Het is absoluut noodzakelijk om
antischokprestatie van het toestel
om verkeerd gebruik te voorkomen waardoor water het toestel kan binnendringen.
“(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige en
”(P10) te lezen voordat u dit toestel onder water gebruikt,
Zorgdragen voor de fotocamera
∫ Hantering van de camera (om waterlekken en storing te voorkomen)
•
Er zouden vreemde deeltjes aan de binnenkant van de zijklep (rond de
rubberen afdichting of verbindingsaansluitingen) kunnen blijven zitten
wanneer de zijklep geopend of gesloten wordt op plekken met zand of
stof enz. Dit kan de waterbestendigheid in gevaar brengen als de zijklep
gesloten wordt terwijl er vreemde deeltjes aan zijn blijven zitten. Wees
zeer voorzichtig aangezien dit voor storing enz. kan zorgen.
• Wanneer vuildeeltjes op de binnenkant van het zijdeurtje vasthechten,
veeg deze dan weg met een droge, pluisvrije doek.
• Als er een vloeistof, zoals waterdruppels, aan de camera of aan de
binnenkant van de klep blijft zitten, moet deze eraf gewreven worden met
een zachte doek. Open of sluit de zijklep niet in de buurt van water,
wanneer u onder water bent of als u natte handen heeft of wanneer de
camera nat is. Dit zou voor waterlekkage kunnen zorgen.
Geen grote stoten of vibratie toepassen door de camera te laten
vallen of er tegen te stoten. Bovendien geen grote druk op de camera
uitoefenen.
b.v.:
Gaan zitten met het toestel in uw broekzak of het toestel in een volle of smalle tas forceren, enz.
–
– Bevestigen van artikelen, zoals accessoires, aan de riem die aan het toestel bevestigd is.
– Wanneer hoge druk toegepast wordt door de camera op een diepte van meer dan 13 m te
gebruiken.
• De waterbestendige prestatie zou hier gevaar kunnen lopen.
• De lens of de LCD-monitor zouden beschadigd kunnen raken.
• Er zou storing veroorzaakt kunnen worden m.b.t. de prestatie of de functionering.
- 7 -
Voor Gebruik
∫ Wanneer de binnenkant van de lens beslagen is
(condensatie heeft)
Dit toestel is ontworpen met glas dat tegen beslaan bestand is,
om condens te voorkomen. Condens kan echter toch ontstaan
door de omgeving waarin de camera gebruikt wordt. Het
betreft echter geen slechte werking of een defect van de
camera.
Wat te doen wanneer de binnenkant van de lens beslagen is
Zet dit toestel uit en open het zijdeurtje op een plaats met een
•
constante omgevingstemperatuur, ver verwijderd van hoge
temperaturen, vocht, zand en stof. De bewaseming zal op natuurlijke wijze binnen 10 minuten tot
2 uur verdwijnen, met geopend zijdeurtje, wanneer de temperatuur van de camera de
omgevingstemperatuur nadert.
• Neem contact op met Panasonic als de bewaseming niet verdwijnt.
Omstandigheden waarin de binnenkant van de lens beslagen kan raken
Condensatie kan zich voordoen en de binnenkant van de lens kan beslagen raken wanneer de
camera gebruikt wordt in ruimtes die een aanzienlijke temperatuur- of hoge
vochtigheidsverandering ondergaan, zoals de plaatsen die hieronder genoemd worden:
Als het toestel onder water gebruikt wordt onmiddellijk nadat het zich op een warm strand
•
enz. bevond.
• Als het toestel van een warme naar een koude plaats verplaatst wordt, zoals in een skioord of
op grote hoogte
• Wanneer de zijklep geopend wordt in een omgeving met hoge vochtigheid
- 8 -
Voor Gebruik
Over de GPS
Over de plaatsnaaminformatie van dit toestelgedeelte
Lees de “Gebruikerslicentie Contract voor Plaatsnaamgegevens” op P241 vóór het gebruik.
Wanneer [GPS-inst.] op [ON] gezet is, zal de GPS-functie zelfs werken wanneer dit
toestel uitgeschakeld is.
Als u de camera meeneemt in een vliegtuig of naar een ziekenhuis, enz., zet [Vliegtuigmode] dan op
•
[ON] en schakel de camera uit omdat de elektromagnetische golven, enz. die door de camera
uitgezonden worden, interferentie met de meetinstrumenten kunnen veroorzaken. (P53)
• Er wordt zelfs batterijstroom verbruikt wanneer dit toestel uitgeschakeld is of [GPS-inst.] op [ON]
gezet is.
Over de informatie m.b.t. de opnamelocatie
•
Plaatsnamen van de opnamelocaties of oriëntatiepunten (zoals de naam van een gebouw, enz.) zijn
geldig per oktober 2012. Deze informatie zal niet bijgewerkt worden.
