Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar
www.philips.com/welcome
D6050
Uitgebreide gebrui-gebruikersdocumentatie
Inhoudsopgave
Een conferentiegesprek beginnen 17
1 Belangrijke veiligheidsinstructies 3
2 Uw telefoon 5
Wat zit er in de doos? 5
Overzicht van de telefoon 5
3 Pictogrammen in het hoofdmenu 7
4 Pictogrammen weergeven 8
5 Aan de slag 9
De oplader aansluiten 9
Plaats de meegeleverde batterijen 9
De taal instellen 10
De datum en de tijd instellen 10
Het datum- en tijdsformaat instellen 10
Uw handset registreren 10
De handset opladen 11
Het batterijniveau controleren 11
Wat is de stand-bymodus? 12
De signaalsterkte controleren 12
6 Telefoongesprekken voeren 13
Bellen 13
Een gesprek aannemen 13
Een gesprek beëindigen 14
Het volume van de oordopjes/
luidspreker aanpassen 14
De microfoon uitschakelen 14
De luidspreker in- of uitschakelen 14
Een tweede gesprek beginnen 14
Een tweede gesprek aannemen 14
Tussen twee gesprekken schakelen 15
Een conferentiegesprek beginnen met
de externe bellers 15
7 Intercomgesprek en telefonische
conferenties 16
Bellen naar een andere handset 16
Een gesprek doorverbinden 16
8 Letters en cijfers 18
Letters en cijfers invoeren 18
Wisselen tussen hoofdletters en
kleine letters 18
9 Telefoonboek 19
10 Bellijst 20
11 Herhaallijst 21
12 Telefooninstellingen 22
Geluidinstellingen 22
De datum en de tijd instellen 24
ECO-modus 24
ECO+-modus 24
De handset een naam geven 24
De displaytaal instellen 25
Display-instellingen 25
13 Alarmklok 26
Het alarm instellen 26
Het alarm uitschakelen 26
14 Babyfoon 27
De babyunit activeren/deactiveren 27
Een alarm verzenden 27
Het huilniveau instellen 28
15 Services 29
Automatische conferentie 29
Gesprekken blokkeren 29
Type bellijst 30
Automatische voorkeuze 30
Netwerktype 30
Flashsignaalduur instellen 30
Kiesmodus 31
Eerste beltoon 31
Automatische klok 31
Extra handsets aanmelden 31
De lader kan uitsluitend worden uitgeschakeld door de
adapter uit het stopcontact te halen. Zorg ervoor dat
het stopcontact altijd gemakkelijk kan worden bereikt.
Voorkom schade of defecten
• Open de handset, het basisstation of de lader niet
omdat u kunt worden blootgesteld aan hoogspanning.
• Apparatuur die op het lichtnet wordt aangesloten moet
dicht bij een stopcontact worden geïnstalleerd dat
gemakkelijk bereikbaar is.
• Bij het activeren van de handsfree-functie kan het
geluidsvolume sterk toenemen: zorg ervoor dat de
handset zich niet te dicht bij uw oor bevindt.
• Deze apparatuur is niet ontworpen voor het bellen van
alarmnummers tijdens een stroomstoring. Zorg ervoor
dat een alternatief beschikbaar is om het bellen van
alarmnummers mogelijk te maken.
• Stel het product niet bloot aan vloeistoffen.
• Gebruik geen schoonmaakmiddelen die alcohol,
ammoniak, benzeen of schuurmiddelen bevatten, omdat
het apparaat hierdoor kan worden beschadigd.
• Stel de telefoon niet bloot aan hoge temperaturen
veroorzaakt door verwarmingsapparatuur of direct
zonlicht.
• Laat de telefoon niet vallen en laat geen voorwerpen
op de telefoon vallen.
• Ingeschakelde mobiele telefoons in de nabijheid kunnen
• Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
• Gooi de batterijen niet in het vuur.
• Gebruik altijd de bij het product geleverde kabels.
• Zorg ervoor dat de laadcontacten of de batterijen niet
in contact komen met metalen objecten.
• Zorg ervoor dat het product niet in contact komt met
kleine metalen voorwerpen. Is dit toch het geval, dan
kan de geluidskwaliteit verminderen en kan het product
beschadigd raken.
• Metalen objecten kunnen magnetisch worden
aangetrokken wanneer deze zich in de nabijheid
bevinden van de luidspreker in de handset.
• Gebruik het product niet op plaatsen waar
ontplofngsgevaarbestaat.
3NL
De telefoon als babyfoon gebruiken
Let op
• Houd toezicht op jonge kinderen om te voorkomen
dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Zorg dat de babyunit en het snoer altijd buiten
het bereik van de baby blijven (ten minste 1 meter
verwijderd).
• Houd de ouderunit op ten minste 1,5 meter
afstand van de babyunit om akoestische feedback te
voorkomen.
• Plaats de babyunit niet in het bed of de box van de
baby.
• Dek de ouderunit en de babyunit nooit af (bijvoorbeeld
met een handdoek of een deken). Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen van de babyunit altijd vrij zijn.
• Neem alle mogelijke voorzorgsmaatregelen om u ervan
te verzekeren dat uw baby veilig slaapt .
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of die
gebrek aan ervaring of kennis hebben, tenzij iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid toezicht op hen
houdt of hen heeft uitgelegd hoe het apparaat dient te
worden gebruikt.
• Wanneer u de ouderunit naast een zender of een
ander DECT-apparaat plaatst (bijvoorbeeld een DECTtelefoon of een draadloze internetrouter), kan de
verbinding met de babyunit worden verbroken. Plaats
de babyfoon uit de buurt van de andere draadloze
apparaten totdat de verbinding is hersteld.
• Deze babyfoon is bedoeld als hulpmiddel. Het is geen
vervanging voor verantwoordelijk en degelijk toezicht
door volwassenen en moet niet als zodanig worden
gebruikt.
Informatie over de bedrijfstemperatuur en de
opslagtemperatuur
•Gebruik het apparaat op een plaats waar
de temperatuur altijd tussen 0 °C en
+40 °C ligt (tot 90% relatieve vochtigheid).
•Bewaar het op een plaats waar de
temperatuur altijd tussen -20 °C en
+45 °C ligt (tot 95% relatieve vochtigheid).
•De levensduur van de batterij kan korter
zijn in lage temperatuuromstandigheden.
4NL
2 Uw telefoon
Gefeliciteerd met uw aankoop en welkom bij
Philips!
Wiltuvolledigproterenvandeondersteuning
die Philips u kan bieden? Registreer dan uw
product op www.philips.com/welcome.
Wat zit er in de doos?
Handset**
Lader**
4XLFNVWDUWJXLGH
Korte gebruikershandleiding
Opmerking
• * In sommige landen moet u eerst het snoer aan de
adapter bevestigen en vervolgens de adapter in de
telefoonaansluiting steken.
Overzicht van de telefoon
a
b
o
n
m
l
k
j
i
c
d
e
f
g
h
Voedingsadapter**
Garantiebewijs
p
q
5NL
a Luidspreker
b
• Hiermee bladert u omhoog in het
menu.
• Hiermee verhoogt u het volume van
de oordopjes.
c
Hiermee verplaatst u de cursor naar rechts
in de bewerkingsmodus.
d
• Druk hierop om letters of cijfers
een voor een te verwijderen. Houd
ingedrukt om de hele tekst te
verwijderen.
• Hiermee annuleert u de bewerking.
• Hiermeewijzigtuhetgeluidsproel
tijdens een oproep.
• Hiermee selecteert u de functie die
op het scherm van de handset recht
boven de toets wordt weergegeven.
e
• Hiermee beëindigt u de oproep.
• Hiermee sluit u het menu/de
bewerking af.
f
• Druk hierop om een spatie in te
voeren tijdens het bewerken van de
tekst.
