt u kiezen, of u
het bestand in TIFF- of in JPEG-formaat
wilt opslaan (zie ook het hoofdstuk
Bestandsformaat selecteren, op pagina 62).
14 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lich-
kerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare documenten)
15 Bevestig met OK.
16 Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
17 Druk op o. Het document wordt ingelezen en naar
de computer gestuurd.
18 Wanneer u een document van meerdere pagina's
wilt scannen met uw flatbedscanner, legt u de volgende pagina erop en kiest u [
.
INA
VOLGENDE PAG-
19 Bevestig met OK.
Scan document en sla op een
USB opslagmedium op
USB-opslagmedia
Compatibele USB-opslagmedia!
Let erop dat de stroom van een USB apparaat
de toegestane Ampère waarde van de USB
aansluiting niet overschrijdt. U kunt aan
iedere USB aansluiting slechts één high power
apparaat (USB 2.0) insteken. Sluit geen extra
apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren,
acculaders – op uw apparaat aan. Het apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn
geformatteerd met behulp van FAT16 of
USB-opslagmedium analyseren
Inleiding
U kunt documenten met het apparaat inscannen en op
een aangesloten USB-opslagmedium als JPG-, PDF- of
TIFF-bestand opslaan.
Opslagmap
FAT32. NTFS wordt niet ondersteund.
USB-opslagmedium analyseren
Als er veel documenten op het USB-opslagmedium staan, kan het een tijdlang duren tot
het USB-opslagmedium geanalyseerd is. U
kunt het versturen op elk gewenst tijdstip
afbreken door op j te drukken.
Opslagmap
De bestanden worden in de map \[apparaatnaam]\Scan op het USB-opslagmedium
opgeslagen. Als deze map niet bestaat, wordt
hij aangemaakt.
NL
Scanner · Scan document en sla op een USB opslagmedium op23
NL
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
1 Voer het document in.
2 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de
USB-host-aansluiting aan de voor- of achterkant van
het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig alsnog een
USB-opslagmedium aan.
Keuzemenu voor USB-opslagmedia
Het keuzemenu voor USB-opslagmedia
verschijnt in het display zodra u een USBopslagmedium (USB-stick, externe harde
schijf etc.) op de USB-host-aansluiting aan
de voorkant van het apparaat aansluit.
3 Selecteer met [
SCAN NAAR USB uit het keuze-
menu of druk op C, 913 en OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 32 en OK te drukken.
4 Kies met [, of u het document in grijswaarden of
in kleur wilt scannen
5 Bevestig met OK.
6 Voer een naam voor het bestand in.
Letters invoeren
Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-
toets. Spaties voert u in met ½ .
De beschikbare speciale tekens staan
rechts boven de lettertoetsen en kunnen
door het tegelijk indrukken van de õ-toets
en de betreffende lettertoets worden ingevoerd.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
7 Bevestig met OK.
8 Selecteer met [, of u het bestand als beeldbestand
of als PDF-bestand wilt opslaan.
Kies het bestandsformaat
Voor een beeldbestand kunt u kiezen, of u
het bestand in TIFF- of in JPEG-formaat
wilt opslaan (zie ook het hoofdstuk
Bestandsformaat selecteren, op pagina 62).
9 Bevestig met OK.
10 Selecteer met [ de gewenste resolutie.
ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoor-
beeld voor gebruik op het Internet
TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge
resolutie voor de optische tekenherkenning van
tekstdocumenten (OCR)
FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoor-
beeld voor foto's
HQ(300) – Scan met hoogste resolutie
11 Bevestig met OK.
12 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lich-
kerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare documenten)
13 Bevestig met OK.
14 Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
15 Bevestig met OK. Het document wordt ingelezen en
op het USB-opslagmedium opgeslagen.
16 Wanneer u een document van meerdere pagina's
wilt scannen met uw flatbedscanner, legt u de volgende pagina erop en kiest u [
.
INA
USB-opslagmedia verwijderen!
