Veiligheidsinformatie 2
Productbeschrijving 4
Bedieningspaneel 4
Het eerste gebruik 6
De waterontharder instellen 6
Gebruik van zout voor de vaatwasser 7
Gebruik van glansspoelmiddel 8
Dagelijks gebruik 9
Bestek en serviesgoed plaatsen 10
Gebruik van vaatwasmiddelen 12
Een wasprogramma selecteren en starten
Wijzigingen voorbehouden
De vaatwasser uitruimen 14
Wasprogramma's 14
Onderhoud en reiniging 15
Problemen oplossen 16
Technische gegevens 18
Aanwijzingen voor testinstituten 18
Montage 19
Aansluiting aan de waterleiding 20
Aansluiting aan het elektriciteitsnet 21
Milieubescherming 22
13
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om
een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te
nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen en
ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die
het apparaat gebruiken, volledig bekend
zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of
verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd
over het gebruik en de veiligheid van het
apparaat.
Correct gebruik
• Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld
voor het reinigen van huishoudelijke gebruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor
reiniging in een afwasmachine.
• Doe geen oplosmiddelen in de afwasmachine. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Messen en andere voorwerpen met scherpe punten moeten met de punt naar beneden in de bestekmand worden geplaatst of horizontaal in het bovenrek worden gelegd.
• Gebruik alleen producten (afwasmiddel,
zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor
afwasmachines.
• Open de deur niet als het apparaat in
werking is; er kan hete stoom ontsnappen.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen.
• Trek na het gebruik de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een daartoe bevoegde servicemonteur en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
• Onder geen voorwaarde moet u proberen
de afwasmachine zelf te repareren. Reparaties die worden uitgevoerd door onervaren personen veroorzaken letsel of storingen. Neem contact op met onze serviceafdeling. Sta te allen tijde op het gebruik
van originele reserveonderdelen.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan
of instructies krijgen over het gebruik van
dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Afwasmiddelen kunnen chemische brandwonden veroorzaken aan de ogen, de
mond en de keel. Deze kunnen levensbedreigend zijn! Houd u aan de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant.
3
• Het water in uw afwasmachine is geen
drinkwater. Resten van afwasmiddel kunnen nog in de machine aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de deur van de afwasmachine altijd gesloten is als het apparaat niet
wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u dat
iemand over de open deur struikelt en zich
bezeert.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
De veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen
dat zij met het apparaat gaan spelen..
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat.
Installatie
• Controleer uw afwasmachine op eventuele
transportschade. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Neem contact op met
uw leverancier als de machine beschadigd
is.
• Alle verpakkingsmaterialen moeten verwijderd worden voordat u het apparaat in gebruik neemt.
• Alle elektrische en loodgieterswerkzaamheden die nodig zijn voor de installatie van
dit apparaat moeten worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd en competent
persoon.
• Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wijzigingen aan te brengen in de specificaties
of dit product op enigerlei wijze te modificeren.
• Gebruik de afwasmachine nooit als het
aansluitsnoer of de waterslangen beschadigd zijn; of als het bedieningspaneel, het
werkblad of de plint zodanig beschadigd
zijn dat het inwendige van de machine vrij
toegankelijk is. Raadpleeg onze serviceafdeling om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• In de behuizing van de afwasmachine mogen geen gaten worden geboord ter voorkoming van schade aan hydraulische en
elektrische onderdelen.
Waarschuwing! Voor de aansluiting
van elektriciteit en water dienen de
instructies in de desbetreffende
paragrafen nauwgezet te worden
opgevolgd.
4
Productbeschrijving
1 Bovenrek
2 Aanpassen van de instelling van de waterhardheid
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
EindeGaat branden als het afwasprogramma is afgelopen. Heeft ook andere visuele
signaleringsfuncties zoals:
– het instellen van de waterontharder,
– in- of uitschakelen van de geluidssignalen,
– melden van een alarm als gevolg van storing van de machine.
GlansmiddelGaat branden als het glansmiddel op is.
ZoutGaat branden als het speciale zout op is.
5
Functietoetsen
De volgende functies kunnen met behulp van
deze toetsen worden geprogrammeerd:
• het instellen van het niveau van de waterontharder,
• een afwasprogramma of een lopende uitgestelde start annuleren,
• geluidssignalen inschakelen/uitschakelen.
Instelling
Druk op de aan/uit toets; als ALLE controlelampjes van de programmatoetsen branden staat het apparaat in de instelmodus.
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van
handelingen zoals:
– het selecteren van een afwaspro-
gramma,
– het instellen van het niveau van de wa-
terontharder,
– het in-/uitschakelen van de glansmid-
deldosering,
– het in- of uitschakelen van de geluids-
signalen,
het apparaat in de instelmodus MOET
staan.
Druk op de aan/uit toets; als een lampje van
de programmatoetsen gaat branden, is het
laatst uitgevoerde of geselecteerde programma nog steeds ingesteld. Om in dit geval terug te keren naar de instelmodus moet
het programma worden geannuleerd.
Een ingesteld programma of een lopend
programma annuleren
Houdt tegelijkertijd de beide functietoetsen
B en C , totdat alle lampjes van de programmatoetsen branden. Het programma is geannuleerd en de machine bevindt zich nu in
de instelmodus.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te
geven welke handelingen de afwasmachine
aan het uitvoeren is:
– het instellen van de waterontharder,
– einde van het afwasprogramma,
– melden van een alarm als gevolg van sto-
ring van de machine.
Fabrieksinstelling: geluidssignalen ingeschakeld
De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld.