• Houd deze toets ingedrukt om het
toetsenblok in stand-bymodus te
vergrendelen/ontgrendelen.
g
• Houd deze toets ingedrukt om
een pauze in te voeren wanneer u
de naam en het nummer van een
contactpersoon wijzigt.
• Hiermee schakelt u tussen
hoofdletters/kleine letters tijdens het
bewerken.
h
Hiermee schakelt u de microfoon in of uit.
i Microfoon
j
• Hiermee schakelt u de luidspreker in/
uit.
• Hiermee kunt u bellen en oproepen
aannemen via de luidspreker.
k
• Hiermee stelt u de kiesmodus in
(pulsmodus of tijdelijke toonmodus).
l
• Hiermee bladert u omlaag in het
menu.
• Hiermee verlaagt u het volume van de
oordopjes.
m
Hiermee verplaatst u de cursor naar links
in de bewerkingsmodus.
n
• Hiermee kunt u bellen en oproepen
aannemen.
• Oproeptoets
o
• Hiermee krijgt u toegang tot het
hoofdmenu in de stand-bymodus.
• Selectie bevestigen.
• Hiermee opent u het optiemenu.
• Hiermee selecteert u de functie die
op het scherm van de handset recht
boven de toets wordt weergegeven.
p Luidspreker
q Batterijklep
6NL
3 Pictogrammen
in het
hoofdmenu
Het onderstaande is een overzicht van de
menuopties die beschikbaar zijn in uw D600/
D605. Raadpleeg voor meer informatie over
de menuopties de desbetreffende gedeelten in
deze gebruikershandleiding.
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat al deze pictogrammen
goed worden weergegeven en de functies goed
kunnen functioneren.
PictogramBeschrijving
[Telefooninst.]: hiermee kunt
u de datum en tijd, geluiden,
ECO-modus, ECO+-modus,
telefoonnaam, schermtaal en
-instellingen instellen.
[Services]: hiermee kunt u de
functies voor automatische
conferentie, automatische
voorkeuze,netwerktype,ashduur,
automatische klok, oproepservices
enzovoorts instellen. De services
zijn netwerk- en landafhankelijk.
[Wekker]: hiermee kunt u de
datum en tijd, het alarm, de
alarmmelodie enz. instellen.
[Telefoonboek]: u krijgt alleen
toegang tot de functie via dit
pictogram wanneer u uw handset
aanmeldt bij D600/D605.
[Inkom. oproepn]: u krijgt alleen
toegang tot de functie via dit
pictogram wanneer u uw handset
aanmeldt bij D600.
[Babyfoon]: u krijgt alleen toegang
tot de functie via dit pictogram
wanneer u uw handset aanmeldt
bij D600/D605.
[Antwoordapp.]: u krijgt alleen
toegang tot de functie via dit
pictogram wanneer u uw handset
aanmeldt bij een D605-basisstation
met een antwoordapparaat.
7NL
4 Pictogrammen
weergeven
In stand-bymodus geven de pictogrammen die
op het hoofdscherm worden weergegeven aan
welke functies op de handset beschikbaar zijn.
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat al deze pictogrammen
goed worden weergegeven en de functies goed
kunnen functioneren.
PictogramBeschrijving
• Wanneer de handset van het
basisstation/de lader is genomen,
geven de balkjes het batterijniveau aan (vol tot bijna leeg).
• Wanneer de handset zich op
het basisstation/de lader bevindt,
blijven de balkjes bewegen tot
het opladen is voltooid.
• Het pictogram van de lege bat-
terij knippert en u hoort een
waarschuwingstoon.
• De batterij is bijna leeg en moet
worden opgeladen.
Het aantal balken duidt de
verbindingsstatus aan tussen de
handset en basisstation. Hoe meer
balken er worden weergegeven,
hoe beter de signaalsterkte is.
Dit pictogram geeft gemiste
oproepen aan op het standbyscherm en in de lijst met
binnenkomende oproepen. De
kleur verandert van rood naar wit
nadat oproepen zijn bekeken.
De stille modus is ingesteld, maar
de huidige tijd valt buiten de
actieve periode.
• Het belsignaal is uitgeschakeld.
• De stille modus is ingesteld
en de huidige tijd valt binnen
actieve periode (de beltoon
klinkt niet).
Het alarm is geactiveerd.
• Knippert wanneer u een nieuw
spraakbericht hebt.
• Brandt continu wanneer alle
spraakberichten in de lijst zijn
beluisterd.
• Het pictogram wordt niet
weergegeven wanneer er geen
spraakbericht is.
ECODe modus ECO is geactiveerd.
ECO+De modus ECO+ is geactiveerd.
8NL
5 Aan de slag
Let op
• Vergeet niet de veiligheidsinstructies te lezen in het
gedeelte 'Belangrijke veiligheidsinstructies' voordat u de
handset aansluit en installeert.
De oplader aansluiten
Waarschuwing
• Het product kan beschadigd raken! Controleer of het
netspanningsvoltage overeenkomt met het voltage
dat staat vermeld op de achter- of onderzijde van de
telefoon.
• Gebruik uitsluitend de meegeleverde adapter om de
batterijen op te laden.
Opmerking
• Als u zich via uw telefoonlijn abonneert op de snelle
DSL-internetservice (digital subscriber line), dient u een
hitte, zonlicht of vuur. Werp batterijen nooit in het vuur.
• Gebruik uitsluitend de meegeleverde batterijen.
• Risico van verminderde levensduur! Gebruik nooit
verschillende merken of soorten batterijen door elkaar.
Opmerking
• Als de tijd in 12-uursformaat wordt weergegeven, drukt
u op om [am] of [pm] te selecteren.
4 Druk op [OK] om te bevestigen.
Opmerking
• Laad de batterijen voorafgaand aan het eerste gebruik
8 uur lang op.
• Het is normaal dat de handset warm wordt tijdens het
opladen van de batterijen.
Waarschuwing
• Controleer de polariteit van de batterijen wanneer
u deze in het batterijcompartiment plaatst. Onjuiste
plaatsing kan het product beschadigen.
De taal instellen
Selecteer uw taal en druk ter bevestiging op
[OK].
» De taalinstelling wordt opgeslagen.
Zie de volgende stappen om de taal opnieuw
in te stellen.
1 Selecteer [Menu] > > [Taal] en druk op
[OK] om te bevestigen.
2 Selecteer een taal en druk op [OK] om te
bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Het datum- en tijdsformaat
instellen
1 Selecteer [Menu] > > [Datum & tijd]
en druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Datumformaat] of
[Tijdsformaat].
3 Druk op / om [DD-MM-JJJJ] of
[MM-DD-JJJJ] als de datumweergave te
selecteren en [12-uur] of [24-uur] als de
tijdsweergave. Druk vervolgens op [OK]
om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• De instelling voor de datum- en tijdsindeling kan per
land verschillen.
Uw handset registreren
Meld uw handset vóór gebruik aan bij het
basisstation.
De datum en de tijd instellen
1 Selecteer [Menu] > > [Datum & tijd]
en druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Datum instell.]/[Tijd instell.]
en druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
3 Gebruik de numerieke knoppen om de
datum en tijd in te voeren.
10NL
Automatisch aanmelden
Extra handsets van hetzelfde model kunnen
automatisch worden aangemeld. Plaats de
afgemelde handset op het basisstation.
» De handset detecteert en registreert
automatisch het basisstation.
» Het aanmelden is in minder dan twee
minuten voltooid. Het basisstation kent
automatisch een handsetnummer toe
aan de handset.
Handmatig aanmelden/koppelen
Als automatisch aanmelden niet lukt of als u
een handset aanmeldt van een ander model,
meldt u de handset handmatig aan bij het
basisstation.
1 Selecteer [Menu] > > [Aanmelden] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Houd 5 seconden ingedrukt op het
basisstation.
