PHILIPS DC1010 User Manual [nl]

Docking Entertainment System
Register your product and get support at
www.philips.com/welcome
Gebruikershandleiding
DC1010
5
6 7
8 9
0
@
1
2
3 4
!
^
%
#
$
6xR14•UM-2•C-CELLS
X
Gehoorbescherming
Zet het volume niet te hard.
• Als u het volume van uw hoofdtelefoon te hard zet, kan dit uw gehoor beschadigen. Dit product kan geluiden produceren met een decibelbereik dat het gehoor kan beschadigen, zelfs als u min­der dan een minuut aan het geluid wordt blootgesteld. Het hogere decibelbereik is bedoeld voor mensen die al slechter horen.
• Geluid kan misleidend zijn. Na verloop van tijd raken uw oren gewend aan hogere volumes. Als u dus gedurende langere tijd luistert, kan geluid dat u normaal in de oren klinkt, eigenlijk te luid en schadelijk voor uw gehoor zijn. Om u hiertegen te beschermen, dient u het volume op een veilig niveau te zetten voordat uw oren aan het geluid gewend raken en het vervolgens niet hoger te zetten.
Een veilig geluidsniveau instellen:
• Zet de volumeregeling op een lage stand.
•Verhoog langzaam het volume totdat het aangenaam en duidelijk klinkt, zonder storingen.
Gedurende langere tijd luisteren:
• Langdurige blootstelling aan geluid, zelfs op normale, 'veilige' niveaus, kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
• Gebruik uw apparatuur met zorg en neem een pauze op zijn tijd.
Volg de volgende richtlijnen bij het gebruik van uw hoofdtelefoon.
• Luister op redelijke volumes gedurende redelijke perioden.
• Let erop dat u niet het volume aanpast wanneer uw oren aan het geluid gewend raken.
• Zet het volume niet zo hoog dat u uw omgeving niet meer hoort.
•Wees voorzichtig en gebruik de hoofdtelefoon niet in mogelijk gevaarlijke situaties.
• Gebruik geen hoofdtelefoon tijdens het besturen van een motorvoertuig, fiets, skateboard enz. Dit
levert mogelijk gevaren op in het verkeer en is in veel gebieden niet toegestaan.
Nederlands Knoppen/stroomvoorziening
Gefeliciteerd met uw aankoop en welkom bij Philips!
Wilt u volledig profiteren van de ondersteuning die Philips u kan bieden Registreer dan uw product op www.philips.com/welcome.
Meegeleverde accessoires
Netsnoer – iPod-station – Line In-kabel
Bovenkant en voorkant (zie 1)
1 BAND
2 TUNING
3 LIFT•OPEN
42;–
5
6
7 DBB
8 PROG – hiermee programmeer t u het
9 REPEAT – hiermee herhaalt u een
0
– hiermee selecteert u de FM- of
AM-golfband
– hiermee stemt u af op radiosta-
tions
– hiermee opent u het CD-
compartiment
hiermee start of onderbreekt u het afspelen van een CD
hiermee stopt u het afspelen
9
hiermee wist u een CD-programma
,6– hiermee gaat u terug naar een vorige
5
passage/track
Bronkeuzeknop:Tuner/AUX, CD, iPod, OFF
hiermee selecteert u tuner AUX, CD of
iPod, tunerbron of geluid
– hiermee schakelt u het apparaat uit
VOLUME– hiermee past u het volume aan
– hiermee verbetert u de lage tonen
apparaat en bekijkt u geprogram­meerde tracknummers
track/CD-programma/volledige CD
Display–hierop worden de CD/iPod-functies
weergegeven
Achterkant (zie 1)
!
iPod-station
– op dit station kunt u adapters aansluiten voor
het afspelen of opladen van uw iPod-speler via
dit systeem.
@
Telescopische antenne – hiermee ver-
betert u de FM-ontvangst
# Batterijklep– open deze klep om de 6 R-
14/UM2/C-celbatterijen van
1,5 V te plaatsen
$ AC MAINS – aansluiting voor netsnoer
% p – 3stereohoofdtelefoonaansluiting
(3,5 mm)
Handige tips:
de luidsprekers worden uitgeschakeld als de hoofdtelefoon op het apparaat wordt aanges­loten.
