PANASONIC DMCLX1EG User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Digitale Fotocamera
Model Nr. DMC-LX1EG
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
VQT0S25
Page 2
Vóór gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic digitale fotocamera. Leest u deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Informatie voor uw veiligheid
WAARSCHUWING OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES TE BEPERKEN, DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE MAKEN VAN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR NIET BLOOT TE STELLEN AAN REGEN OF VOCHT. VERWIJDER DE DEKSEL (ACHTERKANT) NIET, BINNENIN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE ONDERDELEN. NEEM VOOR ONDERHOUD CONTACT OP MET GEKWALIFICEERDE ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van voorgeregistreerde banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menuopties enz. van uw digitale camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze handleiding opgenomen zijn.
• SD Logo is een handelsmerk.
Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
VQT0S25
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
n Opmerking betreffende
lithiumbatterijen
• Bij dit product zijn lithiumbatterijen geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval.
• Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als stroomvoorziening voor de klok.
• Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
• Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
n Alleen voor servicepersoneel:
Schroevendraaier
Printplaat
• Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
• De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
n Zorg voor het toestel
• Het toestel niet schudden of er tegen stoten.
Het toestel zou daardoor niet normaal kunnen werken, het maken van opnames zou buiten werking gesteld kunnen worden, of de lens zou beschadigd kunnen raken.
Zand of stof kan een storing van de fotocamera
veroorzaken. Wanneer u de fotocamera op het strand, enz. gebruikt, let erop dat er geen zand of stof in de fotocamera komt.
Wanneer u het toestel op een regenachtige dag
of op het strand gebruikt, zorg ervoor dat er geen water in komt.
Komen er spetters zeewater op het toestel, maak
dan een zachte doek nat met leidingwater, wring de doek goed uit en veeg de body van het toestel er zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel daarna zorgvuldig af met een droge doek.
Lithiumbatterij
n Over het LCD-scherm
Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit zou ongelijke
kleuren op het LCD-scherm of een storing van het LCD-scherm kunnen veroorzaken.
• Bij grote temperatuurverschillen kan er condens op het LCD-scherm ontstaan. Veeg dit af met een zachte droge doek.
Page 3
Indien het toestel buitengewoon koud is wanneer
u het inschakelt, zal het beeld op het LCD-scherm iets donkerder zijn dan normaal. Naarmate de binnentemperatuur toeneemt, keert ook de gewone helderheid terug.
Er wordt gebruik gemaakt van zeer hoge precisietechnologie bij de productie van het LCD­scherm. Het resultaat is meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd brandende beeldpunten. Dit zal echter niet op de afbeeldingen op de kaart worden opgenomen.
n Over de lens
De lens niet direct op de zon of op sterke
• lichtbronnen richten. Dit zou niet alleen storingen van het toestel kunnen veroorzaken maar ook onherstelbaar letsel aan uw ogen.
• Druk niet hard op de lens.
• Wanneer u het toestel met de lens in de richting van de zon houdt, kan dit een storing veroorzaken. Wees voorzichtig wanneer u het toestel buiten of dichtbij een raam legt.
n Over condensatie (Wanneer de lens
beslagen is)
Condensatie doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid als volgt veranderd is: Pas op voor condensatie, aangezien dit vlekken op de lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
• Wanneer het toestel naar binnen wordt gebracht, van de kou naar een warme kamer.
• Wanneer het toestel van de buitenlucht in een auto met airconditioning geplaatst wordt.
-Als u dit symbool ziet-
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren)
Dit symbool op de producten en/of de bijbehorende documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In sommige landen kunt u uw producten bij een lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van een equivalent nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan
normale huishoudelijke afval mogen.
Vóór gebruik
• Wanneer koele wind van een airconditioner of ergens anders vandaan direct op het toestel geblazen wordt.
• In vochtige plaatsen
Plaats de fotocamera in een plastic zak totdat de temperatuur van de fotocamera dichtbij die van de omgeving zit, om condensatie te voorkomen. In geval van condensatie schakelt u de fotocamera uit en laat u het 2 uur met rust. Wanneer het toestel de omgevingstemperatuur nadert, verdwijnt de nevel vanzelf.
n Wanneer u het toestel lange tijd niet zult
gebruiken
Berg de batterij op in een koele en droge plaats
• met een relatief stabiele temperatuur. (Aanbevolen temperatuur:15 ºC tot 25 ºC, Aanbevolen vochtigheidsgehalte: 40% tot 60%)
• Controleer of de batterij en de kaart uit het toestel gehaald zijn.
• Wanneer de batterij lange tijd in het toestel gelaten wordt, vindt ontlading plaats, zelfs wanneer het toestel uitgeschakeld is. Als u de batterij gedurende lange tijd in het toestel laat, wordt hij overmatig ontladen en kan onbruikbaar worden, zelfs na het opladen.
• Om de batterij gedurende lange tijdsduur op te bergen, wordt het aanbevolen hem één keer per jaar op te laden en vervolgens opnieuw op te bergen nadat u de geladen capaciteit volledig heeft opgebruikt.
• Wanneer u het toestel in een kast of lade bewaart, wordt het aangeraden er droogstof (silicagel) bij te bewaren.
door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt. Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste verwijdering van dit afval, in overeenstemming met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
VQT0S25
Page 4
Vóór gebruik
Hoe werkt de gebruiksaanwijzing
De beschrijving op deze pagina is slechts bij wijze van voorbeeld en niet alle pagina’s worden op deze manier beschreven.
Met de hier aangegeven standen kunt u de functies of instellingen gebruiken die op deze pagina worden beschreven. Stel de functiekeuzeschakelaar in op een van de standen om de functies of instellingen te gebruiken.
Optische zoom gebruiken
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij laten lijken met de viervoudige zoomfunctie, en landschappen kunnen in groothoek worden vastgelegd.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch voorbeeld: verticale lijn die naar buiten buigt).
Hier vindt u nuttige of handige informatie over het gebruik van deze camera.
n Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
Het uiterlijk van het product, de afbeelding of het menuscherm wijkt lichtjes af van het eigenlijke gebruikte.
n De afbeeldingen van de cursorknop en de joystick
In deze gebruiksaanwijzing wordt de bediening van de cursorknop als hieronder afgebeeld aangeduid.
Voorbeeld: Op de cursorknop r
drukken
Voorbeeld: De joystick naar
rechts bewegen
MENU
REV
Voorbeeld: De joystick
indrukken
• Naar [PHOTOfunSTUDIO -viewer- Version 1.0E] wordt in deze gebruiksaanwijzing verwezen als [PHOTOfunSTUDIO].
VQT0S25
Page 5
Inhoud
Vóór gebruik
Informatie voor uw veiligheid . . . . . . . . . .2
Hoe werkt de gebruiksaanwijzing . . . . . . .4
Voorbereiding
Standaard accessoires . . . . . . . . . . . . . . . 7
Namen van onderdelen . . . . . . . . . . . . . .8
Beknopte handleiding . . . . . . . . . . . . . . .10
De batterij laden met de lader . . . . . . . . 11
Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Batterij plaatsen/verwijderen . . . . . . . . .13
Kaart plaatsen/verwijderen . . . . . . . . . . .14
De kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Aantal opneembare foto’s en formaat bij
benadering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
De lensdop/-draagriem bevestigen . . . .19
Datum/Tijd instellen (Clock Set) . . . . . . .20
Setupmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Het LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Foto’s nemen in automatische modus . . 33
Opnames controleren (Review) . . . . . . . 35
Optische zoom gebruiken . . . . . . . . . . .36
Foto’s nemen met de ingebouwde
flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Foto’s nemen met de zelfontspanner . . . 42
De belichting compenseren . . . . . . . . . .43
Foto’s nemen met Auto Bracket . . . . . . . 44
Optisch beeldstabilisatiesysteem
[STABILIZER] . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Foto’s nemen met de burstmodus . . . . .46
Weergave (basis)
Weergeven van foto’s . . . . . . . . . . . . . .47
9/16/25 foto’s Multi-weergave . . . . . . . .48
Zoomweergave gebruiken . . . . . . . . . . .49
Foto’s wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Opnames maken (geavanceerd)
De modusknop gebruiken . . . . . . . . . . . 52
• Diafragma-prioriteit AE . . . . . . . . . . 52
• Sluitertijd-prioriteit AE . . . . . . . . . . . 53
• Handmatige belichting . . . . . . . . . . 54
• Bewegend beeldmodus . . . . . . . . . 57
• Scènemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
– Portretmodus . . . . . . . . . . . . . . . 60
– Sportmodus . . . . . . . . . . . . . . . . 60
– Voedselmodus . . . . . . . . . . . . . . 61
– Landschapsmodus . . . . . . . . . . . 61
– Nachtportretmodus . . . . . . . . . . . 62
– Nachtlandschapsmodus . . . . . . . 62
– Babymodus . . . . . . . . . . . . . . . . 63
– Zachte huidmodus . . . . . . . . . . . 64
– Kaarslichtmodus . . . . . . . . . . . . . 64
– Partymodus . . . . . . . . . . . . . . . . 65
– Vuurwerkmodus . . . . . . . . . . . . . 65
– Sneeuwmodus . . . . . . . . . . . . . . 66
– Sterrenhemelmodus . . . . . . . . . . 66
– Zelfportretmodus . . . . . . . . . . . . 67
Werken met het modusmenu [REC] . . . 68
• Witbalans [W.BALANCE] . . . . . . . . 69
• ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY] . . 71
• Beeldformaat [PICT.SIZE] . . . . . . . 71
• Kwaliteit [QUALITY] . . . . . . . . . . . . 72
• Geluidsopname [AUDIO REC.] . . . . 73
• Metingfunctie
[METERING MODE] . . . . . . . . . . . . 73
• AF-modus [AF MODE] . . . . . . . . . . 74
• Continue AF [CONT.AF] . . . . . . . . . 75
• AF-assistentielamp
[AF ASSIST LAMP] . . . . . . . . . . . . . 75
• Digitale zoom [D.ZOOM] . . . . . . . . . 76
• Kleureffect [COL.EFFECT] . . . . . . . 76
• Beeldinstelling [PICT.ADJ.] . . . . . . . 77
• Flip-animatie [FLIP ANIM.] . . . . . . . 77
Werken met het snelmenu . . . . . . . . . . 80
Foto’s nemen met handmatige focus . . 81 AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/
AE: Auto exposure) . . . . . . . . . . . . . . 83
AF-macromodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
De aspectratio instellen . . . . . . . . . . . . 85
VQT0S25
Page 6
Foto’s nemen met de extra optische
zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Weergave (geavanceerd)
Beelden weergeven met geluid/Bewegende
beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Werken met het modusmenu [PLAY] . . 88
• Weergeven met een diashow
[SLIDE SHOW] . . . . . . . . . . . . . . . . 89
• Favorieteninstelling [FAVORITE] . . . 90
• Beelden weergeven in de richting waarin ze zijn opgenomen
[ROTATE DISP.] . . . . . . . . . . . . . . . 91
• Het beeld draaien [ROTATE] . . . . . . 92
• Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen
[DPOF PRINT] . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
• Per ongeluk wissen van beelden
voorkomen [PROTECT] . . . . . . . . . . 95
• Geluid toevoegen aan opgenomen
beelden [AUDIO DUB.] . . . . . . . . . . 96
• Het beeldformaat veranderen
[RESIZE] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97
• Beelden bijsnijden [TRIMMING] . . . 98
• Aspectratio wijzigen
[ASPECT CONV.] . . . . . . . . . . . . . 100
• De kaart opschonen
[CLEAN UP] . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
• De kaart initialiseren [FORMAT] . . 101
Beelden weergeven op een
tv-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Overige
Schermweergave . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Weergegeven berichten . . . . . . . . . . . 114
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . 116
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Aansluiten op een PC of printer
Alvorens aan te sluiten met behulp van een
USB-aansluitkabel
[4 : USB MODE] . . . . . . . . . . . . . 103
Aansluiten op een PC . . . . . . . . . . . . . 104
Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
VQT0S25
Page 7
Voorbereiding
Standaard accessoires
Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt.
n SD geheugenkaart (32 MB)
RP-SD032BVE0 (In de tekst wordt hiernaar verwezen als “kaart”)
n Batterijpakket
CGA-S005E (In de tekst wordt hiernaar verwezen als “batterij”)
n Batterijoplader
DE-A12A (In de tekst wordt hiernaar verwezen als “lader”)
n Netspanningskabel
K2CQ2CA00006
n USB-aansluitkabel
K1HA08CD0007
n CD-ROM
n Draagriem
VFC4082
n Batterijdragend kistje
VYQ3509
n Lensdop
VYF3055
n Lensdopkoord
VFC4137
n AV-kabel
K1HA08CD0008
• Mocht u een van de meegeleverde accessoires verliezen, neem dan contact op met de dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. (U kunt de accessoires afzonderlijk aanschaffen.)
VQT0S25
Page 8
Voorbereiding
Namen van onderdelen
12 3
456
1110987
1 Lens 2 Zelfontspannerlampje (P42)
AF-assistentielamp (P75)
3 Flitser (P30, 38)
4 Joystick (P32, 47, 81) 5 AF/AE vergrendelknop (P83) 6 Cursorknoppen
w/Zelfontspannerknop (P42) r/[REV] knop (P35) q/Flitsfunctieknop (P38) e/Backlight-compensatie in Auto-
modus (P34)/Belichtingscompensatie (P43)/Auto-bracket (P44)/Fijnafstelling
witbalans (P70) knop 7 LCD-scherm (P25, 110) 8 Statusaanduiding 9 [MENU] knop (P21, 59, 88)
10 [DISPLAY/PWR LCD] knop (P25) 11 Single/Burst modus (P46)/Wisknop
(P35, 50, 90)
VQT0S25
12 13
12 Lenscilinder 13 Focusschakelaar (P29, 81, 84)
Page 9
Voorbereiding
14 15 16
191817
222120
23
24
25
26
14 Aspectratioschakelaar (P85) 15 Zoomhendel (P35, 36, 48, 49) 16 Knop Optical Image Stabilizer (P45) 17 Flitsopener (P38) 18 Luidspreker (P87) 19 Microfoon (P57, 73) 20 Modusknop (P28) 21 Ontspanknop (P29) 22 Aan-/uitknop (P21)
23 Oog voor lensdop/riem (P19) 24 [DIGITAL/AV OUT] aansluiting (P102,
104, 106)
25 [DC IN] aansluiting (P104, 106)
• Gelieve er zeker van zijn de echte Panasonic AC Adapter (DMW-AC5; optioneel) te gebruiken.
• Deze camera kan de batterij niet opladen, ook niet als de netadapter AC (DMW-AC5; optioneel) erop is aangesloten.
26 Afdekking aansluitingen
27 28
27 Kaart-/Batterijklep (P13, 14) 28 Statiefaansluiting
• Let bij gebruik van een statief goed op of het statief stevig en stabiel staat met het toestel erop bevestigd.
VQT0S25
Page 10
Beknopte handleiding
Voorbereiding
Hier vindt u een overzicht van de werkwijze voor het maken van opnames met deze camera. Lees voor elke functie de bijbehorende pagina’s.
1
Batterij opladen. (P11)
• De batterij is bij levering niet geladen. Laad de batterij voor gebruik op.
2
Plaats de batterij en de kaart. (P13, 14)
3
Zet de camera aan om foto’s te nemen.
• Stel de klok in. (P20)
1
3
2
1 Stel de modusknop in op [L]. 2 Open de flitser. (Bij gebruik van de
flitser) (P38)
3 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P29)
4
Kijk de foto’s terug.
1
10
VQT0S25
2
Stel de modusknop in op [Q].
1 2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P47)
Page 11
Voorbereiding
De batterij laden met de lader
De batterij is bij levering niet geladen. Laad de batterij voor gebruik op.
1
Plaats de batterij en let daarbij op de batterijrichting.
2
Sluit de netspanningskabel aan.
• De netspanningskabel past niet helemaal in de elektra-aansluiting. Er blijft een spleet open zoals hieronder afgebeeld.
3
Verwijder de batterij.
• Vergeet niet om na afloop van het laden het snoer uit het stopcontact te halen.
• De batterij wordt warm na gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de camera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing van de camera.
• De batterij loopt leeg als hij lange tijd na het laden niet wordt gebruikt. Laad hem opnieuw.
• Gebruik de speciale lader en batterij.
• Laad de batterij met de lader binnenshuis.
• Haal de lader niet uit elkaar, pas hem ook niet aan.
• Als het [CHARGE] lampje start het opladen.
• Als het [CHARGE] lampje (na ongeveer 130 minuten uur), is het opladen voltooid.
A groen is,
A uitgaat
11
VQT0S25
Page 12
Batterij
Voorbereiding
n Batterijaanduiding
De resterende batterijlading wordt op het scherm weergegeven. [De aanduiding verschijnt niet als u de camera gebruikt met de netadapter (DMW-AC5; optioneel).]
De aanduiding wordt rood en knippert: Vervang de batterij of laat hem opnieuw op.
n Levensduur van de batterij Het aantal opnames volgens CIPA­normen (In de modus Program AE)
• CIPA is een afkorting van [Camera &
Imaging Products Association].
Aantal opnames
Circa 240 foto’s (Circa 120 min.)
(Opnamecondities volgens CIPA-normen)
• Temperatuur: 23°C/
Luchtvochtigheid: 50% als het LCD­scherm aan is.
• Met gebruik van SD geheugenkaart
(geleverd: 32 MB).
• Met gebruik van de geleverde batterij.
• Vastleggen begint 30 seconden nadat de
camera is aangezet.
Een opname per 30 seconden, met
volledige flits om de andere opname.
• Bij elke opname de zoomhendel van tele
naar groothoek draaien en vice versa.
• De camera na elke 10 opnames uitzetten /De
camera laten rusten tot de batterij is afgekoeld.
Opmerking: Bij gebruik van de Power LCD-
functie (P26), neemt het aantal opneembare foto’s af.
Het werkelijke aantal foto’s dat u kunt nemen hangt af van de pauze die u laat tussen de opnames. Het aantal opnames neemt proportioneel af met de ingelaste pauze.
• Laat u bijvoorbeeld twee minuten tussenruimte tussen elke opname in plaats van de 30 seconden van bovenstaande situatie, dan neemt het aantal opnames af tot een kwart (Circa 60 foto’s).
n Weergavetijd
Weergavetijd Circa 300 min.
Het aantal opneembare foto’s en de weergavetijd variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de wijze waarop de batterij wordt bewaard.
n Laden
Laadduur Circa 130 min.
Laadduur en aantal opneembare foto’s met de optionele batterijpakket (CGA-S005E) zijn hetzelfde als hierboven.
• Als het laden start, gaat het [CHARGE] lampje branden.
n Laadstoring
• Als het indicatielampje [CHARGE] tijdens het laden met een interval van ongeveer 1 seconde knippert, is er sprake van een storing bij het laden. Haal in dat geval de lader uit het stopcontact, verwijder de batterij en controleer vervolgens of de kamer dan wel de batterijtemperatuur niet te laag of hoog is. Als de kamertemperatuur tussen de 10°C tot 35°C, laad de batterij dan opnieuw op. Blijft het indicatielampje [CHARGE] knipperen ook nadat u de batterij enige tijd hebt opgeladen, neem dan contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum.
• Als de gebruikstijd van de camera zeer kort wordt ook al is de batterij goed geladen, dan is de levensduur van de batterij wellicht verstreken. Koop een nieuwe batterij.
n Laadcondities
• Laad de batterij bij een temperatuur van 10°C tot 35°C. (Batterijtemperatuur dient hetzelfde te zijn.)
• De prestaties van de batterij kunnen tijdelijk minder zijn en de gebruikstijd kan korter worden bij lage temperatuuromstandigheden (bijv. skiën/ snowboarden).
