Door dit toestel te kopen hebt u gekozen voor een
kwaliteitsproduct van PHILIPS. Uw toestel vervult de
meest uiteenlopende eisen voor privé en professioneel
gebruik.
Energiebespar ingsmodus
Met de ecologische besparingsfuncties bespaart u
stroom en toner, doordat het apparaat snel overschakelt naar de stroombesparing modus of afdrukt in de
tonerbesparing modus. Met de knop ECO kunt u snel
en op eenvoudige wijze tonerbesparende kopieën
maken.
Startercartridge
Uw apparaat print met de modernste laser printtechnologie. De inhoud van de verpakking bevat een startercartridge. Deze begincartridge is al geplaatst; u dient
echter de transportverpakkingen te verwijderen voordat u het apparaat kunt gebruiken.
Papierlade
In de papiercassette kunt u een papiervoorraad tot 250
vel plaatsen. In de handmatige papiertoevoer kunt u
speciale papierformaten, enveloppen, transparante
folies, etiketvellen of bedrukte documenten plaatsen.
Crystal
Uw apparaat beschikt over de beeld- en tekstoptimaliseringsfunctie Crystal, waarmee u een optimale printen kopieerkwaliteit van uw documenten realiseert.
Inleiding
Met de visitekaartkopie kunt u beide zijden van een kleiner document (bijvoorbeeld van een visitekaartje) op
één vel kopiëren.
Kalender printen
Uw apparaat print een weekoverzicht af als kalenderpagina - voor de huidige week, de komende week of een
vrij te kiezen week.
Uw toestel print sudoku-raadsels uit in vier verschillende moelijkheidsgraden - desgewenst met de oplossing.
Telefoonboek
In het telefoonboek van uw toestel kunt u records met
verschillende nummers opslaan en verschillende
records in groepen onderbrengen. U kunt de records
verschillende beltonen toewijzen.
Er staan u meerdere functies voor het versturen van
faxberichten ter beschikking, bijvoorbeeld diverse resoluties of de timer functie. U kunt de faxontvangst met
een code beveiligen. Binnenkomende faxen worden niet
afgedrukt, maar in het faxgeheugen opgeslagen. Via polling roept u faxberichten op die klaarliggen in het opgebelde toestel.
Tijdstempel
Het toestel print de ontvangstdatum en de juiste tijd op
elke binnenkomende fax. Hiermee kunt u documenteren wanneer u een faxbericht hebt ontvangen. Een buffergeheugen in het toestel waarborgt dat ook na een
stroomstoring de juiste datum en de juiste tijd worden
afgedrukt.
Inleiding
Met de faxontvangst op een USB-opslagmedium slaat
het apparaat binnenkomende faxen op een aangesloten
USB-opslagmedium op. De faxberichten worden als
TIFF-bestand met ontvangstdatum en -tijd opgeslagen.
Inleiding
Het keuzemenu voor USB-opslagmedia verschijnt in het
display zodra u een USB-opslagmedium (USB-stick,
externe harde schijf etc.) op de USB-host-aansluiting
aan de voorkant van het apparaat aansluit. U kunt een
lijst met alle opgeslagen documenten of afzonderlijke
documenten afdrukken en bestanden verwijderen. Sla
ingescande documenten of binnenkomende faxberichten op het USB-opslagmedium op.
Companion Center SFX
U kunt het apparaat op een computer aansluiten en als
printer of scanner gebruiken. Op de meegeleverde
installatie-CD vindt u het programma CompanionCenter SFX. Daarmee kunt u foto’s en teksten scannen
en bewerken, faxberichten verzenden en ontvangen en
verder de webinterface van het apparaat oproepen,
waarmee u veel verschillende instellingen kunt maken.
WLAN
Uw apparaat beschikt over een WLAN-aansluiting.
Daarmee kunt u het apparaat in een bestaand draadloos
netwerk (WLAN) opnemen. Alle computers in het netwerk kunnen dan contact maken met het apparaat en
scannen of printen.
Veel plezier met uw toestel en zijn veelvoudige functies!
Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN
60950-1 resp.IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op
telefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan
deze normen voldoen. Het toestel is uitsluitend voor
gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Inleiding 2
Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in
deze handleiding zijn beschreven. Door onoordeelkundig gebruik kan lichamelijk letsel of schade, apparaatschade of gegevensverlies optreden. Let op alle aangegeven waarschuwings- en veiligheidsinstructies.
Toestel opstellen
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak staan.
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak
staan. Mocht het toestel naar beneden vallen, kan het
worden beschadigd of personen – in het bijzonder
kleine kinderen – verwonden. Leg alle kabels zo dat er
niemand over kan vallen, dat er zich niemand kan verwonden of dat het toestel wordt beschadigd. Als het
apparaat valt, moet u het door een technische klantendienst laten nakijken.
De afstand tot andere apparaten of voorwerpen moet minstens 15 centimeter bedragen.
De afstand ten opzichte van andere toestellen of voorwerpen moet tenminste 15 centimeter bedragen. Dit
geldt ook voor het gebruik van extra draadloze telefoons. Zet het toestel niet in de buurt van radio- en TVtoestellen.
Bescherm het toestel tegen direct zonlicht
Bescherm het toestel tegen direct zonlicht, hitte, grote
temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet het toestel
niet in de buurt van de verwarming of de airconditioning. Let op de informatie in de technische specificaties
met betrekking tot temperatuur en luchtvochtigheid.
De ruimte waarin het toestel staat moet v oldoende worden verlucht
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende
worden verlucht.Het toestel niet toedekken! Plaats het
toestel niet in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet
op een zachte ondergrond zoals dekens of tapijten. Dek
de ventilatiesleuf niet toe. Het toestel kan anders oververhit en in brand geraken.
De ruimte waarin u het to estel gebruikt moet goed en vo ldoende geventileerd zijn
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en
voldoende geventileerd zijn – vooral als het toestel vaak
gebruikt wordt. Zet uw toestel zo neer dat de uitgeblazen luchtstroom niet op een werkplek gericht is.
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er r ook uit het toestel komt
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er
rook uit het toestel komt – meteen de netstekker uit
het stopcontact trekken. Laat uw toestel door een technische servicedienst onderzoeken. Om te vermijden dat
een brand uitbreidt, moeten open vlammen uit de buurt
van het toestel worden gehouden.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes a an.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de
netstekker, de netaansluiting of de telefoon contactdoos nooit met natte handen aan.
Er mogen geen vloeistoffen in het to estel geraken.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal
het apparaat van het stroom- en telefoonnet wanneer
vloeistoffen of vreemde deeltjes in het apparaat terecht
zijn gekomen en laat uw apparaat door een technische
serviceafdeling onderzoeken.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel omgaan.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel
omgaan. De verpakkingsfolie mag niet in de handen van
kinderen geraken.
Druk niet hard op het deksel van de scanner
Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u dikkere documenten of driedimensionele sjablonen scant,
dit kan een beschadiging van het scannerdeksel en/of het
scannerglas tot gevolg hebben.
Stroomvoorziening/
telefoonaansluiting
Controleer of de netspanning van uw toestel
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de
opstelplaats beschikbaar is.
Storingen
Het apparaat voldoet aan de EN 55022 klasse B.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels. Voordat u het apparaat gebruikt, zorg ervoor dat
u het meegeleverde telefoonsnoer hebt aangesloten
zoals staat omschreven.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd. Wissel onmiddellijk de beschadigde
kabel om. Gebruik uitsluitend geschikte kabels; neem
indien nodig contact op met onze technische klantenservice of met uw vakhandel.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens een onweer.
Haal het apparaat bij onweer van het stroom- en telefoonnet, om beschadigingen door overspanning te
voorkomen. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toestel
niet tijdens een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen. Gebruik een zacht, pluisvrij doekje. Gebruik nooit vloeibare, gasvormige of licht
ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schurende
middelen, politoeren, alcohol). Er mag geen vocht in het
toestel geraken.
Reinig het display met ee n droge, zachte doek.
Reinig het display met een droge, zachte doek. Wanneer het display breekt, kan een zwarte bijtende vloeistof vrijkomen. Vermijd huid- en oogcontact.
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel
niet; opgeslagen gegevens gaan niet verloren.
Computeraansluiting
Uitsluitend high-speed USB-kabel
Gebruik uitsluitend een in de handel gangbare USBkabel die voor high-speed is gecertificeerd om het apparaat op uw computer aan te sluiten. De kabel mag niet
langer dan 1,5 meter zijn.
Draadloos netwerk (WLAN)
Draadloos netwerk (WLAN)
De werking van veiligheidsinstallaties, medische of
gevoelige apparaten kan door het zendvermogen van
het apparaat verstoord raken. Let op eventuele
gebruiksvoorschriften (of -beperkingen) in de buurt van
dergelijke installaties.
Het gebruik van dit apparaat kan, door het versturen
van hoge frequentie straling, de werking van onvoldoende afgeschermde medische apparatuur evenals
gehoorapparaten of pacemakers beïnvloeden. Richt u
tot een arts of tot de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of deze voldoende zijn afgeschermd tegen externe hoge frequentie straling.
USB opslagmedia
Gebruik uitsluitend opslagmedia die compatibel met het apparaat zijn .
Gebruik uitsluitend opslagmedia die compatibel met het
apparaat zijn. Let erop dat de stroom van een USB apparaat de toegestane Ampère waarde van de USB aansluiting niet overschrijdt. U kunt aan iedere USB aansluiting
slechts één high power apparaat (USB 2.0) insteken.
Sluit geen extra apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren, acculaders – op uw apparaat aan. Het apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn geformatteerd met
behulp van FAT16 of FAT32. NTFS wordt niet ondersteund.
Trek het ingestoken opslagmedi um er nooit uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit uit, als het
apparaat er nog op leest of schrijft. Hierdoor kunnen
gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Firmware update
Gebruik voor het bijwerken van de firmware uitsluitend
de firmware-update voor uw apparaat van de internetpagina: www.sagemcom.com Andere firmware bestanden kunnen ertoe leiden dat uw apparaat niet meer storingsvrij functioneert. Sagemcom is niet aansprakelijk
voor storingen van het apparaat die veroorzaakt worden door firmware-bestanden afkomstig van andere
aanbieders.
GPL-tekst
De firmware van het apparaat is gedeeltelijk onder
licentie bij GPL. Stuur uw vragen over de licenties van
specifieke onderdelen van de firmware alstublieft direct
aan ons e-mailadres: support.service@sagemcom.com
Wij sturen u dan tegen kostprijs een CD met de betreffende broncode toe.
Verbruiksmaterialen
Originele verbruiksmaterialen
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze
krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze bestelservice (zie
achterzijde van deze handleiding). Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen of de levensduur beperken.
Environment
Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming
met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. afvalverwijdering.
Let op als u met tonerpoeder o mgaat:
Let op als u met tonerpoeder omgaat:
Als u tonerpoeder mocht hebben ingeademd gaat u
onmiddellijk in de frisse lucht staan. Neem onmiddellijk
contact met een dokter op!
Als er tonerpoeder in de ogen komt, spoelt u dit tenminste 15 minuten met veel water uit. Neem onmiddellijk contact met een dokter op!
Als u tonerpoeder hebt ingeslikt, drinkt u kleine hoeveelheden water. Probeer NIET om braken op te wekken. Neem onmiddellijk contact met een dokter op!
Tonercartridge 1
Open nooit de tonercartridge. Bewaar nieuwe en
gebruikte cartridges zo dat ze niet in de handen van kinderen terecht komen.
Papier zit vast
Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat. Gooi het papier voorzichtig weg: De toner zit
eventueel nog niet goed op het papier vast en er zou
tonerstof vrij kunnen komen.
Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid en ogen.
Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met
huid en ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water;
heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
Reparaties
Gevaar – Heet!
De fixeereenheid en de omgeving ervan in het apparaat
worden tijdens gebruik heet. Raak deze onderdelen niet
aan als u het apparaat hebt geopend. Ga zeer voorzichtig te werken als u bijvoorbeeld vastgelopen papier verwijdert.
Display
Indien er storingen optreden, let dan op de instructies
op het display en op de foutmelding.
Reparaties
Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud
kan tot lichamelijke en materiële schade leiden. Laat uw
toestel uitsluitend door een geautoriseerde servicedienst repareren.
Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, anders
komt de garantie te vervallen.
Laserbeveiliging
Laserbeveiliging
De apparatuur voldoet wat betreft de laser aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die door overheden en (inter)nationale instanties voor laserproducten van klasse 1 zijn vastgesteld. De apparatuur zendt
geen gevaarlijke laserstralen uit, aangezien de stralen
volledig worden afgeschermd op elk moment dat de
klant de apparatuur gebruikt en onderhoudt.
Direct (of indirect gereflecteerd) oogcontact met de
laserstraal kan belangrijke schade toebrengen aan het
oog. Er werden bijzondere voorzorgen en tussenvergrendelingsmechanismen ontworpen om te voorkomen
dat de operator wordt blootgesteld aan laserstralen.
Alleen een gekwalificeerde servicemonteur mag het
apparaat openen en onderhoud plegen.
Klasse 1 laser-product
à Klasse 1 laser-product
6Philips · LaserMFD 6135hfd
Over deze handleiding
Opmerking
VOORZICHTIG!
GEVAAR!
GEVAAR – LASER!
GEVAAR – WARMTE!
Met de installatiehulp op de volgende bladzijden kunt u
uw toestel snel en gemakkelijk in gebruik nemen. Gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de volgende hoofdstukken van deze handleiding.
Lees de handleiding nauwkeurig. Let op de veiligheidsinstructies om een correcte werking van uw toestel te
garanderen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor enig gebruik dat afwijkt van het in de
instructies beschreven gebruik.
Gebruikte symbolen
Tips en Trucs
Tips en Trucs
Met dit symbool zijn tips gekenmerkt die de
bediening van uw apparaat efficiënter en eenvoudiger maken.
Apparatuurschade en gegevensverlies!
Apparatuurschade en gegevensverlies!
Dit symbool waarschuwt voor schade aan het
apparaat evenals mogelijk gegevensverlies.
Ondeskundig gebruik kan tot deze schade leiden.
NL
Gevaar voor personen!
Gevaar door laserstraling!
Gevaar door hitte!
Gevaar voor personen!
Dit symbool waarschuwt voor gevaren voor
personen. Door onoordeelkundig gebruik kan
lichamelijk letsel of schade optreden.
Gevaar door laserstraling!
Dit symbool in de gebruiksaanwijzing of aan
de binnenzijde van het apparaat wijst u op de
gevaren van zichtbare en onzichtbare laserstralen. Door onoordeelkundig gebruik kan
oogletsel of andere schade optreden.
Gevaar door hitte!
Dit symbool in de gebruiksaanwijzing of aan
de binnenzijde van het apparaat wijst u op de
gevaren van hete oppervlaktes. Door onoordeelkundig gebruik kan lichamelijk letsel of
schade optreden.
7
NL
2Overzicht
Toesteloverzicht
Scannerdeksel
‚ Scannerdeksel
Paneel met display
ƒ Paneel met display
Print- en faxuitgifte
„ Print- en faxuitgifte
Printuitgiftehouder
… Printuitgiftehouder
Papierlade
† Papierlade
Handmatige papiertoevoer
‡ Handmatige papiertoevoer
USB-hosta ansluiting ( Front)
ˆý-Bus – USB-hostaansluiting voor opslagmedia
Hoorn met krulsnoer
‰ Hoorn met krulsnoer
Übersicht nummeriert
Scannerglas
‚ Scannerglas
Tonercartridge
ƒ Tonercartridge
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (print unit)
„ Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier
(print unit)
Übersicht nummeriert
Spaltenumbruch
Aansluitingen aan de
achterzijde
LINE-bus
‚FAX/Ñ-bus – aansluitbus voor telefoonkabel
EXT-bus
ƒAUX./Ò-bus – aansluitbus voor extra toestellen
Telefoonhoornbus
„Ó-bus – aansluitbus voor de telefoonhoorn
Spanhendel van de fixatie-eenheid
… Spanhendel van de fixatie-eenheid (2 hendels!)
USB-hostaansluiting
†ý-Bus – USB-hostaansluiting voor opslagmedia
USB-aansluiting voor de computer
‡ ý-bus – USB-aansluiting voor de computer
Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (fixeerunit)
ˆ Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier
(fixeerunit)
Netkabelaansluiting
‰ Netkabelaansluiting
Aan/uit schakelaar
Š Aan/uit schakelaar
Übersicht nummeriert
8Philips · LaserMFD 6135hfd
Paneel met display
Rood lampje
Rode lamp Æ – knippert of licht op, lees de aanwijzingen op het scherm
Groen lampje
Groen lampje â – Het groene lampje â op het bedieningspaneel knippert, als zich een fax in het geheugen
bevindt.
Stop 2
j – functie afbreken / terug naar de uitgangsmodus
C
C – menufuncties oproepen / terug naar het vorige
menu-niveau / tekens afzonderlijk wissen
Cursortoetsen
[ – Aantal kopieën instellen / In het menu navigeren /
Opties selecteren / Cursor verplaatsen
OK
OK – twee keer indrukken: automatisch kopiëren. Eén
keer indrukken: kopieën aanpassen / Menu-navigatie:
Invoer bevestigen
Start (berichtenoverdracht starten / handeling starten)
o – berichtenoverdracht starten / handeling starten
Contrast
¬ – Contrast voor het scannen instellen
Zoomen
Ô/ZOOM – Zoomparameters instellen (kleiner of groter inscannen)
Duplex
Õ/DUPLEX – Dubbelzijdig of enkelzijdig afdrukken
selecteren (duplex/simplex)
Resolutie
f – hogere resolutie voor het faxen (STANDAARD,
FIJN, SFIJN, FOTO) en kopiëren instellen
(
AUTOMATISCH, TEKST, KWALITEIT, FOTO)
Fax
FAX – faxtransmissie, faxontvangst starten
Copy
COPY – twee keer indrukken: automatisch kopiëren.
Eén keer indrukken: kopieën aanpassen
Scan
SCAN – Keuzemenu voor scanfunctie openen
Opnieuw kiezen/oproeplijst
@ – Opnieuw kiezen/oproepenlijst: De lijst opnieuw
kiezen/oproepen bevat de laatst gekozen abonneenummers en ontvangen oproepen (
nummers,
gesprekken).
R – gecalibreerde lijnonderbreking (hook flash) invoegen als kengetal bij nevenaansluitingen (PABX) of om
speciale functies van het openbare telefoonnet (PSTN)
op te roepen
Telefoonboek
m – Telefoonboekfuncties oproepen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsenbord – cijfers, letters en speciale tekens
invoeren
ECO
ECO – Ecologische besparingsfunctie voor papier,
stroom en toner oproepen / kopie met ecologische
toner besparingsfunctie instellen
LFF 6135hfd
NL
SpaltenumbruchSpaltenumbruch
Overzicht · Paneel met display9
NL
Overzicht menufuncties
Inleiding
Uw toestel beschikt over de volgende functies. Er
bestaan twee mogelijkheden om de functies op te roepen.
Menu-navigatie
Door het menu navigeren: Druk op C om het menu
met deze functies te openen. Blader door het menu met
[. Met OK kiest u een menufunctie. Met C keert u
naar het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het
menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.
Direct oproepen
Functies direct oproepen: Met het functienummer
roept u een menufunctie direct op. Druk op C en voer
met het cijfertoetsenbord het betreffende functienummer in. Bevestig met OK. De functienummers vindt u in
de onderstaande lijst.
*¦De functie is optioneel en werkt uitsluitend met een
originele adapter, die via onze bestelservice bestelt kan
worden. Nadere informatie: support.service@sagemcom.com
934 Firmware versie opvragen............ pagina 68
Tellerstanden oproepen
94 Tellerstanden oproepen....................... pagina 68
Tonerniveau aa ngeven
946 Tonerniveau aangeven................... pagina 68
Overzicht · Overzicht menufuncties11
3Eerste ingebruikneming
Opmerking
NL
Inhoud verpakking
Toestel
‚ Toestel
Begincartridge (al geplaatst)
ƒ Begincartridge (al geplaatst)
Netkabel met stekker (landspecifiek)
„ Netkabel met stekker (afhankelijk van het land)
Telefoonkabel met stekker (landspecifiek)
… Telefoonkabel met Stecker (afhankelijk van het land)
Papiercassette (al geplaatst)
† Papiercassette (al geplaatst)
Spiraalsnoer voor telefoonhoorn
‡ Spiraalsnoer voor telefoonhoorn
Telefoonhoorn
ˆ Telefoonhoorn
Installatie-CD (zonder afbeeld ing)
Installatie-CD (zonder afbeelding)
Bedieningshandleiding met i nstallatiehandleiding (zonder afbeel ding).
Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder afbeelding).
Verpackungsi nhalt
Verpakkingsmateriaal
verwijderen
Verpakkingsmateriaal van het
apparaat verwijderen
Verpakkingsmateriaal van het appara at verwijderen
Verwijder de aanwezige transportkleefbanden aan de
buitenkant van het apparaat.
Verpackungsmaterial entfernen
Verpakkingsmateriaal van de
tonercartridge verwijderen
Ontbrekende delen
Spaltenumbruch
Ontbrekende delen
Mocht een van de delen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw vakhandelaar of met onze klantendienst.
1 Open het bovenste deksel van het apparaat, door
het deksel bij de pijlmarkeringen aan de buitenkant
vast te pakken en naar boven te klappen.
2 Open het apparaat door het apparaatdeksel naar
voren te klappen.
12Philips · LaserMFD 6135hfd
3 Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep
GEVAAR!
GEVAAR!
VOORZICHTIG!
in het midden vast te pakken en naar voren uit het
apparaat te trekken.
4 Verwijder de kleefstrip en het beschermfolie, maar
nog niet de beschermstrook in de cartridge.
Er komt tonerstof vrij!
Schud de tonercartridge niet meer nadat u
de beschermstrook verwijderd hebt. Er
zou anders tonerstof vrij kunnen komen.
7 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge
moet compleet vastklikken.
NL
8 Sluit het toestel.
Er komt tonerstof vrij!
Open nooit de tonercartridge. Mocht er
tonerstof uit komen, vermijd dan contact
met huid en ogen. Adem de losse tonerstof
niet in. Verwijder de stof van kleding of
voorwerpen met koud water; heet water
zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
5 Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen
heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en
zo de afdrukkwaliteit te verbeteren.
6 Trek pas daarna de beschermstrook aan de linker-
zijde van de cartridge er helemaal uit.
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt
sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner
cartridge eruit en plaats deze op de juiste
manier.
9 Sluit het bovenste apparaatdeksel.
Eerste ingebruikneming · Verpakkingsmateriaal verwijderen13
NL
Opmerking
Opmerking
Verpakkingsmateriaal uit de
papiercassette verwijderen
1 Trek de papiercassette uit het apparaat.
2 Klap de afdekking van de papiercassette omhoog.
5 Sluit de afdekking van de papiercassette.
Afdekklep van de papiercassette
Als de afdekklep van de papiercassette is
losgeraakt, dient u de afdekklep weer aan
de houders vast te maken. Let erop dat de
gladde kant van de afdekklep (met de markeringen) naar boven is gericht.
3 Verwijder a.u.b. het kartonnen inlegvel uit de papier-
cassette voordat u het papier plaatst.
4 Verwijder de aanwezige transportkleefbanden in de
papiercassette.
Papier inleggen
Pas de papiercassette aan het papier aan en
plaats het papier (zie ook hoofdstuk
Afdrukmedia, pagina 26).
6 Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het
toestel.
14Philips · LaserMFD 6135hfd
Hoorn aansluiten
VOORZICHTIG!
Opmerking
VOORZICHTIG!
Hoorn aansluiten
Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de
telefoonhoorn. Steek het andere einde in de bus die
met het Ó-symbool gekenmerkt is.
Telefonhörer anschließen
Telefoonkabel aansluiten
Telefoonkabel aansluiten
Verbind de telefoonkabel met het toestel door de kabel
in de met FAX/Ñ gekenmerkte bus te steken (RJ-11aansluiting). Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.
Telefonkabel anschließe n
Netkabel aansluiten
Netspanning en plaats van opstelling
Netspanning en plaats van opstelling!
Controleer of de netspanning van uw toestel
(typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats beschikbaar is.
1 Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant
van het toestel. Steek de netkabel in het stopcontact.
NL
2 Schakel het apparaat aan met de aan/uit schakelaar
aan de achterkant.
Aansluiting aan ISDN-inst allatie!
Installatie nevenaansluiting 1
Aansluiting aan ISDN-installatie!
U kunt uw apparaat niet direct aan de digitale
uitgang van een ISDN-installatie aansluiten.
Meer informatie over de ISDN-aansluiting
vindt u in de handleiding van de terminaldadapter of router.
Aansluiting aan nevenapparaten
Indien u uw toestel als nevenaansluiting aan
een centrale aansluit, moet u uw toestel voor
het gebruik als nevenaansluiting instellen (zie
ook hoofdstuk Telefoonaansluitingen en extratoestellen, pagina 64).
Eerste ingebruikneming · Hoorn aansluiten15
Eerste installatie
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Eerste installatie
Nadat u uw apparaat op de netspanning hebt aangesloten, start het apparaat op. Tijdens het opstartproces
knipperen de lampjes. Wacht totdat het proces voor de
eerste installatie begint.
Taal kiezen
1 Kies met [ de gewenste displaytaal.
2 Bevestig met OK.
Naam invoeren
kopregel
Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand
van elk faxbericht (= kopregel) samen met datum, tijd
en paginanummer meegestuurd.
Naam invoeren
1 Voer uw naam in. Letters voert u met de cijfertoet-
sen in (zie opdruk). Speciale tekens voert u in met
0. Druk zo vaak op de betreffende toets tot de
gewenste letter of het gewenste speciale teken op
het display verschijnt.
NL
Land kiezen
Land juist instellen
Land juist instellen!
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het telefoonnet. Indien uw land niet
op de lijst staat, moet u een andere instelling
kiezen en de juiste telefoonkabel van het land
gebruiken. Voor meer informatie kunt u
terecht bij uw vakhandelaar.
Land instellen
1 Kies met [ het land waarin u het toestel wilt
gebruiken.
2 Bevestig met OK.
Tijdszone instellen
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
Tijdszone instellen
In landen met meerdere tijdszones kunt u de vooraf
ingestelde tijdszones kiezen, of de afwijking van uw tijdszones ten opzichte van UTC handmatig invoeren (zie
ook hoofdstuk Tijdszone instellen, pagina 57). In landen
met één tijdszone wordt de instelling automatisch aangepast wanneer u het land correct instelt.
1 Kies met [ de tijdszone waarin u het toestel wilt
gebruiken.
2 Bevestig met OK.
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
Met de instelling van het land en de tijdszone
wordt de automatische omschakeling tussen
zomer- en wintertijd ingeschakeld. De automatische omschakeling wordt uitgeschakeld
als u de afwijking ten opzichte van UTC handmatig met de tijdszone bewerkingsfunctie
invoert.
Spaltenumbruch
Navigeren in de bewerkingfunctie
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
2 Bevestig met OK.
Nummer invoeren
1 Voer uw telefoonnummer in.
2 Bevestig met OK.
Datum en tijd invoeren
1 Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld
31¦05¦25 voor 31.5.2025.
2 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00
voor 14 uur.
3 Bevestig met OK.
Aansluiten op de computer
USB-aansluiting
Met een USB-kabel kunt u uw apparaat met een computer verbinden die op een netwerk is aangesloten. Alle
computers in het netwerk kunnen dan contact maken
met het apparaat, als het hiervoor is vrijgegeven. U kunt
het apparaat niet direct met een USB-kabel aan een netwerk aansluiten, behalve als u over een USB-printserveraansluiting beschikt.