VOLGENDE PAG-
USB-opslagmedia verwijderen!
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit
uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
24Philips · LaserMFD 6170dw
Document scannen en op de
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
netwerkcomputer opslaan
Inleiding
Met deze functie scant u een document met uw apparaat in en stuurt het door naar een computer, die door
middel van een netwerk op het apparaat is aangesloten.
Scannen vanuit de computer starten
Scannen vanuit de computer starten
Met het programma Companion Center SFX
kunt u de scan via de computer oproepen. U
kunt het scannen ook vanuit elk ander grafisch
programma starten, als dit de Twain-driver
ondersteunt. Selecteer als scanner de Twainscannerdriver.
Scan met standaardinstellingen
maken
1 Druk op SCAN.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
SCAN NAAR LAN.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 36 en OK te drukken.
8 Selecteer met f de gewenste resolutie.
ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoor-
beeld voor gebruik op het Internet
TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge
resolutie voor de optische tekenherkenning van
tekstdocumenten (OCR)
FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoor-
beeld voor foto's
HQ(300) – Scan met hoogste resolutie
9 Bevestig met OK.
10 Kies met [, of u het document in grijswaarden of
in kleur wilt scannen
11 Bevestig met OK.
12 Voer een naam voor het bestand in.
Letters invoeren
Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-
toets. Spaties voert u in met ½ .
De beschikbare speciale tekens staan
rechts boven de lettertoetsen en kunnen
door het tegelijk indrukken van de õ-toets
en de betreffende lettertoets worden ingevoerd.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
NL
4 Selecteer met [ uit de lijst van de aangemelde net-
werkcomputers, de gewenste doelcomputer.
5 Bevestig met OK.
6 Druk op OK.
Scan met aangepaste instellingen
maken
1 Druk op SCAN.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Selecteer met [ uit de lijst van de aangemelde net-
werkcomputers, de gewenste doelcomputer.
5 Bevestig met OK.
6 Kies met [
7 Bevestig met OK.
SCAN NAAR LAN.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 36 en OK te drukken.
INSTELLINGEN.
13 Bevestig met OK.
14 Selecteer met [, of u het bestand als beeldbestand
of als PDF-bestand wilt opslaan.
Kies het bestandsformaat
Voor een beeldbestand kunt u kiezen, of u
het bestand in TIFF- of in JPEG-formaat
wilt opslaan (zie ook het hoofdstuk
Bestandsformaat selecteren, op pagina 62).
15 Druk op o. Het document wordt ingelezen en naar
de computer gestuurd.
16 Wanneer u een document van meerdere pagina's
wilt scannen met uw flatbedscanner, legt u de volgende pagina erop en kiest u [
.
INA
17 Bevestig met OK.
VOLGENDE PAG-
Scanner · Document scannen en op de netwerkcomputer opslaan25
NL
$XWR
2SHQHQPHW
2SVODDQLQHHQPDSPHWGDWXP
6DYH,PDJH
,QVWHOOLQJHQ
%HZDUHQ
)LOH1DDP
8LWJDQJVIRUPDDW
3DSLHUIRUPDDW
5HVROXWLH
0RGH
%URQQHQ
.OHXU
,PJ
MSHJ
$
GSL
%HVWDQG(0DLO2&5$)%
6FDQYRRUEHHOG
>,3$GUHV@
+XOS6FDQQHQ)D[,QVWHOOLQJHQ
Met Companion Center SFX
scannen
Met Companion Center SFX scannen
Met het programma Companion Center SFX kunt u de
documenten scannen en vervolgens op de computer
bewerken.
1 Start de software Companion Center SFX, door
hetzij op het Companion Center SFX-pictogram op
uw desktop te klikken of in het startmenu Start >
Programma’s > Companion Center SFX > Laser
SFX > Companion Center SFX te selecteren.
2 De rood-geel-groene indicatie in de rechter boven-
hoek laat zien of het apparaat met de computer is
verbonden en of de verbinding goed werkt.
