Pelgrim RSK860RVS User Manual [de]

Gebruiksaanwijzing
afzuigkappen
Mode d’emploi
hotte cheminée
Bedienungsanleitung
Dunstabzugshaube
Instructions for use
cooker hood
NL
Handleiding NL 3 - NL 21
F
Notice dútilisation F 3 - F 21
DE
Anleitung DE 3 - DE 21
GB
Manual GB 3 - GB 21
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip
INHOUD
Uw schouwkap
Veiligheid
Gebruik
Onderhoud
Beschrijving 4 Inleiding 4
Waar u op moet letten 5 Afvoersystemen 6
Bediening 7
Reinigen 11 Vetfilters verwijderen 12 Het koolstoffilter vervangen 12 Lampen vervangen 13
Installatie
Bijlage
Algemeen 14 Elektrische aansluiting 15 Montage van de schouwkap 16
Verpakking en toestel afvoeren 21
NL 3
UW SCHOUWKAP
Beschrijving
4
3
5
Inleiding
2
1
Aan-/uittoets1. Ventilatorstanden2. Verlichting3. Timer4. Indicatielampjes voor snelheid en reiniging5.
Als u deze gebruiksaanwijzing doorleest, bent u snel op de hoogte van alle mogelijk heden die dit toestel u biedt. U vindt informatie voor uw veiligheid en over het onderhoud van het toestel.
NL 4
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift.
Een eventueel volgende gebruiker van dit toestel kan daar zijn
voordeel mee doen.
VEILIGHEID
Let op!
Laat het toestel aansluiten door een erkend installateur (zie
hoofdstuk “Installatie”). Sluit het apparaat niet aan op het
elektriciteitsnet voordat de installatie volledig is voltooid.
Sluit het toestel aan conform de plaatselijk geldende • installatievoorschriften. In verband met eventuele scherpe randen adviseren wij u tijdens de • montage van de afzuigkap werkhandschoenen te gebruiken. Het apparaat is gefabriceerd volgens de meest recente • veiligheidsstandaarden. Desondanks adviseren wij personen met psychische of motorische stoornissen, mentale achterstand of zwakbegaafdheid het apparaat niet te gebruiken zonder toezicht van een bekwaam persoon. Hetzelfde geldt voor kinderen. Gebruik de afzuigkap niet als het vetfilter niet of niet goed • gemonteerd is! Gebruik de afzuigkap niet om tegenaan te leunen.• Gebruik de afzuigkap nooit als afzetvlak, tenzij dit uitdrukkelijk is • aangegeven. Zorg voor voldoende ventilatie wanneer u de afzuigkap samen • gebruikt met een gaskookplaat. De afvoer mag niet worden aangesloten op een rookkanaal dat voor • andere toestellen in gebruik is. Flambeer nooit onder de afzuigkap en maak de filters op tijd • schoon. Het frituren moet geschieden onder voortdurend toezicht, om te voorkomen dat verhit vet in brand raakt. De afzuigkap moet regelmatig (minstens 1 x per maand) • schoongemaakt worden, zowel het exterieur als het interieur. Onvoldoende reinigen of te laat vervangen van de filters kan brandgevaar veroorzaken. Wanneer de aansluitkabel is beschadigd mag deze alleen worden • vervangen door de fabrikant, zijn serviceorganisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
NL 5
VEILIGHEID
Let op!
Haal eerst de stekker uit het stopcontact als u de lampen wilt • vervangen! Gebruik uitsluitend dezelfde lampen met aangegeven wattage. Gebruik de afzuigkap alleen met gemonteerde lampjes om het risico van een elektrische schok te verminderen. De bereikbare onderdelen kunnen bijzonder warm worden als deze • tegelijkertijd met kookapparaten gebruikt worden. De vetfilters kunnen heet worden tijdens gebruik. Wacht, na het • koken, minimaal 30 minuten met schoonmaken. Bij reparatie of schoonmaakbeurten moet de stroom uitgeschakeld • worden. Neem de stekker uit het stopcontact of draai de schakelaar in de meterkast op nul. Vet en olie zijn bij oververhitting brandbaar. Blijf in de buurt tijdens • het bereiden van gerechten. Iedere aansprakelijkheid voor eventuele schade aan het apparaat of • brand veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen uit deze handleiding wordt afgewezen.
