1) Stel om beschadiging die kan leiden tot elektrische schokken of brand te voorkomen, dit toestel niet
bloot aan regen of vocht.
Plaats geen voorwerpen met water erin (bloemenvazen, bekers met drank, cosmetica e.d.) boven het
apparaat. (en ook niet op planken e.d. erboven)
Plaats geen voorwerpen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op/boven het toestel.
2) Ter voorkoming van elektrische schokken de omkasting niet verwijderen. In het interne gedeelte zijn geen
onderdelen aanwezig die door de gebruiker zelf gerepareerd kunnen worden. Laat een reparatie over aan
deskundige technici.
3) Dit toestel is voorzien van een netsnoer met randaarde stekker. In verband met installatie/veiligheidsvoorschriften,
dient het toestel uitsluitend op een degelijk geaard stopcontact te worden aangesloten.
4) Om een elektrische schok te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de aardingspen van de netstekker stevig
is aangesloten.
OPGELET
Dit apparaat is bestemd voor gebruik in een omgeving die relatief vrij is van elektromagnetische velden.
Gebruik van dit apparaat in de nabijheid van bronnen met sterke elektromagnetische velden of op plaatsen waar
elektrische storingen de ingangssignalen kunnen overlappen, kan instabiliteit van beeld en geluid veroorzaken
of storing zoals ruis doen ontstaan.
Om mogelijke schade aan dit apparaat te voorkomen, dit niet in de buurt van bronnen met sterke elektromagnetische
velden te gebruiken.
Handelsmerken
• VGA is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Macintosh is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Apple Inc., USA.
• SVGA, XGA, SXGA en UXGA zijn wettig gedeponeerd handelsmerken van de Video Electronics Standard
Association.
Andere ondernemingen en productnamen zijn de handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken vande
betreffende ondernemingen.
• HDMI, het HDMI logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
Opmerking:
Laat niet langdurig achtereen een stilstaand beeld op het scherm staan, want dat zou een permanent nabeeld
kunnen inbranden op uw plasmascherm.
Voorbeelden van stilstaande beelden zijn logo's, videospelletjes, computerbeelden, teletekst en beelden
weergegeven in de 4:3 gebruiksstand.
3
Veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
Setup
Deze plasmascherm is uitsluitend bestemd voor gebruik met de volgende als optie verkrijgbare accessoires.
Gebruik met enige andere dan als optie verkrijgbare accessoires kan instabiliteit veroorzaken, hetgeen de
kans op schade en letsel tot gevolg kan hebben.
(Alle onderstaande accessoires zijn vervaardigd door Panasonic Corporation.)
Vraag altijd een deskundige installateur om het toestel te installeren.
Kleine onderdelen houden het risico op verstikking in wanneer ze per ongeluk worden ingeslikt. Houd kleine onderdelen uit de
buurt van kleine kinderen. Verwijder onnodige kleine onderdelen en andere objecten, met inbegrip van het verpakkingsmateriaal en
plastic zakken/bladen om te vermijden dat kleine kinderen ermee spelen zodat een potentieel risico op verstikking ontstaat.
Plaats de plasmascherm niet op een schuin afl opende of onstabiele ondergrond.
• De kans bestaat dat de plasmascherm dan valt of kantelt.
Plaats geen voorwerpen bovenop de plasmascherm.
• Als er water gemorst wordt op de plasmascherm of als er vreemde voorwerpen in het toestel terecht komen, bestaat
de kans dat er zich een elektrische kortsluiting voordoet, het tot brand of elektrische schokken kan leiden. Neem
contact op met uw Panasonic dealer als er vreemde voorwerpen binnen in de plasmascherm zijn gekomen.
Vervoer alleen rechtop!
• Als u het toestel met het scherm omhoog of omlaag vervoert, kunnen de interne circuits beschadigd raken.
Let op dat de ventilatie niet wordt verhinderd door ventilatieopeningen met voorwerpen zoals b.v. kranten,
tafelkleden en/of gordijnen af te dekken.
Voor voldoende ventilatie;
Laat bij gebruik van een standaard (los verkrijgbare accessoire) een tussenruimte van tenminste 10 cm open aan
de boven-, linker- en rechterzijde en tenminste 7 cm aan de achterzijde. Zorg ook voor ruimte tussen de onderkant
van het scherm en de vloer. Volg bij gebruik van een andere installatiemethode de bijbehorende handleiding.
(Als de installatiehandleiding geen installatie-afmetingen voorschrijft, laat u in elk geval tenminste 10 cm
ruimte er boven, onder, links en rechts, en tenminste 7 cm ruimte aan de achterkant.)
Wanneer het plasmascherm verticaal wordt geïnstalleerd;
Draai de voedingsschakelaar omhoog voor de opwaartse richting wanneer u het plasmascherm verticaal installeert.
Stel “Display orientation” in op “Portrait” in het menu Setup. (zie pagina 41)
4
Veiligheidsmaatregelen
Gebruik van de plasmascherm
De plasmascherm is bestemd voor gebruik op 220 - 240 V, 50/60 Hz wisselstroom.
De ventilatieopeningen niet afdekken.
• Dit kan oververhitting van de plasmascherm tot gevolg hebben, hetgeen kan leiden tot brand of beschadiging van
de plasmascherm.
Steek geen vreemde voorwerpen in de plasmascherm.
• Geen metalen voorwerpen of brandbare voorwerpen in de ventilatieopeningen steken of op de plasmascherm laten
vallen, daar dit brand of elektrische schokken tot gevolg kan hebben.
De omkasting niet verwijderen of deze op enigerlei wijze veranderen.
• Binnen in de plasmascherm zijn hoge spanningen aanwezig die ernstige elektrische schokken kunnen veroorzaken.
