Wij willen van de gelegenheid gebruik maken
u te bedanken voor de aanschaf van deze
Panasonic digitale fotocamera. Leest u deze
handleiding met aandacht en bewaar hem
binnen handbereik voor toekomstige
raadpleging.
Informatie voor uw
veiligheid
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE
INTERFERENTIES TE BEPERKEN,
DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE
MAKEN VAN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR
NIET BLOOT TE STELLEN AAN
REGEN OF VOCHT. VERWIJDER DE
DEKSEL (ACHTERKANT) NIET,
BINNENIN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN
GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT OP MET
GEKWALIFICEERDE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde banden of
schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden
materiaal, voor andere doeleinden dan
persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van
het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik
kan het opnemen van bepaald materiaal aan
beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menuopties enz. van uw digitale camera
enigszins af kunnen wijken van de illustraties
die in deze handleiding opgenomen zijn.
• SD Logo is een handelsmerk.
•
Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
2
VQT0S25
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste
wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een
zelfde soort batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte
batterijen weg zoals door de fabrikant
voorgeschreven wordt.
n Opmerking betreffende
lithiumbatterijen
• Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
• Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
• Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de
lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan
het einde van de levensduur vervangt.
• Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij
door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
n Alleen voor servicepersoneel:
Schroevendraaier
Printplaat
• Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte Bedradingsplaat
met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur
hierboven.
• De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de positie van de
lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de
digitale fotocamera.
n Zorg voor het toestel
• Het toestel niet schudden of er tegen stoten.
Het toestel zou daardoor niet normaal kunnen werken, het
maken van opnames zou buiten werking gesteld kunnen
worden, of de lens zou beschadigd kunnen raken.
•
Zand of stof kan een storing van de fotocamera
veroorzaken. Wanneer u de fotocamera op het
strand, enz. gebruikt, let erop dat er geen zand of
stof in de fotocamera komt.
•
Wanneer u het toestel op een regenachtige dag
of op het strand gebruikt, zorg ervoor dat er
geen water in komt.
•
Komen er spetters zeewater op het toestel, maak
dan een zachte doek nat met leidingwater, wring de
doek goed uit en veeg de body van het toestel er
zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel daarna
zorgvuldig af met een droge doek.
Lithiumbatterij
n Over het LCD-scherm
•
Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit zou ongelijke
kleuren op het LCD-scherm of een storing van het
LCD-scherm kunnen veroorzaken.
• Bij grote temperatuurverschillen kan er
condens op het LCD-scherm ontstaan. Veeg
dit af met een zachte droge doek.
Page 3
•
Indien het toestel buitengewoon koud is wanneer
u het inschakelt, zal het beeld op het LCD-scherm
iets donkerder zijn dan normaal. Naarmate de
binnentemperatuur toeneemt, keert ook de
gewone helderheid terug.
Er wordt gebruik gemaakt van zeer hoge
precisietechnologie bij de productie van het LCDscherm. Het resultaat is meer dan 99,99% effectieve
beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd
brandende beeldpunten. Dit zal echter niet op de
afbeeldingen op de kaart worden opgenomen.
n Over de lens
De lens niet direct op de zon of op sterke
•
lichtbronnen richten. Dit zou niet alleen
storingen van het toestel kunnen veroorzaken
maar ook onherstelbaar letsel aan uw ogen.
• Druk niet hard op de lens.
• Wanneer u het toestel met de lens in de
richting van de zon houdt, kan dit een storing
veroorzaken. Wees voorzichtig wanneer u
het toestel buiten of dichtbij een raam legt.
n Over condensatie (Wanneer de lens
beslagen is)
Condensatie doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid als volgt
veranderd is:
Pas op voor condensatie, aangezien dit vlekken op
de lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
• Wanneer het toestel naar binnen wordt gebracht,
van de kou naar een warme kamer.
• Wanneer het toestel van de buitenlucht in een
auto met airconditioning geplaatst wordt.
-Als u dit symbool ziet-
Informatie over het weggooien van
elektrische en elektronische
apparatuur (particulieren)
Dit symbool op de producten en/of
de bijbehorende documenten
betekent dat gebruikte elektrische en
elektronische producten niet bij het
Lever deze producten in bij de aangewezen
inzamelingspunten, waar ze gratis worden
geaccepteerd en op de juiste manier worden
verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In
sommige landen kunt u uw producten bij een
lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van
een equivalent nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als
afval inlevert, spaart u waardevolle
hulpbronnen en voorkomt u potentiële
negatieve gevolgen voor de volksgezondheid
en het milieu, die anders kunnen ontstaan
normale huishoudelijke afval mogen.
Vóór gebruik
• Wanneer koele wind van een airconditioner of
ergens anders vandaan direct op het toestel
geblazen wordt.
• In vochtige plaatsen
Plaats de fotocamera in een plastic zak totdat de
temperatuur van de fotocamera dichtbij die van
de omgeving zit, om condensatie te voorkomen.
In geval van condensatie schakelt u de
fotocamera uit en laat u het 2 uur met rust.
Wanneer het toestel de omgevingstemperatuur
nadert, verdwijnt de nevel vanzelf.
n Wanneer u het toestel lange tijd niet zult
gebruiken
Berg de batterij op in een koele en droge plaats
•
met een relatief stabiele temperatuur.
(Aanbevolen temperatuur:15 ºC tot 25 ºC,
Aanbevolen vochtigheidsgehalte: 40% tot 60%)
• Controleer of de batterij en de kaart uit het
toestel gehaald zijn.
• Wanneer de batterij lange tijd in het toestel
gelaten wordt, vindt ontlading plaats, zelfs
wanneer het toestel uitgeschakeld is. Als u
de batterij gedurende lange tijd in het toestel
laat, wordt hij overmatig ontladen en kan
onbruikbaar worden, zelfs na het opladen.
• Om de batterij gedurende lange tijdsduur op te
bergen, wordt het aanbevolen hem één keer
per jaar op te laden en vervolgens opnieuw op
te bergen nadat u de geladen capaciteit
volledig heeft opgebruikt.
• Wanneer u het toestel in een kast of lade
bewaart, wordt het aangeraden er droogstof
(silicagel) bij te bewaren.
door een onjuiste verwerking van afval. Neem
contact op met uw gemeente voor meer
informatie over het dichtstbijzijnde
inzamelingspunt.
Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste
verwijdering van dit afval, in overeenstemming
met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese
Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en
elektronische apparatuur contact op met uw
leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in
landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese
Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien,
contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste
verwijderingsmethode is.
VQT0S25
3
Page 4
Vóór gebruik
Hoe werkt de gebruiksaanwijzing
De beschrijving op deze pagina is slechts bij wijze van voorbeeld en niet alle pagina’s
worden op deze manier beschreven.
Met de hier aangegeven standen kunt u
de functies of instellingen gebruiken die
op deze pagina worden beschreven. Stel
de functiekeuzeschakelaar in op een van
de standen om de functies of instellingen
te gebruiken.
Optische zoom gebruiken
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij
laten lijken met de viervoudige zoomfunctie,
en landschappen kunnen in groothoek
worden vastgelegd.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch
voorbeeld: verticale lijn die naar buiten
buigt).
Hier vindt u nuttige of handige informatie
over het gebruik van deze camera.
n Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
Het uiterlijk van het product, de afbeelding of het menuscherm wijkt lichtjes af van het
eigenlijke gebruikte.
n De afbeeldingen van de cursorknop en de joystick
In deze gebruiksaanwijzing wordt de bediening van de cursorknop als hieronder afgebeeld
aangeduid.
Voorbeeld: Op de cursorknop r
drukken
Voorbeeld: De joystick naar
rechts bewegen
MENU
REV
Voorbeeld: De joystick
indrukken
• Naar [PHOTOfunSTUDIO -viewer- Version 1.0E] wordt in deze gebruiksaanwijzing
verwezen als [PHOTOfunSTUDIO].
Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt.
n SD geheugenkaart (32 MB)
RP-SD032BVE0
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“kaart”)
n Batterijpakket
CGA-S005E
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“batterij”)
n Batterijoplader
DE-A12A
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“lader”)
n Netspanningskabel
K2CQ2CA00006
n USB-aansluitkabel
K1HA08CD0007
n CD-ROM
n Draagriem
VFC4082
n Batterijdragend kistje
VYQ3509
n Lensdop
VYF3055
n Lensdopkoord
VFC4137
n AV-kabel
K1HA08CD0008
• Mocht u een van de meegeleverde
accessoires verliezen, neem dan contact
op met de dealer of het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
(U kunt de accessoires afzonderlijk
aanschaffen.)
• Let bij gebruik van een statief goed op
of het statief stevig en stabiel staat
met het toestel erop bevestigd.
9
VQT0S25
Page 10
Beknopte handleiding
Voorbereiding
Hier vindt u een overzicht van de werkwijze
voor het maken van opnames met deze
camera. Lees voor elke functie de
bijbehorende pagina’s.
1
Batterij opladen. (P11)
• De batterij is bij levering niet
geladen. Laad de batterij voor
gebruik op.
2
Plaats de batterij en de kaart.
(P13, 14)
3
Zet de camera aan om foto’s te
nemen.
• Stel de klok in. (P20)
1
3
2
1 Stel de modusknop in op [L].
2 Open de flitser. (Bij gebruik van de
flitser) (P38)
3 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P29)
4
Kijk de foto’s terug.
1
10
VQT0S25
2
Stel de modusknop in op [Q].
1
2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P47)
Page 11
Voorbereiding
De batterij laden met de lader
De batterij is bij levering niet geladen. Laad
de batterij voor gebruik op.
1
Plaats de batterij en let daarbij op
de batterijrichting.
2
Sluit de netspanningskabel aan.
• De netspanningskabel past niet
helemaal in de elektra-aansluiting. Er
blijft een spleet open zoals hieronder
afgebeeld.
3
Verwijder de batterij.
• Vergeet niet om na afloop van het laden
het snoer uit het stopcontact te halen.
• De batterij wordt warm na gebruik/laden
of tijdens het laden. Ook de camera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter
geen storing van de camera.
• De batterij loopt leeg als hij lange tijd na
het laden niet wordt gebruikt. Laad hem
opnieuw.
• Gebruik de speciale lader en batterij.
• Laad de batterij met de lader
binnenshuis.
• Haal de lader niet uit elkaar, pas hem
ook niet aan.
• Als het [CHARGE] lampje
start het opladen.
• Als het [CHARGE] lampje
(na ongeveer 130 minuten uur), is het
opladen voltooid.
A groen is,
A uitgaat
11
VQT0S25
Page 12
Batterij
Voorbereiding
n Batterijaanduiding
De resterende batterijlading wordt op het
scherm weergegeven. [De aanduiding
verschijnt niet als u de camera gebruikt met
de netadapter (DMW-AC5; optioneel).]
De aanduiding wordt rood en knippert:
Vervang de batterij of laat hem opnieuw op.
n Levensduur van de batterij
Het aantal opnames volgens CIPAnormen (In de modus Program AE)
• CIPA is een afkorting van [Camera &
Imaging Products Association].
Aantal opnames
Circa 240 foto’s
(Circa 120 min.)
(Opnamecondities volgens CIPA-normen)
• Temperatuur: 23°C/
Luchtvochtigheid: 50% als het LCDscherm aan is.
• Met gebruik van SD geheugenkaart
(geleverd: 32 MB).
• Met gebruik van de geleverde batterij.
• Vastleggen begint 30 seconden nadat de
camera is aangezet.
• Een opname per 30 seconden, met
volledige flits om de andere opname.
• Bij elke opname de zoomhendel van tele
naar groothoek draaien en vice versa.
• De camera na elke 10 opnames uitzetten /De
camera laten rusten tot de batterij is afgekoeld.
Opmerking: Bij gebruik van de Power LCD-
functie (P26), neemt het
aantal opneembare foto’s af.
Het werkelijke aantal foto’s dat u kunt
nemen hangt af van de pauze die u
laat tussen de opnames. Het aantal
opnames neemt proportioneel af met
de ingelaste pauze.
• Laat u bijvoorbeeld twee minuten
tussenruimte tussen elke opname in
plaats van de 30 seconden van
bovenstaande situatie, dan neemt het
aantal opnames af tot een kwart (Circa
60 foto’s).
n Weergavetijd
WeergavetijdCirca 300 min.
Het aantal opneembare foto’s en de
weergavetijd variëren afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de wijze
waarop de batterij wordt bewaard.
n Laden
LaadduurCirca 130 min.
Laadduur en aantal opneembare foto’s met
de optionele batterijpakket (CGA-S005E)
zijn hetzelfde als hierboven.
• Als het laden start, gaat het [CHARGE]
lampje branden.
n Laadstoring
• Als het indicatielampje [CHARGE] tijdens
het laden met een interval van ongeveer
1 seconde knippert, is er sprake van een
storing bij het laden.
Haal in dat geval de lader uit het
stopcontact, verwijder de batterij en
controleer vervolgens of de kamer dan
wel de batterijtemperatuur niet te laag of
hoog is. Als de kamertemperatuur tussen
de 10°C tot 35°C, laad de batterij dan
opnieuw op. Blijft het indicatielampje
[CHARGE] knipperen ook nadat u de
batterij enige tijd hebt opgeladen, neem
dan contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
• Als de gebruikstijd van de camera zeer
kort wordt ook al is de batterij goed
geladen, dan is de levensduur van de
batterij wellicht verstreken. Koop een
nieuwe batterij.
n Laadcondities
• Laad de batterij bij een temperatuur van
10°C tot 35°C. (Batterijtemperatuur dient
hetzelfde te zijn.)
• De prestaties van de batterij kunnen
tijdelijk minder zijn en de gebruikstijd kan
korter worden bij lage
temperatuuromstandigheden (bijv. skiën/
snowboarden).
12
VQT0S25
Page 13
Voorbereiding
Batterij plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1
Schuif het klepje van de kaart/
batterij open.
• Gelieve er zeker van zijn de echte
Panasonic batterijen (CGA-S005E) te
gebruiken.
2
Plaatsen:
Plaats de opgeladen batterij en let
daarbij op de batterijrichting.
Verwijderen:
Verschuif de vergrendeling 1 om
de batterij te verwijderen.
1
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
2
1
• Indien u de camera langere tijd niet
gebruikt, verwijder dan de batterij. Bewaar
de verwijderde batterij in de
batterijdragend kistje (meegeleverd).
(P113)
• Indien een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de
klokinstelling opgeslagen (in de camera)
gedurende ten minste drie maanden ook
al wordt de batterij uitgenomen. (Het
opslaan kan korter duren als de batterij
niet geheel geladen was.) Als er meer
dan drie maanden verstrijken, gaat de
klokinstelling verloren. Stel de klok in dat
geval opnieuw in. (P20)
• Verwijder kaart en batterij niet terwijl
de kaart in gebruik is (P15). Hierdoor
kunnen de gegevens op de kaart
beschadigen.
• De geleverde batterij is uitsluitend
ontworpen voor gebruik met deze
camera. Gebruik hem niet met andere
apparatuur.
• Zorg dat de camera uitstaat voordat u
de batterij verwijdert. Camerainstellingen kunnen verloren gaan als
u de batterij uitneemt terwijl de camera
nog aanstaat.
13
VQT0S25
Page 14
Voorbereiding
Kaart plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1
Schuif het klepje van de kaart/
batterij open.
2
Plaatsen:
Plaats de kaart met het etiket naar
de achterkant van de camera
gericht tot het klikt.
Verwijderen:
Druk tegen de kaart tot het klikt
en trek de kaart er dan recht uit.
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
2
1
• Als het kaart-/batterijklepje niet helemaal
dichtgaat, verwijder de kaart dan en
plaats hem opnieuw.
• Controleer de richting van de kaart.
• De kaart en de gegevens kunnen beschadigen als hij wordt ingebracht of
verwijderd terwijl de camera aan is.
• We adviseren het gebruik van de Panasonic SD geheugenkaart. (Gebruik
uitsluitend de echte SD-kaart met het SD-logo.)
• Raak de contactpunten op de achterzijde van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd raken als hij niet volledig wordt ingebracht.
14
VQT0S25
Page 15
De kaart
Voorbereiding
n Toegang tot de kaart
Bij het opslaan van foto’s op de kaart, gaat
de kaartaanduiding
1 rood branden.
19
1
Als de kaartaanduiding brandt, betekent dit
dat foto’s worden ingelezen of gewist, of dat
de kaart wordt opgeschoond (P101) of
geformatteerd. Voer de volgende
handelingen dan niet uit:
• de camera uitzetten.
• de batterij of de kaart uitnemen.
• de camera schudden of stoten.
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigen en de camera functioneert
wellicht niet meer normaal.
n Behandeling van de kaart
Sla kostbare gegevens op uw PC op
(P104). De gegevens op de kaart kunnen
beschadigd raken of verloren gaan door
elektromagnetische golven, statische
elektriciteit, kapotgaan van de camera of
een kapotte kaart.
• Als u de kaart hebt geformatteerd op een
computer of ander apparaat, formatteer
hem dan opnieuw met deze camera. (P101)
n SD geheugenkaart (meegeleverd) en
MultiMediaCard (optioneel)
De SD geheugenkaart en MultiMediaCard
zijn kleine, lichtgewicht, uitneembare
externe geheugenkaarten. De lees- en
schrijfsnelheid van een SD geheugenkaart
is snel. De SD geheugenkaart is voorzien
van een schuifje voor schrijfbeveiliging
dat het schrijven en formatteren van een
kaart kan voorkomen. (Als de schuif naar
de [LOCK] zijde is geschoven, kunnen de
gegevens op de kaart niet overschreven of
gewist worden en kan de kaart evenmin
2
worden geformatteerd. Deze functies
worden weer beschikbaar als de schuif
ontgrendeld wordt.)
SD geheugenkaart
2
U kunt SD-geheugenkaarten met de
volgende capaciteiten gebruiken (van 8 MB
tot 2 GB).
8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB,
256 MB, 512 MB, 1 GB,2 GB (maximum)
Controleer de meest recente informatie op
de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het
Engels.)
• Dit apparaat ondersteunt SDGeheugenkaarten die zijn geformatteerd
volgens het FAT12-systeem en het
FAT16-system, zoals omschreven in de
Specificaties van SD-Geheugenkaarten.
