Panasonic LUMIX DMC-FX520, LUMIX DMC-FX500 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr.
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
DMC-FX500/DMC-FX520
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of geregistreerde merken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt.
VQT1Q60
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Voor Gebruik
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.

Informatie voor Uw Veiligheid

WAARSCHUWING: OM HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF PRODUCTBESCHADIGING TE VERKLEINEN,
STELT U DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN, VOCHT, DRUPPELS OF
SPETTERS, EN MAG U GEEN VOORWERPEN WAARIN EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP HET APPARAAT PLAATSEN.
GEBRUIKT U UITSLUITEND DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VERWIJDERT U NIET DE AFDEKKING (OF HET ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN
ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET APPARAAT DIE DOOR DE GEBRUIKER MOETEN WORDEN ONDERHOUDEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN VAKBEKWAAM ONDERHOUDSPERSONEEL.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de
menu-opties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
SDHC Logo is een handelsmerk.
Microsoft product schermshot(s) herdrukt met toestemming van Microsoft Corporatie.
Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Waarschuwing
Gevaar voor brand, explosie en vuur. Niet uit elkaar halen, verhitten boven 60 xC of verassen.
Het productidentificatielabel bevindt zich aan de onderkant van de apparaten.
- 2 -
Voor Gebruik
Over de batterijoplader
WAARSCHUWING!
OM EEN GOEDE VENTILATIE TE VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET IN EEN
BOEKENKAST, EEN INGEBOUWDE KAST OF EEN ANDERE GESLOTEN RUIMTE INSTALLEREN OF GEBRUIKEN. ZORG ERVOOR DAT DE VENTILATIEWEGEN NIET DOOR GORDIJNEN OF ANDERE MATERIALEN WORDEN AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND TEN GEVOLGE VAN OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
ZORG DAT DE VENTILATIE-OPENINGEN VAN HET APPARAAT NIET GEBLOKKEERD
WORDEN DOOR KRANTEN, TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF IETS DERGELIJKS.
ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS BRANDENDE KAARSEN, OP HET APPARAAT.
DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
De batterijoplader is in de stand-byconditie wanneer de AC-stroom geleverd wordt.
Het primaire circuit is altijd “onder stroom” zo lang als de batterijoplader aangesloten is op een elektrische uitlaat.
Over het batterijenpakket
Niet verhitten of aan vlam blootstellen.
De batterij(en) niet in een auto laten liggen, blootgesteld aan direct zonlicht gedurende een
lange tijd met deuren en ramen dicht.
- 3 -
Voor Gebruik
Wat u wel en niet met het toestel mag doen
Het toestel niet erg schudden of stoten.
U kunt hiermee de lens of de LCD-monitor beschadigen, problemen met het toestel veroorzaken, of het opnemen onmogelijk maken.
We raden het sterk aan het toestel niet in uw broekzak te laten wanneer u zit
en het ook niet in een volle of te kleine tas te proppen, enz. Dit zou schade aan de LCD-monitor of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
Wees bijzonder voorzicht op de volgende plaatsen die problemen met
het toestel kunnen veroorzaken.
– Plaatsen met veel zand of stof. – Plaatsen waar water in het toestel kan komen zoals op een strand of op
plaatsen waar het regent.
De lens en de uitlaten niet aanraken met vuile handen. Ook oppassen
dat er zich geen vloeistoffen, zand en andere er niet toe doende stoffen in de nabijheid van de lens, knopen, enz. bevinden.
Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het
toestellichaam voorzichtig af te drogen.
- 4 -
Voor Gebruik
Over Condensatie (Wanneer de lens en LCD-monitor beslagen zijn)
Condensatie doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of -vochtigheid verandert. Pas op condensatie, aangezien dit vlekken op de lens en de LCD-monitor, schimmel en storing van het toestel veroorzaakt.
Als er condens in de camera komt, zet u het toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met rust. De
aanslag verdwijnt vanzelf als de camera weer op kamertemperatuur komt.
Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik”. (P144)
- 5 -
Inhoud
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Beknopte gebruiksaanwijzingen................8
Standaard Accessoires ...........................10
Namen van de onderdelen......................11
Hoe het Aanraakpaneel te gebruiken......13
• Wat u Kunt Doen m.b.v.
Aanraakoperatie ...............................14
Voorbereiding
De batterij opladen..................................15
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen).....................17
Een kaart of batterij in het toestel doen ...19 Over het ingebouwde
geheugen/de kaart ..................................21
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................23
• Veranderen van de klokinstelling
(In programma-AE-functie) ...............24
Menu instellen.........................................25
• Menuonderdelen instellen.................26
• Gebruik van het snelle menu ............28
Over het set-up Menu .............................29
Het selecteren van de
[OPNAME] Functie..................................35
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie).........37
• Scènedetectie ...................................39
• Compensatie van de
achtergrondverlichting ......................39
• Over de flits.......................................40
• Instellingen in intelligente
automatische functie.........................40
Het maken van beelden met uw favoriete instellingen
(AE-programmafunctie)...........................41
• Scherpstellen ....................................42
• Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld dat u
wilt makenbevindt) ............................42
• Golfstoring (camerabeweging) ..........43
Beelden maken met de zoom..................44
• Gebruik van de Optische Zoom/Gebruik van de Extra Optische Zoom (EZ)/Gebruik
van de Digitale Zoom ........................44
Beelden terugspelen
([NORMAAL AFSP.])...............................46
• De Aanraakzoom gebruiken..............47
