Philips AZ2060/00C, AZ2060/14 User Manual [nl]

Page 1
CD Soundmachine
W
AZ 2060
Meet Philips at the Internet
Gebruikershandleidingen Manuale per l'utente Manual do usuário Brugermanual
AZ2060
CLASS 1
LASER PRODUCT
Page 2
123 5 6 7
8
4
90!@#
$
% ^
See A
VOLUME
SEARCH
PRESET
TUNING
REPEAT
SHUFFLE
SEARCH
1
9
8
6
7
2
4
3
5
+
-
1
2
1
3
2
6
7
8
A AB
C
9
X
A
4
5
Page 3
Nederlands TOETSEN
STROOMVOORZIENING
Wilt u de batterijen sparen, gebruik dan zo vaak als u kunt de netvoeding. Let erop dat u het netsnoer uit het apparaat en het stopcontact haalt voor u de bat­terijen in het apparaat plaatst.
Batterijen (niet bijgeleverd)
¥ Plaats 6 batterijen, type R-20, UM-1 of D, (bij
voorkeur alkaline) met de juiste polariteit.
Afstandsbediening (Zie A)
¥ Plaats 2 batterijen, type AAA, R03 of UM4 (bij
voorkeur alkaline).
Door verkeerd gebruik kunnen batterijen gaan lekken waardoor roest ontstaat in het batterijvak of waar­door de batterijen kunnen openbarsten. ¥ Gebruik geen verschillende types batterijen door
elkaar, bijvoorbeeld alkaline met zink-koolstof.
Gebruik voor het apparaat enkel batterijen van het­zelfde type.
¥ Als u de batterijen vervangt, gebruik dan geen
oude en nieuwe batterijen door elkaar.
¥ Batterijen bevatten chemicaliën en moeten
daarom op de juiste manier ingeleverd wor­den.
Gebruiken van de netvoeding 1 Controleer of de netspanning op het typeplaatje
op de onderkant van het apparaat overeenkomt
met de plaatselijke netspanning. Is dit niet het geval, neem dan contact op met uw leverancier of serviceorganisatie.
2 Heeft het apparaat een netspanningskiezer, zet
deze dan op de plaatselijke netspanning.
3 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. 4 Trek de stekker uit het stopcontact als u de
netvoeding helemaal uit wilt schakelen.
Automatische stand-by
Als een CD of cassette klaar is met spelen en het apparaat langer dan 15 minuten stil blijft staan dan wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld om stroom te besparen.
Na 5 minuten in de pauzestand stopt de cd-weergave automatisch. 15 minuten later schakelt het apparaat uit.
Het typeplaatje vindt u op de onderkant van het apparaat.
BASISFUNCTIES
In- en uitschakelen en kiezen van een functie
1 Druk op STANDBY y om het apparaat in te
schakelen.
2 Druk n of meerdere keren op SOURCE om de
functie te kiezen:
CD, TUNER, AUX of TAPE.
3 Druk op y om het apparaat uit te schakelen.
Nuttige tips:
– Om van TAPE naar TUNER, CD of AUX te gaan, of als
u het apparaat uit wilt schakelen, moet u eerst op de cassettetoets STOP 9 drukken om het afspelen te beëindigen en moeten alle cassettetoetsen ont­grendeld zijn.
– De geluidsinstellingen, de geprogrammeerde zen-
ders en het volumeniveau (tot een volumeniveau van maximaal 20) blijven bewaard in het geheugen van het apparaat.
Instellen van het volume en het geluid ¥ Stel het volume in met de VOLUME-knop.
In het display wordt het volumeniveau
weergegeven en een cijfer van 0 tot 32. (Zie 2)
Lagetonenregeling
Er zijn drie DBB (Dynamic Bass Boost)-opties: —Uit: geen versterking van lage tonen —DBB1: matige lagetonenversterking —DBB2: krachtige lagetonenversterking ¥ Druk een of meer keren op DBB om de opties voor
lagetonenversterking te kiezen
DBB1,2 wordt weergegeven wanneer DBB
ingeschakeld is.