3 Kies het register met Scannen.
8 Activeer de functie Openen met, als u het inge-
scande bestand na het inlezen wilt openen. Selecteer
het gewenste programma. Zo kunt u bijvoorbeeld
een afbeeldingsbestand in een grafisch programma
openen, een met OCR ingescande tekst met een
tekstverwerkingsprogramma verder bewerken of
een e-mailbijlage naar uw e-mailprogramma sturen.
9 Klik op Scanvoorbeeld voor een voorbeeld van het
gescande document.
10 Klik op Scannen om het scannen te starten.
4 U kunt in de presets voor diverse gebruiksprofielen
kiezen.
AFB. – Geoptimaliseerde instellingen voor het scan-
nen van foto’s.
OCR – (Optische tekenherkenning, fontherkenning)
het inlezen van gedrukte teksten als tekstbestand,
dat bewerkt en gewijzigd kan worden. Foto’s of
handgeschreven teksten worden eventueel niet herkend.
E-Mail – De scan wordt als bijlage aan een e-mail
toegevoegd.
Bestand – De scan wordt als bestand opgeslagen.
5 Als u de actuele instellingen wilt veranderen, staan
volgende functies ter beschikking:
Bronnen – Automatische documentinvoer of vlak-
bedscanner als bron voor de scan
Mode – Scannen in de zwart-wit modus (ook
streep-modus) of in de grijstinten-modus
Resolutie - Resolutie voor de scan kiezen
Papierformaat – Papierformaat instellen
Uitgangsformaat – Kies het bestandsformaat
6 Voer onder File Naam de naam van het bestand in.
7 Selecteer bij Save Image de map, waar het bestand
in moet worden opgeslagen. Met de optie Opslaan
in een map met datum wordt het bestand opgesla-
gen in een map met de huidige datum.
26Philips · LaserMFD 6170dw
7Printer en afdrukmedia
Opmerking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Printen vanaf de computer
Testafdrukken van laserprinters!
Printen vanaf de computer
Als u de Companion Center SFX op uw
computer installeert, wordt het toestel als
printer onder Windows opgeslagen. ´In het
printermenu onder Start > Instellingen >
Printer vindt u het toestel als Laser Printer
Scanner.
U hebt vanuit elk programma – net als tot elke
andere printer – toegang tot uw toestel en
kunt zwart-wit afdrukken maken. Selecteer
eenvoudig de Laser Printer Scanner als printer.
Specificaties voor
afdrukmedia
Inleiding
In de papiercassette kunt u normaal afdrukpapier of
voorbedrukte ontwerpen (formulieren) plaatsen. In de
handmatige papiertoevoer kunt u speciale papierformaten, enveloppen, transparante folies, etiketvellen of
bedrukte documenten invoeren.
Papierlade
Papierlade
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om
verder bedrukt te worden.
Papier in de papiercassette
NL
plaatsen
1 Trek de papiercassette uit het apparaat.
PapiergrootteGrootte A4 · A5 · B5 (JIS)
· Letter · Legal (13/14¦") ·
Exec
Gewicht60¦–¦105¦g/m
Capaciteit250 vellen
Handmatige papiertoevoer
Handmatige papiertoevoer
PapiergrootteBreedte: 98¦–¦216¦mm
Lengte: 148¦–¦356¦mm
Gewicht60¦–¦165¦g/m
Capaciteit1 vellen
Ongeschikt papier!
Ongeschikt papier!
Plaats geen vellen papier in de papiercassette
die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt
zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… bijeengehouden worden met paperclips,
nietjes, plakband of lijm. Gebruik etiketvellen
voor het gebruik bij laserprinters.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
2 Klap de afdekking van de papiercassette omhoog.
Eerste ingebruikneming!
Verwijder het karton uit de papiercassette
vooraleer u papier toevoegt en de cassette
in het toestel schuift.