• Met deze camera kunt u geen bewegende
beelden opnemen als u een
MultiMediaCard gebruikt.
• De lees- en schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan van
een SD geheugenkaart. Bij gebruik van
een MultiMediaCard kunnen de prestaties
van bepaalde functies iets achterblijven
bij de gepubliceerde.
• Hou de Geheugenkaart buiten het bereik
van kinderen om het inslikken ervan te
voorkomen.
15
VQT0S25
Page 16
Voorbereiding
Aantal opneembare foto’s en formaat bij
benadering
• Aspectratio is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de foto. Ga voor meer
informatie over het instellen van de aspectratio naar pagina 85.
• Kiest u een groter fotoformaat, dan kunt u foto’s duidelijker afdrukken. Kiest u een kleiner
fotoformaat, dan kunt u meer foto’s op de kaart opslaan maar is de kwaliteit van de foto’s
minder goed. (P71)
• EZ is een afkorting voor Extra Optical Zoom. (P86)
• Zie pagina 72 voor informatie over kwaliteit.
• De aantallen zijn bij benadering. (De aantallen variëren afhankelijk van de
opnamecondities en het type geheugenkaart.)
• Het aantal opneembare foto’s varieert ook afhankelijk van de onderwerpen.
• Het resterend aantal nog op te nemen foto’s dat op het scherm wordt getoond is een
schatting.
18
VQT0S25
Page 19
Voorbereiding
De lensdop/-draagriem bevestigen
n Lensdop
1
Leid het draagriem door de
opening op de lensdop.
2
Leid het draagriem door de
opening op de camera.
3
Breng het lensdopje aan.
n Draagriem
1
Leid het draagriem door het oog
voor de koordbevestiging.
• Controleer of het draagriem goed is
verbonden met de camera.
• Als u de camera uitzet, vervoert of foto’s weergeeft, breng de lensdop dan aan om het
lensoppervlak te beschermen.
• Verwijder de lensdop voordat u de camera aanzet in de opnamemodus.
• Als de modusknop in een van de opnamemodi wordt gezet en de camera wordt aangezet
terwijl de lensdop er nog op zit, wordt de melding [REMOVE LENS CAP AND PRESS q
BUTTON] weergegeven. Druk na het wegnemen van de lensdop op de cursorknop q.
• Let op dat u de lensdop niet verliest.
19
VQT0S25
Page 20
Voorbereiding
Datum/Tijd instellen (Clock Set)
n Fabrieksinstelling
De klok is niet ingesteld bij levering. Als u
de camera aanzet, verschijnt het volgende
scherm.
• Neem de lensdop af voordat u datum en
tijd instelt.
• Druk op de knop [MENU], het scherm in
stap 1 verschijnt.
• Het instelscherm verdwijnt na ongeveer 5
seconden. Zet het toestel opnieuw aan
om bovenstaand scherm opnieuw weer te
geven. Of druk op de knop [MENU] om
het menuscherm (P21) op te roepen,
selecteer [CLOCK SET] op pagina 2/4
van het menu Setup en voer stap 1 en 2
uit.
1
Stel datum en tijd in.
CLOCK SET
1.JAN
DM Y
.
2005
MENU
:
000
SELECTSETEXIT
• w /q : Selecteer het gewenste item.
• e /r : Stel datum en tijd in.
2
Selecteer [D/M/Y], [M/D/Y] of
[Y/M/D].
CLOCK SET
2005
20.
DEC.
MDY
MENU
10:00
SELECTSETEXIT
• Sluit het menu door tweemaal op de knop
[MENU] te drukken na het voltooien van
de instelling.
• Controleer de klokinstelling nadat u de
camera uit en aan hebt gezet.
• Indien een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de
klokinstelling opgeslagen (in de camera)
gedurende ten minste drie maanden ook
al wordt de batterij uitgenomen. (Het
opslaan kan korter duren als de batterij
niet geheel geladen was.)
Als er meer dan drie maanden verstrijken,
gaat de klokinstelling verloren. Stel de
klok in dat geval opnieuw in.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs
notatie.
• Als u de datum niet instelt, kan deze niet
worden afgedrukt bij een fotostudio voor
digitale afdrukken.
• Zie P94 voor de instelling van de
datumafdruk.
20
VQT0S25
Page 21
Setupmenu
Voorbereiding
Wijzig de instellingen indien nodig. (Zie de
pagina’s 22 tot 24 voor informatie over de
instellingen.)
1
Verwijder de lensdop en zet de
camera aan.
A
• De menuopties hangen af van de modus
waarop de modusknop (P28) is ingesteld.
Op deze pagina worden de opties van de
modus Program AE [L] afgebeeld.
2
Druk op de knop [MENU].
SETUP
MENU
MENU
REC
.BALANCE
W
SENSITIVITY
PICT.SIZE
QUALITY
AUDIO REC.
SELECTEXIT
3
Selecteer het menu [SETUP].
REC
MONITOR
AUTO REVIEW
POW
MF ASSIST
BEEP
SELECTEXIT
SETUP
ER SAVE
1
MENU
• Als u de zoomhendel A naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
4
Selecteer het gewenste item.
SETUP
MONITOR
AUTO REVIEW
POW
MF ASSIST
BEEP
SELECTEXIT
5
Stel de gewenste waarde in.
MONITOR
AUTO REVIEW
POW
MF ASSIST
BEEP
SELECTEXIT
VE
ER SA
SET
SETUP
ER SAVE
SET
1
MENU
1
MENU
Zorg dat u op het eind op q drukt om
de instelling vast te leggen.
• Druk op [MENU] om het menu af te
sluiten. Als in opnamemodus bent, sluit u
het setupmenu af door de ontspanknop
half in te drukken.
4
4
4
21
VQT0S25
Page 22
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
MenuFuncties
x MONITORPas de helderheid van het LCD-scherm aan in 7 stappen.
P AUTO REVIEW [OFF]:De opname wordt niet automatisch weergegeven.
[1 SEC.]:De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven.
[3 SEC.]:De opname wordt gedurende ongeveer 3 seconden
automatisch op het scherm weergegeven.
[ZOOM]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven. Daarna wordt
hij 4 keer uitvergroot en verschijnt gedurende ongeveer 1
seconde. Deze modus is handig voor het controleren van
de brandpuntafstelling. Foto’s in burstmodus, autobracket, foto’s met geluid worden niet uitvergroot zelfs al
wordt [ZOOM] geselecteerd.
• De functie auto-review is niet ingeschakeld in de modus bewegend
beeld [i].
• Auto-review wordt geactiveerd wanneer u foto’s neemt met auto-
bracket [B] (P44) of burstmodi [D], [E] en [F] (P46),
ongeacht de auto-review-instelling. (Maar de afbeelding wordt niet
vergroot.)
• Als de kwaliteit staat ingesteld op [TIFF] of [RAW], werkt de autoreview-functie totdat de opname is opgeslagen op de kaart. (De
afbeelding wordt niet vergroot.)
• Bij gebruik van foto’s met geluid, werkt de auto-review-functie
tijdens het opnemen van het geluid of de gegevens op de kaart,
ongeacht de instelling van de auto-review-functie. (De afbeelding
wordt niet vergroot.)
• U kunt de instelling auto-review niet wijzigen bij gebruik van autobracket, burstfuncties, filmopnames, [SELF PORTRAIT] in
scènemodus en bij geluidsopnames.
5 POWER SAVE [1 MIN.]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]:
Indien u geen handelingen uitvoert, schakelt de camera
automatisch uit na de interval die u hebt ingesteld om de
batterij te sparen.
[OFF]: De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld.
• Druk de ontspanknop half in of zet de camera uit en aan om de
spaarstand op te heffen.
• Bij gebruik van de netadapter (DMW-AC5; optioneel)/aansluiting
op een PC of printer/bewegend beeldopname/bewegend
beeldweergave/tijdens diashows, wordt de spaarstand niet
geactiveerd. (Indien u de optie diashow handmatig gebruikt, zal de
spaarstand het toestel na 10 minuten uitschakelen.)
X MF ASSISTBij handmatige scherpstelling verschijnt een hulpscherm op het
midden van het scherm om het richten op het onderwerp te
vereenvoudigen. (P82)
[OFF]: Geen MF ASSIST
[MF1]: MF ASSIST verschijnt in het midden van het scherm
[MF2]: MF ASSIST vult het gehele scherm
22
VQT0S25
Page 23
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
MenuFuncties
6 BEEPStel in om het volume van het gebruiksgeluid te selecteren.
B SHUTTERStel in om het volume van het sluitergeluid te selecteren.
[C]: Geen sluitergeluid
[E]: Zacht sluitergeluid
[D]: Luid sluitergeluid
9 VOLUMEHet volume van de luidsprekers kan in 7 stappen worden bijgesteld.
(LEVEL6 tot 0)
• Het volume van de luidsprekers van de TV wijzigt niet wanneer u
de camera op de TV aansluit.
3 CLOCK SETWijzig datum en tijd. (P20)
2 NO.RESETStel dit in wanneer u de bestandsnummering van een foto wilt
starten vanaf 0001 bij de eerstvolgende opname. (Het nummer van
de map wordt bijgewerkt en de bestandsnummering start vanaf
0001.)
• Er kan een mapnummer van 100 tot 999 worden toegewezen.
Als het mapnummer 999 wordt bereikt, kan het niet gereset
worden. We raden u aan de kaart te formatteren nadat u de
gegevens op een PC of elders hebt opgeslagen.
• Om het mapnummer terug te stellen op 100, moet u de kaart eerst
opnieuw formatteren (P101). Voer hierna [NO.RESET] uit om het
bestandsnummer terug te stellen, waarna een scherm verschijnt
met de vraag of u het mapnummer wilt resetten. Selecteer [YES].
• Zie pagina 105 voor uitgebreide informatie over bestands- en
mapnummers.
1 RESETDe instellingen van het opname of [SETUP] menu worden
teruggesteld naar de oorspronkelijke instellingen.
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
• De verjaardag van uw baby (ingesteld in schènemodus [BABY]
(P63)) wordt gewist. [ROTATE DISP.] (P91) wordt teruggesteld
naar [ON].
4 USB MODEStel het USB-communicatiesysteem in. Stel in vóór het aansluiten
op een PC of printer. (P103)
Y HIGHLIGHTAls de auto-review-functie wordt geactiveerd, wordt een wit
verzadigd vlak knipperend in zwartwit weergegeven. (P26)
23
VQT0S25
Page 24
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
MenuFuncties
X VIDEO OUT
(Alleen in
[NTSC]: Video-uitgang wordt ingesteld op NTSC-systeem.
[PAL]:Video-uitgang wordt ingesteld op PAL-systeem. (P102)
weergavemodus)
TV ASPECT
(Alleen in
weergavemodus)
[j]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 16:9 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van [j] op een
televisie met een aspectratio van 16:9. Foto’s die met een
beeldverhouding van [h] zijn gemaakt, krijgen aan
weerszijde een zwarte band.
[h]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 4:3 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van [h] op een
televisie met een aspectratio van 4:3. Afbeeldingen met
een aspectratio van [j] worden weergeven met een
zwarte band boven en onder (letterbox).
• Als u [j] selecteert en uitvoert naar TV (P102), wordt het
beeld op uw camera’s LCD verticaal uitgerekt weergeven.
MF m/ft
[m]:De brandpuntsafstand wordt in meters aangegeven bij
handmatige focus.
[ft]:De brandpuntsafstand wordt in voet aangegeven bij
handmatige focus.
g SCENE MENU [OFF]: Het menu [SCENE MODE] wordt niet weergegeven als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S] en de
camera wordt bediend in de momenteel geselecteerde
scènemodus. Wijzig de scènemodus door op de knop
[MENU] te drukken om het menu [SCENE MODE] weer te
geven en selecteer dan de gewenste scènemodus.
[AUTO]: Het menu [SCENE MODE] verschijnt automatisch als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S]. Selecteer
de gewenste scènemodus.
{ LANGUAGEStel een van de volgende 6 talen in op het menuscherm.
Ga naar de gewenste taal met e/ r en leg hem vast met q.
• Als u per abuis een andere taal instelt, selecteer dan [{] uit de
menupictogrammen om de gewenste taal in te stellen.
24
VQT0S25
Page 25
Het LCD-scherm
Voorbereiding
n Selecteer van het te gebruiken
scherm
A
DISPLAY/PWR LCD
A LCD-scherm (LCD)
Druk op de knop [DISPLAY/PWR LCD]
om naar het te gebruiken scherm over te
schakelen.
• Als het menuscherm verschijnt, is de
knop [DISPLAY] niet actief. Tijdens multiweergave (P48) of zoomweergave (P49),
kunnen de aanduidingen op het scherm
aan- en uitgezet worden.
In opnamemodus (P28)
B Weergave
C Weergave met histogram
D Geen weergave (Opname-hulplijnen)
E Geen weergave
*Histogram
In weergavemodus (P47)
100_0001
1/19
F2.8 1/25P
20.DEC.2005
10:00
100_0001
1/19
1 month 10days
20.DEC.2005
10:00
*
F Weergave
G Weergave met opname-informatie en
histogram
H Geen weergave
* Dit wordt weergegeven als u de
geboortedatuminstelling voor [BABY] in
de scènemodus hebt ingesteld (P63), en
[WITH AGE] hebt geselecteerd bij het
nemen van foto’s.
*
25
VQT0S25
Page 26
Voorbereiding
n Voor het bekijken van het LCD-scherm
buiten op een heldere zonnige dag
(Power LCD-functie)
Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD]
gedurende 1 seconde indrukt, wordt de
Power LCD-functie geactiveerd. Het LCDscherm wordt helderder dan normaal en is
buiten beter te zien.
ON
:PRESSFOR 1 SEC.
A
A: Power LCD-aanduiding
• Als u foto’s neemt, krijgt het LCD-scherm
na 30 seconden automatisch zijn normale
helderheid terug na het drukken op de
knop [DISPLAY/PWR LCD]. Als u op een
willekeurige knop drukt, wordt het LCDscherm weer helder.
• Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD]
gedurende 1 seconde opnieuw indrukt,
wordt de Power LCD-functie geannuleerd
en krijgt het LCD-scherm zijn normale
helderheid terug.
• Met de functie Power LCD worden de
helderheid en kleurtinten duidelijker
weergegeven op het LCD-scherm.
Daarom zien de helderheid en kleurtinten
er afhankelijk van het onderwerp wellicht
ook anders uit dan in werkelijkheid. Deze
functie is echter niet van invloed op de
opnames.
n Opname-hulplijn
Als u het onderwerp uitlijnt op de
horizontale en verticale hulplijnen of het
kruispunt van deze lijnen, neemt u foto’s
met een goed vormgegeven compositie
door de grootte, het verloop en de balans
van het onderwerp in ogenschouw te
nemen.
n Highlight-weergave
Bij het instellen van [HIGHLIGHT] op [ON]
in het menu [SETUP] (P23) terwijl de autoreview of review-functie is geactiveerd,
wordt elk wit verzadigd vlak (extreem
helder of glinsterend deel) op de foto
knipperend in zwartwit weergegeven.
• Als u de belichting compenseert naar min,
gelet op het histogram en opnieuw een
foto neemt, heeft u kans op een goede
foto.
Geen highlight-weergave
REVIEW1X
DELETE
EXIT
4X
Wel highlight-weergave
26
VQT0S25
Page 27
n Histogram
• Een histogram is een grafiek waarbij de
helderheid op de horizontale as wordt
weergegeven (van zwart naar wit) en het
aantal beeldpunten (beeldpunten) bij elk
helderheidsniveau op de verticale as.
• Zo kan de cameragebruiker snel de
belichtingswijze van een foto controleren.
• Als de waarden zich concentreren op
A, is de foto onderbelicht.
links
Foto’s met veel zwart, zoals
avondopnames, leveren dit soort
histogrammen op.
• Als de waarden in het histogram
evenwichtig gespreid zijn
B, is de
belichting voldoende en is de helderheid
in balans.
• Als de waarden zich concentreren op
C, is de foto overbelicht.
rechts
Foto’s met veel wit leveren dit soort
histogrammen op.
Voorbeeld van histogram
10:00 20.DEC.2005
Voorbereiding
• Als de vastgelegde foto en het
histogram niet met elkaar
overeenkomen onder de volgende
omstandigheden, wordt het histogram
oranje weergegeven.
–Als de flitser wordt geactiveerd
–Als de flitser wordt gesloten
1 Als de helderheid van het scherm niet
goed is op donkere plekken.
2 Als de belichting niet goed is
aangepast
• Het histogram verschijnt niet in de
bewegend beeld modus [i], tijdens
multi-weergave en zoomweergave.
• Het histogram is in de opnamemodus bij
benadering.
• Het histogram van de opname- en
weergavemodus komt wellicht niet
overeen.
• Het histogram in deze camera komt niet
overeen met het histogram dat wordt
weergeven in beeldbewerkingssoftware
op een PC, enz.
• Controleer op wit verzadigde gebieden
met de highlight-weergave in de autoreview-functie of de review-functie. (P26)
A Onderbelicht
B Juiste belichting
C Overbelicht
*Histogram
10:00 20.DEC.2005
10:00 20.DEC.2005
27
VQT0S25
Page 28
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen
n De modusknop
Deze camera heeft een programmaknop waarmee vele soorten scènes kunnen worden
vastgelegd.
Selecteer de gewenste modus en geniet van de vele opnamemogelijkheden.
Draai de modusknop langzaam en rustig.
L : Program AE-modus (P29)
De belichting wordt automatisch bepaald
door de camera.
M : Diafragma-prioriteit AE (P52)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald
door het door u ingestelde diafragma.
N : Sluitertijd-prioriteit AE (P53)
Het diafragma wordt automatisch bepaald
door de door u ingestelde sluitertijd.
O : Handmatige belichting (P54)
De belichting wordt aangepast aan de
handmatig ingestelde diafragma en
sluitertijd.
i : Bewegend beeld modus (P57)
Met deze modus kunt u bewegende
beelden met geluid opnemen.
R : Scènemodus 1 (P59)
S: Scènemodus 2 (P59)
Met deze modus kunt u foto’s nemen
afhankelijk van de opnamescènes.