Neem voor inspectie, afstelling en reparatie altijd contact op met uw Panasonic dealer.
Zorg voor een makkelijke toegang naar de stekker van de voedingskabel.
Een apparaat met KLASSE I-constructie moet met een geaarde stekker op een geaard stopcontact worden aangesloten.
Gebruik geen ander voedingssnoer dan alleen het bij dit toestel geleverd netsnoer.
• Gebruik van een ander snoer zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Steek de stekker geheel in de contactdoos.
• Als de stekker niet volledig in de contactdoos is gestoken, bestaat de kans dat er hitte wordt opgewekt waardoor
brand kan ontstaan. Als de stekker beschadigd is of de afdekplaat van het stopcontact los zit, mogen deze niet
worden gebruikt.
De stekker van het netsnoer niet met natte handen vastnemen.
• Dit kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Wees voorzichtig het netsnoer niet te beschadigen. Bij het losnemen van het netsnoer, de stekker vasthouden
en niet de kabel.
• De kabel niet beschadigen, er geen wijzigingen in aanbrengen, er geen zware voorwerpen bovenop plaatsen, niet
verhitten, niet in de buurt van hete voorwerpen plaatsen, niet ineendraaien, overmatig buigen of er aan trekken.
Dit kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Als het netsnoer beschadigd is, dient deze door uw
Panasonic dealer gerepareerd te worden.
Als u de plasmascherm gedurende een langere tijd niet gebruikt, de stekker uit het stopcontact nemen.
Laat om brand te voorkomen nooit kaarsen of een andere bron van open vuur in de nabijheid van de
televisie.
Als er zich tijdens het gebruik problemen voordoen
Als er zich problemen voordoen met bijvoorbeeld beeld of geluid, als er rook of een abnormale geur uit de
plasmascherm komt, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact nemen.
• Als u de plasmascherm in deze status blijft gebruiken, kan dit brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Nadat u gecontroleerd heeft of er geen rookontwikkeling meer aanwezig is, contact opnemen met uw Panasonic
dealer zodat de nodige reparaties uitgevoerd kunnen worden. Zelf de plasmascherm proberen te repareren is
gevaarlijk en mag dus nooit gedaan worden.
Als er water of vreemde voorwerpen in de plasmascherm gevallen zijn, als de plasmascherm is komen te vallen
of als de omkasting beschadigd is, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact nemen.
• Er kan kortsluiting ontstaan, welke brand kan veroorzaken. Neem voor alle eventueel uit te voeren reparaties
contact op met uw Panasonic dealer.
5
Veiligheidsmaatregelen
OPGELET
Gebruik van de plasmascherm
Breng uw handen, gezicht of voorwerpen niet te dicht in de buurt van de ventilatieopeningen van de
plasmascherm.
• Er komt hete lucht uit de ventilatieopeningen en de bovenzijde van de plasmascherm kan heet worden. Breng uw
handen of voorwerpen, die niet warmtebestendig zijn, niet in de buurt van deze opening, aangezien anders de
kans bestaat op brandwonden of materiaal vervorming.
Zorg er altijd voor om eerst alle kabels los te maken, alvorens de plasmascherm te verplaatsen.
• Als de plasmascherm wordt verplaatst terwijl er nog kabels aangesloten zijn, bestaat de kans dat de kabels
beschadigd worden, hetgeen brand of elektrische schokken tot gevolg kan hebben.
Verwijder bij wijze van veiligheidsmaatregel de stekker uit het stopcontact, alvorens met het reinigen te
beginnen.
• Wanneer dit niet gebeurt bestaat de kans op elektrische schokken.
Het netsnoer regelmatig reinigen om te voorkomen dat dit met stof bedekt raakt.
• Als er zich stof op de stekker van het netsnoer verzamelt, kan dat de isolatie aantasten. Dit kan brand tot gevolg
kan hebben. Neem de stekker uit het stopcontact en veeg dit met een droge doek af.
Houd batterijen niet in het vuur en haal ze niet uit elkaar.
• Batterijen mogen niet aan bovenmatige hitte zijn blootgesteld, zoals de zon, het vuur en derg.
Dit plasmascherm stuurt infraroodstralen uit en kan daarom de werking verstoren van apparatuur die werkt
op basis van infraroodstralen.
Zorg dat de infraroodsensor van uw apparatuur uit de buurt is van de directe of gerefl ecteerde lichtstralen
van uw plasmascherm.
Reiniging en onderhoud
De voorzijde van het displaypaneel is met een speciaal materiaal behandeld. Veeg de buitenzijde van het paneel
voorzichtig schoon met uitsluitend net dijgeleverde schoonmaakdoek of met een zachte, stofvrije doek.
• Als het oppervlak erg vuil is, veegt u het af met een zachte, niet-pluizende doek die bevochtigd is met schoon water
of een 100-voudig verdunde zeepoplossing, en dan veegt u het naderhand droog met een al even zachte droge
doek, totdat het oppervlak helemaal droog is.
• De buitenzijde van het paneel niet bekrassen of er met harde voorwerpen tegen stoten, aangezien de buitenzijde
daardoor beschadigd kan worden. Vermijd bovendien contact met vluchtige stoffen, zoals insectensprays,
wasbenzine en terpentijn, aangezien de kwaliteit van het materiaal oppervlak daardoor aangetast wordt.
Als de behuizing vuil geworden is, deze met een zachte, droge doek schoonvegen.
• Als de behuizing bijzonder vuil geworden is, de doek bevochtigen met water waaraan een kleine hoeveelheid
neutraal schoonmaakmiddel is toegevoegd en vervolgens de doek uitwringen. Gebruik deze doek om de behuizing
schoon te vegen en veeg deze vervolgens met een droge doek goed droog.