• Afhankelijk van het land of de regio, zou er minder informatie m.b.t. plaatsnamen en mijlpalen
kunnen zijn.
Over de positionering
•
Het zal langer duren te positioneren in een omgeving waar het moeilijker is de radiogolven te
ontvangen vanaf de GPS-satellieten. (P121)
• Zelfs als de ontvangst van de radiogolven uitstekend is, zou het 2 tot 3 minuten kunnen
duren om de positionering te voltooien wanneer u de positionering voor het eerst uitvoert of
wanneer u de positionering uitvoert nadat u dit toestel weer inschakelt nadat u het
uitgeschakeld had met de [GPS-inst.] op [OFF] of de [Vliegtuigmode] op [ON].
Het gebruik van de GPS-hulpgegevens kan de tijd verkorten die nodig is voor de positionering.
(P128, 131)
• De posities van de GPS-satellieten veranderen constant, daarom zou de positionering niet
uitgevoerd kunnen worden of zou de informatie fouten kunnen bevatten afhankelijk van de locatie of
omstandigheden.
• Lees voor het probleemloos uitvoeren van de positionering “Ontvangstsignalen van GPS-satellieten”
op P121.
Wanneer gebruikt tijdens verre reizen, enz.
•
De GPS zou niet kunnen werken in China of in de nabijheid van de Chinese grens in aangrenzende
landen. (Per
januari 2013)
• Het GPS-gebruik, enz. kan beperkt zijn afhankelijk van het land of de regio. Deze camera heeft een
GPS-functie, ga daarom na bij de ambassade of het reisbureau, enz. voordat u voor en verre reis
vertrekt wat de beperkingen zijn betreffende camera’s met een ingebouwde GPS-functie.
Over het kompas, de hoogtemeter, de dieptemeter en de barometer
• Informatie gemeten op dit toestel is slechts een grove indicatie. Gebruik het niet voor
technische doeleinden.
• Wanneer u dit toestel gebruikt voor serieus bergbeklimmen, wandelen of onder water, dient u
de gemeten informatie (richting, hoogte, diepte, atmosferische druk) alleen als grove
indicatie te gebruiken en altijd een kaart en doelgerichte meetapparatuur mee te nemen.
- 9 -
Voor Gebruik
(Belangrijk) Over de waterbestendige/
stofbestendige en antischokprestatie van het
toestel
Waterbestendige/Stofbestendige Prestatie
De waterdicht/stofvrij klassering van dit toestel komt overeen met de klassen “IPX8”
en “IP6X”. Op voorwaarde dat de richtlijnen voor verzorging en onderhoud die in
deze handleiding beschreven worden strikt in acht genomen worden, kan dit toestel
onder water werken, tot een diepte van maximaal 13 m gedurende een tijd van
maximaal 60 minuten. (¢1)
Stootbestendige werking
Het toestel voldoet ook aan “MIL-STD 810F Method 516.5-Shock”. Het toestel
doorstond een valtest van een hoogte van 2 m op triplex met een dikte van 3 cm. In
de meeste gevallen zal dit toestel geen beschadigingen ondergaan wanneer het van
een hoogte van minder dan 2 m omlaag valt. (¢2)
Bestendigheid tegen belasting
Deze camera heeft testen met een belasting van 100 kgf goed doorlopen. (¢3)
Dit garandeert niet dat er niets stuk gaat of dat er geen storing optreedt en ook geen
waterbestendigheid onder alle omstandigheden.
¢1 Dit betekent dat het toestel onder water gebruikt kan worden voor een specifieke tijd onder een
gespecificeerde druk in overeenkomst met de hanteringmethode die vastgesteld is door
Panasonic.
¢2 “MIL-STD 810F Method 516.5-Shock” is de standaard testmethode van het Amerikaanse
Ministerie van Defensie die de uitvoering van valtesten van een hoogte van 122 cm regelt, in
26 richtingen (8 hoeken, 12 randen, 6 vlakken), met gebruik van 5 toestellen waarvan één van de
5 toestellen steeds de 26 valtesten moet passeren. (Als een toestel de test niet goed doorstaat
wordt een nieuw toestel gebruikt, tot een totaal van 5 toestellen)
De testmethode van Panasonic is gebaseerd op bovenstaande “MIL-STD 810F Method
516.5-Shock”. De valhoogte werd echter van 122 cm in 200 cm veranderd en de toestellen vielen
op multiplex met een dikte van 3 cm. Deze valtest werd doorstaan.
(Los van uiterlijke veranderingen zoals het verlies van lak of de vervorming van het deel waarop
het toestel viel.)
¢3 Volgens de door Panasonic gespecificeerde testvoorwaarden.