Opmerking
• Laad de batterijen voorafgaand aan het eerste gebruik
8 uur lang op.
• Het is normaal dat de handset warm wordt tijdens het
opladen van de batterijen.
• Na verloop van tijd neemt de capaciteit van batterijen
af. Dit is normaal bij batterijen.
De telefoon is nu klaar voor gebruik.
Opmerking
• Bij modellen met een antwoordapparaat hoort u een
piepje ter bevestiging.
3 Voer de pincode van het systeem in. Druk
op [Wis] voor eventuele correcties.
4 Druk op [OK] om de pincode te
bevestigen.
» Het aanmelden is in minder dan 2
minuten voltooid. Het basisstation kent
automatisch een handsetnummer toe
aan de handset.
Opmerking
• Als de pincode onjuist is of binnen een bepaalde
tijd geen basisstation wordt gevonden, wordt op
de handset een bericht weergegeven. Herhaal de
bovenstaande procedure wanneer het aanmelden niet
lukt.
• De vooraf ingestelde pincode is 0000. Deze code kan
niet worden gewijzigd.
De handset opladen
Plaats de handset op het laadstation om de
handset op te laden. U hoort een stationstoon
(zie 'De stationstoon instellen' op pagina 23)
wanneer de handset goed op het basisstation is
geplaatst.
» De handset begint met opladen.
Het batterijniveau
controleren
Het batterijpictogram geeft het huidige
batterijniveau weer.
Wanneer de handset van het
basisstation/de lader is genomen,
geven de balkjes het batterijniveau
aan (vol tot bijna leeg).
Wanneer de handset zich op
het basisstation/de lader bevindt,
blijven de balkjes knipperen tot
het opladen is voltooid.
Het pictogram van een lege
batterij knippert. De batterij
is bijna leeg en moet worden
opgeladen.
Tijdens een telefoongesprek hoort u
waarschuwingstonen wanneer de batterijen
11NL
bijna leeg zijn. Als de batterijen helemaal leeg
zijn, wordt de handset uitgeschakeld.
Wat is de stand-bymodus?
De telefoon staat in de stand-bymodus
wanneer deze niet in gebruik is. Wanneer de
handset niet op het laadstation is geplaatst,
geeft het stand-byscherm de datum en tijd
weer. Wanneer de handset op het laadstation is
geplaatst, geeft het stand-byscherm de tijd weer
als screensaver.
De signaalsterkte controleren
Het aantal balken duidt de
verbindingsstatus aan tussen de
handset en basisstation. Hoe meer
balken er worden weergegeven,
hoe beter de verbinding is.
•Zorg ervoor dat de handset met het
basisstation is verbonden voordat u belt
of een gesprek aanneemt en de functies
gebruikt.
•Als u tijdens een telefoongesprek
waarschuwingstonen hoort, is de batterij
van de handset bijna leeg of is de handset
buiten bereik. Laad de batterij op of
beweeg de handset in de richting van het
basisstation.
Opmerking
• Wanneer ECO+ wordt weergegeven, wordt de
signaalsterkte niet getoond.
12NL
6 Telefoonge-
sprekken voeren
Opmerking
• Tijdens een stroomstoring kunt u met de telefoon geen
alarmnummers bellen.
Tip
• Controleer de signaalsterkte voordat u gaat bellen
of terwijl u een telefoongesprek voert. (zie 'De
signaalsterkte controleren' op pagina 12)
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
Bellen
U kunt op de volgende manieren bellen:
• Normale oproep
• Bellen naar een vooraf gekozen
nummer
• Bellen via de snelkeuzetoets
U kunt ook bellen via de herhaallijst, het
telefoonboek en de bellijst.
Bellen naar een vooraf gekozen
nummer
1 Toets het telefoonnummer in.
• Als u een cijfer wilt wissen, drukt u op
[Wis].
• Als u een pauze wilt inlassen, houdt u
ingedrukt.
2 Druk op of om het nummer te
bellen.
Opmerking
• De gesprekstijd van uw huidige oproep wordt getoond
in de oproeptimer.
• Als u waarschuwingstonen hoort, is de batterij van de
telefoon bijna leeg of is de telefoon buiten bereik. Laad
de batterij op of beweeg de telefoon in de richting van
het basisstation.
Bellen via de snelkeuzetoets
Als u een contactpersoon al hebt opgeslagen in
de snelkeuzelijst, houdt u de toets ingedrukt om
een oproep te maken.
Tip
• Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van
de snelkeuzetoetsen het gedeelte "De snelkeuzetoetsen
instellen" in het hoofdstuk "Telefoonboek".
Tip
• Raadpleeg de gebruikershandleiding van het basisstation
voor informatie over hoe u een oproep kunt plaatsen
vanuit de herhaallijst, het telefoonboek en de bellijst.
Normale oproep
1 Druk op of .
2 Kies het telefoonnummer.
» Het nummer wordt gebeld.
» De duur van het huidige gesprek
wordt weergegeven.
Een gesprek aannemen
Wanneer er een oproep binnenkomt,
gaat de telefoon over en gaat de LCDachtergrondverlichting knipperen. U kunt dan:
•op of drukken om het gesprek aan
te nemen.
•[Drsch] selecteren om een inkomende
oproep naar het antwoordapparaat te
sturen (alleen van toepassing op het D605model met antwoordapparaat).
13NL
•[Stil] selecteren om het belsignaal van
het huidige inkomende gesprek uit te
schakelen.
Waarschuwing
• Houd om gehoorschade te voorkomen de handset
op voldoende afstand van uw oor wanneer de
handset overgaat of wanneer de handsfree-modus is
ingeschakeld.
Opmerking
• De service nummerherkenning is beschikbaar als u de
service nummerherkenning hebt geactiveerd bij uw
serviceprovider.
De microfoon uitschakelen
1 Druk op tijdens het gesprek.
» Op de handset wordt [Geluid uit]
weergegeven.
» Uw gesprekspartner kan u niet horen,
maar u kunt uw gesprekspartner wel
horen.
2 Druk nogmaals op om de microfoon
weer in te schakelen.
» U kunt nu weer communiceren met
uw gesprekspartner.
Tip
• Wanneer u een oproep hebt gemist, ziet u een bericht.
Een gesprek beëindigen
U kunt een gesprek op de volgende manieren
beëindigen:
• Druk op , of:
• Plaats de handset op het basisstation
of laadstation.
Het volume van de
oordopjes/luidspreker
aanpassen
Druk op / op de handset om het volume
tijdens een gesprek aan te passen.
» Het volume van de oordopjes/
luidspreker wordt aangepast en het
gespreksscherm wordt opnieuw
weergegeven.
De luidspreker in- of
uitschakelen
Druk op .
Een tweede gesprek beginnen
Opmerking
• Deze service is afhankelijk van het netwerk.
1 Druk op tijdens het gesprek.
» Het eerste gesprek wordt in de wacht
gezet.
2 Kies het tweede nummer.
» Het nummer dat op het scherm wordt
weergegeven wordt gebeld.
Een tweede gesprek
aannemen
Opmerking
• Deze service is afhankelijk van het netwerk.
14NL
Wanneer u een regelmatig piepje hoort om aan
te geven dat u wordt gebeld, kunt u het gesprek
op de volgende manieren aannemen:
1 Druk op en om het gesprek aan te
nemen.
» Het eerste gesprek wordt in de wacht
gezet en u bent nu verbonden met de
beller.
2 Druk op en om het huidige gesprek
te beëindigen en het eerste gesprek voort
te zetten.
Tussen twee gesprekken
schakelen
Opmerking
• Deze service is afhankelijk van het netwerk.
U kunt op de volgende manieren schakelen
tussen uw gesprekken:
•Druk op en , of:
•Druk op [Optie] en selecteer
[Wisselgespr.]. Druk vervolgens nogmaals
op [OK] om te bevestigen.