Companion Center SFX
U kunt het apparaat op een computer aansluiten en als
printer of scanner gebruiken. Op de meegeleverde
installatie-CD vindt u het programma CompanionCenter SFX. Daarmee kunt u foto’s en teksten scannen
en bewerken, faxberichten verzenden en ontvangen en
verder de webinterface van het apparaat oproepen,
waarmee u veel verschillende instellingen kunt maken.
Netwerkaansluiting
Netwerkaansluiting
Informatie over de installatie van het apparaat
in een netwerk vindt u in het hoofdstuk
Netwerken (zie ook het hoofdstuk Netwerken,
op pagina 51)
16Philips · LaserMFD 6135hfd
Systeemeisen
Opmerking
Systeemeisen
Uw computer moet over één van de volgende besturingssystemen beschikken.
Microsoft Windows
Microsoft Windows
2000 (SP¦4) · XP · Vista · Windows 7
Windows Server 2003/2008
voordat u de installatie start. Leg de installatie-CD in
het CD-ROM-station van uw computer. Het programma start automatisch.
NL
2 Sluit het apparaat met een in de handel gebruikelijke
USB-kabel op uw computer aan. De USB-interface
van uw toestel vindt u op de achterzijde van het toestel.
Uitsluitend een voor high-speed gecertificeerde USB-kabel
Gebruik uitsluitend een in de handel gangbare USB-kabel die voor high-speed is
gecertificeerd om het apparaat op uw
computer aan te sluiten. De kabel mag niet
langer dan 1,5 meter zijn.
Eerste ingebruikneming · Aansluiten op de computer17
NL
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
4Companion Center SFX
Companion Center SFX
U kunt het apparaat op een computer aansluiten en als
printer of scanner gebruiken. Op de meegeleverde
installatie-CD vindt u het programma CompanionCenter SFX. Daarmee kunt u foto’s en teksten scannen
en bewerken, faxberichten verzenden en ontvangen en
verder de webinterface van het apparaat oproepen,
waarmee u veel verschillende instellingen kunt maken.
Netwerkaansluiting
Netwerkaansluiting
Informatie over de installatie van het apparaat
in een netwerk vindt u in het hoofdstuk
Netwerken (zie ook het hoofdstuk Netwerken,
op pagina 51)
Systeemeisen
Systeemeisen
Uw computer moet over één van de volgende besturingssystemen beschikken.
Microsoft Windows
Microsoft Windows
2000 (SP¦4) · XP · Vista · Windows 7
Windows Server 2003/2008
Indien er problemen met uw computeraansluiting optreden, houd dan de volgende informatie bij de hand, als u contact opneemt met
de technische klantendienst: Hardwareconfiguratie van uw computer, het geïnstalleerde
besturingssysteem en het gebruikte veiligheidsprogramma (antivirusprogramma’s, Firewall). Wij kunnen u dan sneller helpen.
Drivers en software
installeren
Eerst software installeren!
Eerst software installeren!
Installeer eerst de software. Het toestel mag
tevoren niet op de PC aangesloten worden.
Na de software-installatie moet de PC
opnieuw worden gestart. Verbind pasdaarna uw PC en het toestel met een USBkabel.
1 Sluit alle lopende programma’s en toepassingen
voordat u de installatie start. Leg de installatie-CD in
het CD-ROM-station van uw computer. Het programma start automatisch.
2 Op het beeldscherm verschijnt het masker Com-
panion Center SFX. Klik op Install All om de soft-
ware en alle drivers te installeren.
Klik op Inhoud browsen om te laten aangeven
welke bestanden zich op de installatie-CD bevinden.
Klik op Gebruiksaanwijzingen zien om de bedieningshandleidingen voor het apparaat op te roepen.
,QVWDOO$OO
,QVWDOO&XVWRPL]HG
3URGXFWHQYHUZLMGHUHQ
*HEUXLNVDDQZLM]LQJHQ]LHQ
,QKRXGEURZVHQ
Programma handmatig starten
Start het programma niet, selecteer dan in
de Windows-Explorer het CD-Rom-station en start het programma Setup.exe
met een dubbele klik.
18Philips · LaserMFD 6135hfd
3 Vervolgens wordt u verzocht de licentievoorwaar-
den te accepteren. Klik op Ja.
4 De software en de drivers worden geïnstalleerd. Dit
kan een poosje duren.
5 Ter beëindiging van de installatie moet u uw compu-
ter opnieuw opstarten. Selecteer of de computer
automatisch opnieuw zal opstarten of dat u op een
later tijdstip de computer zelf opnieuw wilt opstarten.
6 Sluit pas na het opnieuw starten het toestel met een
Opmerking
in de handel gebruikelijke USB-kabel op uw PC aan.
De USB-interface van uw toestel vindt u op de achterzijde van het toestel.
Uitsluitend een voor high-speed gecertificeerde USB-kabel
Gebruik uitsluitend een in de handel gangbare USB-kabel die voor high-speed is
gecertificeerd om het apparaat op uw
computer aan te sluiten. De kabel mag niet
langer dan 1,5 meter zijn.
NL
7 Uw apparaat wordt als nieuw periferie-apparaat her-
kend en geregistreerd.
8 Als uw besturingssysteem met Windows XP (Ser-
vice Pack 2) loopt, verschijnt bij de eindinstallatie een
extra venster. Selecteer Nee, nu niet en klik op Vol-gende.
9 Onder Windows XP selecteert u bij de eindinstalla-
tie Software automatisch installeren, dan klikt u
op Volgende.
Companion Center SFX · Drivers en software installeren19
De webinterface is beschikbaar voor alle besturingssystemen. U kunt de webinterface via het programma
Companion Center SFX of via de internetbrowser op
de computer oproepen. De webinterface geeft de actuele status van het apparaat en alle instellingen weer. U
kunt zowel de instellingen als het telefoonboek van het
apparaat bewerken.
U heeft toegang tot de webinterface, als u het apparaat
via de USB-bus direct met een computer heeft verbonden of als het apparaat met een netwerk is verbonden.
Webinterface oproepen
1 Start de software Companion Center SFX, door
hetzij op het Companion Center SFX-pictogram op
uw desktop te klikken of in het startmenu Start >
Programma’s > Companion Center SFX > Laser
SFX > Companion Center SFX te selecteren.
2 De rood-geel-groene indicatie in de rechter boven-
hoek laat zien of het apparaat met de computer is
verbonden en of de verbinding goed werkt.
3 Kies het register met Instellingen.
Webinterface met de
internetbrowser oproepen
Inleiding
U heeft het actuele IP-adres van het apparaat nodig om
de webinterface met een internetbrowser op te kunnen
roepen. U vindt het IP-adres op de instellingenlijst.
Instellijst printer
Instellijst printer
Druk op C, 80 en OK om een lijst van
alle instellingen van uw toestel uit te printen.
1 Start een internet-browser op een computer die op
het netwerk aangesloten is.
Geschikte internet-browsers
Wij bevelen de volgende internet-browsers aan. Windows PC: Internet Explorer
(minstens versie 6.0), Apple Macintosh:
Safari (minstens versie 1.3), Linux: Conquerer (minstens versie 3.2.1)
4 De instellingspagina’s van de webinterface zijn met
een wachtwoord beveiligd. Voer de inlog-gegevens
in:
Name: user
Password: user
5 Klik op Aanmelden.
20Philips · LaserMFD 6135hfd
Wachtwoord wijzigen en noteren!
Verander het password, als u de webinterface voor de eerste keer oproept,
zodat geen onbevoegde persoon toegang
tot uw apparaat heeft. Noteer uw password op een veilige plaats. Mocht u uw
password vergeten, dan moet u uw apparaat op de fabrieksinstellingen terugzetten
om weer toegang te verkrijgen. Alle persoonlijke instellingen worden gewist.
2 Voer in de adresbalk van de browser het IP-adres
van het toestel in.
3 Bevestig dit met Return.
6Scanner
VOORZICHTIG!
Opmerking
Inleiding
U kunt een document scannen en op de computer, op
een USB-opslagmedium of op een netwerkcomputer
opslaan.
Companion Center
Op de meegeleverde installatie-CD vindt u het programma Companion Center SFX. Daarmee kunt u
documenten van de computer scannen, faxberichten
vanuit de computer verzenden en beheren en verder
instellingen van het apparaat via de webinterface wijzigen (zie ook het hoofdstuk Drivers en software installeren,
pagina 18).
Specificaties voor documen ten
Specificaties voor documenten
2 Plaats het document met de beeldzijde onder op het
scannerglas.
NL
Breedte van de docu-
208¦–¦218¦mm
menten
Lengte van de docu-
277¦–¦600¦mm
menten
Papiergewicht van de
60¦-¦90¦g/m
documenten
Capaciteit50 vel (80¦g/m)
Aanbevelingen van de
fabrikant voor optimaal functioneren
Ongeschikte documenten!
A4 · A5 · Letter · Legal
(80¦g/m)
Ongeschikte documenten!
Voer geen documenten in die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt
zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… beschreven zijn met zacht potlood, inkt,
krijt of houtskool.
… afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften
(drukinkt).
… bijeengehouden worden met paperclips,
nietjes, plakband of lijm.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
Documenten invoeren
1 Open het scannerdeksel.
3 Richt het document uit langs de linker achterhoek
van de glasplaat van de scanner (pijlen). De markeringen op de scanner omranding voor de formaten A4
en A5 helpen u erbij het document juist te positioneren.
Detail vergroten
Als u slechts een gedeelte (bijvoorbeeld
een afbeelding) van een document wilt
kopiëren, plaatst u het document zodanig,
dat het betreffende gedeelte in deze hoek
ligt. In verbinding met de zoomfunctie kunt
u het gewenste bereik in het document op
de voorgrond plaatsen.
Scanner · Documenten invoeren21
NL
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
4 Sluit het scannerdeksel.
Scan met standaardinstellingen
maken
1 Druk op SCAN.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Druk op OK.
SCAN NAAR PC USB.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 31 en OK te drukken.
Deksel van de scanner aanpassen
Het deksel van de scanner heeft verstelbare scharnieren; hierdoor kunt u ook dikkere documenten (bijvoorbeeld boeken)
op de vlakbedscanner leggen. Til het scannerdeksel voorzichtig op, zodat het er zo
gelijkmatig mogelijk op ligt.
Gebruik transparante folie als u voorwerpen zoals munten of bloemen wilt kopiëren, om de glasplaat van de scanner niet te
beschadigen.
Niet op het deksel van de scanner duwen!
Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u dikkere documenten of driedimensionele sjablonen scant, dit kan een
beschadiging van het scannerdeksel en/of
het scannerglas tot gevolg hebben.
Scan document en sla op een
computer op
Inleiding
Met deze functie scant u een document met uw apparaat in en stuurt het door naar een computer, die door
middel van een USB-kabel direct op het apparaat is aangesloten.
Scannen vanuit de computer starten
Scannen vanuit de computer starten
Met het programma Companion Center SFX
kunt u de scan via de computer oproepen. U
kunt het scannen ook vanuit elk ander grafisch
programma starten, als dit de Twain-driver
ondersteunt. Selecteer als scanner de Twainscannerdriver.
Scan met aangepaste instellingen
maken
1 Druk op SCAN.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [
5 Bevestig met OK.
6 Kies met [, of u het document in grijswaarden of
in kleur wilt scannen
7 Bevestig met OK.
8 Voer een naam voor het bestand in.
Letters voert u met de cijfertoetsen in (zie opdruk).
Speciale tekens voert u in met 0. Druk zo vaak op
de betreffende toets tot de gewenste letter of het
gewenste speciale teken op het display verschijnt.
9 Bevestig met OK.
10 Selecteer met [, of u het bestand als beeldbestand
of als PDF-bestand wilt opslaan.
SCAN NAAR PC USB.
INSTELLINGEN.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 31 en OK te drukken.
Navigeren in de bewerkingfunctie
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
Kies het bestandsformaat
Voor een beeldbestand kunt u kiezen, of u
het bestand in TIFF- of in JPEG-formaat
wilt opslaan (zie ook het hoofdstuk
Bestandsformaat selecteren, op pagina 59).
22Philips · LaserMFD 6135hfd
11 Bevestig met OK.
12 Selecteer met f de gewenste resolutie.
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoor-
beeld voor gebruik op het Internet
TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge
resolutie voor de optische tekenherkenning van
tekstdocumenten (OCR)
FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoor-
beeld voor foto's
HQ(300) – Scan met hoogste resolutie
13 Bevestig met OK.
14 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lich-
kerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare documenten)
15 Bevestig met OK.
16 Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
17 Druk op o. Het document wordt ingelezen en naar
de computer gestuurd.
18 Wanneer u een document van meerdere pagina's
wilt scannen met uw flatbedscanner, legt u de volgende pagina erop en kiest u [
.
INA
VOLGENDE PAG-
19 Bevestig met OK.
Scan document en sla op een
USB opslagmedium op
USB-opslagmedia
Compatibele USB-opslagmedia!
Let erop dat de stroom van een USB apparaat
de toegestane Ampère waarde van de USB
aansluiting niet overschrijdt. U kunt aan
iedere USB aansluiting slechts één high power
apparaat (USB 2.0) insteken. Sluit geen extra
apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren,
acculaders – op uw apparaat aan. Het apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn
geformatteerd met behulp van FAT16 of
USB-opslagmedium analyseren
Inleiding
U kunt documenten met het apparaat inscannen en op
een aangesloten USB-opslagmedium als JPG-, PDF- of
TIFF-bestand opslaan.
Opslagmap
FAT32. NTFS wordt niet ondersteund.
USB-opslagmedium analyseren
Als er veel documenten op het USB-opslagmedium staan, kan het een tijdlang duren tot
het USB-opslagmedium geanalyseerd is. U
kunt het versturen op elk gewenst tijdstip
afbreken door op j te drukken.
Opslagmap
De bestanden worden in de map \[apparaatnaam]\Scan op het USB-opslagmedium
opgeslagen. Als deze map niet bestaat, wordt
hij aangemaakt.
NL
1 Voer het document in.
2 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de
USB-host-aansluiting aan de voor- of achterkant van
het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig alsnog een
USB-opslagmedium aan.
Keuzemenu voor USB-opslagmedia
Het keuzemenu voor USB-opslagmedia
verschijnt in het display zodra u een USBopslagmedium (USB-stick, externe harde
schijf etc.) op de USB-host-aansluiting aan
de voorkant van het apparaat aansluit.
Scanner · Scan document en sla op een USB opslagmedium op23
3 Selecteer met [ SCAN NAAR USB uit het keuze-
Opmerking
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
menu of druk op C, 913 en OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 32 en OK te drukken.
15 Bevestig met OK. Het document wordt ingelezen en
op het USB-opslagmedium opgeslagen.
16 Wanneer u een document van meerdere pagina's
wilt scannen met uw flatbedscanner, legt u de volgende pagina erop en kiest u [
.
INA
USB-opslagmedia verwijderen!
VOLGENDE PAG-
NL
4 Kies met [, of u het document in grijswaarden of
in kleur wilt scannen
5 Bevestig met OK.
6 Voer een naam voor het bestand in.
Letters voert u met de cijfertoetsen in (zie opdruk).
Speciale tekens voert u in met 0. Druk zo vaak op
de betreffende toets tot de gewenste letter of het
gewenste speciale teken op het display verschijnt.
Navigeren in de bewerkingfunctie
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
7 Bevestig met OK.
8 Selecteer met [, of u het bestand als beeldbestand
of als PDF-bestand wilt opslaan.
Kies het bestandsformaat
Voor een beeldbestand kunt u kiezen, of u
het bestand in TIFF- of in JPEG-formaat
wilt opslaan (zie ook het hoofdstuk
Bestandsformaat selecteren, op pagina 59).
9 Bevestig met OK.
10 Selecteer met [ de gewenste resolutie.
ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoor-
beeld voor gebruik op het Internet
TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge
resolutie voor de optische tekenherkenning van
tekstdocumenten (OCR)
FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoor-
beeld voor foto's
HQ(300) – Scan met hoogste resolutie
11 Bevestig met OK.
12 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1
– Vermindert het contrast / letters worden lichter
13 Bevestig met OK.
14 Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
USB-opslagmedia verwijderen!
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit
uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Met Companion Center SFX
scannen
Met Companion Center SFX scannen
Met het programma Companion Center SFX kunt u de
documenten scannen en vervolgens op de computer
bewerken.
1 Start de software Companion Center SFX, door
hetzij op het Companion Center SFX-pictogram op
uw desktop te klikken of in het startmenu Start >
Programma’s > Companion Center SFX > Laser
SFX > Companion Center SFX te selecteren.
2 De rood-geel-groene indicatie in de rechter boven-
hoek laat zien of het apparaat met de computer is
verbonden en of de verbinding goed werkt.
3 Kies het register met Scannen.
>,3$GUHV@
+XOS6FDQQHQ)D[,QVWHOOLQJHQ
,QVWHOOLQJHQ
%URQQHQ
$XWR
0RGH
.OHXU
5HVROXWLH
GSL
3DSLHUIRUPDDW
$
8LWJDQJVIRUPDDW
MSHJ
%HZDUHQ
)LOH1DDP
,PJ
6DYH,PDJH
2SVODDQLQHHQPDSPHWGDWXP
2SHQHQPHW
6FDQYRRUEHHOG
4 U kunt in de presets voor diverse gebruiksprofielen
kiezen.
AFB. – Geoptimaliseerde instellingen voor het scan-
nen van foto’s.
OCR – (Optische tekenherkenning, fontherkenning)
het inlezen van gedrukte teksten als tekstbestand,
dat bewerkt en gewijzigd kan worden. Foto’s of
handgeschreven teksten worden eventueel niet herkend.
E-Mail – De scan wordt als bijlage aan een e-mail
toegevoegd.
Bestand – De scan wordt als bestand opgeslagen.
%HVWDQG(0DLO2&5$)%
24Philips · LaserMFD 6135hfd
5 Als u de actuele instellingen wilt veranderen, staan
volgende functies ter beschikking:
Bronnen – Automatische documentinvoer of vlak-
bedscanner als bron voor de scan
Mode – Scannen in de zwart-wit modus (ook
streep-modus) of in de grijstinten-modus
Resolutie - Resolutie voor de scan kiezen
Papierformaat – Papierformaat instellen
Uitgangsformaat – Kies het bestandsformaat
6 Voer onder File Naam de naam van het bestand in.
7 Selecteer bij Save Image de map, waar het bestand
in moet worden opgeslagen. Met de optie Opslaan
in een map met datum wordt het bestand opgesla-
gen in een map met de huidige datum.
8 Activeer de functie Openen met, als u het inge-
scande bestand na het inlezen wilt openen. Selecteer
het gewenste programma. Zo kunt u bijvoorbeeld
een afbeeldingsbestand in een grafisch programma
openen, een met OCR ingescande tekst met een
tekstverwerkingsprogramma verder bewerken of
een e-mailbijlage naar uw e-mailprogramma sturen.
9 Klik op Scanvoorbeeld voor een voorbeeld van het
gescande document.
10 Klik op Scannen om het scannen te starten.
NL
Scanner · Met Companion Center SFX scannen25
7Printer en afdrukmedia
Opmerking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Printen vanaf de computer
Testafdrukken van laserprinters!
NL
Printen vanaf de computer
Als u de Companion Center SFX op uw
computer installeert, wordt het toestel als
printer onder Windows opgeslagen. ´In het
printermenu onder Start > Instellingen >
Printer vindt u het toestel als Laser Printer
Scanner.
U hebt vanuit elk programma – net als tot elke
andere printer – toegang tot uw toestel en
kunt zwart-wit afdrukken maken. Selecteer
eenvoudig de Laser Printer Scanner als printer.
Specificaties voor
afdrukmedia
Inleiding
In de papiercassette kunt u normaal afdrukpapier of
voorbedrukte ontwerpen (formulieren) plaatsen. In de
handmatige papiertoevoer kunt u speciale papierformaten, enveloppen, transparante folies, etiketvellen of
bedrukte documenten invoeren.
Papierlade
Papierlade
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om
verder bedrukt te worden.
Papier in de papiercassette
plaatsen
1 Trek de papiercassette uit het apparaat.
PapiergrootteGrootte A4 · A5 · B5 (JIS)
· Letter · Legal (13/14¦") ·
Exec
Gewicht60¦–¦105¦g/m
Capaciteit250 vellen
Handmatige papiertoevoer
Handmatige papiertoevoer
PapiergrootteBreedte: 98¦–¦216¦mm
Lengte: 148¦–¦356¦mm
Gewicht60¦–¦165¦g/m
Capaciteit1 vellen
Ongeschikt papier!
Ongeschikt papier!
Plaats geen vellen papier in de papiercassette
die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt
zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… bijeengehouden worden met paperclips,
nietjes, plakband of lijm. Gebruik etiketvellen
voor het gebruik bij laserprinters.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
2 Klap de afdekking van de papiercassette omhoog.
Eerste ingebruikneming!
Verwijder het karton uit de papiercassette
vooraleer u papier toevoegt en de cassette
in het toestel schuift.
26Philips · LaserMFD 6135hfd
3
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
Pas de lengte van de papiercassette aan het afdrukpapier aan. Druk op de vergrendelingknop aan de
onderkant van de papiercassette. Verschuif de achterkant totdat ze in de juiste omschrijving vastklikt: Legal
=
LG
, A4 = A4, A5 = A5, Letter = LE, B5 = B5.
4
Waaier het papier uit en breng het op een glad oppervlak in de juiste stand. Op die manier verhindert u dat
meerdere vellen in één keer worden ingetrokken.
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een
laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt
om verder bedrukt te worden.
6 Fixeer het papier met behulp van de beide papier-
dwarsgeleiders. Let erop dat het papier bij het fixeren niet geknikt wordt.
NL
7 Sluit de afdekking van de papiercassette.
5 Plaats het papier in de papiercassette. U kunt tot
250 vel (80¦g/m) tegelijk plaatsen.
Sjablonen invoeren
Wilt u op een origineel document printen
(bijvoorbeeld formulieren of briefpapier),
plaats het origineel dan met de zijde
waarop u wilt afdrukken naar onder en
met de kop van de bladzijde naar voren in
de papierlade.
Afdekklep van de papiercassette
Als de afdekklep van de papiercassette is
losgeraakt, dient u de afdekklep weer aan
de houders vast te maken. Let erop dat de
gladde kant van de afdekklep (met de markeringen) naar boven is gericht.
Printer en afdrukmedia · Papier in de papiercassette plaatsen27
NL
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
8 Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het
toestel.
Papier in de handmatige
papiertoevoer plaatsen
1 Druk op C, 202 en OK.
2 Kies met [ de handmatige papiertoevoer.
3 Bevestig met OK.
4 Plaats het papier in de handmatige papiertoevoer aan
de voorkant van het apparaat.
5 Fixeer het papier met behulp van de beide papier-
dwarsgeleiders. Let erop dat het papier bij het fixeren niet geknikt wordt.
Enveloppen bedrukken
Enveloppen bed rukken
U kunt enveloppen direct via de handmatige papierinvoer laten bedrukken.
Ongeschikte enveloppen!
Ongeschikte enveloppen!
Gebruik geen enveloppen met zelfklevende
sluitingen, vensterenveloppen of nietjes.
1 Leg de envelop in de handmatige papiertoevoer aan
de voorkant van het apparaat. De korte kant moet in
de richting van het apparaat wijzen. De kant die u
wilt bedrukken, moet naar boven wijzen. De sluitklep moet naar linksonder wijzen.
2 Fixeer de omslag met behulp van de twee dwarse
papiergeleiders. Let erop dat u de omslag bij het fixeren niet kreukelt.
Instelling terugzetten
Instelling terugzetten
Stel na de printopdracht de standaardinstelling weer opnieuw in, zodat voor de binnenkomende faxberichten de papiertoevoer uit
de papiercassette verzekerd is.
Transparant folie en
etiketten plaatsen
Transparant folie en etiketten plaatsen
Gebruik transparant folie dat voor kopieermachines en
laserprinters is bedoeld, omdat deze aan hoge temperaturen en druk worden blootgesteld. De afdrukzijde is
meestal iets grover dan de achterzijde.
U kunt transparante folie en etiketvellen zowel in de
papiercassette als in de handmatige papiertoevoer plaatsen. Gebruik voor het printen op deze afdrukmedia bij
voorkeur de handmatige papiertoevoer (zie ook hoofdstuk Papier in de handmatige papiertoevoer plaatsen,
pagina 28).
Ongeschikte folie en etiketten!
Ongeschikte folie en etiketten!
Gebruik geen transparant folie dat bedoeld is
om er met de hand op te schrijven of om te
gebruiken in een overhead projector. Deze
folietypes kunnen in het apparaat smelten en
het beschadigen.
Gebruik etiketvellen voor het gebruik bij
laserprinters. De etiketten dienen de het vel
geheel te bedekken omdat ze anders in het
apparaat los kunnen laten.
28Philips · LaserMFD 6135hfd
Sjablonen invoeren
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Testafdrukken van laserprinters!
Print een lijst met
beschikbare documenten op
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om
verder bedrukt te worden.
Ontwerpen in de papiercassette
plaatsen
Ontwerpen in de papiercassette plaatsen
Wilt u op een origineel document printen (bijvoorbeeld
formulieren of briefpapier), plaats het origineel dan met
de zijde waarop u wilt afdrukken naar onder en met de
kop van de bladzijde naar voren in de papierlade.
Vorlagen einlegen
USB opslagmedium
USB-opslagmedia
Compatibele USB-opslagmedia!
Let erop dat de stroom van een USB apparaat
de toegestane Ampère waarde van de USB
aansluiting niet overschrijdt. U kunt aan
iedere USB aansluiting slechts één high power
apparaat (USB 2.0) insteken. Sluit geen extra
apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren,
acculaders – op uw apparaat aan. Het apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn
geformatteerd met behulp van FAT16 of
FAT32. NTFS wordt niet ondersteund.
USB-opslagmedium analyseren
USB-opslagmedium analyseren
Als er veel documenten op het USB-opslagmedium staan, kan het een tijdlang duren tot
het USB-opslagmedium geanalyseerd is. U
kunt het versturen op elk gewenst tijdstip
afbreken door op j te drukken.
NL
Ontwerpen in de handmatige
papiertoevoer plaatsen
Ontwerpen in de handmatige papiertoevoer plaatsen
Wilt u op een voorbeeld printen (bijvoorbeeld formulieren of briefpapier), plaats het voorbeeld dan met de
zijde waarop u wilt afdrukken naar boven en met de kop
van de bladzijde naar voren (richting het apparaat) in de
handmatige papiertoevoer.
Manuelle Zufuhr: Vorlagen einlegen
Inleiding
U kunt een lijst met alle TXT-, JPEG- en TIFF-bestanden
op het aangesloten USB-opslagmedium laten afdrukken.
1 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de
USB-host-aansluiting aan de voor- of achterkant van
het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig alsnog een
USB-opslagmedium aan.
Keuzemenu voor USB-opslagmedia
Het keuzemenu voor USB-opslagmedia
verschijnt in het display zodra u een USBopslagmedium (USB-stick, externe harde
schijf etc.) op de USB-host-aansluiting aan
de voorkant van het apparaat aansluit.
Printer en afdrukmedia · Sjablonen invoeren29
2 Selecteer met [
PRINT LIJST uit het keuze-
menu of druk op C, 911 en OK. De lijst
wordt uitgeprint.
NL
Opmerking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 211 en OK te drukken.
USB-opslagmedia verwijderen!
USB-opslagmedia verwijderen!
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit
uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Print document vanaf USB
opslagmedium
USB-opslagmedia
Compatibele USB-opslagmedia!
Let erop dat de stroom van een USB apparaat
de toegestane Ampère waarde van de USB
aansluiting niet overschrijdt. U kunt aan
iedere USB aansluiting slechts één high power
apparaat (USB 2.0) insteken. Sluit geen extra
apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren,
acculaders – op uw apparaat aan. Het apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn
geformatteerd met behulp van FAT16 of
FAT32. NTFS wordt niet ondersteund.