12
VQT0S25
Page 13
Voorbereiding
Batterij plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1
Schuif het klepje van de kaart/ batterij open.
• Gelieve er zeker van zijn de echte Panasonic batterijen (CGA-S005E) te gebruiken.
2
Plaatsen: Plaats de opgeladen batterij en let daarbij op de batterijrichting.
Verwijderen: Verschuif de vergrendeling 1 om de batterij te verwijderen.
1
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje. 2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het stevig.
2
1
• Indien u de camera langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterij. Bewaar de verwijderde batterij in de batterijdragend kistje (meegeleverd). (P113)
• Indien een volledig opgeladen batterij langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de klokinstelling opgeslagen (in de camera) gedurende ten minste drie maanden ook al wordt de batterij uitgenomen. (Het opslaan kan korter duren als de batterij niet geheel geladen was.) Als er meer dan drie maanden verstrijken, gaat de klokinstelling verloren. Stel de klok in dat geval opnieuw in. (P20)
• Verwijder kaart en batterij niet terwijl de kaart in gebruik is (P15). Hierdoor kunnen de gegevens op de kaart beschadigen.
• De geleverde batterij is uitsluitend ontworpen voor gebruik met deze camera. Gebruik hem niet met andere apparatuur.
• Zorg dat de camera uitstaat voordat u de batterij verwijdert. Camera­instellingen kunnen verloren gaan als u de batterij uitneemt terwijl de camera nog aanstaat.
13
VQT0S25
Page 14
Voorbereiding
Kaart plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1
Schuif het klepje van de kaart/ batterij open.
2
Plaatsen: Plaats de kaart met het etiket naar de achterkant van de camera gericht tot het klikt.
Verwijderen: Druk tegen de kaart tot het klikt en trek de kaart er dan recht uit.
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje. 2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het stevig.
2
1
• Als het kaart-/batterijklepje niet helemaal dichtgaat, verwijder de kaart dan en plaats hem opnieuw.
• Controleer de richting van de kaart.
• De kaart en de gegevens kunnen beschadigen als hij wordt ingebracht of verwijderd terwijl de camera aan is.
• We adviseren het gebruik van de Panasonic SD geheugenkaart. (Gebruik uitsluitend de echte SD-kaart met het SD-logo.)
• Raak de contactpunten op de achterzijde van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd raken als hij niet volledig wordt ingebracht.
14
VQT0S25
Page 15
De kaart
Voorbereiding
n Toegang tot de kaart
Bij het opslaan van foto’s op de kaart, gaat de kaartaanduiding
1 rood branden.
19
1
Als de kaartaanduiding brandt, betekent dit dat foto’s worden ingelezen of gewist, of dat de kaart wordt opgeschoond (P101) of geformatteerd. Voer de volgende handelingen dan niet uit:
• de camera uitzetten.
• de batterij of de kaart uitnemen.
• de camera schudden of stoten. De kaart en de gegevens kunnen beschadigen en de camera functioneert wellicht niet meer normaal.
n Behandeling van de kaart
Sla kostbare gegevens op uw PC op (P104). De gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven, statische elektriciteit, kapotgaan van de camera of een kapotte kaart.
• Als u de kaart hebt geformatteerd op een computer of ander apparaat, formatteer hem dan opnieuw met deze camera. (P101)
n SD geheugenkaart (meegeleverd) en
MultiMediaCard (optioneel)
De SD geheugenkaart en MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht, uitneembare externe geheugenkaarten. De lees- en schrijfsnelheid van een SD geheugenkaart is snel. De SD geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging dat het schrijven en formatteren van een kaart kan voorkomen. (Als de schuif naar de [LOCK] zijde is geschoven, kunnen de gegevens op de kaart niet overschreven of gewist worden en kan de kaart evenmin
2
worden geformatteerd. Deze functies worden weer beschikbaar als de schuif ontgrendeld wordt.)
SD geheugenkaart
2
U kunt SD-geheugenkaarten met de volgende capaciteiten gebruiken (van 8 MB tot 2 GB).
8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB,
256 MB, 512 MB, 1 GB, 2 GB (maximum)
Controleer de meest recente informatie op de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.)
• Dit apparaat ondersteunt SD­Geheugenkaarten die zijn geformatteerd volgens het FAT12-systeem en het FAT16-system, zoals omschreven in de Specificaties van SD-Geheugenkaarten.
• Met deze camera kunt u geen bewegende beelden opnemen als u een MultiMediaCard gebruikt.
• De lees- en schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan van een SD geheugenkaart. Bij gebruik van een MultiMediaCard kunnen de prestaties van bepaalde functies iets achterblijven bij de gepubliceerde.
• Hou de Geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om het inslikken ervan te voorkomen.
15
VQT0S25
Page 16
Voorbereiding
Aantal opneembare foto’s en formaat bij benadering
RAW
j
5.5M
(3072×1728 beeldpunten)
TIFF
EZ
G H
Aspectratio
Beeldformaat 8M (3840×2160 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G H
16 MB 0360 0 5 10 32 MB 1 7 14 1 1 11 22
64 MB 2 15 29 3 3 23 46 128 MB 4 30 60 6 7 47 93 256 MB 9 59 115 13 14 92 180 512 MB 18 115 230 26 28 180 350
1 GB 36 230 460 52 57 360 710 2 GB 74 470 930 105 115 740 1420
Aspectratio
Beeldformaat
Kwaliteit
(1920×1080 beeldpunten)
TIFF
j
EZ
2M
G H
7M (3248×2160 beeldpunten)
TIFF
G H
RAW
16 MB 2 13 25 0480
32 MB 4 28 54 1 8 17 1
64 MB 9 58 110 2 17 35 3 128 MB 18 115 220 5 36 71 6 256 MB 36 230 430 10 70 135 13 512 MB 72 450 860 21 135 270 26
1 GB 145 910 1720 43 270 540 53 2 GB 290 1800 3410 87 560 1090 105
16
VQT0S25
Page 17
Voorbereiding
Aspectratio
Beeldformaat
Kwaliteit
4.5M
(2560×1712 beeldpunten)
TIFF
G H
2.5M
(2048×1360 beeldpunten)
TIFF
G H
EZ EZ
16 MB 1 6 12 1 10 19 32 MB 2 13 27 3 21 41
64 MB 4 28 55 6 44 84 128 MB 8 57 110 14 89 170 256 MB 17 110 210 27 170 330 512 MB 34 220 430 54 340 650
1 GB 69 440 860 105 680 1310 2 GB 140 890 1700 210 1360 2560
RAW
h
4M
(2304×1728 beeldpunten)
TIFF
G H
EZ
Aspectratio
Beeldformaat 6M (2880×2160 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G H
16 MB 0490 1 7 14
32 MB 1 9 19 1 2 15 29
64 MB 3 20 39 3 4 31 60 128 MB 6 40 79 6 9 62 120 256 MB 12 79 155 13 19 120 230 512 MB 24 155 300 26 38 240 470
1 GB 48 310 610 53 76 480 940 2 GB 98 630 1220 105 150 970 1860
17
VQT0S25
Page 18
Voorbereiding
Aspect ratio
Beeldformaat
Kwaliteit
EZ EZ
3M
(2048×1536 beeldpunten)
TIFF
G H
h
2M
(1600×1200 beeldpunten)
TIFF
G H
16 MB 1 9 17 2 14 28 32 MB 3 19 37 4 30 59
64 MB 6 39 75 10 62 120 128 MB 12 79 150 20 125 240 256 MB 24 150 290 39 240 470 512 MB 48 300 590 78 480 940
1 GB 96 610 1180 155 970 1880 2 GB 195 1220 2360 310 1920 3610
Aspect ratio
Beeldformaat
Kwaliteit
(1280×960 beeldpunten)
TIFF
h
EZ
1M
G H
16 MB 3 22 41
32 MB 7 46 86
64 MB 15 94 175 128 MB 31 190 350 256 MB 61 370 690 512 MB 120 730 1370
1 GB 240 1470 2740 2 GB 490 2920 5120
• Aspectratio is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de foto. Ga voor meer informatie over het instellen van de aspectratio naar pagina 85.
• Kiest u een groter fotoformaat, dan kunt u foto’s duidelijker afdrukken. Kiest u een kleiner fotoformaat, dan kunt u meer foto’s op de kaart opslaan maar is de kwaliteit van de foto’s minder goed. (P71)
• EZ is een afkorting voor Extra Optical Zoom. (P86)
• Zie pagina 72 voor informatie over kwaliteit.
• De aantallen zijn bij benadering. (De aantallen variëren afhankelijk van de opnamecondities en het type geheugenkaart.)
• Het aantal opneembare foto’s varieert ook afhankelijk van de onderwerpen.
• Het resterend aantal nog op te nemen foto’s dat op het scherm wordt getoond is een schatting.
18
VQT0S25
Page 19
Voorbereiding
De lensdop/-draagriem bevestigen
n Lensdop
1
Leid het draagriem door de opening op de lensdop.
2
Leid het draagriem door de opening op de camera.
3
Breng het lensdopje aan.
n Draagriem
1
Leid het draagriem door het oog voor de koordbevestiging.
• Controleer of het draagriem goed is verbonden met de camera.
• Als u de camera uitzet, vervoert of foto’s weergeeft, breng de lensdop dan aan om het lensoppervlak te beschermen.
• Verwijder de lensdop voordat u de camera aanzet in de opnamemodus.
• Als de modusknop in een van de opnamemodi wordt gezet en de camera wordt aangezet terwijl de lensdop er nog op zit, wordt de melding [REMOVE LENS CAP AND PRESS q BUTTON] weergegeven. Druk na het wegnemen van de lensdop op de cursorknop q.
• Let op dat u de lensdop niet verliest.
19
VQT0S25
Page 20
Voorbereiding
Datum/Tijd instellen (Clock Set)
n Fabrieksinstelling
De klok is niet ingesteld bij levering. Als u de camera aanzet, verschijnt het volgende scherm.
• Neem de lensdop af voordat u datum en tijd instelt.
• Druk op de knop [MENU], het scherm in stap 1 verschijnt.
• Het instelscherm verdwijnt na ongeveer 5 seconden. Zet het toestel opnieuw aan om bovenstaand scherm opnieuw weer te geven. Of druk op de knop [MENU] om het menuscherm (P21) op te roepen, selecteer [CLOCK SET] op pagina 2/4 van het menu Setup en voer stap 1 en 2 uit.
1
Stel datum en tijd in.
CLOCK SET
1.JAN
DM Y
.
2005
MENU
:
000
SELECT SET EXIT
w /q : Selecteer het gewenste item.
e /r : Stel datum en tijd in.
2
Selecteer [D/M/Y], [M/D/Y] of [Y/M/D].
CLOCK SET
2005
20.
DEC.
MDY
MENU
10:00
SELECT SET EXIT
• Sluit het menu door tweemaal op de knop [MENU] te drukken na het voltooien van de instelling.
• Controleer de klokinstelling nadat u de camera uit en aan hebt gezet.
• Indien een volledig opgeladen batterij langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de klokinstelling opgeslagen (in de camera) gedurende ten minste drie maanden ook al wordt de batterij uitgenomen. (Het opslaan kan korter duren als de batterij niet geheel geladen was.) Als er meer dan drie maanden verstrijken, gaat de klokinstelling verloren. Stel de klok in dat geval opnieuw in.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs notatie.
• Als u de datum niet instelt, kan deze niet worden afgedrukt bij een fotostudio voor digitale afdrukken.
• Zie P94 voor de instelling van de datumafdruk.
20
VQT0S25
Page 21
Setupmenu
Voorbereiding
Wijzig de instellingen indien nodig. (Zie de pagina’s 22 tot 24 voor informatie over de instellingen.)
1
Verwijder de lensdop en zet de camera aan.
A
• De menuopties hangen af van de modus waarop de modusknop (P28) is ingesteld. Op deze pagina worden de opties van de modus Program AE [L] afgebeeld.
2
Druk op de knop [MENU].
SETUP
MENU
MENU
REC
.BALANCE
W SENSITIVITY PICT.SIZE QUALITY AUDIO REC.
SELECT EXIT
3
Selecteer het menu [SETUP].
REC
MONITOR AUTO REVIEW POW MF ASSIST BEEP
SELECT EXIT
SETUP
ER SAVE
1
MENU
• Als u de zoomhendel A naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van het menuscherm. (vice versa)
4
Selecteer het gewenste item.
SETUP
MONITOR AUTO REVIEW POW MF ASSIST BEEP
SELECT EXIT
5
Stel de gewenste waarde in.
MONITOR AUTO REVIEW POW MF ASSIST BEEP
SELECT EXIT
VE
ER SA
SET
SETUP
ER SAVE
SET
1
MENU
1
MENU
Zorg dat u op het eind op q drukt om de instelling vast te leggen.
• Druk op [MENU] om het menu af te sluiten. Als in opnamemodus bent, sluit u het setupmenu af door de ontspanknop half in te drukken.
4
4
4
21
VQT0S25
Page 22
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu Functies
x MONITOR Pas de helderheid van het LCD-scherm aan in 7 stappen.
P AUTO REVIEW [OFF]: De opname wordt niet automatisch weergegeven.
[1 SEC.]:De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven.
[3 SEC.]:De opname wordt gedurende ongeveer 3 seconden
automatisch op het scherm weergegeven.
[ZOOM]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven. Daarna wordt hij 4 keer uitvergroot en verschijnt gedurende ongeveer 1 seconde. Deze modus is handig voor het controleren van de brandpuntafstelling. Foto’s in burstmodus, auto­bracket, foto’s met geluid worden niet uitvergroot zelfs al wordt [ZOOM] geselecteerd.
• De functie auto-review is niet ingeschakeld in de modus bewegend
beeld [i].
• Auto-review wordt geactiveerd wanneer u foto’s neemt met auto-
bracket [B] (P44) of burstmodi [D], [E] en [F] (P46), ongeacht de auto-review-instelling. (Maar de afbeelding wordt niet vergroot.)
• Als de kwaliteit staat ingesteld op [TIFF] of [RAW], werkt de auto­review-functie totdat de opname is opgeslagen op de kaart. (De afbeelding wordt niet vergroot.)
• Bij gebruik van foto’s met geluid, werkt de auto-review-functie tijdens het opnemen van het geluid of de gegevens op de kaart, ongeacht de instelling van de auto-review-functie. (De afbeelding wordt niet vergroot.)
• U kunt de instelling auto-review niet wijzigen bij gebruik van auto­bracket, burstfuncties, filmopnames, [SELF PORTRAIT] in scènemodus en bij geluidsopnames.
5 POWER SAVE [1 MIN.]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]:
Indien u geen handelingen uitvoert, schakelt de camera automatisch uit na de interval die u hebt ingesteld om de batterij te sparen.
[OFF]: De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld.
• Druk de ontspanknop half in of zet de camera uit en aan om de spaarstand op te heffen.
• Bij gebruik van de netadapter (DMW-AC5; optioneel)/aansluiting op een PC of printer/bewegend beeldopname/bewegend beeldweergave/tijdens diashows, wordt de spaarstand niet geactiveerd. (Indien u de optie diashow handmatig gebruikt, zal de spaarstand het toestel na 10 minuten uitschakelen.)
X MF ASSIST Bij handmatige scherpstelling verschijnt een hulpscherm op het
midden van het scherm om het richten op het onderwerp te vereenvoudigen. (P82)
[OFF]: Geen MF ASSIST [MF1]: MF ASSIST verschijnt in het midden van het scherm [MF2]: MF ASSIST vult het gehele scherm
22
VQT0S25
Page 23
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu Functies
6 BEEP Stel in om het volume van het gebruiksgeluid te selecteren.
[7 ]: Geen gebruiksgeluid [8 ]: Zacht gebruiksgeluid [9]: Luid gebruiksgeluid
B SHUTTER Stel in om het volume van het sluitergeluid te selecteren.
[C]: Geen sluitergeluid [E]: Zacht sluitergeluid [D]: Luid sluitergeluid
9 VOLUME Het volume van de luidsprekers kan in 7 stappen worden bijgesteld.
(LEVEL6 tot 0)
• Het volume van de luidsprekers van de TV wijzigt niet wanneer u de camera op de TV aansluit.
3 CLOCK SET Wijzig datum en tijd. (P20) 2 NO.RESET Stel dit in wanneer u de bestandsnummering van een foto wilt
starten vanaf 0001 bij de eerstvolgende opname. (Het nummer van de map wordt bijgewerkt en de bestandsnummering start vanaf
0001.)
• Er kan een mapnummer van 100 tot 999 worden toegewezen. Als het mapnummer 999 wordt bereikt, kan het niet gereset worden. We raden u aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of elders hebt opgeslagen.
• Om het mapnummer terug te stellen op 100, moet u de kaart eerst opnieuw formatteren (P101). Voer hierna [NO.RESET] uit om het bestandsnummer terug te stellen, waarna een scherm verschijnt met de vraag of u het mapnummer wilt resetten. Selecteer [YES].
• Zie pagina 105 voor uitgebreide informatie over bestands- en mapnummers.
1 RESET De instellingen van het opname of [SETUP] menu worden
teruggesteld naar de oorspronkelijke instellingen.
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
• De verjaardag van uw baby (ingesteld in schènemodus [BABY] (P63)) wordt gewist. [ROTATE DISP.] (P91) wordt teruggesteld naar [ON].
4 USB MODE Stel het USB-communicatiesysteem in. Stel in vóór het aansluiten
op een PC of printer. (P103)
Y HIGHLIGHT Als de auto-review-functie wordt geactiveerd, wordt een wit
verzadigd vlak knipperend in zwartwit weergegeven. (P26)
23
VQT0S25
Page 24
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu Functies
X VIDEO OUT
(Alleen in
[NTSC]: Video-uitgang wordt ingesteld op NTSC-systeem. [PAL]: Video-uitgang wordt ingesteld op PAL-systeem. (P102)
weergavemodus)
TV ASPECT (Alleen in weergavemodus)
[j]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 16:9 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van [j] op een televisie met een aspectratio van 16:9. Foto’s die met een beeldverhouding van [h] zijn gemaakt, krijgen aan weerszijde een zwarte band.
[h]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 4:3 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van [h] op een televisie met een aspectratio van 4:3. Afbeeldingen met een aspectratio van [j] worden weergeven met een zwarte band boven en onder (letterbox).
• Als u [j] selecteert en uitvoert naar TV (P102), wordt het
beeld op uw camera’s LCD verticaal uitgerekt weergeven.
MF m/ft
[m]: De brandpuntsafstand wordt in meters aangegeven bij
handmatige focus.
[ft]: De brandpuntsafstand wordt in voet aangegeven bij
handmatige focus.
g SCENE MENU [OFF]: Het menu [SCENE MODE] wordt niet weergegeven als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S] en de camera wordt bediend in de momenteel geselecteerde scènemodus. Wijzig de scènemodus door op de knop [MENU] te drukken om het menu [SCENE MODE] weer te geven en selecteer dan de gewenste scènemodus.
[AUTO]: Het menu [SCENE MODE] verschijnt automatisch als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S]. Selecteer de gewenste scènemodus.
{ LANGUAGE Stel een van de volgende 6 talen in op het menuscherm.
Ga naar de gewenste taal met e/ r en leg hem vast met q.
[ENGLISH]: Engels [DEUTSCH]: Duits [FRANÇAIS]: Frans [ESPAÑOL]: Spaans [ITALIANO]: Italiaans []: Japans
• Als u per abuis een andere taal instelt, selecteer dan [{] uit de
menupictogrammen om de gewenste taal in te stellen.
24
VQT0S25
Page 25
Het LCD-scherm
Voorbereiding
n Selecteer van het te gebruiken
scherm
A
DISPLAY/PWR LCD
A LCD-scherm (LCD)
Druk op de knop [DISPLAY/PWR LCD] om naar het te gebruiken scherm over te schakelen.