• Zorg er voor dat geen schoonmaakmiddel in directe aanraking komt met de plasmascherm. Als er waterdruppels
binnen in het apparaat terechtkomen, bestaat de kans op storingen en defecten.
• Vermijd contact met vluchtige stoffen, zoals insectensprays, wasbenzine en terpentijn, aangezien de materiaal
kwaliteit van de buitenzijde van de behuizing daardoor aangetast wordt. Ook kan de buitenste laag van de omkasting
daardoor gaan afschilferen. Zorg er verder voor dat de behuizing gedurende een langere tijd niet in aanraking komt
met voorwerpen die gemaakt zijn van rubber of PVC.
6
Accessoires
Bijgeleverde accessoires
Controleer dat u de hier afgebeelde accessoires en onderdelen in bezit heeft
Gebruiksaanwijzing
NetsnoerKabelbinder × 3
Cd-rom
(Gebruiksaanwijzing)
TMME289
Afstandbediening
N2QAYB000432
Batterijen van de afstandsbediening
Batterijen voor de
afstandsbediening
(R6 (UM3) formaat × 2)
Ferrietkern × 2
J0KG00000146 (Set van 2)
Gebruik de ferrietkernen om te
voldoen aan de EMC-standaard.
(zie pagina 59)
De afstandsbediening werkt op twee R6-formaat batterijen.
1. Trek aan het haakje, houd het
vast en open het klepje van het
batterijcompartiment.
2. Plaats de batterijen op de juiste
manier (+ en -).
Batterijen, R6 (UM3) formaat
-
+
+
-
3. Plaats het klepje weer terug.
Handige tip:
Bij veelvuldig gebruik van de afstandsbediening verdient het aanbeveling de batterijen door
alkalibatterijen te vervangen wanneer deze leeg zijn, want deze hebben een langere levensduur.
Belangrijke informatie betreffende de batterijen
Wanneer de batterijen verkeerd aangebracht zijn, kan batterijlekkage of -corrosie optreden met beschadiging van de
afstandsbediening tot gevolg. Houd bij verwijdering van batterijen rekening met het milieu.
Neem de volgende punten in acht:
1. Vervang altijd beide batterijen tegelijk. Gebruik altijd nieuwe batterijen wanneer u de oude vervangt.
2. Steek niet tegelijk een nieuwe en een oude batterij in de afstandsbediening.
3. Gebruik niet tegelijk verschillende typen batterijen (bijvoorbeeld: “zink-koolstof” met “alkaline”).
4. De batterijen nooit opladen, kortsluiten, demonteren, verhitten of verbranden.
5.
Vervang de batterijen wanneer de afstandsbediening soms uitvalt of helemaal niet meer gebruikt kan worden voor de
bediening van het plasmascherm.
6.
Houd batterijen niet in het vuur en haal ze niet uit elkaar.
Batterijen mogen niet aan bovenmatige hitte zijn blootgesteld, zoals de zon, het vuur en derg.
7
Aansluitingen
Aansluiting luidspreker
Gebruik uitsluitend de los verkrijgbare luidsprekers die voor dit apparaat zijn ontworpen.
Zie de installatiehandleiding van de luidsprekers voor nadere bijzonderheden betreffende de installatie van de luidsprekers.
1
Luidsprekers (los verkrijgbaar accessoire)
Rood
Zwart
Stop de kerndraad door
de hendel terwijl u erop
drukt.
2
Rood
Luidsprekeraansluiting
(R)
Aansluiten van het netsnoer (zie pagina 13)
Luidsprekeraansluiting
(L)
Plaats de hendel terug.
Zwart
Aansluiting en bevestiging wisselstroomkabel, kabelbevestiging
Bevestigen van het netsnoer
Haal de wisselstroomkabel er weer uit
Plug de wisselstroomkabel in de displayunit.
Plug de wisselstroomkabel in tot u een
klik hoort.
Opmerking:
Let op dat het netsnoer zowel aan de linker
als de rechterkant stevig vast zit.
Wanneer u de muurbevestigingssteun (verticaal) gebruikt
Opmerking:
Wanneer u de muurbevestigingssteun gebruikt (verticaal) (TY-WK42PV20), moet u de gaten
en gebruiken om de kabels vast te maken. Als de kabelbinder wordt gebruikt op
De kabelbinder gebruiken
Maak alle overtollige kabels vast met een kabelbinder, zoals vereist.
opening , kunnen de kabels verstrikt raken in de muurbevestigingssteun.
Verwijder de wisselstroomkabel door
te drukken op de twee knoppen.
Opmerking:
Bij het losmaken van het netsnoer
dient u absoluut altijd eerst de stekker
uit het wandstopcontact te trekken.
8
Bevestig de kabelbinder
1
opening
Steek de kabelbinder in
de opening.
Van het apparaat verwijderen:
ontgrendelknoppen
Houd beide
ontgrendelknoppen
ingedrukt
Bundel de kabels
2
geleiders
Schuif de
punt onder
de geleiders
Losmaken:
knop
Houd
de knop
ingedrukt
Aansluiting videoapparatuur
Aansluitingen
SLOT: Insteeksleuf aansluitingenkaart
(optionele accessoires) (zie pagina 4)
Opmerking:
De sleuf aan de rechterzijde is voor de
aansluitingenkaart met een breedte van
2 sleuven. De aansluitingenkaart met de
breedte van 1 sleuf werkt niet wanneer
deze in de sleuf aan de rechterzijde
wordt geïnstalleerd.
LAN: verbinden met een netwerk
om het apparaat te besturen.
(zie pagina 59)
PC IN: Pc-ingangsaansluiting
Aansluiten op de videoaansluiting van de PC of op
apparatuur met Y-, PB(CB)- en
PR(CR)-uitgang (zie pagina 11).
