Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip
INHOUD
Uw vaatwasser
Veiligheid
Beschrijving
Bediening
Onderhoud
Inleiding 4
Let op! 5
Bedieningspaneel 7
Binnenwerk 7
Inschakelen 8
Programmakeuze tabel 10
Zout bijvullen 11
Glansspoelmiddelreservoir 12
Vaatwasmiddelen 13
De korven beladen 15
Beschadiging van glaswerk en servies 19
Filtersysteem 20
Reinigen sproeiarmen 21
Reinigen van de zeven 21
Reinigen deur 21
Storingen
Bijlage
Wat moet ik doen als... 22
Storingstabel 22
Verpakking en toestel afvoeren 24
NL 3
UW VAATWASSER
Inleiding
U heeft gekozen voor een vaatwasser van Pelgrim.
Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening stonden
voorop bij de ontwikkeling van dit product.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de vaatwasser
zo optimaal mogelijk kunt benutten. U vindt informatie over de
bediening en achtergrondinformatie over de werking van het toestel.
Tevens treft u onderhoudstips aan.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie
zijn opgenomen in het installatievoorschrift, dat bestemd is voor de
installateur.
Lees deze handleiding voordat u het toestel gaat gebruiken.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele volgende
gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde
Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn
vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 4
VEILIGHEID
Let op!
Laat het toestel aansluiten door een erkend installateur (zie
“Installatievoorschrift”). Sluit het apparaat niet aan op het
elektriciteitsnet voordat de installatie volledig is voltooid.
• Sluit het toestel aan conform de plaatselijk geldende
installatievoorschriften.
• Het apparaat is gefabriceerd volgens de meest recente
veiligheidsstandaarden. Desondanks adviseren wij personen met
psychische of motorische stoornissen, mentale achterstand of
zwakbegaafdheid het apparaat niet te gebruiken zonder toezicht
van een bekwaam persoon. Hetzelfde geldt voor kinderen.
• Wanneer de aansluitkabel is beschadigd mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn serviceorganisatie of gelijkwaardig
gekwalificeerde personen, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Dit toestel moet worden geaard! Aarding verkleint de kans op een
elektrische schok bij storingen en defecten. Dit toestel is uitgerust
met een geaard snoer en stekker. Steek de stekker alleen in een
geaard stopcontact dat is gemonteerd volgens de lokaal geldende
voorschriften!
• Incorrecte aansluiting van het snoer kan resulteren in een
levensbedreigende situatie. Neem in geval van twijfel contact
op met een gekwalificeerde elektriciën of servicemedewerker.
Voer geen veranderingen door aan de stekker. Laat de stekker,
wanneer deze niet in het stopcontact past, aanpassen door een
gekwalificeerde elektriciën.
• Gebruik de deur en de korf van de vaatwasser niet oneigenlijk.
Ga er niet op zitten of staan.
• Reinig geen ongeschikt kunststof vaatwerk in het toestel,
tenzij het is voorzien van een merkteken dat aangeeft dat het
vaatwasserbestendig is. Volg bij alle vaatwerk, dat niet is voorzien
van een dergelijk merkteken, de aanwijzingen van de producent op.
• Gebruik alleen was-, glansspoelmiddelen en zout die zijn bedoeld
voor gebruik in een vaatwasser. Gebruik nooit professionele of
horeca-wasmiddelen. Gebruik nooit gewoon vaatwasmiddel of
wasmiddelen voor textiel.
• Bewaar de wasmiddelen buiten bereik van kinderen.
NL 5
VEILIGHEID
Let op!
• Houd was- en glansspoelmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd
kinderen uit de buurt van een geopende vaatwasser. Er kan nog
wat reinigingsmiddel in het toestel aanwezig zijn. Bij inslikken direct
een arts raadplegen en de verpakking meenemen.
• Houd de deur gesloten. U zou kunnen struikelen over een
geopende deur.
• Verbuig de aan- en afvoerslang en het aansluitsnoer niet extreem
tijdens de installatie. Let op dat deze niet bekneld raken.
• Het toestel is niet bedoeld voor gebruik door jonge kinderen.
• Wasmiddelen voor de vaatwasser zijn sterk alkalisch. Ze zijn
bijzonder gevaarlijk bij doorslikken. Bij inslikken direct een arts
raadplegen en de verpakking meenemen.
• Vermijd contact met huid en ogen. Houd bij geopende deur van de
vaatwasser kinderen uit de buurt.
• Zorg ervoor dat alle losse onderdelen van de vaatwasser correct
zijn geplaatst. Open de deur niet tijdens het programmaverloop.
• Plaats geen zware voorwerpen op de geopende deur. Ga er ook
niet op staan. Het toestel kan kantelen en er kan schade aan het
toestel optreden.
• Plaats, bij het beladen van de korfen, scherpe voorwerpen zodanig
dat zij het deurrubber niet kunnen beschadigen.