In- en uitschakelen van de
geluidssignalen
1. Druk op de aan-/uit-toets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan.
2. Houd tegelijkertijd de functietoetsen B en
C ingedrukt, tot de lampjes van de functietoetsen A , B en C beginnen te knipperen.
3. Druk op functietoets C , de lampjes van
toets A en B gaan uit, terwijl het lampje
van functietoets C blijft knipperen. Tegelijkertijd gaat het controlelampje Einde
branden.
Er klinkt een geluidssignaal.
6
4. Om de geluidssignalen uit te schakelen
nogmaals op toets C drukken; het controlelampje Einde gaat uit.
De geluidssignalen gaan uit.
Om de geluidssignalen weer in te schakelen hoeft u alleen maar de bovenstaande instructies op te volgen totdat
het controlelampje Einde gaat branden.
5. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/uittoets te drukken.
Het eerste gebruik
Voordat u uw afwasmachine in gebruik
neemt:
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting
en de wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit
het inwendige van de machine
• De waterontharder instellen
• Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul
het reservoir vervolgens met regenereerzout
• Vul het glansmiddeldoseerbakje
Als u gebruik wilt maken van gecombineerde afwasmiddelblokjes
zoals: ''3 in 1'', ''4 in 1'', ''5 in 1'' enz...
volg de instructies in "Gebruik van
afwasmiddel".
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een waterontharder die is ontworpen om mineralen
en zouten uit het leidingwater te verwijderen
die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en
zouten is, des te harder is het water. De
hardheid van water wordt gemeten in equivalente eenheden, Duitse hardheid (°dH),
Franse hardheid (°TH) en mmol/l (millimol per
liter - internationale eenheid voor de hardheid
van water).
De ontharder moet worden ingesteld in overeenstemming met de hardheid van het water
in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan
u informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide manieren worden ingesteld: handmatig,
met behulp van de waterhardheidstoets
en elektronisch.
Aanpassen van de waterhardheidsin-
stelling
Ge-
bruik
van
zout
7
Handmatig instellen
De afwasmachine wordt in de fabriek ingesteld op stand 2.
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem het onderrek uit de afwasmachine.
3. Zet de waterhardheidstoets in stand 1 of
2 (zie tabel).
4. Plaats het onderrek terug.
Elektronisch instellen
De afwasmachine is in de fabriek ingesteld op stand 5.
1. Druk op de aan-/uit-toets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan.
2. Houd tegelijkertijd de functietoetsen B en
C ingedrukt, tot de lampjes van de functietoetsen A , B en C beginnen te knipperen.
3. Druk op functietoets A , de lampjes van
de functietoetsen B en C gaan uit, terwijl
het lampje van functietoets A blijft knipperen. Tegelijkertijd gaat het controlelampje Einde knipperen en hoort u een
serie onderbroken geluidsignalen.
Het huidige niveau wordt aangegeven
door het aantal keren dat het controlelampje Einde knippert, samen met een
serie onderbroken geluidssignalen en
een onderbreking van enkele seconden.
4. Druk op functietoets A om het niveau te
wijzigen. Elke keer dat deze toets wordt
ingedrukt, wordt het niveau gewijzigd.
(Zie de tabel voor de selectie van het nieuwe niveau).
Voorbeelden: als het huidige niveau 5
is, wordt door functietoets A één keer in
te drukken, niveau 6 geselecteerd.
als het huidige niveau 10 is, wordt door
toets A één keer in te drukken, niveau 1
geselecteerd.
5. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/uittoets te drukken.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Waarschuwing!
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd
voor gebruik in afwasmachines. Alle andere
soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld
voor gebruik in een afwasmachine, in het bijzonder tafelzout, zullen schade toebrengen
aan de waterontharder. Vul alleen zout bij
vlak voordat u een van de volledige afwasprogramma's gaat starten. Hiermee wordt
voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout
water enige tijd op de bodem van de machine achterblijven, hetgeen corrosie kan veroorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine en schroef het deksel van het
zoutreservoir los door het tegen de wijzers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is
3. Giet met behulp van de bijgeleverde
alleen nodig als de machine de eerste
keer met zout wordt gevuld) .
trechter zout in het reservoir totdat het vol
is.
8
4. Plaats het deksel terug en zorg er voor
dat er geen zoutresten achterblijven op
de schroefdraad of op de pakking.
Gebruik van glansspoelmiddel
Waarschuwing! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit zou het apparaat beschadigen.
Glansmiddel zorgt ervoor dat het serviesgoed grondig wordt gespoeld en vrij
van vlekken en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgrendelknop (A) te drukken.
5. Draai het deksel goed vast door het met
de klok mee te draaien tot de aanslag (u
hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen
met zout water uit de vulopening
stroomt, dit is heel normaal.
Het zoutcontrolelampje op het bedieningspaneel kan 2-6 uur blijven
branden nadat het zout is bijgevuld,
ervan uitgaande dat de afwasmachine ingeschakeld blijft. Als u gebruik
maakt van zout dat minder snel oplost, kan dit nog langer duren. De
werking van de machine wordt hierdoor niet beïnvloed.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het
maximale vulniveau wordt aangegeven
door "max".
Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml
glansmiddel, voldoende voor tussen de
16 en 40 afwascycli, afhankelijk van de
ingestelde dosering.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen
goed wordt gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst
glansmiddel op met een absorberende
doek om de volgende keer als u een
programma draait buitensporige
schuimvorming te voorkomen.
Stel de dosering van het glansmiddel in overeenstemming met de bereikte eind- en
droogresultaten in met behulp van de 6-standenschakelaar (stand 1 minimumdosering,
stand 6 maximumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op
stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het
programma waterdruppels of kalkvlekken op
het serviesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige witachtige strepen op het serviesgoed achterblijven
of een blauwzweem op glaswerk of op de
lemmeten van messen.