» Het huidige gesprek wordt in de wacht
gezet en u bent nu verbonden met de
andere beller.
•Druk op [Optie], selecteer [Conferentie]
en druk vervolgens nogmaals op [OK] om
te bevestigen.
» De twee gesprekken worden
gecombineerd en er komt een
telefonische conferentie tot stand.
Een conferentiegesprek
beginnen met de externe
bellers
Opmerking
• Deze service is afhankelijk van het netwerk. Informeer
bij uw serviceprovider naar mogelijke extra kosten.
Wanneer u twee gesprekken voert, kunt u
op de volgende manieren een telefonische
conferentie beginnen:
•Druk op en vervolgens op , of:
15NL
7 Intercomge-
sprek en telefonische conferen-
Opmerking
• Als de gekozen handset bezet is, wordt [Bezet]
weergegeven op het scherm van de handset.
ties
Een intercomgesprek is een gesprek met een
andere handset die met hetzelfde basisstation
is verbonden. Bij een telefonische conferentie
is er sprake van een conversatie tussen u, een
gebruiker van een andere handset en externe
gesprekspartners.
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
Bellen naar een andere
handset
Opmerking
• Als bij het basisstation slechts 2 handsets zijn
aangemeld, houdt u ingedrukt om een andere
handset te bellen.
1 Houd ingedrukt.
» De voor de intercomfunctie
beschikbare handsets worden
weergegeven.
2 Selecteer een handsetnummer en druk op
[OK] om te bevestigen.
» De geselecteerde handset gaat over.
3 Druk op op de geselecteerde handset.
» De intercomfunctie is nu actief.
4 Druk op [Wis] of om te annuleren of
het intercomgesprek te beëindigen.
Tijdens een telefoongesprek
U kunt een gesprek doorverbinden van de ene
handset naar de andere:
1 Houd ingedrukt.
» Het huidige gesprek wordt in de wacht
gezet.
2 Selecteer een handsetnummer en druk op
[OK] om te bevestigen.
» Wacht tot de andere handset wordt
opgenomen.
Schakelen tussen gesprekken
Druk op [Extern] om te wisselen tussen het
externe gesprek en het intercomgesprek.
Een gesprek doorverbinden
Opmerking
• Als bij het basisstation slechts 2 handsets zijn
aangemeld, houdt u ingedrukt om een oproep door
te schakelen naar de andere handset.
1 Houd ingedrukt tijdens een gesprek.
» De voor de intercomfunctie
beschikbare handsets worden
weergegeven.
2 Selecteer een handsetnummer en druk op
[OK] om te bevestigen.
3 Druk op wanneer de andere handset
wordt opgenomen.
» Het gesprek is nu doorverbonden met
de geselecteerde handset.
16NL
Een conferentiegesprek
beginnen
Een 3-weg telefonische conferentie is een
gesprek tussen u, de gebruiker van een andere
handset en externe gesprekspartners. U
hebt daarvoor twee handsets nodig die zijn
aangemeld bij hetzelfde basisstation.
Tijdens een telefonische conferentie
•Druk op [Intern] om het externe gesprek
in de wacht te zetten en terug te gaan naar
het interne gesprek.
» Het externe gesprek wordt in de
wacht gezet.
•Druk op [Conf.] om de telefonische
conferentie te herstellen.
Tijdens een extern gesprek
1 Houd ingedrukt om intern te bellen.
» Het externe gesprek wordt in de
wacht gezet.
» Voor versies met meerdere handsets
worden de handsets die beschikbaar
zijn voor intercom getoond. Ga dan
naar stap 2.
» Voor versies met twee handsets gaat
de andere handset over. Ga dan naar
stap 3.
2 Selecteer een handsetnummer of voer
dat in en druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
» De geselecteerde handset gaat over.
3 Druk op op de geselecteerde handset.
» De intercomfunctie is nu actief.
4 Druk op [Conf.].
» U hebt nu een 3-weg telefonische
conferentie tot stand gebracht met een
extern gesprek en een geselecteerde
handset.
5 Druk op om de telefonische
conferentie te beëindigen.
Opmerking
• Als een handset tijdens een telefonische conferentie
de verbinding verbreekt, blijft de andere handset
verbonden met het externe gesprek.
Opmerking
• Druk op om met een andere handset deel te
nemen aan een conferentie die al gaande is als >
[Conferentie] is ingesteld op [Automatisch].
17NL
8 Letters en
cijfers
U kunt letters en cijfers invoeren voor de
naam van de handset, vermeldingen in het
telefoonboek en voor andere menu-items.
Letters en cijfers invoeren
1 Druk een of meerdere keren op de
alfanumerieke toets om het gewenste
teken in te voeren.
2 Druk op [Wis] om het teken te wissen.
Druk op / om de cursor naar links en
rechts te bewegen.
3 Druk op om een spatie toe te voegen.
Opmerking
• Raadpleeg het hoofdstuk 'Bijlage' voor informatie over
het toewijzen van tekens en nummers.
Wisselen tussen hoofdletters
en kleine letters
Standaard begint het eerste woord van een
zin met een hoofdletter en bestaat de rest
uit kleine letters. Druk op om te wisselen
tussen hoofdletters en kleine letters.
18NL
9 Telefoonboek
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het
basisstation voor meer informatie.
19NL
10 Bellijst
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het
basisstation voor meer informatie.
20NL
11 Herhaallijst
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het
basisstation voor meer informatie.
21NL
12 Telefooninstel-
lingen
U kunt de instellingen van de telefoon naar
wens aanpassen.
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
Geluidinstellingen
De beltoon van de handset instellen
U kunt kiezen uit 15 beltonen.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden]
> [Beltoon] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer een beltoon en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Het beltoonvolume van de handset
instellen
U kunt voor de beltoon 5 volumeniveaus
instellen.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden] >
[Belvolume] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer een volumeniveau en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Tip
• Wanneer u de beltoon uitschakelt, wordt op het
scherm weergeven.
Stille modus
U kunt uw telefoon instellen op de stille modus
en deze inschakelen voor een bepaalde duur
wanneer u niet gestoord wilt worden. Wanneer
de stille modus is ingeschakeld, gaat uw telefoon
niet over, stuurt deze geen alarmen en maakt
deze geen geluid.
Opmerking
• Wanneer u op drukt om uw handset te vinden
of wanneer u het alarm activeert, stuurt uw telefoon
nog steeds alarmen, zelfs wanneer de stille modus
geactiveerd is.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden] >
[Stille modus] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
3 Selecteer [Start & stop] en druk op [OK]
om te bevestigen.
4 Stel de tijd in en druk vervolgens op [OK]
om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• Wanneer de stille modus is ingesteld op [Aan], wordt
weergegeven. wordt weergegeven gedurende
de vooraf ingestelde tijd voor de stille modus.
Contactpersonen van de stille modus
uitsluiten
U kunt de lengte van de beltoonvertraging
selecteren en de contactpersonen instellen
die u van het telefoonboek wilt uitsluiten.
Beltoonvertraging is het aantal belsignalen
dat wordt gedempt voordat de belsignalen
hoorbaar zijn op de telefoon.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden] >
[Stille modus] en druk op [OK] om te
bevestigen.
22NL
2 Selecteer [Uitzondering].
3 Selecteer [Aan] om de stille modus te
activeren of [Uit] om deze te deactiveren.
Druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
4 Selecteer [Toon vertra.] en selecteer een
optie.
5 Druk op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• Als [Uitzondering] is ingesteld op [Aan] en de optie
[Toon vertra.] is geselecteerd , gaat de handset
pas over nadat de duur van de geselecteerde
beltoonvertraging is bereikt.