^ AUX
3,5-mm audio-ingang
Voeding
LET OP! – Zichtbare en onzichtbare laser-
straling. Kijk niet in de straal als de
klep open is. – Hoogspanning! Niet openen. U
loopt het risico een elektrische
schok te krijgen. Dit apparaat
bevat alleen onderhoudsvrije
onderdelen. – Breng geen wijzigingen aan het
apparaat aan om blootstelling aan
straling te voorkomen. Dit apparaat voldoet aan de vereis­ten met betrekking tot radiostoring van de Europese Unie.
Voeding
U kunt het netsnoer gebruiken wanneer u de levensduur van de batterij wilt verlengen. Verwijder de stekker uit het apparaat en het stopcontact voordat u de batterijen plaatst.
Batterijen (niet meegeleverd)
1 Open het batterijcompartiment en plaats zes
batterijen van het type R-14, UM-2 of C-cel (bij voorkeur alkalinebatterijen) met de polen aan de juiste zijde. Let daarbij op de symbolen "+" en "–" in het batterijcompartiment. (Zie 1)
2 Plaats het klepje weer terug en zorg er voor dat
de batterijen stevig op hun plaats zitten.
– Verwijder de batterij wanneer deze leeg
is of langere tijd niet zal worden
gebruikt.
– Batterijen bevatten chemische stoffen
en mogen niet bij het gewone huisvuil
worden gedaan.
- Er is mogelijk een speciale behandeling
van toepassing op perchloraathoudend materiaal. Zie www.dtsc.ca.gov/haz­ardouswaste/perchlorate.
• Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage van elektrolyt veroorzaken, waardoor het compartiment gaat roesten of de batterijen barsten:
• Plaats geen verschillende typen batterijen in het apparaat. Gebruik voor het apparaat alleen batterijen van hetzelfde type.
• Plaats geen oude en nieuwe batterijen in het apparaat.
• Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende lange tijd niet gaat gebruiken.
Netspanning gebruiken
1 Controleer of het netsnoervoltage,
weergegeven op het typeplaatje aan de onderkant van het apparaat, overeenkomt met uw lokale netspanning. Neem contact op met de leverancier of het servicecentr um als dit niet het geval is.
2 Sluit het netsnoer aan op de AC MAINS-
aansluiting en het stopcontact. Het netsnoer is nu aangesloten en klaar voor gebruik.
3 Als u het apparaat volledig wilt uitschakelen,
trekt u de stekker uit het stopcontact.
4 Plaats het apparaat in de buurt van een stop-
contact en op een plaats waar u gemakkelijk bij de stekker kunt.
• Haal de stekker uit het stopcontact om uw apparaat te beschermen tijdens zware onweersbuien. Als u alleen het ene uiteinde van het netsnoer uit de achterzijde van het apparaat trekt, is het netsnoer mogelijk niet vrij van stroom. Kinderen kunnen in dit geval ernstig lichamelijk letsel oplopen.
Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van het apparaat.
Handige tips
– Zet, om onnodig energiegebruik te
voorkomen, altijd de bronkeuzeknop op OFF na gebruik van het apparaat.
Algemene aanwijzingen/radio CD-speler
Algemene aanwijzingen
1 Om uw geluidsbron te selecteren, schuift u
de bronkeuzeknop naar: TUNER,AUX, CD, iPod, of
2 Om het apparaat uit te schakelen, schuift u
de bronkeuzeknop naar u of de knoppen van de cassettespeler niet zijn ingedrukt.
Handige tips
Als u in de tunermodus een 3,5-mm Aux In­kabel aansluit, wordt de bron AUX automa­tisch ingeschakeld.
Volume aanpassen
Pas het volume aan met de VOLUME
-regeling.
OFF
.
OFF
en controleert
Radio-ontvangst
1 Schuif de bronkeuzeknop naar
2 Schuif de knop BAND naar FM of AM om
de gewenste golfband in te schakelen.