• Voer verpakkingsmaterialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen af.
• Gebruik de vaatwasser uitsluitend voor het doel waarvoor deze
ontworpen is. Gebruik het toestel alleen in een vorstvrije ruimte!
• Verwijder de deur van de vaatwasser of maak het slot onklaar
wanneer u het toestel afdankt.
• Laat kinderen niet met het toestel spelen.
• Controleer of het wasmiddelreservoir leeg is na afloop van het
vaatwasprogramma.
• Vul het zout- en spoelglansreservoir vòòr eerste gebruik en als de
indicatielampjes branden. Stel het zoutgebruik vooraf in.
• Bij reparaties of schoonmaakbeurten moet het toestel
spanningsloos gemaakt worden. Neem de stekker uit de
contactdoos of draai de schakelaar in de meterkast op nul.
NL 6
BESCHRIJVING
Bedieningpaneel
Binnenwerk
8
2
1
34
2h 4h 6h 8h
7
1. Aan/uit toets
2. Controlelampje aan/uit
3. Controlelampje glansspoelmiddel
4. Controlelampje waterontharder
5. Controlelampjes ‘geselecteerd programma’
6. Programmatoetsen
7. Uitgestelde start toets
8. Controlelampje uitgestelde start
9
10
11
12
13
14
15
16
17
1920
18
5
6
9. bovenste korf
10. sproeiarmen
11. onderste korf
12. waterontharder
13. grove zeef (vlakke zeef)
14. wasmiddelreservoir
15. kopjesrek
16. bestekmand
17. grove zeef (bekerzeef)
18. glansspoelmiddelreservoir
19. aansluiting afvoerpijp
20. aansluiting waterinlaatpijp
NL 7
BEDIENING
Inschakelen
8
2
1
34
2h 4h 6h 8h
7
5
6
• Open de deur van de vaatwasser.
• Druk op de ‘aan-uit’ toets (1) om het toestel in te schakelen.
Het controlelampje (2) brandt wanneer het toestel is ingeschakeld.
• Kies het gewenste programma (zie pag. 10 ‘programmakeuzetabel). Druk op de één van de programmatoetsen (6) om het
gewenste programma te selecteren. Het bij het gekozen programma
behorende controlelampje (5) gaat branden.
• Sluit de deur van de vaatwasser. De vaatwasser start automatisch
met het gekozen programma.
Uitgestelde starttijd
Indien u de vaatwasser op een later tijdstip wilt laten inschakelen, kunt u
gebruik maken van de ‘uitgestelde start’ toets (7). U kunt kiezen uit een
uitsteltijd van 3, 4 ,6 en 8 uur. Elke druk op de toets (7) wijzigt de uitsteltijd.
De controlelampjes (8) geven de gekozen uitgestelde starttijd aan.
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma
Open de deur. Houdt de programmatoets (6) van het gekozen
programma langer dan drie seconden ingedrukt. U kunt nu opnieuw het
gewenste programma selecteren (zie pag. 10 ‘programma-keuzetabel).
Sluit vervolgens de deur.
NL 8
Let op! Een programma dat al is gestart kan alleen in het beginstadium
worden aangepast. Na langere tijd is het vaatwasmiddel al over het
vaatwerk verspreid of de machine heeft het waswater al weggepompt.
In dat geval moet u het zeepbakje opnieuw vullen (zie hoofdstuk
Vaatwasmiddel).
BEDIENING
Na afloop van het wasprogramma
Nadat het wasprogramma is afgelopen klinkt gedurende acht seconden
een geluidssignaal. Schakel het toestel uit met de aan/uit toets.
Open de deur van de vaatwasmachine. Wacht enkele minuten voordat
u de wasmachine uitlaadt. Direct na afloop van het programma zijn
vaatwerk en bestek nog erg heet. De kans bestaat dat er door de hitte
vaatwerk kan breken. Door het vaatwerk enkele minuten te laten staan
droogt het bovendien beter.
De vaatwasserdeur niet openen tijdens gebruik!
Overstroombeveiliging
Uw afwasmachine is uitgerust met een beveiliging die ervoor zorgt dat
er niet te veel water in het toestel kan lopen. De beveiliging sluit het
inlaatventiel en zorgt ervoor dat de afwasmachine het teveel wegpompt.
Wanneer er water in de machine zit (doordat er eerder teveel water in
werd gelaten of door een lek) moet dit eerst worden verwijderd voordat
u de afwasmachine opnieuw inschakelt.
Waarschuwing!
Het is gevaarlijk om gedurende het wasprogramma de deur geheel te
openen. U kunt in aanraking komen met heet water dat uit de machine spat.