• Als het menuscherm verschijnt, is de knop [DISPLAY] niet actief. Tijdens multi­weergave (P48) of zoomweergave (P49), kunnen de aanduidingen op het scherm aan- en uitgezet worden.
In opnamemodus (P28)
B Weergave C Weergave met histogram D Geen weergave (Opname-hulplijnen) E Geen weergave
*Histogram
In weergavemodus (P47)
100_0001
1/19
F2.8 1/25P
20.DEC.2005
10:00
100_0001
1/19
1 month 10days
20.DEC.2005
10:00
*
F Weergave G Weergave met opname-informatie en
histogram
H Geen weergave
* Dit wordt weergegeven als u de
geboortedatuminstelling voor [BABY] in de scènemodus hebt ingesteld (P63), en [WITH AGE] hebt geselecteerd bij het nemen van foto’s.
*
25
VQT0S25
Page 26
Voorbereiding
n Voor het bekijken van het LCD-scherm
buiten op een heldere zonnige dag (Power LCD-functie)
Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD] gedurende 1 seconde indrukt, wordt de Power LCD-functie geactiveerd. Het LCD­scherm wordt helderder dan normaal en is buiten beter te zien.
ON
:PRESS FOR 1 SEC.
A
A: Power LCD-aanduiding
• Als u foto’s neemt, krijgt het LCD-scherm na 30 seconden automatisch zijn normale helderheid terug na het drukken op de knop [DISPLAY/PWR LCD]. Als u op een willekeurige knop drukt, wordt het LCD­scherm weer helder.
• Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD] gedurende 1 seconde opnieuw indrukt, wordt de Power LCD-functie geannuleerd en krijgt het LCD-scherm zijn normale helderheid terug.
• Met de functie Power LCD worden de helderheid en kleurtinten duidelijker weergegeven op het LCD-scherm. Daarom zien de helderheid en kleurtinten er afhankelijk van het onderwerp wellicht ook anders uit dan in werkelijkheid. Deze functie is echter niet van invloed op de opnames.
n Opname-hulplijn
Als u het onderwerp uitlijnt op de horizontale en verticale hulplijnen of het kruispunt van deze lijnen, neemt u foto’s met een goed vormgegeven compositie door de grootte, het verloop en de balans van het onderwerp in ogenschouw te nemen.
n Highlight-weergave
Bij het instellen van [HIGHLIGHT] op [ON] in het menu [SETUP] (P23) terwijl de auto­review of review-functie is geactiveerd, wordt elk wit verzadigd vlak (extreem helder of glinsterend deel) op de foto knipperend in zwartwit weergegeven.
• Als u de belichting compenseert naar min, gelet op het histogram en opnieuw een foto neemt, heeft u kans op een goede foto.
Geen highlight-weergave
REVIEW1X
DELETE
EXIT
4X
Wel highlight-weergave
26
VQT0S25
Page 27
n Histogram
• Een histogram is een grafiek waarbij de helderheid op de horizontale as wordt weergegeven (van zwart naar wit) en het aantal beeldpunten (beeldpunten) bij elk helderheidsniveau op de verticale as.
• Zo kan de cameragebruiker snel de belichtingswijze van een foto controleren.
• Als de waarden zich concentreren op
A, is de foto onderbelicht.
links Foto’s met veel zwart, zoals avondopnames, leveren dit soort histogrammen op.
• Als de waarden in het histogram evenwichtig gespreid zijn
B, is de
belichting voldoende en is de helderheid in balans.
• Als de waarden zich concentreren op
C, is de foto overbelicht.
rechts Foto’s met veel wit leveren dit soort histogrammen op.
Voorbeeld van histogram
10:00 20.DEC.2005
Voorbereiding
• Als de vastgelegde foto en het histogram niet met elkaar overeenkomen onder de volgende omstandigheden, wordt het histogram oranje weergegeven.
–Als de flitser wordt geactiveerd –Als de flitser wordt gesloten
1 Als de helderheid van het scherm niet
goed is op donkere plekken.
2 Als de belichting niet goed is
aangepast
• Het histogram verschijnt niet in de bewegend beeld modus [i], tijdens multi-weergave en zoomweergave.
• Het histogram is in de opnamemodus bij benadering.
• Het histogram van de opname- en weergavemodus komt wellicht niet overeen.
• Het histogram in deze camera komt niet overeen met het histogram dat wordt weergeven in beeldbewerkingssoftware op een PC, enz.
• Controleer op wit verzadigde gebieden met de highlight-weergave in de auto­review-functie of de review-functie. (P26)
A Onderbelicht B Juiste belichting C Overbelicht
*Histogram
10:00 20.DEC.2005
10:00 20.DEC.2005
27
VQT0S25
Page 28
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen
n De modusknop
Deze camera heeft een programmaknop waarmee vele soorten scènes kunnen worden vastgelegd. Selecteer de gewenste modus en geniet van de vele opnamemogelijkheden. Draai de modusknop langzaam en rustig.
L : Program AE-modus (P29)
De belichting wordt automatisch bepaald door de camera.
M : Diafragma-prioriteit AE (P52)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald door het door u ingestelde diafragma.
N : Sluitertijd-prioriteit AE (P53)
Het diafragma wordt automatisch bepaald door de door u ingestelde sluitertijd.
O : Handmatige belichting (P54)
De belichting wordt aangepast aan de handmatig ingestelde diafragma en sluitertijd.
i : Bewegend beeld modus (P57)
Met deze modus kunt u bewegende beelden met geluid opnemen.
R : Scènemodus 1 (P59)
S: Scènemodus 2 (P59)
Met deze modus kunt u foto’s nemen afhankelijk van de opnamescènes. Met deze modus kunt u daarnaast [SCENE MENU] (P24) in het menu [SETUP] instellen op [OFF] en vaakgebruikte scènemodi instellen onder [R] en [S] op de modusknop. Dat is handig omdat u de scènemodus op die manier snel en gemakkelijk kunt selecteren.
0 : Automatische modus (P33)
Dit is de aanbevolen modus voor beginners.
Q : Weergavemodus (P47)
Met deze modus kunt u vastgelegde foto’s bekijken.
28
VQT0S25
Page 29
Opnames maken (basis)
12
n Program AE
De camera stemt automatisch de sluitertijd en het diafragma af op de helderheid van het onderwerp.
1
1 Verwijder het lensdopje. 2 Zet de camera aan. 3 Stel de modusknop in op
program AE [L].
4 Schuif de focusschakelaar naar
[AF].
2
3
4
2
Richt het AF-gebied 1 op het punt waarop u wilt scherpstellen en druk de ontspanknop half in.
F2.8 1/25
A
34
A : Druk de ontspanknop tot
halverwege in om scherp te stellen.
• Het focuslampje vervolgens worden het diafragmagetal
3 en de sluitertijd 4 weergegeven.
• U wijzigt de sluitertijd en het diafragma met de functie programmawisseling (P32).
3
Neem een foto.
2 gaat branden en
F2.8 1/25
B : Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te nemen.
Indien het onderwerp niet scherp is
Focuslampje Knippert
(groen)
AF-gebied Verandert
van wit in rood
Geluid Piept 4 keer Piept 2 keer
Indien het onderwerp scherp is
Aan (groen)
Verandert van wit in groen
VQT0S25
29
Page 30
Opnames maken (basis)
n Juiste houding voor het nemen van
foto’s
Voor het nemen van duidelijke foto’s:
• Houd de camera voorzichtig met beide handen beet, de armen stationair langs uw lijf en plaats uw voeten iets uiteen.
• Zorg dat u de camera niet beweegt op het moment dat u de ontspanknop indrukt.
• Dek de microfoon of de AF­assistentielamp niet af met uw vinger of andere voorwerpen.
• Raak de lens niet aan.
• Dek de flitser niet af met uw vinger of andere voorwerpen.
1
1
: Bij het zijdelings vasthouden van de camera
2
: Bij het verticaal vasthouden van de camera
A
B
2
A B
A : Flitser B : AF-assistentielamp
• Houd de camera stabiel voor de volgende modi en functies. U kunt het beste een statief gebruiken. U voorkomt het wazig worden van de foto door een statief in combinatie met de zelfontspanner (P42) te gebruiken wanneer u de ontspanknop indrukt. –Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
– [NIGHT PORTRAIT] (P62), [NIGHT
SCENERY] (P62), [CANDLE LIGHT] (P64), [FIREWORKS] (P65), [PARTY] (P65), [STARRY SKY] (P66) in scènemodus (P59)
–Indien de sluitertijd is verlaagd (P53, 54)
n Scherpstellen
• Het focusbereik is 50 cm tot Z (groothoek), 1,2 m tot Z (tele).
• Als u de ontspanknop volledig indrukt zonder scherp te stellen, worden de foto’s misschien wazig of onscherp.
• Als het focuslampje knippert, is het onderwerp niet scherp. Druk de ontspanknop half in en richt nogmaals op het onderwerp.
• Als de camera na een aantal pogingen nog niet scherpstelt, zet hem dan uit en aan en probeer het opnieuw.
• In de volgende situaties kan de camera niet goed scherpstellen op onderwerpen. –Wanneer een scène is opgebouwd uit
zowel dichtbij- als verafgelegen onderwerpen.
–Wanneer er vuil of stof zit op het glas
tussen de lens en het onderwerp.
–Wanneer het onderwerp is omringd met
verlichte of glimmende voorwerpen.
–Wanneer een foto op een donkere plek
wordt genomen. –Wanneer het onderwerp snel beweegt. –Wanneer de scène weinig contrast heeft. –Wanneer er bewogen wordt. –Wanneer een erg helder onderwerp
wordt vastgelegd. We adviseren foto’s te nemen met de handmatige focus (P81), pre-focus (P82) of AF/AE vergrendeling (P83). Op donkere plekken gaat de AF­assistentielamp (P75) aan om beter te kunnen scherpstellen op het onderwerp.
• Ook al gaat het focuslampje branden en wordt het onderwerp scherpgesteld, dit wordt weer geannuleerd als u de ontspanknop loslaat. Druk de ontspanknop half in.
30
VQT0S25
Page 31
Opnames maken (basis)
1
n Jitter (cameratrilling)
• Zorg dat u niet beeft als u de ontspanknop indrukt.
• De jitter-waarschuwing een langzame sluitertijd en een verhoogd risico op wazige opnames.
F2.8 1/8
• Let vooral extra op als de jitter­waarschuwing verschijnt bij een van de opnamemethoden die staan beschreven op P30, of gebruik een statief voor de beste resultaten. U voorkomt het wazig worden van de foto door een statief in combinatie met de zelfontspanner (P42) te gebruiken wanneer u de ontspanknop indrukt.
n Richtingwaarnemingsfunctie
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn kant (verticaal), wordt de informatie over het roteren automatisch toegevoegd en opgeslagen bij de foto’s. Als [ROTATE DISP.] (P91) is ingesteld op [ON], kunt u de foto’s op het scherm of de tv roteren en weergeven volgens de informatie over het roteren op de foto’s.
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn kant, lees dan “Juiste houding voor het nemen van foto’s”op P30 goed door.
• Deze functie werkt misschien niet correct bij foto’s die met de camera naar boven of beneden gericht zijn genomen.
• U kunt de functie richtingwaarneming niet gebruiken in de filmmodus [i] of [FLIP ANIM.].
1 verschijnt bij
n Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt bij onvoldoende belichting, worden de aanduidingen voor diafragma en sluitertijd rood. (Het diafragma en de sluitertijd worden echter niet rood als de flitser is geactiveerd.)
• De helderheid van het scherm kan afwijken van die van de opnames. Zelfs al ziet het onderwerp er op het scherm donker uit, kan de eigenlijke foto toch helder zijn.
• Als de meeste voorwerpen op het scherm helder zijn (bijv. blauwe hemel op een onbewolkte dag, sneeuw, enz.), wordt de opname soms donker. Compenseer in dat geval de belichtingswaarde op de camera. (P43)
• Als u op de ontspanknop drukt, is het mogelijk dat het scherm een moment oplicht of verduistert. Deze functie vergemakkelijkt het scherpstellen en is niet van invloed op de opname.
• We raden u aan de klok opnieuw in te stellen voor het nemen van foto’s. (P20)
• Als u een tijd voor stroombesparing hebt ingesteld (P22), schakelt de camera automatisch uit indien hij binnen de ingestelde tijd niet wordt bediend. Gebruikt u de camera weer, druk de ontspanknop dan half in of zet de camera uit en aan.
• Als de afstand tussen de camera en het onderwerp buiten het vastlegbare bereik valt, kan het voorkomen dat de foto niet scherp is ook al brandt het focuslampje.
31
VQT0S25
Page 32
Opnames maken (basis)
n Programmawisseling
In de modus Program AE kunt u het vooringestelde diafragma en de sluitertijd wijzigen bij dezelfde belichting. Dit heet programmawisseling. Met deze functie maakt u de achtergrond vager (door het diafragma te verkleinen) of legt u het bewegende onderwerp dynamischer vast (door een langzame sluitertijd in te stellen) in de modus Program AE.
• Terwijl het diafragma en de sluitertijd worden getoond op het LCD-scherm (circa 10 seconden), beweegt u de joystick om programmawisseling te activeren.
(bijv.: Als de focusschakelaar is ingesteld op
19
[AF]
F2.8 1/30
of
r: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[AF] of [AFw] (P84)
w: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[MF] (P81)
n Voorbeeld van programmawisseling
2 3 4 5 9 11 12 13 14
2
2.8
4
(A)
5.6
8
1 1
/
2
6107 8
1
1
1
1
1
1
1
1
/
/
/
/
4
/
8
15
30
60
(B)
1
/
/
/
125
250
500
(A): Diafragmagetal (B): Sluitertijd
• Als de belichting onvoldoende is wanneer
)
de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de sluitertijd rood aangegeven.
• Als meer dan 10 seconden zijn verstreken na het ingaan van de programmawisseling, wordt de status voor het activeren van de programmawisseling geannuleerd en keert terug naar de modus Program AE. De instelling wordt echter wel bewaard in programmawisseling.
• Programmawisseling wordt geannuleerd als de camera uitgaat.
• Programmawisseling werkt soms niet afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
/
1000
(Ev)
1
/
2000
19
F3.2 1/30
1
• Als programmawisseling is ingeschakeld, wordt de aanduiding programmawisseling
1 weergegeven op het scherm.
32
VQT0S25
Page 33
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen in automatische modus
De automatische modus maakt het onervaren gebruikers gemakkelijk. Er worden slechts eenvoudige menu­instellingen getoond waarmee u zonder fouten foto’s kunt nemen.
1
Selecteer de gewenste optie en stel de gewenste waarde in.
REC
8
PICT.SIZE
QUALITY D.Z OOM
SELECT
MENU
SET EXIT
n Instellingen in de automatische (Auto)
modus
• Ga voor meer informatie over elke optie naar de bijbehorende pagina.
[PICT.SIZE] : P71 [QUALITY] : P72 [D.ZOOM] : P76
5.5
M
M
EZ
2
M
EZ
MENU
MENU
n Overige instellingen in de
automatische modus
In de Auto-modus zijn de overige instellingen als volgt vast ingesteld. Ga voor meer informatie over elke optie naar de bijbehorende pagina.
Focusbereik ([AF]/[AFw]/ [MF])
30 cm tot Z (tele) 5 cm tot Z (groothoek)
Witbalans [AUTO] P69
ISO-gevoeligheid [AUTO] P71
Beeldinstelling [STD.] P77
Geluidsopname [OFF] P73
Metingfunctie
[R]
P73
(Meervoudig)
AF-modus
[W]
P74
(1-zone-focussing)
Continue AF [OFF] P75
AF-
[ON] P75
assistentielamp AF/AE
Niet mogelijk P83
vergrendeling Flip-animatie Niet mogelijk P77
33
VQT0S25
Page 34
Opnames maken (basis)
n Compenseren van achtergrondlicht
(backlight)
Achtergrondlicht doet zich voor als er licht vanachter het onderwerp komt. Onderwerpen zoals personen worden donker bij het vastleggen van foto’s met achtergrondlicht. Als u drukt op e, [0] gaat de aanduiding (compensatie backlight) aan en wordt de backlight­compensatiefunctie actief. Met de functie wordt het achtergrondlicht gecompenseerd door de hele foto helderder te maken.
8
BACKLIGHT
8
• In de auto-modus zijn de volgende opties niet zichtbaar. – [VIDEO OUT] – [TV ASPECT]
• De instellingen [PICT.SIZE], [QUALITY] en [D.ZOOM] in de auto-modus worden op andere opnamemodi toegepast.
• In de auto-modus zijn de volgende functies niet bruikbaar. –Belichtingscompensatie –Auto-bracket –[COL.EFFECT]
• De instelling bij [PICT.SIZE] en [QUALITY] komt echter overeen met de instelling bij [PICT.ADJ.].
BACKLIGHT
• Als u drukt op e terwijl [0] wordt weergegeven, verdwijnt [0] en wordt de backlight-compensatiefunctie geannuleerd.
• Bij gebruik van de backlight­compensatiefunctie raden we u aan de flitser te gebruiken.
34
VQT0S25
Page 35
Opnames maken (basis)
8X
Opnames controleren (Review)
1
Druk op r.
REVIEW
EXIT DELETE
• De laatste opname wordt ongeveer 10 seconden weergegeven.
• Druk nogmaals op r om de controle te annuleren.
• De vorige of volgende foto controleert u met w/ q.
• Zijn de opnames te licht of donker, compenseer dan de belichting. (P43)
4X
2
Uitvergroten en foto verschuiven
A
3 :1×J4×J8×
:8×J4×J1×
• Als u de vergroting of de weer te geven positie wijzigt, verschijnt de aanduiding zoompositie u kunt controleren wat wordt vergroot.
n Vastgelegde foto’s kunnen tijdens de
review worden gewist (Quick Deletion)
A ongeveer 1 seconde zodat
DELETE SINGLE
DELETE THIS PICTURE?
NO
YES
SELECT SET MULTI/ALL
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet meer worden teruggehaald.
• Het is mogelijk om meerdere foto’s of alle foto’s te wissen. Lees pagina 50 of 51 voor de werkwijze.
35
VQT0S25
Page 36
Opnames maken (basis)
Optische zoom gebruiken
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij laten lijken met de viervoudige zoomfunctie, en landschappen kunnen in groothoek worden vastgelegd.
1X
2X
3X
4X
n Onderwerpen zien er uit of ze verder
weg zijn met (Wide - groothoek)
19
T1X
n Onderwerpen zien er uit of ze
dichterbij zijn met (Tele)
19
T4X
36
VQT0S25
n De zoominstelling verder vergroten
• Gebruik de extra optische zoom. (P86)
• Gebruik de digitale zoom (P76).
Page 37
Opnames maken (basis)
• De optische zoom staat op Wide (1x) bij het inschakelen van de camera.
• Indien u de zoomfunctie gebruikt nadat u al hebt scherpgesteld op het onderwerp, moet u dit nogmaals doen.
• De lenscilinder (P8) schuift afhankelijk van de zoompositie in of uit.
• Hinder de beweging van de lens niet terwijl u de zoomhendel draait.
• Als u bewegende beelden opneemt [i], wordt de zoomvergroting vastgezet op de ingestelde waarde bij de start van de opname.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch voorbeeld: verticale lijn die naar buiten buigt). Dit komt door de lensafwijking (aberratie), die tot op zekere hoogte optreedt bij alle fotografische lenzen. De vertekening is duidelijker bij gebruik van een groter deel van de zoomlens als u het onderwerp dichter nadert.
• De zoomfactor is slechts bedoeld als hulpmiddel.
37
VQT0S25
Page 38
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met de ingebouwde flitser
Als u flits instelt, kunt u foto’s nemen met de ingebouwde flitser afhankelijk van de opnamecondities.
n De flitser openen
Verschuif de schakelaar [< OPEN]
A.