Dagelijks gebruik
• Controleer of het nodig is regenereerzout
of glansmiddel bij te vullen.
• Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
• Afwasmiddel doseren.
• Selecteer een programma dat geschikt is
voor het bestek en het serviesgoed.
• Start het afwasprogramma.
Handige aanwijzingen en tips
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die
water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
• Voordat u het serviesgoed in de machine
plaatst, dient u:
– alle voedselresten en rommel te verwij-
deren.
– Laat aangebakken etensresten in pan-
nen eerst inweken
• Let bij het plaatsen van serviesgoed en bestek op de volgende punten:
– Borden en bestek mogen de draaibe-
weging van de sproeiarmen niet belemmeren.
9
– Plaats holle voorwerpen zoals kopjes,
glazen, pannen, enz. met de opening
naar beneden zodat ze niet vol water lopen.
– Borden en bestek mogen niet in elkaar
liggen of elkaar bedekken.
– Zorg er ter voorkoming van schade aan
glaswerk voor dat glazen elkaar niet raken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden; deze voorwerpen drogen
niet zo goed als voorwerpen van porselein
en staal.
• Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek worden geplaatst
en zo worden neergezet dat ze niet kunnen
bewegen.
10
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt:in beperkte mate geschikt:
• bestek met houten, hoornen, porseleinen of parelmoeren handgrepen.
• voorwerpen van kunststof die niet hittebestendig zijn.
• ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet
hittebestendig zijn.
• gelijmd bestek of gelijmde borden.
• tinnen of koperen voorwerpen.
• glaswerk van loodkristal.
• gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
• houten schotels.
• voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
Bestek en serviesgoed plaatsen
Het onderrek
Het onderrek is geschikt voor steelpannen,
deksels, borden, slakommen, bestek, enz.
Dekschalen en grote deksels moeten langs
de rand van het rek worden gerangschikt om
te garanderen dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
• Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als
het door de fabrikant specifiek wordt gekenmerkt als afwasmachinebestendig.
• Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze
vaak in de afwasmachine gewassen worden.
• Zilveren en aluminium hebben de neiging om
tijdens het reinigen te verkleuren: Etensresten,
bijv. eiwit, eierdooier en mosterd, veroorzaken
op zilver vaak verkleuring en vlekken. Verwijder
etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als
dit niet meteen na gebruik wordt afgewassen.
U kunt de rijen met punten in het onderrek
gemakkelijk laten zakken om ruimte te maken voor potten, pannen en schalen.
De bestekmand
Rechtop geplaatste lange messen zijn
een potentieel gevaar. Lang en/of
scherp snijgereedschap zoals
bijvoorbeeld vleesmessen moeten
horizontaal in het bovenrek worden
gelegd. Pas op bij het plaatsen of
uitnemen van scherpe voorwerpen zoals
messen.
Plaats vorken en lepels in de uitneembare
bestekmand met de handgrepen naar beneden en messen met de handvatten naar boven gericht.
Als de handgrepen onder de bestekmand
uitsteken en de onderste sproeiarm in zijn
beweging belemmeren, dient het bestek met
de handgrepen omhoog te worden geplaatst.
Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat zij aan elkaar kleven.
Voor de meest optimale resultaten raden wij
aan de meegeleverde bestekrooster te gebruiken (als de afmeting van het bestek dit
toelaat).
11
Glazen met een lange voet kunnen ondersteboven in de kopjesrekken worden geplaatst.
Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt.
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (dessertbordjes, schotels, etensborden met een
diameter tot 24 cm), slakommen, kopjes en
glazen.
Plaats voorwerpen zo op en onder de kopjesrekken dat het water alle oppervlakken
kan bereiken.
Controleer alvorens de deur te sluiten
dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden afgewassen, kunt u deze in het onderrek plaatsen nadat u het bovenrek in zijn hoogste positie hebt geplaatst.
Maximale hoogte van borden in het onder-
Met bovenrek in hoogste stand
Met bovenrek in laagste stand
rek
33 cm
29 cm
Ga als volgt te werk om het bovenrek in
zijn hoogste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het
mechanisme vastklikt en het rek stabiel
is.
12
Ga als volgt te werk om het rek in zijn
oorspronkelijke stand te laten zakken:
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor gebruik in afwasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabrikant voor dosering en bewaren op de
verpakking van het afwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste
hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan
minder milieuverontreiniging.
Afwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op en laat het
mechanisme langzaam terug naar beneden zakken, terwijl u het blijft vasthouden.
Zet het rek nooit aan een enkele kant
naar boven of beneden
Als het rek zich in zijn bovenste stand
bevindt, kunt u geen gebruik maken van
de kopjesrekken.
Sluit na het vullen van het apparaat
altijd de deur, want een open deur
kan gevaarlijk zijn.
1
2
2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwasmiddel. De markering geeft de doseerniveaus aan:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ca. 30 g afwasmiddel.
3. Alle programma's met voorwas hebben
een extra dosering afwasmiddel nodig
(5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor
de voorwas (2) moet worden gedaan.
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de
voorwasfase.
Bij gebruik van afwasmiddeltabletten;
plaats het tablet in vak (1)
4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn
plaats klikt.