Met deze modus kunt u daarnaast [SCENE
MENU] (P24) in het menu [SETUP]
instellen op [OFF] en vaakgebruikte
scènemodi instellen onder [R] en [S]
op de modusknop.
Dat is handig omdat u de scènemodus op
die manier snel en gemakkelijk kunt
selecteren.
0 : Automatische modus (P33)
Dit is de aanbevolen modus voor
beginners.
Q : Weergavemodus (P47)
Met deze modus kunt u vastgelegde foto’s
bekijken.
28
VQT0S25
Page 29
Opnames maken (basis)
12
n Program AE
De camera stemt automatisch de sluitertijd
en het diafragma af op de helderheid van
het onderwerp.
1
1 Verwijder het lensdopje.
2 Zet de camera aan.
3 Stel de modusknop in op
program AE [L].
4 Schuif de focusschakelaar naar
[AF].
2
3
4
2
Richt het AF-gebied 1 op het
punt waarop u wilt scherpstellen
en druk de ontspanknop half in.
F2.8 1/25
A
34
• A : Druk de ontspanknop tot
halverwege in om scherp te stellen.
• Het focuslampje
vervolgens worden het diafragmagetal
3 en de sluitertijd 4 weergegeven.
• U wijzigt de sluitertijd en het diafragma
met de functie programmawisseling
(P32).
3
Neem een foto.
2 gaat branden en
F2.8 1/25
• B : Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te nemen.
Indien het
onderwerp
niet scherp is
Focuslampje Knippert
(groen)
AF-gebiedVerandert
van wit in
rood
GeluidPiept 4 keer Piept 2 keer
Indien het
onderwerp
scherp is
Aan (groen)
Verandert
van wit in
groen
VQT0S25
29
Page 30
Opnames maken (basis)
n Juiste houding voor het nemen van
foto’s
Voor het nemen van duidelijke foto’s:
• Houd de camera voorzichtig met beide
handen beet, de armen stationair langs
uw lijf en plaats uw voeten iets uiteen.
• Zorg dat u de camera niet beweegt op het
moment dat u de ontspanknop indrukt.
• Dek de microfoon of de AFassistentielamp niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
• Raak de lens niet aan.
• Dek de flitser niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
1
1
: Bij het zijdelings vasthouden van de camera
2
: Bij het verticaal vasthouden van de camera
A
B
2
A
B
A : Flitser
B : AF-assistentielamp
• Houd de camera stabiel voor de volgende
modi en functies. U kunt het beste een
statief gebruiken. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P42)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
• Het focusbereik is 50 cm tot Z
(groothoek), 1,2 m tot Z (tele).
• Als u de ontspanknop volledig indrukt
zonder scherp te stellen, worden de foto’s
misschien wazig of onscherp.
• Als het focuslampje knippert, is het
onderwerp niet scherp. Druk de
ontspanknop half in en richt nogmaals op
het onderwerp.
• Als de camera na een aantal pogingen
nog niet scherpstelt, zet hem dan uit en
aan en probeer het opnieuw.
• In de volgende situaties kan de camera
niet goed scherpstellen op onderwerpen.
–Wanneer een scène is opgebouwd uit
zowel dichtbij- als verafgelegen
onderwerpen.
–Wanneer er vuil of stof zit op het glas
tussen de lens en het onderwerp.
–Wanneer het onderwerp is omringd met
verlichte of glimmende voorwerpen.
–Wanneer een foto op een donkere plek
wordt genomen.
–Wanneer het onderwerp snel beweegt.
–Wanneer de scène weinig contrast heeft.
–Wanneer er bewogen wordt.
–Wanneer een erg helder onderwerp
wordt vastgelegd.
We adviseren foto’s te nemen met de
handmatige focus (P81), pre-focus (P82)
of AF/AE vergrendeling (P83). Op
donkere plekken gaat de AFassistentielamp (P75) aan om beter te
kunnen scherpstellen op het onderwerp.
• Ook al gaat het focuslampje branden en
wordt het onderwerp scherpgesteld, dit
wordt weer geannuleerd als u de
ontspanknop loslaat. Druk de
ontspanknop half in.
30
VQT0S25
Page 31
Opnames maken (basis)
1
n Jitter (cameratrilling)
• Zorg dat u niet beeft als u de ontspanknop
indrukt.
• De jitter-waarschuwing
een langzame sluitertijd en een verhoogd
risico op wazige opnames.
F2.8 1/8
• Let vooral extra op als de jitterwaarschuwing verschijnt bij een van de
opnamemethoden die staan beschreven
op P30, of gebruik een statief voor de
beste resultaten. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P42)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
n Richtingwaarnemingsfunctie
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant (verticaal), wordt de informatie over
het roteren automatisch toegevoegd en
opgeslagen bij de foto’s.
Als [ROTATE DISP.] (P91) is ingesteld op
[ON], kunt u de foto’s op het scherm of de
tv roteren en weergeven volgens de
informatie over het roteren op de foto’s.
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant, lees dan “Juiste houding voor het
nemen van foto’s”op P30 goed door.
• Deze functie werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• U kunt de functie richtingwaarneming niet
gebruiken in de filmmodus [i] of [FLIP
ANIM.].
1 verschijnt bij
n Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt bij
onvoldoende belichting, worden de
aanduidingen voor diafragma en sluitertijd
rood. (Het diafragma en de sluitertijd
worden echter niet rood als de flitser is
geactiveerd.)
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de opnames. Zelfs al
ziet het onderwerp er op het scherm
donker uit, kan de eigenlijke foto toch
helder zijn.
• Als de meeste voorwerpen op het scherm
helder zijn (bijv. blauwe hemel op een
onbewolkte dag, sneeuw, enz.), wordt de
opname soms donker. Compenseer in dat
geval de belichtingswaarde op de camera.
(P43)
• Als u op de ontspanknop drukt, is het
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
• We raden u aan de klok opnieuw in te
stellen voor het nemen van foto’s. (P20)
• Als u een tijd voor stroombesparing hebt
ingesteld (P22), schakelt de camera
automatisch uit indien hij binnen de
ingestelde tijd niet wordt bediend.
Gebruikt u de camera weer, druk de
ontspanknop dan half in of zet de camera
uit en aan.
• Als de afstand tussen de camera en het
onderwerp buiten het vastlegbare bereik
valt, kan het voorkomen dat de foto niet
scherp is ook al brandt het focuslampje.
31
VQT0S25
Page 32
Opnames maken (basis)
n Programmawisseling
In de modus Program AE kunt u het
vooringestelde diafragma en de sluitertijd
wijzigen bij dezelfde belichting. Dit heet
programmawisseling.
Met deze functie maakt u de achtergrond
vager (door het diafragma te verkleinen) of
legt u het bewegende onderwerp
dynamischer vast (door een langzame
sluitertijd in te stellen) in de modus
Program AE.
• Terwijl het diafragma en de sluitertijd
worden getoond op het LCD-scherm
(circa 10 seconden), beweegt u de
joystick om programmawisseling te
activeren.
(bijv.: Als de focusschakelaar is ingesteld op
19
[AF]
F2.8 1/30
of
• r: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[AF] of [AFw] (P84)
• w: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[MF] (P81)
n Voorbeeld van programmawisseling
2 3 4 5 911 12 13 14
2
2.8
4
(A)
5.6
8
1 1
/
2
6107 8
1
1
1
1
1
1
1
1
/
/
/
/
4
/
8
15
30
60
(B)
1
/
/
/
125
250
500
(A): Diafragmagetal
(B): Sluitertijd
• Als de belichting onvoldoende is wanneer
)
de ontspanknop half wordt ingedrukt,
wordt de sluitertijd rood aangegeven.
• Als meer dan 10 seconden zijn verstreken
na het ingaan van de
programmawisseling, wordt de status
voor het activeren van de
programmawisseling geannuleerd en
keert terug naar de modus Program AE.
De instelling wordt echter wel bewaard in
programmawisseling.
• Programmawisseling wordt geannuleerd
als de camera uitgaat.
• Programmawisseling werkt soms niet
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
/
1000
(Ev)
1
/
2000
19
F3.2 1/30
1
• Als programmawisseling is ingeschakeld,
wordt de aanduiding programmawisseling
1 weergegeven op het scherm.
32
VQT0S25
Page 33
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen in automatische modus
De automatische modus maakt het
onervaren gebruikers gemakkelijk. Er
worden slechts eenvoudige menuinstellingen getoond waarmee u zonder
fouten foto’s kunt nemen.
1
Selecteer de gewenste optie en
stel de gewenste waarde in.
REC
8
PICT.SIZE
QUALITY
D.Z OOM
SELECT
MENU
SETEXIT
n Instellingen in de automatische (Auto)
modus
• Ga voor meer informatie over elke optie
naar de bijbehorende pagina.
[PICT.SIZE] : P71
[QUALITY] : P72
[D.ZOOM] : P76
5.5
M
M
EZ
2
M
EZ
MENU
MENU
n Overige instellingen in de
automatische modus
In de Auto-modus zijn de overige
instellingen als volgt vast ingesteld. Ga
voor meer informatie over elke optie naar
de bijbehorende pagina.
Focusbereik
([AF]/[AFw]/
[MF])
30 cm tot Z (tele)
5 cm tot Z
(groothoek)
Witbalans[AUTO]P69
ISO-gevoeligheid [AUTO]P71
Beeldinstelling[STD.]P77
Geluidsopname [OFF]P73
Metingfunctie
[R]
P73
(Meervoudig)
AF-modus
[W]
P74
(1-zone-focussing)
Continue AF[OFF]P75
AF-
[ON]P75
assistentielamp
AF/AE
Niet mogelijkP83
vergrendeling
Flip-animatieNiet mogelijkP77
33
VQT0S25
Page 34
Opnames maken (basis)
n Compenseren van achtergrondlicht
(backlight)
Achtergrondlicht doet zich voor als er licht
vanachter het onderwerp komt.
Onderwerpen zoals personen worden
donker bij het vastleggen van foto’s met
achtergrondlicht. Als u drukt op e, [0]
gaat de aanduiding (compensatie
backlight) aan en wordt de backlightcompensatiefunctie actief. Met de functie
wordt het achtergrondlicht gecompenseerd
door de hele foto helderder te maken.
8
BACKLIGHT
8
• In de auto-modus zijn de volgende opties
niet zichtbaar.
– [VIDEO OUT]
– [TV ASPECT]
• De instellingen [PICT.SIZE], [QUALITY]
en [D.ZOOM] in de auto-modus worden
op andere opnamemodi toegepast.
• In de auto-modus zijn de volgende
functies niet bruikbaar.
–Belichtingscompensatie
–Auto-bracket
–[COL.EFFECT]
• De instelling bij [PICT.SIZE] en [QUALITY]
komt echter overeen met de instelling bij
[PICT.ADJ.].
BACKLIGHT
• Als u drukt op e terwijl [0] wordt
weergegeven, verdwijnt [0] en wordt de
backlight-compensatiefunctie
geannuleerd.
• Bij gebruik van de backlightcompensatiefunctie raden we u aan de
flitser te gebruiken.
34
VQT0S25
Page 35
Opnames maken (basis)
8X
Opnames controleren (Review)
1
Druk op r.
REVIEW
EXITDELETE
• De laatste opname wordt ongeveer 10
seconden weergegeven.
• Druk nogmaals op r om de controle te
annuleren.
• De vorige of volgende foto controleert u
met w/ q.
• Zijn de opnames te licht of donker,
compenseer dan de belichting. (P43)
4X
2
Uitvergroten en foto verschuiven
A
• 3 :1×J4×J8×
• :8×J4×J1×
• Als u de vergroting of de weer te geven
positie wijzigt, verschijnt de aanduiding
zoompositie
u kunt controleren wat wordt vergroot.
n Vastgelegde foto’s kunnen tijdens de
review worden gewist (Quick Deletion)
A ongeveer 1 seconde zodat
DELETE SINGLE
DELETE THIS PICTURE?
NO
YES
SELECT
SETMULTI/ALL
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald.
• Het is mogelijk om meerdere foto’s of alle
foto’s te wissen. Lees pagina 50 of 51
voor de werkwijze.
35
VQT0S25
Page 36
Opnames maken (basis)
Optische zoom gebruiken
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij
laten lijken met de viervoudige
zoomfunctie, en landschappen kunnen in
groothoek worden vastgelegd.
1X
2X
3X
4X
n Onderwerpen zien er uit of ze verder
weg zijn met (Wide - groothoek)
19
T1X
n Onderwerpen zien er uit of ze
dichterbij zijn met (Tele)
19
T4X
36
VQT0S25
n De zoominstelling verder vergroten
• Gebruik de extra optische zoom. (P86)
• Gebruik de digitale zoom (P76).
Page 37
Opnames maken (basis)
• De optische zoom staat op Wide (1x) bij
het inschakelen van de camera.
• Indien u de zoomfunctie gebruikt nadat u
al hebt scherpgesteld op het onderwerp,
moet u dit nogmaals doen.
• De lenscilinder (P8) schuift afhankelijk
van de zoompositie in of uit.
• Hinder de beweging van de lens niet
terwijl u de zoomhendel draait.
• Als u bewegende beelden opneemt [i],
wordt de zoomvergroting vastgezet op de
ingestelde waarde bij de start van de
opname.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch
voorbeeld: verticale lijn die naar buiten
buigt). Dit komt door de lensafwijking
(aberratie), die tot op zekere hoogte
optreedt bij alle fotografische lenzen. De
vertekening is duidelijker bij gebruik van
een groter deel van de zoomlens als u het
onderwerp dichter nadert.
• De zoomfactor is slechts bedoeld als
hulpmiddel.
37
VQT0S25
Page 38
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met de ingebouwde flitser
Als u flits instelt, kunt u foto’s nemen met
de ingebouwde flitser afhankelijk van de
opnamecondities.
n De flitser openen
Verschuif de schakelaar [< OPEN]
A.
A
B Flitser
• Dek de flitser niet af met uw vingers of
andere voorwerpen.
n De flitser sluiten
Druk op de flitser tot deze klikt.
n Overschakelen op de juiste
flitsinstelling
Stel de ingebouwde flitser in op de stand
die past bij de scène die u wilt vastleggen.
Zie voor de te selecteren flitsinstellingen
“Beschikbare flitsinstellingen per
opnamemodus” op P40.
• Zorg dat u de flitser sluit als u hem niet
gebruikt.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v] als hij wordt afgesloten.
38
VQT0S25
Page 39
Opnames maken (basis)
r: AUTO
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities.
s : AUTO/Rode-ogenreductie
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities.
Hierbij wordt het rode-ogeneffect (ogen
van het onderwerp worden rood
weergegeven bij gebruik van de flitser)
verminderd door de flitser al te activeren
voordat u de eigenlijke foto neemt.
Daarna wordt de flitser nogmaals
geactiveerd voor de daadwerkelijke
opname.
De flitser gaat tweemaal af indien u
AUTO/Rode-ogenreductie [s],
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
en Slow-sync./Rode-ogenreductie
[u] gebruikt. De eerste flits is ter
voorbereiding. Beweeg niet tot na de
tweede flits.
• Gebruikt deze functie als u foto’s
neemt van personen bij slechte
lichtomstandigheden.
t : Forced ON
De flitser wordt onafhankelijk van de
opnamecondities altijd geactiveerd.
• Gebruik deze functie als uw
onderwerp van achteren wordt
belicht of bij tl-licht.
q : Forced ON/Rode-ogenreductie
• Bij [PARTY] (P65) of [CANDLE
LIGHT] (P64) in scènemodus, wordt
de flitser ingesteld op Forced ON/
Rode-ogenreductie.
u : Slow sync./Rode-ogenreductie
Als u een foto neemt met een donkere
landschapsachtergrond, vertraagt deze
functie de sluitertijd als de flitser wordt
geactiveerd zodat de donkere
landschapsachtergrond helderder wordt.
Het vermindert tevens het rodeogeneffect.
• Gebruik deze functie bij het nemen
van foto’s van personen tegen een
donkere achtergrond.
v : Forced OFF
De flitser wordt bij geen enkele
opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie bij het nemen
van foto’s op plaatsen waar het
gebruik van een flitser niet is
toegestaan.
39
VQT0S25
Page 40
Opnames maken (basis)
n Beschikbare flitsinstellingen per opnamemodus
De beschikbare flitsinstellingen hangen af van de opnamemodus.
(e : Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
*Niet beschikbaar bij backlight-compensatie
n Het beschikbare flitsbereik voor het nemen van foto’s
ISO-gevoeligheidBeschikbare flitsbereik
AUTO60 cm tot 4,1 m (Wide)
30 cm tot 2,3 m (Tele)
ISO8060 cm tot 1,8 m (Wide)
30 cm tot 1,0 m (Tele)
ISO10060 cm tot 2,0 m (Wide)
30 cm tot 1,1 m (Tele)
ISO20060 cm tot 2,9 m (Wide)
30 cm tot 1,6 m (Tele)
ISO40060 cm tot 4,1 m (Wide)
40 cm tot 2,3 m (Tele)
• Het beschikbare flitsbereik is bij benadering.
• Zie P30 voor het focusbereik.
• Zie P71 voor de ISO-gevoeligheid.
• Als de ISO-gevoeligheid staat ingesteld op [AUTO] (P71), wordt deze automatisch
aangepast van [ISO100] naar [ISO400] als u de flitser gebruikt.
• Als beeldruis merkbaar wordt, verlaag de ISO-gevoeligheid dan (P71) of stel [NOISE
REDUCTION] onder [PICT.ADJ.] in op [HIGH] (P77).
40
VQT0S25
Page 41
Opnames maken (basis)
n Sluitertijd voor elke flitsmodus
FlitsmodusSluitertijd (sec.)
r : AUTO1/30 tot 1/2000
s : AUTO/Rode-ogenreductie1/30 tot 1/2000
t : Forced ON
q : Forced ON/Rode-ogenreductie
u : Slow sync./Rode-ogenreductie1 tot 1/2000
v : Forced OFF1/4 tot 1/2000
1/30 tot 1/2000
(In Auto-modus [0])
1 tot 1/2000
(In Program AE-modus [L])
• De instellingen kunnen afwijken van de
hier getoonde als u gebruikmaakt van de
scènemodi.