A
B Flitser
• Dek de flitser niet af met uw vingers of andere voorwerpen.
n De flitser sluiten
Druk op de flitser tot deze klikt.
n Overschakelen op de juiste
flitsinstelling
Stel de ingebouwde flitser in op de stand die past bij de scène die u wilt vastleggen.
Zie voor de te selecteren flitsinstellingen “Beschikbare flitsinstellingen per opnamemodus” op P40.
• Zorg dat u de flitser sluit als u hem niet gebruikt.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v] als hij wordt afgesloten.
38
VQT0S25
Page 39
Opnames maken (basis)
r : AUTO
De flitser wordt automatisch geactiveerd afhankelijk van de opnamecondities.
s : AUTO/Rode-ogenreductie
De flitser wordt automatisch geactiveerd afhankelijk van de opnamecondities. Hierbij wordt het rode-ogeneffect (ogen van het onderwerp worden rood weergegeven bij gebruik van de flitser) verminderd door de flitser al te activeren voordat u de eigenlijke foto neemt. Daarna wordt de flitser nogmaals geactiveerd voor de daadwerkelijke opname. De flitser gaat tweemaal af indien u AUTO/Rode-ogenreductie [s], Forced ON/Rode-ogenreductie [q] en Slow-sync./Rode-ogenreductie [u] gebruikt. De eerste flits is ter voorbereiding. Beweeg niet tot na de tweede flits.
• Gebruikt deze functie als u foto’s neemt van personen bij slechte lichtomstandigheden.
t : Forced ON
De flitser wordt onafhankelijk van de opnamecondities altijd geactiveerd.
• Gebruik deze functie als uw onderwerp van achteren wordt belicht of bij tl-licht.
q : Forced ON/Rode-ogenreductie
• Bij [PARTY] (P65) of [CANDLE LIGHT] (P64) in scènemodus, wordt de flitser ingesteld op Forced ON/ Rode-ogenreductie.
u : Slow sync./Rode-ogenreductie
Als u een foto neemt met een donkere landschapsachtergrond, vertraagt deze functie de sluitertijd als de flitser wordt geactiveerd zodat de donkere landschapsachtergrond helderder wordt. Het vermindert tevens het rode­ogeneffect.
• Gebruik deze functie bij het nemen van foto’s van personen tegen een donkere achtergrond.
v : Forced OFF
De flitser wordt bij geen enkele opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie bij het nemen van foto’s op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan.
39
VQT0S25
Page 40
Opnames maken (basis)
n Beschikbare flitsinstellingen per opnamemodus
De beschikbare flitsinstellingen hangen af van de opnamemodus. (e : Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
*Niet beschikbaar bij backlight-compensatie
n Het beschikbare flitsbereik voor het nemen van foto’s
ISO-gevoeligheid Beschikbare flitsbereik
AUTO 60 cm tot 4,1 m (Wide)
30 cm tot 2,3 m (Tele)
ISO80 60 cm tot 1,8 m (Wide)
30 cm tot 1,0 m (Tele)
ISO100 60 cm tot 2,0 m (Wide)
30 cm tot 1,1 m (Tele)
ISO200 60 cm tot 2,9 m (Wide)
30 cm tot 1,6 m (Tele)
ISO400 60 cm tot 4,1 m (Wide)
40 cm tot 2,3 m (Tele)
• Het beschikbare flitsbereik is bij benadering.
• Zie P30 voor het focusbereik.
• Zie P71 voor de ISO-gevoeligheid.
• Als de ISO-gevoeligheid staat ingesteld op [AUTO] (P71), wordt deze automatisch aangepast van [ISO100] naar [ISO400] als u de flitser gebruikt.
• Als beeldruis merkbaar wordt, verlaag de ISO-gevoeligheid dan (P71) of stel [NOISE REDUCTION] onder [PICT.ADJ.] in op [HIGH] (P77).
40
VQT0S25
Page 41
Opnames maken (basis)
n Sluitertijd voor elke flitsmodus
Flitsmodus Sluitertijd (sec.)
r : AUTO 1/30 tot 1/2000 s : AUTO/Rode-ogenreductie 1/30 tot 1/2000 t : Forced ON
q : Forced ON/Rode-ogenreductie u : Slow sync./Rode-ogenreductie 1 tot 1/2000 v : Forced OFF 1/4 tot 1/2000
1/30 tot 1/2000
(In Auto-modus [0]) 1 tot 1/2000
(In Program AE-modus [L])
• De instellingen kunnen afwijken van de hier getoonde als u gebruikmaakt van de scènemodi. – [NIGHT SCENERY] : 8 tot 1/2000 (sec.) – [STARRY SKY] : 15, 30 of 60 (sec.)
• Bij het nemen van een foto met de flitser, wordt de witbalans automatisch bijgesteld [behalve bij [k] (Daglicht)]. Bij onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de witbalans niet correct wordt bijgesteld.
• Bij een snelle sluitertijd kan het flitseffect
• Staar niet dichtbij het flitslicht.
• Als u te dicht bij uw onderwerp flitst, kan het door de warmte en het licht vervormd of verkleurd uitzien.
• Dek de flitser niet af met uw vingers of andere voorwerpen.
• Als u een foto neemt buiten het bereik van de flitser, wordt de belichting misschien niet correct ingesteld en kan de foto te helder of te donker worden.
• Als u nogmaals een foto neemt, wordt deze mogelijk niet vastgelegd, ook al werd de flitser geactiveerd. Neem pas een foto wanneer de kaartaanduiding uitgaat.
onvoldoende zijn.
• Sluit de flitser niet onmiddellijk af nadat u een tweede lichtbron hebt gebruikt, bijvoorbeeld AUTO/Rode-ogenreductie [s]. Dit zou schade aan de camera kunnen veroorzaken.
• In de filmmodus [i], [SCENERY], [NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of [STARRY SKY] in de scènemodus (P59), wordt de flitsmodus vast ingesteld op Forced OFF [v], zelfs bij geopende flitser.
• U kunt de sluitertijd verlengen met maximaal 1/8 door gebruik te maken van de belichtingscompensatie.
• We adviseren u de flitser te gebruiken als de jitter-waarschuwing wordt weergegeven.
• Als u de modus burst of auto-bracket instelt, wordt slechts 1 foto vastgelegd per flits.
• Het flitspictogram wordt rood als de flitser wordt ingeschakeld en de ontspanknop half wordt ingedrukt.
• Terwijl de flitser aan het opladen is, knippert het flitserpictogram en kunt u geen foto nemen zelfs wanneer u de ontspanknop volledig ingedrukt.
41
VQT0S25
Page 42
Opnames maken (basis)
9
9
CANCEL
U
Foto’s nemen met de zelfontspanner
• Als u de knop in één beweging geheel
1
Stel de zelfontspanner in.
1
4 : Zelfontspanner ingesteld op
10 seconden
5 : Zelfontspanner ingesteld op
2 seconden
Geen weergave (geannuleerd)
2
Richt op het onderwerp om de
L
L
foto te nemen.
indrukt, wordt het onderwerp automatisch scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken knippert het zelfontspannerlampje en gaat het in sommige gevallen fel branden om te functioneren als AF-assistentielamp (P75) voor het scherpstellen op het onderwerp.
• De zelfontspanner wordt gefixeerd op twee seconden als u [SELF PORTRAIT] gebruikt in de scènemodus (P67).
• Als u de zelfontspanner inschakelt in de burstmodus, wordt het aantal opnames gefixeerd op 3.
• Bij gebruik van een statief of in andere situaties, is het instellen van de zelfontspanner op twee seconden een handige manier om de trilling die wordt veroorzaakt door het drukken op de ontspanknop te stabiliseren.
• We raden u aan een statief te gebruiken bij het instellen van de zelfontspanner. (Controleer goed of het statief stevig en stabiel staat na aansluiting op het toestel.)
• Het zelfontspannerlampje
1
knippert en de sluiter wordt na 10 seconden (of 2 seconden) geactiveerd.
• Drukt u op de knop aan [MENU] tijdens het instellen van de zelfontspanner, wordt de instelling geannuleerd.
42
VQT0S25
1
MEN
1
Page 43
Opnames maken (basis)
De belichting compenseren
Gebruik deze functie als u niet de juiste belichting gerealiseerd krijgt door verschil in helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond.
Overbelicht
Compenseer de belichting in negatieve richting.
Juiste belichting
Onderbelicht
1
Druk meerdere keren op e tot
CEXPOSURE] verschijnt en
[ compenseer dan de belichting.
EXPOSURE
SELECT
• U kunt compenseren van –2 EV tot +2 EV in stappen van 1/3 EV.
• EV is de afkorting van Exposure Value, oftewel belichtingswaarde, en staat voor de hoeveelheid licht die de CCD krijgt op basis van het diafragma en de sluitertijd.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt afhankelijk van de helderheid van het onderwerp beperkt.
• De belichtingscompensatiewaarde wordt linksonder in het scherm weergegeven.
• De belichtingswaarde blijft behouden ook al wordt de camera uitgezet.
• Het is niet mogelijk om de belichting te compenseren bij [STARRY SKY] in scènemodus (P66).
EXIT
Compenseer de belichting in positieve richting.
43
VQT0S25
Page 44
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met Auto Bracket
In deze modus worden bij elke druk op de ontspanknop automatisch 3 foto’s genomen conform het compensatiebereik van de belichting. U kunt de gewenste belichting voor de drie soorten foto’s selecteren.
1
Druk meerdere keren op e tot
BAUTO BRACKET] verschijnt
[ en stel dan het compensatiebereik van de belichting in.
AUTO BRACKET
SELECT EXIT
• U kunt een belichting van –1 EV tot +1 EV selecteren in stappen van 1/3 EV.
• Selecteer [OFF] als u auto-bracket niet wilt gebruiken.
• Bij het instellen van auto-bracket, verschijnt het pictogram auto-bracket linksonder op het scherm.
• Auto-bracket kan niet worden gebruikt als er nog maar één of twee foto's kunnen worden genomen.
• Bij het nemen van foto’s met auto-bracket na de belichtingscompensatie, worden de foto’s gebaseerd op de gecompenseerde belichting. Als de belichting wordt gecompenseerd, verschijnt de gecompenseerde belichtingswaarde op het scherm.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u slechts 1 foto nemen.
• Wanneer u auto-bracket instelt, kunt u de geluidsopnamefunctie niet gebruiken.
• Als u de modi auto-bracket en burst tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket uitgevoerd.
• De belichting wordt wellicht niet gecompenseerd bij auto-bracket, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
• Auto-review werkt als u auto-bracket hebt geactiveerd, ongeacht de auto­reviewinstelling. (Maar de afbeelding wordt niet vergroot.) In het setupmenu kunt u de instelling auto-review niet wijzigen.
• Door de ISO-gevoeligheid in te stellen op [ISO400] wordt de tijd tussen foto’s langer voor hebt verminderen van ruis.
• U kunt auto-bracket niet gebruiken als u de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of [RAW].
• Het is niet mogelijk om auto-bracket te gebruiken bij [STARRY SKY] in scènemodus.
• Bij gebruik van sluitertijd-prioriteit AE [N] of handmatige belichting [O] en een ingestelde sluitertijd van meer dan 1,3 seconde, werkt auto-bracket niet.
44
VQT0S25
Page 45
Opnames maken (basis)
A
Optisch beeldstabilisatiesysteem [STABILIZER]
Deze modus herkent en compenseert trillingen. U kunt de kans op onduidelijke foto’s veroorzaakt door cameratrillingen verminderen, met name wanneer u de optische zoomlens instelt op Tele of wanneer u binnenshuis foto’s neemt met een langzame sluitertijd.
A Knop optisch beeldstabilisatiesysteem
1
Druk op de stabilisatieknop tot [STABILIZER] verschijnt en selecteer dan de stabilisatiefunctie.
STABILIZER
OFF
MODE1
MODE2
MENU
SELECT SET
DEMO.
n Demonstratie van het optische
beeldstabilisatiesysteem (Demonstratiemodus)
Als u op de knop [MENU] drukt, begint de demonstratie. Na afloop van de demonstratie keert het scherm terug naar het keuzemenu voor de stabilisatiefunctie. Wilt u de demonstratie halverwege onderbreken, druk dan nogmaals op [MENU]. Tijdens de weergave van de demonstratie staat de optische zoom vast ingesteld op Wide (1x) en kan de zoomfunctie niet worden geactiveerd. U kunt dan bovendien geen foto’s nemen.
• De stabilisatiefunctie werkt in de volgende situaties mogelijkerwijs niet, dus let extra op dat u de camera niet beweegt tijdens het indrukken van de ontspanknop. –Wanneer er teveel bewogen wordt. –In digitaal zoombereik. –Bij het nemen van foto’s terwijl u een
bewegend onderwerp volgt.
–Als de sluitertijd extreem langzaam is
door duisternis of een andere oorzaak.
• Bij [SELF PORTRAIT] in de scènemodus (P67), is de stabilisatiefunctie vast ingesteld op [MODE2] en wordt het menu stabilisatiefunctie niet weergegeven.
• U kunt [MODE2] niet gebruiken in de modus bewegend beeld [i].
• Dit staat vast ingesteld op [OFF] als u [STARRY SKY] hebt geselecteerd in de scènemodus (P66). Het menu Optical Image Stabilizer zal niet verschijnen.
MODE1 (7)
MODE2 (8)
OFF (9)
Het stabilisatiesysteem functioneert altijd en helpt bij het bepalen van de fotocompositie.
De stabilisatiefunctie is stand­by en wordt geactiveerd op het moment dat de sluiter het beeld vastlegt.
Indien beeldstabilisatie niet gewenst is.
45
VQT0S25
Page 46
Opnames maken (basis)
9
Foto’s nemen met de burstmodus
• Als de burstmodus staat ingesteld op
1
Druk op de modusknop Single/ Burst om over te schakelen naar de burstmodus en neem dan foto’s.
1
D: Hoge snelheid
E: Lage snelheid
F: Onbegrensd
Geen weergave (geannuleerd)
• Hou de ontspanknop helemaal ingedrukt om de burstmodus te activeren.
n Aantal opnames in burstmodus
Burstsnelheid
(foto’s/
seconde)
D E
F
3* max. 5 max. 9
2* max. 5 max. 9
2
*De overdrachtssnelheid van de kaart is
niet van invloed op de burstsnelheid.
• Bij een hogere sluitersnelheid dan 1/60 en zonder flits
Aantal mogelijke opnames (foto’s)
G H
Afhankelijk van kaartcapacit eit
Afhankelijk van kaartcapacit eit
Onbegrensd: –U kunt foto’s nemen totdat de kaart vol
is.
–De sluitertijd wordt langzamer in het
gebruik. Het moment waarop de snelheid langzamer wordt hangt af van de instelling [PICT.SIZE] of het type geheugenkaart.
• Het brandpunt wordt bij de eerste foto bepaald.
• Bij gebruik van de zelfontspanner is het aantal mogelijke opnames in burstmodus vast ingesteld op 3.
• Wanneer de burstmodus is geactiveerd, kunnen geen geluidsopnames worden gemaakt.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u slechts 1 foto vastleggen.
• Als u de modi auto-bracket en burst tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket uitgevoerd.
• De manieren waarop u de belichting en de witbalans kunt bepalen, hangen af van de instelling van de burstmodus. Als de burstmodus staat ingesteld op [D], blijven de ingestelde waarden voor de eerste foto van kracht. Als de burstsnelheid staat ingesteld op [E] of [F], wordt ze bij iedere foto die u neemt bijgesteld.
• In burstmodus wordt auto review geactiveerd zelfs als dit is uitgeschakeld. (De afbeelding wordt niet vergroot.)
• In het setupmenu kunt u de instelling auto-review niet wijzigen.
• U kunt de burstmodus niet gebruiken als u de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of [RAW].
• Het is niet mogelijk om de burstmodus te gebruiken bij [STARRY SKY] in scènemodus.
• De burstmodus werkt niet als beschreven indien er een MultiMediaCard in plaats van een SD-geheugenkaart wordt gebruikt. De lees/schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan die van een SD-kaart.
46
VQT0S25
Page 47
Weergeven van foto’s
Weergave (basis)
1
Selecteer de foto.
100-0001
1/19
10:00 20.DEC.2005
of
w : Geef de vorige foto weer.
q : Geef de volgende foto weer.
• De foto die volgt op de laatste is de eerste foto.
• Als [ROTATE DISP.] (P91) staat ingesteld op [ON], worden foto’s die zijn genomen met de camera op zijn kant (verticaal) ook verticaal weergegeven.
n
Snel vooruitspoelen/Snel terugspoelen
Als u tijdens weergave op w /q drukt, worden het bestandsnummer en het paginanummer bijgewerkt. Als u w /q loslaat wanneer het nummer van de gewenste foto verschijnt, kunt u de foto weergeven.
q : Snel vooruit w : Snel terug
• Het aantal bestanden dat ineens voor- of achteruit wordt gespoeld hangt af van hoelang u w/ q houdt ingedrukt. Het hangt ook af van het aantal opgeslagen foto’s.
• Als u w/q loslaat en vervolgens opnieuw indrukt, worden de bestanden een voor een vooruit- of teruggespoeld.
• Tijdens de review-weergave in de opnamemodus of tijdens multi-weergave, kan de foto slechts een voor een worden vooruit- of teruggespoeld.
• Als u een groot aantal foto’s vooruit- of
terugspoeld, laat w /q dan eenmaal los voordat u de weer te geven foto bereikt, druk dan op w/q om de foto’s stapje voor stapje vooruit- of achteruit te spoelen.
• Deze camera is gebaseerd op de DCF­normen (Design rule for Camera File system) die zijn vastgesteld door the Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA).
• Tijdens het wijzigen van de map- of bestandsnaam op een PC worden de foto’s niet weergegeven.
• De bestandsindeling die met deze camera kan worden weergegeven is JPEG. (Er zijn ook foto’s die in sommige gevallen niet kunnen worden weergegeven in JPEG-indeling.)
• Bij het weergeven van foto’s die met andere apparaten zijn opgenomen, kan de fotokwaliteit slechter zijn en is weergave van de foto’s soms niet mogelijk.
• Bij weergave van een niet-standaard bestand, wordt het map-/ bestandsnummer aangegeven als [—] en wordt het scherm zwart.
• Afhankelijk van het onderwerp kan er een storingsstreep op het beeld verschijnen. Dit heet moiré. Dit is geen storing.
47
VQT0S25
Page 48
Weergave (basis)
20.DEC.2005
00
8
9/16/25 foto’s Multi-weergave
1
Selecteer het aantal foto’s.
Voorbeeld: Als u weergave van 9 foto’s hebt gekozen
.DEC.2
4/1
MENU
CANCEL
1 fotoJ9 foto’sJ 16 foto’sJ25 foto’s
Als u multi-weergave kiest, wordt de schuifbalk
A weergegeven zodat u de
positie van de geselecteerde foto kunt controleren in het geheel van de foto’s.
2
Selecteer de foto’s.
20.DEC.2005 5/18
MENU
CANCEL
n 16/25 foto’s multi-scherm
20.DEC.2005 5/25
CANCEL
20.DEC.2005 5/25
CANCEL
B 16 foto’s
C 25 foto’s
n Terugkeren naar normale weergave
• Draai de zoomhendel naar T, of druk op de knop [MENU] of de joystick.
• De foto in het oranje kader verschijnt.
n Een foto tijdens multi-weergave
wissen
Druk op de knop [A]. Druk op r als het bevestigingsscherm verschijnt om [YES] te selecteren en druk op q. (P50)
• Foto’s worden niet gedraaid weergegeven, zelfs als [ROTATE DISP.] is ingesteld op [ON] (P91).