SERIAL: Bedien het
plasmascherm
door het aan
te sluiten op
de pc (zie
pagina 12)
De aansluitingen bevinden zich op de
onderkant van het plasmascherm.
AV IN (VIDEO): Composiet video-ingang (zie hierna)
COMPONENT/RGB IN: Component/RGB video-ingang (zie
hierna)
AV IN (HDMI): HDMI-ingang (zie pagina 10)
DVI-D IN: DVI-D-ingang (zie pagina 10)
Aansluiten op videoapparatuur zoals een videorecorder of dvd-speler.
VIDEO- en COMPONENT / RGB IN-aansluiting
Opmerking:
De afgebeelde extra apparatuur, kabels en
adapterstekkers worden niet bij de set meegeleverd.
Spina adattatrice
RCA-BNC
Opmerkingen:
• Wijzig de “Component/RGB-in select” instelling in het “Setup” menu
naar “Component” (bij een component-type signaalaansluiting) of
naar “RGB” (bij een RGB signaalaansluiting). (zie pagina 47)
• Ondersteunt alleen RGB-signalen met “Sync on G”.
Spina adattatrice
RCA-BNC
Y
P B
L
AUDIO
R
OUT
VIDEO
OUT
, Y , P B , P R
OUT
P
R
Videorecorder
ComputerCamcorder RGB
Dvd-speler
L
R
AUDIO
OUT
9
Aansluitingen
HDMI-aansluiting
[Pintoewijzingen en signaalnamen]
Pinnr.SignaalnaamPinnr.Signaalnaam
1
T.M.D.S Data2+
T.M.D.S Data2-
2
afscherming
3
T.M.D.S Data2-
4
T.M.D.S Data1+
T.M.D.S Data1-
5
afscherming
6
T.M.D.S Data1-
7
T.M.D.S Data0+
T.M.D.S Data0-
8
afscherming
9
T.M.D.S Data0-
10
T.M.D.S Klok+
T.M.D.S.
11
klokafscherming
12
T.M.D.S Klok-
13
CEC
Gereserveerd
14
(N.C. op
apparaat)
15
SCL
16
SDA
DDC/CEC
17
aarding
18
+5V vermogen
Hot plug-detectie
19
1
19
18
3
2
4
HDMI
AV OUT
HDMI-kabel
Opmerking:
Dvd-speler
De weergegeven extra apparatuur en HDMI-kabel zijn niet bij deze set geleverd.
DVI-D IN-aansluiting
PC met DVI-D-videouitgang
Stereo ministekker (M3)
DVI-D-videokabel (max. 5 m)
Pinindeling
DVI-D-ingangsconnector
1
9
17
8
16
24
Weergave van aansluitingspoort
Opmerkingen:
• De afgebeelde extra apparatuur, kabels en adapterstekkers worden niet bij de set meegeleverd.
• Gebruik een DVI-D kabel die voldoet aan de DVI norm. De beeldkwaliteit zou kunnen afnemen, afhankelijk van de
lengte of de kwaliteit van de kabel.
Sluit een kabel aan die past
op de audiosignaaluitgang van de computer.
Adapter
(indien nodig)
Stereo ministekker (M3)
Mini D-sub 15p
RGB
PC kabel
(pennenstekker)
Opmerkingen:
• Voor de typische PC-ingangssignalen die staan beschreven in de lijst met Toepasselijke ingangssignalen (zie pagina 66), zijn
de instelwaarden voor standaard beeldpositie en formaat al in dit toestel opgeslagen. U kunt tot acht PC-ingangssignaaltypen
die niet in de lijst voorkomen hieraan toevoegen.
• Computersignalen die aangesloten kunnen worden, zijn die met een horizontale scanfrequentie van 15 tot 110 kHz en een
verticale scanfrequentie van 48 tot 120 Hz. (Signalen met meer dan 1.200 lijnen zullen niet juist worden weergegeven.)
• De displayresolutie is maximaal 1.440 × 1.080 stippen als de aspectmodus is ingesteld op “4:3” en 1.920 × 1.080 stippen
als de aspectmodus is ingesteld op “16:9”. Als de displayresolutie groter is, is het wellicht niet mogelijk de fi jne details
voldoende duidelijk weer te geven.
• De PC signaalingangen zijn DDC2B-compatibel. Als de computer die wordt aangesloten niet DDC2B-compatibel is,
dient u bij het maken van de verbinding de instellingen op de computer te wijzigen.
• Bepaalde PC modellen kunnen niet op het plasmascherm toestel aangesloten worden.
• Voor computers met een DOS/V compatibele mini D-sub 15P ingang is gebruik van een adapter niet nodig.
• De computer die in de afbeelding wordt aangegeven dient uitsluitend als voorbeeld.
• De afgebeelde aanvullende apparatuur en kabels worden niet bij dit apparaat meegeleverd.
• Stel de horizontale en verticale scanfrequenties voor PC signalen niet in op niveaus die hoger of lager zijn dan het
voorgeschreven frequentiebereik.
• Component-ingangssignalen zijn mogelijk via de pennen 1, 2 en 3 van de Mini D-sub 15-polige aansluitstekker.
• Voor gesynchroniseerde VBS ingangssignalen gebruikt u een gewone in de handel verkrijgbare aansluitstekker met
75 ohm afsluitweerstand voor het maken van de HD stekkerverbinding waar de VBS signalen moeten binnenkomen.
• Wijzig de “Component/RGB-in select” instelling in het “Setup” menu naar “Component” (bij een component-type
aansluiting) of naar “RGB” (bij een RGB signaalaansluiting). (zie pagina 47)
De seriële ingang wordt gebruikt wanneer het plasmascherm via een computer bediend wordt.