USB-opslagmedium analyseren
Keuzemenu voor USB-opslagmedia
Het keuzemenu voor USB-opslagmedia
verschijnt in het display zodra u een USBopslagmedium (USB-stick, externe harde
schijf etc.) op de USB-host-aansluiting aan
de voorkant van het apparaat aansluit.
2 Selecteer met [
BESTAND AFDR. uit het keuze-
menu of druk op C, 912 en OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 212 en OK te drukken.
In de map navigeren
Druk op OK om een map in de directory
te openen. Met C, gaat u terug naar de
bovenliggende map.
3 Voer de beginletter in of selecteer het bestand dat u
wilt afdrukken met [.
4 Druk op OK, om het bestand te markeren. Bestan-
den die worden afgedrukt, worden van een sterretje
voorzien (
*).
5 Voeg meer bestanden toe door de bestanden met de
pijltjestoetsen te selecteren en op OK te drukken. U
kunt alleen bestanden in dezelfde map selecteren.
USB-opslagmedium analyseren
Als er veel documenten op het USB-opslagmedium staan, kan het een tijdlang duren tot
het USB-opslagmedium geanalyseerd is. U
kunt het versturen op elk gewenst tijdstip
afbreken door op j te drukken.
Inleiding
U kunt een of meer TXT-, JPEG- en TIFF-bestanden op
het aangesloten USB-opslagmedium laten afdrukken.
1 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de
USB-host-aansluiting aan de voor- of achterkant van
het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig alsnog een
USB-opslagmedium aan.
Bestanden met de pijltjestoetsen selecteren
U kunt meerdere opeenvolgende bestanden selecteren. Druk op + en OK, om de
functie aan of uit te zetten. Markeer de
gewenste bestanden met [. Eenmaal
geselecteerde bestanden kunnen niet meer
uit de selectie worden verwijderd.
6 Druk op o, om het selecteren af te sluiten.
Door het menu navigeren
Met j verlaat u het menu en keert u naar
de uitgangsmodus terug.
7 Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst
te maken (maximaal 99 kopieën).
8 Bevestig met OK.
9 Kies met [ de papierbron.
10 Bevestig met OK.
11 Kies met [ het gewenste papierformaat. Let op de
gegevens in de technische specificaties.
12 Bevestig met OK.
30Philips · LaserMFD 6135hfd
13 Kies met [ de sterkte van het geplaatste papier.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
14 Druk op o, om het afdrukken te starten.
USB-opslagmedia verwijderen!
USB-opslagmedia verwijderen!
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit
uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Verwijder bestanden op USB
Keuzemenu voor USB-opslagmedia
Het keuzemenu voor USB-opslagmedia
verschijnt in het display zodra u een USBopslagmedium (USB-stick, externe harde
schijf etc.) op de USB-host-aansluiting aan
de voorkant van het apparaat aansluit.
2 Selecteer met [
WISSEN uit het keuzemenu of
druk op C, 915 en OK.
NL
opslagmedium
USB-opslagmedia
Compatibele USB-opslagmedia!
Let erop dat de stroom van een USB apparaat
de toegestane Ampère waarde van de USB
aansluiting niet overschrijdt. U kunt aan
iedere USB aansluiting slechts één high power
apparaat (USB 2.0) insteken. Sluit geen extra
apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren,
acculaders – op uw apparaat aan. Het apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn
geformatteerd met behulp van FAT16 of
FAT32. NTFS wordt niet ondersteund.
USB-opslagmedium analyseren
USB-opslagmedium analyseren
Als er veel documenten op het USB-opslagmedium staan, kan het een tijdlang duren tot
het USB-opslagmedium geanalyseerd is. U
kunt het versturen op elk gewenst tijdstip
afbreken door op j te drukken.
In de map navigeren
Druk op OK om een map in de directory
te openen. Met C, gaat u terug naar de
bovenliggende map.
3 Voer de beginletter in of selecteer het bestand dat u
wilt wissen met [.
4 Druk op OK, om het bestand te markeren. Bestan-
den die worden gewist, worden van een sterretje
voorzien (
*).
5 Voeg meer bestanden toe door de bestanden met de
pijltjestoetsen te selecteren en op OK te drukken. U
kunt alleen bestanden in dezelfde map selecteren.
Bestanden met de pijltjestoetsen selecteren
U kunt meerdere opeenvolgende bestanden selecteren. Druk op + en OK, om de
functie aan of uit te zetten. Markeer de
gewenste bestanden met [. Eenmaal
geselecteerde bestanden kunnen niet meer
uit de selectie worden verwijderd.
Inleiding
U kunt bestanden van het aangesloten USB-opslagmedium wissen.
1 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de
USB-host-aansluiting aan de voor- of achterkant van
het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig alsnog een
USB-opslagmedium aan.
6 Druk op o, om het selecteren af te sluiten.
Door het menu navigeren
Met j verlaat u het menu en keert u naar
de uitgangsmodus terug.
7 Bevestig het wissen met OK.
Bestanden wissen!
U kunt het wissen niet annuleren. Gewiste
bestanden gaan verloren en kunnen niet
hersteld worden.
USB-opslagmedia verwijderen!
USB-opslagmedia verwijderen!
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit
uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Printer en afdrukmedia · Verwijder bestanden op USB opslagmedium31
NL
Opmerking
Opmerking
Kalender printen
Kalender printen
Uw apparaat print een weekoverzicht af als kalenderpagina - voor de huidige week, de komende week of een
vrij te kiezen week.
1 Druk op C, 85 en OK.
2 Kies met [ of u een kalenderpagina van de huidige
week, de komende week, of een vrij te kiezen week
wilt afdrukken.
3 Bevestig met OK.
4 Door gebruiker gedefinieerde week: Voer het
jaar en de week in (in beide gevallen twee cijfers)
waarvoor u een kalenderpagina wilt afdrukken, bijvoorbeeld 25¦40 voor het jaar 2025,
week 40.
5 Bevestig met OK.
Sudoku: spel uitprinten
Sudoku
Sudoku is een Japans getallenraadsel. Het speelveld
bestaat uit 3 × 3 vierkanten die telkens 3 × 3 velden
hebben. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad zijn er bij
het begin van het spel meer of minder getallen ingevuld.
Het is de bedoeling dat de getallen 1 tot 9 op het speelveld zo verdeeld worden dat elk getal slechts een keer
in elke rij. in elke kolom en in elk van de negen blokken
voorkomt. Er is maar één oplossing mogelijk.
Spel uitprinten
1 Druk op C, 861 en OK.
2 Kies met [ de moeilijkheidsgraad.
3 Bevestig met OK.
4 Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten
(maximaal 9 kopieën).
5 Bevestig met OK.
6 Kies met [ of de oplossing moet worden uitge-
print.
7 Bevestig met OK.
Oplossing uitprinten
Laatste oplossing beschikbaar
Laatste oplossing beschikbaar
De oplossing van het laatst uitgeprinte spel
wordt opgeslagen. De oplossingen van eerdere spelletjes zijn niet meer beschikbaar.
Druk op C, 863 en OK.
Sudoku voor elke dag
Sudoku voor elke dag
U kunt elke dag automatisch een nieuwe sudoku laten
uitprinten.
1 Druk op C, 864 en OK.
2 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00
voor 14 uur.
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ de moeilijkheidsgraad.
5 Bevestig met OK.
6 Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten
(maximaal 9 kopieën).
7 Bevestig met OK.
8 Kies met [ of de oplossing moet worden uitge-
print.
9 Bevestig met OK.
10 Kies met [ of u het uitprinten wilt in- of uitschake-
len.
11 Bevestig met OK.
Sudoku voor elke dag 3
Functie uitschakelen
U kunt de dagelijkse Sudoku-druk uitschakelen door de functie, zoals boven beschreven,
op te roepen en onder punt 10 de automatische druk uit te schakelen.
Laatste spel opnieuw uitprinten
1 Druk op C, 862 en OK.
2 Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ of de oplossing moet worden uitge-
5 Bevestig met OK.
32Philips · LaserMFD 6135hfd
(maximaal 9 kopieën).
print.
8Kopieerapparaat
VOORZICHTIG!
Opmerking
Specificaties voor documen ten
Specificaties voor documenten
2 Plaats het document met de beeldzijde onder op het
scannerglas.
Breedte van de documenten
Lengte van de documenten
Papiergewicht van de
documenten
Capaciteit50 vel (80¦g/m)
Aanbevelingen van de
fabrikant voor optimaal functioneren
Ongeschikte documenten!
208¦–¦218¦mm
277¦–¦600¦mm
60¦-¦90¦g/m
A4 · A5 · Letter · Legal
(80¦g/m)
Ongeschikte documenten!
Voer geen documenten in die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt
zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… beschreven zijn met zacht potlood, inkt,
krijt of houtskool.
… afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften
(drukinkt).
… bijeengehouden worden met paperclips,
nietjes, plakband of lijm.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
NL
3 Richt het document uit langs de linker achterhoek
van de glasplaat van de scanner (pijlen). De markeringen op de scanner omranding voor de formaten A4
en A5 helpen u erbij het document juist te positioneren.
Documenten invoeren
1 Open het scannerdeksel.
Detail vergroten
Als u slechts een gedeelte (bijvoorbeeld
een afbeelding) van een document wilt
kopiëren, plaatst u het document zodanig,
dat het betreffende gedeelte in deze hoek
ligt. In verbinding met de zoomfunctie kunt
u het gewenste bereik in het document op
de voorgrond plaatsen.
Kopieerapparaat · Documenten invoeren33
4 Sluit het scannerdeksel.
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Instellingen wijzigen
Instellingen voor de volgende printertaak
Instellingen voor de volgende printertaak
Met deze functies selecteert u de instellingen
voor de volgende printertaak. De basisinstellingen wijzigt u met de functies uit het hoofdstuk Instellingen (zie ook het hoofdstuk Instell-ingen, op pagina 56).
NL
Deksel van de scanner aanpassen
Het deksel van de scanner heeft verstelbare scharnieren; hierdoor kunt u ook dikkere documenten (bijvoorbeeld boeken)
op de vlakbedscanner leggen. Til het scannerdeksel voorzichtig op, zodat het er zo
gelijkmatig mogelijk op ligt.
Gebruik transparante folie als u voorwerpen zoals munten of bloemen wilt kopiëren, om de glasplaat van de scanner niet te
beschadigen.
Niet op het deksel van de scanner duwen!
Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u dikkere documenten of driedimensionele sjablonen scant, dit kan een
beschadiging van het scannerdeksel en/of
het scannerglas tot gevolg hebben.
Kopie met
standaardinstellingen maken
Uitvoermodus
In de uitvoermodus toont het display de gekozen instellingen voor resolutie, vergrotings-/verkleiningsfactor,
gekozen papierformaat en simplex of duplex.
1 Voer het document in.
2 Druk twee keer op COPY. De kopie wordt
gemaakt.
ECO toets
ECO-toets
Druk op COPY enECO om een kopie met
een ecologische tonerbesparing functie te
maken.
Een kopie maken
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op C,
11 en OK te drukken.
Resolutie instellen
Resolutie instellen
Druk op f. Op het display verschijnt de ingestelde
resolutie. Klik nog eens op f om de instelling te wijzigen. U kunt kiezen tussen:
AUTOMATISCH – Geoptimaliseerde aanpassing voor
alle soorten documenten
TEKST – Voor teksten met kleine letters of tekeningen
KWALITEIT – voor documenten met talrijke details
FOTO – voor hoogste resolutie
Resolutie instellen
Basisinstellingen wijzigen
Wijzig de basisinstelling door op C,
103 en OK te drukken.
Zoomparameter instellen
1 Druk op Ô/ZOOM. In het display verschijnt de
ingestelde vergrotings-/verkleiningsfactor.
2 Kies met [ de gewenste instelling. Er zijn stan-
daardwaardes opgeslagen voor bijvoorbeeld het verkleinen van A4 naar A5 of voor het aanpassen van de
Europese DIN formaten naar de Amerikaanse Letter
en Legal formaten.
3 Bevestig met OK.
Kies enkelzijdig/dubbelzijdig printen
(simplex/duplex)
Kies enkelzijdig/dubbel zijdig printen (simplex/du plex)
Druk op Õ/DUPLEX om tweezijdig printen (=
duplex) te selecteren. Druk twee keer op f om éénzijdig printen (= simplex) te selecteren.
Kies enkelzijdig/dubbel zijdig printen (simplex/du plex)
Basisinstellingen wijzigen
Wijzig de basisinstelling door op C,
101 en OK te drukken.
Kontrast instellen
1 Druk op ¬.
2 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1
– Vermindert het contrast / letters worden lichter
1 Voer het document in.
2 Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst
te maken (maximaal 99 kopieën). U kunt het
aantal ook aanpassen door op [ te drukken.
3 Druk twee keer op COPY.
ECO toets
ECO-toets
Druk op COPY enECO om een kopie met
een ecologische tonerbesparing functie te
maken.
Crystal-kopie met beeld- en
tekstoptimalisering (Crystal)
maken
Crystal
Uw apparaat beschikt over de beeld- en tekstoptimaliseringsfunctie Crystal, waarmee u een optimale printen kopieerkwaliteit van uw documenten realiseert.
Inleiding
Crystal voert automatisch alle noodzakelijke instellingen en correcties van de beeldscherpte, het kleurenmanagement en het contrast uit om de bestmogelijke
afdrukkwaliteit te bereiken. Bovendien worden belichtingsfouten gecorrigeerd (zo worden onderbelichte
foto’s lichter afgedrukt of gedeelten van de afbeelding
met onderling sterk afwijkende contrasten geëgaliseerd).
1 Voer het document in.
2 Druk op COPY.
3 Kies met [
4 Bevestig met OK.
5 Een afdrukvoorbeeld van het document wordt voor
een analyse ingelezen. Vervolgens drukt het apparaat
de Crystal-kopie voor het document af. Het profiel
met de instellingen wordt voor volgende documenten opgeslagen
CRYSTAL-KOPIE.
profiel maken
Kopieën met het tweede profiel maken
In een tweede profiel slaat u instellingen op die u vaker
gebruiken wilt, bijvoorbeeld om een regelmatig
gebruikte documentsoort te kopiëren (zie ook hoofdstuk Instellingen voor tweede profiel inrichten, pagina 37).
Een kopie met het tweede profiel
maken
1 Voer het document in.
2 Druk op COPY.
3 Kies met [ het tweede profiel.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 12 en OK te drukken.
4 Druk op COPY.
Meerdere kopieën met het
tweede profiel maken
1 Voer het document in.
2 Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst
te maken (maximaal 99 kopieën). U kunt het
aantal ook aanpassen door op [ te drukken.
3 Druk op COPY.
4 Kies met [ het tweede profiel.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 12 en OK te drukken.
5 Druk op COPY.
ECO toets
NL
Meerdere Crystal-kopieën met
een opgeslagen profiel afdrukken
1 Druk op C, 15 en OK.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Een afdrukvoorbeeld van het document wordt voor
5 Als u nog meer documenten met dezelfde instellin-
6 Bevestig met OK.
Kopieerapparaat · Meerdere kopieën maken35
VOORBEELD.
een analyse ingelezen. Vervolgens drukt het apparaat
de Crystal-kopie voor het document af. Het profiel
met de instellingen wordt voor volgende documenten opgeslagen
gen wilt kopiëren, dan selecteert u met [
STE PROFIEL
wordt opgeslagen.
. Alleen het laatste gebruikte profiel
LAAT-
ECO-toets
Druk op COPY enECO om een kopie met
een ecologische tonerbesparing functie te
maken.
Kopieën met aangepaste
instellingen maken
Kopieën maken
Kopieën maken
U kunt het kopieerproces op elk gewenst tijdstip beginnen door op COPY te drukken.
Druk op ECO om een kopie met een ecologische tonerbesparing functie te maken.
1 Voer het document in.
2 Druk op COPY.
NL
Opmerking
Opmerking
Opmerking
3 Kies met [ het gewenste profiel.
4 Bevestig met OK.
5 Kies met [ de papierbron.
6 Bevestig met OK.
7 Voor papier in de handmatige papiertoevoer:
Kies met [ het gewenste papierformaat.
8 Bevestig met OK.
9 Voor papier in de handmatige papiertoevoer:
Kies met [ de sterkte van het geplaatste papier.
10 Bevestig met OK.
11 Selecteer met [ de gewenste resolutie.
AUTOMATISCH – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle soorten documenten
TEKST – Voor teksten met kleine letters of tekenin-
gen
KWALITEIT – voor documenten met talrijke
details
FOTO – voor hoogste resolutie
12 Bevestig met OK.
13 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lich-
kerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare documenten)
14 Bevestig met OK.
15 Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
16 Bevestig met OK.
17 Met de toets [ kunt u enkelzijdig (= Simplex) of
dubbelzijdig afdrukken (= Duplex) selecteren.
18 Bevestig met OK.
19 Selecteer met [, of de kopieën gesorteerd of
ongesorteerd moeten worden uitgevoerd.
20 Druk op COPY.
Vergrote of verkleinde kopie
maken
Kopieën maken
Kopieën maken
U kunt het kopieerproces op elk gewenst tijdstip beginnen door op COPY te drukken.
Druk op ECO om een kopie met een ecologische tonerbesparing functie te maken.
1 Voer het document in.
2 Druk op COPY.
3 Kies met [
4 Bevestig met OK.
5 Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst
te maken (maximaal 99 kopieën).
6 Bevestig met OK.
7 U kunt het document vergroot of verkleind kopië-
ren. Mogelijk zijn verkleiningen tot 25 procent en
vergrotingen tot 400 procent. Voer de gewenste
waarde in met het cijfertoetsenbord.
8 Druk op COPY om de kopieerprocedure te starten
of op OK om nadere instellingen uit te voeren (zie
ook hoofdstuk Kopieën met aangepaste instellingenmaken, pagina 35).
ZOOM.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 13 en OK te drukken.
Vooraf ingestelde waardes kiezen
Kies met [ uit de vooraf ingestelde waardes. Er zijn standaardwaardes opgeslagen
voor bijvoorbeeld het verkleinen van A4
naar A5 of voor het aanpassen van de
Europese DIN formaten naar de Amerikaanse Letter en Legal formaten.
36Philips · LaserMFD 6135hfd
Beide zijden van een
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Instellingen voor het tweede
document op één blad
kopiëren (= visitekaartkopie)
Inleiding
Met de visitekaartkopie kunt u beide zijden van een kleiner document (bijvoorbeeld van een visitekaartje) op
één vel kopiëren.
Reproduceren niet toegelaten
Reproduceren niet toegelaten
In heel wat landen is het reproduceren van
bepaalde documenten (door bijvoorbeeld
scannen, uitprinten en kopiëren) verboden.
Houd rekening met de juridische aspecten bij
het vermenigvuldigen van bepaalde documenten, zoals beschreven in de bijlage (pagina 85).
1 Voer het document in. Leg het document in de
bovenste helft van het scangebied.
profiel inrichten
Kies enkelzijdig/dubbelzijdig
printen (simplex/duplex)
1 Druk op C, 1061 en OK.
2 Met de toets [ kunt u enkelzijdig (= Simplex) of
dubbelzijdig afdrukken (= Duplex) selecteren.
3 Bevestig met OK.
Resolutie instellen
1 Druk op C, 1063 en OK.
2 Selecteer met [ de gewenste resolutie.
AUTOMATISCH – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle soorten documenten
TEKST – Voor teksten met kleine letters of tekenin-
gen
KWALITEIT – voor documenten met talrijke
details
FOTO – voor hoogste resolutie
3 Bevestig met OK.
NL
Documentformaat
Het document mag niet groter zijn dan de
helft van het printpapier (bijvoorbeeld een
A5-document met A4-printpapier).
2 Druk op COPY.
3 Kies met [
4 Bevestig met OK.
KOPIE ID-CARD.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 16 en OK te drukken.
Kontrast instellen
1 Druk op C, 1064 en OK.
2 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lich-
kerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare documenten)
3 Bevestig met OK.
Helderheidgraad instellen
1 Druk op C, 1065 en OK.
2 Kies met [ de gewenste helderheidgraad.
-/1 – Weergave wordt lichter
4 (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing
voor alle documenten
+/7 – Weergave wordt donkerder
3 Bevestig met OK.
5 De eerste zijde van het document wordt ingelezen.
6 Draai het document om als dit op het display wordt
7 Bevestig met OK. De andere zijde van het document
Kopieerapparaat · Beide zijden van een document op één blad kopiëren (= visitekaartkopie)37
aangegeven. Leg het weer op dezelfde plek als de
eerste zijde.
wordt ingelezen en de kopie wordt geprint.
NL
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
9Telefoonfuncties
Extra telefoons aansluiten
Hoe u extra telefoons aansluit en welke functies u ter
beschikking staan, staat in het hoofdstuk over telefoonaansluitingen en extra toestellen, pagina 64.
Telefoneren met het toestel
Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende mogelijkheden. Neem daarna de hoorn van de
haak.
Direct kiezen
Direct kiezen
U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan
een nummer kiezen. Het toestel begint meteen te kiezen.
Kengetal invoeren
Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in
vooraleer u het gewenste nummer invoert of een opge-
slagen record kiest. Het kengetal van het openbare tele-
foonnet is meestal 0.
Onjuiste toegangscode buitenlij n
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of
uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=flash) zijn.
Druk op R om dit kengetal in te voeren.
Mocht de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact
op met de aanbieder van uw telefooncentrale.
Nevenaansluiting instelle n
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het
cijfertoetsenbord.
Telefoonboek
Telefoonboek:
1 Druk op m.
Functie oproepen
U kunt een vermelding uit het telefoonboek ook opzoeken door op C,511 en OK te drukken.
2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met
de cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek
te navigeren.
Opnieuw kiezen/oproeplijst
Opnieuw kiezen/oproepenlijst: De lijst opnieuw
kiezen/oproepen bevat de laatst gekozen abonneenummers en ontvangen oproepen (
nummers,
U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen
records combineren en bewerken vooraleer te kiezen.
Hebt u bijvoorbeeld het netnummer van een gunstige
telefoonaanbieder (call-by-call) als telefoonboekrecord
opgeslagen dan kiest u dit record. Aansluitend voert u
het telefoonnummer manueel in of u kiest nog een
ander opgeslagen record.
Buitenlijn nemen
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel
wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een
kengetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen
krijgen.
Aansluiting aan nevenapparaten
Als u uw apparaat permanent gebruikt via een
PABX, slaat u het nummer voor een buitenlijn
op (zie ook Hoofdstuk PABX instellen, pagina
64).
Kiespauze invoegen
Kiespauze invoegen
Het kan noodzakelijk zijn om bij het nummer een kies-
pauze in te voegen, bijvoorbeeld voor een doorkies-
nummer of onderadres of bij een interlokale telefoon-
verbinding. Druk op . Het tweede deel van het nummer
wordt pas na een korte pauze gekozen.
Extra telefoonfuncties
oproepen
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
Extra telefoonfuncties
U kunt met uw toestel gebruik maken van extra tele-
foonfuncties zoals bijvoorbeeld wisselgesprekken voe-
ren, telefoonconferenties met drie deelnemers of auto-
matisch doorverbinden. Informeer bij uw telefoonmaat-
schappij of deze extra functies voor uw aansluiting
beschikbaar zijn. Het signaal naar de schakelcentrale om
deze diensten op te roepen is een korte lijnonderbre-
king (hook flash). Druk op R om de extra telefoonfunc-
ties op te roepen. Hoe u deze functie kunt benaderen,
is afhankelijk van uw telefoonprovider.
Nummerherkenning (CLIP)
CLIP definitie
Op het display verschijnt het nummer van een binnen-
komend gesprek. Opdat deze functie zou functioneren,
moet voor uw telefoonaansluiting de nummerherken-
ning (CLIP – Calling Line Identification Presentation)
geactiveerd zijn. Meer informatie hierover krijgt u bij uw
telefoonaanbieder. Het kan gebeuren dat u voor de
nummerherkenning moet betalen.
38Philips · LaserMFD 6135hfd
Gemiste telefoongesprekken
Opmerking
Gemiste telefoongesprekken
Instructies over gemiste gesprekken vindt u in de lijst
opnieuw kiezen/oproepen
1 Druk op @.
2 Blader met [ door de lijst met gekozen nummers,
de binnengekomen en gemiste gesprekken (
de gekozen nummers,
ken en
Uw toestel toont de naam waaronder u de
deelnemer in het telefoonboek hebt opgeslagen. Nummer en naam worden niet
getoond wanneer de beller zijn nummer
onderdrukt.
NL
Telefoonfuncties · Gemiste telefoongesprekken39
10 Telefoonboek van het toestel
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Telefoonboek van het toestel
NL
Webinterface oproepen
U kunt de adressen in het telefoonboek ook
met de webinterface van het apparaat bewerken (zie ook het hoofdstuk Webinterface, op
pagina 20).
Inleiding
U kunt nieuwe invoeren opslaan, naar invoeren zoeken,
groepen aanleggen en bewerken. U kunt tot 250
records in de telefoongids van uw toestel opslaan.
Cursornavigatie 1
Navigeren in de bewerkingfunctie
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de
tekens afzonderlijk. Met j verlaat u het menu
en keert u naar de uitgangsmodus terug.
Record zoeken
1 Druk op m.
Functie oproepen
U kunt een vermelding uit het telefoonboek ook opzoeken door op C,511 en OK te drukken.
2 Kies met [ een record.
Nummer uit de lijst nummerherhaling
U kunt een opgeslagen nummer uit de lijst
van de laatst gekozen abonneenummers en
binnengekomen gesprekken (=nummerherhaling/oproepenlijst) kiezen. Druk op
@. Kies met [ een record. Bevestig
met OK.
Kengetal
Als u uw apparaat voor werking op een
PABX centrale hebt ingericht en het nummer om een buitenlijn te krijgen hebt ingetoetst, sla dan het nummer op zonder het
nummer om een buitenlijn te kiezen (zie ook
het hoofdstuk
6 U kunt aan de invoergegevens een beltoon toewij-
zen. Kies met [ of met de cijfertoetsen 1 tot
7 een beltoon.
7 Bevestig met OK.
PABX inrichten
, pagina
64
).
Standaard beltoon toewijzen
Kies 1 om de standaard beltoon aan de
invoergegevens toe te wijzen.
Record opslaan
Niet dezelfde invoergegev ens
Niet dezelfde invoergegevens
U kunt niet twee invoergegevens onder
dezelfde naam opslaan.
1 Druk op C, 512 en OK.
2 Voer de naam in. Letters voert u met de cijfertoet-
sen in (zie opdruk). Speciale tekens voert u in met
0. Druk zo vaak op de betreffende toets tot de
gewenste letter of het gewenste speciale teken op
het display verschijnt.
Navigeren in de bewerkingfunctie
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
3 Bevestig met OK.
4 Toets met de cijfertoetsen het nummer in.
5 Bevestig met OK.
8 Kies de snelheid voor de faxtransmissie naar deze
abonnee. Normaal gesproken kunt u de hoogste
snelheid selecteren. Stel een lage transmissiesnelheid
in wanneer u faxberichten stuurt in netten met een
slechte lijnkwaliteit.
9 Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen.
Record wijzigen
1 Druk op C, 514 en OK.
2 Selecteer met [ het record dat u wilt wijzigen.
3 Bevestig met OK.
4 Wijzig de naam.
5 Bevestig met OK.
6 Wijzig het nummer.
7 Bevestig met OK.
8 U kunt aan de invoergegevens een beltoon toewij-
zen. Kies met [ of met de cijfertoetsen 1 tot
7 een beltoon.
9 Bevestig met OK.
40Philips · LaserMFD 6135hfd
Standaard beltoon toewijzen
Kies 1 om de standaard beltoon aan de
invoergegevens toe te wijzen.
10 Kies de snelheid voor de faxtransmissie naar deze
VOORZICHTIG!