Afvoersystemen
De afzuigkap kan, afhankelijk van het model,
op twee manieren worden aangesloten:
Als afzuigkap op een afvoerkanaal. 1. De aangezogen en gefilterde kookdampen worden naar buiten afgevoerd. Dit is de beste manier!
Als recirculatie afzuigkap. De vetdeeltjes 2. en de geur uit de aangezogen kookdampen worden gefilterd. De aangezogen lucht wordt niet afgevoerd maar teruggeblazen in de keuken. U moet dan wel een koolstoffilter plaatsen.
Let op! Het koolstoffilter moet apart
besteld worden.
NL 6
GEBRUIK
Bediening
L5
L3
L1
4
3
L4
5
L2
2
1
Ventilator inschakelen
Druk op toets
De afzuigkap schakelt in op stand 1.
Druk nogmaals op de toets.
De afzuigkap schakelt uit.
Snelheid verhogen
Druk op toets snelheid, oplopend van snelheid 1 tot aan de intensieve snelheid 4. Bij iedere snelheid gaat het betreffende controlelampje aan.
Snelheid 1: led L1• Snelheid 2: led L2• Snelheid 3: led L3• Intensieve snelheid: led L4 (knipperend lampje)
Voor de intensieve zuigkracht wordt automatisch een timer functie gebruikt. De tijdsduur is 5 minuten, na afloop ervan schakelt de afzuigkap over naar snelheid 2. Om de functie vóór de ingestelde tijd uit te schakelen druk op toets op toets
(1).
(2). De afzuigkap schakelt over op een hogere
(2), de afzuigkap gaat op stand 1, door
(1) te drukken gaat de afzuigkap uit.
NL 7
GEBRUIK
Bediening
L5
L3
L1
4
3
L4
5
L2
2
1
Verlichting in- en uitschakelen
Druk op verlichtingstoets
De verlichting gaat branden.
Druk nogmaals op de toets.
De verlichting gaat uit.
Timer inschakelen
Druk op toets afloop van de ingestelde tijd gaat de afzuigkap uit. De tijdsinstelling is op de volgende wijze onderverdeeld:
Snelheid 1 - 20 minuten (knipperend lampje L1)• Snelheid 2 - 15 minuten (knipperend lampje L2)• Snelheid 3 - 10 minuten (knipperend lampje L3)• Intensieve snelheid - 5 minuten (knipperend lampje L4)
Door tijdens de werking van de timer op toets (1) te drukken schakelt de afzuigkap uit, door op toets te drukken keert de kap terug naar de ingestelde snelheid.
(4). De timer voor de motor wordt geactiveerd, na
(3).
(2) of op toets (4)
NL 8
GEBRUIK
Bediening
L5
L3
L1
4
3
L4
5
L2
2
1
Vetfilter reinigingsindicatie
Na 40 werkuren brandt het lampje L5. Als deze indicatie verschijnt, moet de vetfilter gereinigd worden.
Om de reinigingsindicatie te resetten moet u 3 seconden lang de toets
(1) indrukken.
Koolstoffilter reinigingsindicatie
Na 160 werkuren knippert het lampje L5. Als deze indicatie verschijnt, moet het geïnstalleerde koolstoffilter vervangen worden.
Om de reinigingsindicatie te resetten moet u 3 seconden lang de toets
(1) indrukken.
In het geval van reinigingsindicatie voor beide filters: het lampje L5 brandt 3 seconden en knippert vervolgens 3 maal. De reset geschiedt door 2 maal de boven beschreven procedure uit te voeren. De eerste keer wordt de signalering van het vetfilter gereset, de tweede keer de signalering van het koolstoffilter.
In de standaard modus is de koolstoffilter reinigingsindicatie niet actief. Indien de afzuigkap als recirculatiekap wordt gebruikt moet de koolstoffilter reinigingsindicatie geactiveerd worden.
NL 9
GEBRUIK
Bediening
L5
L3
L1
4
3
L4
5
L2
2
1
Activering van de koolstoffilter reinigingsindicatie
Zet de afzuigkap uit en houd tegelijkertijd de toetsen en
De lampjes L1 en L2 knipperen 5 seconden.