Printer en afdrukmedia · Specificaties voor afdrukmedia27
NL
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
3
Pas de lengte van de papiercassette aan het afdrukpapier aan. Druk op de vergrendelingknop aan de
onderkant van de papiercassette. Verschuif de achterkant totdat ze in de juiste omschrijving vastklikt: Legal
=
LG
, A4 = A4, A5 = A5, Letter = LE, B5 = B5.
4
Waaier het papier uit en breng het op een glad oppervlak in de juiste stand. Op die manier verhindert u dat
meerdere vellen in één keer worden ingetrokken.
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een
laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt
om verder bedrukt te worden.
6 Fixeer het papier met behulp van de beide papier-
dwarsgeleiders. Let erop dat het papier bij het fixeren niet geknikt wordt.
7 Sluit de afdekking van de papiercassette.
5 Plaats het papier in de papiercassette. U kunt tot
250 vel (80¦g/m) tegelijk plaatsen.
Sjablonen invoeren
Wilt u op een origineel document printen
(bijvoorbeeld formulieren of briefpapier),
plaats het origineel dan met de zijde
waarop u wilt afdrukken naar onder en
met de kop van de bladzijde naar voren in
de papierlade.
Afdekklep van de papiercassette
Als de afdekklep van de papiercassette is
losgeraakt, dient u de afdekklep weer aan
de houders vast te maken. Let erop dat de
gladde kant van de afdekklep (met de markeringen) naar boven is gericht.
28Philips · LaserMFD 6170dw
8 Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
toestel.
Papier in de handmatige
papiertoevoer plaatsen
1 Druk op C, 202 en OK.
2 Kies met [ de handmatige papiertoevoer.
3 Bevestig met OK.
4 Plaats het papier in de handmatige papiertoevoer aan
de voorkant van het apparaat.
5 Fixeer het papier met behulp van de beide papier-
dwarsgeleiders. Let erop dat het papier bij het fixeren niet geknikt wordt.
Enveloppen bedrukken
Enveloppen bed rukken
U kunt enveloppen direct via de handmatige papierinvoer laten bedrukken.
Ongeschikte enveloppen!
Ongeschikte enveloppen!
Gebruik geen enveloppen met zelfklevende
sluitingen, vensterenveloppen of nietjes.
1 Leg de envelop in de handmatige papiertoevoer aan
de voorkant van het apparaat. De korte kant moet in
de richting van het apparaat wijzen. De kant die u
wilt bedrukken, moet naar boven wijzen. De sluitklep moet naar linksonder wijzen.
2 Fixeer de omslag met behulp van de twee dwarse
papiergeleiders. Let erop dat u de omslag bij het fixeren niet kreukelt.
NL
Instelling terugzetten
Instelling terugzetten
Stel na de printopdracht de standaardinstelling weer opnieuw in, zodat voor de binnenkomende faxberichten de papiertoevoer uit
de papiercassette verzekerd is.
Transparant folie en
etiketten plaatsen
Transparant folie en etiketten plaatsen
Gebruik transparant folie dat voor kopieermachines en
laserprinters is bedoeld, omdat deze aan hoge temperaturen en druk worden blootgesteld. De afdrukzijde is
meestal iets grover dan de achterzijde.
U kunt transparante folie en etiketvellen zowel in de
papiercassette als in de handmatige papiertoevoer plaatsen. Gebruik voor het printen op deze afdrukmedia bij
voorkeur de handmatige papiertoevoer (zie ook hoofdstuk Papier in de handmatige papiertoevoer plaatsen,
pagina 29).
Ongeschikte folie en etiketten!
Ongeschikte folie en etiketten!
Gebruik geen transparant folie dat bedoeld is
om er met de hand op te schrijven of om te
gebruiken in een overhead projector. Deze
folietypes kunnen in het apparaat smelten en
het beschadigen.
Gebruik etiketvellen voor het gebruik bij
laserprinters. De etiketten dienen de het vel
geheel te bedekken omdat ze anders in het
apparaat los kunnen laten.
Printer en afdrukmedia · Papier in de handmatige papiertoevoer plaatsen29
Loading...
+ 65 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.