• U kunt de weergave in- of uitschakelen door op de knop [DISPLAY] te drukken.
of
• De volgende informatie wordt weergegeven: de opnamedatum, het nummer van de geselecteerde foto in het totaal van de foto’s, de [FAVORITE] instelling [ ] (Alleen wanneer de [FAVORITE] instelling is ingesteld op [ON]), de filminstelling [i], de [BABY] instelling
h
] en de leeftijdsinstelling.
[
48
VQT0S25
Page 49
Weergave (basis)
CANCEL
Zoomweergave gebruiken
1
De foto vergroten.
2X
4X
CANCEL
DELETE
A
JJJ J16×
• Als u de zoomhendel richting de W draait nadat de foto is vergroot, wordt de vergroting minder.
• Als u de vergrotingsfactor wijzigt, verschijnt de aanduiding zoompositie ongeveer 1 seconde zodat u de positie van het uitvergrote deel kunt controleren.
• Als u op de knop [MENU] drukt, keert de vergrotingsfactor terug naar 1×.
2
Verschuiven van de foto.
A
n Een foto tijdens zoomweergave
wissen
Druk op de knop [A]. Druk op r als het bevestigingsscherm verschijnt om [YES] te selecteren en druk op q. (P50)
• Hoe meer de foto wordt vergroot, hoe meer de kwaliteit verminderd.
• De zoomweergave werkt mogelijkerwijs niet met foto’s die met andere apparaten zijn opgenomen.
• Zelfs al hebt u de aanduidingen op het LCD-scherm uitgeschakeld in normale weergavemodus (P25), worden de vergroting en gebruikte bewerkingen weergegeven op het LCD-scherm als de zoomweergave is geactiveerd. U kunt de weergave in- of uitschakelen door op de knop [DISPLAY] te drukken. Als u de vergroting instelt op 1×, wordt de aanduiding op het LCD-scherm weergegeven als in normale weergavemodus.
• Als u de weer te geven positie verplaatst, wordt de aanduiding van de zoompositie ongeveer 1 seconde weergegeven.
49
VQT0S25
Page 50
Foto’s wissen
Weergave (basis)
n Een enkele foto wissen
1
Selecteer de te wissen foto.
100-0001
1/19
10:00 20.DEC.2005
w : Geef de vorige foto weer.
q : Geef de volgende foto weer.
2
Wis de foto.
DELETE SINGLE
NO
YES
SELECT SET MULTI/ALL
• Tijdens het wissen van de foto, verschijnt
[A] op het scherm.
n Meerdere foto’s wissen
1
Selecteer [MULTI DELETE].
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE ALL DELETE
SELECT CANCEL
2 keer
2
Selecteer de te wissen foto’s.
MULTI DELETE
7
10
SELECT MARK/UNMARK EXIT
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• De geselecteerde foto’s worden
weergegeven met [A]. Als nogmaals wordt gedrukt op r, wordt de instelling geannuleerd.
• Druk na het selecteren van foto’s op [A]
om uw keuze te bevestigen.
• Het pictogram [c] knippert rood
wanneer de geselecteerde foto niet kan worden gewist. Hef de beveiliging op. (P95)
8
11
9
DELETE
MENU
50
VQT0S25
Page 51
3
Wis de foto’s.
SELECT SET
MULTI DELETE
DELETE THE PICTURES YOU MARKED?
NO
YES
Weergave (basis)
n Alle foto’s wissen
1
Selecteer [ALL DELETE].
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE ALL DELETE
SELECT CANCEL
• Er kunnen max. 50 foto’s ineens worden gewist.
2 keer
2
Wis alle foto’s.
ALL DELETE
DELETE ALL PICTURES?
NO
YES
SELECT
SET
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet meer worden teruggehaald. Controleer nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet conform de DCF-normen zijn (P47) worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met voldoende lading (P12) of gebruik de netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden, hoe langer het duurt.
51
VQT0S25
Page 52
Opnames maken (geavanceerd)
SO
00
100
De modusknop gebruiken
M
Diafragma-prioriteit AE
Als u de achtergrond scherper wilt hebben, stel het diafragma dan in op een hogere waarde. Hoe hoger het diafragma, hoe kleiner de lensopening. Voor een minder scherpe achtergrond stelt u het diafragma in op een lager getal dat overeenkomt met een grotere lensopening.
1
Stel het diafragma in en neem de foto.
I
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van diafragma en sluitertijd.
• Als het onderwerp te helder is, stel dan een groter diafragma in. Is het te donker, stel dan een kleiner diafragma in.
• De helderheid van het scherm kan afwijken van die van de eigenlijke foto’s. Controleer dit met de review-functie of in de weergavemodus.
• De ISO-gevoeligheid kan niet worden ingesteld op [AUTO]. (P71) (Als de opnamemodus wordt gewijzigd naar diafragma-prioriteit AE, wordt de ISO­gevoeligheid automatisch ingesteld op [ISO100].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden diafragma en sluitertijd op het scherm rood.
A
Diafragmagetal
A
e : Verhogen r : Verlagen
52
VQT0S25
F2.8
Page 53
N
Sluitertijd-prioriteit AE
Opnames maken (geavanceerd)
Als u een scherpe foto van een snel bewegend object wilt maken, stel dan een snellere sluitertijd in. Wilt u een sleepeffect creëren, stel dan een langzamere sluitertijd in.
1
Stel de sluitertijd in en neem de foto.
19
A
Sluitertijd
A
e : Sneller r : Langzamer
1/30
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van diafragma en sluitertijd.
• De helderheid van het scherm kan afwijken van die van de eigenlijke foto’s. Controleer dit met de review-functie of in de weergavemodus.
• In sluitertijd-prioriteit AE kunt u de volgende opties niet instellen. –Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
–[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar sluitertijd-prioriteit AE, wordt de ISO­gevoeligheid automatisch ingesteld op [ISO100] ook al was dit eerst ingesteld op [AUTO].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden diafragma en sluitertijd op het scherm rood.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het gebruik van een statief aan.
53
VQT0S25
Page 54
O
Handmatige belichting
Bepaal de belichting door het diafragma en de sluitertijd handmatig in te stellen.
1
Stel het diafragma en de
Opnames maken (geavanceerd)
sluitertijd in.
19
3
Neem de foto.
F5.6 1/125
F2.8 1/30
AB
e /r: Stel het diafragma A en de
sluitertijd
w /q: Selecteer het diafragma en de
sluitertijd.
2
Druk de ontspanknop half in.
• De aanduiding van de belichtingscondities
B in.
F4.0 1/125
C (hulp bij handmatige belichting)
verschijnt ongeveer 10 seconden.
• Als de belichting onvoldoende is, stel diafragma en sluitertijd dan opnieuw in.
n Hulp bij handmatige belichting
De belichting is voldoende.
Stel een snellere sluitertijd of een groter diafragma in.
Stel een langzamere sluitertijd of een kleiner diafragma in.
• De hulp bij handmatige belichting is bij benadering. We adviseren u foto’s te nemen en deze te controleren met de review-functie.
54
VQT0S25
Page 55
Opnames maken (geavanceerd)
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van diafragma en sluitertijd.
• Bij handmatige belichting kunt u de volgende opties niet instellen. –Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
–[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar handmatige belichting, wordt de ISO­gevoeligheid automatisch ingesteld op [ISO100] ook al was dit eerst ingesteld op [AUTO].)
–De belichting compenseren (P43)
• De helderheid van het LCD-scherm kan afwijken van die van de eigenlijke foto’s. Controleer de foto met de review- of weergavemodus.
• Als de belichting onvoldoende is, worden diafragma en sluitertijd op het scherm rood als u de ontspanknop half indrukt.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het gebruik van een statief aan.
55
VQT0S25
Page 56
Opnames maken (geavanceerd)
n Diafragma en sluitertijd
Diafragma-prioriteit AE
Beschikbaar diafragmagetal
(Per 1/3 EV)
Sluitertijd (in sec.)
F8,0 8 tot 1/2000 F7,1 F6,3 F5,6 8 tot 1/1600 F4,9 F4,5 F4,0 8 tot 1/1300 F3,6 F3,2 F2,8 8 tot 1/1000
Sluitertijd-prioriteit AE
Beschikbare sluitertijd (in sec.)
(Per 1/3 EV)
Diafragmagetal
8654 3,22,521,6 1,3 1 1/1,3 1/1,6 1/2 1/2,5 1/3,2 1/4 1/5 1/6 1/8 1/10
1/13 1/15 1/20 1/25 1/30 1/40 1/50 1/60
1/80 1/100 1/125 1/160 1/200 1/250 1/320 1/400 1/500 1/640 1/800 1/1000
1/1300 F4,0 tot F8,0 1/1600 F5,6 tot F8,0 1/2000 F8,0
F2,8 tot F8,0
Handmatige belichting
Beschikbaar diafragmagetal
(Per 1/3 EV)
Beschikbare sluitertijd (in sec.)
(Per 1/3 EV)
F2,8 tot F3,6 60 tot 1/1000 F4,0 tot F4,9 60 tot 1/1300 F5,6 tot F7,1 60 tot 1/1600
F8,0 60 tot 1/2000
• De diafragmagetallen in bovenstaande tabel zijn de waarden als de zoomhendel maximaal naar Wide is gedraaid.
• Sommige van de diafragmagetallen kunnen afhankelijk van de zoomfactor niet worden geselecteerd.
56
VQT0S25
Page 57
1
i
Bewegend beeldmodus
Opnames maken (geavanceerd)
U kunt bewegende beelden met geluid opnemen.
1
Selecteer [PICT.MODE].
1
REC
2
W.BALANCE
PICT.MODE METERING MODE AF MODE
-
C
AF
CONT.AF
SELECT
MENU
SET
30
16:9
10
16:9
EXIT
fps
fps
MENU
• Sluit het menu door de ontspanknop half in te drukken of op de knop [MENU] te drukken na het voltooien van de instelling.
• Selecteer ofwel [j] of [h]. (P85) Het is niet mogelijk om filmbeelden op te
nemen in de aspectratio [ ].
bestanden zijn geschikt om als bijlage bij e-mail te versturen.
• fps (frame per second); Dit verwijst naar het aantal gebruikte beelden per 1 seconde.
2
Druk de ontspanknop half in.
• Als het onderwerp is scherpgesteld, gaat het focuslampje
3
Druk de ontspanknop volledig in
1 branden.
om de opname te starten.
30fps 16:9
n In aspect [j]
30fps16:9 10fps16:9
848×480 beeldpunten 848×480 beeldpunten
30fps 10fps
n In aspect [h]
30fpsVGA
10fpsVGA 30fpsQVGA 10fpsQVGA
• [30fpsVGA][30fpsQVGA][30fps16:9]:
640×480 beeldpunten 640×480 beeldpunten 320×240 beeldpunten 320×240 beeldpunten
30fps 10fps 30fps 10fps
De beweging van het opgenomen beeld is vloeiend, maar de bestandsgrootte is omvangrijk.
• [10fpsVGA][10fpsQVGA][10fps16:9]: Opname van bewegend beeld voor lange tijd is mogeiljk alhoewel de kwaliteit lager zal zijn.
• [10fpsQVGA]: De bestandsgrootte is kleiner, dus de
• De resterende opnameduur (bij benadering) wordt op het scherm weergegeven.
• De geluidsopname start tegelijkertijd via de ingebouwde microfoon van de camera.
• Door de ontspanknop nogmaals volledig in te drukken, stopt de opname.
• Indien de geheugenkaart volraakt tijdens het opnemen, stopt de camera automatisch.
57
VQT0S25
Page 58
Opnames maken (geavanceerd)
n Beschikbare opnameduur (in
seconden)
Capaciteit
SD
geheugen-
kaart
16 MB 32 MB
64 MB 128 MB 256 MB 512 MB
1 GB 2 GB
Beeldsnelheid
30fps
10fps
30fps
10fps
30fps
VGA
VGA
QVGA
QVGA
16:9
10fps
16:9
6262683522 17 59 59 175 14 50 39 120 120 360 33 106 83 250 250 740 71 215
165 490 490 1440 140 420 330 980 980 2870 280 840 660 1970 1970 5700 560 1690
1350 4020 4020
11700
1160 3450
• De opnameduur is bij benadering. (De eigenlijke tijden hangen af van de opnamecondities en het type SD-kaart.)
• Opnameduur hangt af van het onderwerp.
• De resterende opnameduur die op de LCD wordt weergegeven loopt wellicht niet regelmatig terug.
• Met deze camera kunt u geen bewegende beelden opnemen als u een MultiMediaCard gebruikt.
• De bewegende beelden kunnen niet zonder geluid worden opgenomen.
• De instellingen van autofocus/zoom/ diafragma blijven zoals ze waren bij de start van de opname (het eerste frame).
• Afhankelijk van het type kaart dat u gebruikt, kan de kaartaanduiding even op het scherm zichtbaar worden na het opnemen van de bewegende beelden. Dit is normaal.
• Als u de [PICT.MODE] instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan kaarten met een snelheid van 10 MB/ seconde of hoger (vermeld op verpakking van kaart) voor de beste resultaten.
• Het nemen van foto’s kan plotseling niet meer mogelijk zijn bij sommige kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt met een gefragmenteerd geheugen als gevolg van herhaaldelijk opslaan en verwijderen. Schoon de kaart van tevoren op met dit toestel voor de beste resultaten (P101).
• We adviseren het gebruik van de Panasonic SD geheugenkaart. (Gebruik uitsluitend de echte SD-kaart met het SD-logo.)
• Als bewegende beelden die met deze camera zijn opgenomen worden afgespeeld op andere apparatuur, is het mogelijk dat de kwaliteit van beeld en geluid verslechterd of dat ze in het geheel niet afgespeeld kunnen worden.
• Films die u hebt opgenomen met [30fpsVGA], [30fpsQVGA], [30fps16:9] en [10fpsVGA] kunnen uitsluitend op compatibele spelers worden weergegeven.
• U kunt de functie richtingwaarneming en review niet gebruiken in de modus bewegend beeld [i].
• U kunt [MODE2] niet instellen bij de functie Optical Image Stabilizer.
58
VQT0S25
Page 59
R S
Scènemodus
Opnames maken (geavanceerd)
T : [PORTRAIT] (P60)
U : [SPORTS] (P60)
Stel de modusknop in op [R] of [S] om het menu [SCENE MODE] weer te geven. Wanneer [SCENE MODE] (P24) staat ingesteld op [OFF] in het menu [SETUP], druk dan op de knop [MENU] om het menu [SCENE MODE] weer te geven.
Menuopties
MENU
1
5
SCN1
SCENE MODE
SELECT
MENU
PORTRAIT
SPORTS
FOOD
SET
• Druk op w voor uitleg over de scènemodi. (Druk op q terug te keren naar het menu.)
• Als u de zoomhendel naar T draait, bladert u naar de volgende pagina van het menuscherm. (vice versa)
• Als u op de knop [MENU] drukt terwijl het menu [SCENE MODE] wordt weergegeven, kunt u het menu [SETUP] (P21) en het menu [REC] (P68) instellen.
f : [FOOD] (P61)
V: [SCENERY] (P61)
X : [NIGHT PORTRAIT] (P62)
W: [NIGHT SCENERY] (P62)
h : [BABY] (P63)
e : [SOFT SKIN] (P64)
g : [CANDLE LIGHT] (P64)
a : [PARTY] (P65)
Z : [FIREWORKS] (P65)
b : [SNOW] (P66)
d : [STARRY SKY] (P66)
c : [SELF PORTRAIT] (P67)
• De volgende functies kunnen in de scènemodus niet worden ingesteld. –Witbalans (P69) –ISO-gevoeligheid (P71) –Metingsmodus (P73) –Kleureffect (P76) –Beeldinstelling (P77) –AF/AE vergrendeling (P83)
• Stel de helderheid van de foto’s die u neemt bij met de belichtingscompensatie.
• De kleur van de foto kan er vreemd uitzien als u een scènemodus gebruikt die ongeschikt is voor de opname.
59
VQT0S25
Page 60
T
Portretmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze functie kunt u het onderwerp duidelijk laten uitkomen tegen een onscherpe achtergrond en de belichting en kleur bijstellen om het onderwerp een gezond uiterlijk te geven.
19
n Techniek voor portretmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus: 1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan. 3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
U
Sportmodus
Met deze modus kunt u foto’s nemen van een snel bewegend onderwerp. (Bijv. bij het nemen van sportfoto’s buiten.)
19
n Techniek voor sportmodus
Om acties van het onderwerp als stilstaand vast te leggen, wordt de sluitertijd sneller dan normaal. Deze modus werkt het beste bij het nemen van foto’s overdag op een heldere dag.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis overdag, waarbij u 5 m of meer van het onderwerp verwijderd blijft.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
60
VQT0S25
Page 61
f
Voedselmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Gebruik deze modus voor het nemen van foto’s in restaurants, ongeacht de belichting, zodat de natuurlijke kleuren van het onderwerp goed uitkomen.
V
Landschapsmodus
Met deze modus neemt u foto’s van een uitgestrekt landschap. De camera richt u bij voorkeur op een ver verwijderd onderwerp.
19
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
19
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v].
• De instelling van de AF-assistentielamp is uitgeschakeld.
61
VQT0S25
Page 62
X
Nachtportretmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u foto’s tegen een nachtelijk landschap. Het onderwerp kan met de helderheid van overdag worden vastgelegd met behulp van de flitser en een langzame sluitertijd.
W
Nachtlandschapsmodus
Met deze modus neemt u foto’s van een nachtelijk landschap. Het landschap kan helder worden vastgelegd door een langzame sluitertijd te gebruiken.
19
n Techniek voor nachtportretmodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten.
• Laat het onderwerp na het nemen van de foto nog ongeveer een seconde stilstaan.
• We adviseren u foto’s te nemen met de zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op een afstand van ongeveer 1,5 m van het onderwerp.
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Zie pagina 40 voor uitgebreide informatie over het flitsbereik.)
• De sluiter kan (max. ongeveer 1 seconde) dicht blijven na het nemen van een foto met langzame sluitertijd, dit is echter geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken, kan er ruis optreden.
• De flitser staat ingesteld op Slow sync./ Rode-ogenreductie [u] en werkt in deze modus altijd.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken.
• Als de flitser dicht is, verschijnt de melding [PLEASE OPEN THE FLASH].
19
n Techniek voor
nachtlandschapsmodus
• Gebruik een statief aangezien de sluiter wel 8 seconden open kan staan. Gebruik de zelfontspanner voor de beste resultaten. (P42)
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De sluiter kan (max. ongeveer 8 seconden) dicht blijven na het nemen van een foto met langzame sluitertijd, dit is echter geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken, kan er ruis optreden.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80].
• De instellingen van de AF-assistentielamp zijn uitgeschakeld.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken.
62
VQT0S25
Page 63
h
Babymodus
Deze modus past de belichting en tint aan om de gezonde kleur van de huid van uw baby er goed uit te laten springen. De flitser is zwakker dan normaal als u deze wilt gebruiken.
Opnames maken (geavanceerd)
19
1 month 10days
10:00 20.DEC.2005
• U kunt ook de leeftijd van uw kind invoeren zodat deze later wordt getoond bij de foto.
• U kunt tevens de [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO] software op de inbegrepen CD-ROM gebruiken om uw baby’s leeftijd in te voeren. (Voor meer informatie verwijzen we naar de afzonderlijke bedieningsinstructies voor aansluiting op de PC.)
BABY
WITH AGE
WITHOUT AGE
BIRTHDAY SET.
MENU
SELECT
n Instelling leeftijdsweergave
• Geef de leeftijd weer door eerst de geboortedatum in te voeren, selecteer [WITH AGE], en druk op q.
• Voor het niet weergeven van de leeftijd, selecteer [WITHOUT AGE], en druk op q.