• Schakelen van de
[AFSPELEN] functie..........................48
Beelden wissen .......................................49
• Om een enkele opname
uit te wissen......................................49
• Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen...49
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor..............................51
Beelden maken met de
ingebouwde flits.......................................54
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................54
Close-up’s maken....................................59
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................60
Beelden Maken met Focus en Belichting Ingesteld op
Onderwerp (Aanraking AF/AE)................61
Beelden Maken met Ingestelde Opening
(Openingsprioriteit AE) ............................62
Beelden maken met Instellen Sluitertijd
(Sluiterprioriteit AE) .................................63
Beelden Maken met Belichting Handmatig Ingesteld
(Handmatige belichting) ..........................64
Openingswaarde en sluitertijd .................66
Belichtingscompensatie...........................68
Beelden maken met Auto Bracket...........69
Opnamen maken met een scènefunctie die past bij de omstandigheden
(Scènefunctie) .........................................70
• [PORTRET].......................................71
• [GAVE HUID] ....................................71
• [ZELFPORTRET] ..............................72
• [LANDSCHAP] ..................................72
• [SPORT]............................................72
• [NACHTPORTRET]...........................73
• [NACHTL. SCHAP] ...........................73
• [VOEDSEL] ......................................73
• [PARTY] ............................................74
• [KAARSLICHT]..................................74
- 6 -
• [BABY1]/[BABY2]..............................75
• [HUISDIER].......................................76
• [ZONSONDERG.] .............................76
• [H. GEVOELIGH.] .............................76
• [HI-SPEED BURST]..........................77
• [STERRENHEMEL] ..........................78
• [VUURWERK]...................................78
• [STRAND] .........................................79
• [SNEEUW] ........................................79
• [LUCHTFOTO]..................................79
Bewegende beelden ...............................80
Nuttige functies op reisbestemmingen ....83
• De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt ....................83
• Opnamedata/Tijden op Overzeese
Reisbestemmingen (Wereldtijd)........85
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken...87
• [FOTO RES.].....................................87
• [KWALITEIT].....................................88
• [ASPECTRATIO]...............................89
• [SLIMME ISO]...................................89
• [GEVOELIGHEID].............................90
• [WITBALANS] ...................................91
• [MEETFUNCTIE] ..............................93
• [AF MODE]........................................ 94
• [QUICK AF].......................................95
• [BURSTFUNCTIE] ............................96
• [I.CONTRAST] ..................................97
• [DIG. ZOOM].....................................97
• [KLEUR EFFECT].............................97
• [FOTO INST.]....................................98
• [STABILISATIE] ................................99
• [KORTE SLUITERT.] ........................99
• [AUDIO OPNAME]..........................100
• [AF ASS. LAMP] .............................100
• [KLOKINST.]...................................100
Gevorderd (Terugspelen)
Beeld in Opeenvolging Afspelen
(Diavoorstelling) ....................................101
Meervoudige Beelden ([MEERVOUDIG AFSPELEN])
afbeelden ..............................................104
Beelden afspelen volgens
opnamedatum ([KALENDER]) ..............105
Beelden afspelen op de
Dubbele Display ([DUBBEL AFSP.]) .....106
Beelden Selecteren en deze Afspelen ([CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.])...............................107
• [CATEGOR. AFSP.]........................107
• [FAVORIET AFSP.].........................108
Beelden organiseren
([EENVOUDIG ORDENEN])..................109
• [FAVORIETEN] ...............................110
• [BEWERKEN]..................................111
• [WISSEN]........................................115
Bewegende beelden
terugspelen/Beelden met geluid............116
• Bewegende beelden .......................116
• Beelden met geluid .........................116
Stilstaande beelden maken van
een filmpje.............................................117
Het functiemenu
[AFSPELEN] gebruiken.........................119
• [TEKST AFDR.]...............................119
• [MULTI RESIZE] De beeldgrootte
(aantal pixels) reduceren ................121
• [ASPECT CONV.] ...........................122
• [ROTEREN]/[LCD ROTEREN] ........123
• [DPOF PRINT] ................................124
• [BEVEILIGEN].................................126
• [AUDIO DUB.] .................................127
• [KOPIE] ...........................................128
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC.............................129
Beelden afdrukken ................................132
• Een beeld kiezen en uitprinten........133
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten.........................................134
• Printinstellingen...............................135
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................138
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd).....................138
• Opnamen terugspelen op een
TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................139
• Afspelen op de TV Met
Componentaansluiting....................140
Overige
Schermdisplay.......................................141
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...144
Waarschuwingen op het scherm ...........148
Functies die niet ingesteld kunnen worden of niet zullen werken onder
bepaalde omstandigheden....................151
Problemen oplossen..............................154
Aantal mogelijke beelden en
beschikbare opnametijd ........................163
Specificaties..........................................166
- 7 -