Opmerking
abonnee. Normaal gesproken kunt u de hoogste
snelheid selecteren. Stel een lage transmissiesnelheid
in wanneer u faxberichten stuurt in netten met een
slechte lijnkwaliteit.
11 Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen.
Groepen
Groepen
U kunt groepen met meerdere invoergegevens aanma-
ken. Een bericht wordt opeenvolgend aan alle leden van
de groep gestuurd. Een groep wordt met één enkelvou-
dige telefoonboekvermelding aangegeven.
Een invoergegeven wissen
1 Druk op C, 515 en OK.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ het record dat u wilt wissen.
5 Bevestig met OK.
6 Kies met [
7 Bevestig met OK.
EEN ENTRY WISSEN.
WISSEN: JA.
Alle invoergegevens wissen
Alle invoergegevens van het telefoonboek worden gewist!
Alle invoergegevens van het telefoonboek worden gewist!
Met deze functie wist u alle invoergegevens en
groepen van uw telefoonboek.
1 Druk op C, 515 en OK.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [
5 Bevestig met OK.
WISSEN: ALL.
WISSEN: JA.
Telefoonboek uitprinten
Lijst van alle invoergegevens
afdrukken
Telefoonboek uitprinten
Druk op C, 83 en OK, om een lijst van alle opgeslagen records en groepen in het telefoonboek uit te
printen.
Enkelvoudige invoergegevens
afdrukken
1 Druk op C, 511 en OK.
2 Kies met [ een record. Voer de beginletters met
behulp van de lettertoetsen in om sneller door het
telefoonboek te bladeren.
3 Druk op COPY.
Groepen maken
1 Druk op C, 513 en OK.
2 Toets een naam voor de groep in.
3 Bevestig met OK.
4 Toets de beginletters in of kies met [ de invoerge-
gevens die u aan de groep wilt toevoegen.
5 Invoergegevens die aan een groep toebehoren, wor-
den weergegeven met een sterretje (
dere deelnemers aan de groep toe door de invoergegevens te kiezen en op OK te drukken. Verwijder
groepsleden door de gemarkeerde invoergegevens
uit te kiezen en op OK te drukken.
6 Druk op o om de groep op te slaan
*). Voeg meer-
Groep bewerken
1 Druk op C, 514 en OK.
2 Kies met [ de groep die u wilt bewerken.
3 Bevestig met OK.
4 Toets desgewenst een nieuwe naam voor de groep
in.
5 Bevestig met OK.
6 Invoergegevens die aan een groep toebehoren, wor-
den weergegeven met een sterretje (
dere deelnemers aan de groep toe door de invoergegevens te kiezen en op OK te drukken. Verwijder
groepsleden door de gemarkeerde invoergegevens
uit te kiezen en op OK te drukken.
7 Druk op o om de groep op te slaan
*). Voeg meer-
Groep wissen
Invoergegevens worden niet gewist
Invoergegevens worden niet gewist
Deze functie wist uitsluitend de groep, maar
niet de ontvangen invoergegevens van het
telefoonboek.
1 Druk op C, 515 en OK.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ de groep die u wilt wissen.
5 Bevestig met OK.
6 Kies met [
7 Bevestig met OK.
EEN ENTRY WISSEN.
WISSEN: JA.
NL
Telefoonboek van het toestel · Een invoergegeven wissen41
Telefoonboek exporteren/
Opmerking
importeren
Telefoonboek exporteren/importeren
U kunt de gegevens van uw telefoonboek op een USBopslagmedium opslaan of de gegevens vanuit een USBopslagmedium importeren.
Sla telefoonboek op USB
opslagmedium op
NL
1 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de
USB-host-aansluiting aan de voor- of achterkant van
het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig alsnog een
USB-opslagmedium aan.
2 Druk op C, 518 en OK. Het telefoonboek
wordt op het USB-opslagmedium opgeslagen.
Telefoonboek laden vanaf USB
opslagmedium
Dataformaat
Dataformaat
De betreffende gegevens moeten zijn opgeslagen in het bestand „phonebook.csv“ in de
hoofdmap van het USB-opslagmedium. De
gegevens in het bestand moeten met een
puntkomma „;“ van elkaar zijn gescheiden.
1 Druk op C, 517 en OK. De gegevens wor-
42Philips · LaserMFD 6135hfd
den aan de aanwezige gegevens toegevoegd. Aanwezige gegevens met dezelfde naam worden niet overschreven.
11 Fax
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
Fax met
Ongeschikte documenten!
standaardinstellingen
versturen
Fax met standaardinstellingen ver sturen
Uw faxbericht wordt met de standaardinstellingen verstuurd. Wilt u instellingen (bijvoorbeeld de resolutie of
het contrast) voor het versturen van een fax wijzigen,
dan gebruikt u de functie Fax later verzenden, pagina 45.
1 Voer het document in.
2 Druk op FAX.
Functie direct oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 41 en OK te drukken.
3 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoet-
senbord of kies een opgeslagen record.
4 Druk op FAX of o.
Nummer bezet
Automatisch Nummerherhaling
Wanneer de opgeroepene bezet is, kiest het
toestel na enige tijd het nummer nog eens.
Druk op j om het versturen te stoppen. Na
de transmissie print het toestel naargelang van
de instelling een bericht van verzending.
Ongeschikte documenten!
Voer geen documenten in die …
… vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt
zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.
… beschreven zijn met zacht potlood, inkt,
krijt of houtskool.
… afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften
(drukinkt).
… bijeengehouden worden met paperclips,
nietjes, plakband of lijm.
… beplakt zijn met notitieblaadjes.
… verkreukeld of gescheurd zijn.
Documenten invoeren
1 Open het scannerdeksel.
NL
Specificaties voor documen ten
Specificaties voor documenten
Breedte van de documenten
Lengte van de documenten
Papiergewicht van de
documenten
Capaciteit50 vel (80¦g/m)
Aanbevelingen van de
fabrikant voor optimaal functioneren
208¦–¦218¦mm
277¦–¦600¦mm
60¦-¦90¦g/m
A4 · A5 · Letter · Legal
(80¦g/m)
2 Plaats het document met de beeldzijde onder op het
scannerglas.
Fax · Fax met standaardinstellingen versturen43
3 Richt het document uit langs de linker achterhoek
Opmerking
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
van de glasplaat van de scanner (pijlen). De markeringen op de scanner omranding voor de formaten A4
en A5 helpen u erbij het document juist te positioneren.
Niet op het deksel van de scanner duwen!
Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u dikkere documenten of driedimensionele sjablonen scant, dit kan een
beschadiging van het scannerdeksel en/of
het scannerglas tot gevolg hebben.
NL
Detail vergroten
Als u slechts een gedeelte (bijvoorbeeld
een afbeelding) van een document wilt
kopiëren, plaatst u het document zodanig,
dat het betreffende gedeelte in deze hoek
ligt. In verbinding met de zoomfunctie kunt
u het gewenste bereik in het document op
de voorgrond plaatsen.
4 Sluit het scannerdeksel.
Nummer kiezen
Nummer kiezen
Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschil-
lende mogelijkheden.
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het
cijfertoetsenbord.
Telefoonboek
Telefoonboek:
1 Druk op m.
Functie oproepen
U kunt een vermelding uit het telefoonboek ook opzoeken door op C,511 en OK te drukken.
2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met
de cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek
te navigeren.
Opnieuw kiezen/oproeplijst
Opnieuw kiezen/oproepenlijst: De lijst opnieuw
kiezen/oproepen bevat de laatst gekozen abonneenum-
Het deksel van de scanner heeft verstelbare scharnieren; hierdoor kunt u ook dikkere documenten (bijvoorbeeld boeken)
op de vlakbedscanner leggen. Til het scannerdeksel voorzichtig op, zodat het er zo
gelijkmatig mogelijk op ligt.
Gebruik transparante folie als u voorwerpen zoals munten of bloemen wilt kopiëren, om de glasplaat van de scanner niet te
beschadigen.
Nummers met elkaar
verbinden
U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen
records combineren en bewerken vooraleer te kiezen.
Hebt u bijvoorbeeld het netnummer van een gunstige
telefoonaanbieder (call-by-call) als telefoonboekrecord
opgeslagen dan kiest u dit record. Aansluitend voert u
het telefoonnummer manueel in of u kiest nog een
ander opgeslagen record.
Buitenlijn nemen
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel
wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een
kengetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbin-
ding met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen
krijgen.
Kengetal invoeren
Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in
vooraleer u het gewenste nummer invoert of een opge-
slagen record kiest. Het kengetal van het openbare tele-
foonnet is meestal 0.
44Philips · LaserMFD 6135hfd
Onjuiste toegangscode buitenlij n
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of
uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=flash) zijn.
Druk op R om dit kengetal in te voeren.
Mocht de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact
op met de aanbieder van uw telefooncentrale.
Nevenaanslui ting instellen
Aansluiting aan nevenapparaten
Als u uw apparaat permanent gebruikt via een
PABX, slaat u het nummer voor een buitenlijn
op (zie ook Hoofdstuk PABX instellen, pagina
64).
Kiespauze invoegen
Kiespauze invoegen
Het kan noodzakelijk zijn om bij het nummer een kiespauze in te voegen, bijvoorbeeld voor een doorkiesnummer of onderadres of bij een interlokale telefoonverbinding. Druk op . Het tweede deel van het nummer
wordt pas na een korte pauze gekozen.
Fax later verzenden (= timer
functie)
Met faxverzending uit het geheugen
Deze functie is uitsluitend beschikbaar als u uw apparaat
zo hebt ingericht dat faxberichten vanuit het geheugen
worden verstuurd (zie ook hoofdstuk Faxverzendingvanuit het geheugen instellen, pagina 61).
Fax later zenden
Indien u gebruikt wilt maken van goedkopere telefoontarieven of de ontvanger slechts op bepaalde tijden te
bereiken is, kunt u het faxbericht op een later tijdstip
versturen - binnen 24 uur.
1 Voer het document in.
2 Druk op FAX.
3 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoet-
senbord of kies een opgeslagen record.
4 Bevestig met OK.
5 Voer het tijdstip in waarop het document moet wor-
den verstuurd, bijvoorbeeld 14 00 voor
14 uur.
6 Bevestig met OK.
7 Selecteer met [ de gewenste resolutie.
STANDAARD – voor documenten zonder bijzon-
dere kenmerken
FIJN – Voor teksten met kleine letters of tekenin-
gen
SFIJN – voor documenten met talrijke details
FOTO – voor foto’s
8 Bevestig met OK.
9 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lich-
kerder (bijvoorbeeld bij slecht leesbare documenten)
10 Bevestig met OK.
11 Na een korte opwarmfase slaat het toestel het docu-
ment op in het geheugen en verstuurt de fax op het
aangegeven tijdstip.
Opdracht wissen
Om een geprogrammeerde faxverzending
te annuleren kunt u het document simpelweg verwijderen uit de opdrachtenlijst (zie
ook hoofdstuk Opdrachten, blz 49).
Fax manueel verzenden
1 Voer het document in.
2 Druk op μ.
3 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoet-
senbord of kies een opgeslagen record.
4 Druk op FAX of o.
Faxontvangst starten van aanvullende telefoon
Faxontvangst starten van aanvullende
telefoon
U kunt de faxontvangst via een aanvullend
aangesloten telefoon starten door op *5
te drukken.
Faxsjablonen gebruiken
Faxsjablonen
In uw toestel zijn vijf faxsjablonen opgeslagen die u kunt
uitprinten. Met deze sjablonen kunt u bijvoorbeeld snel
een kort faxbericht opstellen of een uitnodiging maken.
1 Druk op C, 45 en OK.
2 Kies met [ welk sjabloon u wilt afdrukken.
3 Bevestig met OK. Het toestel print het sjabloon uit.
4 Vul het sjabloon in en stuur het als faxbericht naar de
gewenste ontvanger.
NL
Fax · Kiespauze invoegen45
NL
Opmerking
Opmerking
6RXUFH)D[
:KDW"
9RRUEODG
$DQ
1XPPHURQWYDQJHU
1DDP2QWYDQJHU
)$;%2;*HDYDQFHHUG9RRUEODG=HQGHQ
$GGFRQWDFWIURPDGUHVVERRN
6FDQYRRUEHHOG
1XPPHURQWYDQJHU
1DDP2QWYDQJHU
:KHQ"
/DWHU]HQGHQ
>,3$GUHV@
+XOS6FDQQHQ)D[,QVWHOOLQJHQ
Opmerking
Met Companion Center SFX
faxen
Inleiding
Met het programma Companion Center SFX zend,
ontvangt en beheert u faxberichten op de computer. U
kunt zowel gescande documenten als op de computer
opgeslagen bestanden verzenden. Met de Editor voor
voorbladen maakt u zelf voorbladen voor uw faxzendingen op, of u gebruikt bestaande bestanden als faxvoorblad. Bovendien kunt u uit vele faxinstellingen kiezen.
1 Start de software Companion Center SFX, door
hetzij op het Companion Center SFX-pictogram op
uw desktop te klikken of in het startmenu Start >
Programma’s > Companion Center SFX > Laser
SFX > Companion Center SFX te selecteren.
2 De rood-geel-groene indicatie in de rechter boven-
hoek laat zien of het apparaat met de computer is
verbonden en of de verbinding goed werkt.
3 Kies het register met Fax.
5 Selecteer bij Source Fax of u een document met het
apparaat wilt inscannen, of dat u een op de computer
opgeslagen bestand wilt versturen.
6 Document scannen: Leg het document in het
apparaat. Selecteer de juiste resolutie.
7 Bestand verzenden: Selecteer het opgeslagen
bestand (bestandsformaat *.TIFF of *.FAX).
8 Als u een voorblad of titelpagina aan uw faxbericht
wilt toevoegen, selecteert u het opgeslagen bestand
via Voorblad (bestandsformaat *.TIFF).
Voorblad/titelblad met Editor opmaken
Met de Editor maakt u een eigen voorblad
of titelpagina voor uw faxzending. Klik op
Voorblad (zie ook het hoofdstuk Voorblad/titelpagina met Editor opmaken, op
pagina 47).
Fax verzenden
1 Klik op Zenden.
2 Toets in het veld Aan onder Naam Ontvanger de
naam van het bestand in.
3 Voer onder Nummer ontvanger het faxnummer
van de ontvanger in.
Ontvanger uit het telefoonboek toevoegen
Klik op Add contact from adressbook
om het telefoonboek van het apparaat op
te roepen.
4 Klik op >> om de ontvanger aan de verzendlijst toe
te voegen.
9 Klik op Fax om het faxbericht naar alle ontvangers
van de verzendlijst te sturen.
Fax later verzenden (= timer
functie)
Inleiding
Als u voordeligere telefoontarieven wilt benutten of als
de ontvanger alleen op bepaalde tijden bereikbaar is,
dan kunt u het faxbericht ook op een later tijdstip ver-
zenden.
1 Activeer in het veld When? de functie Later zenden.
2 Voer de tijd en de datum in waarop het document
verzonden moet worden.
3 Klik op Fax. Op het opgegeven tijdstip wordt het
faxbericht automatisch verstuurd.
Faxbericht vanuit een toepassing
versturen
Inleiding
Vanuit elke toepassing met printfunctie – bijvoorbeeld
tekstverwerkings-, grafische of spreadsheetpro-
gramma’s – kan een bestand als faxbericht worden ver-
stuurd. De documenten hoeven hiervoor niet eerst te
worden uitgeprint.
1 Klik in de betreffende toepassing op de printfunctie.
2 Selecteer FAX Laser SFX als printer.
3 Het programma Companion Center SFX opent het
venster voor faxverzending.
46Philips · LaserMFD 6135hfd
Rondzenden (= Broadcasting)
U kunt een faxbericht opeenvolgend naar
verschillende ontvangers sturen. Voer meer
namen en nummers van ontvangers in of
selecteer contacten uit het telefoonboek.
Klik op
zendlijst toe te voegen. Klik op
Met de Editor voor voorbladen maakt u zelf voorbladen
voor uw faxzendingen op, of u gebruikt bestaande
bestanden als faxvoorblad.
1 Klik op Voorblad.
2 Activeer de functie Met voorblad:.
3 Voer onder Afzender uw gegevens in die op het
voorblad moeten komen te staan.
4 Voer onder Betreft een korte titel voor uw faxbe-
richt in. Onder Opmerkingen kunt u een opmerking
toevoegen.
5 Voer onder Ontvanger de gegevens van de ontvan-
ger in.
6 De aangemaakte voorbladen kunt u opslaan als sja-
bloon. Klik op Nieuw om de sjablooneditor te openen en een nieuw sjabloon op te slaan. Selecteer een
bestaand voorbladsjabloon uit de lijst met aangemaakte sjablonen.
Faxberichten met de Fax Manager
beheren
Inleiding
De FAX Manager geeft binnengekomen faxberichten
weer en geeft een overzicht van de status van de verzonden faxberichten. De logboeken verzendingen en
ontvangst worden automatisch afgedrukt als de inhoud
ervan een pagina vult. Na het automatische afdrukken
maakt het apparaat een nieuw journaal aan.
1 Klik op FAX BOX.
2 Selecteer de gewenste map.
Postvak UIT – Nog niet verzonden berichten
(momentele verzendtaken, later te versturen faxen,
geannuleerde verzendingen)
lenbak)
Concepten – Opgeslagen, nog niet verzonden
berichten
Verzendlogboek – Informatie en overdrachtstatus
van alle uitgevoerde berichten
Aanvullende opties voor
faxverzending
1 Klik op Geavanceerd.
>,3$GUHV@
+XOS6FDQQHQ)D[,QVWHOOLQJHQ
)$;%2;*HDYDQFHHUG9RRUEODG=HQGHQ
/LMQHLJHQVFKDSSHQ
9HU]HQGVQHOKHLG
/LMQQXPPHU
3UHIL[
.LHVPHWKRGH
.RSWHNVW
2SQLHXZYHU]HQGHQQDIRXW
$DQWDOSRJLQJHQ
,QWHUYDOWXVVHQGHSRJLQJHQ
2 De volgende opties staan ter beschikking.
Verzendsnelheid – Het apparaat past de ontvangstsnelheid aan de kwaliteit van de telefoonverbinding
aan. Stel een lage ontvangstsnelheid in als deze aanpassing zeer lang duurt of geen verbinding tot stand
komt.
Lijnnummer – Voer uw telefoonnummer in.
Prefix – Dit netnummer wordt voor het verzenden
via deze aansluiting automatisch voor het abonneenummer gezet (= officieel telefoonnummer).
Kiesmethode – In bepaalde landen kunt u de kiesmethode – pulskiezen of toonkiezen (DTMF-tonen)
– instellen.
Koptekst – Uw naam en uw nummer verschijnen in
de kopregel van elk faxbericht. U kunt deze functie
uitschakelen, als u uw gegevens niet wilt meesturen.
3 Met de volgende opties stelt u het aantal kiesherha-
lingen in voor afgebroken faxverzendingen.
Aantal pogingen – Aantal hernieuwde pogingen
voor afgebroken faxzendingen
Interval tussen de pogingen – Duur tussen twee
hernieuwde pogingen
$XWRPDWLVFKYHU]RQGHQGRFXPHQWDIGUXNNHQ
9HU]HQGEHYHVWLJLQJDIGUXNNHQ
3ULQWWKHVHQGORJ
NL
Fax · Met Companion Center SFX faxen47
NL
Opmerking
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
4 U kunt de volgende opties activeren.
Automatisch verzonden document afdrukken –
Drukt het verzonden bericht na de verzending af
Verzendbevestiging afdrukken – het verzendrapport wordt na elke uitgevoerde of afgebroken transmissie afgedrukt.
Print the send log – Het verzendprotocol wordt na
elke uitgevoerde of afgebroken overdracht afgedrukt.
Fax ontvangen
Geheugen
Wanneer u de fabrieksinstellingen niet hebt gewijzigd,
worden ontvangen faxberichten meteen uitgeprint. Zit
er geen papier of geen toner in uw toestel, slaat het
apparaat binnenkomende faxberichten op. Het groene
lampje â op het bedieningspaneel begint te branden, als
zich een fax in het geheugen bevindt. Nadat u papier of
een nieuwe tonercartridge geplaatst hebt, worden de
opgeslagen berichten uitgeprint.
Faxontvangst afbreken
Fax geruisloos ontvangen
Stille faxontvangst
Stel het aantal beltonen in op 0 (zie ook hoofdstuk
Instellen van het aantal beltonen, pagina 58) en de faxont-
vangst modus op faxmodus (zie ook hoofdstuk Faxont-
vangst modus instellen, pagina 60), om faxverzendingen te
ontvangen, zonder dat het apparaat belt.
Fax op USB opslagmedium
ontvangen
Inleiding
Met de faxontvangst op een USB-opslagmedium slaat
het apparaat binnenkomende faxen op een aangesloten
USB-opslagmedium op. De faxberichten worden als
TIFF-bestand met ontvangstdatum en -tijd opgeslagen.
Print document vanaf USB opslagmedium
Met behulp van de functie Document vanaf het USB-
opslagmedium afdrukken, kunt u de opgeslagen faxbe-
richten afdrukken (zie ook het hoofdstuk Document
vanaf het USB-opslagmedium afdrukken, pagina 30).
Functie niet beschikbaar
Faxontvangst afbreken
Na de ontvangst van de eerste pagina van een
faxbericht kunt u de verzending te allen tijde
afbreken door op j te drukken.
Geheugen Philips
Het faxgeheugen kan tot 200 bladzijden opnemen. Let
op de gegevens in de technische specificaties.
Berichtgeheugen vol!
Berichtgeheugen vol!
Wanneer het berichtgeheugen vol is, kunnen
geen verdere berichten meer worden ontvangen.
Servicecodes gebruiken
Wissen van opgeslagen faxberichten
Bij problemen met het uitprinten van opgeslagen faxberichten staat u een servicecode ter
beschikking (zie ook hoofdstuk Servicecodesgebruiken, pagina 75).
Functie niet beschikbaar
De functie wordt uitgeschakeld als u het USBopslagmedium verwijderd. U kunt de functies
Afgeschermde faxontvangst en Fax op USBopslagmedium ontvangen niet tegelijk gebrui-
ken.
1 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de
USB-host-aansluiting aan de achterkant van het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig een USB-opslagmedium op de USB-host-aansluiting aan.
Sluit het USB-opslagmedium aan de
achterkant aan
Voor deze functie moet er een USBopslagmedium op de USB-aansluiting aan
de achterkant van het apparaat zijn aangesloten.
Faxberichten manueel
ontvangen
Faxberichten manueel ontvangen
Kies onder modus faxontvangst de handmatige faxontvangst (zie ook hoofdstuk Modus faxontvangst instellen,
pagina 60). Faxberichten worden niet automatisch door
het toestel ontvangen. Deze instelling is geschikt om
faxberichten via de modem van een computer te ontvangen. U kunt de faxontvangst manueel starten door
op o te drukken.
48Philips · LaserMFD 6135hfd
2 Druk op C, 914 en OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 44 en OK te drukken.
3 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
4 Bevestig met OK.
Tijdstempel
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Tijdstempel
Het toestel print de ontvangstdatum en de juiste tijd op
elke binnenkomende fax. Hiermee kunt u documenteren wanneer u een faxbericht hebt ontvangen. Een buffergeheugen in het toestel waarborgt dat ook na een
stroomstoring de juiste datum en de juiste tijd worden
afgedrukt.
Tijdstempel in- en uitschakelen
Is de tijdstempel-functie geactiveerd, dan worden binnenkomende faxen in het geheugen ingelezen. Zodra de
laatste bladzijde is ontvangen, wordt de tijd opgeslagen
en het apparaat drukt alle bladzijden af. U kunt de functie uitschakelen (zie ook hoofdstuk Tijdstempel in- en
uitschakelen, pagina 61).
Beveiligde faxontvangst
instellen
Automatisch afdrukken van faxberichten blokkeren
U kunt de faxontvangst met een code beveiligen. Binnenkomende faxen worden niet afgedrukt, maar in het
faxgeheugen opgeslagen. Alleen na invoer van een pincode kunt u deze faxberichten afdrukken.
Functie niet beschikbaar
Functie niet beschikbaar
U kunt de functies Afgeschermde faxontvangst
en Fax op USB-opslagmedium ontvangen niet
tegelijk gebruiken.
Pincode intoetsen
Vooraf ingestelde toegangscode
Vooraf ingestelde toegangscode
Met de af fabriek ingestelde toegangscode
0000) wordt deze functie uitgeschakeld.
(
Wijzig de toegangscode om de functie in te
schakelen. Als u de functie wilt uitschakelen,
voert u de fabriekscode (
0000) weer in.
Faxberichten afdrukken
1 Druk op C, 4031 en OK.
2 Toets de viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK. De opgeslagen faxberichten wor-
den afgedrukt en uit het geheugen gewist.
Faxberichten afroepen
Faxberichten afroepen
Via polling roept u faxberichten op die klaarliggen in het
opgebelde toestel.
Faxberichten direct afroepen
1 Druk op C, 42 en OK.
2 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoet-
senbord of kies een opgeslagen record.
3 Druk op o.
Uitgesteld afroepen
1 Druk op C, 42 en OK.
2 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoet-
senbord of kies een opgeslagen record.
3 Bevestig met OK.
4 Voer het tijdstip in waarop het document moet wor-
den afgeroepen, bijvoorbeeld 14 00 voor
14 uur.
5 Bevestig met OK.
6 Het toestel is nu in standby. U kunt telefoongesprek-
ken blijven voeren of andere faxberichten versturen.
Opdracht wissen SFL 2
Opdracht wissen
verwijder het document uit de opdrachtenlijst
om het mogelijk afroepen te annuleren (zie
ook het hoofdstuk Opdrachten, op pagina 49).
NL
1 Druk op C, 4033 en OK.
Opdrachten
Inleiding
In de opdrachtenlijst staan alle berichten vermeld die
Pincode intoetsen
Hebt u al een code opgeslagen, dan vraagt
het toestel u eerst naar de oude code
voordat u een nieuwe code kunt intoetsen.
zojuist verstuurd of opgeroepen zijn, of op een later
tijdstip verstuurd of opgeroepen moeten worden.
Display
De opdrachten verschijnen apart op het display. na het
nummer van de opdracht en de status vindt u daar het
faxnummer, waar een fax naar toe gestuurd of van waar
2 Toets een viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
4 Toets de code ter bevestiging nogmaals in.
5 Bevestig met OK.
In- en uitschakelen
een fax afgeroepen moet worden. Documenten in de
opdrachtenlijst kunnen volgende status hebben:
Opdrachten 1
TX – Uitgesteld verzenden
Opdrachten 3
AFR – Faxberichten later afroepen
Opdrachten 4
TR – Opdracht wordt uitgevoerd
Stop
1 Druk op C, 4032 en OK.
Door het menu navigeren
2 Toets de viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
Met j verlaat u het menu en keert u naar de
uitgangsmodus terug.
4 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5 Bevestig met OK.
Fax · Tijdstempel49
NL
Opdracht meteen uitvoeren
1 Druk op C, 71 en OK.
2 Selecteer met [ de opdracht die u meteen wilt uit-
voeren.
3 Bevestig met OK. Het verzenden of het afroepen
begint meteen.
Opdracht wijzigen
1 Druk op C, 72 en OK.
2 Selecteer met [ de opdracht die u wilt wijzigen.
3 Bevestig met OK.
4 Toets de gewenste wijzigingen in en bevestig dit met
OK.
Opdracht wissen
1 Druk op C, 73 en OK.
2 Selecteer met [ de opdracht die u wilt wissen.
3 Bevestig met OK.
4 Bevestig het wissen met OK.
Opdracht uitprinten
1 Druk op C, 74 en OK.
2 Selecteer met [ de opdracht die u wilt uitprinten.
3 Bevestig met OK.
Opdrachtenlijst printen
Opdrachtenlijst printen
Druk op C, 75 en OK. Het toestel drukt een lijst
van alle wachtende opdrachten af.