Afwasmiddeltabletten van verschillende
fabrikanten lossen niet allemaal even
snel op. Daarom bereiken bepaalde afwasmiddeltabletten tijdens korte programma's niet hun volledige reinigingswerking. Kies daarom bij het gebruik van
afwasmiddeltabletten lange programma's, om ervoor te zorgen dat tabletresten volledig worden verwijderd.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma en
de uitgestelde start met de deur
enigszins geopend. De start van het
programma of het aftellen voor de
uitgestelde start begint pas nadat de
deur is gesloten. Tot dat moment
kunnen de instellingen nog worden
gewijzigd
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen
en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Controleer of de waterkraan is geopend.
3. Druk op de aan-/uit-toets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan.
4. Druk op de toets die correspondeert met
het gewenste programma (zie tabel "afwasprogramma's"). Het controlelampje
van het geselecteerde programma gaat
branden.
Sluit de deur van de afwasmachine, het
programma start automatisch.
Het programma instellen en starten met
"uitgestelde start"
1. Druk na het kiezen van het programma
de toets uitgestelde start in, tot het overeenkomstige controlelampje van het gewenste aantal uren (3u, 6u of 9u) begint
te knipperen.
2. Sluit de deur van de afwasmachine, het
aftellen start automatisch.
3. Het aftellen vindt plaats in stappen van 3
uur.
4. Als de uitgestelde start is verstreken, start
het programma automatisch.
Het openen van de deur onderbreekt het
aftelproces. Sluit de deur; het aftellen
gaat verder vanaf het punt waar het
werd onderbroken.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een lopend
afwasprogramma ALLEEN als het
absoluut noodzakelijk is.
Let op! Als de deur wordt geopend
kan hete stoom vrijkomen. Open de
deur voorzichtig.
Een lopend afwasprogramma
onderbreken
• Open de deur van de afwasmachine; het
programma stopt. Sluit de deur; het programma gaat verder waar het was onderbroken.
Een afwasprogramma of een lopende
uitgestelde start annuleren
• Houdt tegelijkertijd de twee functietoetsen
B en C ingedrukt, totdat alle lampjes van
de programmatoetsen branden.
• Bij het annuleren van een uitgestelde start
wordt ook het ingestelde afwasprogramma geannuleerd. In dit geval moet u het
afwasprogramma opnieuw instellen.
• Als er een nieuw afwasprogramma moet
worden gekozen, controleer dan of er afwasmiddel in het doseerbakje zit.
Einde van het afwasprogramma
• De afwasmachine stopt automatisch en
een geluidssignaal laat u weten dat het
programma is afgelopen.
13
14
1. Open de deur van de afwasmachine.
–
Het controlelampje Einde gaat branden.
– Het controlelampje van het zojuist be-
eindigde programma blijft branden.
3. Laat de deur van de afwasmachine een
paar minuten op een kier staan voordat u
het serviesgoed uit de machine haalt; dit
zal dan al enigszins zijn afgekoeld en ook
beter zijn gedroogd.
2. Schakel de afwasmachine uit.
De vaatwasser uitruimen
• Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het
is daarom raadzaam het serviesgoed eerst
te laten afkoelen alvorens de machine uit
te ruimen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit; hiermee voorkomt u dat er water van het bovenrek op het serviesgoed in
het onderrek druppelt.
• Er kan water op de zijkanten en de deur
van de afwasmachine ontstaan omdat
roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden
dan het serviesgoed.
Als het afwasprogramma is afgelopen is het raadzaam de stekker uit
het stopcontact te trekken en de
kraan dicht te draaien.
Wasprogramma's
Programma
1)
Auto
2)
3)
50°
1) Tijdens het afwasprogramma "Auto" wordt de hoeveelheid vuil op het serviesgoed bepaald door de
troebelheid van het water. De programmaduur en het water- en energieverbruik kunnen variëren; dit
hangt af van het feit of het apparaat geheel of gedeeltelijk is gevuld en of het servies licht of sterk is
vervuild. De temperatuur van het water wordt automatisch ingesteld tussen 45 °C en 70 °C.
2) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk gevulde afwasmachine. Dit is het perfecte dagelijkse
programma, speciaal bedoeld voor een gezin bestaande uit 4 personen om alleen het serviesgoed
van het ontbijt en het avondeten af te wassen.
3) Testprogramma voor testinstanties
Mate van
vervuiling
Sterk ver-
vuild
Normaal ver-
vuild
Normaal ver-
vuild
Normaal of
licht vervuild
Normaal ver-
vuild
Soort ser-
viesgoed
Serviesgoed,
bestek, potten
en pannen
Serviesgoed,
bestek, potten
en pannen
Serviesgoed
en bestek
Serviesgoed
en bestek
Serviesgoed
en bestek
Beschrijving programma
Voorwas
Hoofdwas tot 70 °C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Voorwas
Hoofdwas tot 45 °C of 70 °C
1 of 2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Hoofdwas tot 50 °C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Hoofdwas tot 60 °C
Laatste spoelgang
Voorwas
Hoofdwas tot 50 °C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Verbruikswaarden
ProgrammaProgrammaduur
(in minuten)
80-901,6-1,822-24
Auto90-1401,1 - 1,812 - 23
45-551,0-1,211-12
300,99
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
15
(in liter)
1)
1) Testprogramma voor testinstanties
150-1601,0-1,113-15
De verbruikswaarden zijn bedoeld als
richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en
de temperatuur van het water, maar ook
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden gecontroleerd en gereinigd. Vuile filters beïnvloeden het afwasresultaat negatief.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de
machine is uitgeschakeld voordat de
filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine.
2. Het filtersysteem van de afwasmachine
bevat een grof filter ( A ), een microfilter
( B ) en een platte filter. Ontgrendel het
filtersysteem met behulp van de hendel
op het microfilter.
Draai de
greep
ongeveer een
kwartslag naar
links en
verwijder
het filtersysteem
van de variaties in de netspanning en de
hoeveelheid serviesgoed.