Voor Gebruik

Voor Gebruik

Beknopte gebruiksaanwijzingen

Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
De batterij opladen. (P15)
1
De batterij wordt niet opgeladen voor de
verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Doe de batterij en de kaart in het
2
toestel. (P19)
Als u geen kaart (optioneel) gebruikt,
kunt u opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen (P21) .P22 raadplegen als u een kaart gebruikt.
plug-in type
90°
inlaattype
Zet het toestel aan om opnamen te
3
maken.
1 Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
selectieschakelaar naar [¦/!].
2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P37)
- 8 -
ONOFF
2
1
Speel de opnamen terug af.
4
1 Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
focusschakelaar naar [(].
2 Kies de opname die u wilt bekijken.
(P46)
Voor Gebruik
1
- 9 -
Voor Gebruik

Standaard Accessoires

Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt. 1 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als batterij)
2 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als oplader)
3 AC-Kabel 4 USB-kabel 5 AV-Kabel 6 CD-ROM
Software
7 CD-ROM
Gebruiksaanwijzing
8 Draagriem 9 Batterijhouder 10 Styluspen
De accessoires en hun vorm zullen verschillen afhankelijk van het land of zone waar het toestel
aangeschaft is.
Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als
kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
- 10 -
Voor Gebruik
A

Namen van de onderdelen

1 Flits (P54) 2 Lens (P5, 145) 3 Zelfontspannerlampje (P60)/
AF assistentielamp (P100)
4 Aanraakpaneel/LCD-monitor (P13, 51, 141) 5 Statuslampje (P20, 31, 37) 6 [MENU/SET] knop (P23) 7 [DISPLAY] knop (P51) 8 [Q.MENU] (P28)/Wis (P49) knop 9 [MODE] knop (P35) 10 [OPNAME]/[AFSPELEN]
selectieschakelaar (P25)
11 Joystick
A: 3/Belichtingscompensatie (P68)/
Auto bracket (P69)/ Witbalansafstelling (P92)/ Compensatie van de achtergrondverlichting (P39)
B: 4/Macrofunctie (P59) C: 2/Zelfontspanner (P60) D: 1/Flitsinstelling (P54)
De joystick wordt op twee verschillende manieren gehanteerd: deze kan in de op, neer, linker en rechter richtingen verplaatst worden om een operatie uit te voeren, of deze kan ingedrukt worden om te selecteren. In deze handleiding, wordt dit weergegeven zoals afgebeeld in de figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
Voorbeeld: Wanneer de joystick naar 2 (links) verplaatst wordt Plaats uw vinger op de joystick en verplaats de joystick naar links.
Voorbeeld: Wanneer de [MENU/SET] knop ingedrukt is Druk de joystick weer echt in.
123
5
C
of Verplaats 2
104 9
8
6
B
of Op [MENU/SET]
drukken
7
11
D
- 11 -
Voor Gebruik
2
1
8
0
9
7
12 Toestel AAN/UIT (P23) 13 Zoomhendeltje (P44) 14 Luidspreker (P116) 15 Microfoon (P80, 100, 127) 16 Ontspanknop (P37, 80)
121413
15 16
17 Lusje voor draagriem
Zorg ervoor de riem te bevestigen
wanneer u het toestel gebruikt om er zeker van te zijn dat u het niet laat vallen.
18 Objectiefcilinder 19 [COMPONENT OUT] aansluiting (P140) 20 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P129,