50Philips · LaserMFD 6135hfd
12 Netwerken
Opmerking
Opmerking
Opmerking
GEVAAR!
Opmerking
USB-aansluiting
Met een USB-kabel kunt u uw apparaat met een computer verbinden die op een netwerk is aangesloten. Alle
computers in het netwerk kunnen dan contact maken
met het apparaat, als het hiervoor is vrijgegeven. U kunt
het apparaat niet direct met een USB-kabel aan een netwerk aansluiten, behalve als u over een USB-printserveraansluiting beschikt.
Netwerken
Met een WLAN-adapter is het mogelijk om het apparaat als netwerkprinter op een bestaand netwerk aan te
sluiten. Alle computers in het netwerk kunnen dan contact maken met het apparaat en scannen of printen.
optioneel en origineel
WLAN is optioneel
WLAN is optioneel en functioneert uitsluitend met een originele adapter die u via onze
bestelservice kunt kopen. Nadere informatie:
Netwerken
Draadloos netwerk (WLAN)
optioneel en origineel
www.sagemcom.com
Webinterface oproepen
U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat
ook met de webinterface bewerken (zie ook
het hoofdstuk
Webinterface
, op pagina
20
).
Infrastructuur-netwerk
Infrastructuur-netwerk
In een infrastructuurnetwerk communiceren meerdere
apparaten via een centraal access point (gateway, rou-
ter). Alle gegevens worden naar het access point (gate-
way, router) gestuurd en van hieruit verder verdeeld.
Netzwerk: Infrastruktur
Draadloos netwerk (WLAN)
instellen
Instructies vo or de configurat ie
NL
WLAN is optioneel
WLAN is optioneel en functioneert uitsluitend met een originele adapter die u via onze
bestelservice kunt kopen. Nadere informatie:
www.sagemcom.com
Inleiding
In een draadloos netwerk (Wireless Local Area Network, WLAN) communiceren ten minste twee computers, printers of andere apparatuur via radiogolven
(hoge frequentiebanden) met elkaar. De gegevensoverdracht in een draadloos netwerk verloopt via de normen 802.11b en 802.11g.
Opmerkingen over gebruik van WLAN!
Opmerkingen over gebruik van WLAN!
De werking van veiligheidsinstallaties, medische
of gevoelige apparaten kan door het zendvermogen van het apparaat verstoord raken. Let op
eventuele gebruiksvoorschriften (of -beperkingen) in de buurt van dergelijke installaties.
Het gebruik van dit apparaat kan, door het
versturen van hoge frequentie straling, de
werking van onvoldoende afgeschermde
medische apparatuur evenals gehoorapparaten of pacemakers beïnvloeden. Richt u tot
een arts of tot de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of deze voldoende
zijn afgeschermd tegen externe hoge frequentie straling.
Instructies voor de configuratie
Laat uw WLAN-netwerk instellen door
iemand met een grondige kennis van de configuratie van uw computer. Een netwerk maken
of zich toevoegen aan een netwerk
Er zijn drie stappen nodig om uw apparaat in een draad-
loos netwerk (WLAN) op te nemen.
Netwerk configureren
1 Configureer het netwerk via uw computer.
2 Zorg dat het apparaat voor het werken binnen een
netwerk is ingesteld.
3 Installeer het programma Companion Center SFX
met de benodigde printerdrivers op uw computer.
U moet bepaalde netwerk- en beveiligingsinstellingen
doen (bijvoorbeeld de Service-Set-ID (SSID) en het
wachtwoord). De instellingen moeten met de gegevens
van het netwerk overeenstemmen. De configuratieassi-
stent van het apparaat helpt u stap voor stap bij het
opzetten van het netwerk.
Netwerken · Draadloos netwerk (WLAN)51
NL
Opmerking
Opmerking
Opmerking
WLAN-adapter aansluiten
WLAN-adapter aansluiten
Steek de WLAN-adapter in de USB-host-aansluiting aan
de achterkant van het apparaat.
USB-Host hinten anschließen
WPS met de pincode gebruiken
1 Druk op C, 0811 en OK.
2 Kies met [
WPS PIN.
3 In het display verschijnt een pincode. Voer deze pin-
code in bij het toegangspunt (Access Point, Router).
4 Druk aan het toestel op OK. Het WLAN-toegangs-
punt en het apparaat maken automatisch een verbinding afgeschermd door een WPA-sleutel.
WPS met de Push Button Configuration
(PBC) gebruiken
WLAN is optioneel
WLAN is optioneel
WLAN is optioneel en functioneert alleen
met een originele adapter die u bij onze
bestelservice kunt aanschaffen (zie bestelservice op de achterzijde van deze gebruikershandleiding). Andere zend- en ontvangstadapters kunnen het apparaat beschadigen.
Draadloos netwerk (WLAN)
in- en uitschakelen
Inleiding
Standaard is het gebruik van het draadloze netwerk
ingeschakeld. Deze functie kunt u uitschakelen.
1 Druk op C, 080 en OK.
2 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3 Bevestig met OK.
Draadloos netwerk (WLAN)
met de assistent instellen
Inleiding
Met behulp van de Wi-Fi Protected Setup (WPS) of met
de functie zoeken naar een netwerk in de buurt, kunt u
uw apparaat snel en gemakkelijk in een bestaand draadloos netwerk opnemen. Met WPS worden alle belangrijke instellingen zoals de netwerknaam (SSID) automatisch geconfigureerd en de verbinding met een veilige
WPA-sleutel afgeschermd.
1 Druk op C, 0811 en OK.
2 Kies met [
WPS PBC.
3 Activeer bij het WLAN-toegangspunt de Push But-
ton-configuratie. Het WLAN-toegangspunt en het
apparaat maken automatisch een verbinding afgeschermd door een WPA-sleutel.
Netwerkscan gebruiken
Inleiding
Uw apparaat geeft een lijst met alle beschikbare draad-
loze netwerken weer. Een assistent helpt u verbinding
te maken met het gewenste netwerk.
1 Druk op C, 0812 en OK.
2 De beschikbare netwerken worden weergegeven.
Selecteer met [ het gewenste draadloze netwerk.
3 Bevestig met OK.
4 Selecteer met [ een encryptiestandaard of schakel
de netwerkbeveiliging uit.
5 Bevestig met OK.
6 Voer het wachtwoord voor het netwerk in.
WEP-sleutel
Met de 64-bits-encryptiemethode moet de
WEP-sleutel 5 tekens (ASCII) of 10 getallen
(hexadecimaal) lang zijn. Met de 128-bitsencryptiemethode moet de WEP-sleutel 13
tekens (ASCII) of 26 getallen (hexadecimaal) lang zijn. De WEP-sleutel vindt u in de
netwerkinstellingen van uw computer.
Toepassing van Wi-Fi Protected
Setup (WPS)
WPS
Met de Wi-Fi Protected Setup (WPS) kunt u uw apparaat op twee verschillende manieren snel en gemakkelijk in een bestaand draadloos netwerk opnemen. U
kunt aanmelden met een pincode of met de Push Button
Configuration (PBC), als uw toegangspunt (Access
Point, Router) deze methode ondersteunt.
52Philips · LaserMFD 6135hfd
WPA-sleutel
Voer een sleutelwoord met een lengte tussen 8 en 63 tekens in. Bij deze encryptiemethode kan de sleutel willekeurige alfanumerieke tekens – dus getallen en letters –
of alle andere op het toetsenbord beschikbare tekens bevatten. Het enige teken dat
niet is toegestaan is de „€“ (het Euro-valutasymbool).
7 Bevestig met OK.
8 Het apparaat maakt verbinding met het draadloze
netwerk en probeert automatisch een IP-adres te
krijgen.
Draadloos netwerk (WLAN)
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
met de hand instellen
Inleiding
De pc en alle andere apparaten moeten ingesteld zijn op
hetzelfde netwerk als de multifunctionele terminal. Alle
voor de instelling van de parameters benodigde gegevens, zoals de naam van het netwerk (SSID), het soort
netwerk, de WEP-sleutel, het IP-adres en het subnetmasker moeten overeenkomen met de gegevens van
het netwerk. De benodigde informatie vindt u in de netwerkconfiguratie van uw computer of van het toegangspunt (Access Point, Router).
1 Druk op C, 0821 en OK.
2 Voer het SSID in.
De netwerknaam (Service Set Identifier) vindt u in de
netwerkinstellingen van uw computer. De SSID
moet overeenkomen met de SSID van de computer
of van het toegangspunt (Access Point, Router).
3 Bevestig met OK.
4 Selecteer met [ een encryptiestandaard of schakel
de netwerkbeveiliging uit.
Onbeveiligde draadloze netwerken
zijn voor buitenstaanders toegankelijk!
Onbeveiligde draadloze netwerken zijn
voor buitenstaanders toegankelijk!
Bescherm uw netwerk daarom in ieder
geval tegen onbevoegde toegang. U kunt
tussen verschillende encryptiemethoden
kiezen.
5 Bevestig met OK.
6 Voer het wachtwoord voor het netwerk in.
WEP-sleutel
Met de 64-bits-encryptiemethode moet de
WEP-sleutel 5 tekens (ASCII) of 10 getallen
(hexadecimaal) lang zijn. Met de 128-bitsencryptiemethode moet de WEP-sleutel 13
tekens (ASCII) of 26 getallen (hexadecimaal) lang zijn. De WEP-sleutel vindt u in de
netwerkinstellingen van uw computer.
Met de verbindingsmodus stelt u het IP-adres en het
subnetmasker in. Als u in uw netwerk beschikt over
een DHCP- of BOOTP-server, die IP-adressen dynamisch toekent, dan kunt u de instellingen ook automatisch laten toewijzen.
8 Kies met [ voor de automatische of de handmatige
configuratie.
9 Bevestig met OK.
Deze handeling kan enige tijd in beslag nemen
Het automatisch instellen van het IP-adres
en het subnetmasker bij de aangesloten
netwerkcomputers kan enige tijd duren.
10 Handmatige configuratie: Voer het IP-adres in
(bijvoorbeeld 192.168.001.×××).
IP-adres
De eerste drie blokjes getallen vormen het
IP-bereik, deze gegevens moeten overeenkomen met het IP-adres van uw computer.
De laatste drie plaatsen bepalen het individuele IP-adres van het apparaat. Aan het
eind kunt u een willekeurig getal tussen
000 en 255 invoeren. Dit getal moet wel
uniek zijn binnen het netwerk en mag op
geen andere computer of bij geen ander
onderdeel van het netwerk voorkomen.
11 Bevestig met OK.
12 Handmatige configuratie: Voer het subnetmas-
ker in (bijvoorbeeld 255.255.255.000.×××).
Subnetmasker
Het subnetmasker geeft in een netwerk
met gateway of router aan, of de betreffende datapaketten voor een interne ontvanger binnen het netwerk zijn bedoeld of
dat ze naar een ontvanger buiten het netwerk moeten worden verstuurd.
13 Bevestig met OK.
Instellingen van het draadloos
NL
7 Bevestig met OK.
Netwerken · Draadloos netwerk (WLAN) met de hand instellen53
WPA-sleutel
Voer een sleutelwoord met een lengte tussen 8 en 63 tekens in. Bij deze encryptiemethode kan de sleutel willekeurige alfanumerieke tekens – dus getallen en letters –
of alle andere op het toetsenbord beschikbare tekens bevatten. Het enige teken dat
niet is toegestaan is de „€“ (het Euro-valutasymbool).
netwerk wijzigen
Netwerknaam (SSID) intoetsen
Inleiding
De netwerknaam (Service Set Identifier) vindt u in de
netwerkinstellingen van uw computer. De SSID moet
overeenkomen met de SSID van de computer of van het
toegangspunt (Access Point, Router).
1 Druk op C, 0821 en OK.
2 Voer het SSID in.
3 Bevestig met OK.
NL
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Netwerkbeveiliging instellen
Onbeveiligde draadloze netwerken zijn voor buitenstaanders toegankelijk!
Onbeveiligde draadloze netwerken zijn
voor buitenstaanders toegankelijk!
Onbeveiligde draadloze netwerken zijn voor
buitenstaanders toegankelijk! Bescherm uw
netwerk daarom in ieder geval tegen onbevoegde toegang. U kunt tussen verschillende
encryptiemethoden kiezen.
1 Druk op C, 0822 en OK.
2 Selecteer met [ een encryptiestandaard of schakel
de netwerkbeveiliging uit.
3 Bevestig met OK.
4 Voer het wachtwoord voor het netwerk in.
WEP-sleutel
Met de 64-bits-encryptiemethode moet de
WEP-sleutel 5 tekens (ASCII) of 10 getallen (hexadecimaal) lang zijn. Met de 128bits-encryptiemethode moet de WEPsleutel 13 tekens (ASCII) of 26 getallen
(hexadecimaal) lang zijn. De WEP-sleutel
vindt u in de netwerkinstellingen van uw
computer.
Deze handeling kan enige tijd in beslag nemen
Deze handeling kan enige tijd in beslag
nemen
Het automatisch instellen van het IP-adres en
het subnetmasker bij de aangesloten netwerkcomputers kan enige tijd duren.
Statische IP-adrestoewijzing
instellen
Beschikbare functie (WLAN)
Beschikbaarheid functie
Deze functie is alleen dan beschikbaar, als u bij
de functie 083 voor statische IPadrestoekenning heeft gekozen.
IP-adres invoeren
Inleiding
Het IP-adres is het adres van het apparaat in het net-
werk. Dit mag niet hetzelfde zijn als het IP-adres van de
computer of van andere netwerkcomponenten, moet
zich echter binnen hetzelfde IP-bereik bevinden.
1 Druk op C, 0841 en OK.
2 Voer het IP-adres in (bijvoorbeeld
192.168.001.×××).
WPA-sleutel
Voer een sleutelwoord met een lengte tussen 8 en 63 tekens in. Bij deze encryptiemethode kan de sleutel willekeurige alfanumerieke tekens – dus getallen en letters –
of alle andere op het toetsenbord beschikbare tekens bevatten. Het enige teken dat
niet is toegestaan is de „€“ (het Euro-valutasymbool).
5 Bevestig met OK.
IP-adrestoewijzing instellen
Inleiding
Met de toekenning van het IP-adres stelt u in, of het IPadres van uw apparaat dynamisch door een DHCP- of
BOOTP-router/server wordt toegewezen of dat u statische gegevens wilt gebruiken. Voor de configuratie van
de statische netwerkverbinding kunt u het IP-adres, het
subnetmasker, de gateway en twee alternatieve Domain
Name Servers (DNS) invoeren.
1 Druk op C, 083 en OK.
2 Kies met [ voor de automatische of de handmatige
configuratie.
3 Bevestig met OK.
IP-adres
De eerste drie blokjes getallen vormen het
IP-bereik, deze gegevens moeten overeenkomen met het IP-adres van uw computer.
De laatste drie plaatsen bepalen het individuele IP-adres van het apparaat. Aan het
eind kunt u een willekeurig getal tussen
000 en 255 invoeren. Dit getal moet wel
uniek zijn binnen het netwerk en mag op
geen andere computer of bij geen ander
onderdeel van het netwerk voorkomen.
3 Bevestig met OK.
Subnetmasker invoeren
Inleiding
Het subnetmasker geeft in een netwerk met gateway of
router aan, of de betreffende datapaketten voor een
interne ontvanger binnen het netwerk zijn bedoeld of
dat ze naar een ontvanger buiten het netwerk moeten
worden verstuurd.
1 Druk op C, 0842 en OK.
2 Voer het subnetmasker in (bijvoorbeeld
255.255.255.000.×××).
3 Bevestig met OK.
IP-adres van de gateway instellen
1 Druk op C, 0843 en OK.
2 Voer het IP-adres van het toegangspunt (Access
Point, Router) in.
3 Bevestig met OK.
54Philips · LaserMFD 6135hfd
Domain Name Server (DNS) invoeren
Opmerking
Inleiding
De DNS vertaalt IP-adressen in namen van internetsites
en omgekeerd. U kunt een primaire en een secundaire
DNS opgeven.
Primaire DNS invoeren
1 Druk op C, 0844 en OK.
2 Voer het adres van de primaire DNS in.
3 Bevestig met OK.
Secundaire DNS invoeren
1 Druk op C, 0845 en OK.
2 Voer het adres van de secundaire DNS in.
3 Bevestig met OK.
DHCP-instellingen controleren
Beschikbare functie (WLAN)
Extra instellingen voor het
draadloze netwerk
Primaire Windows Internet
Name Service (WINS)-server
invoeren
Inleiding
WINS is een netwerkdienst die binnen een Local Area
Network (LAN) de IP-adressen van de aangesloten net-
werkcomponenten in NetBIOS-namen vertaalt en
omgekeerd. U kunt een primaire en een secundaire
WINS-server opgeven.
1 Druk op C, 0861 en OK.
2 Voer het adres van de primaire WINS-server in.
3 Bevestig met OK.
Secundaire Windows Internet
NL
Beschikbaarheid functie
Deze functie is alleen dan beschikbaar, als u bij
de functie 083 voor automatische IPadrestoekenning heeft gekozen.
Inleiding
Met deze functies kunt u de door de DHCP-router toegewezen instellingen van uw netwerk controleren. U
kunt de instellingen niet wijzigen.
IP-adres weergeven
1 Druk op C, 0851 en OK.
2 U ziet het actuele IP-adres, waarmee uw apparaat in
het netwerk is aangemeld.
Subnetmasker weergeven
1 Druk op C, 0852 en OK.
2 Het gebruikte subnetmasker wordt weergegeven.
IP-adres van het toegangspunt weergeven
(= gateway)
1 Druk op C, 0853 en OK.
2 Het IP-adres van het toegangspunt (Access Point,
Router) wordt weergegeven.
Name Service (WINS)-server
invoeren
1 Druk op C, 0862 en OK.
2 Voer het adres van de secundaire WINS-server in.
3 Bevestig met OK.
Eerste netwerknaam (= NetBIOS)
invoeren
Inleiding
Met de NetBIOS-naam wordt het apparaat in het net-
werk aangemeld.
1 Druk op C, 0863 en OK.
2 Voer de eerste NetBIOS-naam in.
3 Bevestig met OK.
Tweede netwerknaam
(= NetBIOS) invoeren
1 Druk op C, 0864 en OK.
2 Voer de tweede NetBIOS-naam in.
3 Bevestig met OK.
Primaire DNS weergeven
1 Druk op C, 0854 en OK.
2 Het adres van de primaire DNS wordt weergegeven
Secundaire DNS weergeven
1 Druk op C, 0855 en OK.
2 Het adres van de secundaire DNS wordt weergege-
Netwerken · Extra instellingen voor het draadloze netwerk55
ven
13 Instellingen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Basisinstellingen wijzigen
Ecologische
NL
Basisinstellingen wijzigen
De gewijzigde instellingen worden als nieuwe
basisinstellingen opgeslagen. Kies voor een
eenmalige procedure een speciale functie,
denk eraan daarna een standaard instelling of
de fabrieksinstelling weer in te stellen.
Instellingen
Webinterface oproepen
U kunt de instellingen van het apparaat ook
met de webinterface bewerken (zie ook het
hoofdstuk Webinterface, op pagina 20).
Cursornavigatie 6
Door het menu navigeren
Met [ beweegt u de cursor. Met C keert u
naar het vorige menu-niveau terug. Met j
verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.
Ecologische
besparingsfunctie voor
stroom instellen
Ecologische besparingsfuncti e voor stroom instellen
Met deze functie stelt u in na welke tijd het apparaat na
een printopdracht overschakelt naar de modus stroombesparing. Als u een fax ontvangt of een afdruk of kopie
wilt maken, schakelt uw toestel automatisch van de
energiebesparingsmodus naar de bedrijfsmodus.
1 Druk op ECO.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ de tijd (in minuten) waarna het appa-
raat in de modus stroombesparing dient over te
schakelen. U kunt kiezen tussen: 0, 2, 10, 30 minuten
(standaardinstelling: 2 minuten). Kies
raat onmiddellijk na een printopdracht in de modus
stroombesparing dient over te schakelen.
5 Bevestig met OK.
STROOM SPAREN.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 0021 en OK te drukken.
0 als het appa-
besparingsfunctie voor toner
instellen
Ecologische besparingsfu nctie voor toner instellen
Met deze functie schakelt u de ecologische besparings-
functie voor de toner in. De afdrukken zien er daardoor
wat lichter uit, en daartoe verhoogt u het aantal pagina’s
dat u met een tonercartridge kunt afdrukken.
1 Druk op ECO.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5 Bevestig met OK.
BESPAAR TONER.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 0022 en OK te drukken.
Ecologische
besparingsfunctie voor
papier instellen
Ecologische besparingsfu nctie voor papier instellen
Met deze functie kunt u voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken kiezen, om papier te besparen. Met de instel-
ling duplex wordt het papier aan beide zijden bedrukt.
1 Druk op ECO.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Met de toets [ kunt u enkelzijdig (= Simplex) of
dubbelzijdig afdrukken (= Duplex) selecteren.
5 Bevestig met OK.
PAPIER BESP.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door
op C, 0023 en OK te drukken.
56Philips · LaserMFD 6135hfd
Land kiezen
VOORZICHTIG!
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Land juist instellen
Land juist instellen!
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het telefoonnet. Indien uw land niet
op de lijst staat, moet u een andere instelling
kiezen en de juiste telefoonkabel van het land
gebruiken. Voor meer informatie kunt u
terecht bij uw vakhandelaar.
1 Druk op C, 031 en OK.
2 Kies met [ het land waarin u het toestel wilt
gebruiken.
3 Bevestig met OK.
Taal kiezen
1 Druk op C, 033 en OK.
2 Kies met [ de gewenste displaytaal.
3 Bevestig met OK.
Datum en tijd instellen
Datum en tijd invoeren
1 Druk op C, 011 en OK.
2 Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld
31¦05¦25 voor 31.5.2025.
3 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00
voor 14 uur.
4 Bevestig met OK.
Tijdszone instellen
UTC
De gecoördineerde wereldtijd (UTC, Coordinated Universal Time) is de huidige gestandaardiseerde wereldtijd. Uitgaande van Greenwich bij Londen (nulmeridiaan) wordt de wereld in tijdzones ingedeeld. Deze tijdzones worden aangeduid met de afwijking ten opzichte
van UTC (in uren), bijvoorbeeld UTC+1 voor de Midden-Europese tijd (MET).
Tijdszone instellen
In landen met meerdere tijdszones kunt u uit vooraf
ingestelde tijdszones kiezen of de afwijking van uw tijdzone ten opzichte van UTC handmatig invoeren. In landen met een tijdzone wordt de taal automatisch aangepast als u het land correct instelt (zie ook hoofdstuk
Land kiezen, pagina 57).
1 Druk op C, 012 en OK.
2 Kies met [ de tijdszone waarin u het toestel wilt
gebruiken.
3 Afwijking ten opzichte van de UTC hand-
matig invoeren: Voer de afwijking (in uren) in met
de cijfertoetsen, bijvoorbeeld 1 voor UTC+1. De
display toont de bewerkingsfunctie voor tijdszones.
Bewerkingsfunctie voor tijdszones
Druk op [ om de weergave te wijzigen
+/-). U kunt ook waardes onder één uur
(
invoeren, bijvoorbeeld 0,15 (of 0,25) voor
een kwartier, 0,30 (of 0,50) voor een halfuur, of 0,45 (of 0,75) voor driekwartier.
4 Bevestig met OK.
Automatische omschakelin g tussen zomertijd en wintert ijd
Automatische omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
Met de instelling van het land en de tijdszone
wordt de automatische omschakeling tussen
zomer- en wintertijd ingeschakeld. De automatische omschakeling wordt uitgeschakeld
als u de afwijking ten opzichte van UTC handmatig met de tijdszone bewerkingsfunctie
invoert.
Spaltenumbruch
Tijdsynchronisatie met de SNTP-
server instellen
Inleiding
Met het Simple Time Network Protocol (SNTP) kunt u
de datum en de tijd van het apparaat automatisch met
die van een server in het netwerk laten synchroniseren.
De servertoegang activeren
1 Druk op C, 0103 en OK.
2 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3 Bevestig met OK.
SNTP-serveradres invoeren
1 Druk op C, 0101 en OK.
2 Voer de naam van de SNTP-server in.
Serveradres invoeren
Deze naam kan een IP-adres zijn, een
DNS-adres of een NetBIOS-naam.
3 Bevestig met OK.
SNTP-serverpoort invoeren
1 Druk op C, 0102 en OK.
2 Stel het poortnummer van de server in (standaardin-
stelling: 123).
3 Bevestig met OK.
NL
Instellingen · Land kiezen57
NL
Opmerking
Opmerking
Nummer en naam intoetsen
kopregel
Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand
van elk faxbericht (= kopregel) samen met datum, tijd
en paginanummer meegestuurd.
Naam invoeren
1 Druk op C, 021 en OK.
2 Voer uw naam in. Letters voert u met de cijfertoet-
sen in (zie opdruk). Speciale tekens voert u in met
0. Druk zo vaak op de betreffende toets tot de
gewenste letter of het gewenste speciale teken op
het display verschijnt.
Toetsentonen uitschakelen
Toetsentonen uitschakelen
Elke bediening van een toets wordt door een toon
begeleid. U kunt de toetsentonen op uw apparaat uit-
schakelen.
1 Druk op C, 007 en OK.
2 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3 Bevestig met OK.
Papierinstellingen
aanbrengen
Basisinstellingen wijzigen
Navigeren in de bewerkingfunctie
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist
u de tekens afzonderlijk.
3 Bevestig met OK.
Nummer invoeren
1 Druk op C, 022 en OK.
2 Voer uw telefoonnummer in.
3 Bevestig met OK.
Beltonen instellen
Beltoon kiezen
Beltoon kiezen
Met deze functie kiest u de standaard beltoon. U kunt
aan de invoergegevens in het telefoonboek een beltoon
toewijzen (zie ook hoofdstuk Invoer opslaan, pagina 40).
1 Druk op C, 054 en OK.
2 Kies met [ de gewenste beltoon.
3 Bevestig met OK.
Basisinstellingen wijzigen
De gewijzigde instellingen worden als nieuwe
basisinstellingen opgeslagen. Kies voor een
eenmalige procedure een speciale functie,
denk eraan daarna een standaard instelling of
de fabrieksinstelling weer in te stellen.
Papiersterkte instellen
1 Druk op C, 201 en OK.
2 Kies met [ de sterkte van het geplaatste papier.
3 Bevestig met OK.
Papierbron instellen
Inleiding
In de papiercassette kunt u normaal afdrukpapier of
voorbedrukte ontwerpen (formulieren) plaatsen. In de
handmatige papiertoevoer kunt u speciale papierforma-
ten, enveloppen, transparante folies, etiketvellen of
bedrukte documenten invoeren.
1 Druk op C, 202 en OK.
2 Kies met [ de papierbron.
3 Bevestig met OK.
Spaltenumbruch
Volume instellen
1 Druk op C, 055 en OK.
2 Selecteer met [ het gewenste volume.
3 Bevestig met OK.
Instellen van het aantal
belsignalen
Instellen van het aantal belsignalen
Met deze functie stelt u het aantal beltonen voor de
modus faxontvangst in. Na het gekozen aantal schakelt
het apparaat in de faxmodus over op faxontvangst. Kies
Papierformaat instellen
1 Druk op C, 203 en OK.
2 Kies met [ of u het papierformaat voor de papier-
cassette of de handmatige invoer wilt instellen.
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ het gewenste papierformaat. Let op de
gegevens in de technische specificaties.