- 10 -
Voor Gebruik
∫ Hanteren van het toestel
•
De waterbestendigheid wordt niet gegarandeerd als het toestel aan stoten blootgesteld wordt,
doordat iemand er tegenaan stoot of het toestel laat vallen, enz. Als dit gebeurt, moet de camera
(tegen betaling) nagekeken worden door Panasonic om na te gaan of de waterbestendigheid nog
steeds effectief is.
• Wanneer het toestel bespad wordt met wasmiddel, zeep, warme bron, badmiddel, zonnebrandolie,
zonnebrandcrème, chemicaliën, enz., dit er onmiddellijk afwrijven.
• Waterbestendige functie van het toestel geldt alleen voor zeewater en koel water.
• Storingen die door verkeerd gebruik van de klant veroorzaakt worden, dan wel door verkeerd
hanteren, zullen niet door de garantie gedekt worden.
• De binnenkant van dit toestel is niet waterbestendig. Waterlekken zullen voor storing zorgen.
• De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig.
• Kaart en batterij zijn niet waterbestendig. Deze niet met natte handen vastpakken. Tevens geen
natte kaart of batterij in het toestel doen.
• Laat het toestel niet gedurende lange tijd op plaatsen waar de temperatuur zeer laag is (zoals in
ski-oorden of op grote hoogte) of waar de temperatuur boven de 40 oC kan komen (zoals in auto's
die in de felle zon staan, nabij een verwarming, op boten of op het strand) (de waterbestendigheid
zou kunnen afnemen).
∫ Over de [Voorzorgsmaatr.] demonstratieweergave ([Vereisten voor gebruik onder
water])
[Voorzorgsmaatr.] wordt weergegeven als dit toestel na aankoop voor het eerst ingeschakeld wordt
•
terwijl het zijdeurtje geheel gesloten is.
• Verricht de controles van tevoren om de waterdichtheid te handhaven.
1Druk op 2 om [Ja] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
•
Het zal automatisch naar het beeldscherm van de klokinstelling springen als [Nee]
geselecteerd wordt voordat deze van start gaat.
2Druk op 2/1 om het beeld te veranderen.
2: Keer terug naar het vorige scherm
1: Bekijk het volgende scherm
•
Dit kan gedwongen beëindigd worden door op [MENU/SET] te drukken.
• Wanneer dit gedwongen beëindigd wordt tijdens het controleren, door het toestel uit te
schakelen of door op [MENU/SET] te drukken, wordt [Voorzorgsmaatr.] weergegeven telkens
als het toestel ingeschakeld wordt.
3Druk na het laatste scherm (12/12) op [MENU/SET] om te eindigen.
•
Wanneer na het laatste scherm (12/12) op [MENU/SET] gedrukt wordt, wordt [Voorzorgsmaatr.]
niet weergegeven vanaf de volgende keer dat dit toestel ingeschakeld wordt.
• Dit kan ook bekeken worden vanaf [Voorzorgsmaatr.] (P50) in het [Set-up] menu.
- 11 -
Voor Gebruik
Controleer voordat u het onder water gaat gebruiken
Veeg de rubber afdichting op het zijdeurtje en de zone rondom de zitting van de rubber
afdichting altijd af met een droge, pluisvrije doek.
1Controleer dat er geen vreemde deeltjes aan de binnenkant of de zijklep blijven
plakken.
Als onbekende deeltjes zoals pluisjes, haar, zand, enz. op de omringende zone zitten, kan
•
binnen enkele seconden water naar binnen sijpelen en storingen veroorzaken.
• Wrijf het eraf met een droge zachte doek als er vloeistof op zit.
Het zou namelijk voor waterlekken en storing kunnen zorgen als er vloeistof op de camera zit.
• Als vuildeeltjes aanwezig zijn, veeg deze dan weg met een droge, pluisvrije doek
• Pas heel goed op al het fijne zand, enz. te verwijderen dat aan de kanten en in de hoeken van
de rubberen afdichting zou kunnen zitten.
2Controleer op barsten en vervorming van de rubberen afdichting op de zijklep.
•
De intacte staat van de rubber pakkingen kan na ongeveer 1 jaar afnemen door gebruik en
veroudering. Om permanente schade aan de camera te voorkomen, moeten de pakkingen één
keer per jaar worden vervangen. Neem contact op met Panasonic voor de kosten en overige
informatie.
3Sluit de zijklep stevig.
•
Sluit de [LOCK]-schakelaar stevig totdat het rode gedeelte niet langer zichtbaar is.
• Om te voorkomen dat water het toestel binnendringt, dient u ervoor te zorgen dat vuildeeltjes,
als vloeistof, zand, haar, stof of de handriem, enz., niet in het toestel terechtkomen.
A Rood deel
B [LOCK] schakelaar (grijs deel)
C Ontgrendelde stand
D Vergrendelde stand
De zijklep niet openen of sluiten op plaatsten waar zand en stof zijn of als u natte
handen heeft. Als er zand of stof blijft plakken zou dit voor waterlekkage kunnen
zorgen.