3 Draai aan de knop TUNING om af te
stemmen op een station.
•Voor FM:voor de beste ontvangst trekt u de
telescopische antenne uit en richt u deze door te buigen en draaien. Schuif de antenne gedeeltelijk in als het signaal te sterk is.
•Voor AM: het apparaat gebruikt een inge-
bouwde antenne. Voor de beste ontvangst richt u deze antenne door het hele apparaat te draaien.
4 Zet de bronkeuzeknop op
apparaat uit te schakelen.
OFF
TUNER
om het
Een CD afspelen
Deze CD-speler is geschikt voor het afspelen van audiodiscs, waaronder CD-R's en CD­RW's.
• MP3 CD-ROMs, CD-I, CDV,VCD, DVD of computer-CD's kunnen niet worden afgepeeld op dit apparaat.
BELANGRIJK!
CD's van platenmaatschappijen die hun CD's
voorzien van een kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op dit apparaat.
1 Schuif de bronkeuzeknop naar CD.
2 Open de disc-klep.
3 Plaats een CD met de gedrukte zijde naar
boven en druk licht op de CD-klep om deze te sluiten. Op het display verschijnt -- en nadien
het totaalaantal tracks. (Zie 2, 3)
4 Druk op 2;op het apparaat om het afspe-
len te starten. Display:2en het huidige tracknummer.
(Zie 4)
5 Druk op 2;om het afspelen te onder-
.
breken. Druk nogmaals op 2;om het afspe­len te hervatten.
6 Druk op
stoppen.
Handige tips
Het afspelen van de CD wordt alleen gestopt wanneer:
u het CD-compartiment opent;u
selecteert;
– de CD klaar is met afspelen.
9
om het afspelen van de CD te
TUNER,AUX,
of
OFF
Een andere track selecteren
Dr uk een of meerdere keren op
het gewenste tracknummer wordt weergegeven op het display.
•Druk als de speler stilstaat op 2;om het afspe-
len te starten.
als geluidsbron
5 of 6
tot
CD-speler
Een passage zoeken binnen een track
1 Houd tijdens het afspelen
De CD wordt met hoge snelheid en laag
volume afgespeeld.
2 Wanneer u de gewenste passage hoort, laat
u de knop Normaal afspelen wordt hervat.
Handige tips
– Wanneer het zoeken het einde van de laatste
track heeft bereikt, schakelt de CD over naar de stopmodus.
5/ 6
Tracknummers programmeren
U kunt tot 20 tracks opslaan in de gewenste volgorde. U kunt een track ook meer dan één keer opslaan.
1 Druk wanneer de speler stilstaat op PROG
om de programmering te activeren.
Display: PROG en 00 knipperen (zie 5).
2 Druk op
3 Druk op PROG om het gewenste track-
4 Herhaal de stappen 2 en 3 om alle gewen-
5 Druk op 2;om uw programma af te spelen.
Als u meer dan 20 tracks probeert op te slaan,
5
of 6om het gewenste track-
nummer te selecteren. Display: PROG en het gewenste track-
nummer knipperen.
nummer op te slaan. Display: PROG en 00 knipperen, zodat u
de volgende track kunt programmeren.
ste tracks te selecteren en op te slaan.
Display: PROG knippert tijdens het afspelen.
Handige tips
kunt u geen track selecteren en gaat op het display -- knipperen.
los.
5/ 6
. ingedrukt.
Een programma bekijken
• Houd wanneer de speler stilstaat PROG twee seconden ingedrukt om de opgeslagen tracknummers weer te geven.
Een programma wissen
U kunt op de volgende manieren de inhoud van het geheugen wissen:
– Druk wanneer de speler stilstaat op
PROG om de programmeermodus te
9
OFF
;
als
activeren en druk vervolgens op
– Selecteer TUNER,AUX, of
geluidsbron.
– Open de CD-klep.
Display: PROG verdwijnt.
Verschillende afspeelmodi
HERHALEN
U kunt de huidige track of de volledige disc steeds opnieuw afspelen, en de herhaalfuncties combineren met de programmeringsfunctie.