SET
MENU
n Instelling geboortedatum
1 Selecteer [BIRTHDAY SET.] en druk
op q.
2 Er verschijnt [PLEASE SET THE
BIRTHDAY OF THE BABY] op het scherm. Selecteer jaar/maand/dag met w/ q, wijzig de datum daarna met e / r.
3 Druk op [MENU] om af te sluiten.
• Als u [WITH AGE] hebt geselecteerd maar geen datum hebt ingesteld, verschijnt er een bericht. Druk op [MENU] en volg de stappen
2 en
3 om de geboortedatum in te voeren.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
• Telkens wanneer u de camera in babymodus aanzet of overschakelt naar babymodus vanuit een andere scènemodus, worden de leeftijd van uw kind en de huidige datum en tijd ongeveer 5 seconden weergegeven.
• De eigenlijke leeftijdsweergave is afhankelijk van de [LANGUAGE] instelling.
• De weergave op de eigenlijke geboortedag van uw kind is 0 month 0 day.
• Controleer de instellingen van de klok en de geboortedatum als de leeftijd verkeerd wordt weergegeven.
• Indien u [WITHOUT AGE] hebt geselecteerd, wordt geen leeftijdsinformatie vastgelegd voor foto’s die u neemt. De informatie wordt zelfs als u na het nemen van de foto’s [WITH AGE] selecteert, niet weergegeven.
• Gebruik de functie [RESET] in het menu [SETUP] (P23) om de instelling van de geboortedatum te wissen.
63
VQT0S25
Page 64
e
Zachte huidmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus maakt u foto’s waarbij de huid van het onderwerp er zachter uitziet. Gebruik deze modus voor het maken van portretten vanaf de borst omhoog.
19
n Techniek voor zachte huidmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus: 1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan. 3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
• Als de opname nog meer vleeskleurige elementen bevat, ondergaan die ook een verzachtend effect.
• Het effect kan bij te weinig licht onduidelijk zijn.
g
Kaarslichtmodus
Gebruik deze modus om de sfeer van kaarslicht over te brengen.
19
n Techniek voor kaarslichtmodus
• Dit werkt het best zonder flits.
• Gebruik een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten.
• U maakt de beste foto’s met de zoomhendel op W (wide oftewel groothoek).
• De flitsmodus kan worden ingesteld op Forced ON/Rode-ogenreductie [q] of Slow sync./Rode-ogenreductie [u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
64
VQT0S25
Page 65
a
Partymodus
Opnames maken (geavanceerd)
Selecteer deze modus als u foto’s wilt nemen op trouwrecepties, feesten binnenshuis, enz. Zowel de mensen als de achtergrond kunnen met de echte helderheid worden vastgelegd met behulp van de flitser en een langzamere sluitertijd.
19
n Techniek voor partymodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten.
• We adviseren u foto’s te nemen met de zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op een afstand van ongeveer 1,5 m van het onderwerp.
• De flitsmodus kan worden ingesteld op Forced ON/Rode-ogenreductie [q] of Slow sync./Rode-ogenreductie [u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
Z
Vuurwerkmodus
Met deze modus neemt u prachtige foto’s van vuurwerk dat tegen een nachtelijke hemel wordt afgestoken. De sluitertijd of de belichting wordt automatisch aangepast voor het nemen van foto’s van vuurwerk.
19
n Techniek voor vuurwerkmodus
• We raden een statief aan.
• Deze modus werkt het best bij onderwerpen die minimaal 10 m van de camera verwijderd zijn.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v].
• De instellingen van de AF-assistentielamp zijn uitgeschakeld.
• U kunt de AF-modusinstelling niet wijzigen.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken.
65
VQT0S25
Page 66
b
Sneeuwmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u foto’s op locaties zoals ski-oorden en in een besneeuwd berglandschap. De belichting en witbalans worden aangepast om de witte kleur van de sneeuw eruit te laten springen.
19
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
d
Sterrenhemelmodus
Kies deze instelling om heldere foto’s van de nachtelijke hemel te maken. Dankzij de langzame sluitertijd schitteren de sterren. U kunt een sluitertijd van 15, 30 of 60 seconden kiezen.
19
15
n Techniek voor sterrenhemelmodus
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten.
n De sluitertijd instellen
STARRY SKY
15 SEC.
30 SEC.
60 SEC.
SELECT
SET
MENU
MENU
15
MENU
CANCEL
• Druk op e/r om de sluitertijd te selecteren, druk dan op q.
• Het aftelscherm verschijnt als u op de ontspanknop drukt. Beweeg de camera niet. Als het aftellen is beëindigd, wordt [PLEASE WAIT···] ongeveer net zo lang weergegeven als de ingestelde sluitertijd duurt. Dit dient voor het verwerken van de signalen.
• De opname wordt geannuleerd als u tijdens de weergave van het aftelscherm op de knop [MENU] drukt.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v].
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op [OFF]. (P45)
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80].
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken.
• Belichtingscompensatie, de modus auto­bracket of burst, of geluidsopname kunnen niet worden gebruikt.
• Het histogram is altijd oranje. (P27)
66
VQT0S25
Page 67
c
Zelfportretmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u foto’s van uzelf.
2
19
n Techniek voor zelfportretmodus
• Als u hebt scherpgesteld door het indrukken van de ontspanknop, gaat het lampje van de zelfontspanner branden. Houd de camera stevig vast en druk de ontspanknop dan helemaal in.
• Een knipperend zelfontspannerlampje betekent dat de camera niet scherp staat. Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.
• Het vastgelegde beeld verschijnt automatisch op het LCD-scherm ter controle. Zie P35 voor de bediening van de review-functie.
• Als de foto vaag wordt bij een langzame sluitertijd, raden we aan de zelfontspanner van 2 seconden te gebruiken. (P42)
• Het beschikbare focusbereik is 30 cm tot 70 cm.
• U kunt een foto van uzelf met geluid nemen (P73). Hierbij brandt het zelfontspannerlampje terwijl het geluid wordt opgenomen.
• Als u de zelfportretmodus selecteert [c], gaat de zoomhendel automatisch naar Wide (1X).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld op [OFF] of [2SEC.]. (P42) Indien u [2SEC.] instelt, blijft dit van kracht totdat de camera wordt [OFF] gezet of u van modus wisselt.
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op [MODE2]. (P45)
• De instelling van de AF-assistentielamp is uitgeschakeld.
• De AF-modus is vast ingesteld op 9-zone­focussing. (P74)
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde.
67
VQT0S25
Page 68
Opnames maken (geavanceerd)
Werken met het modusmenu [REC]
Door het instellen van kleur, het aanpassen van de fotokwaliteit, enz. kunt u foto’s nemen met een grote variëteit.
• Stel de modusknop in op de gewenste opnamemodus.
Menuopties
1
REC
3
W.BALANCE SENSITIVITY PICT.SIZE QUALITY AUDIO REC.
EXIT
SELECT
MENU
SET
• De menuopties hangen af van de geselecteerde opnamemodus.
• Als u de zoomhendel naar T of W draait, bladert u naar de volgende of vorige pagina van het menuscherm.
• Sluit het menu door de ontspanknop half in te drukken of op de knop [MENU] te drukken na het voltooien van de instelling.
K : [W.BALANCE] (P69)
J : [SENSITIVITY] (P71)
Z : [PICT.SIZE] (P71)
Q: [QUALITY] (P72)
R : [AUDIO REC.] (P73)
R : [METERING MODE] (P73)
M : [AF MODE] (P74)
: [CONT.AF] (P75)
N : [AF ASSIST LAMP] (P75)
AF-L
: [AF/AE LOCK] (P83)
AE-L
O : [D.ZOOM] (P76)
T : [COL.EFFECT] (P76)
U: [PICT.ADJ.] (P77)
M : [FLIP ANIM.] (P77)
68
VQT0S25
Page 69
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
K
Witbalans [W.BALANCE]
Met deze functie reproduceert u een kleur wit die de tint in het echte leven beter benaderd op foto’s die zijn opgenomen met zonlicht, halogeenverlichting, enz. waarbij de witte kleur er rood- of blauwachtig uit kan zien.
AUTO
voor automatische instelling (auto­witbalans)
k (Daglicht)
voor opnames buitenshuis op een heldere dag
l (Bewolkt)
m (Halogeen)
: (Wit-instelling 1)
voor opnames onder een bewolkte hemel
voor opnames onder halogeenverlichting
voor gebruik van de vooraf ingestelde witbalans
; (Wit-instelling 2)
voor gebruik van de vooraf ingestelde witbalans
p
(Wit-instelling)
voor gebruik van de instellingen 1 of 2 met een andere witbalansinstelling (P70)
• Bij het instellen van de witbalans op een andere modus dan [AUTO], kunt u de witbalans verfijnd afstemmen. (P70)
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de Auto-modus [0].
n Automatische witbalans
Gebruik van de automatische aanpassing van de witbalans in ongeschikte lichtomstandigheden, kan leiden tot rood­of blauwachtige foto’s. Als het onderwerp wordt omringd door vele lichtbronnen, werkt de automatische witbalans wellicht niet correct. Stel de witbalans in dat geval handmatig in op een modus behalve [AUTO].
1 Het bereik wordt bepaald door de
modus voor automatische aanpassing
van de witbalans van deze camera 2 TV-scherm 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Zonlicht 5Wit TL-licht 6 2 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang 7 1 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang 8 Halogeenlamp 9 30 minuten voor zonsopgang en na
zonsondergang 10 Gloeilamp 11 Zonsopgang en zonsondergang 12 Kaarslicht
2)
3)
1)
6)
7)
9)
11)
5)
4)
8)
10)
12)
K=Kelvin kleurtemperatuur
69
VQT0S25
Page 70
Opnames maken (geavanceerd)
n Handmatig instellen van de witbalans
(Wit-instelling p)
Gebruik deze modus om de witbalans handmatig in te stellen. 1 Stel in op [p] (Wit-instelling) en druk
dan op q.
2 Selecteer [:] (Wit-instelling 1) of [;]
(Wit-instelling 2) en druk dan op q.
3 Richt de camera op een wit vel papier of
een vergelijkbaar wit object zodat het kader in het midden van het scherm wit wordt en druk dan op q.
WHITE SET
SET CANCEL
MENU
n Fijnafstelling van de witbalans L
Als het niet lukt om de gewenste kleur in te stellen met de witbalans, kunt u de witbalans verfijnd afstellen.
1 Stel de witbalans in op [k]/[l]/[m]/
[:]/[;]. (P69)
2 Druk meerdere keren op e totdat [L
WB ADJUST.] verschijnt.
WB ADJUST.
RED
BLUE
Over de witbalans
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de [0]
Auto-modus
.
• Bij het nemen van een foto met de flitser,
wordt de witbalans automatisch bijgesteld [behalve bij [k] (daglicht)]. Bij onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de witbalans niet correct wordt bijgesteld.
Over de verfijnde afstelling van de witbalans
• Het witbalanspictogram op het scherm
wordt rood of blauw als u de witbalans fijnafstelling hebt uitgevoerd.
• U kunt de waarde voor elke modus apart
instellen bij witbalans.
• De instelling van de fijnafstelling van de
witbalans wordt zichtbaar op de foto wanneer u die neemt met flits.
• Als u de instelling van de witbalans wijzigt
voor de set-modus [p], keren de waarden van de fijnafstelling van de witbalans voor [:] en [;] terug naar “0”.
• Indien het kleureffect is ingesteld op een
van de opties [COOL], [WARM], [B/W] of [SEPIA] (P76), kunt u de witbalans niet fijn afstellen.
Over de wit-instelling
• Zorg dat de camera of het onderwerp na
het starten van de wit-instelling niet meer beweegt tot u terugkeert naar het menu.
SELECT EXIT
3 Stel de witbalans fijn af.
q [BLUE]: Druk hierop als de kleur
roodachtig is.
w [RED]: Druk hierop als de kleur
blauwachtig is.
70
VQT0S25
Page 71
Zie pagina 68 voor het instellen.
J
ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY]
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Z
Beeldformaat [PICT.SIZE]
ISO-gevoeligheid geeft de lichtgevoeligheid in een waarde weer. Als u de ISO­gevoeligheid hoger instelt, wordt de camera beter geschikter voor opnames op donkere plekken.
• Bij het instellen op [AUTO], wordt de ISO­gevoeligheid automatisch aangepast van [ISO80] tot [ISO200] conform de helderheid. (Bij gebruik van de flitser kan hij worden aangepast van [ISO100] tot [ISO400].)
ISO­gevoeligheid
Gebruiken op heldere plekken (bijv. buitenshuis)
Gebruiken op duistere plekken
80 400
Geschikt
Niet geschikt
Niet geschikt
Geschikt
Sluitertijd Langzaam Snel Ruis Minder Meer
• In Auto-modus [0], bewegend beeldmodus [i] of scènemodus (P59), is de ISO-gevoeligheid vast ingesteld op [AUTO]. (In [NIGHT SCENERY], [SOFT SKIN] en [STARRY SKY] in scènemodus, is het vast ingesteld op [ISO80].)
• Om beeldruis te voorkomen raden we aan de ISO-gevoeligheid of de instelling [NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] te verlagen tot [HIGH] voor het nemen van foto’s. (P77)
Selecteer een hoger aantal beeldpunten voor duidelijker foto’s bij het afdrukken. Selecteer een lager aantal beeldpunten om meer foto’s op de kaart te kunnen opslaan. Minder beeldpunten betekent ook dat de foto’s gemakkelijker te versturen zijn per e­mail of te gebruiken op een homepage.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
3840×2160 beeldpunten
8M
3072×1728 beeldpunten
EZ
5.5M
1920×1080 beeldpunten
EZ
2M
n Indien de aspectratio staat ingesteld
[]
op
3248×2160 beeldpunten
7M
2560×1712 beeldpunten
EZ
4.5M
2048×1360 beeldpunten
EZ
2.5M
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
2880×2160 beeldpunten
6M
2304×1728 beeldpunten
EZ
4M
2048×1536 beeldpunten
EZ
3M
1600×1200 beeldpunten
EZ
2M
1280×960 beeldpunten
EZ
1M
• Zie pagina 57 bij gebruik van de
filmmodus [i].
• EZ is een afkorting voor Extra Optical Zoom. (P86)
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit afhankelijk van het onderwerp en de opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht niet overeen met de opgenomen beelden.
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal opneembare foto’s.
71
VQT0S25
Page 72
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Q
Kwaliteit [QUALITY]
U kunt kiezen uit 4 types kwaliteit (compressieverhouding), afhankelijk van het gebruik van de foto.
TIFF TIFF (ongecomprimeerd)
Dit type is geschikt voor het bewerken en verwerken van foto’s met beeldbewerkingssoftware.
Fijn (Lage compressie):
G
Bij dit type wordt prioriteit gegeven aan beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit is hoog.
Standaard (Hoge compressie):
H
Bij dit type krijgt het aantal opneembare foto’s prioriteit en worden foto's in standaardkwaliteit opgeslagen.
RAW RAW (ongecomprimeerd):
Dit type is geschikt voor het bewerken en verwerken van foto’s met een computer.
• Als de kwaliteit is ingesteld op [TIFF] of [RAW], wordt tegelijkertijd een JPEG-foto van standaardkwaliteit [H] gecreëerd. Het JPEG-bestand wordt ook verwijderd als u het bijbehorende TIFF/RAW­bestand verwijderd.
• Als u [RAW] selecteert, wordt de maximale resolutie (P71) voor elke aspectratio gefixeerd.
• De digitale zoom is niet bruikbaar als u [RAW] hebt geselecteerd.
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit afhankelijk van het onderwerp en de opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht niet overeen met de opgenomen beelden.
• De volgende functies kunnen niet worden gebruikt voor foto’s opgeslagen in [TIFF] of [RAW]. –Auto-bracket –Burstmodus –[AUDIO REC.] –[AUDIO DUB.] –[RESIZE] –[TRIMMING]
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal opneembare foto’s.
• U kunt bestanden in [RAW] indeling verwerken met ofwel [PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen CD-ROM) of ArcSoft [PhotoImpression]. Maak gebruik van uw computer voor bewerkingen die deze camera niet kan uitvoeren.
• Gebruik voor geadvanceerde fotografische verwerking software die compatibel is met de RAW-indeling van Panasonic, zoals Adobe Photoshop CS (met RAW-plugin). Ga naar http://www.adobe.com/ voor meer informatie over Adobe-producten.
72
VQT0S25
Page 73
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
R
Geluidsopname [AUDIO REC.]
U kunt een foto met geluid nemen.
• Als u [AUDIO REC.] instelt op [ON],
verschijnt [I] op het scherm.
• Als uw begint met opnemen door scherp te stellen op het onderwerp en de ontspanknop in te drukken, wordt de geluidsopname automatisch gestopt na vijf seconden. Het is niet nodig om de ontspanknop ingedrukt te houden.
• Het geluid wordt opgenomen via de ingebouwde microfoon van de camera.
• Als u tijdens de geluidsopname op de knop [MENU] drukt, wordt de opname geannuleerd. Het geluid kan niet worden opgeslagen.
• U kunt geen foto’s met geluid opnemen in auto-bracket, burstmodus of als de kwaliteit is ingesteld op [TIFF], [RAW] of [STARRY SKY] in de scènemodus (P66).
Zie pagina 68 voor het instellen.
Metingfunctie
R
[METERING MODE]
U kunt overschakelen naar de volgende metingfuncties.
Meervoudig:
R
Bij deze methode meet de camera de meest geschikte belichting door automatische beoordeling van de verdeling van helderheid over het hele scherm. We raden deze methode over het algemeen aan.
Center weighted:
S
Bij deze methode wordt geconcentreerd op het midden van het scherm en wordt het gehele scherm gelijkmatig gemeten.
Spot:
U
Bij deze methode wordt het onderwerp gemeten op een bepaald punt, de ‘spot’
A.
A
• Deze staat vast ingesteld op Multiple
[R] in de Auto-modus [0].
73
VQT0S25
Page 74
Zie pagina 68 voor het instellen.
M
AF-modus [AF MODE]
9-zone-focussing:
T
De camera stelt scherp op een van de 9 focuszones. U kunt een foto in een vrije compositie vastleggen zonder het onderwerp een bepaalde positie op te dwingen.
3-zone-focussing (hoge snelheid):
V
De camera stelt scherp op een van de vlakken links, in het midden of rechts op het scherm.
1-zone-focussing (hoge snelheid):
W
De camera stelt scherp op het onderwerp in het AF-gebied in het midden van het scherm.
1-zone-focussing:
W
De camera stelt scherp op het onderwerp in het AF-gebied in het midden van het scherm.
Opnames maken (geavanceerd)
U
n High speed AF (H) modus
• Als u 3-zone-focussing selecteert (hoge snelheid) of 1-zone-focussing (hoge snelheid), wordt de autofocus op hoge snelheid geactiveerd en kunt u sneller de scherptediepte van het object bepalen.
• Foto’s kunnen blijven stilstaan in de conditie waarin ze verkeerden voordat het object werd scherpgesteld door de ontspanknop half in te drukken. Dit is echter geen storing. Als u geen stilstaande foto’s wilt nemen tijdens de autofocus, gebruik dan een andere AF­modus dan 3-zone-focussing (hoge snelheid) en 1-zone-focussing (hoge snelheid).
• Als u de digitale zoom gebruikt of foto’s neemt op donkere plekken, wordt de AF­zone op het midden van het scherm weergegeven in een grotere maat dan normaal.
• Als meerdere AF-zones (max. 9 vlakken) tegelijk oplichten, richt de camera zich op al deze AF-zones. De focuspositie wordt niet van tevoren bepaald omdat hij wordt ingesteld op de positie die de camera automatisch vaststelt op het moment van focussen. Wilt u de focuspositie bepalen voor het nemen van foto’s, schakel de AF­modus dan over naar 1-zone-focussing, 1­zone-focussing (hoge snelheid) of spot­focussing.