NL 9
BEDIENING
Programma keuzetabel
Programma Symb. Programma- Programma- Wasmiddel Tijd Energie Water
informatie verloop voor-/hoofd (min) (kWh) (l)
Zeer vieze vaat, zoals schalen voorspoelen (50 °C)
Intensief pannen, braadpannen, borden voorspoelen 5/25 gr. 130 1,5 23
borden met ingedroogde hoofdwas (65 °C)
voedselresten. spoelen
spoelen
spoelen (55 °C)
drogen
voorspoelen (50 °C)
Normaal Normaal vieze vaat, zoals hoofdwas (50 °C)
schalen, borden, glazen, niet spoelen 5/25 gr. 160 1,3 15
erg vieze pannen. spoelen (70 °C)
drogen
voorspoelen
*Economisch Niet erg vieze vaat, zoals voorspoelen
spaar- borden, glazen, kommen hoofdwas (40 °C) 5/25 gr. 155 1,05 16
programma en niet erg vieze pannen. spoelen (65 °C)
drogen
Spoelen Vaat die alleen spoelen hoofdwas (40 °C); en drogen nodig heeft. spoelen - 80 1,0 8
drogen
Snel Niet erg vieze vaat, zoals glazen hoofdwas (40 °C); kristal en teer porselein. Geen spoelen 20 gr. 30 0,5 12
droging. spoelen (45 °C)
*EN 50242: Dit is een testprogramma. De informatie voor een
vergelijktest in overeenstemming met EN50242 is als volgt:
• capaciteit: 12 couverts
• positie bovenkorf: wieltjes op geleiders / spoelstand: 6
BEDIENING
Zout bijvullen
Deze machine is uitgerust met een waterontharder. Vul hiervoor de
vaatwasmachine met zout.
1. Draai, na eerst de onderste korf te hebben verwijderd, de dop van
het reservoir los.
2. Voordat u het reservoir de eerste keer vult giet u er één liter water in.
3. Plaats de trechter in de reservoiropening. Giet er ongeveer 1 kg
zout in. Het is normaal dat er hierbij een beetje water uit de opening
stroomt. Let op! Gemorst zout verwijderen en direct hierna altijd
een volledig programma draaien teneinde schade aan de bodem te
voorkomen.
4. Draai de dop zorgvuldig vast.
Let op! Vul altijd eerst het zoutreservoir en stel de waterhardheid in
voordat u de afwasmachine in gebruik neemt. Vul het zoutreservoir
bij wanneer het waarschuwingslampje van de waterontharder gaat
branden. Het kan voorkomen dat, hoewel het zoutreservoir is gevuld,
het lampje enige tijd blijft branden. Het dooft wanneer er voldoende
zout in het water is opgelost.
Zoutverbruik instellen
• Draai de dop van het zoutreservoir los.
• In de opening van het reservoir bevindt zich een ring met daarop
een pijl. Draai de ring, afhankelijk van de hardheid van het water
naar - of +.
graden Clarke
0 - 10
10 - 28
28 - 56
56 - 75
Pas het zoutverbruik aan volgens onderstaand schema:
WATERHARDHEID
ºdH
0 - 8
8 - 22
22 - 45
45 - 60
mmol/l
0 - 1.4
1.4 - 3.9
3.9 - 8
8 - 11
instelling
geen zout nodig
- stand
midden stand
+ stand
zoutverbruik
(gram/cyclus)
0
20
40
60
Informeer bij het waterleidingbedrijf naar de hardheid van het
leidingwater om een en ander volgens bovenstaande tabel in te stellen.
autonomiteit
(cycli/1 kg)
/
50
25
16
NL 11
BEDIENING
Glansspoelmiddelreservoir
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt glansspoelmiddel toegevoegd.
Glansspoelmiddel voorkomt dat er sporen van druppels achterblijven
op de schone vaat. Het zorgt er bovendien voor dat de vaat sneller
droogt doordat het water er gemakkelijk afglijdt.
De afwasmachine is ontworpen voor gebruik van vloeibaar
glansspoelmiddel. Het glansspoelmiddelreservoir bevindt zich op de
binnenzijde van de deur, naast het vaatwasmiddelbakje.
Let op: vul het glansspoelmiddelreservoir bij wanneer het
controlelampje van het glasspoelmiddel gaat branden. Het reservoir
heeft een capaciteit van ca. 100 ml. Giet het glansspoelmiddelreservoir
niet te vol giet. Het glansspoelmiddel stroomt dan over. Gemorst
glansspoelmiddel moet verwijderd worden. Er kan anders lekkage
ontstaan door extreme schuimvorming.
• Draai de dop van het glansspoelmiddelreservoir open (naar links,
naar de pijl met “open”).
• Giet het glansspoelmiddel in het reservoir. Let er hierbij op dat u er
niet teveel in giet. Het reservoir heeft een capaciteit van ca. 100 ml.
• Plaats de dop terug. Zorg ervoor dat hij in lijn ligt met de “open” pijl
en draai hem naar de “gesloten” pijl.