4. Pak het grof filter ( A ) beet bij de greep
en verwijder het microfilter ( B ).
5. Maak alle filters onder stromend water
grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter uit de bodem van
het afwascompartiment en reinig het filter
grondig aan beide kanten.
7. Zet het platte filter terug in de bodem van
het wascompartiment en controleer of
het precies onder de twee geleiders ( C )
zit.
3.
16
8.
Plaats het grof filter ( A ) in het microfilter
( B ) en druk ze tegen elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn
plaats en vergrendel het geheel door de
hendel tot de aanslag met de wijzers van
de klok mee te draaien. Let er bij deze
procedure op dat het platte filter niet boven de bodem van het afwascompartiment uitsteekt.
Gebruik de afwasmachine NOOIT
zonder filters. Een onjuiste terugplaatsing en bevestiging van de filters heeft slechtere afwasresultaten
tot gevolg en kan resulteren in schade aan het apparaat.
Probeer NOOIT de sproeiarmen te
verwijderen.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een cocktailprikker.
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochti-
ge zachte doek. Gebruik - indien nodig - alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit schurende producten, schuursponsjes
of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen,
enz.).
De binnenkant van de machine reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rondom de deur en het afwasmiddelbakje en
glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een
vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
afwasprogramma voor ernstig vervuild serviesgoed te draaien met afwasmiddel, maar
zonder serviesgoed.
Als de afwasmachine langere tijd niet
wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere
tijd niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken
en de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vorming van onaangename geurtjes te voorkomen.
3. het inwendige van de machine leeg en
schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de
temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch
niet anders kan, maak de machine leeg, sluit
de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding
en laat deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij verhuizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoerslang.
4. trek de machine samen met de slangen
naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het
vervoer.
Problemen oplossen
De afwasmachine start niet of stopt als hij
bezig is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een
gebrek aan eenvoudig onderhoud of onop-
17
lettendheid en kunnen zonder de inschakeling van een monteur worden opgelost met
behulp van de in de tabel hieronder beschre-
Zet de afwasmachine uit, open de deur en
voer de volgende voorgestelde corrigerende
handelingen uit.
ven aanwijzingen.
Storingscodes en storingMogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• 1 keer knipperen van het controlelampje Einde
• onderbroken geluidssignaal
De afwasmachine wordt niet gevuld met water
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• 2 keer knipperen van het controlelampje einde
• onderbroken geluidssignaal
Het afwaswater wordt niet afgevoerd
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• 3 keer knipperen van het controlelampje einde
• onderbroken geluidssignaal
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd
StoringMogelijke oorzaak en oplossing
Het programma begint niet• De deur van de afwasmachine is niet goed ge-
Als u deze controles hebt uitgevoerd, dient u
het apparaat in te schakelen en de deur te
sluiten.
Het programma gaat verder op het punt
waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw
voordoet, dient u contact op te nemen met
onze service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel
beschreven storingscodes dient u ook contact op te nemen met onze service-afdeling.
Houd als u contact opneemt met onze ser-
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
• Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting
van de wateraanvoerslang is verstopt.
Maak het filter schoon.
• De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de wateraanvoerslang.
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
• De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang.
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op
met onze service-afdeling.
sloten.
Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact
• De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
• Uitgestelde start is ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start als het serviesgoed direct moet worden afgewassen.
hand: model (Mod.), productnummer (PNC)
en serienummer (S.N.).
Deze informatie is te vinden op het typeplatje aan de zijkant van de deur van de afwasmachine.
Wij adviseren u deze nummers hier te noteren zodat u ze altijd bij de hand hebt:
De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige
vlekken of een
blauwzweem
Opgedroogde waterdruppels op glazen en borden
• Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
• Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet alle delen van een oppervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol worden geladen.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed.
• De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
• Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven; het zoutreservoir is leeg
of de waterontharder is op het onjuiste niveau ingesteld.
• De afvoerslang is niet correct aangesloten.
• Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
• Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
• Verlaag de dosering van het glansmiddel.
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de consumentenlijn van de afwasmiddellenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aanhoudt, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Technische gegevens
AfmetingenBreedte
Aansluitspanning - Voltage - Totale vermogen - Zekering
LeidingwaterdrukMinimaal
Capaciteit12 couverts
Hoogte
Diepte
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje op de binnenrand van de deur van de afwasautomaat.
0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal
59,6 cm
81,8 - 87,8 cm
55,5 cm
8 bar (0,8 MPa)
Aanwijzingen voor testinstituten
Het testen in overeenstemming met EN60704 moet uitgevoerd worden met een
volledig geladen apparaat en met gebruik
van het testprogramma (zie "Verbruikswaarden").
Het testen in overeenstemming met EN
50242 moet worden uitgevoerd nadat het
Volledige belading: 12 standaardcouverts
Hoeveelheid benodigd afwasmiddel:5 g + 25 g(type B)
Instelling glansmiddelstand 4 (type III)
zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje
gevuld zijn met respectievelijk zout en glansmiddel en met gebruik van het testprogramma (zie "Verbruikswaarden").
Plaatsing bovenrek
19
Kopjesrekken: stand A
Plaatsing onderrek
Montage
Waarschuwing! Alle
elektrotechnische en/of
loodgieterswerkzaamheden die
nodig zijn voor de installatie van het
apparaat dienen te worden
uitgevoerd door een erkend
installateur.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvorens de machine te plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een
waterkraan en een afvoer.
Deze afwasmachine is ontworpen voor installatie onder een keukenblad of werkoppervlak.