132, 138)
21 [DC IN] aansluiting (P129, 132)
Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
U kunt de batterij niet in het toestel opladen, ook niet als de AC-adapter (optioneel) erop
aan is gesloten.
22 Statiefbevestiging
Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
23 Kaart/Batterijklep (P19) 24 Vrijgavehendeltje (P19)
22 23
24
1 1
1 2 21
- 12 -
Voor Gebruik

Hoe het Aanraakpaneel te gebruiken

U kunt te werk gaan door direct de LCD-monitor (aanraakpaneel) aan te raken met uw vinger. Het is gemakkelijker de styluspen (meegeleverd) te gebruiken voor gedetailleerde operatie zoals titelbewerking of als het moeilijk is met uw vingers te werk te gaan.
Aanraken
Het aanraakpaneel aanraken en vrijgeven. Deze wordt gebruikt om icoon of beeld te selecteren.
Slepen
Een beweging zonder vrijgeven van het aanraakpaneel. Deze wordt gebruikt om het bereik te veranderen van getoonde beeld, of het scherm te schakelen met de scroll bar.
Als u de verkeerde icoon selecteert, kunt u naar een andere
icoon slepen en zal deze die icoon selecteren doordat u vrijgeeft met uw vinger.
Aantekening
Niet op de LCD-monitor drukken met harde puntige voorwerpen, zoals balpennen.
Niet te werk gaan met uw nagels.
Wrijf de LCD-monitor schoon met droge zachte doek wanneer deze vuil wordt met
vingerafdrukken en dergelijke.
Niet krassen op de LCD-monitor of er hard op drukken.
Over de Styluspen
Alleen de meegeleverde stylus gebruiken.
Deze niet daar plaatsen waar kleine kinderen erbij kunnen.
De stylus kan bevestigd worden aan een riem (meegeleverd) zoals afgebeeld.
De stylus niet op de LCD-monitor plaatsen wanneer u deze opslaat. De LCD-monitor zou stuk
kunnen gaan wanneer de stylus hard tegen de LCD-monitor gedrukt wordt.
- 13 -
Voor Gebruik

Wat u Kunt Doen m.b.v. Aanraakoperatie

Hieronder volgen voorbeelden van wat u kunt doen m.b.v. aanraakoperatie.
Wanneer u opneemt
[OPNAME] functie
(P35) selecteren
[OPNAME] functie kan geselecteerd worden door aanraken.
[AFSPELEN] functie
(P48) selecteren
[AFSPELEN] functie kan geselecteerd worden door aanraken.
AanraakAF/AE (P61)
Het is mogelijk de focus en belichting in te stellen op het op het aanraakpaneel gespecificeerde onderwerp.
Wanneer u terugspeelt
Beeld Afspelen Aanraakzoom (P47)
Een beeld kan verder/ teruggespeeld of vergroot worden in afspelen door het scherm aan te raken.
Lensopening Instelling (P62, 64) Sluitertijd Ingestelde Instelling (P63, 64) Belichtingscompens atie (P62
Instelling voor openingswaarde of sluitertijd of belichtingscompensati e kan ingesteld worden door de instelstaven aan te raken die afgebeeld worden op het scherm.
[EENVOUDIG ORDENEN] (P109)
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. het aanraakpaneel.
, 63)
Favoriete Instellingen Aanraakzoom Bewerken
[NW. RS.]
[BIJSNIJD.]
[TITEL BEW.]
Wissen
[DIASHOW] (P101)
Instelling voor diavoorstelling kan uitgevoerd worden m.b.v. het aanraakpaneel.
Aantekening
Menu-item kan niet ingesteld worden met aanraakoperatie. Instellen met de joystick.
- 14 -