- 12 -
Voor Gebruik
Het gebruik van het toestel onder water
• Gebruik de camera onder water tot 13 m met een watertemperatuur die tussen 0 oC en 40 oC ligt.
• Gebruik niet voor diepzeeduiken (Aqualong).
• Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 13 m.
• Het toestel niet in warm water van meer dan 40 oC (in het bad of warme bron) gebruiken.
• Gebruik de camera niet langer dan 60 minuten continu onder water.
• Open of sluit de zijklep niet onder water.
• Geen stoten bezorgen aan het toestel onder water. (Waterbestendige prestatie zou niet behouden
kunnen worden en er is kans op waterlek.)
• Niet in het water duiken terwijl u het toestel vasthoudt. Het toestel niet gebruiken op een plek waar
het water hard er tegenaan zal spatten, zoals een snelle stroom of een waterval. (Er zou dan een
sterke waterdruk op kunnen komen te staan en vervolgens zou er zich storing voor kunnen doen.)
• Het toestel zal in het water zinken. Pas dus op het toestel niet te laten vallen en het niet onder water
te verliezen door de riem stevig om uw pols te houden of soortgelijke maatregel te treffen.
Zorg voor het toestel na het gebruik ervan onder water
Open os sluit de zijklep niet totdat het zand en de stof verwijderd is door de camera
met water af te spoelen.
Zorg ervoor dat de camera schoongemaakt wordt na gebruik.
Wrijf zorgvuldig eventuele waterdruppels, zand en zout van uw handen, lichaam, haar, enz.
•
• Het wordt aangeraden de camera binnenshuis schoon te maken, plaatsen waar water gesproeid
of zand kan vallen voorkomend.
Nadat u de camera onder water gebruikt, deze altijd schoonmaken in plaats van deze
vuil laten.
Door onbekende deeltjes of zout op het toestel te laten zitten, kan er zich schade, ontkleuring,
•
corrosie, ongebruikelijke geur of algehele verslechtering van de waterbestendigheid veroorzaakt
worden.
1Spoel af met water terwijl de zijklep gesloten is.
•
Na het gebruik aan zee of onder water moet het toestel
ongeveer 10 minuten lang in fris water gedompeld worden dat
in een ondiepe bak gedaan is.
• Als de zoomknop of de [ON/OFF]-knop van de camera niet
soepel beweegt, zou dit veroorzaakt kunnen worden door
eraan vastklevende vreemde deeltjes. Als u de camera in
deze staat gebruikt, zou dit een storing zoals blokkering
kunnen veroorzaken. Spoel daarom alle eventuele vreemde
deeltjes eraf door de camera in fris water heen en weer te
schudden.
• Er zouden bubbels uit het afvoergat kunnen komen wanneer u de camera in water dompelt,
maar dit is geen storing.
- 13 -
Voor Gebruik
2Laat het water afvoeren door de camera
ondersteboven te houden en deze een paar
keer licht heen en weer te schudden.
Doe uw hand door de riem om te voorkomen dat de
•
camera valt.
3Wrijf waterdruppels op de camera eraf met een
droge zachte doek en laat de camera op een
schaduwrijke en goed geventileerde plak
drogen.
Droog de camera door deze op een droge doek te
•
zetten. Dit toestel bezit een afvoersysteem, wat het
water in gaten in de camera [ON/OFF] knop en
zoomknop enz. laat aflopen.
• Het toestel niet drogen met hete lucht uit een föhn o.i.d. De waterbestendige prestatie zal
verslechteren wegens vervorming.
• Gebruik geen chemicaliën zoals benzine, verdunner of alcohol, reinigingsmiddelen, zeep of
afwasmiddel.
4Ga na dat er geen waterdruppels zijn en wrijf eventuele waterdruppels of zand dat
nog binnenin is blijven zitten eraf met een zachte droge doek.
Er kunnen waterdruppels aan de kaart of de batterij gaan zitten wanneer de zijklep geopend
•
wordt zonder dat het toestel door en door gedroogd is. Bovendien zou er zich water kunnen
ophopen in het gat rond de kaart-/batterijgleuf of de aansluitingsconnector. Zorg ervoor al het
water eraf te wrijven met een zachte droge doek.
• De waterdruppels zouden in de camera kunnen druipen wanneer de zijklep gesloten wordt als
deze nog nat is, wat voor condensatie of storing kan zorgen.
- 14 -
Voor Gebruik
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
•
De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig.
• De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u
de camera hebt gekocht.
Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”.
• Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
• Batterijoplader wordt aangegeven als batterijlader of lader in de tekst.
• De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden aangegeven
als kaart in de tekst.
