Voordat u gaat lassen of elektrische apparatuur gaat gebruiken, moet u controleren of er geen explosiegevaar bestaat.
Wanneer mensen in afvalwaterinstallaties werken, moeten z
worden ingeënt tegen mogelk daar aanwezige iektekiemen.
Let vanwege uw gezondheid ook heel goed op de hygiëne.
Zorg ervoor dat er geen giftige gassen in de werkruimte aan-
wezig zn.
Neem de regels van de arbeidsinspectie in acht en zorg dat er
eerste-hulpmateriaal beschikbaar is.
In sommige gevallen kunnen pompen en het af te voeren mate-
riaal heet zn, dan bestaat er kans op verbranding.
Voor installatie in explosiegevaarlke gedeeltes zn bzondere
voorschriften van toepassing!
GEBRUIK
De kant-en-klare compli-fecaliënpompinstallaties zn conform de LGA-typekeuring getest en geschikt voor het pompen
van afvalwater uit toiletten en urinoirs, evenals van huishoude-
lk afvalwater met de gebruikelke toevoegingen.
De tanks kunnen onder water staan met een max. hoogte van 2
mWS en een maximale periode van 7 dagen.
De regelaar mag niet onder water staat, maar is bestand tegen
spatwater conform IP 44.
Indien geïnstalleerd zoals voorgeschreven en b juist gebruik,
voldoet de regelaar aan de beschermingseisen van de EMC-
richtln 2014/30/EU en is geschikt voor gebruik in huis met
aansluiting op het openbare elektriciteitsnet. B aansluiting
op een industrieel netwerk in een industrieel bedrf met een
stroomvoorziening via een eigen hoogspanningstransformator, moet onder bepaalde omstandigheden met een slechte
bestendigheid tegen storingen rekening worden gehouden.
B gebruik van de installaties moeten de respectieve nationale
wetten, voorschriften en de gemeentelke bepalingen worden
nageleefd, zoals bvoorbeeld
• Pompinstallaties voor afvalwater van gebouwen en terreinen
(bvoorbeeld in Europa EN 12050 en 12056)
• Installatie van laagspanningsinstallaties (bvoorbeeld in
Duitsland VDE 0100)
• Veiligheid en arbeidsmiddelen (bvoorbeeld in Duitsland Be-
trSichV en BGR 500)
• Veiligheid in het afvalwaterinstallaties (bv. in Duitsland
GUV-V C5, GUV-R 104, GUV-R 126)
• Elektrische installaties en productiemiddelen (bvoorbeeld
in Duitsland GUV-V A3)
• Explosiebeveiliging conform EN 60079-0, EN 60079-1, EN
60079-14, EN 60079-17 en EN 1127-1
Leveringspakket
• Tank met pomp(en) en klemens voor de inlaat
• Verloopstuk DN 150 / DN 100 voor compli 500 en 1000
• Overschuifmof voor ventilatie (compli 1200 elastische ver-
bindingen met bevestigingsringen)
• Aansluitens voor de drukleiding
• elastische verbinding met bevestigingsringen voor de druk-
leiding
• Steekafdichting(en) voor de handmembraanpomp of extra
inlaat DN 50
• Bevestigingsmateriaal voor de tank
• Terugslagklep voor de drukleiding (compli 300, 500, 1000 en
1200)
• Regelaar (niet b de compli 300)
Gebruikswze: intermitterend bedrf S3, zie technische
gegevens
INBOUW
De pompinstallatie moet vrstaand worden geïnstalleerd en
zodanig dat opwaartse druk is gegarandeerd. Naast en boven
alle te onderhouden onderdelen moet een werkruimte van ten
minste 60 cm in de breedte of hoogte aanwezig zn.
Ventilatie: de ventilatieleiding moet over het dak worden geleid.
Inlaat: In de inlaat vóór de tank moet een afvalwaterschuifaf-
sluiter zn aangebracht.
Drukleiding: Achter de terugslagklep in de drukleiding moet nóg
een afvalwaterschuifafsluiter zn aangebracht. Wordt de terugslagklep niet meegeleverd met de installatie, dan moet een EN-
gecerticeerde terugstroombeveiliging worden ingebouwd.
De drukleiding moet met een lus boven het lokale opstuwingsniveau worden geleid.
Voor de ontwatering van van de opstelruimte moet een pompkoker worden aangebracht.
LET OP! Alle schroeven die dienen voor het vastzetten van af-
zonderlke onderdelen aan de tank, mogen slechts met een
max. aantrekmoment tot 6 Nm worden vastgedraaid.
Montage van de tank
De schuifafsluiter in de inlaat (toebehoren) sluiten om binnen-
dringen van water tdens de installatie te voorkomen.
compli 300. De gewenste inlaat DN 100 aan de zkant of boven
met een gatenzaagØ 102 of een decoupeerzaag b de markering openzagen en ontbramen. De meegeleverde klemens
met de zeskantschroeven losjes in de inlaat bevestigen.
Het hoekzer voor de verankering van de installatie op de tank
schroeven en vervolgens de installatie met de spanens tot de
aanslag op de inlaatbuis schuiven.
Dan de markeringen voor de grondankers aftekenen, uitboren
en de pluggen plaatsen.
Nu kan de spanens worden vastgedraaid en de installatie met
houtschroeven en ringen in de vloer verankerd.
Alle andere compli-pompinstallaties met de klemens tot de
aanslag op de inlaatbuis schuiven en uitlnen.
Als er een DN 150-zinlaat worden gebruikt, moet deze eerst
met behulp van een gatenzaag met een diameter van 152 op de
markering worden opengezaagd en ontbraamd. De standaardtoevoer moet dan met de sluitset (accessoire) worden gesloten
en het inschakelniveau moet opnieuw worden gedenieerd.
B de compli 500 en 1000 kan de inlaat van DN 150 naar DN 100
worden verkleind, indien het meegeleverde verloopstuk eerst
in de klemmenens is geplaatst.
De zeskantschroeven van de klemens stevig aandraaien.
Gaten voor de vloermontage van de tank aftekenen en uitboren.
Houtschroef samen met ring en plug door het gat in de tank
steken en vastschroeven.
LET OP! De schroeven slechts zover aandraaien dat de tank niet
wordt vervormd, omdat er anders kans op lekkage ontstaat.
Voor de installaties van de serie compli 1200 is de tank boven-
dien uitgerust met twee hoekzers aan de zkanten.
Montage van de ventilatie
De ontluchtingspp met de overschuifmof DN 70 rechtsboven
op de tank aansluiten en over het dak leiden.
B de compli 1200 de bovenste rechtse pp Ø 78 mm op de
markering afzagen en ontbramen. Nu de ventilatiepp met de
elastische verbinding DN 70 aansluiten en over het dak leiden.
Montage van de drukleiding
Op de afvoerens monteren:
1. Terugslagklep (indien niet inbegrepen)
21