4 Om verkeerd invoeren van de smartcard te
voorkomen, plakt u de meegeleverde sticker op de
smartcard over de tekst:“Deze zijde boven” (op de
kant zonder chip).
5 Steek uw smartcard in uw ontvanger met de gouden
of zilveren contactpunten naar boven.
6 Doe de twee meegeleverde batterijen in de
afstandbediening.
U kunt de batterijen verwisselen met gewoon
gereedschap (zoals een schroevendraaier,…).
De meegeleverde batterijen bevatten geen
gevaarlijke stoffen zoals kwik, cadmium of lood.
Gooi ze echter niet in de vuilnisbak maar lever ze
in bij een speciaal inzamelpunt.
7 Sluit uw tv weer aan. Sluit uw ontvanger nog niet aan!
8 Zet uw tv aan en kies een zender.
9 Doe de stekker van de ontvanger in het
stopcontact. Het “welkom” beeld verschijnt,
vervolgens het “Eerste installatie” beeld.
10 Stel de taal van uw keuze in en druk op OK.
11 Stel de juiste waarden in voor:
• Netwerk ID: het netwerk ID zoals aangegeven
door uw aanbieder. Raadpleeg de gids van de
aanbieder voor de juiste getalswaarde in uw
gebied.
• Frequentie: vooringestelde of handmatig
ingestelde uitzendfrequentie zoals aangegeven door
uw aanbieder (zie gids van de aanbieder)
• Symbol rate: vooringestelde waarde die u niet
moet wijzigen, tenzij de aanbieder dat vraagt
• Modulatie: vooringesteld modulatietype dat u niet
moet wijzigen, tenzij de aanbieder dat vraagt.
Modulatiesnelheid kan handmatig gewijzigd
worden op verzoek van uw aanbieder.
12 Druk op OK om te beginnen met het scannen
(aftasten) van kanalen.
Als de kanalen succesvol zijn gescand, verschijnt een
bericht en stemt de ontvanger af op het eerste kanaal
van de lijst.
5
NL