• De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
• Raadpleeg uw verkoper of Panasonic als u de bijgeleverde accessoires verliest (u kunt de
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de figuur
hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
b.v.: Wanneer u op de 4 (beneden) knop drukt
Wanneer een statief met een schroeflengte van 5,5 mm of
meer gebruikt wordt, kan deze dit toestel beschadigen.
24 NFC-antenne [] (P182)
25 [HDMI]-aansluiting (P213, 215)
•
Breng de verbinding niet tot stand met een andere kabel dan
een HDMI-microkabel (RP-CHEU15: optioneel). Doet u dat
toch, dan kan een slechte werking het gevolg zijn.
26 Kaartgleuf (P22)
27 Batterijgleuf (P22)
Wanneer u een netadapter gebruikt, er voor zorgen dat de
•
DC-koppelaar van Panasonic (optioneel) en de netadapter
(optioneel) gebruikt worden. Voor verbindingsdetails, P23
raadplegen.
∫ Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken in
omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit
soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te voldoen aan
de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze
batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten dat wij niet
verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als een gevolg van
het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te zorgen dat er veilige
producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele batterijpakketten
van Panasonic.
Gebruik hiervoor de lader en de batterij.
•
Opladen
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij binnenshuis met de lader.
• Het wordt aanbevolen de batterij op te laden in ruimtes met een omgevingstemperatuur
tussen 10 oC en 30 oC (dezelfde als de batterijtemperatuur).
Sluit de netkabel aan.
1
Bevestig de batterij en let daarbij op de richting van
2
de batterij.
• Het [CHARGE] lampje A gaat branden en het laden begint.
- 18 -
Voorbereiding
∫ Over het [CHARGE] lampje
Aan:Opladen.
Uit:Het opladen is voltooid. (Haal de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij als
het laden geheel klaar is.)
•
Als het [CHARGE] lampje knippert
– De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te laden
bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
– De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Veeg in dit geval het vuil met een droge doek weg.
∫ Oplaadtijd
OplaadtijdOngeveer 165 min
•
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De oplaadtijd
kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de batterij in hete/
koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer kunnen zijn dan
anders.
∫ Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij op of
•
vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
• Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden
door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm
tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het wordt
niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog helemaal
opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
- 19 -
Voorbereiding
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
∫ Stilstaande beelden opnemen
Aantal beeldenOngeveer 370 beelden
opnametijdOngeveer 185 min
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
•
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator
ingesteld is op [ON].)
• Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
• Veranderen van de zoomvergroting, van Tele naar Wide of omgekeerd, bij iedere opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen afgekoeld
zijn.
• De GPS-functie niet gebruiken.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
[Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
(Met CIPA-standaard in
programma-AE-functie)
- 20 -
Voorbereiding
∫ Opname bewegende beelden
[AVCHD]
(Opnemen terwijl de
beeldkwaliteit op [FHD/50p] staat)
Opneembare tijdOngeveer 80 minOngeveer 95 min
Huidige opnametijdOngeveer 35 minOngeveer 45 min
beeldkwaliteit op [FHD/25p] staat)
[MP4]
(Opnemen terwijl de
• Deze tijden gelden voor een omgevingstemperatuur van 23 oC en een vochtigheid van 50%RH.
Gelieve erop letten dat deze tijden bij benadering gelden.
• Opnametijd zonder het gebruik van de GPS-functie.
• De huidige opneembare tijd is de tijd die voor de opname beschikbaar is als handelingen, zoals het
in- en uitschakelen van dit toestel, het starten/stoppen van de opname, de bediening van de zoom,
enz. herhaald worden.
• De maximumtijd voor het continu opnemen van bewegende beelden met [AVCHD] bedraagt
29 minuten en 59 seconden.
• De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en
59 seconden of tot 4 GB. (Voor [FHD/25p] in het [MP4]-formaat is het bestandformaat groot en zal
de opneembare tijd ingekort worden tot minder dan 29 minuten en 59 seconden.)
∫ Terugspelen
TerugspeeltijdOngeveer 210 min
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de omgeving
•
en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te maken
beelden verminderd.
– Bij lage temperatuur of op koude plekken zoals skigebieden of op grote hoogte
¢ Het LCD-display kan, wanneer het in gebruik is, residubeelden tonen. De werking van de
batterij zal afnemen dus houd het toestel en de reservebatterijen warm door ze op een
warme plaats te bewaren, zoals in uw warmtebestendige uitrusting of kleding. De werking
van de batterijen zal weer normaal worden als de temperatuur opnieuw normale waarden
bereikt.
¢
– Wanneer u [Helderheid scherm] gebruikt.
– Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
– Wanneer de GPS-functie werkt.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is,
zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
- 21 -
Voorbereiding
Een kaart (optioneel) of batterij in het toestel doen
• Controleer of het toestel uit staat.