• Zorg ervoor dat de contactpersoon onder de optie
[Uitzond. inst.] van het telefoonboekmenu is ingesteld
op [Aan] voordat u deze contactpersoon gaat uitsluiten
van de stille modus.
De toetstoon instellen
De toetstoon is het geluid dat u hoort wanneer
u op een toets van de handset drukt.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden] >
[Toetstoon] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
De stationstoon instellen
De stationstoon is het geluid dat klinkt wanneer
u de handset op het basisstation of de lader
plaatst.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden] >
[Stationstoon] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
De batterijtoon instellen
De batterijtoon is het geluid dat wordt gemaakt
wanneer de batterij bijna leeg is en opgeladen
moet worden.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden] >
[Batterijtoon] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
De beltoon instellen op het
basisstation
Opmerking
• Deze functie is alleen beschikbaar voor de D605.
U kunt op het basisstation kiezen uit 5 beltonen
die onafhankelijk zijn van de beltoon op de
handset.
1 Selecteer [Menu] > > [Geluiden] >
[Toon op stat.] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer een beltoon en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Het geluidsproel instellen
U kunt het geluid van het oordopje of de
handsfree-modus instellen met 3 verschillende
proelen.
1 Selecteer [Menu] > > [MySound] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteereenproelendrukvervolgens
ter bevestiging op [OK].
» De instelling wordt opgeslagen.
Het geluidsproel openen tijdens een
oproep
Druk eenmaal of enkele keren op [Geluid] om
hetgeluidsproeltijdenseenoproeptewijzigen.
23NL
De datum en de tijd instellen
Zie het hoofdstuk "Aan de slag", de gedeelten
"De datum en de tijd instellen" en "Het datumen tijdsformaat instellen" voor meer informatie.
ECO-modus
De ECO-modus verlaagt het zendvermogen
van de handset en het basisstation tijdens een
oproep of wanneer de stand-bymodus van de
telefoon is ingeschakeld.
1 Selecteer [Menu] > > [Eco-modus] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk ter
bevestiging op [OK].
» De instelling wordt opgeslagen.
» wordt weergegeven in de stand-
bymodus.
Opmerking
• Wanneer de ECO-modus is ingesteld op [Aan], kan het
verbindingsbereik tussen de handset en het basisstation
worden verkleind.
ECO+-modus
Wanneer de ECO+-modus is geactiveerd,
wordt de straling van de handset en het
basisstation in stand-bymodus geëlimineerd.
1 Selecteer [Menu] > >[ECO+-modus]
en druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk ter
bevestiging op [OK].
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alle handsets die bij het basisstation
zijn aangemeld D600/D605-modellen zijn, zodat de
functie ECO+ goed kan functioneren.
• Wanneer ECO+ is geactiveerd, wordt de stand-bytijd
verkort. Dit komt omdat het basisstation in ECO+modus geen signalen in stand-bymodus uitzendt; de
handset moet daarom vaker 'luisteren' naar signalen
van het basisstation om inkomende oproepen of
andere verzoeken van het basisstation te detecteren.
De handset doet er ook langer over om toegang te
krijgen tot functies zoals oproepinstellingen, de bellijst,
paging en het bladeren door het telefoonboek. De
handset zal u niet waarschuwen voor verlies van
verbinding bij vermogensverlies of wanneer u bijna
buiten bereik bent.
In de volgende tabel vindt u de huidige
status van het scherm van de handset met
verschillende instellingen voor de ECO-modus
en de ECO+-modus.
ECOmodus
[Uit][Uit]
[Uit][Aan]
[Aan][Uit]
[Aan][Aan]
ECO+-
modus
Pictogramdisplay op
handset
en zijn uitgeschakeld.
wordt alleen
weergegeven nadat de
ECO+-modus tijdens
de stand-bymodus is
geactiveerd.
wordt weergegeven.
wordt alleen
weergegeven en gewijzigd
in wanneer de ECO+modus in stand-bymodus
is geactiveerd.
De handset een naam geven
De naam van de handset mag maximaal 16
tekens lang zijn. De naam wordt in de standbymodus op het scherm van de handset
weergegeven.
1 Selecteer [Menu] > > [Telefoonnaam]
en druk op [OK] om te bevestigen.
24NL
2 Voer de naam in of bewerk deze. Als u een
teken wilt wissen, selecteert u [Wis].
3 Druk op [Bewaar] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
De displaytaal instellen
Opmerking
• Deze functie is uitsluitend van toepassing op modellen
met ondersteuning voor verschillende talen.
• De beschikbare talen verschillen per land.
1 Selecteer [Menu] > > [Taal] en druk op
[OK] om te bevestigen.
2 Selecteer een taal en druk op [OK] om te
bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Display-instellingen
U kunt het display van de telefoon in de standbymodus wijzigen.
De helderheid instellen
U kunt de helderheid van het scherm van de
handset op verschillende niveaus instellen.
1 Selecteer [Menu] > > [Display] en druk
op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Helderheid] en druk op [OK]
om te bevestigen.
3 Selecteer een optie en druk op [OK] om
te bevestigen.
De klokweergave instellen
U kunt de klok instellen op digitale of analoge
weergave.
1 Selecteer [Menu] > > [Display] en druk
op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Klok] en druk op [OK] om te
bevestigen.
3 Selecteer een optie en druk op [OK] om
te bevestigen.
De achtergrondverlichting van het LCDscherm instellen
U kunt het knipperen van de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm en
toetsenblok instellen op aan of uit wanneer de
telefoon overgaat.
1 Selecteer [Menu] > > [Display] >
[Wrsch visueel] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer [Knipperen aan]/[Knipperen uit]
en druk ter bevestiging op [OK].
» De instelling wordt opgeslagen.
25NL
13 Alarmklok
De telefoon heeft een ingebouwde alarmklok.
Hieronder vindt u informatie over het instellen
van de alarmklok.
Het alarm instellen
1 Selecteer [Menu] > en druk op [OK]
om te bevestigen.
2 Selecteer [Aan/uit] > [Aan]/[Uit] en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
3 Selecteer [Wektijd] en druk op [OK] om
te bevestigen.
4 Voer een alarmtijd in en druk ter
bevestiging op [OK].
5 Selecteer [Herhaling] en druk op [OK]
om te bevestigen.
6 Selecteer een alarmherhaling en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
7 Selecteer [Alarmmelodie] en druk op
[OK].
8 Selecteer een toon uit de opties en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» Het alarm wordt ingesteld en wordt
op het scherm weergegeven.
» De instelling wordt opgeslagen.
Wanneer het alarm klinkt
•Druk op[Uit] om het alarm uit te
schakelen.
•Druk op [Snooze](of een willekeurige
toets behalve [Uit] ) om het alarm te
herhalen.
» De wekker gaat na 5 minuten
opnieuw af. De sluimerfunctie wordt
uitgeschakeld wanneer u deze 3 keer
hebt gebruikt.
Tip
• Druk op om te wisselen tussen [am]/[pm]
(verschilt per land).
Het alarm uitschakelen
Voordat het alarm klinkt
Selecteer [Menu] > > [Uit] en druk op
[OK] om te bevestigen.
26NL
14 Babyfoon
Uw telefoon ondersteunt de babyfoonfunctie,
die een waarschuwing verzendt wanneer het
geluidsvolume de ingestelde limiet overschrijdt.
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
Let op
• Zorg ervoor dat u de handset met de geactiveerde
babyfoon niet in de babykamer achterlaat.
• Zorg dat de babyunit en het snoer altijd buiten het
bereik van de baby blijven.
• Plaats de babyunit ten minste 1 meter, maar niet meer
dan 2 meter, van de baby vandaan.
1-2m
De babyunit activeren/
deactiveren
Selecteer [Menu] > > [Activeren] en druk
op [OK] om te bevestigen.
» De babyunit is geactiveerd. [Babyfoon
aan] wordt weergegeven.