Opmerking: Als u de seriële aansluiting wilt gebruiken voor aansturing van dit apparaat, dient u “Control I/F Select”
in het menu “Network Setup” in te stellen op “RS-232C”. (zie pagina 52)
COMPUTER
(pennenstekker)
6789
13452
Opmerkingen:
RS-232C Conversiekabel
(stekkerbus)
D-sub 9p
Pinindeling voor SERIALaansluiting
• Gebruik een rechte RS-232C kabel om uw computer aan te sluiten op het plasmascherm.
• De computer die in de afbeelding wordt getoond is uitsluitend als voorbeeld bedoeld.
• De afgebeelde aanvullende apparatuur en kabels worden niet bij dit toestel meegeleverd.
De SERIAL ingang voldoet aan de RS-232C interface
specifi catie, zodat het plasmascherm bediend kan worden
via een computer die op deze ingang wordt aangesloten.
Voor de computer is software vereist waarmee de
bedieningsgegevens verzonden en ontvangen kunnen worden en
welke voldoet aan de hieronder aangegeven voorwaarden. Gebruik
voor het samenstellen van de software een computertoepassing
zoals een programmeertaal. Zie de documentatie van de
computertoepassing voor nadere bijzonderheden.
Communicatieparameters
SignaalniveauRS-232C compatibel
SynchronisatiemethodeAsynchroon
Baud rate9600 bps
PariteitGeen
Tekenlengte8 bits
Stopbit1 bit
Stromingregeling-
Basisformaat voor bedieningsgegevens
De verzending van de bedieningsgegevens van de
computer begint achtereenvolgens met een STX
signaal, gevolgd door de opdracht, de parameters en
tenslotte een ETX signaal. Als er geen parameters zijn,
hoeft het parametersignaal niet verzonden te worden.
STXC1 C2 C3P1 P2 P3 P4:P5ETX
Start
(02h)
3-teken
opdracht
(3 bytes)
Dubbele
punt
Parameter(s)
(1 - 5 bytes)
Einde
(03h)
Opmerkingen:
•
Als meervoudige opdrachten worden verzonden, altijd
eerst wachten op de reactie van dit apparaat op de eerste
opdracht alvorens de volgende opdracht te verzenden.
• Als per ongeluk een verkeerde opdracht wordt
gestuurd, stuurt dit apparaat een “ER401” opdracht
terug naar de computer.
• S1A en S1B van het commando IMS zijn
alleen beschikbaar wanneer er een dubbele
ingangsaansluitingenkaart is aangebracht.
Signaalnamen voor de D-sub 9P aansluitstekker
Pin nr.Bijzonderheden
2
3
5
4
6
•
7
8
1
9
•
Deze signaalnamen komen overeen met die in de
computerspecifi caties.
Opdracht
OpdrachtParameterBesturingsdetails
PONGeenApparaat AAN
POFGeenApparaat UIT
AVL**Volumeniveau 00 - 63
AMT
IMSGeen
DAMGeen
Wanneer de stroom uitgeschakeld is, reageert het plasmadisplay
alleen op de PON opdracht.
Zie de onderstaande afbeelding voor het aansluiten van het netsnoer op het plasmadisplay.
Aansluiten van de stekker op het stopcontact
Opmerkingen:
•
De netstekker verschilt afhankelijk van het land
van gebruik. Het is daarom mogelijk dat de rechts
hiernaast afgebeelde stekker niet hetzelfde is als
de stekker van het netsnoer van uw apparaat.
• Bij het losmaken van het netsnoer dient u absoluut
altijd eerst de stekker uit het wandstopcontact te
trekken.
Druk op de POWER schakelaar van het plasmascherm
om het apparaat in te schakelen.
INPUT MENU ENTER/+/VOL-/
Netspanningsindicator
Afstandsbedieningssensor
Netspanningsindicator: Groen
Druk op de
schakelen.
Netspanningsindicator: Rood (standby)
Druk nogmaals op de toets van de afstandsbediening om het plasmascherm
weer in te schakelen.
Netspanningsindicator: Groen
Schakel het plasmascherm uit door op de schakelaar op het apparaat te
drukken, wanneer het plasmascherm aan is of in de STANDBY modus staat.
Opmerking:
Wanneer de stroombeheerfunctie (power management) is geactiveerd, zal het
lampje oranje oplichten wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
toets van de afstandsbediening om het plasmascherm uit te
13
In / uitschakelen
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt
Bij de eerste keer inschakelen verschijnt het volgende scherm.
Kies de onderdelen met de afstandsbediening. De toetsen op
het toestel zelf kunnen hiervoor niet gebruikt worden.
OSD Language (taal voor de schermaanduidingen)
1
Kies een taal.
2
Stel in.
PRESENT TIME Setup (instelling juiste tijd)
OSD Language
English (UK)
Deutsch
Français
Español
ENGLISH (US)
Italiano
SetSelect
1
Selecteer “DAY” of “PRESENT TIME”.
2
Stel het onderdeel “DAY” of “PRESENT TIME” in.
1
Selecteer “Set”.
2
Stel in.
PRESENT TIME Setup
PRESENT TIME MON 99:99
Set
DAY
PRESENT TIME
PRESENT TIME Setup
PRESENT TIME MON 99:99
Set
DAY
PRESENT TIME
MON
99:99
TUE
10:00
Display orientation (oriëntering beeldscherm)
Display orientation
1
Voor een verticale installatie selecteert u “Portrait”.
2
Stel in.
Landscape
Portrait
Opmerkingen:
• Wanneer de onderdelen eenmaal zijn ingesteld, zal er voortaan bij inschakelen geen instelscherm meer
verschijnen.