– [NIGHT SCENERY] : 8 tot 1/2000 (sec.)
– [STARRY SKY] : 15, 30 of 60 (sec.)
• Bij het nemen van een foto met de flitser,
wordt de witbalans automatisch bijgesteld
[behalve bij [k] (Daglicht)]. Bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet correct wordt bijgesteld.
• Bij een snelle sluitertijd kan het flitseffect
• Staar niet dichtbij het flitslicht.
• Als u te dicht bij uw onderwerp flitst,
kan het door de warmte en het licht
vervormd of verkleurd uitzien.
• Dek de flitser niet af met uw vingers of
andere voorwerpen.
• Als u een foto neemt buiten het bereik van
de flitser, wordt de belichting misschien
niet correct ingesteld en kan de foto te
helder of te donker worden.
• Als u nogmaals een foto neemt, wordt
deze mogelijk niet vastgelegd, ook al
werd de flitser geactiveerd. Neem pas
een foto wanneer de kaartaanduiding
uitgaat.
onvoldoende zijn.
• Sluit de flitser niet onmiddellijk af nadat u
een tweede lichtbron hebt gebruikt,
bijvoorbeeld AUTO/Rode-ogenreductie
[s]. Dit zou schade aan de camera
kunnen veroorzaken.
• In de filmmodus [i], [SCENERY],
[NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of
[STARRY SKY] in de scènemodus (P59),
wordt de flitsmodus vast ingesteld op
Forced OFF [v], zelfs bij geopende
flitser.
• U kunt de sluitertijd verlengen met
maximaal 1/8 door gebruik te maken van
de belichtingscompensatie.
• We adviseren u de flitser te gebruiken als
de jitter-waarschuwing wordt
weergegeven.
• Als u de modus burst of auto-bracket
instelt, wordt slechts 1 foto vastgelegd per
flits.
• Het flitspictogram wordt rood als de flitser
wordt ingeschakeld en de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
• Terwijl de flitser aan het opladen is,
knippert het flitserpictogram en kunt u
geen foto nemen zelfs wanneer u de
ontspanknop volledig ingedrukt.
41
VQT0S25
Page 42
Opnames maken (basis)
9
9
CANCEL
U
Foto’s nemen met de zelfontspanner
• Als u de knop in één beweging geheel
1
Stel de zelfontspanner in.
1
4 : Zelfontspanner ingesteld op
10 seconden
5 : Zelfontspanner ingesteld op
2 seconden
Geen weergave (geannuleerd)
2
Richt op het onderwerp om de
L
L
foto te nemen.
indrukt, wordt het onderwerp automatisch
scherpgesteld net voor de opname. Op
donkere plekken knippert het
zelfontspannerlampje en gaat het in
sommige gevallen fel branden om te
functioneren als AF-assistentielamp (P75)
voor het scherpstellen op het onderwerp.
• De zelfontspanner wordt gefixeerd op
twee seconden als u [SELF PORTRAIT]
gebruikt in de scènemodus (P67).
• Als u de zelfontspanner inschakelt in de
burstmodus, wordt het aantal opnames
gefixeerd op 3.
• Bij gebruik van een statief of in andere
situaties, is het instellen van de
zelfontspanner op twee seconden een
handige manier om de trilling die wordt
veroorzaakt door het drukken op de
ontspanknop te stabiliseren.
• We raden u aan een statief te gebruiken
bij het instellen van de zelfontspanner.
(Controleer goed of het statief stevig en
stabiel staat na aansluiting op het
toestel.)
• Het zelfontspannerlampje
1
knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden (of
2 seconden) geactiveerd.
• Drukt u op de knop aan
[MENU] tijdens het
instellen van de zelfontspanner, wordt de
instelling geannuleerd.
42
VQT0S25
1
MEN
1
Page 43
Opnames maken (basis)
De belichting compenseren
Gebruik deze functie als u niet de juiste
belichting gerealiseerd krijgt door verschil
in helderheid tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Overbelicht
Compenseer de belichting in negatieve
richting.
Juiste belichting
Onderbelicht
1
Druk meerdere keren op e tot
CEXPOSURE] verschijnt en
[
compenseer dan de belichting.
EXPOSURE
SELECT
• U kunt compenseren van –2 EV tot +2 EV
in stappen van 1/3 EV.
• EV is de afkorting van Exposure Value,
oftewel belichtingswaarde, en staat voor
de hoeveelheid licht die de CCD krijgt op
basis van het diafragma en de sluitertijd.
• Het compensatiebereik van de belichting
wordt afhankelijk van de helderheid van
het onderwerp beperkt.
• De belichtingscompensatiewaarde wordt
linksonder in het scherm weergegeven.
• De belichtingswaarde blijft behouden ook
al wordt de camera uitgezet.
• Het is niet mogelijk om de belichting te
compenseren bij [STARRY SKY] in
scènemodus (P66).
EXIT
Compenseer de belichting in positieve
richting.
43
VQT0S25
Page 44
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met Auto Bracket
In deze modus worden bij elke druk op de
ontspanknop automatisch 3 foto’s
genomen conform het compensatiebereik
van de belichting.
U kunt de gewenste belichting voor de drie
soorten foto’s selecteren.
1
Druk meerdere keren op e tot
BAUTO BRACKET] verschijnt
[
en stel dan het
compensatiebereik van de
belichting in.
AUTO BRACKET
SELECTEXIT
• U kunt een belichting van –1 EV tot +1 EV
selecteren in stappen van 1/3 EV.
• Selecteer [OFF] als u auto-bracket niet
wilt gebruiken.
• Bij het instellen van auto-bracket,
verschijnt het pictogram auto-bracket
linksonder op het scherm.
• Auto-bracket kan niet worden gebruikt als
er nog maar één of twee foto's kunnen
worden genomen.
• Bij het nemen van foto’s met auto-bracket
na de belichtingscompensatie, worden de
foto’s gebaseerd op de gecompenseerde
belichting.
Als de belichting wordt gecompenseerd,
verschijnt de gecompenseerde
belichtingswaarde op het scherm.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u
slechts 1 foto nemen.
• Wanneer u auto-bracket instelt, kunt u de
geluidsopnamefunctie niet gebruiken.
• Als u de modi auto-bracket en burst
tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket
uitgevoerd.
• De belichting wordt wellicht niet
gecompenseerd bij auto-bracket,
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
• Auto-review werkt als u auto-bracket hebt
geactiveerd, ongeacht de autoreviewinstelling. (Maar de afbeelding
wordt niet vergroot.) In het setupmenu
kunt u de instelling auto-review niet
wijzigen.
• Door de ISO-gevoeligheid in te stellen op
[ISO400] wordt de tijd tussen foto’s langer
voor hebt verminderen van ruis.
• U kunt auto-bracket niet gebruiken als u
de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of
[RAW].
• Het is niet mogelijk om auto-bracket te
gebruiken bij [STARRY SKY] in
scènemodus.
• Bij gebruik van sluitertijd-prioriteit AE [N]
of handmatige belichting [O] en een
ingestelde sluitertijd van meer dan 1,3
seconde, werkt auto-bracket niet.
44
VQT0S25
Page 45
Opnames maken (basis)
A
Optisch beeldstabilisatiesysteem [STABILIZER]
Deze modus herkent en compenseert trillingen.
U kunt de kans op onduidelijke foto’s
veroorzaakt door cameratrillingen
verminderen, met name wanneer u de
optische zoomlens instelt op Tele of
wanneer u binnenshuis foto’s neemt met
een langzame sluitertijd.
A Knop optisch beeldstabilisatiesysteem
1
Druk op de stabilisatieknop tot
[STABILIZER] verschijnt en
selecteer dan de
stabilisatiefunctie.
STABILIZER
OFF
MODE1
MODE2
MENU
SELECTSET
DEMO.
n Demonstratie van het optische
beeldstabilisatiesysteem
(Demonstratiemodus)
Als u op de knop [MENU] drukt, begint de
demonstratie. Na afloop van de
demonstratie keert het scherm terug naar
het keuzemenu voor de stabilisatiefunctie.
Wilt u de demonstratie halverwege
onderbreken, druk dan nogmaals op
[MENU].
Tijdens de weergave van de demonstratie
staat de optische zoom vast ingesteld op
Wide (1x) en kan de zoomfunctie niet
worden geactiveerd.
U kunt dan bovendien geen foto’s nemen.
• De stabilisatiefunctie werkt in de volgende
situaties mogelijkerwijs niet, dus let extra
op dat u de camera niet beweegt tijdens
het indrukken van de ontspanknop.
–Wanneer er teveel bewogen wordt.
–In digitaal zoombereik.
–Bij het nemen van foto’s terwijl u een
bewegend onderwerp volgt.
–Als de sluitertijd extreem langzaam is
door duisternis of een andere oorzaak.
• Bij [SELF PORTRAIT] in de scènemodus
(P67), is de stabilisatiefunctie vast
ingesteld op [MODE2] en wordt het menu
stabilisatiefunctie niet weergegeven.
• U kunt [MODE2] niet gebruiken in de
modus bewegend beeld [i].
• Dit staat vast ingesteld op [OFF] als u
[STARRY SKY] hebt geselecteerd in de
scènemodus (P66). Het menu Optical
Image Stabilizer zal niet verschijnen.
MODE1
(7)
MODE2
(8)
OFF
(9)
Het stabilisatiesysteem
functioneert altijd en helpt bij het
bepalen van de fotocompositie.
De stabilisatiefunctie is standby en wordt geactiveerd op het
moment dat de sluiter het beeld
vastlegt.
Indien beeldstabilisatie niet
gewenst is.
45
VQT0S25
Page 46
Opnames maken (basis)
9
Foto’s nemen met de burstmodus
• Als de burstmodus staat ingesteld op
1
Druk op de modusknop Single/
Burst om over te schakelen naar
de burstmodus en neem dan
foto’s.
1
D: Hoge snelheid
E: Lage snelheid
F: Onbegrensd
Geen weergave (geannuleerd)
• Hou de ontspanknop helemaal ingedrukt
om de burstmodus te activeren.
n Aantal opnames in burstmodus
Burstsnelheid
(foto’s/
seconde)
D
E
F
3*max. 5max. 9
2*max. 5max. 9
2
*De overdrachtssnelheid van de kaart is
niet van invloed op de burstsnelheid.
• Bij een hogere sluitersnelheid dan 1/60 en
zonder flits
Aantal mogelijke
opnames (foto’s)
GH
Afhankelijk van
kaartcapacit eit
Afhankelijk van
kaartcapacit eit
Onbegrensd:
–U kunt foto’s nemen totdat de kaart vol
is.
–De sluitertijd wordt langzamer in het
gebruik. Het moment waarop de
snelheid langzamer wordt hangt af van
de instelling [PICT.SIZE] of het type
geheugenkaart.
• Het brandpunt wordt bij de eerste foto bepaald.
• Bij gebruik van de zelfontspanner is het
aantal mogelijke opnames in burstmodus
vast ingesteld op 3.
• Wanneer de burstmodus is geactiveerd,
kunnen geen geluidsopnames worden
gemaakt.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u
slechts 1 foto vastleggen.
• Als u de modi auto-bracket en burst
tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket
uitgevoerd.
• De manieren waarop u de belichting en
de witbalans kunt bepalen, hangen af van
de instelling van de burstmodus. Als de
burstmodus staat ingesteld op [D],
blijven de ingestelde waarden voor de
eerste foto van kracht. Als de
burstsnelheid staat ingesteld op [E] of
[F], wordt ze bij iedere foto die u
neemt bijgesteld.
• In burstmodus wordt auto review
geactiveerd zelfs als dit is uitgeschakeld.
(De afbeelding wordt niet vergroot.)
• In het setupmenu kunt u de instelling
auto-review niet wijzigen.
• U kunt de burstmodus niet gebruiken als u
de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of
[RAW].
• Het is niet mogelijk om de burstmodus te
gebruiken bij [STARRY SKY] in scènemodus.
• De burstmodus werkt niet als beschreven
indien er een MultiMediaCard in plaats
van een SD-geheugenkaart wordt
gebruikt. De lees/schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan die van
een SD-kaart.
46
VQT0S25
Page 47
Weergeven van foto’s
Weergave (basis)
1
Selecteer de foto.
100-0001
1/19
10:00 20.DEC.2005
of
• w : Geef de vorige foto weer.
• q : Geef de volgende foto weer.
• De foto die volgt op de laatste is de eerste
foto.
• Als [ROTATE DISP.] (P91) staat ingesteld
op [ON], worden foto’s die zijn genomen
met de camera op zijn kant (verticaal) ook
verticaal weergegeven.
n
Snel vooruitspoelen/Snel terugspoelen
Als u tijdens weergave op w /q drukt, worden
het bestandsnummer en het paginanummer
bijgewerkt. Als u w /q loslaat wanneer het
nummer van de gewenste foto verschijnt,
kunt u de foto weergeven.
q : Snel vooruit
w : Snel terug
• Het aantal bestanden dat ineens voor- of
achteruit wordt gespoeld hangt af van
hoelang u w/ q houdt ingedrukt. Het
hangt ook af van het aantal opgeslagen
foto’s.
• Als u w/q loslaat en vervolgens opnieuw
indrukt, worden de bestanden een voor
een vooruit- of teruggespoeld.
• Tijdens de review-weergave in de
opnamemodus of tijdens multi-weergave,
kan de foto slechts een voor een worden
vooruit- of teruggespoeld.
• Als u een groot aantal foto’s vooruit- of
terugspoeld, laat w /q dan eenmaal los
voordat u de weer te geven foto bereikt,
druk dan op w/q om de foto’s stapje voor
stapje vooruit- of achteruit te spoelen.
• Deze camera is gebaseerd op de DCFnormen (Design rule for Camera File
system) die zijn vastgesteld door the
Japan Electronics and Information
Technology Industries Association
(JEITA).
• Tijdens het wijzigen van de map- of
bestandsnaam op een PC worden de
foto’s niet weergegeven.
• De bestandsindeling die met deze camera
kan worden weergegeven is JPEG. (Er
zijn ook foto’s die in sommige gevallen
niet kunnen worden weergegeven in
JPEG-indeling.)
• Bij het weergeven van foto’s die met
andere apparaten zijn opgenomen, kan
de fotokwaliteit slechter zijn en is
weergave van de foto’s soms niet
mogelijk.
• Bij weergave van een niet-standaard
bestand, wordt het map-/
bestandsnummer aangegeven als [—] en
wordt het scherm zwart.
• Afhankelijk van het onderwerp kan er een
storingsstreep op het beeld verschijnen.
Dit heet moiré. Dit is geen storing.
47
VQT0S25
Page 48
Weergave (basis)
20.DEC.2005
00
8
9/16/25 foto’s Multi-weergave
1
Selecteer het aantal foto’s.
Voorbeeld: Als u weergave van 9 foto’s hebt gekozen
.DEC.2
4/1
MENU
CANCEL
1 fotoJ9 foto’sJ
16 foto’sJ25 foto’s
•
Als u multi-weergave kiest, wordt de
schuifbalk
A weergegeven zodat u de
positie van de geselecteerde foto kunt
controleren in het geheel van de foto’s.
2
Selecteer de foto’s.
20.DEC.2005
5/18
MENU
CANCEL
n 16/25 foto’s multi-scherm
20.DEC.2005
5/25
CANCEL
20.DEC.2005
5/25
CANCEL
•
B 16 foto’s
•
C 25 foto’s
n Terugkeren naar normale weergave
• Draai de zoomhendel naar T, of druk op
de knop [MENU] of de joystick.
• De foto in het oranje kader verschijnt.
n Een foto tijdens multi-weergave
wissen
Druk op de knop [A].
Druk op r als het bevestigingsscherm
verschijnt om [YES] te selecteren en druk
op q. (P50)
• Foto’s worden niet gedraaid
weergegeven, zelfs als [ROTATE DISP.] is
ingesteld op [ON] (P91).
• U kunt de weergave in- of uitschakelen
door op de knop [DISPLAY] te drukken.
of
• De volgende informatie wordt weergegeven:
de opnamedatum, het nummer van de
geselecteerde foto in het totaal van de foto’s,
de [FAVORITE] instelling [ ] (Alleen wanneer
de [FAVORITE] instelling is ingesteld op [ON]),
de filminstelling [i], de [BABY] instelling
h
] en de leeftijdsinstelling.
[
48
VQT0S25
Page 49
Weergave (basis)
CANCEL
Zoomweergave gebruiken
1
De foto vergroten.
2X
4X
CANCEL
DELETE
A
1×J2×J4×J
8×J16×
• Als u de zoomhendel richting de W draait
nadat de foto is vergroot, wordt de
vergroting minder.
• Als u de vergrotingsfactor wijzigt,
verschijnt de aanduiding zoompositie
ongeveer 1 seconde zodat u de positie
van het uitvergrote deel kunt controleren.
• Als u op de knop [MENU] drukt, keert de
vergrotingsfactor terug naar 1×.
2
Verschuiven van de foto.
A
n Een foto tijdens zoomweergave
wissen
Druk op de knop [A].
Druk op r als het bevestigingsscherm
verschijnt om [YES] te selecteren en druk
op q. (P50)
• Hoe meer de foto wordt vergroot, hoe
meer de kwaliteit verminderd.
• De zoomweergave werkt mogelijkerwijs
niet met foto’s die met andere apparaten
zijn opgenomen.
• Zelfs al hebt u de aanduidingen op het
LCD-scherm uitgeschakeld in normale
weergavemodus (P25), worden de
vergroting en gebruikte bewerkingen
weergegeven op het LCD-scherm als de
zoomweergave is geactiveerd.
U kunt de weergave in- of uitschakelen
door op de knop [DISPLAY] te drukken.
Als u de vergroting instelt op 1×, wordt de
aanduiding op het LCD-scherm
weergegeven als in normale
weergavemodus.
• Als u de weer te geven positie verplaatst,
wordt de aanduiding van de zoompositie
ongeveer 1 seconde weergegeven.
49
VQT0S25
Page 50
Foto’s wissen
Weergave (basis)
n Een enkele foto wissen
1
Selecteer de te wissen foto.
100-0001
1/19
10:00 20.DEC.2005
• w : Geef de vorige foto weer.
• q : Geef de volgende foto weer.
2
Wis de foto.