5 Bevestig met OK.
0 om de beltoon geheel uit te schakelen (zie ook hoofd-
stuk Stille faxontvangst, pagina 60)
1 Druk op C, 042 en OK.
2 Kies met [ het gewenste aantal beltonen.
3 Bevestig met OK.
58Philips · LaserMFD 6135hfd
Resolutie instellen
Resolutie voor scannen instellen
1 Druk op C, 303 en OK.
2 Selecteer met [ de gewenste resolutie.
ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoor-
beeld voor gebruik op het Internet
TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge
resolutie voor de optische tekenherkenning van
tekstdocumenten (OCR)
FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoor-
beeld voor foto's
HQ(300) – Scan met hoogste resolutie
3 Bevestig met OK.
Contrast voor het faxen en
kopiëren instellen
1 Druk op C, 104 en OK.
2 Stel met [ het gewenste contrast in:
-/1 – Vermindert het contrast / letters worden lich-
2 Kies met [ het gewenste papierformaat. Let op de
gegevens in de technische specificaties.
3 Bevestig met OK.
Kies het bestandsformaat
Inleiding
Met deze functie selecteert u het bestandsformaat dat
standaard voor het scannen van documenten moet
worden gebruikt.
1 Druk op C, 307 en OK.
2 Selecteer met [ het gewenste bestandsformaat.
3 Bevestig met OK.
NL
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Extra kopieeropties
Kies enkelzijdig/dubbelzijdig
printen (simplex/duplex)
1 Druk op C, 101 en OK.
2 Met de toets [ kunt u enkelzijdig (= Simplex) of
dubbelzijdig afdrukken (= Duplex) selecteren.
3 Bevestig met OK.
Faxontvangstmodus
instellen
faxschakelaar
De ingebouwde faxschakelaar van uw toestel scheidt
faxberichten van telefoongesprekken. Faxberichten
worden automatisch ontvangen, telefoongesprekken
kunnen worden aangenomen – ook via extra aangesloten toestellen. Terwijl het toestel de oproep controleert, rinkelt het toestel verder.
Faxontvangstmodus instellen
De volgende opties staan ter beschikking. Op het display verschijnt de geselecteerde faxontvangstmodus.
1 Druk op C, 041 en OK.
2 Kies met [ de gewenste optie.
EXT/Antwoordapparaat-modus
EXT/Antwoordapparaat-modus
(ANTW.APP./FAX)
EXT/Antwoordapparaat-modus
Deze modus moet u instellen, als u extra apparatuur,
speciaal een extern antwoordapparaat, op de AUX./
Ò-bus van uw toestel hebt aangesloten. Neemt een
extra aangesloten antwoordapparaat het gesprek aan,
dan controleert uw toestel of de binnenkomende
oproep een faxbericht is. Herkent het toestel een fax-
signaal, dan ontvangt het de fax automatisch.
Antwoordapparaat
Hebt u geen antwoordapparaat aangesloten of neemt
het antwoordapparaat het gesprek niet aan, dan neemt
het toestel na een tevoren ingesteld aantal belsignalen
de oproep over en ontvangt een eventueel faxbericht
automatisch.
Faxschakelaar 1
Faxbericht aan aanvullende telefoon
Wanneer u met een extra toestel opneemt en
hoort dat u een faxbericht ontvangt (fluittoon
of stilte), dan kunt u de faxontvangst starten
door bij de extra telefoon op *5 te
drukken of bij het toestel op de o-toets te
drukken. Extra telefoons moeten daarvoor op
de toonkiesprocedure (DTMF-tonen) ingesteld zijn (meer informatie hierover vindt u in
de handleiding van uw extra telefoon).
Faxontvangstmodus met aanvullende
apparaten
Selecteer de EXT/antwoordapparaat-, faxof handmatige modus, als u extra apparatuur op de AUX./Ò-bus van uw toestel
aansluit.
3 Bevestig met OK.
Handmatige modus
Handmatige modus
(HANDMATIG)
Handmatige modus
Faxberichten worden niet automatisch door het toestel
ontvangen. U kunt de faxontvangst manueel starten
door op o te drukken. Deze instelling is geschikt om
faxberichten via de modem van een computer te ontvangen.
Fax-modus
Fax-modus
(FAX)
Fax-modus
In de faxmodus rinkelt het apparaat net zo vaak als u
met functie 042 hebt ingesteld (zie ook hoofdstuk
Instellen van aantal beltonen, pagina 58). Daarna wordt de
faxontvangst ingeschakeld. Deze modus moet u kiezen,
als u op uw toestel hoofdzakelijk faxberichten ontvangt.
Automatische-modus
Automatische-modus
(AUTOMATISCH)
Automatische-modus
Is de Automatisch-modus ingeschakeld, dan controleert
het toestel of de binnenkomende oproep een faxbericht
of een telefoongesprek is. Faxberichten ontvangt het
toestel automatisch. Terwijl het toestel de oproep con-
troleert, rinkelt het toestel verder. U kunt een tele-
foongesprek altijd aannemen. Na een tevoren ingesteld
aantal belsignalen neemt het toestel de oproep over en
ontvangt een eventueel stil faxbericht automatisch.
Stille faxontvangst
Stille faxontvangst
Stel het aantal beltonen in op 0 (zie ook hoofdstuk
Instellen van het aantal beltonen, pagina 58) en de faxont-
vangst modus op faxmodus (zie ook hoofdstuk Faxont-
vangst modus instellen, pagina 60), om faxverzendingen te
ontvangen, zonder dat het apparaat belt.
Handmatige fa xontvangst
Handmatige faxontvangst
Is uw apparaat op de manuele ontvangstmodus ingesteld, dan kunt u binnenkomende faxberichten niet horen en ontvangen (zie ook
hoofdstuk Faxontvangst modus instellen, pagina
60).
60Philips · LaserMFD 6135hfd
Aanvullende opties voor
Opmerking
Opmerking
faxverzending
Transmissiesnelheid reduceren
Transmissiesnelheid reduceren
Het toestel past de transmissiesnelheid aan de kwaliteit
van de telefoonverbinding aan. Vooral bij overzeese
verbindingen kan de kwaliteit minder goed zijn. Stel een
lage transmissiesnelheid in wanneer u faxberichten
stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit.
1 Druk op C, 4015 en OK.
2 Kies met [ de gewenste snelheid.
3 Bevestig met OK.
Displayweergave instellen
Displayweergave instellen
Stel in welke informaties het display tijdens het verzenden moet weergeven.
1 Druk op C, 4016 en OK.
2 Kies met [ of de verzendsnelheid of het momen-
teel verstuurde paginanummer aangegeven dient te
worden.
3 Bevestig met OK.
Faxverzending vanuit het
geheugen instellen
Faxverzending vanuit het geheugen instellen
U kunt instellen of u documenten direct wilt scannen en
versturen, of dat u de documenten vanuit het tussenliggende geheugen wilt versturen. Bij het direct verzenden
wordt het document tijdens de overdracht ingelezen.
Voor het verzenden uit het geheugen wordt het document eerst ingelezen en daarna wordt de verbinding
met de ontvanger tot stand gebracht.
Berichtgeheugen vol
Berichtgeheugen vol
Als het berichtgeheugen vol is, worden de
documenten direct gescand en verstuurd.
1 Druk op C, 4012 en OK.
2 Kies met [ de gewenste instelling.
3 Bevestig met OK.
Kopregel in- en uitschakelen
Kopregel
Uw naam en uw nummer verschijnen in de kopregel van
elk faxbericht. U kunt deze functie uitschakelen, als u
uw gegevens niet wilt meesturen.
1 Druk op C, 4014 en OK.
2 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3 Bevestig met OK.
Verzendrapport in- en
uitschakelen
Verzendrapport in- en uitschakelen
Na het versturen van een faxbericht print het toestel
telkens een bericht van verzending uit. Er staan twee
instellingen ter beschikking.
1 Druk op C, 4011 en OK.
2 Kies met [ uit de volgende instellingen:
ALTIJD – het verzendrapport wordt na elke uitge-
voerde of afgebroken transmissie afgedrukt.
BIJ FOUT – het verzendrapport wordt alleen afge-
drukt, als de transmissie niet tot stand is gekomen of
afgebroken werd.
3 Bevestig met OK.
Bijkomende opties voor
faxontvangst
Tijdstempel in- en uitschakelen
Tijdstempel
Het toestel print de ontvangstdatum en de juiste tijd op
elke binnenkomende fax (zie ook hoofdstuk Tijdstem-
pel, pagina 49). Deze functie kunt u uitschakelen.
1 Druk op C, 404 en OK.
2 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3 Bevestig met OK.
Ontvangstsnelheid verminderen
Ontvangstsnelheid verminderen
Het apparaat past de ontvangstsnelheid aan de kwaliteit
van de telefoonverbinding aan. Stel een lage ontvangst-
snelheid in als deze aanpassing zeer lang duurt of geen
verbinding tot stand komt.
1 Druk op C, 4026 en OK.
2 Kies met [ een ontvangstsnelheid.
3 Bevestig met OK.
Pagina-aanpassing instellen
Pagina-aanpa ssing instellen
Ontvangen faxberichten kunnen automatisch aan het
geplaatste papierformaat worden aangepast. U kunt
echter ook een vaste waarde (percentage) voor de
pagina-aanpassing invoeren.
Papierformaat instellen
Papierformaat instellen
Voor de automatische aanpassing moet het
formaat van het geplaatste papier correct zijn
ingesteld (zie ook hoofdstukPapierformaatinstellen, pagina 58).
1 Druk op C, 4024 en OK.
2 Kies met [ de automatische aanpassing of dat u
een vaste waarde wilt invoeren.
3 Bevestig met OK.
NL
Instellingen · Aanvullende opties voor faxverzending61
4 Vaste waarde invoeren: Voer een percentage
Opmerking
Opmerking
voor de verkleining tussen 70 en 100
procent in.
5 Bevestig met OK.
Drempelwaarde voor pagina-
Toestel blokkeren
Toestel blokkeren
Met de vergrendeling verhindert u dat onbevoegden uw
toestel gebruiken. Pas na invoer van de code kunt u
functies oproepen of cijfers intoetsen. De vergrendeling
wordt na elk gebruik ingeschakeld.
NL
afbreking instellen
Drempelwaarde voor pagina-afbreking instellen
Sommige faxberichten bevatten meer regels dan dat er
kunnen worden afgedrukt. Met de drempelwaarde voor
pagina-afbreking stelt u in vanaf welke waarde deze
regels op een tweede pagina dienen te worden afgedrukt. Alle regels onder deze waarde worden gewist.
1 Druk op C, 4027 en OK.
2 Kies met [ uit de volgende instellingen:
AAN – Alle regels die zich meer dan drie centimeter
buiten de pagina bevinden, worden op een tweede
pagina afgedrukt. Alle overige meerregels onder
deze waarde worden gewist.
UIT – Alle regels die zich meer dan één centimeter
buiten de pagina bevinden, worden op een tweede
pagina afgedrukt. Alle overige meerregels onder
deze waarde worden gewist.
3 Bevestig met OK.
Afdrukken in meervoud
Afdrukken in meervoud
U kunt instellen dat faxberichten bij het ontvangen in
veelvoud worden afgedrukt.
1 Druk op C, 4022 en OK.
2 Voer een waarde van 1 en 99 in.
3 Bevestig met OK.
Spaltenumbruch
Pincode intoetsen
Vooraf ingestelde toegangscode
Vooraf ingestelde toegangscode
Met de af fabriek ingestelde toegangscode
0000) wordt deze functie uitgeschakeld.
(
Wijzig de toegangscode om de functie in te
schakelen. Als u de functie wilt uitschakelen,
voert u de fabriekscode (
0000) weer in.
1 Druk op C, 921 en OK.
Pincode intoetsen
Hebt u al een code opgeslagen, dan vraagt
het toestel u eerst naar de oude code
voordat u een nieuwe code kunt intoetsen.
2 Toets een viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
4 Toets de code ter bevestiging nogmaals in.
5 Bevestig met OK.
Toetsenbord vergrendelen
Toetsenbord vergrendelen
Met deze functie blokkeert u het volledige toetsenbord
van het apparaat.
1 Druk op C, 922 en OK.
2 Toets de viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5 Bevestig met OK.
62Philips · LaserMFD 6135hfd
Handmatige keuze blokkeren
Handmatige keuze blokkeren
Met deze functie blokkeert u de handmatige keuze van
telefoonnummers. Invoergegevens uit het telefoonboek
kunnen worden opgeroepen. De handmatige keuze van
alarmnummers is niet mogelijk.
1 Druk op C, 923 en OK.
2 Toets de viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [
5 Bevestig met OK.
ENKEL DIR..
USB opslagmedium vergrendelen
Opmerking
Opmerking
USB opslagmedium vergrendelen
Met deze functie blokkeert u de toegang tot een aangesloten USB-opslagmedium.
1 Druk op C, 925 en OK.
2 Toets de viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5 Bevestig met OK.
Instellingen blokkeren
Instellingen blokkeren
Met deze functie blokkeert u de wijziging van instellingen aan uw apparaat. U kunt uw instellingen tegen wijzigingen beschermen door een eigen administrator-pincode in te voeren.
Pincode intoetsen
Vooraf ingestelde toegangscode
Vooraf ingestelde toegangscode
Met de af fabriek ingestelde toegangscode
0000) wordt deze functie uitgeschakeld.
(
Wijzig de toegangscode om de functie in te
schakelen. Als u de functie wilt uitschakelen,
voert u de fabriekscode (
1 Druk op C, 0001 en OK.
Pincode intoetsen
Hebt u al een code opgeslagen, dan vraagt
het toestel u eerst naar de oude code
voordat u een nieuwe code kunt intoetsen.
0000) weer in.
Lijsten en berichten
afdrukken
Functielijst afdrukken
Functielijst afdrukken
Druk op C, 81 en OK om een lijst van alle functies
van uw toestel uit te printen.
Telefoonboek uitprinten
Telefoonboek uitprinten
Druk op C, 83 en OK, om een lijst van alle opge-
slagen records en groepen in het telefoonboek uit te
printen.
Faxjournaal uitprinten
Faxjournaal
Het journaal omvat een lijst van de 30 laatste bericht-
transmissies. Het faxjournaal wordt na 30 overdrachten
automatisch afgedrukt. U kunt het faxjournaal op elk
gewenst tijdstip afdrukken.
Faxjournaal/oproeplijst afdru kken
Druk op C, 82 en OK.
Opdrachtenlijst printen
Opdrachtenlijst printen
Druk op C, 84 en OK. Het toestel drukt een lijst
van alle wachtende opdrachten af.
Instellijst printer
Instellingslijst uitprint en
Druk op C, 80 en OK om een lijst van alle instel-
lingen van uw toestel uit te printen.
NL
2 Toets een viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
4 Toets de code ter bevestiging nogmaals in.
5 Bevestig met OK.
Functie aan- en uitzetten
1 Druk op C, 0002 en OK.
2 Toets de viercijferige pincode in.
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
5 Bevestig met OK.
Instellingen · Lijsten en berichten afdrukken63
14 Telefoonaansluitingen en extra
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
toestellen
NL
Nummerherkenning (CLIP)
aan- en uitzetten
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
CLIP definitie
Op het display verschijnt het nummer van een binnenkomend gesprek. Opdat deze functie zou functioneren,
moet voor uw telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP – Calling Line Identification Presentation)
geactiveerd zijn. Meer informatie hierover krijgt u bij uw
telefoonaanbieder. Het kan gebeuren dat u voor de
nummerherkenning moet betalen.
Land juist instellen
Land juist instellen
Functioneert de nummerherkenning niet, ook
al is deze functie voor uw telefoonaansluiting
geactiveerd, controleer dan of u het juiste
land hebt ingesteld (zie ook het hoofdstuk
Instellingen, pagina 57)
1 Druk op C, 057 en OK.
2 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3 Bevestig met OK.
Kiesprocedure instellen
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
In veel landen kunt u de kiesprocedure – pulskeuze of
toonkeuze (DTMF-tonen) – instellen.
Kiesprocedure instellen
Openbaar telefoonnetwerk
(PSTN) inrichten
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN)
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN)
Met deze functie richt u uw apparaat in voor de
aansluiting aan het openbare telefoonnetwerk
(PSTN). Zie voor de aansluiting aan een PABX
ook hoofdstuk
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN) inric hten
PABX inrichten
, pagina
64
.
Uw apparaat wordt automatisch aangepast aan het tele-
foonnet als u het land correct instelt (zie ook hoofdstuk
Land kiezen, pagina 57). Mogelijk zijn nadere instellingen
voor het openbare telefoonnetwerk (PSTN) noodzake-
lijk. Vraag uw vakhandelaar of de technische klantenser-
vice.
1 Druk op C, 032 en OK.
2 Kies met [ de gewenste instelling.
3 Bevestig met OK.
PABX inrichten
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel
wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een
kengetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbin-
ding met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen
krijgen.
Aanvullende telefoon geen tweede aansluiting
Aanvullende telefoon geen tweede aan-
Kiesprocedure instellen
Gebruik de pulskeuze alleen maar wanneer de
toonkeuze nog niet is vrijgeschakeld voor uw
aansluiting.
1 Druk op C, 053 en OK.
2 Kies met [ de gewenste kiesprocedure.
3 Bevestig met OK.
PABX inrichten
U kunt uw apparaat voor het gebruik op een PABX
instellen, die lengte van de interne nummers aangeven
(= doorkiesnummers) en het kengetal opslaan dat moet
worden gekozen om toegang tot het openbare tele-
foonnetwerk (PSTN) te krijgen (= buitenlijn kiezen).
Nummer voor buitenlijn wordt automatisch gekozen
sluiting
Een extra telefoon die samen met het toestel
aan een telefoondoos aangesloten is, geldt
niet als tweede aansluiting.
Nummer voor buitenlijn wordt automatisch gekozen
Met deze instellingen hoeft u de buitenlijncode niet meer vooraf te draaien, als u een
extern nummer intoetst. Het toestel zet automatisch de buitenlijncode vóór nummers die
net zo lang of langer zijn dan de interne doorkiesnummers.
64Philips · LaserMFD 6135hfd
Type aansluiting instellen
Opmerking
Opmerking
Extra draadloze telefoons
1 Druk op C, 051 en OK.
2 Kies met [ of u gebruik wilt maakt van een neven-
aansluiting.
3 Bevestig met OK.
Nummer buitenlijn instellen
Lengte van doorkiesnummers invoeren
1 Druk op C, 0521 en OK.
2 Toets de lengte van de interne nummers in. Met C
wist u de tekens afzonderlijk. Ga uit van het langste
nummer en tel er een cijfer bij op. Bestaan uw doorkiesnummers bijvoorbeeld uit vier cijfers, toetst u
5 in.
3 Bevestig met OK.
Nummer buitenlijn invoeren
1 Druk op C, 0522 en OK.
2 Voer het kengetal in waarmee u het openbare tele-
foonnet bereikt. Dit is meestal 0.
aan- en afmelden
Deze functie is optioneel
(De functie is optioneel en werkt uitsluitend met een
originele adapter, die via onze bestelservice bestelt kan
worden. Nadere informatie: support.service@sagem-
com.com)
Draadloze telefoon inges teld
Uw draadloze telefoon is normaalgesproken fabrieks-
matig bij uw toestel aangemeld. Druk in de uitgangsmo-
dus op OK. Op het display verschijnen het basisstation
waarmee uw draadloze telefoon verbonden is en het
nummer waarmee uw toestel bij het basisstation is aan-
gemeld.
Extra draadloze telefoons
U kunt tot 4 draadloze telefoons bij het toestel aanmel-
den. Een optimaal gebruik van alle functies wordt gega-
randeerd wanneer u als extra draadloze telefoons uit-
sluitend draadloze telefoons van het originele type
gebruikt. Originele draadloze telefoons krijgt u via onze
bestelservice of bij uw vakhandelaar.
Geschikt voor GAP
Geschikt voor GAP
Extra draadloze telefoons moeten geschikt
zijn voor GAP.
NL
Onjuiste toegangscode buitenlijn
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn
of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=flash)
zijn. Druk op R om dit kengetal in te voeren. Mocht de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem
dan contact op met de aanbieder van uw
telefooncentrale.
3 Bevestig met OK.
Spaltenumbruch
DSL-verbinding
DSL-verbinding
Voor het geval dat u een DSL-modem gebruikt: sluit het
apparaat aan op de daarvoor bedoelde ingang voor analoge telefoons/faxapparaten! Meer informatie vindt u in
de handleiding van uw DSL-centrale. Vraag indien nodig
uw telefoon- of internetprovider om informatie.
ISDN-verbinding
ISDN-verbinding
Uw faxapparaat is een analoog faxapparaat (groep 3).
Het is geen ISDN-faxapparaat (groep 4) en kan dus niet
direct op een ISDN-aansluiting worden gebruikt. U hebt
hiervoor een (analoge) adapter of een aansluiting voor
analoge eindapparatuur nodig. Meer informatie over de
ISDN-aansluiting vindt u in de handleiding van de terminaldadapter of router.
Draadloze telefoon aanmelden
Draadloze telefoon aanme lden
U moet eerst de draadloze telefoon en daarna uw toe-
stel (= basisstation) in de aanmeldmodus plaatsen om
een draadloze telefoon aan te melden. Volg de instruc-
ties in de gebruiksaanwijzing van de draadloze telefoon
op.
1 Steek de dect-adapter in de USB-host-aansluiting aan
de achterkant van het apparaat.
2 Op het display verschijnt een melding zodra het
apparaat als basisstation is ingericht. Zet de draadloze telefoon in de aanmeldmodus.
3 Druk aan het toestel op C, 521 en OK.
Draadloze telefoon aanme lden
De draadloze telefoon wordt automatisch aangemeld.
Deze procedure kan een paar minuten duren. Daarna
verschijnt op het display van de draadloze telefoon het
nummer waarmee deze bij het toestel is aangemeld.
Telefoonaansluitingen en extra toestellen · DSL-verbinding65
Verdere draadloze telefoons aanmelden
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Verdere draadloze telefoons aanmelden
Verdere draadloze telefoons meldt u op
dezelfde manier bij uw toestel aan. Mochten
er tijdens het aanmelden problemen optreden, meld dan alle draadloze telefoons af en
meld ze elk afzonderlijk weer aan.
Weergave van tijd en datum
Externe Geräte anschließen
NL
Weergave van tijd en datum
De datum en de tijd van de draadloze telefoon
worden voortdurend met die van het apparaat gesynchroniseerd.
Draadloze telefoon afmelden
Draadloze telefoon afmelden
U kunt een draadloze telefoon zowel vanuit het apparaat als vanuit de telefoon zelf afmelden. Volg de
instructies in de gebruiksaanwijzing van de draadloze
telefoon op.
1 Druk op C, 522 en OK.
2 Kies met [ de draadloze telefoon die u wilt afmel-
den.
3 Bevestig met OK. Het toestel verbreekt de verbin-
ding met de draadloze telefoon.
Draadloze telefoons zoeken
Draadloze telefoons zoeken
Deze functie helpt u bij het vinden van draadloze telefoons die u zoekgemaakt hebt. De draadloze telefoons
moeten bij het toestel aangemeld zijn en zich in zijn
bereik bevinden.
1 Druk op C, 523 en OK.
2 Alle bij het toestel aangemelde draadloze telefoons
rinkelen voor ongeveer een minuut. Beëindig de
zoekfunctie door op het apparaat op j te drukken
of op de draadloze telefoon de toets voor het opleggen in te drukken.
Extra toestellen aansluiten
Extra toestellen
U kunt aan een telefoonaansluiting extra toestellen aansluiten zoals bijvoorbeeld draadloze telefoons, antwoordapparaten, modems of kostentellers.
Aansluiting aan de telefoonlijn
Volgorde van aansluiting
Opdat de faxschakelaar zou functioneren, moet het
toestel het eerste in de reeks zijn wanneer u meerdere
toestellen aan dezelfde telefoon contactdoos aansluit.
Let op de juiste volgorde.
Aansluiting aan eerste telefoonc ontactdoos
Aansluiting aan eerste telefooncontactdoos
Hebt u meer dan één telefoon contactdoos
voor dezelfde aansluiting dan moet het toestel
aan de eerste telefoon contactdoo worden
aangesloten.
Extra telefoons gebruiken
(easylink)
Easylink
Met de Easylink-functie kunt u met extra telefoons uw
toestel controleren. Extra telefoons moeten daarvoor
op de toonkiesprocedure (DTMF-tonen) ingesteld zijn
(meer informatie hierover vindt u in de handleiding van
uw extra telefoon).
Faxontvangst starten
Wanneer u met een extra toestel opneemt en hoort dat
u een faxbericht ontvangt (fluittoon of stilte), dan kunt
u de faxontvangst starten door bij de extra telefoon op
*5 te drukken of bij het toestel op de o-toets te
drukken.
Aanvullende telefoon ophangen
Hang de aanvullende telefoon op als het belsignaal wij-
zigt. Het apparaat is begonnen het faxbericht te ontvan-
gen.
Aansluiting aan het toestel
Aansluiting aan het toestel
U kunt extra toestellen direct aan uw toestel aansluiten.
Steek de telefoonkabel van het extra toestel in de
AUX./Ò-bus (RJ-11-aansluiting) van het toestel.
66Philips · LaserMFD 6135hfd
Lijn oproepen
Wanneer u opneemt aan een extra telefoon en het toe-
stel rinkelt verder of het probeert faxberichten te ont-
vangen, kunt u het toestel van de lijn halen. Druk op de
extra telefoon op .
Extern antwoordapparaat
Opmerking
Opmerking
gebruiken
Uw externe antwoordapparaat moet over een parallelle
herkenning voor het aannemen van binnenkomende
gesprekken beschikken. Voor meer informatie kunt u
terecht bij uw vakhandelaar.
Om het antwoordapparaat goed te laten functioneren
moet het aan de AUX./Ò-bus van het toestel worden
aangesloten. Kies als faxontvangstmodus de modus
EXT/antwoordapparaat (zie ook hoofdstuk Faxontvang-stmodus instellen, pagina 60).
Lengte van de meldtekst
Lengte van de meldtekst
De meldtekst mag niet langer zijn dan 10
seconden. Vermijd het gebruik van muziek
voor de meldtekst. Indien het extra antwoordapparaat over een "spaarfunctie"
beschikt (dat is een functie waarmee het aantal belsignalen verandert zodra nieuwe berichten zijn binnengekomen), moet u deze uitschakelen.
NL
Faxsignalen op het antwoordapparaat
Faxsignalen op het antwoordapparaat
Registreert het antwoordapparaat faxsignalen, maar het toestel kan geen faxberichten
ontvangen, controleer dan de aansluiting of de
meldtekst van het extra antwoordapparaat.
Telefoonaansluitingen en extra toestellen · Extern antwoordapparaat gebruiken67
15 Service
Opmerking
Opmerking
+DQGOHLGLQJ6XSSRUW6LWH9HUEUXLNVPDWHULDOHQ
>,3$GUHV@
+XOS6FDQQHQ)D[,QVWHOOLQJHQ
Storingen
Aantal gescande documenten
NL
Tips over storingen
Indien er storingen optreden, let dan op de
instructies op het display en op de foutmelding.
Service
Webinterface oproepen
Een overzicht van de status van het apparaat
en diverse servicefuncties biedt ook de webinterface van het apparaat (zie ook het hoofdstuk Webinterface, op pagina 20).
Hulppagina’s oproepen
Inleiding
Met het programma Companion Center SFX kunt u de
bedieningshandleiding van het apparaat oproepen, de
servicepagina’s in het internet bekijken en printermaterialen bestellen.
1 Klik op Hulp.
tonen
Aantal gescande pagina's tonen
Druk op C, 943 en OK. Het aantal gescande
documenten wordt getoond.
Aantal afgedrukte pagina's tonen
Aantal afgedrukte pagina's tone n
Druk op C, 944 en OK. Het aantal afgedrukte
pagina’s wordt getoond.