Let op! Volg nauwgezet de instructies op de
bijgeleverde mal voor de inbouw van de af-
Plaatsing bestekrek
wasmachine en plaatsing van het meubelpaneel.
Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang
en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes
voor het instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne
onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de
machine voor dat de watertoevoerslang, de
afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
20
Bevestigen aan de aangrenzende
keukenmeubelen
De afwasmachine moet beveiligd worden tegen kantelen.
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig
bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, muur).
Waterpas zetten
Een machine die goed waterpas staat is essentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur.
Aansluiting aan de waterleiding
Aansluiting watertoevoerslang
Dit apparaat kan worden aangesloten aan
een heet (max. 60°) of koud water kraan.
Als de aansluiting is gemaakt op een heetwaterkraan, vermindert het energieverbruik
aanzienlijk. Dit hangt echter af van hoe het
hete water geproduceerd wordt. (We raden
alternatieve energiebronnen aan die milieuvriendelijker zijn zoals bijv. zonne- en fotovoltaïsche panelen en eolische panelen).
Voor het tot stand brengen van de aansluiting
zelf is de wartelmoer die aan de waterslang
van de machine is bevestigd, geschikt voor
montage op een leidinguiteinde van 3/4"
gasdraad of op een speciale kraan met snelkoppeling zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen
bevinden zoals vermeld in de "Technische
specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de gemiddelde leidingwaterdruk in uw omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aansluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt
of in de knoop zitten.
Het apparaat is voorzien van een vul- en afvoerslang die afhankelijk van de installatie
door middel van de sluitmoer naar links of
naar rechts kunnen worden gedraaid. De
sluitmoer moet goed worden bevestigd
om waterlekkage te voorkomen.
Let op! NIET alle modellen afwasmachines hebben vul- en afvoerslangen die
zijn uitgerust met een sluitmoer. In dat
geval is de genoemde voorziening niet
mogelijk.
Als het apparaat is aangesloten aan nieuwe
leidingen of leidingen die lange tijd niet ge-
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt
de deur aan geen van de kanten de behuizing .
Als de deur niet goed sluit, draai dan de stelvoetjes in of uit totdat de machine perfect
waterpas staat.
bruikt zijn, moet u er een tijdje water door laten lopen voordat u de waterslang bevestigt.
Gebruik GEEN aansluitslangen die eerder voor een oude machine zijn gebruikt.
Dit apparaat is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die voorkomen dat het in
de machine gebruikte water terugkeert
in het drinkwatersysteem. Dit apparaat
voldoet aan de van toepassing zijnde regelgeving voor loodgieterswerk.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
Na aansluiting van de dubbelwandige watertoevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich
bij de kraan. Daarom bevindt de watertoevoerslang zich alleen onder druk als het water loopt. Als de watertoevoerslang dan begint te lekken, sluit de veiligheidsklep het
stromende water af.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert:
• de elektriciteitskabel voor de veiligheidsklep bevindt zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in water.
• Ais de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd raken, trek dan direct de
stekker uit het stopcontact.
• Een watertoevoerslang met veiligheidsklep
mag alleen worden vervangen door de service-afdeling.
Waarschuwing! Gevaarlijke spanning
Waterafvoerverbinding
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de
volgende manieren worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging
tegen de onderkant van het werkoppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat
gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ventilatieopening, minimale binnendiameter
4 cm.
De afvalwateraansluiting moet zich op een
hoogte bevinden van tussen de 30 cm (minimum) en 100 cm (maximum) vanaf de bodem van de afwasmachine.
21
zien het water dan weer in de machine terug
kan lopen.
Als u voor de afvoerslang een verlengstuk
gebruikt, mag dit niet langer zijn dan 2 meter
en de binnendiameter mag niet kleiner zijn
dan de diameter van de meegeleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor
de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van
de bijgeleverde slang.
Voor het verbinden van de afvoerslang met
een sifon onder de gootsteen moet het vol-
ledige plastic membraan(A) worden verwijderd. Indien niet het gehele membraan
wordt verwijderd zullen zich op den duur
voedseldeeltjes verzamelen die de afvoerslang van de afwasmachine kunnen verstoppen
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine
naar links of naar rechts lopen
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen
is of platgedrukt wordt, aangezien dit de afvoer van water kan vertragen of in de weg
staan.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de
machine water aan het afvoeren is, aange-
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! Het apparaat moet
volgens de veiligheidsvoorschriften
worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te
nemen dient u zich ervan te verzekeren dat de nominale spanning en
het spanningstype op het typeplatje in overeenstemming zijn met de
netspanning waarop de machine
Onze apparaten worden geleverd met
een veiligheidsvoorziening die ervoor
zorgt dat vuil water niet terug kan lopen
in de machine. Als uw gootsteenafvoer
is voorzien van een geïntegreerde terugslagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan.
Wij adviseren u dan ook de terugslagklep te verwijderen.
Om te voorkomen dat er lekkage optreedt na de installatie, moet u ervoor
zorgen dat de waterkoppelingen stevig
vast zitten.
aangesloten gaat worden. Ook de
waarde van de zekering is te vinden
op het typeplaatje
Steek de stekker altijd in een correct
geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meervoudige stekkers, verloopstekkers en verlengka-
22
bels. Hierdoor kan brandgevaar
door oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontactdoos van de huisinstallatie verplaatsen. Neem contact op met onze service-afdeling als het aansluitsnoer
moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden gerecycled. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<,
>PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in
de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst.
Waarschuwing! Als u het apparaat
afdankt:
• trek de stekker uit het stopcontact.
• snijd het aansluitsnoer met de stekker
af en gooi het weg.