Voorbereiding

Voorb erei din g

De batterij opladen

Gebruik hiervoor de oplader.
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij op met de oplader.
Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC tot 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur
van de batterij zelf zijn.)
Steek de batterij in de goede richting.
1
Steek de stekker van de oplader in
2
het stopcontact.
De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding.
Het laden start als het lampje [CHARGE] A
groen oplicht.
Het laden is voltooid wanneer de [CHARGE]
indicator A uitgaat (na ongeveer maximum 120 min).
Maak de batterij los als deze
3
opgeladen is.
plug-in type
90
°
inlaattype
- 15 -
Voorbereiding
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterij is te heet of te koud. Het zal langer duren dan normaal om de batterij op te laden. Het kan ook zijn dat de batterij niet helemaal opgeladen wordt.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek. Aantekening
Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit het stopcontact.
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
De batterij kan weer opgalden worden ook wanneer deze nog niet helemaal leeg is, maar het is
niet aan te raden dat de batterij vaak even bijgeladen wordt terwijl de batterij vrijwel helemaal opgeladen is. (De batterij heeft eigenschappen die zijn werkingsduur zullen reduceren en de batterij zullen doen opzwellen.)
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
- 16 -
Voorbereiding

Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen)

Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor. [Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel).]
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. (De
statusindicator knippert als de LCD-monitor uit gaat.) Laad de batterij opnieuw op of vervang deze met een volle batterij.
Levensduur van de batterij
Aantal beelden
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
Met een Panasonic SD-geheugenkaart (16 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [MODE2]).
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
¢ Het aantal beelden dat u kunt maken neemt af in Automatische LCD-versterkingsfunctie,
LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie (P30).
Ongeveer 280 opnamen (Ongeveer 140 min)
(Volgens CIPA-standaard in programma-AE-functie)
¢
- 17 -
Voorbereiding
Het aantal op te nemen beelden varieert afhankelijk van de intervaltijd van de opname. Hoe langer de intervaltijd van het beeld, hoe minder op beelden er opgenomen kunnen worden. [b.v. Wanneer u elke 2 minuten een opname maakt, neemt het aantal op te nemen beelden af tot ongeveer 70.]
Terugspeeltijd Ongeveer 300 min
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd Ongeveer 120 min maximum
Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als hierboven. De opnametijd zal enigszins variëren afhankelijk van de status van de batterij en de omstandigheden in de oplaadomgeving. Wanneer het opladen met succes voltooid is, gaat de [CHARGE] indicator uit.
Aantekening
De batterij kan uitzetten en minder lang werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor een lang
meegaande batterij raden wij aan deze niet te vaak op te laden als de batterij nog niet helemaal leeg is.
De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij
lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
- 18 -
Voorbereiding

Een kaart of batterij in het toestel doen

Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
1
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij
de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Zet deze er helemaal in en let op
2
de richting waarin u deze erin doet. Trek de hendel A in de richting van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat deze klikt en let op de richting waarin u deze erin doet. Om de kaart te verwijderen, de kaart helemaal doorduwen totdat deze klikt, trek deze er vervolgens rechtop uit.
B: Raak de aansluitingen op de achterkant van
de kaart niet aan.
De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
1: Sluit de kaart/batterijklep.
3
2: Zet het vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt
sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er weer in.
A
B
- 19 -
Voorbereiding
Aantekening
Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan
omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere
apparatuur.
Voordat u de kaart of de batterij verwijdert, het toestel uitzetten en wachten totdat de
statusindicator helemaal uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen raken of zouden de opgenomen beelden verloren kunnen gaan.)
- 20 -
Voorbereiding