NL 12
De hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt een vastgestelde hoeveelheid
glansspoelmiddel toegevoegd. Net zoals bij vaatwasmiddel is de
hoeveelheid glansspoelmiddel afhankelijk van de waterhardheid bij u in de
buurt. Teveel glansspoelmiddel kan leiden tot strepen op het vaatwerk.
Het glansspoelmiddelreservoir heeft 6 standen. Stel het reservoir in
eerste instantie in op stand 2. Indien er in dat geval vlekken op het
vaatwerk blijven ontstaan en de vaat niet goed droogt vergroot u de
hoeveelheid glansspoelmiddel door de keuzeknop van het reservoir op
stand 3 te draaien. Als dat geen verbetering geeft stelt u de keuzeknop
in op een hogere stand. Herhaal deze handeling totdat de vaat
streeploos droog uit de machine komt.
BEDIENING
Vaatwasmiddelen
De chemische stoffen in vaatwasmiddelen verwijderen het vuil, breken
het af en zorgen ervoor dat het vuil uit de afwasmachine afgevoerd wordt.
De meeste in de winkel verkrijgbare vaatwasmiddelen zijn geschikt voor
dit doel.
Waarschuwing!
Vaatwasmiddel voor afwasmachines is een bijtend product. Houd het
daarom buiten het bereik van kinderen. Bij inslikken direct een arts
raadplegen en de verpakking meenemen.
Geconcenteerd vaatwasmiddel
Gebaseerd op hun chemische samenstellingen zijn er 2 verschillende
soorten geconcenteerd vaatwasmiddel:
• Conventionele alkalische vaatwasmiddelen met bijtende
ingrediënten.
• Laag alkalische geconcentreerde vaatwasmiddelen met natuurlijke
enzymen.
Het gebruik van geconcenteerd vaatwasmiddel in combinatie met
“normale” wasprogramma’s levert minder vervuiling op en is goed
voor uw vaat: deze wasprogramma’s zijn speciaal afgestemd op de
vuiloplossende eigenschappen van de enzymen in geconcenteerd
vaatwasmiddel. Hierdoor bereiken “normale” wasprogramma’s met
geconcenteerd vaatwasmiddel dezelfde resultaten als bij het gebruik
van een intensief wasprogramma.
Vaatwastabletten
Vaatwastabletten van verschillende fabrikanten lossen met
verschillende snelheid op. Hierdoor lossen sommige soorten
vaatwastabletten niet volledig op tijdens korte wasprogramma’s,
waardoor hun reinigende werking minder wordt. Gebruik daarom
vaatwastabletten vooral in combinatie met lange wasprogramma’s,
zodat de vaatwastabletten de kans krijgen om volledig op te lossen.
NL 13
BEDIENING
Vaatwasmiddelbakje
Vul het vaatwasmiddelbakje voorafgaand aan een wasprogramma. Uw
vaatwasmachine gebruikt minder vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
dan conventionele vaatwasmachines. In het algemeen is slechts één
maatschepje afwaspoeder nodig voor een normale afwasbeurt. Gebruik
meer vaatwasmiddel bij sterker vervuild vaatwerk. Vul het zeepbakje
vlak voor de start van het programma. Het vaatwasmiddel kan anders
vochtig worden en daardoor niet volledig oplossen.
Let op! In de tabel op pag. 10 vindt u informatie over de hoeveelheid
vaatwasmiddel voor de verschillende programma’s. Dit zijn
gemiddelden, afhankelijk van de hardheid van het water en de
vervuiling van de vaat kan een andere dosering nodig zijn.
Vullen
NL 14
1. Druk op de ontgrendeling als de deksel gesloten is. De deksel
springt open.
2. Vul het vaatwasmiddelbakje vlak voor de start van een
wasprogramma. Gebruik alleen een merk vaatwasmiddel in de
vaatwasser.
1
2
De markering in het vaatwasmiddelbakje geeft de dosering aan.
• Bakje voor hoofdwasmiddel (1), “MIN” betekent ongeveer 20 gram
vaatwasmiddel.
• Bakje voor voorwasmiddel (2), bevat ongeveer 5 gram
vaatwasmiddel.
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal geschikt is voor
vaatwasmachines. Bewaar het vaatwasmiddel op een koele en droge
plek. Doe pas vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje als u direct
daarna een wasprogramma draait.
BEDIENING
De korven beladen
1. kopjes
2. kleine kom
3. grote kom
4. glazen
5. schotels
6. schalen
7. borden
Gebruik van de bovenkorf
De bovenkorf is ontworpen voor kwetsbaar, licht vaatwerk zoals glazen,
kopjes en schoteltjes, borden, kleine kommen en ondiepe (niet erg
vieze) pannen.
Plaats het vaatwerk zodanig dat het niet kan verschuiven wanneer het
besproeid wordt. De bovenkorf kan in hoogte versteld worden door de
korf uit te nemen en in een andere stand in de geleiderails te plaatsen.