DIGITAL TUNER
Afstemmen op een radiozender
1 Druk y op aan en druk vervolgens op SOURCE om
de
TUNER te kiezen.
— In het display verschijnt kort en vervolgens
worden de frequentie van de radiozender, het golfgebied en, indien geprogrammeerd, het zen­dernummer weergegeven. (Zie 3)
2 Druk n of meerdere keren op BAND om het
gewenste golfgebied te kiezen.
3 Houd ∞ of § ingedrukt tot de frequenties op het
display beginnen te lopen. De radio stemt automatisch af op een zender die
sterk genoeg is. Tijdens het automatisch afstem­men verschijnt in het display .
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
— stroomkabel
BOVEN- EN VOORKANT (Zie 1)
1
p — 3,5 mm-aansluitbus voor een stereohoofdtele­foon
Nuttige tips: Als de hoofdtelefoon aangesloten wordt op het apparaat dan worden de luidsprekers uitgeschakeld.
2
AUX — 3.5 mm
LINE-IN-ingang voor een extra appa-
raat.
3
STANDBYy — aan/uit-schakelaar
4
SOURCE — om de functie CD/TUNER/AUX/TAPE te kiezen
5
IR Sensor — infraroodsensor voor de afstandsbe­diening
6
Cassetterecorder-toetsen
RECORD 0 — opnemen starten PLAY 1 — afspelen starten SEARCH 5/6 — cassette versneld vooruit/
terugspoelen
STOP/OPEN 9/
— om het cassettevak te openen — om de cassette te stoppen PAUSE ; — afspelen of opnemen tijdelijk onder- breken.
7 OPENCLOSE - druk op deur om te openen/ sluiten
8 DBB — schakelt de lagetonenversterking aan en
uit.
9 VOLUME — om het volumeniveau in te stellen 0 BAND — om het golfgebied te kiezen ! Bedieningstoetsen
PRESET
-, +
— om een geprogrammeerde zender
te kiezen (omhoog, omlaag)
9 — om het afspelen van een CD te be indigen;
— om een CD-programma te wissen
SEARCH , §
CD: — om binnen een nummer achteruit of vooruit
te zoeken; — om naar het begin van het huidige nummer/ vorige/ volgende nummer te gaan Tuner: om af te stemmen op een radiozender
(omlaag, omhoog)
MODE — om de verschillende manieren van afspe­len te kiezen: bijv.
REPEAT of SHUFFLE in willekeurige
volgorde 2; — om het afspelen van een cd te starten of te onderbreken
@ PROGRAM
CD: om nummers te programmeren en het pro­gramma te controleren; Tuner: om voorkeurzenders te programmeren
# Display — geeft informatie over het apparaat
weer
ACHTERKANT
$Telescoopantenne — om de FM-ontvangst te ver-
beteren
%AC MAINS — aansluitbus voor het netsnoer ^Batterijvak — voor 6 batterijen, type R-20, UM1 of D
AFSTANDSBEDIENING
1VOLUME +, – — om het volumeniveau in te stellen
(harder, zachter)
2SHUFFLE — om alle nummers van een CD in
willekeurige volgorde af te spelen
32; — om het afspelen van een CD te starten/
te onderbreken
4SEARCH 5, 6 — om binnen een nummer
achteruit/ vooruit te zoeken
5PRESET 3,4 — om een geprogrammeerde zender
te kiezen (omhoog, omlaag)
6TUNING ∞, § — om af te stemmen op een
radiozender (omlaag, omhoog)
79 — om het afspelen van een CD te be indigen;
— om een CD-programma te wissen
8¡, — om naar het begin van het huidige num-
mer/ vorige/ volgende nummer te gaan
9REPEAT — om een nummer/ programma/ hele CD
te herhalen
LET OP
Het gebruik van de toetsen en regelingen of het toepassen van de aanwijzingen anders dan hier beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaar­lijke straling of tot onveilige werking.
BASISFUNCTIES
Batterijen niet weggooien, maar inleveren als KCA.