REPEAT (Herhalen)– hiermee wordt de huidige track voortdurend herhaald.
REPEAT ALL (Alles herhalen)
– hiermee wordt de hele CD/het hele pro-
gramma voortdurend herhaald.
1 Druk een of meerdere keren op REPEAT
om een afspeelmodus te selecteren. Op het display wordt de geselecteerde
modus weergegeven.
2;
2 Druk op
speler stilstaat.
3 Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u herhaaldelijk op REPEAT tot de modi niet langer worden weergegeven. – U kunt ook op
afspeelmodus te annuleren.
om het afspelen te starten als de
9
drukken om de
iPod-station AUX
Compatibele iPod-spelers
• Het basisstationsysteem is compatibel met alle bestaande Apple iPod-modellen met een 30-pins-aansluiting: iPod Touch (8 GB, 16 GB), iPod Classic (80 GB, 160 GB), iPod Video (30 GB, 60 GB, 80 GB) en iPod Nano generatie 1 t/m 3..
Afspelen met een draag­bare iPod-speler
1 Plaats uw draagbare iPod-speler in de houder.
Zorg dat de stationsadapter compatibel is met uw speler.
• Zorg dat u uw iPod-speler hebt ingeschakeld voordat u de iPod-bron selecteert.
2 Schuif de bronkeuzeknop naar iPod.
Het pictogram van het iPod-station wordt
weergegeven.
3 Het afspelen wordt automatisch gestart. De
afspeelfuncties voor afspelen, overslaan, snel vooruitspoelen en pauzeren zijn via de knop­pen op het systeem en de afstandsbediening beschikbaar.
De iPod-batterij met behulp van het station opladen
• Als u de draagbare iPod-speler wilt opladen, plaatst u deze in de iPod/Tuner/AUX-modus in het station.
Een extern apparaat aansluiten
U kunt het geluid van het aangesloten externe apparaat beluisteren met de luid­sprekers van de DC1010.
1 Schuif de bronkeuzeknop naar AUX.
2 Sluit een Line In-kabel (niet meegeleverd) aan
op de AUX-aansluiting van de DC1010 (3,5 mm aan de achterkant) en op de AUDIO OUT- of hoofdtelefoonaansluiting van een extern apparaat (bijv. een CD-speler of vide­orecorder).
Batterijen niet weggooien, maar inleveren als KCA.
Onderhoud en veiligheid (zie 6)
CD-speler en omgaan met CD's
• Als de CD-speler CD's niet correct afleest, kunt u de lens schoonmaken met een reinig­ings-CD voordat u het apparaat laat repar­eren.
• Raak de lens van de CD-speler nooit aan!
• Plotselinge veranderingen van de omgeving­stemperatuur kunnen condens veroorzaken op de lens van uw CD-speler. Het is dan niet mogelijk om een CD af te spelen. Probeer de lens niet schoon te maken maar laat het apparaat in een warme omgeving staan tot het vocht is verdampt.
• Sluit altijd de CD-klep zodat er geen stof op de lens komt.
• Neem de CD vanaf het midden, in een rechte lijn naar de rand toe met een zachte, pluisvrije doek af. Gebruik geen schoonmaak­middelen omdat deze de disc kunnen beschadigen.
• Schrijf nooit op een CD en plak er geen stick­ers op.
Veiligheidsinformatie
• Plaats het apparaat op een harde, vlakke en stabiele ondergrond zodat het niet kantelt.
• Stel het apparaat, de batterijen en de CD's niet bloot aan vocht, regen, zand of zeer hoge temperaturen die worden veroorzaakt door verwarmingsapparatuur of direct zonlicht.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet nat wordt.
• Zorg voor voldoende ventilatie. Plaats het apparaat met de ventilatiegaten minimaal 15 cm van andere voorwerpen zodat het niet te warm wordt.
• De ventilatie mag niet worden gehinderd door het afsluiten van de ventilatieopeningen door kranten, tafelkleden, gordijnen enz.