Over het ingebouwde geheugen/de kaart

De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden op de kaart en teruggespeeld worden.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
>ð (Toegangaanduiding
k
Als u de kaart gebruikt
(Toegangaanduiding
¢ De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde geheugen (of de kaart)
worden gemaakt.
Geheugengrootte: Ongeveer 50 MB
Op te nemen bewegende beelden: Alleen QVGA (320k240 pixels)
Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol
raakt.
U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P128)
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
¢
)
¢
)
Ingebouwd geheugen
- 21 -
Voorbereiding
Kaart
De volgende soorten kaarten kunnen met dit apparaat gebruikt worden. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
Soort kaart Eigenschappen
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
(Geformatteerd m.b.v. het FAT12 of FAT16 formaat in overeenstemming met de SD-standaard)
SDHC-geheugenkaart (4 GB, 8 GB,
¢
16 GB)
(Geformatteerd m.b.v. het FAT32 formaat in overeenstemming met de SD-standaard)
MultiMediaCard Alleen stilstaande beelden.
¢ De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de
SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten.
¢ U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die compatibel zijn met
SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd de gebruiksaanwijzing voordat u het toestel gebruikt.)
Snelle opname en grote schrijfsnelheid.
Schakelaar schrijfbescherming A
voorzien. (Wanneer deze schakelaar in de [LOCK] positie staat, is er geen verder schrijven, wissen of formatteren van gegevens meer mogelijk. De mogelijkheid tot schrijven, wissen en formatteren van gegevens wordt hernomen wanneer de schakelaar in zijn originele positie teruggezet wordt.)
A
2
U kunt alleen kaarten gebruiken met SDHC-logo (die overeenstemming aangeeft met
SD-standaard) als u kaarten gebruikt met 4 GB of groter vermogen.
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterij of kaart ervan niet en koppel de AC-adapter (optioneel) niet los wanneer de toegangsaanduiding brandt [wanneer beelden gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt (P34)]. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie of stoten. De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen raken en dit apparaat zou niet langer normaal kunnen werken.
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren
gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P34)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
- 22 -
Voorbereiding

De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)

We raden aan [TAAL] (P34) te selecteren vanaf het [SET-UP] menu (P29) voordat u de datum/tijd instelt.
De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
1
Het [AUB KLOK INSTELLEN] bericht verschijnt. (Dit
bericht verschijnt niet in [AFSPELEN] functie.)
A Joystick
Op [MENU/SET] drukken.
2
Verplaats 2/1 om de items (jaar, maand,
3
dag, uur, minuut of displayopeenvolging) te
: :
selecteren, en verplats vervolgens 3/4 om in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P85)
: Annuleren zonder de klok in te stellen.
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
4
Na het voltooien van de klokinstellingen, het toestel uitzetten. Zet het toestel vervolgens
weer aan, schakel naar opnamefunctie, en controleer dat de display de instellingen weergeeft die uitgevoerd zijn.
Wanneer [MENU/SET] ingedrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok
ingesteld moet worden, de klok correct instellen door de klokinstelling (In programma-AE-functie)
procedure hieronder te volgen.
Veranderen van de
ONOFF
A
- 23 -
Voorbereiding

Veranderen van de klokinstelling (In programma-AE-functie)

1 Druk op [MENU/SET]. 2 Verplaats 3/4 om [KLOKINST.] te selecteren. 3 Verplaats 1 en vervolgens de stappen 3 en 4 uitvoeren om de klok in te stellen. 4 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu instellen. (P29)
Aantekening
De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] verschillende keren ingedrukt wordt tijdens opname.
Wanneer een helemaal opgeladen batterij meer dan 24 uur erin zit, wordt het opladen van de
ingebouwde batterij voor de klok voltooid zodat de klokinstelling opgeslagen zal worden (in het toestel) voor minstens 3 maanden ook al wordt de batterij verwijderd. (Als u een batterij erin doet die niet voldoende opgeladen is, kan de tijdsduur van de klokinstelling korter worden.)
U kunt het jaar instellen tussen 2000 en 2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24 uren
systeem.
Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P119) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 24 -
Voorbereiding