ñ
Page 4
4 Herhaal indien nodig stap 2 en 3 tot u de gewenste
zender gevonden heeft.
¥ Om af te stemmen op een zwakke zender: druk her-
haaldelijk kort op ∞ of § tot de ontvangst opti­maal is.
Verbeteren van de radio-ontvangst:
¥ Voor FM, moet u de telescoopantenne uittrekken,
neerklappen en draaien. Als het signaal te sterk is, schuif dan de antenne in elkaar.
¥ Voor MW (LW), heeft het apparaat een inge-
bouwde antenne. Richt de antenne door het hele apparaat te draaien.
Programmeren van radiozenders
U kunt in het totaal 30 radiozenders (20FM, 5MW and 5LW), handmatig of automatisch (Autostore) in het geheugen opslaan.
Handmatig programmeren
1 Stem af op de gewenste zender (zie Afstemmen op
een radiozender).
2 Druk op PROGRAM om te beginnen met program-
meren.
3 Druk n of meerdere keren op
PRESET -/+
(
op de
afstandsbediening
3 of 4) om een nummer van 1 tot 20 toe te kennen aan FM of 1 tot 5 aan MW of 1 tot 5 aan LW.
4 Druk op PROGRAM om te bevestigen. 5 Herhaal de stappen 1 tot 4 om nog meer zenders
op te slaan.
Nuttige tips:
U kunt een geprogrammeerde zender wissen door een andere frequentie op dezelfde plaats op te slaan.
Autostore - automatisch programmeren
De Autostore-functie programmeert automatisch vanaf nummer 1. De beschikbare zenders worden geprogrammeerd in volgorde van ontvangststerkte van het golfgebied: FM, gevolgd door MW/LW. Alle eerder geprogrammeerde zenders, bijvoorbeeld handmatig, worden gewist. ¥ Houd PROGRAM 4 seconden of langer ingedrukt
om het automatisch programmeren te starten. Display: AUto, PROG knipperen.
Als alle zenders opgeslagen zijn, begint de eerste geprogrammeerde zender automatisch te spelen.
Om te luisteren naar een (automatisch) gepro­grammeerde zender
Druk n of meerdere keren op de toetsen PRESET –
,
+(op de afstandsbediening
3 of 4) tot de gewenste
geprogrammeerde zender in het display verschijnt.
CD-SPELER
Afspelen van een CD
Op deze CD-speler kunnen audiodisks afgespeeld wor­den inclusief CD-recordables en CD-rewritables.
1 Druk y op aan en druk vervolgens op SOURCE om
de CD-speler te kiezen.
2 Plaats een CD met de bedrukte kant naar boven en
sluit het CD-vak. In het display verschijnt terwijl de cd- speler de inhoud van de cd scant, en vervolgens verschijnen in het display het totale aantal num­mers en de totale speelduur van de cd. (Zie 4)
3 Druk op 2; om het afspelen te starten. 4 Wilt u het afspelen tijdelijk onderbreken, druk dan
op 2;. Druk opnieuw op 2; om verder te gaan met afspelen.
5 Druk op 9 om het afspelen van de CD te be indi-
gen.
Nuttige tips:
het afspelen van de CD stopt ook: – wanneer u de CD-deur opent; – aan het eind van de CD; – wanneer u tape, AUX of tuner kiest.
Kiezen van een ander nummer
¥ Druk n of meerdere keren op
of §(¡ of
op de afstandsbediening
) op het apparaat om te
kiezen.
¥ Druk, terwijl de speler (tijdelijk) stilstaat, op 2;
om het afspelen te starten.
Zoeken naar een passage binnen een nummer
1 Houd ∞ of § ingedrukt (SEARCH 5, 6
op de
afstandsbediening
).
De CD wordt dan zachtjes en versneld afgespeeld.
2 Laat de toets ∞ of § los zodra u de gewenste
passage herkent om op de normale manier verder te gaan met afspelen.