• Plaats geen voorwerpen die zijn gevuld met een vloeistof, zoals een vaas, op het apparaat.
• Plaats geen voorwerpen met een open vlam, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
• De mechanische delen van het apparaat bevatten zelfsmerende onderdelen en mogen niet worden geolied of gesmeerd.
• Reinig het apparaat met een droge doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen die alco­hol, ammoniak, benzeen of schuurmiddelen bevatten, omdat hierdoor de behuizing kan worden beschadigd.
• Als u het netsnoer of de aansluiting op het apparaat gebruikt om het apparaat uit te schakelen, dient u ervoor te zorgen dat deze goed toegankelijk zijn.
Specificaties
Stroomverbuik.............................3.1W
Problemen oplossen
Controleer als er een fout optreedt eerst de onderstaande punten voordat u het apparaat voor reparatie wegbrengt. Neem contact op met de leverancier of het servicecentr um als u het probleem na het volgen van deze tips niet kunt oplossen.
WAARSCHUWING: open het apparaat niet zelf. U loopt het risico van een
elektrische schok. Probeer in geen geval zelf het appa­raat te repareren, anders vervalt de garantie.
Probleem
Mogelijke oorzaak
• Oplossing
Geen geluid/stroom
Volume niet aangepast
•Pas het VOLUME aan. – Netsnoer niet goed aangesloten
• Sluit het netsnoer goed aan. – Batterijen leeg/niet goed geplaatst
• Plaats (nieuwe) batterijen op de juiste manier. – CD bevat niet-audiobestanden
•Druk een of meerdere keren op een CD-audiotrack te gaan in plaats van naar een gegevensbestand.
Het display werkt niet goed/het apparaat reageert niet op een opdracht van de knoppen
Elektrostatische ontlading
• Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Sluit het apparaat na enkele seconden weer aan.
Ernstige ruis of gezoem van de radio
– Storing van andere elektrische apparaten: appa-
raat staat te dicht bij de TV, videorecorder of com­puter
Ve rgroot de afstand.
5 , 6
om naar
Indicatie- -
Plaats een CD.
CD heeft veel krassen of is vuil
Plaats een andere CD of maak de huidige CD
schoon, zie Onderhoud.
Laserlens beslagen
Wacht totdat de lens weer helder is.
• CD-R(W) is leeg of niet gefinaliseerd – Gebruik alleen gefinaliseerde CD-R(W)'s of geschikte
Audio-CD's.
Opmerking:
Controleer of de CD geen kopieerbeveiliging heeft, aangezien deze soms niet voldoet aan de Compact Disc-standaard.
De CD slaat tracks over
CD is beschadigd of vuil
• Plaats een andere CD of maak de huidige CD schoon.
Programmeermodus is actief
• Sluit de programmeermodus.
Opmerking:
Een erg bekraste of vuile CD kan de werking van het apparaat ernstig verstoren.
Met het oog op het milieu...
Wij hebben alle overbodig verpakkingsmateriaal weggelaten en ervoor gezorgd dat de verpakking gemakkelijk in drie materialen te scheiden is: karton (doos), polystyreenschuim (buffer) en plastic (zakken, beschermfolie).
Uw apparaat bestaat uit materialen die door een gespecialiseerd bedrijf gerecycleerd kunnen worden. Informeer waar u verpakkingsmateriaal, lege batterijen en oude apparatuur kunt inleveren.
Wegwerpen van uw afgedankt apparaat
Uw apparaat werd ontworpen met en vervaardigd uit onderdelen en materi­alen van superieure kwaliteit, die gerecycleerd en opnieuw gebruikt kunnen worden. Wanneer het symbool van een doorstreepte vuilnisemmer op wielen op een product is bevestigd, betekent dit dat het product conform is de Europese Richtlijn 2002/96/EC Gelieve u te informeren in verband met het plaatselijke inzamelingsysteem voor elek­trische en elektronische apparaten. Gelieve u te houden aan de plaatselijke reglementering en apparaten niet met het gewone huisvuil mee te geven. Door afgedankte apparaten op een correcte manier weg te werpen helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen.
Loading...