Menu instellen

Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak te gebruiken. In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u overgaat tot het gebruik van het toestel.
A
A [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar
( [AFSPELEN] functiemenu (P119 tot 128) ! [OPNAME] functiemenu (P87 tot 100)
Dit menu laat u de
draaiing, bescherming of DPOF-instellingen, enz. van de opgenomen beelden maken.
[SET-UP] menu (P29 tot 34)
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de werkingspieptoon
selecteren en anderen instellingen instellen die het gemakkelijker voor u maken om het toestel te hanteren.
Het [SET-UP] menu kan ingesteld worden vanaf de
[OPNAMEFUNCTIE] of [AFSPEELFUNCTIE] stand.
Dit menu lat u de
kleuring, gevoeligheid, aspectratio, aantal pixels en andere aspecten instellen van de beelden die u aan het opnemen bent.
Functies die niet ingesteld kunnen worden of niet zullen werken onder bepaalde
omstandigheden
Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt. Voor details, verwijzen naar P151.
- 25 -
Voorbereiding

Menuonderdelen instellen

Deze sectie beschrijft hoe de functie-instellingen van de programma-AE te selecteren en dezelfde instelling kan gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en ook voor het [SET-UP] menu. Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanuit [
Zet het toestel aan.
1
A [MENU/SET]-knop B [OPNAME]/[AFSPELEN] selectieschakelaar C [MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
2
selectieschakelaar naar [¦/!] en druk vervolgens op [MODE].
Wanneer u de [AFSPELEN] functiemenu-instellingen
selecteert, de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [(] zetten en verdergaan naar stap
4.
Raak [PROGRAM AE] aan.
3
Druk op [MENU/SET] om het menu af te
4
beelden.
Menu-item kan niet ingesteld worden met
aanraakoperatie. Instellen met de joystick.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in
een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
Ø] naar [š] in de normale AE-functie
ONOFF
B C
A
- 26 -
Voorbereiding
Overschakelen naar het [SET-UP] menu
Verplaats 2.
1
Verplaats 4 om het [SET-UP]
2
menupictogram te kiezen [ ].
Verplaats 1.
3
Kies een menuonderdeel en stel het in.
Verplaats 3/4 om [AF MODE] te
5
selecteren.
Selecteer het item helemaal onderaan en verplaats 4
om naar het tweede scherm te verplaatsen.
Verplaats 1.
6
Afhankelijk van het item, zou de instelling ervan niet
kunnen verschijnen of zou het op een andere wijze afgebeeld kunnen worden.
Verplaats 3/4 om [š] te selecteren.
7
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
8
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
9
- 27 -
Voorbereiding

Gebruik van het snelle menu

M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden worden.
Sommige menu-items kunnen niet ingesteld worden door de functies.
Wanneer [DISPLAY] ingedrukt wordt terwijl [STABILISATIE] (P99) geselecteerd is, kan
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.] afgebeeld worden.
Druk op [Q.MENU] en houd dit ingedrukt
1
tijdens het opnemen.
Verplaats 3/4/2/1 om het
2
menuonderdeel te kiezen en de instelling
Q.MENU
en druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
A De in te stellen items en de instellingen worden
afgebeeld.
A
- 28 -
Voorbereiding
Voer deze instellingen uit indien nodig.

Over het set-up Menu

[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [BESPARING] zijn belangrijke onderdelen. Controleer de instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
In de Intelligente automatische functie, kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD],
[REISDATUM], [TOON] en [TAAL] ingesteld worden.
Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P26 raadplegen.
U [KLOKINST.] De datum en de tijd instellen.
Raadpleeg P23 voor details.
De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
[WERELDTIJD]
Raadpleeg P85 voor details.
[LCD SCHERM] De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
[BESTEMMING]:
U reisbestemming
[HOME]:
Uw woongebied
- 29 -
Voorbereiding
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[OFF] [AUTO POWER LCD]:
[LCD MODE]
LCD
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe helder het om het toestel heen is.
[SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar tijdens het opnemen ook buiten.
Å [GR. KIJKHOEK]:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of de [BATT. BESP.] hebt
ingeschakeld.
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te maken.
Als u niets op het scherm ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht
af te schermen met uw hand of iets anders.
Het aantal beelden dat opgenomen kan worden neemt af in Automatische
LCD-versterkingsfunctie, LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie.
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [TOON]
r [TOONNIVEAU]:
[s] (Geluid uit) [t] (Laag) [u] (Hoge)
[PIEPTOON]:
1 2 3
[]/[]/[]
[SHUTTER VOL.]: [ ] (Geluid uit) [] (Laag) [ ] (Hoge)
[SHUTTER TOON]:
1 2 3
[]/[]/[]
u [VOLUME]
Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
- 30 -
Loading...
+ 140 hidden pages