Tip
• Als u de ouderunit niet hebt ingesteld, verschijnt een
bericht. U wordt dan gevraagd te kiezen waarnaar u het
alarm stuurt: externe lijnen of een andere handset. Voor
informatie raadpleegt u het volgende gedeelte.
• Druk op [Uit] om het babyfoonmenu af te sluiten.
Opmerking
• Wanneer de babyfoon is ingeschakeld, gaat de
babyhandset niet over bij inkomende oproepen.
Een alarm verzenden
U kunt een alarm verzenden naar andere
handsets in huis of naar een externe lijn. De
externe lijn kan een mobiele telefoon of een
andere vaste lijn buitenshuis zijn.
Opmerking
• Zorg ervoor dat eventuele voorkeuzegetallen en/of de
landcode worden toegevoegd wanneer u een alarm
verzendt.
Naar andere handsets verzenden
1 Selecteer [Menu] > > [Wrsch verz nr]
> [Verbonden lijn] en druk op [OK] om
te bevestigen.
2 Selecteer het handsetnummer en druk op
[OK] om te bevestigen.
Opmerking
• Zorg ervoor dat de afstand tussen de babyunit en de
ouderunit ten minste 1,5 bedraagt om rondzingen te
voorkomen.
1.5m
Naar een externe lijn verzenden
1 Selecteer [Menu] > > [Wrsch verz nr]
> [Externe lijn] en druk op [OK] om te
bevestigen.
27NL
2 Voer een telefoonnummer in en druk op
[Bewaar] om te bevestigen.
Opmerking
• U kunt nog steeds een alarm naar de externe
lijn verzenden, ook al staat deze in de lijst met
geblokkeerde nummers.
Naar een contactpersoon in het
telefoonboek verzenden
1 Selecteer [Menu] > > [Wrsch verz nr]
> [Nr selecteren] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Selecteer een contactpersoon in het
telefoonboek en druk vervolgens op
[Bewaar] om te bevestigen.
Het huilniveau instellen
1 Selecteer [Menu] > > [Huilniveau] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer een nieuwe instelling en druk op
[OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
28NL
15 Services
De telefoon ondersteunt een aantal functies
waarmee u gesprekken kunt afhandelen en
beheren.
Zorg ervoor dat alle handsets die bij het
basisstation zijn aangemeld Philips D60modellen zijn, zodat deze functie goed kan
functioneren.
De blokkeermodus selecteren
1 Selecteer [Menu] > > [Gesprek. blok.]
> [Blokkeermodus] en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
2 Voer de pincode in. De standaardpincode
is 0000.
3 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Automatische conferentie
Als u met een andere handset wilt deelnemen
aan een extern gesprek, drukt u op .
Opmerking
• Deze functie is alleen beschikbaar voor versies met
meerdere handsets.
Automatische conferentie activeren/
deactiveren
1 Selecteer [Menu] > > [Conferentie] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Automatisch]/[Uit] en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Gesprekken blokkeren
U kunt vier reeksen nummers van maximaal
vier cijfers maken per reeks. Wanneer u een
oproep plaatst die met een van deze vier
reeksen nummers begint, wordt de uitgaande
oproep geblokkeerd.
Een nieuw nummer toevoegen aan de
lijst met geblokkeerde nummers
1 Selecteer [Menu] > > [Gesprek. blok.]
> [Geblokkeerd nr] en druk op [OK] om
te bevestigen.
2 Voer de pincode in. De standaardpincode
is 0000.
3 Selecteer een nummer in de lijst en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
4 Bewerk het nummer en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• Het nummer uit de lijst met geblokkeerde nummers
kan nog steeds worden verzonden als een externe
lijn voor een babyoproep (zie 'Naar een externe lijn
verzenden' op pagina 27).
De pincode wijzigen
1 Selecteer [Menu] > > [Gesprek. blok.]
> [Verander PIN] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2 Voer de oude pincode in en druk op [OK]
om te bevestigen.
3 Voer de nieuwe pincode in en druk op
[OK] om te bevestigen.
4 Voer de nieuwe pincode opnieuw in en
druk op [Bewaar] om te bevestigen.
29NL
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• Als u de pincode niet meer weet, moet u uw telefoon
opnieuw instellen (zie 'Standaardinstellingen herstellen'
op pagina 33).
Type bellijst
Automatisch voorkeuzenummer
instellen
1 Selecteer [Menu] > > [Voork.num.] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Voer het detectienummer in en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
3 Voer het voorkeuzenummer in en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
U kunt instellen of u alle oproepen of gemiste
oproepen van de bellijst wilt weergeven.
Het type bellijst selecteren
1 Selecteer [Menu] > > [Type bellijst] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer een optie en druk op [OK] om
te bevestigen.
Automatische voorkeuze
Met deze functie wordt het nummer dat u
kiest gecontroleerd en opgemaakt voordat
het daadwerkelijk wordt gebeld. Het
voorkeuzenummer kan het in het menu instelde
detectienummer vervangen. U stelt bijvoorbeeld
604 in als het detectienummer en 1250 als het
voorkeuzenummer. Toetst u vervolgens nummer
6043338888 in, dan wijzigt uw telefoon
het nummer in 12503338888 wanneer dit
daadwerkelijk wordt gekozen.
Opmerking
• De maximale lengte van een detectienummer is 5
cijfers. De maximale lengte van een automatisch
voorkeuzenummer is 10 cijfers.
Opmerking
• Deze functie kan per land verschillen.
• Als u een pauze wilt inlassen, houdt u ingedrukt.
• Als het voorkeuzenummer is ingesteld en het
detectienummer leeg is, wordt het voorkeuzenummer
toegevoegd aan alle uitgaande gesprekken.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer het gekozen
nummer begint met * of #.
Netwerktype
Opmerking
• Deze functie kan per land verschillen. Dit is uitsluitend
van toepassing op modellen met ondersteuning voor
het netwerktype.
1 Selecteer [Menu] > > [Netwerktype]
en druk vervolgens op [OK].
2 Selecteer een netwerktype en druk op
[OK].
» De instelling wordt opgeslagen.
Flashsignaalduur instellen
Zorgervoordatdeashsignaalduurgoed
is ingesteld om tijdens een gesprek een
tweede gesprek te kunnen aannemen.
Meestal is de telefoon al ingesteld op de
juisteashsignaalduur.Ukuntkiezenuit3
opties: [Kort], [Middel] en [Lang]. Het aantal
30NL
beschikbare opties kan per land verschillen.
Neem voor meer informatie contact op met de
serviceprovider.
1 Selecteer [Menu] > > [Flashduur] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer een optie en druk op [OK] om
te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Kiesmodus
Opmerking
• Deze functie verschilt per land en is alleen beschikbaar
op modellen die zowel puls- als toonkiezen
ondersteunen.
De eerste beltoon in-/uitschakelen
1 Selecteer [Menu] > > [1ste beltoon]
en druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit] en druk op [OK]
om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• Als u de status van de eerste beltoon opnieuw
wilt instellen, gaat u naar het resetmenu (zie
'Standaardinstellingen herstellen' op pagina 33).
Automatische klok
De kiesmodus moet worden ingesteld op het
telefoonsignaal dat in uw land wordt gebruikt.
De telefoon ondersteunt toonkiezen (DTMF)
en pulskiezen (kiesschijf). Neem voor meer
informatie contact op met de serviceprovider.
1 Selecteer [Menu] > > [Kiesmodus] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer een optie en druk op [OK] om
te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Eerste beltoon
Als u bij de serviceprovider nummerherkenning
hebt geactiveerd, kan de telefoon de eerste
beltoon onderdrukken voordat de naam van
de beller op het scherm wordt weergegeven.