DELETE SINGLE
NO
YES
SELECT
SETMULTI/ALL
• Tijdens het wissen van de foto, verschijnt
[A] op het scherm.
n Meerdere foto’s wissen
1
Selecteer [MULTI DELETE].
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE
ALL DELETE
SELECTCANCEL
2 keer
2
Selecteer de te wissen foto’s.
MULTI DELETE
7
10
SELECT
MARK/UNMARKEXIT
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• De geselecteerde foto’s worden
weergegeven met [A]. Als nogmaals
wordt gedrukt op r, wordt de instelling
geannuleerd.
• Druk na het selecteren van foto’s op [A]
om uw keuze te bevestigen.
• Het pictogram [c] knippert rood
wanneer de geselecteerde foto niet kan
worden gewist. Hef de beveiliging op.
(P95)
8
11
9
DELETE
MENU
50
VQT0S25
Page 51
3
Wis de foto’s.
SELECTSET
MULTI DELETE
DELETE THE PICTURES
YOU MARKED?
NO
YES
Weergave (basis)
n Alle foto’s wissen
1
Selecteer [ALL DELETE].
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE
ALL DELETE
SELECTCANCEL
• Er kunnen max. 50 foto’s ineens worden
gewist.
2 keer
2
Wis alle foto’s.
ALL DELETE
DELETE ALL PICTURES?
NO
YES
SELECT
SET
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald. Controleer
nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet
conform de DCF-normen zijn (P47)
worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden,
hoe langer het duurt.
51
VQT0S25
Page 52
Opnames maken (geavanceerd)
SO
00
100
De modusknop gebruiken
M
Diafragma-prioriteit AE
Als u de achtergrond scherper wilt hebben,
stel het diafragma dan in op een hogere
waarde. Hoe hoger het diafragma, hoe
kleiner de lensopening. Voor een minder
scherpe achtergrond stelt u het diafragma
in op een lager getal dat overeenkomt met
een grotere lensopening.
1
Stel het diafragma in en neem de
foto.
I
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• Als het onderwerp te helder is, stel dan
een groter diafragma in. Is het te donker,
stel dan een kleiner diafragma in.
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer dit met de review-functie of in
de weergavemodus.
• De ISO-gevoeligheid kan niet worden
ingesteld op [AUTO]. (P71) (Als de
opnamemodus wordt gewijzigd naar
diafragma-prioriteit AE, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood.
A
Diafragmagetal
A
e : Verhogen
r : Verlagen
52
VQT0S25
F2.8
Page 53
N
Sluitertijd-prioriteit AE
Opnames maken (geavanceerd)
Als u een scherpe foto van een snel
bewegend object wilt maken, stel dan een
snellere sluitertijd in. Wilt u een sleepeffect
creëren, stel dan een langzamere sluitertijd
in.
1
Stel de sluitertijd in en neem de
foto.
19
A
Sluitertijd
A
e : Sneller
r : Langzamer
1/30
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer dit met de review-functie of in
de weergavemodus.
• In sluitertijd-prioriteit AE kunt u de
volgende opties niet instellen.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
–[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar
sluitertijd-prioriteit AE, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100] ook al was dit eerst ingesteld
op [AUTO].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het
gebruik van een statief aan.
53
VQT0S25
Page 54
O
Handmatige belichting
Bepaal de belichting door het diafragma en
de sluitertijd handmatig in te stellen.
1
Stel het diafragma en de
Opnames maken (geavanceerd)
sluitertijd in.
19
3
Neem de foto.
F5.6 1/125
F2.8 1/30
AB
• e /r: Stel het diafragma A en de
sluitertijd
• w /q: Selecteer het diafragma en de
sluitertijd.
2
Druk de ontspanknop half in.
• De aanduiding van de belichtingscondities
B in.
F4.0 1/125
C (hulp bij handmatige belichting)
verschijnt ongeveer 10 seconden.
• Als de belichting onvoldoende is, stel
diafragma en sluitertijd dan opnieuw in.
n Hulp bij handmatige belichting
De belichting is
voldoende.
Stel een snellere
sluitertijd of een groter
diafragma in.
Stel een langzamere
sluitertijd of een kleiner
diafragma in.
• De hulp bij handmatige belichting is bij
benadering. We adviseren u foto’s te
nemen en deze te controleren met de
review-functie.
54
VQT0S25
Page 55
Opnames maken (geavanceerd)
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• Bij handmatige belichting kunt u de
volgende opties niet instellen.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
–[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar
handmatige belichting, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100] ook al was dit eerst ingesteld
op [AUTO].)
–De belichting compenseren (P43)
• De helderheid van het LCD-scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer de foto met de review- of
weergavemodus.
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood als u de ontspanknop half indrukt.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het
gebruik van een statief aan.
55
VQT0S25
Page 56
Opnames maken (geavanceerd)
n Diafragma en sluitertijd
Diafragma-prioriteit AE
Beschikbaar diafragmagetal
(Per 1/3 EV)
Sluitertijd (in sec.)
F8,08 tot 1/2000
F7,1F6,3F5,68 tot 1/1600
F4,9F4,5F4,08 tot 1/1300
F3,6F3,2F2,88 tot 1/1000
• De opnameduur is bij benadering. (De
eigenlijke tijden hangen af van de
opnamecondities en het type SD-kaart.)
• Opnameduur hangt af van het onderwerp.
• De resterende opnameduur die op de
LCD wordt weergegeven loopt wellicht
niet regelmatig terug.
• Met deze camera kunt u geen bewegende
beelden opnemen als u een
MultiMediaCard gebruikt.
• De bewegende beelden kunnen niet
zonder geluid worden opgenomen.
• De instellingen van autofocus/zoom/
diafragma blijven zoals ze waren bij de
start van de opname (het eerste frame).
• Afhankelijk van het type kaart dat u
gebruikt, kan de kaartaanduiding even op
het scherm zichtbaar worden na het
opnemen van de bewegende beelden. Dit
is normaal.
• Als u de [PICT.MODE] instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan
kaarten met een snelheid van 10 MB/
seconde of hoger (vermeld op verpakking
van kaart) voor de beste resultaten.
• Het nemen van foto’s kan plotseling
niet meer mogelijk zijn bij sommige
kaartsoorten of indien u een kaart
gebruikt met een gefragmenteerd
geheugen als gevolg van herhaaldelijk
opslaan en verwijderen.
Schoon de kaart van tevoren op met dit
toestel voor de beste resultaten (P101).
• We adviseren het gebruik van de
Panasonic SD geheugenkaart.
(Gebruik uitsluitend de echte SD-kaart
met het SD-logo.)
• Als bewegende beelden die met deze
camera zijn opgenomen worden
afgespeeld op andere apparatuur, is het
mogelijk dat de kwaliteit van beeld en
geluid verslechterd of dat ze in het geheel
niet afgespeeld kunnen worden.
• Films die u hebt opgenomen met
[30fpsVGA], [30fpsQVGA], [30fps16:9] en
[10fpsVGA] kunnen uitsluitend op
compatibele spelers worden
weergegeven.
• U kunt de functie richtingwaarneming en
review niet gebruiken in de modus
bewegend beeld [i].
• U kunt [MODE2] niet instellen bij de
functie Optical Image Stabilizer.
58
VQT0S25
Page 59
R S
Scènemodus
Opnames maken (geavanceerd)
T : [PORTRAIT] (P60)
U : [SPORTS] (P60)
Stel de modusknop in op [R] of [S]
om het menu [SCENE MODE] weer te
geven. Wanneer [SCENE MODE] (P24)
staat ingesteld op [OFF] in het menu
[SETUP], druk dan op de knop [MENU] om
het menu [SCENE MODE] weer te geven.
Menuopties
MENU
1
5
SCN1
SCENE MODE
SELECT
MENU
PORTRAIT
SPORTS
FOOD
SET
• Druk op w voor uitleg over de scènemodi.
(Druk op q terug te keren naar het menu.)
• Als u de zoomhendel naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
• Als u op de knop [MENU] drukt terwijl het
menu [SCENE MODE] wordt
weergegeven, kunt u het menu [SETUP]
(P21) en het menu [REC] (P68) instellen.
f : [FOOD] (P61)
V: [SCENERY] (P61)
X : [NIGHT PORTRAIT] (P62)
W: [NIGHT SCENERY] (P62)
h : [BABY] (P63)
e : [SOFT SKIN] (P64)
g : [CANDLE LIGHT] (P64)
a : [PARTY] (P65)
Z : [FIREWORKS] (P65)
b : [SNOW] (P66)
d : [STARRY SKY] (P66)
c : [SELF PORTRAIT] (P67)
• De volgende functies kunnen in de
scènemodus niet worden ingesteld.
–Witbalans (P69)
–ISO-gevoeligheid (P71)
–Metingsmodus (P73)
–Kleureffect (P76)
–Beeldinstelling (P77)
–AF/AE vergrendeling (P83)
• Stel de helderheid van de foto’s die u
neemt bij met de belichtingscompensatie.
• De kleur van de foto kan er vreemd uitzien
als u een scènemodus gebruikt die
ongeschikt is voor de opname.
59
VQT0S25
Page 60
T
Portretmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze functie kunt u het onderwerp
duidelijk laten uitkomen tegen een
onscherpe achtergrond en de belichting en
kleur bijstellen om het onderwerp een
gezond uiterlijk te geven.
19
n Techniek voor portretmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan.
3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
U
Sportmodus
Met deze modus kunt u foto’s nemen van
een snel bewegend onderwerp. (Bijv. bij het
nemen van sportfoto’s buiten.)
19
n Techniek voor sportmodus
Om acties van het onderwerp als stilstaand
vast te leggen, wordt de sluitertijd sneller
dan normaal. Deze modus werkt het beste
bij het nemen van foto’s overdag op een
heldere dag.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag, waarbij u 5 m of meer van het
onderwerp verwijderd blijft.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
60
VQT0S25
Page 61
f
Voedselmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Gebruik deze modus voor het nemen van
foto’s in restaurants, ongeacht de
belichting, zodat de natuurlijke kleuren van
het onderwerp goed uitkomen.
V
Landschapsmodus
Met deze modus neemt u foto’s van een
uitgestrekt landschap. De camera richt u bij
voorkeur op een ver verwijderd onderwerp.
19
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
19
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De instelling van de AF-assistentielamp is
uitgeschakeld.
61
VQT0S25
Page 62
X
Nachtportretmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u foto’s tegen een
nachtelijk landschap. Het onderwerp kan
met de helderheid van overdag worden
vastgelegd met behulp van de flitser en een
langzame sluitertijd.
W
Nachtlandschapsmodus
Met deze modus neemt u foto’s van een
nachtelijk landschap. Het landschap kan
helder worden vastgelegd door een
langzame sluitertijd te gebruiken.
19
n Techniek voor nachtportretmodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
• Laat het onderwerp na het nemen van de
foto nog ongeveer een seconde stilstaan.
• We adviseren u foto’s te nemen met de
zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op
een afstand van ongeveer 1,5 m van het
onderwerp.
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Zie
pagina 40 voor uitgebreide informatie
over het flitsbereik.)
• De sluiter kan (max. ongeveer 1 seconde)
dicht blijven na het nemen van een foto
met langzame sluitertijd, dit is echter
geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• De flitser staat ingesteld op Slow sync./
Rode-ogenreductie [u] en werkt in
deze modus altijd.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
• Als de flitser dicht is, verschijnt de
melding [PLEASE OPEN THE FLASH].
19
n Techniek voor
nachtlandschapsmodus
• Gebruik een statief aangezien de sluiter
wel 8 seconden open kan staan. Gebruik
de zelfontspanner voor de beste
resultaten. (P42)
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De sluiter kan (max. ongeveer 8
seconden) dicht blijven na het nemen van
een foto met langzame sluitertijd, dit is
echter geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO80].
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
62
VQT0S25
Page 63
h
Babymodus
Deze modus past de belichting en tint aan
om de gezonde kleur van de huid van uw
baby er goed uit te laten springen. De flitser
is zwakker dan normaal als u deze wilt
gebruiken.
Opnames maken (geavanceerd)
19
1 month 10days
10:00 20.DEC.2005
• U kunt ook de leeftijd van uw kind
invoeren zodat deze later wordt getoond
bij de foto.
• U kunt tevens de [LUMIX Simple Viewer]
of [PHOTOfunSTUDIO] software op de
inbegrepen CD-ROM gebruiken om uw
baby’s leeftijd in te voeren. (Voor meer
informatie verwijzen we naar de
afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.)
BABY
WITH AGE
WITHOUT AGE
BIRTHDAY SET.
MENU
SELECT
n Instelling leeftijdsweergave
• Geef de leeftijd weer door eerst de
geboortedatum in te voeren, selecteer
[WITH AGE], en druk op q.
• Voor het niet weergeven van de leeftijd,
selecteer [WITHOUT AGE], en druk op q.
SET
MENU
n Instelling geboortedatum
1 Selecteer [BIRTHDAY SET.] en druk
op q.
2 Er verschijnt [PLEASE SET THE
BIRTHDAY OF THE BABY] op het
scherm. Selecteer jaar/maand/dag
met w/ q, wijzig de datum daarna met
e / r.
3 Druk op [MENU] om af te sluiten.
• Als u [WITH AGE] hebt geselecteerd
maar geen datum hebt ingesteld,
verschijnt er een bericht.
Druk op [MENU] en volg de stappen
2 en
3 om de geboortedatum in te voeren.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Telkens wanneer u de camera in
babymodus aanzet of overschakelt naar
babymodus vanuit een andere
scènemodus, worden de leeftijd van uw
kind en de huidige datum en tijd ongeveer
5 seconden weergegeven.
• De eigenlijke leeftijdsweergave is
afhankelijk van de [LANGUAGE]
instelling.
• De weergave op de eigenlijke
geboortedag van uw kind is 0 month 0
day.
• Controleer de instellingen van de klok en
de geboortedatum als de leeftijd verkeerd
wordt weergegeven.
• Indien u [WITHOUT AGE] hebt
geselecteerd, wordt geen
leeftijdsinformatie vastgelegd voor foto’s
die u neemt. De informatie wordt zelfs als
u na het nemen van de foto’s [WITH AGE]
selecteert, niet weergegeven.
• Gebruik de functie [RESET] in het menu
[SETUP] (P23) om de instelling van de
geboortedatum te wissen.
63
VQT0S25
Page 64
e
Zachte huidmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus maakt u foto’s waarbij de
huid van het onderwerp er zachter uitziet.
Gebruik deze modus voor het maken van
portretten vanaf de borst omhoog.
19
n Techniek voor zachte huidmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan.
3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Als de opname nog meer vleeskleurige
elementen bevat, ondergaan die ook een
verzachtend effect.
• Het effect kan bij te weinig licht onduidelijk
zijn.
g
Kaarslichtmodus
Gebruik deze modus om de sfeer van
kaarslicht over te brengen.
19
n Techniek voor kaarslichtmodus
• Dit werkt het best zonder flits.
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P42) voor de beste resultaten.
• U maakt de beste foto’s met de
zoomhendel op W (wide oftewel
groothoek).
• De flitsmodus kan worden ingesteld op
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
of Slow sync./Rode-ogenreductie
[u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
64
VQT0S25
Page 65
a
Partymodus
Opnames maken (geavanceerd)
Selecteer deze modus als u foto’s wilt
nemen op trouwrecepties, feesten
binnenshuis, enz.
Zowel de mensen als de achtergrond
kunnen met de echte helderheid worden
vastgelegd met behulp van de flitser en een
langzamere sluitertijd.
19
n Techniek voor partymodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
• We adviseren u foto’s te nemen met de
zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op
een afstand van ongeveer 1,5 m van het
onderwerp.
• De flitsmodus kan worden ingesteld op
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
of Slow sync./Rode-ogenreductie
[u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Z
Vuurwerkmodus
Met deze modus neemt u prachtige foto’s
van vuurwerk dat tegen een nachtelijke
hemel wordt afgestoken. De sluitertijd of de
belichting wordt automatisch aangepast
voor het nemen van foto’s van vuurwerk.
19
n Techniek voor vuurwerkmodus
• We raden een statief aan.
• Deze modus werkt het best bij
onderwerpen die minimaal 10 m van de
camera verwijderd zijn.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• U kunt de AF-modusinstelling niet
wijzigen.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
65
VQT0S25
Page 66
b
Sneeuwmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u foto’s op locaties
zoals ski-oorden en in een besneeuwd
berglandschap. De belichting en witbalans
worden aangepast om de witte kleur van de
sneeuw eruit te laten springen.
19
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
d
Sterrenhemelmodus
Kies deze instelling om heldere foto’s van
de nachtelijke hemel te maken. Dankzij de
langzame sluitertijd schitteren de sterren. U
kunt een sluitertijd van 15, 30 of 60
seconden kiezen.
19
15
n Techniek voor sterrenhemelmodus
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
n De sluitertijd instellen
STARRY SKY
15 SEC.
30 SEC.
60 SEC.
SELECT
SET
MENU
MENU
15
MENU
CANCEL
• Druk op e/r om de sluitertijd te
selecteren, druk dan op q.
• Het aftelscherm verschijnt als u op de
ontspanknop drukt. Beweeg de camera
niet. Als het aftellen is beëindigd, wordt
[PLEASE WAIT···] ongeveer net zo lang
weergegeven als de ingestelde sluitertijd
duurt. Dit dient voor het verwerken van de
signalen.
• De opname wordt geannuleerd als u
tijdens de weergave van het aftelscherm
op de knop [MENU] drukt.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op
[OFF]. (P45)
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO80].
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
• Belichtingscompensatie, de modus autobracket of burst, of geluidsopname
kunnen niet worden gebruikt.
• Het histogram is altijd oranje. (P27)
66
VQT0S25
Page 67
c
Zelfportretmodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u foto’s van uzelf.
2
19
n Techniek voor zelfportretmodus
• Als u hebt scherpgesteld door het
indrukken van de ontspanknop, gaat het
lampje van de zelfontspanner branden.
Houd de camera stevig vast en druk de
ontspanknop dan helemaal in.
• Een knipperend zelfontspannerlampje
betekent dat de camera niet scherp staat.
Druk de ontspanknop tot halverwege in
om scherp te stellen.