Verschillende manieren van afspelen: SHUFFLE en REPEAT (Zie 5 - 7)
U kunt de verschillende manieren van afspelen kiezen of wijzigen voor of tijdens het afspelen en u kunt ze ook met PROGRAM combineren.
shuffle — alle nummers van de hele CD / van het pro­gramma worden in willekeurige volgorde afgespeeld shuffle en repeat all — de hele CD/ het hele pro­gramma wordt in willekeurige volgorde telkens opnieuw herhaald repeat all — de hele CD/het hele programma wordt herhaald repeat — het huidige (willekeurig gekozen) nummer wordt telkens opnieuw herhaald
1 Druk n of meerdere keren op MODE (SHUFFLE
of REPEAT
op de afstandsbediening
) om de manier
van afspelen te kiezen.
2 Staat de speler stil, druk dan op 2; om het afspe-
len te starten.
3 Wilt u weer op de normale manier verder gaan met
afspelen, druk dan herhaaldelijk op MODE tot in het display geen enkele van de verschillende manieren nog aangegeven wordt. — U kunt ook op 9 drukken om de manier van
afspelen af te sluiten.
Programmeren van CD-nummers
Terwijl de speler stilstaat, kunt u de nummers op uw CD kiezen en in de gewenste volgorde programmeren. In het totaal kunnen 20 nummers in het geheugen opgeslagen worden. 1 Kies het gewenste nummer met ∞ of § (
op de
afstandsbediening
¡ of ) op het apparaat.
2 Druk op PROGRAM.
Als u probeert te programmeren zonder eerst
een nummer gekozen te hebben dan verschijnt
.
3 Herhaal de stappen 1 en 2 om alle gewenste num-
mers te kiezen en te programmeren. Display: als u meer dan 20 nummers
probeert te programmeren.
Nuttige tips:
Tijdens normaal afspelen kunt u op
PROGRAM drukken om een huidig muziekstuk aan uw programmalijst toe te voegen.
Controleren van een programma
Houd terwijl de speler stilstaat de toets PROGRAM ingedrukt totdat de nummers die u geprogrammeerd heeft n voor n in het display verschijnen.
Wissen van een programma
U kunt de inhoud van het geheugen wissen door: ¥ de CD-lade openen; ¥ de geluidsbron TUNER, AUX of TAPE te kiezen; ¥ Door tweemaal op
9
te drukken tijdens het
afspelen of eenmaal in de stopstand. verschijnt kort in het display en PROG
verdwijnt.
AUX (audiokabel niet bijgeleverd)
Op dit 3,5 mm contact kunt u andere audio-apparatuur op uw systeem aansluiten, bijv. een MP3-cd-speler. 1 Druk y op aan en druk vervolgens op SOURCE om
de AUX. Display AUH.
2 Gebruik een audiokabel om het contact AUX aan te
sluiten op het contact LINE OUT / hoofdtelefoon van uw externe apparatuur.
3 Om geluidsstoringen te voorkomen moet men het
volume op de externe apparatuur op een laag niveau instellen.
4 Om de klank en het volume in te stellen gebruikt u
de bedieningsknoppen van uw externe apparatuur en van de AZ2060.
CASSETTERECORDER
Afspelen van een cassette
1 Druk y op aan en druk vervolgens op SOURCE om
de
TAPE.
Display: blijft weergegeven zolang de
cassetterecorder in gebruik is.
2 Plaats een cassette in de houder en sluit het cas-
settedeurtje.
3 Druk op PLAY 1 om het afspelen te starten. 4 Wilt u het afspelen onderbreken, druk dan op
PAUSE ;. Druk opnieuw op deze toets om verder te gaan met afspelen.
5 Druk op SEARCH 5 of 6 om de cassette ver-
sneld te spoelen.
6 Druk op STOP/OPEN 9/ om de cassette te stop-
pen.
¥ De toetsen worden aan het eind van de cassette
automatisch ontgrendeld behalve als u PAUSE ; ingedrukt heeft.