• Na het instellen zijn deze onderdelen nog te wijzigen via de volgende menu’s.
OSD Language (zie pagina 41)
PRESENT TIME Setup (zie pagina 33)
Display orientation (zie pagina 41)
Vanaf de tweede keer verschijnt telkens even het onderstaande scherm (de hier getoonde instellingen zijn bij
wijze van voorbeeld).
PC
16:9
NANODRIFT
14
Kiezen van het ingangssignaal
INPUT MENU ENTER/ + / VOL - /
Druk op deze toets om het ingangssignaal te kiezen dat moet worden
afgespeeld vanaf de apparatuur die op het plasmascherm is aangesloten.
Bij het herhaald indrukken van de toets verandert het
ingangssignaal als volgt:
PCCOMPONENT*DVIHDMIVIDEO
PC: PC-ingang in PC IN.
VIDEO: Video-ingang in AV IN (VIDEO).
COMPONENT*: Component- of RGB-ingang in COMPONENT/RGB IN.
HDMI: HDMI-ingang in AV IN (HDMI).
DVI: DVI-ingang in DVI-D IN.
* “COMPONENT” kan worden weergegeven als “RGB”, afhankelijk van de
instelling van “Component/RGB-in select”. (zie pagina 47)
Wanneer een optionele aansluitingenkaart is geïnstalleerd:
PCVIDEOHDMIDVICOMPONENTSLOT INPUT
SLOT INPUT: Ingang in aansluitingenkaart
Opmerking:
Wanneer een aansluitingenkaart is geïnstalleerd die niet compatibel is met
het plasmascherm, wordt “Non-Compatible Function Board” weergegeven.
Wanneer een aansluitingenkaart met dubbele ingang is geïnstalleerd:
PCVIDEOHDMIDVICOMPONENTSLOT INPUT ASLOT INPUT B
SLOT INPUT A, SLOT INPUT B: Dubbele ingang in aansluitingskaart.
Opmerkingen:
• U kunt het signaal ook kiezen door op de toets INPUT op het apparaat te drukken.
• Voert het geluid uit zoals het is ingesteld in “Audio Input Select” in het menu Options.
(zie pagina 58)
• Stel in overeenkomstig de signalen van de bron die op de COMPONENT/RGB IN
aansluitingen is aangesloten. (zie pagina 47)
• Bij een scherm met twee beelden is het niet mogelijk om dezelfde ingangsmodus
voor het hoofdbeeld en het subbeeld te kiezen.
• Nabeelden (ingebrande schimmen) kunnen zichtbaar blijven als u lang achtereen
een stilstaand beeld op het scherm laat staan. De functie die het scherm ietwat
donkerder maakt wordt ingeschakeld ter bescherming tegen ingebrande nabeelden
(zie pagina 64), maar dit is niet de perfecte oplossing voor het nabeeldprobleem.
INPUT MENU ENTER/+/VOL-/
15
Basisbediening
INPUTMENUENTER/
+
/VOL
-
/
Apparaat
Afstandsbedieningssensor
Netspannings-schakelaar
Aan / Uit
Netspanningsindicator
De netspanningsindicator licht op.
•
Netspanning-UIT
• Standby ......... Rood
•
Apparaat-AAN
• PC Power management (DPMS)
.........................
• DVI-D Power management
.........................
... Indicator brandt niet (Zolang het netsnoer
op een stopcontact is aangesloten,
zal het apparaat een weinig stroom
verbruiken.)
Oranje (als “Slot power” is ingesteld
op “On”. Zie pagina 55)
Oranje (afhankelijk van het type
functiekaart dat is gemonteerd, als de
sleuf wordt voorzien van voeding)
Oranje (als “Control I/F Select” is
ingesteld op “LAN”. Zie pagina 52)
.... Groen
Oranje (Met pc-ingangssignaal.
Zie pagina 39)
Oranje (Met DVI-ingangssignaal.
Zie pagina 39)
Volumeafstelling
Volume Omhoog “+” en Omlaag “–”
Wanneer het menuscherm wordt
weergegeven:
“+”: druk hierop om de cursor
naar boven te verplaatsen
“–”: druk hierop om de cursor
naar beneden te verplaatsen
(zie pagina 22)
Invoer- / beeldverhoudingtoets
(zie pagina 18, 22)
MENU scherm AAN / UIT
Bij herhaald indrukken van de MENU toets wordt
er tussen de menuschermen omgeschakeld. (zie
pagina 22)
Normal Viewing
(Normale beeld)
SetupSound (Geluid)
INPUT toets (Selectie ingangssignaal)
(zie pagina 15)
Picture (Beeld)
Pos. /Size
16
4:3
COMPONENT
NANODRIFT
Afstandsbediening
ACTION toets
Druk op deze toets om selecties en instellingen
vast te leggen.
ASPECT toets
Druk op deze toets voor het oproepen van
het ASPECT instelmenu. (zie pagina 18)
Standby (Aan / Uit) toets
Het plasmascherm dient eerst bij het
stopcontact en de netspanningsschakelaar
ingeschakeld te worden (zie pagina 13).
Druk op deze toets om het plasmascherm
in te schakelen vanuit de standbymodus.
Druk nogmaals op deze toets om het
plasmascherm uit te schakelen (de
standbymodus te activeren).
POS. /SIZE toets
(zie pagina 24)
PICTURE toets
(zie pagina 27)
Geluidsdemping Aan/Uit
Druk op deze toets om het geluid te
dempen.
Druk nogmaals op de toets om het
oorspronkelijke geluid te herstellen.
Bij het uitschakelen van het apparaat
of als de volume-instelling wordt
gewijzigd, komt de dempingsfunctie
automatisch te vervallen.