• Ga na dat er geen vreemde deeltjes zijn. (P12)
• We raden een kaart van Panasonic aan.
1: Verschuif de [LOCK]-schakelaar A en
1
ontgrendel de sluiting.
2: Verschuif de vrijgavehendel B en open
de zijklep.
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
• Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de
kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Let op bij de richting van plaatsing
2
van de batterij en plaats hem volledig naar
binnen, tot u een blokkeergeluid hoort.
Controleer dan of hendel C de batterij
vergrendeld heeft. Trek hendel C in de
richting van de pijl om de batterij uit te
nemen.
Kaart: Duw er net zolang tegen tot u een
“klik” hoort en let op de richting waarin u de
kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen, op
de kaart duwen tot deze “klikt” en de kaart
vervolgens rechtop uitnemen.
D: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
Sluit het zijdeurtje tot het vast klikt en sluit
3
de [LOCK]-schakelaar door deze naar [2] te
schuiven.
• Ga na dat het rode gedeelte op het [LOCK]-hendeltje
niet afgebeeld wordt.
- 22 -
Voorbereiding
• Verwijder de batterij na gebruik. (Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
• Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten de “LUMIX” display op de
LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en
zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.)
∫ Over het waarschuwingsbericht over waterlekkage
Om de waterbestendige prestatie te behouden van dit toestel, verschijnt er een bericht dat
uitnodigt tot het controleren van eventueel onbekend materiaal dat tussen de zijklep is blijven
steken of tot het uitvoeren van onderhoud; dit bericht verschijnt met een waarschuwingsgeluid
wanneer het volgende uitgevoerd wordt. (P249)
Wanneer dit toestel ingeschakeld wordt na opening van het zijdeurtje en vervanging van de kaart.
•
• Wanneer dit toestel ingeschakeld wordt na opening van het zijdeurtje en vervanging van de batterij.
• Na het openen van de zijklep, deze weer stevig sluiten, erop lettend dat er geen vreemde deeltjes
klem komen te zitten.
• Als vuildeeltjes aanwezig zijn, veeg deze dan weg met een droge, pluisvrije doek
• De waarschuwingsberichtdisplay kan uitgezet worden door op een willekeurige knop te drukken.
M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de batterij
De netadapter (optioneel) kan alleen gebruikt worden met de
speciale Panasonic
DC-koppelaar (optioneel). De netadapter
(optioneel) kan niet autonoom gebruikt worden.
1 Open de zijklep A.
2 Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting.
3 Steek de netadapter B in een elektrisch stopcontact.
4 De netadapter B aan de [DC IN] aansluiting C van de
DC-koppelaar verbinden.
Zorg ervoor dat alleen de netadapter en de DC-koppelaar voor dit toestel
•
gebruikt worden. Het gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen
veroorzaken.
• Gebruik altijd een originele Panasonic netadapter (optioneel).
• Wanneer een netadapter gebruikt wordt, moet de AC-kabel gebruikt worden die bij de netadapter
geleverd is.
• De zijklep kan niet gesloten worden terwijl de netadapter verbonden is.
• Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is.
• Oefen geen druk uit op de zijklep met het gewicht van de kabel of uw hand wanneer de
netadapter verbonden is. Dit zou schade kunnen veroorzaken.
• De DC-koppelaar zou los kunnen raken van dit toestel als er aan een kabel getrokken wordt
wanneer de netadapter aangesloten wordt, dus let op.
• Voordat u de DC-koppelaar verwijdert, schakelt u de camera uit en sluit u de netadapter af.
• Lees ook de handleiding voor de netadapter en de DC-koppelaar.
• De waterdichtheid-/stofbestendigheid-functie werkt niet als de netadapter aangesloten is.
- 23 -
Voorbereiding
1
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
Wanneer er geen kaart ingedaan is
Wanneer er een kaart ingedaan is
Er kunnen beelden gemaakt op het ingebouwde
geheugen en deze kunnen afgespeeld worden.
Er kunnen beelden gemaakt op de kaart en
deze kunnen afgespeeld worden.
• Als u het ingebouwde geheugen gebruikt:
>ð (toegangindicatie
k
• Als u de kaart gebruikt:
(toegangaanduiding
¢ De kaartaanduiding wordt rood
weergegeven als er opnames op het interne
geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
¢
)
¢
)
Ingebouwd geheugen
• U Kunt de opgenomen beelden naar een kaart kopiëren. (P172)
• Geheugengrootte: Ongeveer 10 MB
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
Kaart
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt worden
met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
SD-geheugenkaart
(8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart
(4 GB tot 32 GB)
Opmerkingen
• Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse
“Klasse 4” of hoger wanneer u films opneemt.
• SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten kunnen
alleen gebruikt worden in apparatuur die daarmee compatibel is.