DIGITALE TUNER CD-SPELER CD-SPELER CASSETTERECORDER
Page 5
ALGEMENE INFORMATIE OVER HET OPNEMEN
¥ Opnemen is slechts geoorloofd als geen inbreuk
wordt gemaakt op auteursrechten of andere recht­en van derden.
¥ Gebruik voor opnames enkel NORMAL-cassettes
(IEC I) waarvan de nokjes niet uitgebroken zijn. Dit apparaat is niet geschikt voor opnames op CHROME- (IEC II) of METAL-cassettes (IEC IV).
¥ Het optimale opnameniveau wordt automatisch
ingesteld. De toetsen VOLUME en DBB hebben geen invloed op de opname.
¥ Om te voorkomen dat een cassette per ongeluk
gewist wordt, moet u de nokjes uitbreken. Als u weer wilt kunnen opnemen, plak dan een stukje plakband over de openingen.
Synchroon starten bij opnemen van een CD
1 Kies de CD-speler. 2 Plaats een CD in de speler en stel, indien gewenst,
een programma samen.
3 Open het cassettevak. 4 Plaats een geschikte cassette in de recorder en
sluit het cassettedeurtje.
5 Druk op RECORD 0 om de opname te starten.
— Het CD-programma begint automatisch te spelen
vanaf het begin van het programma. U hoeft de CD-speler niet zelf te starten.
Om een bepaalde passage binnen een
CD-nummer te kiezen en op te nemen:
¥ Druk op ∞ of §. Laat de toets los zodra u de
gewenste passage herkent.
¥ Druk op 2; om het afspelen van de CD te onder-
breken.
¥ Het opnemen begint precies vanaf dit punt in het
nummer waar u op RECORD 0 drukt.
6 Druk op PAUSE ; om het opnemen tijdelijk te
onderbreken. Druk opnieuw op PAUSE ; om verder te gaan met opnemen.
7 Druk STOP/OPEN 9/ om het opnemen te
be indigen.
Opnemen van de radio
1 Stem af op de gewenste radiozender (zie
Afstemmen op een radiozender).
2 Herhaal de stappen 3 tot 7 onder Synchroon
starten bij opnemen van een CD.
ONDERHOUD & VEILIGHEID
Onderhoud van de CD-speler en de CD’s (Zie 8)
¥ Als de CD-speler de CD s niet op de juiste manier
kan lezen, gebruik dan een schoonmaak-CD om de lens schoon te maken voor u het apparaat ter
reparatie aanbiedt. ¥ Raak de lens van de CD-speler nooit aan! ¥ Bij plotse temperatuurveranderingen kan er con-
dens ontstaan en kan de lens van de CD-speler
beslaan. Het afspelen van een CD is dan niet
mogelijk. Probeer niet de lens schoon te maken
maar laat de CD-speler enige tijd acclimatiseren in
een warme omgeving tot de condens verdwenen is. ¥ Sluit altijd het CD-vak om te voorkomen dat er stof
op de lens komt. ¥ Maak de CD schoon door met een zachte, pluisvrije
doek vanuit het midden in een rechte lijn naar de
rand te wrijven. Gebruik geen schoonmaakmiddelen
want deze kunnen de CD beschadigen. ¥ Schrijf nooit op een CD en plak er geen stickers op.
Veiligheidsvoorschriften
¥ Bescherm het apparaat, de batterijen, de CD s en
cassettes tegen vocht, regen, zand of extreem hoge
temperaturen. ¥ Maak het apparaat schoon met een droge doek.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die alcohol,
spiritus, ammonia of schuurmiddel bevatten want
die kunnen het apparaat beschadigen. ¥ Zet het apparaat op een harde, vlakke ondergrond
zodat het niet om kan vallen. Er moet voldoende
ventilatieruimte zijn om te voorkomen dat het
apparaat te warm wordt. ¥ De mechanische delen van het apparaat zijn
voorzien van zelfsmerende lagers en mogen dus
niet gesmeerd of geolied worden.