Nadat de telefoon is gereset, kan deze
automatisch nummerherkenning detecteren
indien aanwezig en de eerste beltoon
onderdrukken. U kunt deze functie naar
wens wijzigen. Deze functie is uitsluitend van
toepassing op modellen met ondersteuning van
de functie eerste beltoon.
Opmerking
• Deze service is afhankelijk van het netwerk.
• Om deze functie te gebruiken, moet u zich hebben
aangemeld voor de service nummerherkenning.
Met de automatische klok wordt de
datum en tijd op de telefoon automatisch
gesynchroniseerd met het openbare
telefoonnet. Om de datum te synchroniseren,
moet het juiste jaar zijn ingesteld.
1 Selecteer [Menu] > > [Autom. klok] en
druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Aan]/[Uit]. Druk op [OK].
» De instelling wordt opgeslagen. .
Extra handsets aanmelden
U kunt extra handsets aanmelden bij het
basisstation (zie 'Uw handset registreren' op
pagina 10).
31NL
Handsets afmelden
1 Als twee handsets bij hetzelfde basisstation
zijn aangemeld, kunt u de ene handset
afmelden met de andere.
2 Selecteer [Menu] > > [Afmelden] en
druk op [OK] om te bevestigen.
3 Selecteer het handsetnummer dat u wilt
afmelden.
4 Druk op [OK] om te bevestigen.
» De handset is afgemeld.
Tip
• In de stand-bymodus wordt het handsetnummer naast
de handsetnaam weergegeven.
Oproepservices
De oproepservices zijn afhankelijk van het
netwerk en het land. Deze zijn van toepassing
op modellen met ondersteuning voor
oproepservices. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Opmerking
• De oproepservices werken alleen goed als de activatie-
en/of deactivatiecodes juist zijn ingevoerd.
Oproep doorschakelen
U kunt uw oproepen doorschakelen naar een
ander telefoonnummer. U kunt kiezen uit 3
opties:
•[Gespr. doorsch]: hiermee schakelt u alle
inkomende oproepen door naar een ander
nummer.
•[Doorsch. bezet]: hiermee schakelt u
oproepen door als de lijn bezet is.
•[Sch. geen ant]: hiermee schakelt u
oproepen door als niemand opneemt.
Gesprekken doorschakelen activeren/
deactiveren
1 Selecteer [Menu] > >
[Oproepservices] > [Gespr.
doorsch]/[Doorsch. bezet]/[Sch. geen ant]
2 Selecteer [Activeren]/[Uitschakelen]
en druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
3 Voer het telefoonnummer in.
» De instelling wordt opgeslagen.
De activatie-/deactivatiecode bewerken
U kunt de voorkeuze en het achtervoegsel van
de doorschakelcodes bewerken.
1 Selecteer [Menu] > >
[Oproepservices] > [Gespr.
doorsch]/[Doorsch. bezet]/[Sch. geen ant]
en druk op [OK] om te bevestigen.
2 Selecteer [Wijzig code] en druk op [OK].
3 Vervolgens voert u een van de volgende
handelingen uit:
• Selecteer [Activering] >
[Voorkiezen]/[Nakiezen] en druk op
[OK] om te bevestigen.
• Selecteer [Deactivering] en druk op
[OK] om te bevestigen.
4 Voer de code in of bewerk deze. Druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Terugbellen
U kunt de laatste onbeantwoorde oproep
controleren.
Contact opnemen met het
servicecenter voor het terugbellen
Selecteer [Menu] > > [Oproepservices]
> [Terugbellen] > [Inkom. gespr.] en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» Het servicecenter wordt gebeld.
Het nummer van het servicecenter voor
terugbellen wijzigen
1 Selecteer [Menu] > >
[Oproepservices] > [Terugbellen] >
32NL
[Instellingen] en druk vervolgens op [OK]
om te bevestigen.
2 Voer het nummer in of bewerk het
en druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Dienst voor het terugschakelen van
oproepen
U krijgt bericht van de dienst voor het
terugschakelen van oproepen wanneer het
nummer dat u probeerde te bellen beschikbaar
is. U kunt deze dienst via het menu annuleren
nadat u deze hebt geactiveerd via de
serviceprovider.
De dienst voor het terugschakelen van
oproepen annuleren
Selecteer [Menu] > > [Oproepservices]
> [Stop terugbel] > [Inkom. gespr.] en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» Het servicecenter wordt gebeld om
de optie voor het terugschakelen van
oproepen te annuleren.
Het servicenummer voor het
terugschakelen van oproepen wijzigen
1 Selecteer [Menu] > >
[Oproepservices] > [Stop terugbel] >
[Instellingen] en druk vervolgens op [OK]
om te bevestigen.
2 Voer het nummer in of bewerk het
en druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
De code voor nummer verbergen
bewerken
1 Selecteer [Menu] > >
[Oproepservices] > [Nr verbergen] >
[Instellingen] en druk vervolgens op [OK]
om te bevestigen.
2 Voer het nummer in of bewerk het
en druk vervolgens op [OK] om te
bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Standaardinstellingen
herstellen
U kunt de telefooninstellingen opnieuw instellen
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1 Selecteer [Menu] > > [Resetten] en
druk op [OK] om te bevestigen.
» Op de handset wordt een verzoek om
te bevestigen weergegeven.
2 Druk op [OK] om te bevestigen.
» Alle instellingen worden opnieuw
ingesteld.
Uw nummer verbergen
U kunt uw nummer voor de beller verbergen.
Nummer verbergen activeren
Selecteer [Menu] > > [Oproepservices]
> [Nr verbergen] > [Activeren] en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» Wanneer u een contactpersoon belt,
wordt uw nummer verborgen.
33NL
16 Technische
gegevens
Algemene specicaties en functies
•Gesprekstijd: 18 uur
•Stand-bytijd: 250 uur
•Bereik binnenshuis: 50 meter
•Bereik buitenshuis: 300 meter
•Standaardondersteuning
nummerherkenning: FSK, DTMF
Batterij
•Philips: 2 oplaadbare AAA-batterijen, Ni-
MH 1,2 V 550 mAh
Stroomadapter
Basisstation en lader
•Philips, MN-A102-E130, ingang: 100 - 240
V AC, 50 - 60 Hz, 200 mA, uitgang: 6 V DC,
400 mA
•Philips, S003IV0600040, ingang:100 - 240
V AC, 50 - 60 Hz 150 mA, uitgang 6 V DC
400 mA
Energieverbruik
•Energieverbruik in niet-actieve modus: ca.
0,30 W
Gewicht en afmetingen
•Handset: 121 gram
•160,9 x 46,8 x 27,5 mm (h x b x d)
•Oplader: 46 gram
•46 x 84,5 x 71,1 mm (h x b x d)
34NL
17 Kennisgeving
Voldoet aan de norm voor
elektromagnetische velden
(EMF)
Conformiteitsverklaring
Philips Consumer Lifestyle verklaart hierbij
dat het product D600/D605 voldoet aan
de essentiële vereisten en andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. U kunt de
conformiteitsverklaring lezen op www.p4c.
philips.com.
Dit product is ontworpen, getest en vervaardigd
volgens de Europese R&TTE-richtlijn 1999/5/
EC.
Compatibel met de GAPnorm
De GAP-norm garandeert dat alle DECT™
GAP-handsets en -basisstations aan de
minimale bedrijfsnorm voldoen, ongeacht
het fabricaat. De handset en het basisstation
voldoen aan de GAP-norm. Dit houdt in dat
de minimumfuncties worden ondersteund: een
handset aanmelden, de lijn beleggen, bellen
en een gesprek aannemen. De geavanceerde
functies zijn mogelijk niet beschikbaar wanneer
u de handsets gebruikt in combinatie met
een ander fabricaat. Als u deze handset
wilt aanmelden bij een GAP-compatibel
basisstation van een ander fabricaat, volgt u
eerst de procedure uit de instructies van de
fabrikant van het basisstation. Daarna volgt u
de instructies voor het aanmelden van een
handset in deze handleiding. Als u een handset
van een ander fabricaat wilt aanmelden bij het
basisstation, schakelt u op het basisstation de
modus voor aanmelden in en volgt u daarna de
instructies van de fabrikant voor het aanmelden
van de handset.