• Verwijder het slot van de deur. Zo
voorkomt u dat kinderen zichzelf insluiten en hun leven in gevaar brengen.
Trek de stekker nooit aan het snoer
uit het stopcontact. Trek altijd aan
de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als boven genoemde veiligheidsmaatregelen niet in
acht worden genomen.
Sommaire
Consignes de sécurité 23
Description de l'appareil 25
Bandeau de commande 25
Première utilisation 27
Réglage de l'adoucisseur d'eau 27
Utilisation du sel régénérant 28
Utilisation du liquide de rinçage 29
Utilisation quotidienne 30
Rangement des couverts et de la vaisselle
Utilisation du produit de lavage 33
Sélection et départ d'un programme de
lavage 34
Sous réserve de modifications
Déchargement du lave-vaisselle 35
Programmes de lavage 35
Entretien et nettoyage 36
Que faire si… 37
Caractéristiques techniques 39
Conseils pour les organismes de test 39
Installation 40
Raccordement à l'arrivée d'eau 41
Branchement électrique 42
En matière de protection de
31
l'environnement 43
Consignes de sécurité
Pour votre sécurité et pour garantir une
utilisation correcte de l'appareil, lisez attentivement cette notice d'utilisation,
ainsi que ses conseils et avertissements,
avant d'installer et d'utiliser l'appareil
pour la première fois. Pour éviter toute
erreur ou accident, veillez à ce que toute
personne qui utilise l'appareil connaisse
bien son fonctionnement et ses options
de sécurité. Conservez cette notice avec
l'appareil. Si l'appareil devait être vendu
ou cédé à une autre personne, assurezvous que la notice d'utilisation l'accompagne, afin que le nouvel utilisateur soit
correctement informé du fonctionnement de celui-ci et des avertissements
s'y rapportant.
Utilisation
• Votre appareil est destiné à un usage domestique normal. Ne l'utilisez pas à des
fins commerciales ou industrielles ou pour
d'autres buts que celui pour lequel il a été
conçu. Ce lave-vaisselle est conçu pour
laver la vaisselle et les ustensiles de cuisine
pouvant être lavés en machine.
• N'utilisez pas de solvants dans votre lavevaisselle. Ceux-ci pourraient provoquer
une explosion.
• Les couteaux et autres ustensiles pointus
ou tranchants doivent être placés dans le
panier à couverts avec la pointe vers le
bas, ou placez-les en position horizontale
dans le panier supérieur.
• N'utilisez que des produits (sel, produit de
lavage, liquide de rinçage) spécifiques
pour lave-vaisselle.
• Évitez d'ouvrir la porte pendant que l'appareil fonctionne : une vapeur brûlante
peut s'en échapper.
• Ne sortez pas la vaisselle du lave-vaisselle
avant la fin du cycle de lavage.
• Lorsque le programme est terminé, débranchez l'appareil et fermez le robinet
d'arrivée d'eau.
• Cet appareil ne peut être entretenu et réparé que par un technicien autorisé, exclusivement avec des pièces d'origine.
• N'essayez en aucun cas de réparer le lavevaisselle vous-même. Les réparations effectuées par du personnel non qualifié
peuvent provoquer des blessures ou le
mauvais fonctionnement du lave-vaisselle.
Contactez le Service Après-vente. Exigez
des pièces d'origine.
Consignes de sécurité
• Les personnes (y compris les enfants)
souffrant de capacités physiques, sensorielles ou mentales réduites ou qui ne connaissent pas la machine, ne doivent pas
utiliser l'appareil. Elles doivent être supervisées ou guidées par la personne responsable de leur sécurité.
23
24
• Les produits de lavage pour lave-vaisselle
peuvent occasionner des brûlures chimiques au niveau des yeux, de la bouche et
de la gorge. Potentiellement dangereux !
Respectez les instructions de sécurité du
fabricant de produit de lavage pour lavevaisselle.
• L'eau de votre lave-vaisselle n'est pas potable. Des résidus de produit de lavage
peuvent subsister dans votre appareil.
• Assurez-vous que la porte du lave-vaisselle est toujours correctement fermée lorsque vous n'êtes pas occupé à le remplir ou
le vider. Vous éviterez ainsi que quelqu'un
ne trébuche sur la porte ouverte et ne se
blesse.
• Ne montez pas et ne vous asseyez pas sur
la porte ouverte de votre appareil.
Sécurité des enfants
• Cet appareil est conçu pour être utilisé par
des adultes. Ne laissez pas les enfants utiliser l'appareil sans surveillance ou jouer
avec celui-ci.
• Ne laissez pas les emballages à portée des
enfants. Ils pourraient s'asphyxier.
• Conservez tous les produits de lavage
dans un endroit sûr, hors de portée des
enfants.
• Éloignez les enfants à bonne distance de
l'appareil lorsque la porte est ouverte.
Installation
• Vérifiez que le lave-vaisselle n'a subi aucun
dommage au cours du transport. Ne bran-
chez jamais un appareil endommagé. Si
votre lave-vaisselle est endommagé,
adressez-vous à votre revendeur.
• Retirez tous les emballages avant utilisation.
• Les branchements électriques et hydrauliques nécessaires à l'installation de l'appareil ne doivent être effectués que par un
électricien et/ou un plombier qualifié.
• Pour des raisons de sécurité, il est interdit
de modifier les spécifications ou de tenter
de modifier l'appareil de quelque façon
que ce soit.
• N'utilisez jamais le lave-vaisselle si le câble
électrique ou les tuyaux d'eau sont endommagés ; ou si le bandeau de commande, le plan de travail de l'appareil ou le
socle sont endommagés au point que l'intérieur de l'appareil en est accessible.