Hoogteverstelling van de bovenkorf
U kunt de bovenkorf in hoogte verstellen om meer ruimte te creëren
voor grote voorwerpen in de bovenkorf of onderkorf. U kunt de
bovenkorf in hoogte verstellen door de wieltjes van de bovenkorf uit
de geleiderails te halen en op een andere hoogte weer in de rails te
schuiven. Lange voorwerpen zoals opscheplepels en messen moeten
op het rekje geplaatst worden, zodat ze de sproeiarmen niet blokkeren.
Het rekje kan omhooggeklapt of verwijderd worden als het niet in
gebruik is.
NL 15
BEDIENING
Lage positie
Hoge positie
• Til de korf rechtstandig omhoog naar de hoge positie.
• Druk gelijktijdig de verstelbeugels in en druk de korf naar beneden
naar de lage positie.
De bovenkorf is uitgevoerd met 4 zijrekken (2 aan beide kanten).
Deze zijrekken zijn in een hoge en lage positie te plaatsen. De zijrekken
zijn uitgevoerd met klembeugels (2 aan beide zijden). Verstel de
zijrekken door de klembeugels van de bovenkorf te trekken. Plaats de
zijrekken in de gewenste positie.
NL 16
Hoge positie
In de ‘hoge’ positie kunnen hoge glazen (plaatsen onder de zijrekjes)
en wijnglazen geplaatst worden. Plaats de wijnglazen omgedraaid,
hangend aan de uitsparing in het zijrek.
Lage positie
In de ’ lage’ positie kunnen op het zijrekken kopjes, kommetjes en
glazen geplaatst worden. Let op de hoogte van de vaat!
BEDIENING
Gebruik van de onderkorf
Wij raden u aan om grote voorwerpen die het moeilijkst te reinigen zijn
in de onderkorf te plaatsen: potten, pannen, pandeksels, ovenschalen
en kommen.
Het verdient voorkeur om ovenschalen en pandeksels aan de zijkant
van de korf te plaatsen. Op die manier kunnen ze de sproeiarm niet
hinderen als deze ronddraait.
• Potten, serveerschalen etc. moeten altijd ondersteboven in de korf
geplaatst worden.
• Diepe kommen moeten schuin, met de opening naar beneden
geplaatst worden, zodat het water eruit kan lopen.
• De onderkorf kan zodanig worden aangepast dat er ook grotere, of
meer, potten en pannen in passen.
4. dessertborden
5. soepborden
6. grote borden
7. bestekmandje
1. vorken
2. soeplepels
3. dessertlepels
4. theelepeltjes
5. messen
6. opscheplepels
7. juslepel
8. serveervork
6
4
5
4
5
4
Bordenrekken neerklappen
Om potten en pannen makkelijker te kunnen plaatsen, kunt u de
bordenrekken neerklappen.
Bestekmandje (beladingsvoorbeeld)
Bestek moet in het bestekmandje worden geplaatst, met de heften
naar beneden. Wanneer het bestekmandje is voorzien van zijvakken
moet het bestek stuk voor stuk in de vakken worden geplaatst. Lang
keukengerei, zoals pollepels, moeten in een liggende (horizontale)
positie, voorin de bovenkorf worden geplaatst.
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat er
geen voorwerpen
door de bodem van
het bestekmandje
kunnen steken.
Hierdoor blokkeert
de sproeiarm.
NL 17
BEDIENING
Niet geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Bestek met een houten, porseleinen of parelmoeren heft
• Plastic voorwerpen die niet hittebestendig zijn
• Bestek met gelijmde onderdelen die niet hittebestendig zijn
• Gelijmd bestek of servies
• Tinnen of koperen voorwerpen
• Loodkristallen glaswerk
• Stalen voorwerpen die gevoeilig zijn voor roest
• Houten schotels
• Voorwerpen gemaakt van synthetische vezels
Beperkt geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Sommige glassoorten kunnen dof worden na een groot aantal
wasbeurten
• Zilver en aluminium kunnen verkleuren na gebruik in de vaatwasser
• Geglazuurde motieven kunnen vervagen na regelmatig wassen
Let op! Plaats geen voorwerpen in de vaatwasser die bevuild zijn met
sigarettenas, kaarsvet, lak of verf. Als u nieuw keukengerei koopt, let er
dan op dat dit geschikt is voor de vaatwasser.
Laad de vaatwasser niet te vol. Er is slechts plaats voor 8 standaard
couverts. Plaats geen keukengerei dat niet geschikt is voor een
vaatwasser. Dit is belangrijk voor goede wasresultaten en een gunnstig
energieverbruik.
NL 18
Plaatsen van bestek en servies
Voordat u de vaat in de vaatwasser plaatst moet u:
• Grove voedselresten verwijderen.