N toets
(zie pagina 26, 27, 28, 32)
POSITION toetsen
INPUT toets
Indrukken om de invoersignalen
achtereenvolgens te selecteren. (zie
pagina 15)
Multischermtoetsen
(zie pagina 19)
Basisbediening
OFF TIMER toets
Het plasmascherm kan worden voorgeprogrammeerd
voor het overschakelen naar standby na een bepaalde
tijdsperiode. De instelling verandert naar 30 minuten, 60
minuten, 90 minuten en 0 minuten (Uit timer geannuleerd),
telkens wanneer op de toets gedrukt wordt.
30 60
0
Wanneer er drie minuten resteren, zal “Off timer 3”
gaan knipperen.
Bij een netspanningsonderbreking zal de instelling van
de Uit timer komen te vervallen.
AUTO SETUP-toets
Past de positie/grootte van het scherm
automatisch aan. (Zie pagina 24)
SET UP toets (zie pagina 22)
SOUND toets(zie pagina 32)
Volumeafstelling
Druk op de Volume Omhoog “+” of
Omlaag “–” toets om het volumeniveau
van het geluid te verhogen of te
verlagen.
R toets (zie pagina 22)
Druk op de R toets om terug te keren
naar het vorige menuscherm.
RECALL toets
Druk op de “RECALL” toets om de
huidige status van het systeem op
het scherm te laten verschijnen.
Ingangsaanduiding
1
Aspect modus (zie pagina 18)
2
Audio-ingang (zie pagina 58)
Bediening NANODRIFT Saver
(zie pagina 37)
Uit timer
3
De Uit timer indicator zal alleen op
het scherm verschijnen wanneer
de Uit timer is ingesteld.
Klokweergave (zie pagina 55)
4
PC
90
1
2
10:00
4
Off timer 90
3
Digitale Zoom (zie pagina 21)
17
INPUT MENU ENTER/ +/ VOL -/
ASPECT regeling
Met het plasmascherm kunt u het beeld op maximale grootte weergeven, inclusief het “breedbeeldbioscoopformaat”.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat als u het scherm opstelt in een openbare gelegenheid voor commerciële doeleinden
en vervolgens de aspectmodus-instelling gebruikt om het beeld te vergroten of te verkleinen, u in overtreding
kunt kunt zijn van de wet op het auteursrecht. Het is verboden om zonder voorafgaande toestemming van
de auteursrechthouder beeldmateriaal te vertonen of aan te passen voor commerciële doeleinden.
Druk enkele keren op deze toets om de aspectopties te doorlopen:
Zie “Lijst van aspectmodi” voor meer informatie over de aspectmodi. (zie pagina 65).
Voor Video- (S Video-)ingangssignalen:
4:3Zoom116:9Zoom2Zoom314:9Just
[ op het apparaat ]
Bij herhaald indrukken van de ENTER toets verandert de instelling voor
de breedte/hoogte-verhouding als volgt.
Subbeeld naast hoofdbeeld, Subbeeld binnen hoofdbeeld
•
Overig : Omschakelen van de breedte/ hoogte-verhouding is niet mogelijk.
All Aspect-modus
Stel in het menu Options “All Aspect” in op “On” om de uitvgebreide aspectmodus in te schakelen (pagina 55). In de
All Aspect-modus verandert de aspectmodus van beelden als volgt. Zie “Lijst van aspectmodi” voor meer informatie
over de aspectmodi (pagina 65)
De instelling voor de breedte/hoogte-verhouding
wordt voor ieder ingangssignaal afzonderlijk in het
geheugen vastgelegd.
•
Geef niet langdurig achtereen een stilstaand beeld
in de 4:3 stand op het scherm weer, want dit kan een
permanent nabeeld inbranden op het plasmascherm.
•
60p, 625 (575) / 50i
•
50p):
18
MULTI PIP
U kunt twee beelden weergeven, zoals een videobeeld en een computerbeeld, in gecombineerde twee-beelden weergave.
(Gebruik hiervoor de afstandsbediening. Deze functie is niet te bedienen met de toetsen op het toestel zelf.)
MULTI PIP-instelling
Stel de functies en de modus voor twee-beelden weergave in onder “MULTI PIP Setup”
in het “Setup”-menu.(zie pagina 44)
Keuze van de weergavestand
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de schermweergave.
Opmerking:
Het scherm verandert op dezelfde manier wanneer u “Display Mode” onder “MULTI PIP Setup” verandert.
Bij gebruik van “PIP”: Bij gebruik van “Advanced PIP”:
Eén beeldTwee beelden (P and P)
VIDEO
HoofdbeeldSubbeeld
Twee beelden (P out P)Twee beelden (P in P)
VIDEO
PC
PC
VIDEO
PC
Hoofdbeeld-
Eén beeld
ingangsstand
Subbeeldingangsstand
8
Advanced PIP
Subbeeld
1–
Hoofdbeeld
7
2
6
Opmerking:
De en -toetsfuncties zijn niet beschikbaar bij
gebruik van “Advanced PIP”.
(zie pagina 44)
3
4
5
Bij gebruik van “Blend PIP” (mengbeeldfunctie):
Er wordt een samengesteld beeld getoond, met het subbeeld overlappend met het hoofdbeeld. Zo kunt u bijvoorbeeld
een computerbeeld met tekstgegevens weergeven als ondertiteling bij een fi lm of stilstaande afbeelding.
Eén beeldFullP in P
19
MULTI PIP
d
Transparantiefunctie en invoegfunctie:
Er zijn twee functies beschikbaar voor de “Blend PIP”-mengbeeldweergave: de transparantiefunctie en de invoegfunctie.