¢
met
• Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
SDXC-geheugenkaart
(48 GB, 64 GB)
¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het etiket
• Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen
gebruikt worden.
b.v.:
• Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
- 24 -
Voorbereiding
2
• Schakel dit toestel niet uit, verwijder de batterij of de kaart niet en sluit de AC-adapter
(optioneel) niet af als u zich toegang verschaft (als beelden opgenomen, gelezen of gewist
worden of als het interne geheugen of de kaart geformatteerd wordt). Stel het toestel
bovendien niet bloot aan trillingen, stoten of statische elektriciteit.
De kaart, of de gegevens op de kaart, zouden beschadigd kunnen worden en dit toestel zou
niet langer normaal kunnen werken.
Als de handeling mislukt door trillingen, stoten of statische elektriciteit, voer de handeling
dan opnieuw uit.
• Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de [LOCK]
positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of formattering mogelijk.
Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te formatteren wordt hersteld
wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn originele positie.)
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of
verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het
toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel
zelf zodat er niets kan mislopen. (P61)
• Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
- 25 -
Voorbereiding
5
25
p
A
R1m10s
25
p
B
Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd
∫ Over de weergave van het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd
•
Schakel de display (aantal te maken beelden, beschikbare opnametijd enz.) door op [DISP.] te
drukken. (P62)
A Aantal opnamen
B Beschikbare opnametijd
• Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen afhankelijk
van de opnamecondities en het kaarttype.)
• Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de
onderwerpen.
∫ Aantal opnamen
•
[i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden.
• Beeldverhouding [X], Kwaliteit [A]
Ingebouwd
[Fotoresolutie]
16M130049109880
5M (EZ)36501062021490
0,3M (EZ)6710050162960247150
geheugen
(Ongeveer 10 MB)
2GB32 GB64 GB
- 26 -
Voorbereiding
∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
•
“h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde.
• [AVCHD]
[Opn. kwaliteit]2GB32 GB64 GB
[FHD/50p/ ]9m00s2h32m00s5h08m00s
[FHD/50p]9m00s2h32m00s5h08m00s
[FHD/50i/ ]15m00s4h10m00s8h27m00s
[FHD/50i]15m00s4h10m00s8h27m00s
[HD/50p/ ]15m00s4h10m00s8h27m00s
[HD/50p]15m00s4h10m00s8h27m00s
• [MP4]
[Opn. kwaliteit]2GB32 GB64 GB
[FHD/25p]12m26s3h23m22s6h51m21s
[HD/25p]23m45s6h28m15s13h05m20s
[VGA/25p]52m17s14h14m28s28h48m24s
• De opneembare tijd is de totale tijd van alle films die opgenomen zijn.
• De maximumtijd voor het continu opnemen van bewegende beelden met [AVCHD] bedraagt
29 minuten en 59 seconden.
• De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en
59 seconden of tot 4 GB. (Voor [FHD/25p] in het [MP4]-formaat is het bestandformaat groot en zal
de opneembare tijd ingekort worden tot minder dan 29 minuten en 59 seconden.)
• De maximaal beschikbare continue opnametijd wordt op het beeldscherm weergegeven.
- 27 -
Voorbereiding
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
• De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Druk op de [ON/OFF] knop van de camera.
1
• Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op [Vereisten voor gebruik onder water]
hieronder.
Op [MENU/SET] drukken.
2
Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET].
3
[Vereisten voor gebruik onder water]
Zorg ervoor dit na te gaan zodat u de waterbestendigheid kunt behouden.
[Aub klok instellen] wordt afgebeeld na het bezichtigen van het laatste scherm.
Voor informatie, P11 raadplegen.
Op [MENU/SET] drukken.
4
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand,
5
dag, uur, minuut, displayvolgorde afbeelden of
formaat tijddisplay) te selecteren en dan op
3/4 drukken om in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
De instelling van de klok kan gewist worden door op
•
[Q.MENU/ ] te drukken.
- 28 -
Voorbereiding
Op [MENU/SET] drukken.
6
• Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Druk op [MENU/SET].
Selecteer [Ja] om de klok automatisch te corrigeren en druk vervolgens
7
op [MENU/SET].
• Het berichtenscherm wordt weergegeven. Druk op [MENU/SET].
Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en
8
druk vervolgens op [MENU/SET].
• Het bevestigingsscherm voor de bediening van de
hoogtemeter, de barometer en het kompas wordt
weergegeven. Selecteer [Ja] om ze te bedienen.
De klokinstelling veranderen
Selecteer [Klokinst.] in het [Opname] of [Set-up] menu, en druk op [MENU/SET]. (P48)
De klok kan opnieuw ingesteld worden zoals afgebeeld wordt in de stappen 5 en 6.
•
• De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde klokbatterij
zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de
ingebouwde batterij op te laden.)