Aantal gekopieerde pagina's
tonen
Aantal gekopieerde pagina's ton en
Druk op C, 945 en OK. Het aantal gekopieerde
pagina’s wordt getoond.
Tonerniveau aangeven
Niveaugeheugen
Uw toestel registreert het tonerverbruik van elke
afdruk en berekent daaruit het tonerniveau van de
cartridge. Het tonerniveau wordt in iedere cartridge
opgeslagen.
Tonerniveau aangeven
Druk op C, 946 en OK. Het tonerniveau van de
cartridge wordt als percentage tussen 100 procent (vol)
en 0 procent (leeg) aangegeven.
2 Selecteer de gewenste functie.
Tellerstanden tonen
Tellerstanden tonen
U kunt voor uw informatie verschillende tellerstanden
van het apparaat laten zien.
Aantal verstuurde faxpagina’s
tonen
Aantal verstuurde faxpagina’s tonen
Druk op C, 941 en OK. Het aantal verstuurde
faxpagina’s wordt getoond.
Aantal ontvangen faxpagina’s
Firmware versie opvragen
1 Druk op C, 934 en twee keer op OK.
2 De informatie met betrekking tot de firmware versie
van het toestel wordt getoond.
3 Bevestig met OK.
Spaltenumbruch
tonen
Aantal ontvangen faxpagina’s tone n
Druk op C, 942 en OK. Het aantal ontvangen
faxpagina’s wordt getoond.
68Philips · LaserMFD 6135hfd
Firmware update
Opmerking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
GEVAAR!
VOORZICHTIG!
Firmware update
Webinterface oproepen
U kunt de firmware van het apparaat ook met
de webinterface bijwerken (zie ook het
hoofdstuk Webinterface, op pagina 20).
Firmware update
De firmware bepaalt de basisfuncties en toepassingsmogelijkheden van uw apparaat. Dit wordt soms ook als
apparaatdriver aangeduid. Wij streven naar verbeteringen en innovaties. Kijk op onze internetpagina
www.sagemcom.com welke actuele firmwareversie er
momenteel voor uw apparaat wordt aangeboden.
Stroomvoorziening niet onderbreken
Stroomvoorziening niet onderbreken
Schakel het apparaat tijdens de procedure niet
uit en koppel het niet los van de stroomvoorziening. Als het bijwerken van de firmware
niet foutloos plaats vindt, functioneert uw
apparaat mogelijk niet storingsvrij.
Wacht tot het bijwerken van de firmware is
beëindigd om andere functies op uw apparaat
te kunnen uitvoeren.
Instellingen worden gewist
2 Sluit het USB-opslagmedium met het firmware-
bestand aan op de USB-host-aansluiting.
3 als het apparaat het firmware-bestand herkent, ver-
schijnt er een melding in het display. Druk op o, om
de aanwezige firmware bij te werken.
4 Deze procedure kan een paar minuten duren. Het
apparaat wordt twee keer opnieuw gestart. Hierna
begint het apparaat met de eerste installatie (zie ook
het hoofdstuk Eerste installatie, pagina 16).
USB-opslagmedia verwijderen!
USB-opslagmedia verwijderen!
Trek het ingestoken opslagmedium er nooit
uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft.
Als het bijwerken van de firmware niet foutloos plaats vindt, functioneert uw apparaat
mogelijk niet storingsvrij.
NL
Instellingen worden gewist
Door de firmware update worden alle gewijzigde instellingen van het apparaat gewist en
teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
1 Haal het firmware-bestand bij de genoemde inter-
netpagina op en sla het bestand direct op in de
hoofdmap van het USB-opslagmedium (= hoogste
mapniveau). Het bestand mag niet in een submap
worden opgeslagen.
Gebruik alleen originele firmwarebestanden.
Gebruik voor het bijwerken van de firmware uitsluitend de firmware-update voor
uw apparaat van de internetpagina:
www.sagemcom.com Andere firmware
bestanden kunnen ertoe leiden dat uw
apparaat niet meer storingsvrij functioneert. Sagemcom is niet aansprakelijk voor
storingen van het apparaat die veroorzaakt
worden door firmware-bestanden afkomstig van andere aanbieders.
Tonercartridge vervangen
Niveaugeheugen
Uw toestel registreert het tonerverbruik van elke
afdruk en berekent daaruit het tonerniveau van de
cartridge. Het tonerniveau wordt in iedere cartridge
opgeslagen. U kunt verschillende cartridges gebruiken
en het desbetreffende tonerniveau van de cartridge
laten tonen.
Tonercartridge 3
Er komt tonerstof vrij!
Open nooit de tonercartridge. Mocht er
tonerstof uit komen, vermijd dan contact met
huid en ogen. Adem de losse tonerstof niet in.
Verwijder de stof van kleding of voorwerpen
met koud water; heet water zou de toner
fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
Origineel verbruiksmateriaal gebruiken !
Origineel verbruiksmateriaal gebruiken!
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze krijgt u bij uw vakhandelaar of via
onze bestelservice. Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen.
Service · Firmware update69
Let op instructies op de v erpakking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
GEVAAR!
GEVAAR!
NL
Let op instructies op de verpakking
Let op de instructies op de verpakking van de
verbruiksmaterialen.
1 Open het bovenste deksel van het apparaat, door
het deksel bij de pijlmarkeringen aan de buitenkant
vast te pakken en naar boven te klappen.
2 Open het apparaat door het apparaatdeksel naar
voren te klappen.
Niet openen tijdens een printopdracht!
Open het deksel in geen geval terwijl het
apparaat een printopdracht uitvoert.
Er komt tonerstof vrij!
Neem de tonercartridge voorzichtig uit
het toestel, zodat er geen tonerstof uitvalt.
Let op waar u de cartridge neerlegt; uittredend tonerstof kan de ondergrond vervuilen.
Bewaar de aangebroken of verbruikte
tonercartridges in de originele verpakking
of een plastic zak, zodat er geen tonerstof
uitvalt. Geef de oude cartridges in de vakhandel of bij een afvalverzamelplaats af.
Gooi de tonercartridges nooit in het vuur.
Tonercartridges mogen niet in handen van
kinderen terechtkomen.
4 Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
5 Verwijder de kleefstrip en het zwarte beschermfolie,
maar nog niet de beschermstrook in de cartridge.
3 Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep
in het midden vast te pakken en naar voren uit het
apparaat te trekken.
6 Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen
heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en
zo de afdrukkwaliteit te verbeteren.
7 Trek pas daarna de beschermstrook aan de linker-
zijde van de cartridge er helemaal uit.
Er komt tonerstof vrij!
Schud de tonercartridge niet meer nadat u
de beschermstrook verwijderd hebt. Er
zou anders tonerstof vrij kunnen komen.
70Philips · LaserMFD 6135hfd
8 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge
VOORZICHTIG!
GEVAAR!
moet compleet vastklikken.
9 Sluit het toestel.
Papieropstopping verhelpen
Inleiding
Uw toestel is met sensoren uitgerust die een papiersto-
ring snel herkennen. Als een storing optreedt, wordt de
invoer van het printpapier meteen gestopt. Controleer
alle van de volgende drie onderdelen op vastgelopen
papier: papiercassette/papierinvoer, afdrukeenheid en
fixeereenheid (zie ook aanwijzingen hieronder).
Tonercartridge 5
Er komt tonerstof vrij!
Trek het papier bij een papierstoring voorzichtig uit het toestel en gooi het voorzichtig
weg. De toner zit eventueel nog niet goed op
het papier vast en er zou tonerstof vrij kunnen
komen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met
koud water; heet water zou de toner fixeren.
Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit
met een stofzuiger.
Papierstoring in papiercassette/
papierinvoer verhelpen
NL
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt
sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner
cartridge eruit en plaats deze op de juiste
manier.
10 Sluit het bovenste apparaatdeksel.
1 Trek de papiercassette uit het apparaat.
2 Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
Service · Papieropstopping verhelpen71
NL
GEVAAR!
3 Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het
toestel.
Er komt tonerstof vrij!
Neem de tonercartridge voorzichtig uit
het toestel, zodat er geen tonerstof uitvalt.
Let op waar u de cartridge neerlegt; uittredend tonerstof kan de ondergrond vervuilen.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er
tonerstof uit komen, vermijd dan contact
met huid en ogen. Adem de losse tonerstof
niet in. Verwijder de stof van kleding of
voorwerpen met koud water; heet water
zou de toner fixeren. Verwijder evt. achtergebleven inktstof nooit met een stofzuiger.
Papierstoring in afdrukeenheid
verhelpen
1 Open het bovenste deksel van het apparaat, door
het deksel bij de pijlmarkeringen aan de buitenkant
vast te pakken en naar boven te klappen.
2 Open het apparaat door het apparaatdeksel naar
voren te klappen.
4 Open de papierstoring klep.
5 Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
6 Sluit de papierstoring klep.
3 Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep
in het midden vast te pakken en naar voren uit het
apparaat te trekken.
72Philips · LaserMFD 6135hfd
7 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge
VOORZICHTIG!
GEVAAR – WARMTE!
moet compleet vastklikken.
8 Sluit het toestel.
Vastgelopen papier in de
duplexeenheid/fixeereenheid
verwijderen
1 Open de papierstoring klep aan de achterkant van
het apparaat.
NL
Hete onderdelen!
De fixeereenheid en de omgeving ervan in
het apparaat worden tijdens gebruik heet.
Raak deze onderdelen niet aan als u het
apparaat hebt geopend. Ga zeer voorzichtig te werken als u bijvoorbeeld vastgelopen papier verwijdert.
Toner cartridge niet correct geplaatst!
Als u het deksel van het apparaat niet kunt
sluiten is de toner cartridge niet volgens de
voorschriften geplaatst. Haal de toner
cartridge eruit en plaats deze op de juiste
manier.
9 Sluit het bovenste apparaatdeksel.
2 Haal de spanning van de papiergeleiding op de fixee-
reenheid door de spanhendel aan beide zijden
naar onderen te drukken.
3 Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
Service · Papieropstopping verhelpen73
NL
Opmerking
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
GEVAAR!
4 Sluit de papierstoring klep. De hendels van de fixee-
reenheid klappen bij het sluiten van de papierstoring
klep automatisch terug naar hun beginpositie.
Doorgaan met afdrukopdracht
Druk op o na het verhelpen van de fout
om door te gaan met de afdrukopdracht.
Druk op j, om de foutmelding te negeren.
Reiniging
Inleiding
Als op de afgedrukte pagina’s of op verzonden of ontvangen faxberichten strepen verschijnen, of als documenten slecht worden opgenomen, dan dient de scanner te worden schoongemaakt.
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het schoonmaakt.
Apparaat uitschakelen
Aanwijzingen voor schoonmaken !
Aanwijzingen voor schoonmaken!
Gebruik een zacht, pluisvrij doekje. Gebruik
nooit vloeibare of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schurende middelen,
politoeren, alcohol enz.). Er mag geen vocht in
het toestel geraken.
Bevochtig de doek licht met schoonmaakalcohol om meer hardnekkige vlekken te verwijderen. De doek mag echter in geen geval
nat zijn.
Scanner reinigen
1 Open het scannerdeksel.
2 Veeg met een pluisvrije doek behoedzaam over het
scannerglas van de flatbedscanner.
Gerät ausschalten
Opnieuw in gebruik nemen
Apparaat uitschakelen!
Schakel het apparaat met de aan/uit schakelaar aan de achterzijde uit voordat u het
stroomsnoer uit de contactdoos haalt.
3 Sluit het scannerdeksel.
Opnieuw in gebruik nemen!
Steek de netkabel in het stopcontact. Schakel
daarna pas het apparaat aan met de aan/uit
schakelaar aan de achterzijde.
74Philips · LaserMFD 6135hfd
Scanner kalibreren
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
Opmerking
Scanner kalibreren
Als op afgedrukte pagina’s of op faxberichten verticale
strepen verschijnen, moet mogelijk de scanner worden
gekalibreerd.
Tips voor kalibratie!
Tips voor kalibratie!
De scanner is in de fabriek gekalibreerd en
hoeft normaliter niet opnieuw te worden
gekalibreerd. Gebruik deze functie niet te
vaak. Maak het scannerglas en het scannerfolie
schoon voordat u de scanner kalibreert (zie
ook hoofdstuk Scanner en documentinvoerschoonmaken, pagina 74).
1 Leg een wit vel papier op de flatbedscanner.
4 Kies met [
JA.
5 Bevestig met OK.
Invoer afbreken
Met NEE breekt u de invoer af wanneer u
een verkeerde code hebt ingevoerd.
Snelle hulp
Snelle hulp
Mocht er een probleem optreden dat niet kan worden
opgelost aan de hand van de beschrijvingen in deze
handleiding (zie ook de volgende tips), ga dan als volgt
te werk.
1 Schakel het apparaat uit met de aan/uit schakelaar
aan de achterkant.
NL
2 Druk op C, 931 en OK.
3 Bevestig met OK.
4 Wacht totdat de kalibratie voltooid is en het appa-
raat in de beginmodus is teruggekeerd.
Servicecodes gebruiken
Inleiding
Met de servicecodes wist u gewijzigde instellingen en
herstelt u de fabrieksmatige instellingen. Dat kan noodzakelijk zijn wanneer het toestel met gewijzigde instellingen anders reageert dan verwacht.
Servicecodes gebruiken
Instellingen worden gewist!
Gebruik de servicecodes alleen maar wanneer
het absoluut noodzakelijk is. Sommige servicecodes wissen ook opgeslagen berichten
en telefoonboekrecords.
2 Wacht tenminste tien seconden.
3 Schakel het apparaat aan met de aan/uit schakelaar
aan de achterkant.
4 Let op de informatie op het display. Mocht de fout
regelmatig optreden, neem dan a.u.b. contact op met
onze technische klantendienst of met uw vakhandelaar.
1 Druk op C, 933 en OK.
2 Voer een servicecode in.
3 Bevestig met OK.
Service · Scanner kalibreren75
70158 – wist alle gewijzigde instellingen. Opgeslagen berichten en telefoonboekrecords
blijven behouden.
70026 – wist opgeslagen faxberichten
wanneer er problemen optreden bij het uitprinten.
NL
Problemen en mogelijke oorzaken
Algemeen Mogelijke oorzaak/oorzaken
Op het diplay knipperen klok en datum.Na een korte stroomonderbreking moet u de klok en de
datum controleren. Bevestig met OK.
Versturen van faxberichten niet mogelijkControleer de installatie van het toestel. Controleer of
het apparaat is aangesloten op een stopcontact.
Sluit de telefoonkabel aan de met FAX/Ñ gekenmerkte
bus aan. Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.
Test het toestel eventueel op een andere telefoonleiding
vooraleer u contact opneemt met de technische klantendienst.
Let op de informatie op het display.
Problemen met faxen Mogelijke oorzaak/oorzaken
Faxberichten worden voortdurend afgebroken.Misschien is het toestel van de ontvanger niet klaar voor
ontvangst.
Het verzenden van faxen naar een faxnummer is niet
mogelijk.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel klaar is voor
ontvangst (fluittoon of stilte).
Verstuurde documenten komen met kwaliteitsverlies
aan.
Wijzig de resolutie.
Test uw toestel door een kopie van het document te
maken. Wanneer het toestel in orde is, is het faxtoestel
van de ontvanger misschien defect.
Test de scanner door de functielijst uit te drukken (druk
op C, 81 en OK). Indien de functielijst vlekkeloos
drukt, is de scanner eventueel vuil of defect. Reinig de
scanner.
Faxontvanger ontvangt een lege pagina.Plaats het document met de beeldzijde onder op de flat-
bedscanner.
Geen faxontvangstControleer of de manuele faxontvangstmodus is inge-
steld. Faxberichten worden niet automatisch door het
toestel ontvangen (Pagina 60).
Mogelijk dient u de ontvangstsnelheid van de fax te verlagen (pagina 61).
U hoort een fluittoon of stilte in de hoorn.De oproep is een fax. Druk aan het toestel op o. Druk
op de extra telefoon op *5. Leg de hoorn op.
Problemen tijdens het afdrukken of kopiëren Mogelijke oorzaak/oorzaken
Er wordt niet uitgeprint.
Het uitprinten wordt onderbroken.
Papier- of documentenophoping, papier of tonercartridge is op.
Let op de informatie op het display.
Na het uitprinten van meerdere pagina's kan een korte
pauze optreden. Het toestel gaat automatisch door met
uitprinten.
De kopie is wit.Plaats het document met de beeldzijde onder op de flat-
bedscanner.
Er is geen cartridge geplaatst.
76Philips · LaserMFD 6135hfd
Problemen tijdens het afdrukken of kopiëren Mogelijke oorzaak/oorzaken
Het toestel maakt tijdens het uitprinten witte strepen.Reinig de trommel van de tonercartridge met een zachte
doek.
Reinig de scanner (zie ook hoofdstuk Reiniging, pagina ),
pagina 74).
Het toestel maakt tijdens het uitprinten zwarte strepen. Reinig de scanner (zie ook hoofdstuk Reiniging, pagina ),
pagina 74).
De tonercartridge is beschadigd en moet worden ver-
vangen. Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
NL
Het apparaat maakt tijdens het afdrukken verticale strepen.
Mogelijk moet de scanner opnieuw worden gekalibreerd
(zie ook hoofdstuk Scanner kalibreren, pagina 75).
Het toestel maakt geluiden tijdens het drukken.De tonercartridge is opgebruikt en moet worden ver-
vangen. Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
Ontvangen faxen en kopieën zijn te licht.Het toestel van de verzender is niet optimaal ingesteld.
Als de kopie te licht is, is de toner bijna op en moet worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
SpaltenumbruchSpaltenumbruch
Service · Problemen en mogelijke oorzaken77
Foutmeldingen en mogelijke oorzaken
Algemene foutmeldingenMogelijke oorzaak/oorzaken
NL
PAPIER INVOEREN
GEHEUGEN VOL
PAPIER VAST.
VERKEERD PAPIER
AFM PAPIER
WEINIG TONER
Papier moet in de handmatige papierinvoer worden geplaatst (zie ook hoofdstuk Papier in de handmatige papier-invoer plaatsen, pagina 28).
Faxgeheugen vol! Wanneer het faxgeheugen vol is, kunnen geen verdere berichten meer worden ontvangen.
Druk opgeslagen faxberichten af, zodat het apparaat
weer berichten kan ontvangen.
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan: Controleer
alle van de volgende drie onderdelen op vastgelopen papier: papierlade/papierinvoer, printerunit en fixeerunit
(zie ook hoofdstuk Papierstoring verhelpen, pagina 71).
Verhelp de papierstoring. Druk op o na het verhelpen
van de fout om door te gaan met de afdrukopdracht.
Druk op j, om de foutmelding te negeren.
probleem met het geplaatste papierformaat. Zorg ervoor dat u het juiste papierformaat gebruikt. Herhaal de
afdrukopdracht of de kopieeropdracht.
Er bevindt zich geen papier in de papierlade, of het papier is niet juist geplaatst. Controleer de papierlade.
De cartridge is bijna opgebruikt en moet spoedig worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
TONER EMPTY
NIET ORIGINEEL
NIET-GEÏNSTALL.
TONER
TONER
DEFECTE TONER
PRINTERFOUT
PRINTER AFKOELEN
PRINTERSYSTEEM FOUT
FUSER
FOUT
FOUT IN PAPIERINVOER
FOUT IN LED
SCANNERFOUT
ROLLEN BEVUILD
Problemen met de cartridge: cartridge leeg, een beschadigde, verkeerde of geen cartridge in het apparaat. Controleer de cartridge (zie ook hoofdstuk Cartridge vervan-gen, pagina 69).
De cartridge is opgebruikt en moet worden vervangen.
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
De toner cartridge is onjuist geplaatst of hij wordt niet
herkend. Neem de toner cartridge uit het apparaat en
plaats de toner cartridge opnieuw. Als de fout nogmaals
optreedt, dan is de cartridge beschadigd en moet deze
worden vervangen (zie hoofdstuk Cartridge vervangen,
pagina 69). Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
Fout bij afdrukopdracht of kopieeropdracht. Printopdracht wordt onderbroken. Herhaal de afdrukopdracht
of de kopieeropdracht.
Na het uitprinten van meerdere pagina's kan een korte
pauze optreden. Het toestel gaat automatisch door met
uitprinten.
Apparaatfout! Gebruik de functie snelle probleemoplossing (zie ook hoofdstuk Snelle probleemoplossing, pagina
75). Mocht de fout regelmatig optreden, neem dan a.u.b.
contact op met onze technische klantendienst of met uw
vakhandelaar.
78Philips · LaserMFD 6135hfd
Foutmeldingen USB opslagmediumMogelijke oorzaak/oorzaken
MEDIUM VOL
MEDIUM MIST
VERKEERD MEDIUM
USB OVERBELAST
Op het ingestoken USB-opslagmedium (USB-stick, externe harde schijf etc.) is geen opslagruimte beschikbaar.
Schoon de gegevensdrager op, of wis bestanden om opslagruimte vrij te maken.
Er is geen USB opslagmedium (USB stick, externe harde
schijf) op het apparaat aangesloten. Controleer of er een
USB opslagmedium is aangesloten. Steek deze indien nodig er nogmaals in.
Er kan geen toegang worden verkregen tot het ingestoken USB opslagmedium (geen lees-/schrijfbevoegdheid).
Mogelijk is het USB opslagmedium beschadigd of gebruikt het een niet ondersteund bestandssysteem. Het
apparaat herkent uitsluitend opslagmedia die zijn geformatteerd met behulp van FAT16 of FAT32. NTFS wordt
niet ondersteund.
Het stroomverbruik is te hoog, of een USB-apparaat is
defect. Alle USB apparaten zijn gedeactiveerd.
1 Verwijder alle aangesloten USB apparaten
2 Druk op o.
3 Steek het ene USB apparaat na het andere in het
apparaat. Let erop bij welk USB apparaat zich de foutmelding voordoet.
U kunt aan iedere USB aansluiting slechts één high power apparaat (USB 2.0) insteken. Sluit geen extra apparatuur – zoals bv. accu’s, ventilatoren, acculaders – op
uw apparaat aan.
NL
Foutmeldingen op het verzendbericht
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken
Algemene scanfoutEr is een fout opgetreden tijdens het scannen van het do-
cument.
Geannuleerd door gebruikerDe verzendopdracht is door het indrukken van de j-
knop op het verzendapparaat afgebroken.
Bezet of fax reageert niet
Deelnemer heeft verbinding afgebroken
Nummer niet opgeslagenHet nummer van de ontvanger is niet langer in het appa-
Wanneer de opgeroepene bezet is, kiest het toestel na
enige tijd het nummer nog eens. Na zes pogingen wordt
de verzendprocedure afgebroken. Probeer het op een
later tijdstip nogmaals.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel klaar is voor
ontvangst (fluittoon of stilte). Druk op FAX ofo om
het faxbericht handmatig te versturen.
Vraag de ontvanger of zijn apparaat klaar voor ontvangst
is.
raat opgeslagen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als u een
vermelding uit het telefoonboek als ontvanger voor een
faxbericht hebt uitgekozen, dat later verstuurd dient te
worden, en de vermelding uit het telefoonboek voor het
moment van versturen hebt gewist.
Service · Foutmeldingen en mogelijke oorzaken79
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken
NL
Afgesloten
Kan niet communiceren
Deelnemer heeft verbinding aangehouden
Controleer gekozen nummer
Overdracht misluktVersturen van faxberichten: Herhaal de verzend-
De verzendprocedure is onderbroken. Herhaal de verzendopdracht.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel klaar is voor
ontvangst (fluittoon of stilte). Druk op FAX ofo om
het faxbericht handmatig te versturen.
Vraag de ontvanger of zijn apparaat klaar voor ontvangst
is.
Herhaal de verzendopdracht met een lagere overdrachtsnelheid (zie ook hoofdstuk Overdrachtsnelheid verlagen,
pagina 61).
procedure.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een fax-
nummer is en of het aangesloten faxtoestel klaar is voor
ontvangst (fluittoon of stilte). Druk op FAX ofo om
het faxbericht handmatig te versturen.
Vraag de ontvanger of zijn apparaat klaar voor ontvangst
is.
Faxontvangst: De ontvangst van een faxbericht is afgebroken. Vraag aan de afzender om het faxbericht nogmaals te versturen.
Telef. contactBel het nummer en controleer of dit nummer een fax-
nummer is en of het aangesloten faxtoestel klaar is voor
ontvangst (fluittoon of stilte). Druk op FAX ofo om
het faxbericht handmatig te versturen.
KWALITEITMogelijk doet zich een fout voor omdat het apparaat van
de afzender de foutcorrectie modus niet ondersteunt.
Versturen van faxberichten: Het verstuurde faxbe-
richt is niet foutloos ontvangen. Vraag de ontvanger of
de verzendprocedure moet worden herhaald.
Faxontvangst: Als het ontvangen faxbericht onleesbaar is, vraagt u de afzender het faxbericht nogmaals te
versturen.
Geheugen volFaxgeheugen vol! Wanneer het faxgeheugen vol is, kun-
nen geen verdere berichten meer worden ontvangen.
Druk opgeslagen faxberichten af, zodat het apparaat
weer berichten kan ontvangen.
Interne foutTijdens het afdrukken van het ontvangen faxbericht
heeft zich een fout voorgedaan.
Controleer of het apparaatdeksel geopend is.
Controleer of de papiervoorraad op is (zie ook hoofd-
stuk Papier in de papiercassette plaatsen, pagina 26).
Controleer of de cartridge op is (zie ook hoofdstuk Ton-
erniveau tonen, pagina 68 en hoofdstuk Cartridge vervangen, pagina 69).
Controleer of zich een papierstoring heeft voorgedaan
(zie ook hoofdstuk Papierstoring verhelpen, pagina 71).
80Philips · LaserMFD 6135hfd
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken
Fout ontvangen documentHet ontvangen faxbericht is mogelijk onvolledig. Vraag
aan de afzender om de lengte van het faxbericht te controleren. Mogelijk is het bericht te lang om volledig te
worden verstuurd.
Geen document voor faxafroepIn het gekozen apparaat waren geen documenten aan-
wezig die opgeroepen konden worden. Mogelijk is het
apparaat van de afzender niet klaar, of is het document
niet langer beschikbaar.
Codering niet compatibelFaxverzending aan mailbox: het opgegeven mailbox
nummer bestaat niet bij de afzender.
Onbekend mailboxnummerFaxoproep uit een mailbox: het opgegeven mailbox
nummer bestaat niet bij de afzender.
NL
Service · Foutmeldingen en mogelijke oorzaken81
16 Verklarende woordenlijst
NL
Aankloppen
Wordt u tijdens een telefoongesprek door nog iemand
opgebeld, hoort u een signaal. Is uw telefoonaansluiting
voor extra functies geactiveerd, dan kunt u tussen de
gesprekken heen en weer schakelen (Zie R-toets, zie
Wisselgesprek).
Afzenderherkenning (= kopregel)
Aan de bovenrand van elke ontvangen faxbladzijde verschijnen nummer en naam van de afzender evenals
datum en tijdstip van de faxtransmissie.
Asymmetric Digital Subscriber Line (ADSL).
Zie Digital Subscriber Line (DSL)
Bellerslijst
In de lijst van bellers worden de nummers van de laatste
bellers opgeslagen. Hiervoor is het nodig dat de nummerweergave voor uw telefoonaansluiting geactiveerd
is en de beller het meesturen van zijn telefoonnumer
niet onderdrukt heeft (zie Nummerherkenning).
Broadcast
zie Rondzenden
Call-by-Call
Keuze van een telefoonaanbieder voor elk gesprek. Het
is mogelijk telefoongesprekken via verschillende particuliere telefoonaanbieders te voeren. Met kengetallen
vóór het eigenlijke telefoonnummer kan men voor elk
telefoongesprek een andere telefoonaanbieder kiezen
zonder een vaste contractuele binding aan te gaan.