• Aangekoekte en aangebrande voedselresten even laten weken.
Let er bij het plaatsen op dat:
• De sproeiarmen niet geblokkeerd worden door de vaat.
• Holle voorwerpen met de opening naar beneden worden geplaatst,
zodat er geen water in kan blijven staan.
BEDIENING
Borden en bestek mogen elkaar niet afdekken
• Het glaswerk mag elkaar niet raken, om beschadigingen te
voorkomen.
• Plaats grote voorwerpen die lastig schoon te krijgen zijn in de
onderkorf.
• De bovenkorf is speciaal bedoeld voor lichtere voorwerpen zoals
glazen, koffie- en theekopjes.
Waarschuwing!
• Lange messen die rechtop staan in het bestekmandje kunnen letsel
veroorzaken!
• Plaats lang en/of scherp bestek zoals vleesmessen in een liggende
positie in de bovenkorf.
Beschadiging van glaswerk en ander servies
Mogelijke oorzaken:
• Type glas of fabrikageproces. Chemische samenstelling van het
vaatwasmiddel.
• Watertemperatuur en tijdsduur van het wasprogramma.
Voorgestelde oplossing:
• Gebruik glaswerk en porseleinen servies waarvan de fabrikant
aangeeft dat het geschikt is voor de vaatwasser.
• Gebruik een milder/minder bijtend vaatwasmiddel. Vraag
indien noodzakelijk meer informatie aan bij fabrikanten van
vaatwasmiddelen.
• Selecteer een wasprogramma met een lagere temperatuur.
• Haal glaswerk en bestek zo snel mogelijk na afloop van het
programma uit de vaatwasser, om beschadigingen te voorkomen.
NL 19
BEDIENING
Filtersysteem
Afhankelijk van het gebruik moeten de zeven regelmatig onder de kraan
afgespoeld worden. Het filtersysteem bestaat uit drie componenten: de
grote zeef, de grove zeef en de fijne zeef.
1. Grote zeef; Etensresten en vuil die op deze zeef terecht komen
worden door een speciale straal op de onderste sproeiarm naar de
grove zeef gespoeld.
2. Grove zeef; Grotere delen, zoals botresten of stukjes glas die de
afvoer zouden kunnen verstoppen, worden opgevangen in de grove
zeef. Om de vervuiling uit de zeef te verwijderen moet u de lipjes
bovenop de zeef licht samenknijpen en de zeef naar boven toe
verwijderen.
3. Fijne zeef; Deze zeef houdt vuil en etensresten tegen in de buurt
van de afvoerpomp en zorgt ervoor dat deze resten niet weer over
het vaatwerk wordt verspreid tijdens het programma.
NL 20
ONDERHOUD
Reinigen sproeiarmen
Het is noodzakelijk dat u de sproeiarmen regelmatig reinigt.
Vervuiling verstopt op den duur de sproeikoppen en de lagers van de
sproeiarmen. Reinig de sproeiarmen als volgt:
• Draai de moer los om de sluitring te kunnen verwijderen.
• Verwijder vervolgens de sproeiarm.
• Reinig de sproeiarmen in een warm sopje en maak de sproeikoppen
• Spoel de sproeiarmen grondig af en plaats ze terug.
Reiniging van de zeven
Filtergroep
Voor een optimale werking van de afwasmachine moet de gehele
filtergroep worden gereinigd.
De filtergroep haalt op efficiente wijze voedselresten uit het water en
zorgt ervoor dat het waswater gedurende het wasprogramma kan
blijven circuleren. Het is dan ook een goed idee om na iedere wasbeurt
de grotere voedselresten uit de filtergroep te verwijderen door de
halfronde zeef en filterhuis onder stromend water te reinigen.
• Verwijder de filtergroep door hem aan de greep rechtstandig
• Gebruik een afwasborstel om de grove zeef en de fijne zeef schoon
met een zachte borstel schoon.
omhoog te verwijderen. Alle onderdelen van de filtergroep moeten
minstens een keer per maand gereinigd worden.
te maken. Zet de filtergroep volgens de illustratie hiernaast weer
in elkaar en plaats de gehele filtergroep weer in de kuip van de
afwasmachine.
Reinigen deur
Gebruik de afwasmachine nooit zonder de filtergroep. Incorrect
terugplaatsen van de filtergroep heeft tot gevolg dat de afwasmachine
niet meer optimaal presteert. Een ander gevolg kan zijn dat er
beschadigingen optreden aan bestek en vaatwerk.
Reinig de rand van de deur inclusief het afdichtingsrubber met
een zachte, vochtige doek. Zorg ervoor dat er geen water in het
deurslot en de elektrische componenten kan binnendringen. Gebruik
geen schoonmaakmiddelen in een spuitbus. Gebruik ook geen
agressieve schoonmaakmiddelen, zoals schuursponsjes. Deze
schoonmaakmiddelen kunnen de lak beschadigen.