• U kunt de AF-modus niet wijzigen wanneer u [FIREWORKS] of [SELF PORTRAIT] in scènemodus (P59) gebruikt.
• Deze staat vast ingesteld op 1-zone­focussing in de Auto-modus [0].
Spot-focussing: De camera stelt scherp op het omkaderde, smalle vlak op het scherm.
74
VQT0S25
Page 75
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Continue AF [CONT.AF]
SCN
2
SCN
1
Met deze modus bepaalt u eenvoudiger de compositie van een foto omdat altijd wordt scherpgesteld op het onderwerp. Als de AF-modus wordt ingesteld op 1­zone-focussing, 1-zone-focussing (hoge snelheid) of spot-focussing, is er minder tijd nodig voor het scherpstellen als de ontspanknop half wordt ingedrukt.
• Als het wordt ingesteld op [ON], verschijnt de aanduiding [ ].
• De batterij kan sneller opraken dan gebruikelijk.
• Het scherpstellen op een onderwerp kan even duren nadat de zoomhendel van Wide naar Tele is gedraaid of wanneer snel gewisseld wordt van een dichtbijgelegen onderwerp naar een verafgelegen onderwerp.
• Druk de ontspanknop nogmaals half in als het moeilijk is om scherp te stellen op het onderwerp.
• U kunt dit niet gebruiken bij de scènemodi (P59) [STARRY SKY], [FIREWORKS], [NIGHT PORTRAIT] of [NIGHT SCENERY].
• Indien de focusschakelaar op [AFw] staat ingesteld, wordt de focustijd niet korter.
Zie pagina 68 voor het instellen.
AF-assistentielamp
N
[AF ASSIST LAMP]
Door het onderwerp te belichten met de AF-assistentielamp kan de camera onder slechte lichtcondities scherpstellen. Wanneer u de ontspanknop half indrukt
1
op donkere plekken of andere situaties, verschijnt een groter AF-gebied dan normaal en gaat de AF­assistentielamp
1 aan.
ON De AF-assistentielamp gaat aan
onder slechte lichtcondities. Op dat moment verschijnt het pictogram AF-assistentielamp [S] op het scherm. Het effectieve bereik van de AF-assistentielamp is 1,5 m.
OFF De AF-assistentielamp gaat niet
aan.
• Hou rekening met de volgende punten als de AF-assistentielamp wordt gebruikt. –Kijk niet dicht in de AF-assistentielamp. –Dek de AF-assistentielamp niet af met
uw vingers of andere voorwerpen.
• AF-assistentielamp is vast ingesteld op [ON] in Auto-modus [0].
• U kunt de AF-assistentielamp niet gebruiken in [SCENERY], [NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] en [SELF PORTRAIT] in scènemodus (P59).
• Als u de AF-assistentielamp niet wilt gebruiken (bijv. wanneer u een foto neemt van een object op een donkere plek), stel de [AF ASSIST LAMP] dan in op [OFF]. In dit geval wordt het moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp.
• Het AF-gebied (P74) wordt slechts ingesteld op een punt midden op het scherm wanneer de AF-assistentielamp wordt aangezet.
75
VQT0S25
Page 76
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
O
Digitale zoom [D.ZOOM]
SCN
2
SCN
1
Het is mogelijk om een onderwerp waarop al vier keer is ingezoomd nog verder te vergroten met de optische zoom en nogmaals vier keer met de digitale zoom, waarmee een maximum van 16 keer wordt bereikt. (U kunt de extra optische zoom nog benutten.) Zie pagina 86 voor meer informatie over de extra optische zoom.
n Het digitale zoombereik invoeren
Als u de zoomhendel naar de uiterste Tele positie bereikt, kan het zijn dat de zoomaanduiding op het scherm even pauzeert. U kunt het digitale zoombereik instellen om de zoomhendel voortdurend naar Tele te draaien om de zoomhendel eenmaal los te laten en dan opnieuw naar Tele te draaien.
[OFF] :
1
[ON] :
4
16
4
2
1 Optische zoom 2 Digitale zoom
Zie pagina 68 voor het instellen.
T
Kleureffect [COL.EFFECT]
U kunt 4 types kleureffecten gebruiken afhankelijk van de afbeelding op de foto.
COOL
De foto krijgt een blauwe zweem. WARM De foto krijgt een rode zweem. B/W De foto wordt zwar twit. SEPIA De foto wordt sepiakleurig.
• Bij gebruik van de digitale zoom, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
• In het digitale zoombereik, kan het zijn dat de stabilisatiefunctie niet goed werkt.
• Gebruik bij digitale zoom een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten.
• Het AF-gebied wordt in een groter formaat dan anders weergegeven en alleen ingesteld op een punt in het midden van het scherm in het digitale zoombereik.
• Als u [QUALITY] instelt op [RAW] (P72), schakelt de digitale zoom uit. Schakelt u over op een andere [QUALITY] instelling, wordt de digitale zoominstelling van voor uw selectie van [RAW] hersteld.
76
VQT0S25
Page 77
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
U
Beeldinstelling [PICT.ADJ.]
Gebruik deze functie in overeenstemming met de opnamesituatie en de sfeer van de foto.
CONTRAST HIGH Verhoogt het verschil
tussen licht en donker op de foto.
LOW Verlaagt het verschil
tussen licht en donker op de foto.
SHARPNESS HIGH De foto krijgt een grote
scherpte.
LOW De foto krijgt een kleine
scherpte.
SATURATION HIGH De kleuren in de foto
worden levendig.
LOW De kleuren in de foto
worden natuurlijk.
NOISE REDUCTION
HIGH Het
ruisonderdrukkingseffect wordt versterkt. De resolutie van de foto kan hierdoor iets verslechteren.
LOW Het
ruisonderdrukkingseffect wordt verminderd. U krijgt foto’s met een hogere resolutie.
Zie pagina 68 voor het instellen.
M
Flip-animatie [FLIP ANIM.]
SCN
2
SCN
1
U kunt met de camera bewegende beeldbestanden maken van tot 20 seconden door beelden die in flip-animatie zijn opgeslagen aaneen te smeden.
Voorbeeld: Door opeenvolgende beelden van het onderwerp vast te leggen door de camera beetje bij beetje te bewegen en de beelden aaneen te sluiten, lijkt het of het onderwerp zich beweegt.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken, kan er ruis optreden. Om beeldruis te voorkomen raden we aan de instelling [NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] op [HIGH] in te stellen of om alle opties behalve [NOISE REDUCTION] op [LOW] in te stellen voor het nemen van foto’s.
• In Auto-modus [0] kunt u [PICT.ADJ.] niet gebruiken.
77
VQT0S25
Page 78
Opnames maken (geavanceerd)
8
92
U
1
Selecteer [FLIP ANIM.].
3
REC
3
D.ZOOM COL.EFFECT PICT.ADJ. FLIP ANIM.
MENU
SELECT
MENU
EXIT
• Er wordt een bewegend beeldbestand gemaakt door beelden die zijn opgeslagen in [PICTURE CAPTURE] samen te voegen bij [CREATE MOTION PICTURE].
• Geluid kan niet worden opgenomen.
• Het is niet mogelijk om geluid op te nemen met audio-dubbing. (P96)
2
Selecteer [PICTURE CAPTURE].
FLIP ANIM.
PICTURE CAPTURE
CREATE MOTION PICTURE
DELETE STILL PICTURES
SELECT EXIT
MENU
3
Beelden vastleggen voor flip­animatie.
MEN
• U kunt het vastgelegde beeld controleren
met r en het vorige of volgende beeld met w/ q.
• Wis onnodige beelden met de knop [A].
• U kunt max. 100 foto’s opslaan. Het weergegeven aantal op te nemen foto’s is een schatting.
4
Selecteer [CREATE MOTION PICTURE].
FLIP ANIM.
PICTURE CAPTURE
CREATE MOTION PICTURE
DELETE STILL PICTURES
• Het beeldformaat is 320×240 beeldpunten.
78
VQT0S25
SELECT EXIT
MENU
MENU
Page 79
Opnames maken (geavanceerd)
5
Selecteer [FRAME RATE] en stel het aantal frames (beelden) in.
CREATE MOTION PICTURE
FRAME RATE
CREATE MOTION PICTURE
SELECT EXITSET
MENU
5fps 5 frames/sec. 10fps 10 frames/sec. (De filmbeelden
gaan vloeiender in elkaar over.)
6
Selecteer [CREATE MOTION PICTURE] en maak een flip­animatie.
CREATE MOTION PICTURE
FRAME RATE
CREATE MOTION PICTURE
n Alle stilstaande beelden wissen die
zijn gebruikt voor de flip-animatie
Bij het selecteren van [DELETE STILL PICTURES] in het menu [FLIP ANIM.], verschijnt er een bevestigingsscherm. Selecteer [YES] met r en druk dan op q.
• U kunt geen foto’s gebruiken met audio, burstmodus en auto-bracket en de functie richtingwaarneming.
• De beelden in elke frame verschijnen niet in normale review. (P35)
• Als u [CREATE MOTION PICTURE] uitvoert, wordt de flip-animatie gecreëerd van alle voor flip-animatie vastgelegde foto’s. Wis onnodige foto’s.
• Flip-animaties kunnen niet op andere apparatuur worden weergegeven.
• Geluid wordt niet opgenomen op flip­animaties. Het kan echter voorkomen dat u verschillende niveaus ruis hoort als u flip-animaties afspeelt met andere apparatuur zonder mute-functie.
SELECT EXIT
MENU
MENU
3 keer
• Het bestandsnummer verschijnt na het maken van een flip-animatie.
n Gecreëerde flip-animaties weergeven
• U kunt gecreëerde flip-animaties weergeven op dezelfde manier waarop bewegende beelden worden weergegeven. (P87)
79
VQT0S25
Page 80
Opnames maken (geavanceerd)
Werken met het snelmenu
U kunt het volgende wijzigen met de joystick tijdens het opnemen.
• [W.BALANCE] (P69)
• [SENSITIVITY] (P71)
• [PICT.SIZE] (P71)
• [QUALITY] (P72)
• [PICT.MODE] (P57)
1
Houd de joystick ingedrukt om het snelkoppelingsmenu weer te geven in opnamemodus.
8
M
AUTO
AUTO
AUTO
• Het instelmenu Quick verschijnt.
2
EXITSELECT
• De menuopties hangen af van de geselecteerde opnamemodus.
2
Selecteer het menu door erop te drukken.
8
M
AUTO
AUTO
AUTO
ISO
ISO
ISO
ISO
80
100
200
400
2
EXITSELECT
80
VQT0S25
Page 81
Opnames maken (geavanceerd)
8
Foto’s nemen met handmatige focus
1
Schuif de focusschakelaar naar [MF].
• AF: Autofocus
• AFw: Macromodus
• MF: Handmatige focus
2
Beweeg de joystick naar w/q om [MF] te selecteren, beweeg de joystick dan naar e/ r om scherp te stellen.
F2.
A : MF aanduiding
B : Brandpuntsafstand
e : Verder
r : Dichterbij
• De assistent voor handmatige focus C verschijnt.
• De MF-assistent verdwijnt 2 seconden nadat u de joystick niet meer beweegt.
• De verschuivende focusaanduiding verdwijnt 5 seconden nadat u de joystick niet meer beweegt.
D
1
A
BC
D
3
Neem de foto.
1/30F2.8
81
VQT0S25
Page 82
Opnames maken (geavanceerd)
5
n MF assistentie
Beweeg de joystick naar e/r terwijl [MF ASSIST] is ingesteld op [MF1] of [MF2] om de afbeelding te vergroten om het scherpstellen te vereenvoudigen. (P22)
• [MF1]: Het middengedeelte van de foto wordt vergroot. U kunt scherpstellen terwijl u let op de algehele compositie van de foto.
m
5 2
1
0.5
F2.8 1/30
MF
• [MF2]: De gehele foto wordt vergroot. U kunt eenvoudig scherpstellen als u niet zeker bent van het brandpunt bij groothoek.
1
0.5
F2.8 1/30
MF
• U kunt de MF-assistent uitschakelen
[OFF] in het menu [SETUP] (in opnamemodus). (P22)
n Techniek voor handmatige focus
1 Beweeg de joystick e/r. 2 Ook al is het onderwerp scherpgesteld,
verplaats het toch nog een beetje.
3 Keer terug naar het midden om fijne
aanpassingen uit te voeren.
n Pre-focus
Bij deze techniek stelt u van tevoren scherp op een bepaald punt om foto’s te nemen in situaties waar het moeilijk is om op het onderwerp te richten met autofocus vanwege de snelheid.
Deze functie is geschikt wanneer de afstand tussen camera en onderwerp vaststaat.
• U kunt met handmatige focus ook in
bewegend beeldmodus [i] opnemen. De focus wordt gefixeerd bij het starten van de opname.
• Als u scherpstelt op het onderwerp in Wide, is de focus wellicht niet voldoende voor Tele. Focus in dat geval nogmaals op het onderwerp.
• Bij het instellen van handmatige focus, kunt u continue AF (P75) niet instellen.
• De MF-assistent verschijnt niet bij een digitale zoombereik.
• De weergegeven afstand geeft ongeveer aan hoe ver weg het focuspunt is.
• Gebruik de MF-assistent om de laatste aanpassingen aan de focus uit te voeren.
• De AF-vergrendeling wordt opgeheven als u handmatige focus selecteert.
82
VQT0S25
Page 83
Opnames maken (geavanceerd)
AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/ AE: Auto exposure)
Het vergrendelen van de focus kan handig zijn wanneer het onderwerp zich buiten het AF-gebied bevindt van de foto die u wilt maken. Het vergrendelen van de belichting is handig als er sprake is van een extreem contrast op de opname en u de belichting niet optimaal krijgt.
1
Selecteer [AF/AE LOCK] in het menu [REC] om [AF], [AE] of [AF/AE] te selecteren.
2
REC
3
METERING MODE AF MODE
-
C
AF
CONT.AF
AF
AF ASSIST LAMP
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
SELECT
MENU
• AF : Vergrendelde autofocus
• AE :
• AF/AE : Beiden vergrendeld
2
Druk op de [AF/AE LOCK] knop
SET
Vergrendelde automatische belichting
EXIT
MENU
A.
n AF/AE vergrendeling 1 Richt het AF-gebied op het onderwerp. 2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling en belichting vast te zetten. (Dit annuleert u door nogmaals op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.)
• De focus- en belichtingslampjes gaan aan bij een juiste instelling.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de ontspanknop volledig in.
n AF vergrendeling 1 Richt het AF-gebied op het onderwerp. 2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling vast te zetten. (Dit annuleert u door nogmaals op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.)
• Het focuslampje gaat branden als de instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de ontspanknop volledig in.
n AE vergrendeling 1 Richt het AF-gebied op het onderwerp. 2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
belichting vast te zetten. (Dit annuleert u door nogmaals op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.)
• Het belichtingslampje gaat branden als de instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de ontspanknop volledig in.
A
• Op de LCD verschijnt [AF-L], [AE-L] of
AF-L
[].
AE-L
• Alleen de AE vergrendeling werkt als u de handmatige focus gebruikt.
83
VQT0S25
Page 84
AF-macromodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u close-up foto’s van het onderwerp, bijv. bij het maken van bloemenfoto’s. U kunt tot op een lensafstand van 5 cm van het onderwerp foto’s nemen door de zoomhendel tot het uiterste naar Wide (1×) te draaien.
1
Selecteer [AFw] met de focusschakelaar.
• AF: Autofocus
• AFw: AF-macromodus
• MF: Handmatige focus
n Focusbereik
• Normaal
1,2 m
T
50 cm
W
• [AFw]
30 cm
T
5 cm
W
• Gebruik een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten.
• Als het onderwerp dichtbij de camera is, wordt het effectieve focusbereik (velddiepte) aanzienlijk verkleind. Daarom is het moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp als de afstand tussen de camera en het onderwerp wordt gewijzigd na scherpstelling op het onderwerp.
• Als de cameralens zich op een afstand bevindt die buiten het beschikbare bereik van het onderwerp valt, is het onderwerp wellicht niet scherpgesteld zelfs al gaat het focuslampje branden.
• Het beschikbare flitsbereik is 60 cm tot 4,1 m (Wide). (Dit wordt toegepast als u de ISO-gevoeligheid instelt op [AUTO].)
• Het is normaal dat de resolutie van afbeeldingen gemaakt met [AFw] van dichtbij minder is aan de randen.
84
VQT0S25
Page 85
Opnames maken (geavanceerd)
De aspectratio instellen
Aspectratio is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de foto. Bij deze camera kunt u kiezen uit drie aspectratio’s.
j
h
• Het is niet mogelijk om bewegende beelden op te nemen in de aspectratio
[].
• Afhankelijk van de aspectratio is het mogelijk dat de randen van de foto niet worden afgedrukt. Probeer het volgende om te zien of u ook de randen afgedrukt kunt krijgen. –Sommige fotozaken kunnen foto’s
gemaakt in de aspectratio [j] verwerken. Informeer hiernaar voordat u de afdrukopdracht indient.
–Als uw printer beschikt over de
mogelijkheid om randen in te stellen en bij te snijden, wijzig deze instellingen dan zo dat er geen randen zijn en niet wordt bijgesneden. (Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw printer.)
85
VQT0S25
Page 86
Opnames maken (geavanceerd)
Foto’s nemen met de extra optische zoom
De optische zoom van de camera biedt u normaal gesproken een telefotozoom van 4 keer, maar door een resolutie met een EZ­suffix te kiezen, bijvoorbeeld 5.5M ,
EZ
treedt de extra optische zoom in werking en wordt de zoomfactor als volgt vergroot. (In dit voorbeeld gaan we uit van een aspectratio van [j].)
• Beeldformaat. (P71)
1
Draai de zoomhendel naar T.
5.5
19
T5X
n Indien de extra optische zoom niet
werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 8M
19
T4X
n Indien de extra optische zoom werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 5.5M
EZ
5.5
19
n Resolutie en maximale zoom
Aspectratio
j
Beeldpunten
8M
EZ EZ
5.5M /2M
Maximale
zoom
7M
EZ EZ
4.5M /2.5M
5,1×
6M
h
EZ
4M
EZ EZ
3M /2M /
EZ
1M
5,6×
n Hoe de extra optische zoom werkt
• De extra optische zoom werkt door het midden van de foto af te scheiden en dit te expanderen om een groter tele-effect te bewerkstelligen. Als u bijvoorbeeld [5.5M ] kiest,
EZ
worden 5,5 miljoen beeldpunten (van de totale [8M], 8 miljoen mogelijk met de CCD) opgenomen in uw foto.
• Met de extra optische zoom verhoogt u de zoomfactor zonder dat de beeldkwaliteit minder wordt zoals bij de digitale zoom.
• Het pictogram [ ] komt in beeld als u
EZ
inzoomt met een resolutie waarbij de extra optische zoom kan worden gebruikt.
• U kunt zelfs verder inzoomen door deze functie te combineren met de digitale zoom. Stel de digitale zoom in het menu [REC] modus in op ON. (P76)
• De extra optische zoom werkt niet in de filmmodus [i].
86
VQT0S25
T5X
Page 87
Weergave (geavanceerd)
PLAY AUDIO
0001
9
DEC.2005
A
B
Beelden weergeven met geluid/Bewegende beelden
n Beelden met geluid Selecteer een beeld met het pictogram van geluid [A] weer.
n Bewegende beelden Selecteer een beeld met het pictogram van een bewegend beeld bewegende beelden weer.
A en geef het geluid
:00 20.
B en geef de
fps
30
16:9
1/1
103-0003
PLAY MOTION PICTURE
10:00 20.DEC.2005
• De cursor die tijdens het weergeven wordt afgebeeld komt overeen met e/r/w /q.