Uitschakeling van de koolstoffilter reinigingsindicatie:
Zet de afzuigkap uit en houd tegelijkertijd de toetsen en
Het lampje L1 knippert 2 seconden.
Temperatuur beveiliging
De kap is voorzien van een temperatuursensor die de motor op snelheid 3 inschakelt als de temperatuur in de buurt van de bedieningen te hoog is. Deze toestand wordt aangegeven door het achter elkaar knipperen van de lampjes L1, L2 en L3. Deze toestand blijft voortbestaan totdat de temperatuur voldoende gedaald is. Om deze modus te verlaten moet u op toets
(4) gedurende 3 seconden ingedrukt.
(4) gedurende 3 seconden ingedrukt.
(1) of toets (2) drukken.
(1)
(1)
NL 10
ONDERHOUD
Reinigen
Attentie! Koppel, voor ieder onderhoud, eerst de afzuigkap van het elektriciteitsnet af door de stekker weg te trekken of door de hoofdschakelaar van de woning uit te schakelen. De kap moet regelmatig schoon gemaakt worden, zowel binnen als buiten (tenminste met dezelfde regelmaat waarmee de vetfilters gereinigd worden). Gebruik geen producten die schuurmiddelen bevatten.
Gebruik geen alcohol!
Attentie! Als u deze aanwijzingen met betrekking tot het reinigen van
het apparaat en het reinigen of vervangen van de filters niet opvolgt, kan dit tot brand leiden. Deze aanwijzingen beslist opvolgen! De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan de motor of schade ten gevolge van brand die het gevolg zijn van ondeskundig onderhoud of niet opvolgen van de bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.
Afzuigkap
Maak de afzuigkap schoon met een sopje en een zachte doek. Daarna met schoon water nabehandelen. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen zoals bijvoorbeeld soda. Het lakwerk van de afzuigkap blijft mooi als u zo nu en dan de lak met was inwrijft.
Roestvrijstalen schouwkappen
Behandel roestvrijstalen schouwkappen niet met schuursponsjes of andere schuurmiddelen. Behandel na met een niet schurend, niet polijstend middel en poets met de structuur van het roestvrijstaal mee.
Metalen vetfilters
Metalen filters moeten eenmaal per maand worden gereinigd (of als de filter reinigingsindicatie – indien aanwezig op het model – dit aangeeft) met neutrale reinigingsmiddelen, met de hand of in de vaatwasmachine op lage temperaturen en met een kort programma. Plaats de vetfilters met de openingen naar beneden in de vaatwasmachine zodat het water eruit kan lopen. Aluminium vetfilters worden door de reinigingsmiddelen in de vaatwasser dof. Dit is normaal en beïnvloedt de werking niet.
NL 11
ONDERHOUD
Reinigen
Vetfilters
Glazen panelen
Reinig de glazen panelen niet in de vaatwasser in verband met het risico op het ontstaan van kleurverschillen. Glazen panelen kunnen het best handmatig, met een sopje gereinigd worden. Raadpleeg www. pelgrimservice.nl voor onderhoudstips.
Vetfilters verwijderen
Schakel de netspanning uit! Neem de stekker uit het stop contact of zet de schakelaar in de meterkast op nul. Kantel het paneel naar boven. Druk de sluiting van het vetfilter in, en kantel het vetfilter naar voren om het uit te nemen.
Koolstoffilter
Het koolstoffilter vervangen
Gebruik een koolstoffilter als de afzuigkap niet is aangesloten op een afvoerkanaal.
Belangrijk:
De verzadiging van het filter is afhankelijk van de intensiteit van • het gebruik, de manier van koken en de regelmaat waarmee de vetfilters worden schoongemaakt. Het koolstoffilter moet om de twee maanden gereinigd worden (of • als de filter verzadiging indicatie deze noodzaak aangeeft) in warm water met een geschikt reinigingsmiddelen of in de vaatwasmachine op 65 °C. In het geval van reinigen in de vaatwasmachine: voer een volledige wascyclus uit zonder andere vaat. Verwijder het overtollige water zonder het filter te beschadigen, • daarna het matje 10 minuten lang in de oven op 100 °C laten drogen. Vervang het matje om de 3 jaar of als het beschadigd is.