Koninklijke Philips Electronics N.V. maakt
en verkoopt vele consumentenproducten
die net als andere elektronische apparaten
elektromagnetische signalen kunnen uitstralen
en ontvangen.
Een van de belangrijkste zakelijke principes
van Philips is ervoor te zorgen dat al onze
producten beantwoorden aan alle geldende
vereisten inzake gezondheid en veiligheid
en ervoor te zorgen dat onze producten
ruimschoots voldoen aan de EMF-normen die
gelden op het ogenblik dat onze producten
worden vervaardigd.
Philips streeft ernaar geen producten te
ontwikkelen, produceren en op de markt
te brengen die schadelijk kunnen zijn voor
de gezondheid. Philips bevestigt dat als zijn
producten correct voor het daartoe bestemde
gebruik worden aangewend, deze volgens
de nieuwste wetenschappelijke onderzoeken
op het moment van de publicatie van deze
handleiding veilig zijn om te gebruiken.
Philips speelt een actieve rol in de ontwikkeling
van internationale EMF- en veiligheidsnormen,
wat Philips in staat stelt in te spelen op
toekomstige normen en deze tijdig te
integreren in zijn producten.
Oude producten en
batterijen weggooien
Uw product is vervaardigd van kwalitatief
hoogwaardige materialen en onderdelen die
kunnen worden gerecycleerd en herbruikt.
35NL
Als u op uw product een symbool met een
doorgekruiste afvalcontainer ziet, betekent
dit dat het product valt onder de EU-richtlijn
2002/96/EG. Win inlichtingen in over de manier
waarop elektrische en elektronische producten
in uw regio gescheiden worden ingezameld.
Neem bij de verwijdering van oude producten
de lokale wetgeving in acht en doe deze
producten niet bij het gewone huishoudelijke
afval.
Als u oude producten correct verwijdert,
voorkomt u negatieve gevolgen voor het milieu
en de volksgezondheid.
Uw product bevat batterijen die,
overeenkomstig de Europese richtlijn 2006/66/
EG, niet bij het gewone huishoudelijke afval
mogen worden weggegooid.
Win informatie in over de lokale wetgeving
omtrent de gescheiden inzameling van
batterijen. Door u op de juiste wijze van
de batterijen te ontdoen, voorkomt u
negatieve gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid.
plaatselijke regelgeving inzake het weggooien
van verpakkingsmateriaal, lege batterijen en
oude apparatuur.
Als u dit logo op een product ziet, is er
eennanciëlecontributiebetaaldaan
het desbetreffende landelijke inzamel- en
recyclingsysteem.
Milieu-informatie
Er is geen overbodig verpakkingsmateriaal
gebruikt. We hebben ervoor gezorgd dat de
verpakking gemakkelijk kan worden gescheiden
in drie materialen: karton (de doos), polystyreen
(buffer) en polyethyleen (zakken en afdekking).
Het systeem bestaat uit materialen die kunnen
worden gerecycled en opnieuw kunnen worden
gebruikt wanneer het wordt gedemonteerd
door een gespecialiseerd bedrijf. Houd u aan de
36NL
18 Veelgestelde
vragen
Er wordt geen signaalbalk op het scherm
getoond.
•De handset is buiten bereik. Verplaats de
handset in de richting van het basisstation.
•Als op de handset [Handset Aanmelden]
wordt weergegeven, plaatst u de handset
op het basisstation totdat de signaalbalk
wordt weergegeven.
Tip
• Raadpleeg voor meer informatie 'Extra handsets
aanmelden' in het gedeelte Services.
Mijn handset staat in de zoekstatus, wat moet
ik doen?
•Zorg ervoor dat het basisstation is
aangesloten aan een voedingsbron.
•Meld de handset aan bij het basisstation.
•Breng de handset dichter bij het
basisstation.
Wat kan ik doen als het niet lukt de extra
handsets te koppelen met (aanmelden bij) het
basisstation?
Het geheugen van het basisstation is vol.
Meld handsets die niet worden gebruikt af en
probeer het opnieuw.
Ik heb een taal gekozen die ik niet begrijp, wat
moet ik doen?
1 Druk op om terug te gaan naar het
stand-byscherm.
2 Raak aan voor toegang tot het
hoofdscherm.
3 Selecteer en vervolgens wordt een
van de volgende teksten op het scherm
weergegeven:
Language
Sprache
Langue
Taal
Lingua
4 Selecteer dit om toegang te krijgen tot de
taalopties.
5 Selecteer uw taal.
Geen kiestoon
•Controleer de telefoonaansluitingen.
•De handset is buiten bereik. Verplaats de
handset in de richting van het basisstation.
Geen stationstoon
•De handset is niet goed op het
basisstation/de oplader geplaatst.
•De laadcontactpunten zijn vervuild.
Koppel eerst de adapter los en reinig de
contactpunten met een vochtige doek.
Ik kan de instellingen van mijn voicemail niet
wijzigen. Wat kan ik doen?
De voicemailservice wordt beheerd door uw
serviceprovider en niet door de telefoon zelf.
Neem contact op met de serviceprovider om
de instellingen te wijzigen.
De handset op de lader laadt niet op.
•Controleer of de batterijen correct zijn
geplaatst.
•Controleer of de handset goed op de
oplader is geplaatst. Tijdens het laden
knippert het batterijpictogram.
•Controleer of de instelling voor de
stationstoon is ingeschakeld. U hoort een
stationstoon wanneer de handset goed op
de oplader is geplaatst.
•De laadcontactpunten zijn vervuild.
Koppel eerst de adapter los en reinig de
contactpunten met een vochtige doek.
•De batterijen zijn defect. Koop nieuwe
batterijen met dezelfde eigenschappen.
Geen weergave
•Controleer of de batterijen zijn opgeladen.
•Controleer of de stroomvoorziening werkt
en of de telefoon is aangesloten.
37NL
Slecht geluid (gekraak, echo enz.)
•De handset is bijna buiten bereik.
Verplaats de handset in de richting van het
basisstation.
•De telefoon heeft last van interferentie
door elektrische apparaten in de nabijheid.
Plaats het basisstation uit de buurt van
deze apparaten.
•De telefoon bevindt zich in een ruimte
met dikke muren. Plaats het basisstation
ergens anders.
De handset gaat niet over.
Controleer of de beltoon van de handset is
ingeschakeld.
Nummerherkenning werkt niet.
•De service is niet geactiveerd. Neem
contact op met uw serviceprovider.
•De informatie van de beller is afgeschermd
of niet beschikbaar.
Opmerking
• Als de bovenstaande oplossingen niet helpen, koppelt u
de voeding van de handset en van het basisstation los.
Probeer het na 1 minuut opnieuw.
2ABC2ÀÂÆÁÃÄÅĄĀÇČ
3DEF3ÈÉÊËĖĘĒΔΦ
4GHI4ĞÍÏĮĪİΓ
5JKL5Λ
6M N O 6 Ñ Ó Ô Õ Ö
7PQRS7ŞŠΠΘΣ
8TUV8ÙÚÜŪŲ
9WXYZ9ØΩΞΨŽ
2abc2àâæáãäåąāçč
3def3èéêëėęēΔΦ
4ghi4ğíìïįīıΓ
5jkl5Λ
6m n o 6 ñ ó ô õ ö ò
7pqrs7βşšΠΘΣ
8tuv8ùúüūųμ
9wxyz9øΩΞΨž