• De weergave van bewegende beelden stopt en de normale weergave kan worden hervat door op r te drukken.
16/16
n Snel vooruitspoelen/Snel
terugspoelen
Blijf tijdens de weergave van bewegende beelden w/q ingedrukt houden.
q : Snel vooruit w : Snel terug
• Nadat de knop is losgelaten, keert de weergave terug naar de normale weergave van bewegende beelden.
n Pauzeren
Druk op e tijdens de weergave van bewegende beelden.
• Druk nogmaals op e om het pauzeren te annuleren.
• Het geluid is hoorbaar via de luidspreker. Zie P23 om het volumeniveau van het geluid in te stellen
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken tijdens het weergeven of pauzeren van bewegende beelden.
• De bestandsindeling die met deze camera kan worden weergegeven is QuickTime Motion JPEG.
• Sommige QuickTime Motion JPEG­bestanden die op een PC of een ander apparaat zijn opgenomen, kunnen niet door deze camera worden weergegeven.
• Tijdens het weergeven van bewegende beelden die op een ander apparaat zijn opgenomen, kan de kwaliteit van de beelden achteruitgaan of kan weergave onmogelijk zijn.
• Bij gebruik van een geheugenkaart met een grote opslagruimte, kan het snel vooruit zoeken langzamer werken dan gebruikelijk.
87
VQT0S25
Page 88
Weergave (geavanceerd)
Werken met het modusmenu [PLAY]
De weergavemodus biedt u diverse manieren om uw beelden weer te geven en te bewerken.
Menuopties
1
PLAY
3
SLIDE SHOW FAVORITE
ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT
SELECT EXIT
MENU
MENU
• Als u de zoomhendel naar T draait, bladert u naar de volgende pagina van het menuscherm. (vice versa)
• Nadat u de optie hebt geselecteerd, verandert u de instellingen zoals beschreven op de volgende pagina’s.
a : [SLIDE SHOW] (P89)
: [FAVORITE] (P90)
j : [ROTATE DISP.] (P91)
b : [ROTATE] (P92)
l : [DPOF PRINT] (P93)
g: [PROTECT] (P95)
R : [AUDIO DUB.] (P96)
e : [RESIZE] (P97)
f : [TRIMMING] (P98)
i : [ASPECT CONV.] (P100)
< : [CLEAN UP] (P101)
0 : [FORMAT] (P101)
88
VQT0S25
Page 89
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Weergeven met een diashow
a
[SLIDE SHOW]
1
Selecteer [ALL] of [ ].
1
PLAY
3
SLIDE SHOW FAVORITE
ROTATE DISP. R OTAT E DPOF PRINT
SELECT EXIT
MENU
ALL Voor het weergeven van alle beelden.
Voor het weergeven van beelden in uw favorietenlijst.
• Zie pagina 90 voor instructies voor het toevoegen van beelden aan uw favorietenlijst.
• Start vanaf stap 2 als ingesteld op
2
Stel de opties van de diashow in.
[OFF]
ALL SLIDE SHOW
START
DURATION
AUDIO
[FAVORITE]
.
is
3
Selecteer [START].
ALL SLIDE SHOW
START
DURATION
AUDIO
SELECT EXIT
MENU
Verwissel van afbeelding met w /q als u [MANUAL] hebt gekozen. U kunt de foto ook controleren door de joystick te gebruiken.
w:Het vorige beeld
q:Het volgende beeld
4
Door op de knop [MENU] te drukken, stopt de diashow.
• Tijdens weergave van bewegende beelden is de diashow niet beschikbaar.
• Als u [AUDIO] instelt op [ON] en vervolgens een beeld met geluid weergeeft, verandert het beeld nadat het geluid is afgelopen.
SELECT SET EXIT
DURATION
Selecteer intervallen van 1, 2,
MENU
3, 5 seconden of MANUAL.
AUDIO Door [ON] in te stellen, kan
het geluid van beelden die met geluid zijn opgenomen, worden weergegeven tijdens een diashow.
• U kunt [MANUAL] selecteren als u bij stap
1 [ ] hebt geselecteerd.
89
VQT0S25
Page 90
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Favorieteninstelling [FAVORITE]
1
Selecteer [ON] om dit in te stellen.
1
PLAY
3
SLIDE SHOW FAVORITE
ROTATE DISP. R OTAT E DPOF PRINT
SELECT EXIT
2
Druk op e tijdens de weergave
SET
MENU
MENU
om de foto in uw favorietenlijst op te nemen.
A
100-0001
1/19
n Alle foto’s wissen behalve die in uw
favorietenlijst
1
Selecteer [ALL DELETE EXCEPT
] tijdens de weergave.
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE ALL DELETE ALL DELETE EXCEPT
SELECT CANCEL
2 keer
2
Wis de foto’s.
ALL DELETE EXCEPT
DELETE ALL EXCEPT ?
NO
YES
SELECT SET
10:00 20.DEC.2005
A Favorites indicator
• Annuleer de favorietinstelling door op e te
drukken om de [ ] te wissen.
n Zie pagina 89 voor meer informatie
over de functie Slide Show (diashow) met uw lijst favorieten.
90
VQT0S25
Page 91
Weergave (geavanceerd)
• U kunt maximaal 999 foto’s in uw favorietenlijst opnemen.
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet meer worden teruggehaald. Controleer nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet conform de DCF-normen zijn (P47) worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met voldoende lading (P12) of gebruik de netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden, hoe langer het duurt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die met andere apparatuur zijn gemaakt in uw favorietenlijst op te nemen.
• Gebruik [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO] (op de bijgeleverde CD-ROM) om instellingen te wijzigen, te controleren, of om foto’s in uw favorietenlijst te wissen. (Voor meer informatie ver wijzen we naar de afzonderlijke bedieningsinstructies voor aansluiting op de PC.)
Zie pagina 88 voor het instellen.
Beelden weergeven in de richting
j
waarin ze zijn opgenomen [ROTATE DISP.]
Met deze functie kunt u beelden die zijn opgenomen met de camera in de verticale stand of beelden die met de functie [ROTATE] zijn gedraaid, weergeven in de gedraaide richting.
1
Selecteer [ON] om in te stellen.
1
PLAY
3
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT
SELECT SET EXIT
MENU
MENU
• Als u [OFF] selecteert, worden de beelden weergegeven zonder te worden gedraaid.
• Raadpleeg P47 over hoe u de beelden kunt weergeven.
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn kant, lees dan “Juiste houding voor het nemen van foto’s”op P30 goed door.
• De functie voor het vaststellen van de richting (P31) werkt misschien niet correct bij foto’s die met de camera naar boven of beneden gericht zijn genomen.
• Alleen stilstaande beelden in de normale weergavemodus kunnen worden gedraaid. Wanneer u gedraaide beelden weergeeft in multi-weergave, worden de beelden in de oorspronkelijke richting weergegeven.
• U kunt beelden draaien en weergeven met behulp van de functie [ROTATE] (P92), zelfs als de beelden niet hebt opgenomen met de camera in de verticale stand.
• De beelden kunnen iets wazig zijn als u deze verticaal weergeeft op een televisie (aangesloten via de meegeleverde AV­kabel).
91
VQT0S25
Page 92
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
b
Het beeld draaien [ROTATE]
U kunt de geselecteerde beelden draaien en weergeven in stappen van 90°.
n Voorbeeld Bij rechtsom draaien (a)
Oorspronkelijk
beeld
2
Selecteer de richting waarin u het beeld wilt draaien.
ROTATE
1
Selecteer het beeld dat u wilt draaien en stel het in.
ROTATE
SELECT EXITSET
• Het is niet mogelijk om filmbeelden, flip­animaties of beveiligde afbeeldingen te draaien.
100_0001
1/19
MENU
SELECT EXITSET
Het beeld wordt rechtsom gedraaid
a
in stappen van 90°.
Het beeld wordt linksom gedraaid
b
in stappen van 90°.
MENU
MENU
2 keer
• Als u het beeld op een PC weergeeft, kunt u gedraaide beelden niet weergeven als het besturingssysteem of de software niet compatibel is met Exif.
• Exif is de bestandsindeling voor stilstaande beelden, ontwikkeld door JEITA [Japan Electronics and Information Technology Industries Association], waaraan opname en andere informatie kan worden toegevoegd.
• Als [ROTATE DISP.] is ingesteld op [OFF], is de functie [ROTATE] uitgeschakeld.
• Als beelden zijn opgenomen met de camera in de verticale stand, worden de beelden verticaal weergegeven (de beelden worden gedraaid).
• Het kan onmogelijk zijn beelden te draaien die op een ander apparaat zijn opgenomen.
92
VQT0S25
Page 93
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Het af te drukken beeld en het
l
aantal afdrukken instellen
[DPOF PRINT]
DPOF (Digital Print Order Format) is een systeem dat de gebruiker in staat stelt de beelden te selecteren die moeten worden afgedrukt op compatibele fotoprinters. Met DPOF is de gebruiker tevens in staat in te stellen hoeveel afdrukken van iedere foto moeten worden gemaakt. Veel commerciële fotoafdrukwinkels gebruiken reeds DPOF.
1
Selecteer [SINGLE], [MULTI] of [CANCEL].
1
PLAY
3
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. R OTAT E DPOF PRINT
SELECT
SINGLE
MULTI
CANCEL
MENU
EXIT
n Één beeld instellen Selecteer het beeld stel het aantal afdrukken in.
DPOF SET THIS
1
100_0001
1/19
COUNT SELECT
111
DATE
EXIT
MENU
MENU
2 keer
DISPLAY
• Het aantal afdrukken kan worden ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken [d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld op “0”, wordt het instellen van het DPOF­afdrukken geannuleerd.
n Meerdere beelden instellen Selecteer de beelden stel het aantal afdrukken in.
DPOF SET MULTI
1
7
8
9
10
COUNT SELECT EXIT
111
11
DATE
DISPLAY
MENU
MENU
2 keer
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• Het aantal afdrukken kan worden ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken [d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld op “0”, wordt het instellen van het DPOF­afdrukken geannuleerd.
VQT0S25
93
Page 94
Weergave (geavanceerd)
n Alle instellingen annuleren Selecteer [YES] om alle instellingen te annuleren.
CANCEL ALL DPOF
CANCEL ALL DPOF PRINT SETTINGS?
NO
YES
SELECT
SET
MENU
n De datum afdrukken
U kunt tijdens het instellen van het aantal afdrukken, het afdrukken van de opnamedatum instellen/annuleren met iedere druk op de knop [DISPLAY].
DPOF SET THIS
1
COUNT SELECT
111
100_0001
1/19
DISPLAY
DATE
MENU
EXIT
• Het pictogram van het afdrukken van de
datum [L] wordt afgebeeld.
• Als u naar een fotowinkel voor digitale afdrukken gaat, vergeet u niet het afdrukken van de datum afzonderlijk te bestellen, indien gewenst.
• Zelfs als u het afdrukken van de datum hebt ingesteld, is het mogelijk dat de datum niet wordt afgedrukt, afhankelijk van de fotowinkel en de printer. Vraag in de fotowinkel om verdere informatie of raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
• De afdrukinstelling DPOF is een handige functie bij het afdrukken van foto’s op printers die PictBridge ondersteunen. (P106)
• DPOF is de afkorting van Digital Print Order Format. Deze functie maakt het mogelijk afdrukinformatie ed toe te voegen aan de beelden en op de kaart te schrijven voor gebruik door het DPOF­compatibele systeem.
• Als het bestand niet voldoet aan de DCF­norm, kan de DPOF-afdrukinstelling niet worden gemaakt. DCF is de afkorting van [Design rule for Camera File system], en is vastgesteld door JEITA [Japan Electronics and Information Technology Industries Association].
• Bij het instellen van DPOF-afdrukken, worden alle eerder gemaakte DPOF­afdrukinstellingen van andere apparatuur gewist.
94
VQT0S25
Page 95
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Per ongeluk wissen van
g
beelden voorkomen
[PROTECT]
U kunt beelden die u niet wilt wissen beveiligen tegen per ongeluk wissen.
1
Selecteer [SINGLE], [MULTI] of [CANCEL].
2
PLAY
3
PROTECT AUDIO DUB. RESIZE TRIMMING ASPECT CONV.
MENU
EXITSELECT
Weergave (geavanceerd)
n Meerdere beelden instellen/Alle
instellingen annuleren
Voer dezelfde bediening uit als in [Het af te drukken beeld en het aantal beelden instellen [DPOF PRINT]]. (P93 en 94)
• Als u beveiligde beelden wilt wissen, annuleert u eerst de beveiliging.
• Ondanks dat met deze instelling de beelden worden beveiligd tegen per ongeluk wissen, zullen door de kaart te formatteren alle gegevens permanent worden gewist. (P101)
• De beveiligingsinstelling werkt misschien niet bij een ander apparaat.
• Als u het schuifje voor schrijfbeveiliging verschuift van voorkomen dat beelden worden gewist, zelfs als de beveiliging niet is ingesteld.
A naar [LOCK], wordt
n Één beeld instellen Selecteer het beeld en stel in of annuleer de beveiliging.
PROTECT THIS
100_0001
1/19
SELECT SET/CANCEL
EXIT
MENU
2 keer
MENU
SET Het pictogram van de
beveiliging [c] wordt afgebeeld.
CANCEL Het pictogram van de
beveiliging [c] verdwijnt.
A
• De volgende functies kunnen niet worden gebruikt met beveiligde beelden. –[ROTATE] (P92) –[AUDIO DUB.] (P96)
95
VQT0S25
Page 96
Weergave (geavanceerd)
00_0001
9
O
DUB.
.
_
0001
9
O
DUB.
.
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Geluid toevoegen aan
R
opgenomen beelden
[AUDIO DUB.]
U kunt het geluid opnemen nadat het beeld is opgenomen.
1
Selecteer het beeld en start de geluidsopname.
AUDI
DUB
1
1
• Het is niet mogelijk om geluid op te nemen bij film, flip-animaties, beveiligde afbeeldingen of afbeeldingen opgeslagen als [TIFF] of [RAW].
• Het kan onmogelijk zijn geluid op te nemen bij beelden die op een ander apparaat zijn opgenomen.
SELECT START
EXIT
MENU
• Als reeds geluid is opgenomen, wordt een bevestigingsscherm afgebeeld. Druk op selecteer [YES], en druk vervolgens op
q
geluidsopname te starten. (Het oorspronkelijk opgenomen geluid wordt gewist.)
2
De geluidsopname stoppen.
AUDI
DUB
1
STOP
MENU
2 keer
• Druk op r om te stoppen met het opnemen.
• Zelfs als u niet op r drukt, zal na ongeveer 10 seconden het opnemen automatisch stoppen.
r
en
om de
96
VQT0S25
Page 97
Weergave (geavanceerd)
_
0001
9
E
Zie pagina 88 voor het instellen.
Het beeldformaat veranderen
e
[RESIZE]
Deze functie is handig als u de bestandsgrootte van het beeld wilt verlagen in het geval dat u het als aanhangsel per e­mail wilt versturen of wilt uploaden naar een website.
1
Selecteer het beeld en stel het in.
RESIZ
1
SELECT SET
EXIT
MENU
• De volgende beelden kunnen niet van formaat worden veranderd. –Indien de aspectratio staat ingesteld op
[j] Foto’s gemaakt met een resolutie van
EZ
[2M ]
–Indien de aspectratio staat ingesteld op
[] Foto’s gemaakt met een resolutie van
EZ
[2.5M ] –Beelden opgenomen als [TIFF] of [RAW] –Bewegende beelden –Flip-animatie –Beelden met geluid
2
Selecteer het beeldformaat en stel het in.
RESIZE
SELECT RESIZE
• Kleinere beeldformaten dan het opgenomen beeld worden weergegeven.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
3072×1728 beeldpunten
1920×1080 beeldpunten
n Indien de aspectratio staat ingesteld
[]
op
2560×1712 beeldpunten
4.5M
2048×1360 beeldpunten
2.5M
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
2304×1728 beeldpunten
4M
2048×1536 beeldpunten
3M
1600×1200 beeldpunten
2M
1280×960 beeldpunten
1M
640×480 beeldpunten
0,3M
100_0001
1/19
MENU
EXIT
97
VQT0S25
Page 98
3
Selecteer [YES] of [NO] om in te stellen.
RESIZE
DELETE ORIGINAL PICTURE?
NO
YES
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor het instellen.
f
Met deze functie kunt u overbodige delen van het opgenomen beeld afsnijden.
Beelden bijsnijden [TRIMMING]
SELECT SET CANCEL
MENU
MENU
2 keer
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto overschreven. Als foto’s waarvan het beeldformaat is aangepast worden overschreven, kunnen ze niet meer hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de foto waarvan het beeldformaat is aangepast niet overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe foto met een aangepast beeldformaat gemaakt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die met andere apparatuur zijn gemaakt te vergroten of verkleinen.
1
Selecteer het beeld dat u wilt bijsnijden en stel het in.
TRIMMING
SELECT SET
• De volgende beelden kunnen niet worden bijgesneden. –Bewegende beelden –Flip-animatie –Beelden met geluid –Afbeeldingen die zijn opgeslagen als
[TIFF] of [RAW]
100_0001
1/19
MENU
EXIT
98
VQT0S25
Page 99
2
Het beeld vergroten of verkleinen
TRIMMING
100_0001
1/19
ZOOM EXIT
3
Verschuif het beeld en druk de
MENU
sluiterknop volledig in om vast te leggen.
TRIMMING
100_0001
1/19
Weergave (geavanceerd)
4
Selecteer [YES] of [NO] om in te stellen.
• Als u [YES] selecteert, wordt het oorspronkelijke beeld overschreven. Nadat bijgesneden beelden zijn overschreven, kunnen ze niet worden hersteld.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de bijgesneden foto niet overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe bijgesneden foto gemaakt.
TRIMMING
DELETE ORIGINAL PICTURE?
NO
YES
SELECT SET CANCEL
MENU
2 keer
MENU
ZOOM
TRIM:SHUTTER
EXIT
MENU
• Het kan onmogelijk zijn beelden bij te snijden die op een ander apparaat zijn opgenomen.
• De beeldkwaliteit van het bijgesneden beeld kan lager zijn.
• Als u een foto bijsnijdt, kan het zijn dat de bijgesneden foto uit minder beeldpunten bestaat dan de originele foto.
99
VQT0S25
Page 100
Weergave (geavanceerd)
SELECT
SET
_
0001
9
CT
.
U
Zie pagina 88 voor het instellen.
Aspectratio wijzigen
i
[ASPECT CONV.]
Het beeldformaat van beelden met een aspectratio van 16:9 aanpassen voor afdrukken met een aspectratio van 3:2 of 4:3.
1
Selecteer [ ] of [h] en stel dit in.
2
PLAY
3
PROTECT AUDIO DUB. RESIZE
TRIMMING
ASPECT CONV.
MENU
SELECT
2
Selecteer de foto.
ASPE CONV
EXIT
1
3
Verplaats het kader om de foto bij te snijden.
ADJUST. SET:SHUTTER
4
Selecteer [YES] of [NO] om in te
EXIT
MENU
stellen.
ASPECT CONV.
DELETE ORIGINAL PICTURE?
NO
YES
SELECT SET CANCEL
MENU
MENU
100
VQT0S25
MEN
2 keer
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto overschreven. Als foto’s waarvan de aspectratio is aangepast worden overschreven, kunnen ze niet meer hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de foto’s met de aangepaste aspectratio niet overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe foto met de gewijzigde aspectratio gemaakt.
• U kunt de aspectratio van foto’s die zijn gemaakt als [TIFF] of [RAW], film of stilstaand beeld met geluid niet wijzigen.
• Indien u de aspectratio wijzigt, krijgt de foto mogelijk een hogere resolutie.
Loading...