NL 12
ONDERHOUD
Koolstoffilter
Plaatsen van het koolstoffilter
Verwijder het vetfilter.• Plaats het koolstoffilter achter het vetfilter en maak het met twee • beugeltjes vast.
Verlichting
Lampen vervangen
Maak het toestel spanningsloos. Attentie! Alvorens de lampjes aan te raken moet u eerst controleren of ze koud zijn.
Haal de bescherming weg door dezeop te lichten met een kleine 1. schroevendraaier of iets vergelijkbaars. Vervang het defecte lampje.2. Gebruik alleen halogeenlampjes van 12V -20W max - G4, en zorg 3. ervoor dat u de lampjes niet met de blote hand aanraakt. Sluit de lampenkap weer (klikt op zijn plaats).4.
Als de verlichting niet werkt, controleer dan of de lampjes goed op hun
plaats zitten voordat u de servicedienst belt.
NL 13
INSTALLATIE
Algemeen
De aansluiting van dit apparaat op het lichtnet moet worden uitgevoerd door een erkend installateur, die de juiste veiligheidsvoorschriften kent en toepast. Het apparaat voldoet aan de Europese voorschriften.
Belangrijk om te weten:
De afstand tussen het laagste punt van de afzuigkap en een • gaskookplaat moet minimaal 65 cm bedragen. Bij een elektrische, keramische of inductiekookplaat moet deze afstand minimaal 45 cm zijn.
Als de afzuigkap wordt aangesloten op een bestaand afvoerkanaal, • mogen geen andere apparaten op dat kanaal aangesloten zijn (zoals een geiser of kachel).
Neem de plaatselijk geldende voorschriften in acht met betrekking • tot de beluchting van gasapparaten.
Hoe korter de afvoerpijp en hoe minder bochten, des te beter de • werking van de afzuigkap.
Controleer voordat u met boren begint of er geen • installatieleiding(en) aanwezig is (zijn).
De aansluitpijp van de schouwkap heeft een diameter van 120, 125 • of 150 mm. Het beste is de afvoerpijp ook met deze diameter uit te voeren.
Het installatiemateriaal dat bij deze afzuigkap geleverd wordt, is • geschikt voor versterkt beton en bakstenen muren. Voor bepaalde wanden heeft u speciale pluggen en schroeven nodig.
NL 14
INSTALLATIE
Aansluiting
Elektrische aansluiting
De netspanning moet corresponderen met de spanning die vermeld wordt op het etiket met eigenschappen, aan de binnenkant van de afzuigkap.
Als de afzuigkap een stekker heeft, moet deze in een stopcontact worden gestoken dat voldoet aan de geldende voorschriften.
Heeft de kap geen stekker (rechtstreekse verbinding met het net) of is deze niet goed te bereiken, dan moet er een tweepolige schakelaar worden geplaatst die de volledige ontkoppeling van het net garandeert in het geval van een overspanning van klasse III, in overeenstemming met de installatie normen.
Attentie! Alvorens de afzuigkap weer op het voedingsnet aan te sluiten, moet u controleren of deze goed functioneert. Controleer altijd of de voedingskabel goed gemonteerd is.
De afzuigkap is voorzien van een speciale voedingskabel; als de kabel beschadigd is, vraag dan bij de technische dienst een nieuwe kabel aan.
NL 15
INSTALLATIE
Montage
Zet een hartlijn op de muur (midden van de kookplaat) en plak de • aftekenmal op de gewenste hoogte op de muur.
65 cm
45 cm
= =
Houd de muurbeugel op de aangegeven plaats op de aftekenmal en • teken de boorgaten af, boor de gaten en monteer de muurbeugel.
NL 16
2 x Ø 8mm
INSTALLATIE
Montage
Houd de muurbeugel (voor bevestiging telescooppijp) tegen de • muur en teken de boorgaten af. Bevestig de muurbeugel.
2 x Ø 8mm
Hang de afzuigkap aan de muurbeugel, let op dat de lipjes van de • muurbeugel op de juiste manier door de gaten in de bovenzijde van de kap steken.