Contactez votre Service Après-vente pour
éviter tout danger.
• Les parois du lave-vaisselle ne doivent jamais être percées, pour éviter d'endommager les composants hydrauliques et
électriques.
Avertissement Avant de procéder
aux branchements électriques et
hydrauliques, respectez
scrupuleusement les instructions
fournies dans les paragraphes
spécifiques de cette notice.
Description de l'appareil
1 Panier supérieur
2 Sélecteur de dureté de l'eau
3 Réservoir à sel
4 Distributeur de produit de lavage
5 Distributeur de liquide de rinçage
6 Plaque signalétique
7 Filtres
8 Bras d'aspersion inférieur
9 Bras d'aspersion supérieur
25
Bandeau de commande
1342
ABC
5
26
1 Touche Marche/Arrêt
2 Touches de sélection des programmes
3 Touche Départ différé
4 Voyants
5 Touches de fonction
Voyants
FinIl s'allume quand un programme de lavage est terminé. Il possède également
Produit rinçageIl s'allume quand le distributeur de liquide de rinçage est vide.
SelIl s'allume quand le réservoir à sel est vide.
des fonctions supplémentaires de signalisation visuelle, telles que :
– le réglage de l'adoucisseur d'eau,
– la désactivation/l'activation des signaux sonores,
– le déclenchement d'une alarme en cas d'anomalie de fonctionnement de
l'appareil.
Touches de fonction
Ces touches servent aussi à régler les fonctions suivantes :
• le réglage du niveau de l'adoucisseur
d'eau,
• l'annulation d'un programme en cours ou
d'un départ différé,
• l'activation/la désactivation des signaux
sonores.
Mode programmation
Appuyez sur la touche Marche/Arrêt ; si
TOUS les voyants des touches de programme s'allument, cela signifie que l'appareil est
en mode programmation.
Rappelez-vous que pour effectuer une
opération quelconque, comme par
exemple :
– sélectionner un programme de lava-
ge,
– régler le niveau de l'adoucisseur
d'eau,
– activer/désactiver le distributeur de li-
quide de rinçage,
– activer/désactiver les signaux sono-
res,
l'appareil DOIT être en mode programmation.
Appuyez sur la touche Marche/Arrêt ; Si un
voyant de programme s'allume, cela signifie
que le dernier programme de lavage exécuté
ou sélectionné est encore en mémoire. Dans
un tel cas, pour restaurer le mode program-
mation, il sera nécessaire d'annuler le programme.
Pour annuler un programme sélectionné
ou en cours
Appuyez simultanément sur les deux touches de fonction B et C , et maintenez-les
appuyées jusqu'à ce que tous les voyants de
programme s'allument. Le programme est
alors annulé et l'appareil se trouve en mode
programmation.
Signaux sonores
Des signaux sonores ont été programmés
pour indiquer les opérations que le lave-vaisselle est en train d'exécuter :
– le réglage de l'adoucisseur d'eau,
– la fin du programme de lavage,
– le déclenchement d'une alarme en cas
d'anomalie de fonctionnement de l'appareil.
Réglage d'usine : signaux sonores activés
Il vous est possible de désactiver les signaux sonores.
Désactivation/activation des signaux
sonores
1. Appuyez sur la touche Marche/Arrêt. Le
lave-vaisselle doit se trouver en mode
programmation.
2. Appuyez simultanément sur les touches
de fonction B et C , et maintenez-les appuyées jusqu'à ce que les voyants des
touches de fonction A , B et C clignotent.
27
3.
Appuyez sur la touche de fonction C , les
voyants des touches de fonction A et B
s'éteignent tandis que le voyant de la touche de fonction C continue de clignoter.
Le voyant Fin s'allume simultanément.
Les signaux sonores sont activés.
4. Pour désactiver les signaux sonores, appuyez de nouveau sur la touche de fonction C ; le voyant Fin s'éteint.
Les signaux sonores sont désactivés.
5. 5. Pour mémoriser cette opération, mettez à l'arrêt le lave-vaisselle en appuyant
sur la touche Marche/Arrêt.
Pour activer de nouveau les signaux sonores, effectuez les opérations ci-dessus jusqu'à ce que le voyant Fin s'allume.
Première utilisation
Avant d'utiliser votre lave-vaisselle pour la
première fois :
• Assurez-vous que les raccordements
électriques et hydrauliques sont conformes aux instructions d'installation
• Retirez tous les emballages présents à l'intérieur de l'appareil
• Réglez l'adoucisseur d'eau
• Versez 1 l d'eau dans le réservoir à sel,
puis approvisionnez en sel
• Remplissez le distributeur de liquide de
rinçage
Si vous souhaitez utiliser des pastilles de détergent multifonctions telles que : "3 en 1", "4 en 1", "5 en 1"
etc. ) respectez scrupuleusement
les instructions fournies au paragraphe "Utilisation du produit de lavage".
Réglage de l'adoucisseur d'eau
Le lave-vaisselle est équipé d'un adoucisseur
d'eau conçu pour éliminer les minéraux et les
sels de l'eau d'alimentation susceptibles de
nuire au bon fonctionnement de l'appareil.
Plus la teneur en minéraux et en sels est élevée, plus l'eau est dure. La dureté de l'eau
est calculée en échelles équivalentes, degrés
allemands (°dH), degrés français (°TH) et
mmol/l (millimol par litre - unité internationale
de dureté de l'eau).
L'adoucisseur doit être réglé en fonction du
degré de dureté de l'eau de votre région.
Dureté de l'eauRéglage de la dureté de l'eauUtili-