Onderhoud van de cassetterecorder (Zie 9) Om verzekerd te zijn van een goede geluidskwaliteit bij het opnemen en afspelen, moet u de aangegeven delen A, B en C n keer per maand schoonmak­en. Gebruik een wattenstaafje met een beetje alcohol of speciale reinigingsvloeistof voor het schoonmaken van het deck.
1 Open het cassettevak. 2 Druk op PLAY 1 en maak de aandrukrol C schoon. 3 Druk op PAUSE ; en maak de koppen A en de
toonas B schoon.
4 Druk na het schoonmaken op STOP/OPEN 9/.
De afstandsbediening werkt niet zoals het hoort
– De batterijen zijn leeg/ verkeerd geplaatst
¥ Plaats (nieuwe) batterijen op de juiste manier
– U zit te ver van/ niet goed recht voor het apparaat
¥ Ga dichterbij/ recht voor het apparaat zitten
Geen geluid/voeding
– Het volume staat te zacht
¥ Zet het VOLUME harder
– Het netsnoer is niet goed aangesloten
¥ Sluit het netsnoer op de juiste manier aan
– De batterijen zijn leeg/ verkeerd geplaatst
¥ Plaats (nieuwe) batterijen op de juiste manier
– De hoofdtelefoon is aangesloten
¥ Haal de stekker van de hoofdtelefoon uit het appa-
raat
Veel ruis of brom
– Elektrische interferentie: het apparaat staat te
dicht bij een tv, videorecorder of computer
¥ Zet ze verder van elkaar af.
Slechte radio-ontvangst
– Zwak radiosignaal
¥ FM: richt de FM-telescoopantenne
Slecht cassettegeluid
– Stof en vuil op de koppen, enzovoort
¥ Maak cassetterecorderonderdelen schoon, zie
Onderhoud
– Het cassettetype dat u gebruikt, is niet geschikt
(METAL of CHROME)
¥ Gebruik voor opnames enkel NORMAL-cassettes
(IEC I)
Het opnemen lukt niet
– De cassettenokjes zijn uitgebroken
¥ Plak een stukje plakband over de opening heen
/ in het display
– Krassen of vuil op de CD
¥ Vervang de CD/ maak deze schoon, zie Onderhoud
– De lens van de laser is beslagen
¥ Wacht tot de lens geacclimatiseerd is
– De CD-R(W) is leeg of niet afgesloten
¥ Gebruik een afgesloten CD-R(W)
– U heeft een CD-rom geplaatst/ er staan niet-audio-
files op de CD
¥ Gebruik enkel CD-audio-disks/ druk n of
meerdere keren op ∞ of § om naar een CD-audionummer te gaan in plaats van de datafiles
De CD-speler slaat nummers over
– De CD is beschadigd of vuil
¥ Vervang de CD of maak deze schoon
– SHUFFLE of PROGRAM is ingeschakeld
¥ Zet SHUFFLE / PROGRAM uit
WAARSCHUWING
Maak het apparaat niet open want dan loopt u het risico een elektrische schok te krijgen! Probeer in geen geval zelf het apparaat te repareren want dan vervalt de garantie.
Als zich een probleem voordoet, controleer dan eerst de punten op de onderstaande lijst voor u het apparaat ter reparatie aanbiedt. Kunt u het probleem niet oplossen aan de hand van deze aanwijzingen, raadpleeg dan uw leverancier of serviceorganisatie.
CASSETTERECORDER ONDERHOUD & VEILIGHEID VERHELPEN VAN STORINGEN
Met het oog op het milieu
Wij hebben de hoeveelheid verpakkingsmateriaal zoveel mogelijk beperkt en ervoor gezorgd dat de verpakking gemakkelijk in 3 materialen te scheiden is: karton, polystyreenschuim en polyethyleen. Uw apparaat bestaat uit materialen die door een gespecialiseerd bedrijf gerecycled kunnen worden. Informeer waar u verpakkingsmateriaal, lege batterijen en oude apparatuur voor recycling kunt inleveren.
Dit apparaat voldoet aan de radio-ontstoringseisen van de Europese Unie.
Loading...