• Het vastgelegde beeld verschijnt
automatisch op het LCD-scherm ter
controle. Zie P35 voor de bediening van
de review-functie.
• Als de foto vaag wordt bij een langzame
sluitertijd, raden we aan de
zelfontspanner van 2 seconden te
gebruiken. (P42)
• Het beschikbare focusbereik is 30 cm tot
70 cm.
• U kunt een foto van uzelf met geluid
nemen (P73). Hierbij brandt het
zelfontspannerlampje terwijl het geluid
wordt opgenomen.
• Als u de zelfportretmodus selecteert
[c], gaat de zoomhendel automatisch
naar Wide (1X).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld
op [OFF] of [2SEC.]. (P42) Indien u
[2SEC.] instelt, blijft dit van kracht totdat
de camera wordt [OFF] gezet of u van
modus wisselt.
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op
[MODE2]. (P45)
• De instelling van de AF-assistentielamp is
uitgeschakeld.
• De AF-modus is vast ingesteld op 9-zonefocussing. (P74)
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
67
VQT0S25
Page 68
Opnames maken (geavanceerd)
Werken met het modusmenu [REC]
Door het instellen van kleur, het aanpassen
van de fotokwaliteit, enz. kunt u foto’s
nemen met een grote variëteit.
• Stel de modusknop in op de gewenste
opnamemodus.
• De menuopties hangen af van de
geselecteerde opnamemodus.
• Als u de zoomhendel naar T of W draait,
bladert u naar de volgende of vorige
pagina van het menuscherm.
• Sluit het menu door de ontspanknop half
in te drukken of op de knop [MENU] te
drukken na het voltooien van de instelling.
K : [W.BALANCE] (P69)
J : [SENSITIVITY] (P71)
Z : [PICT.SIZE] (P71)
Q: [QUALITY] (P72)
R : [AUDIO REC.] (P73)
R : [METERING MODE] (P73)
M : [AF MODE] (P74)
: [CONT.AF] (P75)
N : [AF ASSIST LAMP] (P75)
AF-L
: [AF/AE LOCK] (P83)
AE-L
O : [D.ZOOM] (P76)
T : [COL.EFFECT] (P76)
U: [PICT.ADJ.] (P77)
M : [FLIP ANIM.] (P77)
68
VQT0S25
Page 69
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
K
Witbalans [W.BALANCE]
Met deze functie reproduceert u een kleur
wit die de tint in het echte leven beter
benaderd op foto’s die zijn opgenomen met
zonlicht, halogeenverlichting, enz. waarbij
de witte kleur er rood- of blauwachtig uit
kan zien.
AUTO
voor automatische
instelling (autowitbalans)
k (Daglicht)
voor opnames
buitenshuis op een
heldere dag
l (Bewolkt)
m (Halogeen)
: (Wit-instelling 1)
voor opnames onder
een bewolkte hemel
voor opnames onder
halogeenverlichting
voor gebruik van de
vooraf ingestelde
witbalans
; (Wit-instelling 2)
voor gebruik van de
vooraf ingestelde
witbalans
p
(Wit-instelling)
voor gebruik van de
instellingen 1 of 2
met een andere
witbalansinstelling
(P70)
• Bij het instellen van de witbalans op een
andere modus dan [AUTO], kunt u de
witbalans verfijnd afstemmen. (P70)
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de
Auto-modus [0].
n Automatische witbalans
Gebruik van de automatische aanpassing
van de witbalans in ongeschikte
lichtomstandigheden, kan leiden tot roodof blauwachtige foto’s. Als het onderwerp
wordt omringd door vele lichtbronnen,
werkt de automatische witbalans wellicht
niet correct.
Stel de witbalans in dat geval handmatig in
op een modus behalve [AUTO].
1 Het bereik wordt bepaald door de
modus voor automatische aanpassing
van de witbalans van deze camera
2 TV-scherm
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Zonlicht
5Wit TL-licht
6 2 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang
7 1 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang
8 Halogeenlamp
9 30 minuten voor zonsopgang en na
zonsondergang
10 Gloeilamp
11 Zonsopgang en zonsondergang
12 Kaarslicht
2)
3)
1)
6)
7)
9)
11)
5)
4)
8)
10)
12)
K=Kelvin kleurtemperatuur
69
VQT0S25
Page 70
Opnames maken (geavanceerd)
n Handmatig instellen van de witbalans
(Wit-instelling p)
Gebruik deze modus om de witbalans
handmatig in te stellen.
1 Stel in op [p] (Wit-instelling) en druk
dan op q.
2 Selecteer [:] (Wit-instelling 1) of [;]
(Wit-instelling 2) en druk dan op q.
3 Richt de camera op een wit vel papier of
een vergelijkbaar wit object zodat het
kader in het midden van het scherm wit
wordt en druk dan op q.
WHITE SET
SETCANCEL
MENU
n Fijnafstelling van de witbalans L
Als het niet lukt om de gewenste kleur in te
stellen met de witbalans, kunt u de
witbalans verfijnd afstellen.
1 Stel de witbalans in op [k]/[l]/[m]/
[:]/[;]. (P69)
2 Druk meerdere keren op e totdat [L
WB ADJUST.] verschijnt.
WB ADJUST.
RED
BLUE
Over de witbalans
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de
[0]
Auto-modus
.
• Bij het nemen van een foto met de flitser,
wordt de witbalans automatisch bijgesteld
[behalve bij [k] (daglicht)]. Bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet correct wordt bijgesteld.
Over de verfijnde afstelling van de
witbalans
• Het witbalanspictogram op het scherm
wordt rood of blauw als u de witbalans
fijnafstelling hebt uitgevoerd.
• U kunt de waarde voor elke modus apart
instellen bij witbalans.
• De instelling van de fijnafstelling van de
witbalans wordt zichtbaar op de foto
wanneer u die neemt met flits.
• Als u de instelling van de witbalans wijzigt
voor de set-modus [p], keren de
waarden van de fijnafstelling van de
witbalans voor [:] en [;] terug naar
“0”.
• Indien het kleureffect is ingesteld op een
van de opties [COOL], [WARM], [B/W] of
[SEPIA] (P76), kunt u de witbalans niet
fijn afstellen.
Over de wit-instelling
• Zorg dat de camera of het onderwerp na
het starten van de wit-instelling niet meer
beweegt tot u terugkeert naar het menu.
SELECTEXIT
3 Stel de witbalans fijn af.
• q [BLUE]: Druk hierop als de kleur
roodachtig is.
• w [RED]: Druk hierop als de kleur
blauwachtig is.
70
VQT0S25
Page 71
Zie pagina 68 voor het instellen.
J
ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY]
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Z
Beeldformaat [PICT.SIZE]
ISO-gevoeligheid geeft de lichtgevoeligheid
in een waarde weer. Als u de ISOgevoeligheid hoger instelt, wordt de camera
beter geschikter voor opnames op donkere
plekken.
• Bij het instellen op [AUTO], wordt de ISOgevoeligheid automatisch aangepast van
[ISO80] tot [ISO200] conform de
helderheid. (Bij gebruik van de flitser kan
hij worden aangepast van [ISO100] tot
[ISO400].)
ISOgevoeligheid
Gebruiken op
heldere plekken
(bijv. buitenshuis)
Gebruiken op
duistere plekken
80 400
Geschikt
Niet
geschikt
Niet
geschikt
Geschikt
SluitertijdLangzaam Snel
RuisMinderMeer
• In Auto-modus [0], bewegend
beeldmodus [i] of scènemodus (P59),
is de ISO-gevoeligheid vast ingesteld op
[AUTO]. (In [NIGHT SCENERY], [SOFT
SKIN] en [STARRY SKY] in scènemodus,
is het vast ingesteld op [ISO80].)
• Om beeldruis te voorkomen raden we aan
de ISO-gevoeligheid of de instelling
[NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] te
verlagen tot [HIGH] voor het nemen van
foto’s. (P77)
Selecteer een hoger aantal beeldpunten
voor duidelijker foto’s bij het afdrukken.
Selecteer een lager aantal beeldpunten om
meer foto’s op de kaart te kunnen opslaan.
Minder beeldpunten betekent ook dat de
foto’s gemakkelijker te versturen zijn per email of te gebruiken op een homepage.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
3840×2160 beeldpunten
8M
3072×1728 beeldpunten
EZ
5.5M
1920×1080 beeldpunten
EZ
2M
n Indien de aspectratio staat ingesteld
[]
op
3248×2160 beeldpunten
7M
2560×1712 beeldpunten
EZ
4.5M
2048×1360 beeldpunten
EZ
2.5M
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
2880×2160 beeldpunten
6M
2304×1728 beeldpunten
EZ
4M
2048×1536 beeldpunten
EZ
3M
1600×1200 beeldpunten
EZ
2M
1280×960 beeldpunten
EZ
1M
• Zie pagina 57 bij gebruik van de
filmmodus [i].
• EZ is een afkorting voor Extra Optical
Zoom. (P86)
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit
afhankelijk van het onderwerp en de
opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert
afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht
niet overeen met de opgenomen beelden.
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal
opneembare foto’s.
71
VQT0S25
Page 72
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Q
Kwaliteit [QUALITY]
U kunt kiezen uit 4 types kwaliteit
(compressieverhouding), afhankelijk van
het gebruik van de foto.
TIFF TIFF (ongecomprimeerd)
Dit type is geschikt voor het
bewerken en verwerken van foto’s
met beeldbewerkingssoftware.
Fijn (Lage compressie):
G
Bij dit type wordt prioriteit gegeven
aan beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit is
hoog.
Standaard (Hoge compressie):
H
Bij dit type krijgt het aantal
opneembare foto’s prioriteit en
worden foto's in standaardkwaliteit
opgeslagen.
RAW RAW (ongecomprimeerd):
Dit type is geschikt voor het
bewerken en verwerken van foto’s
met een computer.
• Als de kwaliteit is ingesteld op [TIFF] of
[RAW], wordt tegelijkertijd een JPEG-foto
van standaardkwaliteit [H] gecreëerd.
Het JPEG-bestand wordt ook verwijderd
als u het bijbehorende TIFF/RAWbestand verwijderd.
• Als u [RAW] selecteert, wordt de
maximale resolutie (P71) voor elke
aspectratio gefixeerd.
• De digitale zoom is niet bruikbaar als u
[RAW] hebt geselecteerd.
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit
afhankelijk van het onderwerp en de
opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert
afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht
niet overeen met de opgenomen beelden.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt voor foto’s opgeslagen in [TIFF]
of [RAW].
–Auto-bracket
–Burstmodus
–[AUDIO REC.]
–[AUDIO DUB.]
–[RESIZE]
–[TRIMMING]
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal
opneembare foto’s.
• U kunt bestanden in [RAW] indeling
verwerken met ofwel
[PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen
CD-ROM) of ArcSoft [PhotoImpression].
Maak gebruik van uw computer voor
bewerkingen die deze camera niet kan
uitvoeren.
• Gebruik voor geadvanceerde
fotografische verwerking software die
compatibel is met de RAW-indeling van
Panasonic, zoals Adobe Photoshop CS
(met RAW-plugin). Ga naar
http://www.adobe.com/ voor meer
informatie over Adobe-producten.
72
VQT0S25
Page 73
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
R
Geluidsopname [AUDIO REC.]
U kunt een foto met geluid nemen.
• Als u [AUDIO REC.] instelt op [ON],
verschijnt [I] op het scherm.
• Als uw begint met opnemen door scherp
te stellen op het onderwerp en de
ontspanknop in te drukken, wordt de
geluidsopname automatisch gestopt na
vijf seconden. Het is niet nodig om de
ontspanknop ingedrukt te houden.
• Het geluid wordt opgenomen via de
ingebouwde microfoon van de camera.
• Als u tijdens de geluidsopname op de
knop [MENU] drukt, wordt de opname
geannuleerd. Het geluid kan niet worden
opgeslagen.
• U kunt geen foto’s met geluid opnemen in
auto-bracket, burstmodus of als de
kwaliteit is ingesteld op [TIFF], [RAW] of
[STARRY SKY] in de scènemodus (P66).
Zie pagina 68 voor het instellen.
Metingfunctie
R
[METERING MODE]
U kunt overschakelen naar de volgende
metingfuncties.
Meervoudig:
R
Bij deze methode meet de camera
de meest geschikte belichting door
automatische beoordeling van de
verdeling van helderheid over het
hele scherm. We raden deze
methode over het algemeen aan.
Center weighted:
S
Bij deze methode wordt
geconcentreerd op het midden van
het scherm en wordt het gehele
scherm gelijkmatig gemeten.
Spot:
U
Bij deze methode wordt het
onderwerp gemeten op een
bepaald punt, de ‘spot’
A.
A
• Deze staat vast ingesteld op Multiple
[R] in de Auto-modus [0].
73
VQT0S25
Page 74
Zie pagina 68 voor het instellen.
M
AF-modus [AF MODE]
9-zone-focussing:
T
De camera stelt scherp op een van
de 9 focuszones. U kunt een foto in
een vrije compositie vastleggen
zonder het onderwerp een
bepaalde positie op te dwingen.
3-zone-focussing (hoge snelheid):
V
De camera stelt scherp op een van
de vlakken links, in het midden of
rechts op het scherm.
1-zone-focussing (hoge snelheid):
W
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het AF-gebied in het
midden van het scherm.
1-zone-focussing:
W
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het AF-gebied in het
midden van het scherm.
Opnames maken (geavanceerd)
U
n High speed AF (H) modus
• Als u 3-zone-focussing selecteert (hoge
snelheid) of 1-zone-focussing (hoge
snelheid), wordt de autofocus op hoge
snelheid geactiveerd en kunt u sneller de
scherptediepte van het object bepalen.
• Foto’s kunnen blijven stilstaan in de
conditie waarin ze verkeerden voordat het
object werd scherpgesteld door de
ontspanknop half in te drukken. Dit is
echter geen storing. Als u geen
stilstaande foto’s wilt nemen tijdens de
autofocus, gebruik dan een andere AFmodus dan 3-zone-focussing (hoge
snelheid) en 1-zone-focussing (hoge
snelheid).
• Als u de digitale zoom gebruikt of foto’s
neemt op donkere plekken, wordt de AFzone op het midden van het scherm
weergegeven in een grotere maat dan
normaal.
• Als meerdere AF-zones (max. 9 vlakken)
tegelijk oplichten, richt de camera zich op al
deze AF-zones.
De focuspositie wordt niet van tevoren bepaald
omdat hij wordt ingesteld op de positie die de
camera automatisch vaststelt op het moment
van focussen. Wilt u de focuspositie bepalen
voor het nemen van foto’s, schakel de AFmodus dan over naar 1-zone-focussing, 1zone-focussing (hoge snelheid) of spotfocussing.
• U kunt de AF-modus niet wijzigen
wanneer u [FIREWORKS] of [SELF
PORTRAIT] in scènemodus (P59)
gebruikt.
• Deze staat vast ingesteld op 1-zonefocussing in de Auto-modus [0].
Spot-focussing:
De camera stelt scherp op het
omkaderde, smalle vlak op het
scherm.
74
VQT0S25
Page 75
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Continue AF [CONT.AF]
SCN
2
SCN
1
Met deze modus bepaalt u eenvoudiger de
compositie van een foto omdat altijd wordt
scherpgesteld op het onderwerp.
Als de AF-modus wordt ingesteld op 1zone-focussing, 1-zone-focussing (hoge
snelheid) of spot-focussing, is er minder tijd
nodig voor het scherpstellen als de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
• Als het wordt ingesteld op [ON], verschijnt
de aanduiding [ ].
• De batterij kan sneller opraken dan
gebruikelijk.
• Het scherpstellen op een onderwerp kan
even duren nadat de zoomhendel van
Wide naar Tele is gedraaid of wanneer
snel gewisseld wordt van een
dichtbijgelegen onderwerp naar een
verafgelegen onderwerp.
• Druk de ontspanknop nogmaals half in als
het moeilijk is om scherp te stellen op het
onderwerp.
• U kunt dit niet gebruiken bij de scènemodi
(P59) [STARRY SKY], [FIREWORKS],
[NIGHT PORTRAIT] of [NIGHT SCENERY].
• Indien de focusschakelaar op [AFw]
staat ingesteld, wordt de focustijd niet
korter.
Zie pagina 68 voor het instellen.
AF-assistentielamp
N
[AF ASSIST LAMP]
Door het onderwerp te belichten met de
AF-assistentielamp kan de camera onder
slechte lichtcondities scherpstellen.
Wanneer u de
ontspanknop half indrukt
1
op donkere plekken of
andere situaties, verschijnt
een groter AF-gebied dan
normaal en gaat de AFassistentielamp
1 aan.
ONDe AF-assistentielamp gaat aan
onder slechte lichtcondities. Op dat
moment verschijnt het pictogram
AF-assistentielamp [S] op het
scherm. Het effectieve bereik van
de AF-assistentielamp is 1,5 m.
OFF De AF-assistentielamp gaat niet
aan.
• Hou rekening met de volgende punten als
de AF-assistentielamp wordt gebruikt.
–Kijk niet dicht in de AF-assistentielamp.
–Dek de AF-assistentielamp niet af met
uw vingers of andere voorwerpen.
• AF-assistentielamp is vast ingesteld op
[ON] in Auto-modus [0].
• U kunt de AF-assistentielamp niet
gebruiken in [SCENERY], [NIGHT
SCENERY], [FIREWORKS] en [SELF
PORTRAIT] in scènemodus (P59).
• Als u de AF-assistentielamp niet wilt
gebruiken (bijv. wanneer u een foto neemt
van een object op een donkere plek), stel
de [AF ASSIST LAMP] dan in op [OFF]. In
dit geval wordt het moeilijk om scherp te
stellen op het onderwerp.
• Het AF-gebied (P74) wordt slechts
ingesteld op een punt midden op het
scherm wanneer de AF-assistentielamp
wordt aangezet.
75
VQT0S25
Page 76
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
O
Digitale zoom [D.ZOOM]
SCN
2
SCN
1
Het is mogelijk om een onderwerp waarop
al vier keer is ingezoomd nog verder te
vergroten met de optische zoom en
nogmaals vier keer met de digitale zoom,
waarmee een maximum van 16 keer wordt
bereikt.