NL 21
STORINGEN
Wat moet ik doen als...
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het
defect is. Probeer het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst
wanneer onderstaande adviezen niet helpen.
Let op
Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie wordt gestart.
Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen.
Storingstabel
Probleem
De afwasmachine functioneert
niet.
De afvoerpomp stopt niet.
Geluid.
Verontreiniging van de kuip.
Mogelijke oorzaken
Zekering defect of de aardlekschakelaar is
geactiveerd.
De elektriciteitsvoorziening is niet
ingeschakeld.
De waterdruk is laag.
Het water loopt over.
Sommige geluiden zijn normaal.
Bestek staat niet rammelvast in de
bestekmand of er is iets kleins uit korf
gevallen.
De motor maakt een brommend geluid.
Slecht vaatwasmiddel.
Verstopte filters
Glansspoelmiddel geknoeid.
Oplossing
Vervang de zekering of reset de werkschakelaar.
Verwijder andere apparaten die op dezelfde
groep zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat de afwasmachine is
ingeschakeld en de deur gesloten.
Overtuig u ervan dat de stekker in het
stopcontact zit.
Controleer of de afwasmachine correct op de
waterleiding is aangesloten en de tapkraan is
opengedraaid.
Het systeem is zodanig ontworpen dat het zelf
overlopend water detecteert. Indien dit het
geval is sluit het toestel de circulatiepomp af en
schakelt het de afvoerpomp in.
Geluid van omwalspomp/spoelgeluiden; openen
van het vaatwasmiddelenbakje.
Zorg ervoor dat alles stevig in de afwasmachine
staat.
De pomp is geblokkeerd, raadpleeg een
installateur.
Gebruik uitsluitend speciaal vaatwasmiddel voor
afwasmachines om verontreiniging te voorkomen.
Open de deur en reinig de filters. Draai daarna
het voorspoelprogramma.
Veeg geknoeid glansspoelmiddel altijd direct
weg.
NL 22
Mocht het toestel overvuld raken of overmatige lekkage vertonen,
toevoerkraan sluiten en de servicedienst waarschuwen.
STORINGEN
Probleem
Vaatwerk niet droog.
Vaatwerk en platte voorwerpen
zijn niet schoon.
Vlekken en aanslag op glazen
en plat vaatwerk.
Wolkachtige vlekken op
glaswerk.
Gele of bruine aanslag op de
binnenkant van kuip.
Witte aanslag op de binnenkant
van de kuip.
Er blijft vaatwasmiddel achter in
het vaatwasmiddelenbakje.
Stoom.
Zwarte of grijze vlekken op
vaatwerk.
Er blijft water staan onder de
zeven.
De afwasmachine lekt.
Mogelijke oorzaken
Reservoir voor glansspoelmiddel is leeg.
Onjuist programma.
Korven niet goed beladen.
Extreem hard water. Lage temperatuur van
het instromende water. De afwasmachine is
overbeladen.
Korven niet goed beladen. Oud of vochtig
vaatwasmiddel. Reservoir glansspoelmiddel is
leeg. Foute dosering van het vaatwasmiddel.
Combinatie van zacht water en te veel
vaatwasmiddel.
IJzersporen in water kunnen aanslag in de kuip
van de afwasmachine veroorzaken.
Hard water.
Het vaatwasmiddelenbakje wordt geblokkeerd
door vaatwerk
Bij openen deur.
Aluminium kookgerei heeft langs vaatwerk
geschuurd.
Dit is normaal.
Glansspoelmiddelreservoir te vol of er lekt
glansspoelmiddel.
De afwasmachine staat niet waterpas.
Oplossing
Zorg ervoor dat het reservoir voor
glansspoelmiddel gevuld is.
Selecteer een krachtiger programma.
Zorg ervoor dat het functioneren van het
vaatwasmiddelenbakje en de sproeiarmen niet
belemmerd wordt door grote schalen/schotels.
Om vlekken van glazen voorwerpen
te verwijderen: Verwijder alle metalen
voorwerpen uit de afwasmachine. Gebruik
voorgeschreven hoeveelheid vaatwasmiddel.
Selecteer het langste programma. Laat de
afwasmachine ongeveer 18 tot 22 minuten
draaien; het heeft dan de hoofdwascyclus
bereikt. Open voorzichtig de deur en giet 2
kopjes schoonmaakazijn op de bodem. Sluit de
deur en laat de afwasmachine het programma
voltooien. Wanneer azijn niet werkt: Herhaal
bovenstaande stappen, maar gebruik een
kwart kopje (60 ml) citroenzuurkristallen in
plaats van schoonmaakazijn.
Gebruik minder vaatwasmiddel en kies het
glas-programma waarmee glaswerk gereinigd
kan worden.
Neem contact op met een producent van
waterontharders voor een speciaal filter.