OK
NL 17
INSTALLATIE
Montage
Plaats de stelschroeven en gebruik deze om de afzuigkap uit te • lijnen.
Teken de boorgaten voor de bevestiging van de afzuigkap aan de • muur af en verwijder de afzuigkap. Boor nu de gaten, plaats de pluggen en plaats de afzuigkap terug op de muurbeugel.
2 x Ø 8mm
NL 18
INSTALLATIE
Montage
Schroef de afzuigkap vast aan de muur.
2 x
Ø 5 x 45mm
Monteer de afvoerflens. • Maak de elektrische aansluiting. • Bevestig het afvoerkanaal aan de afvoer van de afzuigkap. • Maak hierbij eventueel gebruik van het bijgeleverde verloopstuk.
*
2x
Ø 3,5x9,5
NL 19
INSTALLATIE
Montage
In het geval van recirculatie: • bevestig de afvoergeleiding (T-stuk) aan de bovenste muurbeugel.
Plaats de telescooppijp en trek het binnenste deel uit tot aan de • muurbeugel. Monteer de telescooppijp aan de muurbeugel.
*
*
2x
*
Ø 2,9x6,5
NL 20
BIJLAGE
Afvoeren
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
karton;• polyethyleenfolie (PE);• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, terug gewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
NL 21
NL 22
CONTENU
Votre hotte cheminée
Description 4 Introduction 4
Sécurité
Recommandations 5 Système d’évacuation 6
Utilisation
Commande 7
Entretien
Nettoyage 11 Elimination des filtres 12 Remplacement des filtres à charbon 12 Changement d’ampoules 13
Installation
Annexe
Généralités 14 Connexion électrique 15 Montage de la hotte cheminée 16
Mise au rebut de l’appareil et de l’emballage 21
F 3
VOTRE HOTTE CHEMINÉE
Description
4
3
5
Introduction
2
1
Marche/arrêt1. Positions du ventilateur 2. Éclairage 3. Minuterie 4. Voyants de vitesse et de nettoyage5.
Ce manuel est un aperçu des possibilités offertes par cet appareil. Il vous fournira des renseignements précieux sur le plan de la sécurité.
F 4
Conservez le mode d’emploi et les directives d’installation. Ainsi, un
éventuel prochain usager de l’appareil pourra en profiter.
SÉCURITÉ
Attention !
Faites brancher l’appareil par un installateur agréé (voir
chapitre “Installation”). Ne branchez pas l’appareil sur le
réseau avant que l’installation ne soit complètement terminée.
Raccordez l’appareil conformément aux prescriptions d’installation • locales. Les bords de l’appareil pouvant être coupants, nous vous • conseillons de porter des gants de travail durant le montage de la hotte aspirante. L’appareil a été fabriqué conformément aux standards de sécurité • les plus récents. Nous vous conseillons, cependant, d’éviter que les personnes souffrant de troubles psychiques ou moteurs, de retard mental ou étant mentalement handicapées n’utilisent l’appareil en l’absence d’une personne compétente. Ceci vaut également pour les enfants. N’utilisez jamais la hotte aspirante lorsque le filtre n’est pas • (correctement) monté ! Ne vous appuyez pas sur la hotte aspirante.• La hotte ne doit jamais être utilisée comme plan pour déposer quelque chose sauf si cela est expressément indiqué. Veillez à ce que l’aspiration soit suffisante lorsque la hotte aspirante • est utilisée en même temps que la plaque de cuisson. L’évacuation ne peut pas être raccordée à un conduit de fumée, • également, utilisé pour d’autres appareils de chauffage. Ne flambez jamais de plats sous la hotte aspirante et nettoyez les • filtres à temps. La préparation d’aliments frits doit se faire sous surveillance • constante pour éviter que le graisse surchauffée ne s’enflamme. La hotte aspirante doit être régulièrement nettoyée (au moins 1x • par mois) à l’intérieur comme à l’extérieur. Le non-nettoyage, un nettoyage insuffisant ou le non-remplacement des filtres peuvent entraîner un risque d’incendie.
F 5
Loading...
+ 57 hidden pages