CCITT
Comite Consultatif International Téléphonique et Télégraphique (voorloper van de ITU)
CE
Conformité Européenne
Chain Dialling
zie Nummers combineren
CLIP
Calling Line Identification Presentation (zie Nummerweergave)
CLIR
Caller Line Identification Restriction (zie Nummerweergave)
CNG
Calling Signal (zie Faxsignaal)
Codering
De gegevens van uw faxbericht worden voor de transmissie gecodeerd en gecomprimeerd. Minimum standaard is MH (Modified Huffmann). Betere coderingsprocedures zijn MR (Modified Read) of MMR (Modified
Modified Read).
Digital Subscriber Line (DSL)
Gegevensaansluiting voor privéhuishoudens of bedrij-
ven met hoge overdrachtsnelheid (= breedbandaanslui-
ting) meestal voor internetverbindingen. Voor de DSL
aansluiting kan de vaste telefoonaansluiting worden
gebruikt. Op grond van het gebruikte frequentiebereik
kan internet via DSL tegelijkertijd met de telefoonaan-
sluiting plaats vinden. Voor privéhuishoudens zijn er
meestal aansluitingen beschikbaar met verschillende
overdrachtsnelheden: Asymmetric Digital Subscriber
Line (ADSL). Tegenover een hoge download snelheid
staat meestal een veel lagere upload snelheid.
Doorkiesnummer
Nummer om een bepaalde aansluiting van een telefoon-
centrale direct op te bellen.
DTMF
Dual Tone Multiple Frequency (zie Toonkies-methode)
Easylink
Met de Easylink-functie hebt u extra mogelijkheden ter
beschikking voor het beheer van externe apparatuur die
op dezelfde telefoonlijn als uw toestel is aangesloten
(faxontvangst starten, lijn oproepen, zie extra appara-
tuur) Extra telefoons moeten daarvoor op de toonkies-
procedure (DTMF-tonen) ingesteld.
ECM
Error Correction Mode (zie Reductie van transmissie-
fouten)
Fax afroepen
Met de actieve fax op afroep kan men een document
van een ander faxapparaat afroepen. Voor het afroepen
van faxen van een grotere onderneming met meerdere
afroepfuncties kunt u ook subadressen/doorkiesnum-
mers intoetsen. Hiervoor moet u tussen het faxnum-
mer en het subadres een kiespauze invoegen (zie Kies-
pauze).
Faxgroepen
De faxapparaten worden, afhankelijk van de transmis-
siewijze en -snelheid, in internationaal gestandaardi-
seerde faxgroepen ingedeeld. De verbinding van twee
apparaten van verschillende groepen is mogelijk, dan
wordt de laagste gemeenschappelijke transmissiesnel-
heid gekozen. Het vastleggen van de snelheid vindt tij-
dens de Handshake plaats (zie Handshake). De faxgroe-
pen 1 tot 3 zijn analoge faxapparaten. Groep 1 en 2
bestaan tegenwoordig nauwelijks meer; gebruikelijk zijn
de faxapparaten van groep 3 die een transmissiesnelheid
van 9.600 tot 33.600¦bps hebben. Groep 4 zijn digitale
faxapparaten die uitsluitend met ISDN-installaties func-
tioneren. Deze hebben een transmissiesnelheid van
maximaal 64.000¦bps.
82Philips · LaserMFD 6135hfd
Faxschakelaar
De faxschakelaar controleert binnenkomende oproepen en regelt het belgedrag van het faxapparaat. Afhankelijk van de geselecteerde modus worden faxberichten
automatisch of handmatig ontvangen.
Faxsignaal, CNG-toon (= Calling Signal)
De toon die een faxapparaat uitzendt om een faxtransmissie aan te kondigen. Aan de CNG-toon herkent de
faxschakelaar van het apparaat een binnenkomend faxbericht en start de faxontvangst.
Geheugen
Zit er geen papier of geen toner in uw toestel, slaat het
apparaat binnenkomende faxberichten op.
Handshake
De Handshake is de voorloop- en afscheidsfase van een
faxtransmissie. Na het opbouwen van een verbinding
controleren de faxapparaten het toebehoren tot een
groep en prestatiekenmerken als verkleinen of grijstinten. Na de faxtransmissie bevestigt het ontvanger-apparaat de ontvangst voordat de verbinding wordt onderbroken (zie Faxgroepen).
Hook flash-functie
Zie wisselgesprek toets
ISDN
Integrated Services Digital Network
ITU
International Telecommunications Union (organisatie
van de UNO)
Kengetal
De buitenlijncode is het cijfer of de letter die men op
een telefoontoestel van een telefooncentrale vóór het
eigenlijke telefoonnummer moet draaien om een verbinding met het openbare telefoonnet te verkrijgen (zie
ook Telefooncentrale).
Kiespauze
Bij interlokale nummers of nummers met subadressen/
doorkiesnummers moet eventueel een kiespauze worden ingevoegd om een te snel doorkiezen en onderbreking van de verbinding te vermijden. Het tweede deel
van het nummer wordt pas na een korte pauze gekozen.
Public Switched Telephone Network (zie Telefooncen-
trale)
NL
Verklarende woordenlijst · Faxschakelaar83
NL
pulskiesmethode
Een kiesmethode die in oudere telefoonnetten wordt
gebruikt. U hoort na elk gekozen cijfer een tikken.
Reductie van transmissiefouten (ECM)
ECM reduceert transmissiefouten die bijvoorbeeld
door slechte leidingen ontstaan en verkort daardoor de
transmissieduur. Beide verbonden faxapparaten moeten
ECM ondersteunen.
RJ-11
Registered Jack 11 (ook Western-stekker, gestandaardiseerde telefoonstekker)
Rondzenden (= Broadcast)
Met deze functie kunt u een fax naar meerdere ontvangers sturen.
Scannen
Inlezen van een document in het faxgeheugen of de
computer om het te verzenden, te kopiëren of verder
te bewerken.
Telefooncentrale
Telefooncentrales (PABX) worden in grotere bedrijven
gebruikt. Ook particuliere ISDN-installaties kunnen
telefooncentrales zijn. Om van een telefooncentrale een
verbinding met het openbare telefoonnet te verkrijgen
moet men een cijfer of teken vóór het eigenlijke nummer intoetsen; in de meeste gevallen is dit de nul (zie
ook Buitenlijncode).
USB
Universal Serial Bus (computeraansluiting)
UTC
Coordinated Universal Time (gecoördineerde wereld-
tijd). De gecoördineerde wereldtijd is de huidige gestan-
daardiseerde wereldtijd. Uitgaande van Greenwich bij
Londen (nulmeridiaan) wordt de wereld in tijdzones
ingedeeld. Deze tijdzones worden aangeduid met de
afwijking ten opzichte van UTC (in uren), bijvoorbeeld
UTC+1 voor de Midden-Europese tijd (MET).
Vasthouden
Zie bemiddelen
Wisselgesprek (R-toets)
Met de toets wisselgesprek kunt u extra telefoon-
functies gebruiken, als uw telefoonaansluiting voor deze
speciale functies vrij geschakeld is. De R-toets heeft de
Met de R-toets schakelt u tussen verschillende telefoon-
gesprekken heen en weer. De niet geactiveerde tele-
foongesprekken worden intussen in de wacht gezet en
de gesprekspartners kunnen niet meeluisteren. Uw
telefoonaansluiting moet voor deze extra functie geac-
tiveerd zijn (zie Wachtfunctie, zie R-toets).
Tijdstempel
In de kopregel van elke ontvangen fax verschijnt de
datum en het tijdstip van ontvangst. Een buffergeheugen
zorgt ervoor dat ook na een stroomstoring de correcte
gegevens worden afgedrukt. Zo kunt u documenteren,
wanneer een fax bij u is binnengekomen.
De toonkiesfunctionaliteit heeft in vele landen de
pulskies-methode opgevolgd, waarbij voor elk cijfer een
overeenkomstig aantal impulsen werd overgedragen. Bij
de toonkies-methode is aan elke toets een specifieke
toon toegekend (zogenaamde DTMF-tonen).
Transmissiesnelheid
De CCITT/ITU heeft voor de gegevenstransmissie via
de telefoonlijn internationale normen uitgegeven. De
korte aanduidingen beginnen allemaal met V, daarom
ook V-standaard. De belangrijkste transmissiesnelheden
voor faxberichten zijn: V.17 – 7.200 tot 14.400 bps, V.21
– maximaal 300 bps, V.22 – maximaal 1.200 bps, V.22 bis
– maximaal 2.400 bps, V.27 ter – maximaal 4.800 bps,
V.29 – maximaal 9.600 bps, V.32 bis – maximaal 14.400
bps, V.34 – maximaal 33.600 bps
TWAIN
(Tool Without an Interesting Name) Met de TWAINscannerdriver hebt u uit elke toepassing die deze standaard ondersteunt, toegang tot het toestel en kunt u
documenten scannen.
(Garanties en bepalingen uitsluitend voor
Nederland)
Voor een garantieaanspraak dient u zich tot uw leverancier of de helpdesk van Sagemcom te richten. U dient
een bewijs van aankoop te overleggen.
Gebruikt u uw apparaat a.u.b. waarvoor het is bedoeld
en onder normale gebruiksomstandigheden. Sagemcom
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor gebruik
dat niet volgens de voorschriften is, noch voor de daaruit resulterende gevolgen.
Bij enig onjuist functioneren, adviseert uw leverancier of
de helpdesk vanSagemcom u.
A) Algemene garantiebepalingen
Sagemcom aanvaardt binnen de garantietermijn van 24
– vierentwintig – Maanden (3 – drie – Maanden voor
toebehoren) vanaf de aankoopdatum zonder kosten en
naar eigen goeddunken reparaties en kosten voor vervangende onderdelen, als zich gebreken aan het apparaat voordoen die zijn terug te voeren op een foutieve
productie.
Behalve in gevallen waarin de klant een onderhoudscontract met Sagemcom over het apparaat heeft afgesloten,
volgens welk de reparatie thuis bij de klant plaatsvindt,
worden geen reparaties aan het apparaat bij de klant
thuis uitgevoerd. De klant dient het defecte apparaat
aan het adres terug te sturen dat hij van de leverancier
of van de helpdesk van Sagemcom krijgt opgegeven.
Als een product ter reparatie moet worden verstuurd,
dient telkens een bewijs van aankoop (zonder wijzigingen, notities of onleesbare passages) te worden bijgevoerd, dat aantoont dat er voor het product nog een
garantieaanspraak bestaat. Als geen bewijs van aankoop
wordt bijgevoegd, gaat de Sagemcom reparatieafdeling
uit van de productiedatum als referentie voor de garantiestatus.
Afgezien van wettelijke verplichtingen, aanvaardt
Sagemcom geen enkele impliciete of expliciete garanties
die niet in deze paragraaf vermeld staan, en is het niet
aansprakelijk voor enige directe of indirecte resp. materiële of immateriële schade buiten de onderhavige
garantietermijn.
Indien een bepaling van deze garantie geheel of gedeeltelijk op basis van een overtreding van een dwingend
voorschrift ter bescherming van de consument van het
nationale recht ongeldig of illegaal mocht zijn, wordt de
geldigheid van de overige bepalingen van deze garantie
daardoor niet beïnvloed.
De wettelijke garantie wordt niet door de fabrieksgarantie beïnvloed.
B) Uitsluiting van garantie
Sagemcom aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
garantie met betrekking tot:
•) Schade, defecten, uitval of onjuist functioneren als
gevolg van één of meerdere van de volgende redenen:
- Het niet opvolgen van de installatie- en gebruiksin-
structies
– Invloeden van buitenaf op het apparaat (inclusief, maar
niet beperkt tot: blikseminslag, brand, trillingen, vanda-
lisme, ongeschikte / slechte elektriciteitsvoorziening, of
waterschade van welke aard dan ook)
- Aanpassing van de apparaten zonder schriftelijk toe-
stemming van Sagemcom
- Ongeschikte bedrijfsomstandigheden, met name tem-
peraturen en luchtvochtigheid
- Reparatie of onderhoud aan het apparaat door niet
door Sagemcom erkende personen
•) Slijtage van de apparaten en onderdelen op basis van
het normale dagelijkse gebruik
•) Beschadigingen die zijn terug te voeren op een ontoe-
reikende of slechte verpakking van de aan Sagemcom
teruggestuurde apparaten
•) Gebruik van nieuwe softwareversies zonder de voor-
afgaande toestemming van Sagemcom
•) Wijzigingen of aanvullingen aan apparaten of aan de
software zonder de voorafgaande schriftelijke toestem-
ming van Sagemcom
•) Functiestoringen die noch op de apparaten noch op
het functioneren van de apparaten op de op de compu-
ter geïnstalleerde software zijn terug te voeren
Verbindingsproblemen die op een ongunstige omgeving
zijn terug te voeren, met name:
- Problemen in relatie tot de toegang tot en/of de ver-
binding met internet, zoals bv. onderbrekingen van toe-
gang tot het netwerk of disfunctioneren bij de verbin-
ding van de abonnee of zijn gesprekspartners.
- Overdrachtproblemen (bijvoorbeeld ontoereikende
geografische dekking van het gebied door straalzenders,
interferenties of slechte verbindingen)
- Fouten in het plaatselijke netwerk (bekabeling, server,
computerwerkplaatsen) resp. fouten in het overdracht-
netwerk (zoals bv. maar niet beperkt tot interferentie,
disfunctioneren of slecht netwerkkwaliteit)
- Wijziging van parameters van het transmissienetwerk
na de verkoop van het product
•) Storingen op grond van het normale onderhoud
(zoals beschreven in de meegeleverde handleiding)
evenals disfunctioneren die zijn te herleiden tot het niet
opvolgen van algemene onderhoudswerkzaamheden De
kosten voor de onderhoudswerkzaamheden zijn altijd
ten laste van de klant.
•) Disfunctioneren dat op het gebruik van niet compati-
bele producten, gebruiksmateriaal of toebehoren is
terug te voeren.
C) Reparaties die buiten de garantie val-
len
In de onder B) genoemde gevallen en na afloop van de
garantietijd dient de klant een kostenraming te laten
opstellen door een erkend Sagemcom reparatiecen-
trum.
86Philips · LaserMFD 6135hfd
De reparatie- en verzendkosten zijn ten laste van de
klant.
De bovenstaande bepalingen gelden in zoverre als niet
anders schriftelijk met de klant is overeengekomen en
uitsluitend in Nederland.
Helpdesk: 09 00 - 040 04 79
Garantie
(Garanties en bepalingen uitsluitend voor
België & Luxemburg)
Voor een garantieaanspraak dient u zich tot uw leverancier of de helpdesk van Sagemcom te richten. U dient
een bewijs van aankoop te overleggen.
Gebruikt u uw apparaat a.u.b. waarvoor het is bedoeld
en onder normale gebruiksomstandigheden. Sagemcom
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor gebruik
dat niet volgens de voorschriften is, noch voor de daaruit resulterende gevolgen.
Bij enig onjuist functioneren, adviseert uw leverancier of
de helpdesk vanSagemcom u.
A) Algemene garantiebepalingen
Sagemcom aanvaardt binnen de garantietermijn van 24
– vierentwintig – Maanden (3 – drie – Maanden voor
toebehoren) vanaf de aankoopdatum zonder kosten en
naar eigen goeddunken reparaties en kosten voor vervangende onderdelen, als zich gebreken aan het apparaat voordoen die zijn terug te voeren op een foutieve
productie.
Behalve in gevallen waarin de klant een onderhoudscontract met Sagemcom over het apparaat heeft afgesloten,
volgens welk de reparatie thuis bij de klant plaatsvindt,
worden geen reparaties aan het apparaat bij de klant
thuis uitgevoerd. De klant dient het defecte apparaat
aan het adres terug te sturen dat hij van de leverancier
of van de helpdesk van Sagemcom krijgt opgegeven.
Als een product ter reparatie moet worden verstuurd,
dient telkens een bewijs van aankoop (zonder wijzigingen, notities of onleesbare passages) te worden bijgevoerd, dat aantoont dat er voor het product nog een
garantieaanspraak bestaat. Als geen bewijs van aankoop
wordt bijgevoegd, gaat de Sagemcom reparatieafdeling
uit van de productiedatum als referentie voor de garantiestatus.
Afgezien van wettelijke verplichtingen, aanvaardt
Sagemcom geen enkele impliciete of expliciete garanties
die niet in deze paragraaf vermeld staan, en is het niet
aansprakelijk voor enige directe of indirecte resp. materiële of immateriële schade buiten de onderhavige
garantietermijn.
Indien een bepaling van deze garantie geheel of gedeeltelijk op basis van een overtreding van een dwingend
voorschrift ter bescherming van de consument van het
nationale recht ongeldig of illegaal mocht zijn, wordt de
geldigheid van de overige bepalingen van deze garantie
daardoor niet beïnvloed.
De wettelijke garantie wordt niet door de fabrieksgarantie beïnvloed.
B) Uitsluiting van garantie
Sagemcom aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
garantie met betrekking tot:
•) Schade, defecten, uitval of onjuist functioneren als
gevolg van één of meerdere van de volgende redenen:
- Het niet opvolgen van de installatie- en gebruiksin-
structies
– Invloeden van buitenaf op het apparaat (inclusief, maar
niet beperkt tot: blikseminslag, brand, trillingen, vanda-
lisme, ongeschikte / slechte elektriciteitsvoorziening, of
waterschade van welke aard dan ook)
- Aanpassing van de apparaten zonder schriftelijk toe-
stemming van Sagemcom
- Ongeschikte bedrijfsomstandigheden, met name tem-
peraturen en luchtvochtigheid
- Reparatie of onderhoud aan het apparaat door niet
door Sagemcom erkende personen
•) Slijtage van de apparaten en onderdelen op basis van
het normale dagelijkse gebruik
•) Beschadigingen die zijn terug te voeren op een ontoe-
reikende of slechte verpakking van de aan Sagemcom
teruggestuurde apparaten
•) Gebruik van nieuwe softwareversies zonder de voor-
afgaande toestemming van Sagemcom
•) Wijzigingen of aanvullingen aan apparaten of aan de
software zonder de voorafgaande schriftelijke toestem-
ming van Sagemcom
•) Functiestoringen die noch op de apparaten noch op
het functioneren van de apparaten op de op de compu-
ter geïnstalleerde software zijn terug te voeren
Verbindingsproblemen die op een ongunstige omgeving
zijn terug te voeren, met name:
- Problemen in relatie tot de toegang tot en/of de ver-
binding met internet, zoals bv. onderbrekingen van toe-
gang tot het netwerk of disfunctioneren bij de verbin-
ding van de abonnee of zijn gesprekspartners.
- Overdrachtproblemen (bijvoorbeeld ontoereikende
geografische dekking van het gebied door straalzenders,
interferenties of slechte verbindingen)
- Fouten in het plaatselijke netwerk (bekabeling, server,
computerwerkplaatsen) resp. fouten in het overdracht-
netwerk (zoals bv. maar niet beperkt tot interferentie,
disfunctioneren of slecht netwerkkwaliteit)
- Wijziging van parameters van het transmissienetwerk
na de verkoop van het product
•) Storingen op grond van het normale onderhoud
(zoals beschreven in de meegeleverde handleiding)
evenals disfunctioneren die zijn te herleiden tot het niet
opvolgen van algemene onderhoudswerkzaamheden De
kosten voor de onderhoudswerkzaamheden zijn altijd
ten laste van de klant.
•) Disfunctioneren dat op het gebruik van niet compati-
bele producten, gebruiksmateriaal of toebehoren is
terug te voeren.
NL
Bijlage · Garantie87
NL
C) Reparaties die buiten de garantie vallen
In de onder B) genoemde gevallen en na afloop van de
garantietijd dient de klant een kostenraming te laten
opstellen door een erkend Sagemcom reparatiecentrum.
De reparatie- en verzendkosten zijn ten laste van de
klant.
De bovenstaande bepalingen gelden in zoverre als niet
anders schriftelijk met de klant is overeengekomen en
uitsluitend in België & Luxemburg.
Helpdesk:070 - 35 00 06
Het CE merk bevestigt dat de machine voldoet aan de
betreffende richtlijnen van de Europese Unie.
Verklaring van
Overeenstemming
Hierbij verklaart Sagemcom Austria GmbH dat het
toestel SFF 6135 in overeenstemming is met de essen-
tiële eisen en de andere relevante bepalingen van richt-
lijn 1999/5/EG.
WWW
De complete verklaring van overeenstemming vindt u
op onze website: www.sagem-ca.at/doc
Energy Star 2007
Energy Star
Als deelnemer aan het ENERGY STAR-programma
heeft Sagemcom Austria GmbH gewaarborgd dat dit
toestel aan de ENERGY STAR-eisen voldoet.
Recycling
Verpakking: Houd de lokale recyclingvoorschriften
a.u.b. aan om het recycleren van de verpakking te ver-
eenvoudigen.
Batterijen: Lege batterijen moeten op de hiervoor
bestemde inzamelplaatsen worden afgegeven.
WEEE
Product: Het doorgekruiste vuilnisbaksymbool op uw
product betekent dat dit product als elektrisch en elek-
tronische apparatuur geclassificeerd is, waarvoor speci-
ale afvalvoorschriften gelden.
Ter bevordering van de recycling en ter uitvoering van
de verordening met betrekking tot het hergebruik van
elektrisch en elektronisch afval (The Waste Electrical
and Electronic Equipment, WEEE) alsmede ter bescher-
ming van milieu en gezondheid schrijven de Europese
bepalingen voor dat de selectieve inzameling van afge-
dankte apparatuur volgens één van de twee onder-
staande opties moet plaatsvinden:
• U kunt het oude product graag bij uw distributeur
(detaillist) inleveren, als u een nieuw apparaat bij hem
koopt.
• Afgedankte apparatuur kunt u ook op de hiervoor
bestemde inzamelplaatsen afgeven.
Spaltenumbruch
88Philips · LaserMFD 6135hfd
De gebruikte papieren en kartonnen verpakkingen kunnen als oud papier worden aangeboden. De plastic en
Styropor verpakkingen biedt u als overig afval ter verwerking aan, afhankelijk van de in uw land geldende
richtlijnen.
Handelsmerken: De in deze handleiding genoemde
referenties zijn handelsmerken van de betreffende
firma’s. Het ontbreken van de symbolen É en Ë betekent niet dat de betreffende begrippen vrije handelsmerken zijn. Andere in dit document gebruikte productnamen dienen alleen maar ter kenmerking en kunnen handelsmerken van de betreffende houder zijn.
Sagemcom weigert om het even welk recht op deze
merken.
Reproduceren niet toegelaten
In heel wat landen is het reproduceren van bepaalde
documenten (door bijvoorbeeld scannen, uitprinten en
kopiëren) verboden. De volgende lijst van dergelijke
documenten maakt geen aanspraak op volledigheid en
dient alleen maar ter oriëntatie. Vraag in geval van twijfel raad aan uw rechtsbijstand.
· Reispassen (identiteitskaarten)
· Inreis- en uitreispapieren (immigratiepapieren)
· Documenten in verband met legerdienst
· Bankbiljetten, reischeques, wissels
· Postzegels, fiscale zegels (gestempeld of ongestempeld)
· Documenten die door copyright beschermd zijn
Let ook op de in uw land geldende wettelijke bepalingen
met betrekking tot de rechtskracht van faxberichten vooral in verband met de geldigheid van handtekeningen, tijdige levering of ook nadelen op basis van kwaliteitsverlies bij de transmissie enz.
Respecteer het telefoongeheim en de bescherming van
persoonlijke gegevens zoals beschreven in de in uw land
geldende wetten.
Dit product is bestemd voor gebruik in een analoog
openbaar telecommunicatienetwerk (PSTN) en voor
gebruik in het op de verpakking aangeduide land.
Gebruik in andere landen kan leiden tot foutief functioneren van het toestel.
Meer informatie krijgt u bij het technische servicecenter
van uw land. Indien er tijdens het gebruik van uw toestel
problemen zouden optreden, neem dan contact op met
uw vakhandelaar.
Sagemcom en aanverwante bedrijven kunnen door de
koper van dit product of door derden niet aansprakelijk
worden gesteld voor eisen tot schadevergoeding, verlies of kosten en uitgaven tengevolge van een ongeval,
het verkeerde gebruik of misbruik van dit product of
niet toegelaten modificaties, reparaties, wijzingen van
het product of het niet in acht nemen van de gebruiksen onderhoudsinstructies van Sagemcom.
Sagemcom kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eisen tot schadevergoeding of problemen tengevolge
van het gebruik van om het even welke opties of verbruiksmaterialen die niet als originele producten van
Sagemcom of niet als door Sagemcom goedgekeurde
producten zijn gekenmerkt.
Sagemcom kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eisen tot schadevergoeding tengevolge van elektromag-
netische interferenties veroorzaakt door het gebruik
van verbindingskabels die niet als producten van Sagem-
com zijn gekenmerkt.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Sagemcom worden vermenigvuldigd, in een archiefsy-
steem worden opgeslagen of in welke vorm dan ook -
elektronisch, mechanisch, door middel van fotokopie,
opname of op een andere manier – worden gereprodu-
ceerd. De in dit document opgenomen informatie is uit-
sluitend bedoeld als ondersteuning bij het gebruik van
dit product. Sagemcom kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze informatie op andere toestellen
wordt toegepast.
Deze gebruiksaanwijzing kan niet als contract worden
beschouwd.
Vergissingen, drukfouten en wijzingen voorbehouden.
Copyright È 2010 Sagemcom Austria GmbH
NL
Bijlage · Verklaring van Overeenstemming89
Klanteninformatie
Inleiding 1
We streven er voortdurend naar onze producten volgens hoge kwaliteitsnormen en met een zo groot mogelijke gebruiksvriendelijkheid te ontwikkelen.
Inleiding 2
In uw handleiding vindt u alle noodzakelijke informatie
om uw toestel te kunnen gebruiken. Hebt u ondanks
deze handleiding toch nog vragen dan kunt u zich steeds
aan ons callcenter wenden. Onze medewerkers zijn
goed opgeleide experten en beantwoorden uw vragen
graag.
Inleiding 3
We kunnen u sneller helpen wanneer u ons niet via het
toestel opbelt maar via een externe telefoon. Hou ook
steeds een uitdraai van de instellingen en het serienummer van uw toestel klaar. Het serienummer vindt u op
het typeplaatje.
Computeraansluiting
Indien er problemen met uw computeraansluiting
optreden, houd dan de volgende informatie bij de hand,
als u contact opneemt met de technische klantendienst:
Hardwareconfiguratie van uw computer, het geïnstalleerde besturingssysteem en het gebruikte veiligheidsprogramma (antivirusprogramma’s, Firewall). Wij kunnen u dan sneller helpen.
Inleiding 1
U kunt originele toebehoren of accessoires via onze
website of – in sommige landen (zie beneden) – op ons
gratis telefoonnummer bestellen.
Inleiding 2
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. De
garantie dekt geen schade ten gevolge van het gebruik
van andere verbruiksmaterialen.
Nederland
Telefoon: 0800 - 023 07 11
België
Telefoon: 0800 - 485 88
E-mail
E-mail support.service@sagemcom.com
Internet
Internet: www.sagemcom.com
We wensen u veel plezier met uw nieuw product!
Nederland
Telefoon: 09 00 - 040 04 79 (0,18¦€/minuut)
Fax: 09 00 - 76 76 761
België
Telefoon: 070 - 35 00 06 (0,17¦€/minuut)
Fax: 070 - 23 34 35
Spaltenumbruch
PHILIPS and the PHILIPS’ Shield Emblem are registered trademarks of Koninklijke Philips Electronics N.V.
and are used by Sagemcom under license from Koninklijke Philips Electronics N.V.
Sagemcom Documents SAS
Documents Business Unit
Headquarters : 250, route de l’Empereur