Stel deze functies in met “Transparency” of “Insert” onder “MULTI PIP Setup”. (zie pagina 44)
Transparantiefunctie:
Gegevens zoals tekst worden op een transparant vlak
over het achtergrondbeeld weergegeven.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat als u het scherm opstelt in een openbare gelegenheid voor commerciële doeleinden en
vervolgens de “Blend PIP”-mengbeeldfunctie gebruikt om een samengesteld beeld te tonen, u in overtreding kunt kunt
zijn van de wet op het auteursrecht. Het is verboden om zonder voorafgaande toestemming van de auteursrechthouder
beeldmateriaal te vertonen of aan te passen voor commerciële doeleinden.
Verwisselen van schermbeelden
Invoegfunctie:
Het subbeeld wordt verdeeld in transparante en nietdoorzichtige gedeelten en alleen de niet-doorzichtige delen
worden weergegeven over het achtergrondbeeld heen.
Keuze van het doelscherm voor de bediening
Telkens wanneer u op deze toets drukt, worden het
hoofdbeeld en het subbeeld verwisseld.
Twee beelden
(P and P)
Hoofdbeeld
Twee beelden
(P out P)
Subbeeld
Twee beelden
(P in P)
Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt het
doelscherm voor de bediening omgeschakeld.
Bediening voor
het hoofdbeeld
VIDEO
PC
HoofdbeeldSubbeeld
Hoofdbeeld-ingangsstandSubbeeld-ingangsstan
Bediening voor
het subbeeld
VIDEO
PC
Opmerkingen:
• Wanneer u een bedieningshandeling verricht voor het
subbeeld, wordt het geluid voor het subbeeld weergegeven.
• Als u geen bedieningshandeling verricht, keert het
doelscherm na ongeveer 5 seconden terug naar het
hoofdbeeld. U kunt ook terugkeren naar de functies van
het hoofdbeeld door een afstandsbedieningstoets in te
drukken (uitgezonderd de toets).
Keuze van de plaats voor het subbeeld (tijdens gebruik van een “P in P” inzetbeeld)
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de plaats van het subbeeld.
Opmerking:
In sommige standen kan het subbeeld het
menuscherm overlappen en onzichtbaar maken.
Opmerkingen:
•
Gebruik de twee-beelden weergave niet te lang achtereen. Het zou een permanente indruk op uw scherm kunnen inbranden.
•
Als “Input lock” in het Options menu in een andere stand dan “Off” staat, zal de MULTI PIP functie niet beschikbaar zijn.
• De geluidsuitvoer is afkomstig van het beeld dat in Audio Out (PIP) is geselecteerd (zie pagina 32).
•
Bij een scherm met twee beelden is het niet mogelijk om dezelfde ingangsmodus voor het hoofdbeeld en het subbeeld te kiezen.
• Daar het hoofdbeeld en het subbeeld door afzonderlijke schakelingen worden verwerkt, zal er een klein verschil
zijn in de helderheid van de beelden. Afhankelijk van het type signalen in het hoofdbeeld en de twee-beelden
displaymodus, kan ook de beeldkwaliteit van het subbeeld iets minder goed zijn.
• Door de kleine afmetingen van de subbeelden, kunnen deze subbeelden niet gedetailleerd worden weergegeven.
• Het beeld op het computerscherm wordt weergegeven in een vereenvoudigd formaat, zodat het mogelijk is dat u
de details niet voldoende kunt onderscheiden.
• De volgende combinaties van de twee invoersignalen kunnen niet worden weergegeven;
COMPONENT - HDMI, COMPONENT - DVI, COMPONENT - PC, HDMI - DVI, HDMI - PC, DVI - PC
• 2k1k-signalen die worden ontvangen via de Dual Link HD-SDI-aansluitingenkaart (TY-FB11DHD) kunnen niet worden
weergegeven in twee-beelden weergave.
20
INPUT MENU ENTER/ +/ VOL -/
Digitale zoom
Bij gebruik van deze functie wordt een geselecteerd gebied van het getoonde
beeld vergroot weergegeven.
Laat de bedieningsaanwijzingen verschijnen.
1
Druk hierop voor toegang tot de digitale
zoomfunctie.
De bedieningsaanwijzingen worden getoond.
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie zullen alleen de volgende toetsen werken.
[Afstandsbediening]
Selecteer het gebied van het beeld dat vergroot moet worden.
2
Druk hierop en selecteer het gewenste gebied.
De cursor wordt verplaatst.
OFF TIMER toets
VOL toets
MUTE toets
POSITION / ACTION
toetsen
Exit
1
[Apparaat]
VOL toets
Exit
2
2
Selecteer de gewenste vergroting voor het gekozen gebied.
3
Telkens wanneer op de toets wordt gedrukt, zal de vergroting veranderen.
De ingestelde vergroting wordt op het beeld aangegeven.
s1
Keer terug naar het normale beeld (de digitale zoomfunctie verlaten).
4
Druk hierop om de digitale zoomfunctie te verlaten.
Opmerkingen:
• Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld (inclusief uitschakelen van de stroom door de “Off Timer” functie), zal de
digitale zoomfunctie worden geannuleerd.
• De digitale zoomfunctie kan niet worden gekozen in de volgende bedieningstoestand:
“Multi-viewer” (P and P, P out P, P in P) weergave. (zie pagina 19)
Wanneer MULTI DISPLAY Setup is ingesteld op On (zie pagina 42).
Wanneer Portrait Setup is ingesteld op On (zie pagina 45).
Wanneer de screensaver (behalve bij Negative image) is ingeschakeld (zie pagina 34).
• Wanneer de digitale zoomfunctie in werking is, kan “Pos. /Size aanpassen” niet worden gebruikt.
s2
s3
s4
21
Loading...
+ 49 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.