(U kunt de extra optische zoom nog
benutten.)
Zie pagina 86 voor meer informatie over de
extra optische zoom.
n Het digitale zoombereik invoeren
Als u de zoomhendel naar de uiterste Tele
positie bereikt, kan het zijn dat de
zoomaanduiding op het scherm even
pauzeert.
U kunt het digitale zoombereik instellen om
de zoomhendel voortdurend naar Tele te
draaien om de zoomhendel eenmaal los te
laten en dan opnieuw naar Tele te draaien.
[OFF] :
1
[ON] :
4
16
4
2
1 Optische zoom
2 Digitale zoom
Zie pagina 68 voor het instellen.
T
Kleureffect [COL.EFFECT]
U kunt 4 types kleureffecten gebruiken
afhankelijk van de afbeelding op de foto.
COOL
De foto krijgt een blauwe zweem.
WARMDe foto krijgt een rode zweem.
B/WDe foto wordt zwar twit.
SEPIADe foto wordt sepiakleurig.
• Bij gebruik van de digitale zoom, gaat de
beeldkwaliteit achteruit.
• In het digitale zoombereik, kan het zijn dat
de stabilisatiefunctie niet goed werkt.
• Gebruik bij digitale zoom een statief en de
zelfontspanner (P42) voor de beste
resultaten.
• Het AF-gebied wordt in een groter formaat
dan anders weergegeven en alleen
ingesteld op een punt in het midden van
het scherm in het digitale zoombereik.
• Als u [QUALITY] instelt op [RAW] (P72),
schakelt de digitale zoom uit. Schakelt u
over op een andere [QUALITY] instelling,
wordt de digitale zoominstelling van voor
uw selectie van [RAW] hersteld.
76
VQT0S25
Page 77
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
U
Beeldinstelling [PICT.ADJ.]
Gebruik deze functie in overeenstemming
met de opnamesituatie en de sfeer van de
foto.
CONTRASTHIGH Verhoogt het verschil
tussen licht en donker op
de foto.
LOW Verlaagt het verschil
tussen licht en donker op
de foto.
SHARPNESS HIGH De foto krijgt een grote
scherpte.
LOW De foto krijgt een kleine
scherpte.
SATURATION HIGH De kleuren in de foto
worden levendig.
LOW De kleuren in de foto
worden natuurlijk.
NOISE
REDUCTION
HIGH Het
ruisonderdrukkingseffect
wordt versterkt.
De resolutie van de foto
kan hierdoor iets
verslechteren.
LOW Het
ruisonderdrukkingseffect
wordt verminderd.
U krijgt foto’s met een
hogere resolutie.
Zie pagina 68 voor het instellen.
M
Flip-animatie [FLIP ANIM.]
SCN
2
SCN
1
U kunt met de camera bewegende
beeldbestanden maken van tot 20
seconden door beelden die in flip-animatie
zijn opgeslagen aaneen te smeden.
Voorbeeld:
Door opeenvolgende beelden van het
onderwerp vast te leggen door de camera
beetje bij beetje te bewegen en de beelden
aaneen te sluiten, lijkt het of het onderwerp
zich beweegt.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden. Om beeldruis te
voorkomen raden we aan de instelling
[NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] op
[HIGH] in te stellen of om alle opties
behalve [NOISE REDUCTION] op [LOW]
in te stellen voor het nemen van foto’s.
• In Auto-modus [0] kunt u [PICT.ADJ.]
niet gebruiken.
77
VQT0S25
Page 78
Opnames maken (geavanceerd)
8
92
U
1
Selecteer [FLIP ANIM.].
3
REC
3
D.ZOOM
COL.EFFECT
PICT.ADJ.
FLIP ANIM.
MENU
SELECT
MENU
EXIT
• Er wordt een bewegend beeldbestand
gemaakt door beelden die zijn
opgeslagen in [PICTURE CAPTURE]
samen te voegen bij [CREATE MOTION
PICTURE].
• Geluid kan niet worden opgenomen.
• Het is niet mogelijk om geluid op te
nemen met audio-dubbing. (P96)
2
Selecteer [PICTURE CAPTURE].
FLIP ANIM.
PICTURE CAPTURE
CREATE MOTION PICTURE
DELETE STILL PICTURES
SELECTEXIT
MENU
3
Beelden vastleggen voor flipanimatie.
MEN
• U kunt het vastgelegde beeld controleren
met r en het vorige of volgende beeld
met w/ q.
• Wis onnodige beelden met de knop [A].
• U kunt max. 100 foto’s opslaan. Het
weergegeven aantal op te nemen foto’s is
een schatting.
4
Selecteer [CREATE MOTION
PICTURE].
FLIP ANIM.
PICTURE CAPTURE
CREATE MOTION PICTURE
DELETE STILL PICTURES
• Het beeldformaat is 320×240 beeldpunten.
78
VQT0S25
SELECTEXIT
MENU
MENU
Page 79
Opnames maken (geavanceerd)
5
Selecteer [FRAME RATE] en stel
het aantal frames (beelden) in.
CREATE MOTION PICTURE
FRAME RATE
CREATE MOTION PICTURE
SELECTEXITSET
MENU
5fps5 frames/sec.
10fps 10 frames/sec. (De filmbeelden
gaan vloeiender in elkaar over.)
6
Selecteer [CREATE MOTION
PICTURE] en maak een flipanimatie.
CREATE MOTION PICTURE
FRAME RATE
CREATE MOTION PICTURE
n Alle stilstaande beelden wissen die
zijn gebruikt voor de flip-animatie
Bij het selecteren van [DELETE STILL
PICTURES] in het menu [FLIP ANIM.],
verschijnt er een bevestigingsscherm.
Selecteer [YES] met r en druk dan op q.
• U kunt geen foto’s gebruiken met audio,
burstmodus en auto-bracket en de functie
richtingwaarneming.
• De beelden in elke frame verschijnen niet
in normale review. (P35)
• Als u [CREATE MOTION PICTURE]
uitvoert, wordt de flip-animatie gecreëerd
van alle voor flip-animatie vastgelegde
foto’s. Wis onnodige foto’s.
• Flip-animaties kunnen niet op andere
apparatuur worden weergegeven.
• Geluid wordt niet opgenomen op flipanimaties. Het kan echter voorkomen dat
u verschillende niveaus ruis hoort als u
flip-animaties afspeelt met andere
apparatuur zonder mute-functie.
SELECTEXIT
MENU
MENU
3 keer
• Het bestandsnummer verschijnt na het
maken van een flip-animatie.
n Gecreëerde flip-animaties weergeven
• U kunt gecreëerde flip-animaties
weergeven op dezelfde manier waarop
bewegende beelden worden
weergegeven. (P87)
79
VQT0S25
Page 80
Opnames maken (geavanceerd)
Werken met het snelmenu
U kunt het volgende wijzigen met de
joystick tijdens het opnemen.
• [W.BALANCE] (P69)
• [SENSITIVITY] (P71)
• [PICT.SIZE] (P71)
• [QUALITY] (P72)
• [PICT.MODE] (P57)
1
Houd de joystick ingedrukt om
het snelkoppelingsmenu weer te
geven in opnamemodus.
8
M
AUTO
AUTO
AUTO
• Het instelmenu Quick verschijnt.
2
EXITSELECT
• De menuopties hangen af van de
geselecteerde opnamemodus.
2
Selecteer het menu door erop te
drukken.
8
M
AUTO
AUTO
AUTO
ISO
ISO
ISO
ISO
80
100
200
400
2
EXITSELECT
80
VQT0S25
Page 81
Opnames maken (geavanceerd)
8
Foto’s nemen met handmatige focus
1
Schuif de focusschakelaar naar
[MF].
• AF: Autofocus
• AFw: Macromodus
• MF: Handmatige focus
2
Beweeg de joystick naar w/q om
[MF] te selecteren, beweeg de
joystick dan naar e/ r om scherp
te stellen.
F2.
• A : MF aanduiding
•
B : Brandpuntsafstand
• e : Verder
• r : Dichterbij
• De assistent voor handmatige focus C verschijnt.
• De MF-assistent verdwijnt 2 seconden
nadat u de joystick niet meer beweegt.
• De verschuivende focusaanduiding
verdwijnt 5 seconden nadat u de joystick
niet meer beweegt.
D
1
A
BC
D
3
Neem de foto.
1/30F2.8
81
VQT0S25
Page 82
Opnames maken (geavanceerd)
5
n MF assistentie
Beweeg de joystick naar e/r terwijl [MF
ASSIST] is ingesteld op [MF1] of [MF2] om
de afbeelding te vergroten om het
scherpstellen te vereenvoudigen. (P22)
• [MF1]: Het middengedeelte van de foto
wordt vergroot. U kunt
scherpstellen terwijl u let op de
algehele compositie van de foto.
m
5
2
1
0.5
F2.81/30
MF
• [MF2]: De gehele foto wordt vergroot. U
kunt eenvoudig scherpstellen als u
niet zeker bent van het brandpunt
bij groothoek.
1
0.5
F2.81/30
MF
• U kunt de MF-assistent uitschakelen
[OFF] in het menu [SETUP] (in
opnamemodus). (P22)
n Techniek voor handmatige focus
1 Beweeg de joystick e/r.
2 Ook al is het onderwerp scherpgesteld,
verplaats het toch nog een beetje.
3 Keer terug naar het midden om fijne
aanpassingen uit te voeren.
n Pre-focus
Bij deze techniek stelt u van tevoren scherp
op een bepaald punt om foto’s te nemen in
situaties waar het moeilijk is om op het
onderwerp te richten met autofocus
vanwege de snelheid.
Deze functie is geschikt wanneer de
afstand tussen camera en onderwerp
vaststaat.
• U kunt met handmatige focus ook in
bewegend beeldmodus [i] opnemen.
De focus wordt gefixeerd bij het starten
van de opname.
• Als u scherpstelt op het onderwerp in
Wide, is de focus wellicht niet voldoende
voor Tele. Focus in dat geval nogmaals op
het onderwerp.
• Bij het instellen van handmatige focus,
kunt u continue AF (P75) niet instellen.
• De MF-assistent verschijnt niet bij een
digitale zoombereik.
• De weergegeven afstand geeft ongeveer
aan hoe ver weg het focuspunt is.
• Gebruik de MF-assistent om de laatste
aanpassingen aan de focus uit te voeren.
• De AF-vergrendeling wordt opgeheven als
u handmatige focus selecteert.
82
VQT0S25
Page 83
Opnames maken (geavanceerd)
AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/
AE: Auto exposure)
Het vergrendelen van de focus kan handig
zijn wanneer het onderwerp zich buiten het
AF-gebied bevindt van de foto die u wilt
maken. Het vergrendelen van de belichting
is handig als er sprake is van een extreem
contrast op de opname en u de belichting
niet optimaal krijgt.
1
Selecteer [AF/AE LOCK] in het
menu [REC] om [AF], [AE] of
[AF/AE] te selecteren.
2
REC
3
METERING MODE
AF MODE
-
C
AF
CONT.AF
AF
AF ASSIST LAMP
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
SELECT
MENU
• AF : Vergrendelde autofocus
• AE :
• AF/AE : Beiden vergrendeld
2
Druk op de [AF/AE LOCK] knop
SET
Vergrendelde automatische belichting
EXIT
MENU
A.
n AF/AE vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling en belichting vast te
zetten. (Dit annuleert u door nogmaals
op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.)
• De focus- en belichtingslampjes gaan
aan bij een juiste instelling.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
n AF vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling vast te zetten. (Dit
annuleert u door nogmaals op de knop
[AF/AE LOCK] te drukken.)
• Het focuslampje gaat branden als de
instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
n AE vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
belichting vast te zetten. (Dit annuleert u
door nogmaals op de knop [AF/AE
LOCK] te drukken.)
• Het belichtingslampje gaat branden als
de instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
A
• Op de LCD verschijnt [AF-L], [AE-L] of
AF-L
[].
AE-L
• Alleen de AE vergrendeling werkt als u de
handmatige focus gebruikt.
83
VQT0S25
Page 84
AF-macromodus
Opnames maken (geavanceerd)
Met deze modus neemt u close-up foto’s
van het onderwerp, bijv. bij het maken van
bloemenfoto’s.
U kunt tot op een lensafstand van 5 cm van
het onderwerp foto’s nemen door de
zoomhendel tot het uiterste naar Wide (1×)
te draaien.
1
Selecteer [AFw] met de
focusschakelaar.
• AF: Autofocus
• AFw: AF-macromodus
• MF: Handmatige focus
n Focusbereik
• Normaal
1,2 m
T
50 cm
W
• [AFw]
30 cm
T
5 cm
W
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P42) voor de beste resultaten.
• Als het onderwerp dichtbij de camera is,
wordt het effectieve focusbereik
(velddiepte) aanzienlijk verkleind. Daarom
is het moeilijk om scherp te stellen op het
onderwerp als de afstand tussen de
camera en het onderwerp wordt gewijzigd
na scherpstelling op het onderwerp.
• Als de cameralens zich op een afstand
bevindt die buiten het beschikbare bereik
van het onderwerp valt, is het onderwerp
wellicht niet scherpgesteld zelfs al gaat
het focuslampje branden.
• Het beschikbare flitsbereik is 60 cm tot
4,1 m (Wide). (Dit wordt toegepast als u
de ISO-gevoeligheid instelt op [AUTO].)
• Het is normaal dat de resolutie van
afbeeldingen gemaakt met [AFw] van
dichtbij minder is aan de randen.
84
VQT0S25
Page 85
Opnames maken (geavanceerd)
De aspectratio instellen
Aspectratio is de verhouding tussen de
breedte en de hoogte van de foto. Bij deze
camera kunt u kiezen uit drie aspectratio’s.
• j
•
• h
• Het is niet mogelijk om bewegende
beelden op te nemen in de aspectratio
[].
• Afhankelijk van de aspectratio is het
mogelijk dat de randen van de foto niet
worden afgedrukt. Probeer het volgende
om te zien of u ook de randen afgedrukt
kunt krijgen.
–Sommige fotozaken kunnen foto’s
gemaakt in de aspectratio [j]
verwerken. Informeer hiernaar voordat u
de afdrukopdracht indient.
–Als uw printer beschikt over de
mogelijkheid om randen in te stellen en
bij te snijden, wijzig deze instellingen dan
zo dat er geen randen zijn en niet wordt
bijgesneden. (Lees hiervoor de
gebruiksaanwijzing van uw printer.)
85
VQT0S25
Page 86
Opnames maken (geavanceerd)
Foto’s nemen met de extra optische zoom
De optische zoom van de camera biedt u
normaal gesproken een telefotozoom van 4
keer, maar door een resolutie met een EZsuffix te kiezen, bijvoorbeeld 5.5M ,
EZ
treedt de extra optische zoom in werking en
wordt de zoomfactor als volgt vergroot. (In
dit voorbeeld gaan we uit van een
aspectratio van [j].)
• Beeldformaat. (P71)
1
Draai de zoomhendel naar T.
5.5
19
T5X
n Indien de extra optische zoom niet
werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 8M
19
T4X
n Indien de extra optische zoom werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 5.5M
EZ
5.5
19
n Resolutie en maximale zoom
Aspectratio
j
Beeldpunten
8M4×
EZEZ
5.5M /2M
Maximale
zoom
5×
7M4×
EZEZ
4.5M /2.5M
5,1×
6M4×
h
EZ
4M
EZEZ
3M /2M /
EZ
1M
5×
5,6×
n Hoe de extra optische zoom werkt
• De extra optische zoom werkt door het
midden van de foto af te scheiden en dit
te expanderen om een groter tele-effect te
bewerkstelligen.
Als u bijvoorbeeld [5.5M ] kiest,
EZ
worden 5,5 miljoen beeldpunten (van de
totale [8M], 8 miljoen mogelijk met de
CCD) opgenomen in uw foto.
• Met de extra optische zoom verhoogt u de
zoomfactor zonder dat de beeldkwaliteit
minder wordt zoals bij de digitale zoom.
• Het pictogram [] komt in beeld als u
EZ
inzoomt met een resolutie waarbij de
extra optische zoom kan worden gebruikt.
• U kunt zelfs verder inzoomen door deze
functie te combineren met de digitale
zoom. Stel de digitale zoom in het menu
[REC] modus in op ON. (P76)
• De extra optische zoom werkt niet in de
filmmodus [i].
86
VQT0S25
T5X
Page 87
Weergave (geavanceerd)
PLAY AUDIO
0001
9
DEC.2005
A
B
Beelden weergeven met geluid/Bewegende
beelden
n Beelden met geluid
Selecteer een beeld met het pictogram
van geluid [A]
weer.
n Bewegende beelden
Selecteer een beeld met het pictogram
van een bewegend beeld
bewegende beelden weer.
A en geef het geluid
:00 20.
B en geef de
fps
30
16:9
1/1
103-0003
PLAY MOTION
PICTURE
10:00 20.DEC.2005
• De cursor die tijdens het
weergeven wordt afgebeeld
komt overeen met e/r/w /q.
• De weergave van bewegende
beelden stopt en de normale weergave
kan worden hervat door op r te drukken.
16/16
n Snel vooruitspoelen/Snel
terugspoelen
Blijf tijdens de weergave van bewegende
beelden w/q ingedrukt houden.
q : Snel vooruit
w : Snel terug
• Nadat de knop is losgelaten, keert de
weergave terug naar de normale
weergave van bewegende beelden.
n Pauzeren
Druk op e tijdens de weergave van
bewegende beelden.
• Druk nogmaals op e om het pauzeren te
annuleren.
• Het geluid is hoorbaar via de
luidspreker. Zie P23 om het
volumeniveau van het geluid in te
stellen
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken
tijdens het weergeven of pauzeren van
bewegende beelden.
• De bestandsindeling die met deze camera
kan worden weergegeven is QuickTime
Motion JPEG.
• Sommige QuickTime Motion JPEGbestanden die op een PC of een ander
apparaat zijn opgenomen, kunnen niet
door deze camera worden weergegeven.
• Tijdens het weergeven van bewegende
beelden die op een ander apparaat zijn
opgenomen, kan de kwaliteit van de
beelden achteruitgaan of kan weergave
onmogelijk zijn.