Hoger zoutverbruik instellen.
Belaad de korven zodanig dat het vaatwerk het
vaatwasmiddelenbakje niet langer blokkeert.
Reinig de bovenste sproeiarm.
Dit is mogelijk bij het einde van het
programma.
Aluminium kan verkleuren.
Een kleine hoeveelheid water rond de afvoer
aan de achterkant van de kuipbodem houdt de
afdichting soepel.
Zorg ervoor dat u het glansspoelmiddelreservoir niet te ver vult. Gemorst
glansspoelmiddel kan leiden tot schuim/
overstroming. Veeg gelekt glansspoelmiddel
weg met een vochtige doek.
Zet de afwasmachine waterpas.
NL 23
BIJLAGE
Afvoeren
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van
duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn
levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd.
De overheid kan u hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil
mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een
ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat, terug gewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
NL 24
Let op! verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn voor kinderen.
INDEX
Votre lave-vaisselle
Sécurité
Description
Commande
Entretien
Introduction 4
Attention ! 5
Panneau de commande 7
Eléments 7
Mise en marche 8
Tableau de sélection des programmes 10
Remplissage de sel 11
Réservoir du liquide de rinçage 12
Détergents 13
Chargement des paniers 15
Endommagement des verres et du service 19
Système de filtration 20
Nettoyage des bras de lavage 21
Nettoyage des tamis 21
Nettoyage de la porte 21
Pannes
Annexe
Que faire si... 22
Tableau des pannes 22
Mise au rebut de l'emballage et de l'appareil 24
FR 3
VOTRE LAVE-VAISSELLE
Introduction
Vous avez choisi un lave-vaisselle Pelgrim.
Une souplesse d'emploi optimale et une commande simple étaient
prioritaires lors du développement de ce produit.
Ce manuel décrit comment utiliser le lave-vaisselle de façon optimale.
Vous y trouverez des informations sur les commandes ainsi que des
informations de base sur le fonctionnement de l'appareil. Vous y
trouverez également des conseils d'entretien.
Les consignes de sécurité qui sont importantes lors de l'installation
sont reprises dans la notice d'installation, qui est destinée à
l'installateur.
Veuillez lire ce manuel avant d'utiliser l'appareil. Conservez
soigneusement ce manuel afin qu'un autre utilisateur éventuel puisse
aussi en profiter.
Déclaration de conformité
Nous déclarons que nos produits satisfont aux Directives, Mesures
et Règlements européens en vigueur ainsi qu'aux exigences qui sont
mentionnées dans les normes auxquelles il est fait référence.
FR 4
SÉCURITÉ
Attention !
Faites raccorder l'appareil par un installateur agréé (voir la
« Notice d'installation »). Ne raccordez pas l'appareil au réseau
avant que l'installation soit entièrement terminée.
• Raccordez l'appareil conformément aux prescriptions d'installation
en vigueur localement.
• L'appareil a été fabriqué selon les normes de sécurité les plus
récentes. Nous conseillons malgré tout aux personnes souffrant
de troubles psychiques ou moteurs, ou d'un retard ou handicap
mental, de ne pas utiliser l'appareil sans la surveillance d'une
personne compétente. Il en est de même pour les enfants.
• Si le câble de raccordement est endommagé, il peut uniquement
être remplacé par le fabricant, son organisation de services
ou d'autres personnes qualifiées, afin d'éviter toute situation
dangereuse.
• Cet appareil doit être mis à la terre ! La mise à la terre réduit le
risque de choc électrique en cas de panne et de dérangement.
Cet appareil est équipé d'un cordon mis à la terre et d'une prise.
Ne branchez l'appareil que dans une prise mise à la terre qui est
montée selon les prescriptions en vigueur localement !
• Un raccordement incorrect du cordon peut entraîner une situation
mortelle. En cas de doute, veuillez contacter un électricien qualifié
ou un collaborateur du service après-vente. N'apportez pas de
modifications à la prise. Si la fiche n'est pas adaptée à la prise,
faites-la adapter par un électricien qualifié.
• Evitez toute utilisation impropre de la porte et des paniers du lavevaisselle. Ne vous asseyez pas sur l'appareil et ne montez pas
dessus.
• Ne lavez pas de vaisselle en plastique inadaptée dans l'appareil,
sauf si elle est dotée d'une marque qui indique qu'elle est résistante
au lave-vaisselle. Pour toute la vaisselle qui n'est pas dotée d'une
telle marque, veuillez suivre les indications du producteur.
• Utilisez uniquement des détergents, des liquides de rinçage et
du sel qui sont destinés à une utilisation dans les lave-vaisselle.
N'utilisez jamais de détergents professionnels ou destinés à
l'horeca. N'utilisez jamais de détergent ordinaire ou de lessives pour
le textile.
• Gardez les produits hors de portée des enfants.
FR 5
Loading...
+ 63 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.