• Bij gebruik van een geheugenkaart met
een grote opslagruimte, kan het snel
vooruit zoeken langzamer werken dan
gebruikelijk.
87
VQT0S25
Page 88
Weergave (geavanceerd)
Werken met het modusmenu [PLAY]
De weergavemodus biedt u diverse
manieren om uw beelden weer te geven en
te bewerken.
Menuopties
1
PLAY
3
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECTEXIT
MENU
MENU
• Als u de zoomhendel naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
• Nadat u de optie hebt geselecteerd,
verandert u de instellingen zoals
beschreven op de volgende pagina’s.
a : [SLIDE SHOW] (P89)
: [FAVORITE] (P90)
j : [ROTATE DISP.] (P91)
b : [ROTATE] (P92)
l : [DPOF PRINT] (P93)
g: [PROTECT] (P95)
R : [AUDIO DUB.] (P96)
e : [RESIZE] (P97)
f : [TRIMMING] (P98)
i : [ASPECT CONV.] (P100)
< : [CLEAN UP] (P101)
0 : [FORMAT] (P101)
88
VQT0S25
Page 89
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Weergeven met een diashow
a
[SLIDE SHOW]
1
Selecteer [ALL] of [ ].
1
PLAY
3
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
R OTAT E
DPOF PRINT
SELECTEXIT
MENU
ALL Voor het weergeven van alle beelden.
Voor het weergeven van beelden in
uw favorietenlijst.
• Zie pagina 90 voor instructies voor het
toevoegen van beelden aan uw favorietenlijst.
• Start vanaf stap 2 als
ingesteld op
2
Stel de opties van de diashow in.
[OFF]
ALL SLIDE SHOW
START
DURATION
AUDIO
[FAVORITE]
.
is
3
Selecteer [START].
ALL SLIDE SHOW
START
DURATION
AUDIO
SELECTEXIT
MENU
Verwissel van afbeelding met w /q als u
[MANUAL] hebt gekozen. U kunt de foto
ook controleren door de joystick te
gebruiken.
• w:Het vorige beeld
• q:Het volgende beeld
4
Door op de knop [MENU] te
drukken, stopt de diashow.
• Tijdens weergave van bewegende
beelden is de diashow niet beschikbaar.
• Als u [AUDIO] instelt op [ON] en
vervolgens een beeld met geluid
weergeeft, verandert het beeld nadat het
geluid is afgelopen.
SELECTSETEXIT
DURATION
Selecteer intervallen van 1, 2,
MENU
3, 5 seconden of MANUAL.
AUDIODoor [ON] in te stellen, kan
het geluid van beelden die
met geluid zijn opgenomen,
worden weergegeven tijdens
een diashow.
• U kunt [MANUAL] selecteren als u bij stap
1 [ ] hebt geselecteerd.
89
VQT0S25
Page 90
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Favorieteninstelling
[FAVORITE]
1
Selecteer [ON] om dit in te stellen.
1
PLAY
3
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
R OTAT E
DPOF PRINT
SELECTEXIT
2
Druk op e tijdens de weergave
SET
MENU
MENU
om de foto in uw favorietenlijst op
te nemen.
A
100-0001
1/19
n Alle foto’s wissen behalve die in uw
favorietenlijst
1
Selecteer [ALL DELETE EXCEPT
] tijdens de weergave.
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE
ALL DELETE
ALL DELETE EXCEPT
SELECTCANCEL
2 keer
2
Wis de foto’s.
ALL DELETE EXCEPT
DELETE ALL EXCEPT ?
NO
YES
SELECTSET
10:00 20.DEC.2005
A Favorites indicator
• Annuleer de favorietinstelling door op e te
drukken om de [ ] te wissen.
n Zie pagina 89 voor meer informatie
over de functie Slide Show (diashow)
met uw lijst favorieten.
90
VQT0S25
Page 91
Weergave (geavanceerd)
• U kunt maximaal 999 foto’s in uw
favorietenlijst opnemen.
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald. Controleer
nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet
conform de DCF-normen zijn (P47)
worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden,
hoe langer het duurt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt in uw
favorietenlijst op te nemen.
• Gebruik [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO] (op de bijgeleverde
CD-ROM) om instellingen te wijzigen, te
controleren, of om foto’s in uw
favorietenlijst te wissen. (Voor meer
informatie ver wijzen we naar de
afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.)
Zie pagina 88 voor het instellen.
Beelden weergeven in de richting
j
waarin ze zijn opgenomen
[ROTATE DISP.]
Met deze functie kunt u beelden die zijn
opgenomen met de camera in de verticale
stand of beelden die met de functie
[ROTATE] zijn gedraaid, weergeven in de
gedraaide richting.
1
Selecteer [ON] om in te stellen.
1
PLAY
3
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECTSETEXIT
MENU
MENU
• Als u [OFF] selecteert, worden de beelden
weergegeven zonder te worden gedraaid.
• Raadpleeg P47 over hoe u de beelden
kunt weergeven.
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant, lees dan “Juiste houding voor het
nemen van foto’s”op P30 goed door.
• De functie voor het vaststellen van de
richting (P31) werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• Alleen stilstaande beelden in de normale
weergavemodus kunnen worden gedraaid.
Wanneer u gedraaide beelden weergeeft in
multi-weergave, worden de beelden in de
oorspronkelijke richting weergegeven.
• U kunt beelden draaien en weergeven
met behulp van de functie [ROTATE]
(P92), zelfs als de beelden niet hebt
opgenomen met de camera in de
verticale stand.
• De beelden kunnen iets wazig zijn als u
deze verticaal weergeeft op een televisie
(aangesloten via de meegeleverde AVkabel).
91
VQT0S25
Page 92
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
b
Het beeld draaien [ROTATE]
U kunt de geselecteerde beelden draaien
en weergeven in stappen van 90°.
n Voorbeeld
Bij rechtsom draaien (a)
Oorspronkelijk
beeld
2
Selecteer de richting waarin u het
beeld wilt draaien.
ROTATE
1
Selecteer het beeld dat u wilt
draaien en stel het in.
ROTATE
SELECTEXITSET
• Het is niet mogelijk om filmbeelden, flipanimaties of beveiligde afbeeldingen te
draaien.
100_0001
1/19
MENU
SELECTEXITSET
Het beeld wordt rechtsom gedraaid
a
in stappen van 90°.
Het beeld wordt linksom gedraaid
b
in stappen van 90°.
MENU
MENU
2 keer
• Als u het beeld op een PC weergeeft, kunt
u gedraaide beelden niet weergeven als
het besturingssysteem of de software niet
compatibel is met Exif.
• Exif is de bestandsindeling voor
stilstaande beelden, ontwikkeld door
JEITA [Japan Electronics and Information
Technology Industries Association],
waaraan opname en andere informatie
kan worden toegevoegd.
• Als [ROTATE DISP.] is ingesteld op [OFF],
is de functie [ROTATE] uitgeschakeld.
• Als beelden zijn opgenomen met de
camera in de verticale stand, worden de
beelden verticaal weergegeven (de
beelden worden gedraaid).
• Het kan onmogelijk zijn beelden te
draaien die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
92
VQT0S25
Page 93
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Het af te drukken beeld en het
l
aantal afdrukken instellen
[DPOF PRINT]
DPOF (Digital Print Order Format) is een
systeem dat de gebruiker in staat stelt de
beelden te selecteren die moeten worden
afgedrukt op compatibele fotoprinters. Met
DPOF is de gebruiker tevens in staat in te
stellen hoeveel afdrukken van iedere foto
moeten worden gemaakt. Veel
commerciële fotoafdrukwinkels gebruiken
reeds DPOF.
1
Selecteer [SINGLE], [MULTI] of
[CANCEL].
1
PLAY
3
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
R OTAT E
DPOF PRINT
SELECT
SINGLE
MULTI
CANCEL
MENU
EXIT
n Één beeld instellen
Selecteer het beeld stel het aantal
afdrukken in.
DPOF SET THIS
1
100_0001
1/19
COUNT
SELECT
111
DATE
EXIT
MENU
MENU
2 keer
DISPLAY
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld
op “0”, wordt het instellen van het DPOFafdrukken geannuleerd.
n Meerdere beelden instellen
Selecteer de beelden stel het aantal
afdrukken in.
DPOF SET MULTI
1
7
8
9
10
COUNT
SELECTEXIT
111
11
DATE
DISPLAY
MENU
MENU
2 keer
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld
op “0”, wordt het instellen van het DPOFafdrukken geannuleerd.
VQT0S25
93
Page 94
Weergave (geavanceerd)
n Alle instellingen annuleren
Selecteer [YES] om alle instellingen te
annuleren.
CANCEL ALL DPOF
CANCEL ALL DPOF
PRINT SETTINGS?
NO
YES
SELECT
SET
MENU
n De datum afdrukken
U kunt tijdens het instellen van het aantal
afdrukken, het afdrukken van de
opnamedatum instellen/annuleren met
iedere druk op de knop [DISPLAY].
DPOF SET THIS
1
COUNT
SELECT
111
100_0001
1/19
DISPLAY
DATE
MENU
EXIT
• Het pictogram van het afdrukken van de
datum [L] wordt afgebeeld.
• Als u naar een fotowinkel voor digitale
afdrukken gaat, vergeet u niet het
afdrukken van de datum afzonderlijk te
bestellen, indien gewenst.
• Zelfs als u het afdrukken van de datum
hebt ingesteld, is het mogelijk dat de
datum niet wordt afgedrukt, afhankelijk
van de fotowinkel en de printer. Vraag in
de fotowinkel om verdere informatie of
raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
printer.
• De afdrukinstelling DPOF is een handige
functie bij het afdrukken van foto’s op
printers die PictBridge ondersteunen.
(P106)
• DPOF is de afkorting van Digital Print
Order Format. Deze functie maakt het
mogelijk afdrukinformatie ed toe te
voegen aan de beelden en op de kaart te
schrijven voor gebruik door het DPOFcompatibele systeem.
• Als het bestand niet voldoet aan de DCFnorm, kan de DPOF-afdrukinstelling niet
worden gemaakt. DCF is de afkorting van
[Design rule for Camera File system], en
is vastgesteld door JEITA [Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association].
• Bij het instellen van DPOF-afdrukken,
worden alle eerder gemaakte DPOFafdrukinstellingen van andere apparatuur
gewist.
94
VQT0S25
Page 95
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Per ongeluk wissen van
g
beelden voorkomen
[PROTECT]
U kunt beelden die u niet wilt wissen
beveiligen tegen per ongeluk wissen.
1
Selecteer [SINGLE], [MULTI] of
[CANCEL].
2
PLAY
3
PROTECT
AUDIO DUB.
RESIZE
TRIMMING
ASPECT CONV.
MENU
EXITSELECT
Weergave (geavanceerd)
n Meerdere beelden instellen/Alle
instellingen annuleren
Voer dezelfde bediening uit als in [Het af te
drukken beeld en het aantal beelden
instellen [DPOF PRINT]]. (P93 en 94)
• Als u beveiligde beelden wilt wissen,
annuleert u eerst de beveiliging.
• Ondanks dat met deze instelling de
beelden worden beveiligd tegen per
ongeluk wissen, zullen door de kaart te
formatteren alle gegevens permanent
worden gewist. (P101)
• De beveiligingsinstelling werkt misschien
niet bij een ander apparaat.
• Als u het schuifje voor schrijfbeveiliging
verschuift van
voorkomen dat beelden worden gewist,
zelfs als de beveiliging niet is ingesteld.
A naar [LOCK], wordt
n Één beeld instellen
Selecteer het beeld en stel in of
annuleer de beveiliging.
PROTECT THIS
100_0001
1/19
SELECT
SET/CANCEL
EXIT
MENU
2 keer
MENU
SETHet pictogram van de
beveiliging [c] wordt
afgebeeld.
CANCEL Het pictogram van de
beveiliging [c] verdwijnt.
A
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt met beveiligde beelden.
–[ROTATE] (P92)
–[AUDIO DUB.] (P96)
95
VQT0S25
Page 96
Weergave (geavanceerd)
00_0001
9
O
DUB.
.
_
0001
9
O
DUB.
.
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Geluid toevoegen aan
R
opgenomen beelden
[AUDIO DUB.]
U kunt het geluid opnemen nadat het beeld
is opgenomen.
1
Selecteer het beeld en start de
geluidsopname.
AUDI
DUB
1
1
• Het is niet mogelijk om geluid op te
nemen bij film, flip-animaties, beveiligde
afbeeldingen of afbeeldingen opgeslagen
als [TIFF] of [RAW].
• Het kan onmogelijk zijn geluid op te
nemen bij beelden die op een ander
apparaat zijn opgenomen.
SELECT
START
EXIT
MENU
• Als reeds geluid is opgenomen, wordt een
bevestigingsscherm afgebeeld. Druk op
selecteer [YES], en druk vervolgens op
q
geluidsopname te starten. (Het oorspronkelijk
opgenomen geluid wordt gewist.)
2
De geluidsopname stoppen.
AUDI
DUB
1
STOP
MENU
2 keer
• Druk op r om te stoppen met het
opnemen.
• Zelfs als u niet op r drukt, zal na
ongeveer 10 seconden het opnemen
automatisch stoppen.
r
en
om de
96
VQT0S25
Page 97
Weergave (geavanceerd)
_
0001
9
E
Zie pagina 88 voor het instellen.
Het beeldformaat veranderen
e
[RESIZE]
Deze functie is handig als u de
bestandsgrootte van het beeld wilt verlagen
in het geval dat u het als aanhangsel per email wilt versturen of wilt uploaden naar
een website.
1
Selecteer het beeld en stel het in.
RESIZ
1
SELECT
SET
EXIT
MENU
• De volgende beelden kunnen niet van
formaat worden veranderd.
–Indien de aspectratio staat ingesteld op
[j]
Foto’s gemaakt met een resolutie van
EZ
[2M ]
–Indien de aspectratio staat ingesteld op
[]
Foto’s gemaakt met een resolutie van
EZ
[2.5M ]
–Beelden opgenomen als [TIFF] of [RAW]
–Bewegende beelden
–Flip-animatie
–Beelden met geluid
2
Selecteer het beeldformaat en
stel het in.
RESIZE
SELECT
RESIZE
• Kleinere beeldformaten dan het
opgenomen beeld worden weergegeven.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
3072×1728 beeldpunten
1920×1080 beeldpunten
n Indien de aspectratio staat ingesteld
[]
op
2560×1712 beeldpunten
4.5M
2048×1360 beeldpunten
2.5M
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
2304×1728 beeldpunten
4M
2048×1536 beeldpunten
3M
1600×1200 beeldpunten
2M
1280×960 beeldpunten
1M
640×480 beeldpunten
0,3M
100_0001
1/19
MENU
EXIT
97
VQT0S25
Page 98
3
Selecteer [YES] of [NO] om in te
stellen.
RESIZE
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
NO
YES
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor het instellen.
f
Met deze functie kunt u overbodige delen
van het opgenomen beeld afsnijden.
Beelden bijsnijden [TRIMMING]
SELECTSETCANCEL
MENU
MENU
2 keer
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto
overschreven. Als foto’s waarvan het
beeldformaat is aangepast worden
overschreven, kunnen ze niet meer
hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
foto waarvan het beeldformaat is
aangepast niet overschrijven. Als u [NO]
selecteert, wordt een nieuwe foto met een
aangepast beeldformaat gemaakt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt te
vergroten of verkleinen.
1
Selecteer het beeld dat u wilt
bijsnijden en stel het in.
TRIMMING
SELECT
SET
• De volgende beelden kunnen niet worden
bijgesneden.
–Bewegende beelden
–Flip-animatie
–Beelden met geluid
–Afbeeldingen die zijn opgeslagen als
[TIFF] of [RAW]
100_0001
1/19
MENU
EXIT
98
VQT0S25
Page 99
2
Het beeld vergroten of verkleinen
TRIMMING
100_0001
1/19
ZOOMEXIT
3
Verschuif het beeld en druk de
MENU
sluiterknop volledig in om vast te
leggen.
TRIMMING
100_0001
1/19
Weergave (geavanceerd)
4
Selecteer [YES] of [NO] om in te
stellen.
• Als u [YES] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven.
Nadat bijgesneden beelden zijn
overschreven, kunnen ze niet worden
hersteld.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
bijgesneden foto niet overschrijven.
Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe
bijgesneden foto gemaakt.
TRIMMING
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
NO
YES
SELECTSETCANCEL
MENU
2 keer
MENU
ZOOM
TRIM:SHUTTER
EXIT
MENU
• Het kan onmogelijk zijn beelden bij te
snijden die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
• De beeldkwaliteit van het bijgesneden
beeld kan lager zijn.
• Als u een foto bijsnijdt, kan het zijn dat de
bijgesneden foto uit minder beeldpunten
bestaat dan de originele foto.
99
VQT0S25
Page 100
Weergave (geavanceerd)
SELECT
SET
_
0001
9
CT
.
U
Zie pagina 88 voor het instellen.
Aspectratio wijzigen
i
[ASPECT CONV.]
Het beeldformaat van beelden met een
aspectratio van 16:9 aanpassen voor
afdrukken met een aspectratio van 3:2 of
4:3.
1
Selecteer [] of [h] en stel
dit in.
2
PLAY
3
PROTECT
AUDIO DUB.
RESIZE
TRIMMING
ASPECT CONV.
MENU
SELECT
2
Selecteer de foto.
ASPE
CONV
EXIT
1
3
Verplaats het kader om de foto bij
te snijden.
ADJUST.
SET:SHUTTER
4
Selecteer [YES] of [NO] om in te
EXIT
MENU
stellen.
ASPECT CONV.
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
NO
YES
SELECTSETCANCEL
MENU
MENU
100
VQT0S25
MEN
2 keer
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto
overschreven.
Als foto’s waarvan de aspectratio is
aangepast worden overschreven, kunnen
ze niet meer hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
foto’s met de aangepaste aspectratio niet
overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt
een nieuwe foto met de gewijzigde
aspectratio gemaakt.
• U kunt de aspectratio van foto’s die zijn
gemaakt als [TIFF] of [RAW], film of
stilstaand beeld met geluid niet wijzigen.
• Indien u de aspectratio wijzigt, krijgt de
foto mogelijk een hogere resolutie.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.