• Als de klok niet ingesteld is, kan de correcte datum niet afgedrukt worden als u een fotostudio
opdracht geeft om de foto af te drukken, of als u de datum op de beelden wilt afdrukken met [Datum
afdr.] (P117) of [Tekst afdr.] (P160).
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op het
scherm van de camera wordt weergegeven.
• Als [GPS-inst.] op [ON] gezet is, zal de GPS-functie zelfs werkzaam zijn als dit toestel
uitgeschakeld wordt. Als u de camera meeneemt in een vliegtuig of een ziekenhuis, enz., zet
[Vliegtuigmode] dan op [ON] en schakel de camera uit omdat de elektromagnetische golven
die door de camera uitgezonden worden van invloed kunnen zijn op de meetapparatuur. (P53)
- 29 -
Voorbereiding
Tips om mooie opnamen te maken
Doet u de polsriem om en houdt u het toestel voorzichtig vast
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en
uw benen een beetje spreiden.
• Om vallen te voorkomen, moet u de bijgeleverde polsriem aan uw pols bevestigen. (P16)
• Zwaai het toestel niet hard en trek niet hard aan het toestel als de riem eraan vast zit. De riem zou
kunnen breken.
• Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
• Zorg ervoor dat u de flitser, het AF Assist-lampje/het LED-licht, de microfoon, de luidspreker of de
lens enz., niet met uw vingers afdekt.
A Draagriem
B Flitser
C AF Assist-lampje/LED-licht
D Microfoon
E Luidspreker
∫ Richtingsdetectiefunctie ([Lcd roteren])
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid)
afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren](P60) ingesteld is)
Als het toestel verticaal gehouden wordt en omhoog en omlaag gekanteld wordt om beelden op te
•
nemen, kan het zijn dat de functie voor richtingsdetectie niet correct werkt.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Wanneer de beeldbibber alert [] verschijnt, [Stabilisatie] (P116), een statief of de
zelfontspanner (P70) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
•
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit
geval het gebruik van een statief aan.
– Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
– [Nachtportret]/[Nachtl.schap]/[Sterrenhemel] (Scènemodus)
– Als de sluitertijd langzamer wordt in [Korte sluitert.]
- 30 -
Basiskennis
Selecteren van de opnamemodus
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om de gewenste
2
Opnamefunctie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
3
∫ Lijst van Opnamefuncties
Intelligent Auto Modus (P32)Sneeuw (P80)
De onderwerpen worden opgenomen met
behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
Programma AE-modus (P36)Strand- & Snorkelfunctie (P81)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v.
uw eigen instellingen.
De belichting wordt aangepast aan de
sluitertijd en de openingswaarde die u
handmatig hebt ingesteld.
Creative Control modus (P75)Panoramamodus (P84)
Opnemen terwijl het beeldeffect
gecontroleerd wordt.
Sport (P80)Scènemodus (P87)
Gebruik deze functie om opnamen te maken
van sportevenementen, etc.
Hiermee kunt u opnamen maken met een zo
wit mogelijke sneeuw op een skiveld of een
besneeuwde bergtop.
Deze functie is optimaal voor het maken van
beelden onder water en op het strand.
(P83)
Dit is optimaal voor het maken van beelden
onderwater, dieper dan 13 m d.m.v. het
gebruik van de waterdichte hoes
(DMW-MCFT5: optioneel).
Met deze modus kunt u panoramafoto's
maken.
Hiermee maakt u beelden die passen bij de
scène die u opneemt.
Wanneer de functie geschakeld is van Afspeelfunctie naar Opnamefunctie, zal de eerder ingestelde
•
Opnamefunctie ingesteld worden.
- 31 -
Basiskennis
B
A
Foto's maken met de automatische functie
(Intelligent Auto Modus)
Opnamefunctie:
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de opnamecondities.
Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de instellingen wenst
over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
witbalans/ Gezichtsdetectie/[Quick AF]/[i. Exposure]/[I.resolutie]/[i.ZOOM]/[AF ass. lamp]/
[Rode-ogencorr]/[Stabilisatie]/[Continu AF]/[Windreductie]
• Beeldkwaliteit is vastgesteld op [A].
Druk op [MODE].
1
1 Sluiterknop
Op 3/4/2/1 drukken om [Intelligent auto] te
2
kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
De ontspanknop tot de helft indrukken om
3
scherp te stellen.
• De focusaanduiding A (groen) gaat branden als het
onderwerp scherp gesteld is.
• De AF-zone B wordt door de Gezichtsherkenningsfunctie
rondom het gezicht van het onderwerp weergegeven. In
andere gevallen wordt het weergegeven op het punt van het
onderwerp dat scherpgesteld is.
• De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp kunt
komen) zal veranderen afhankelijk van de zoomfactor.
Controleer dit aan de hand van het opnamebereik dat op het
scherm weergegeven wordt. (P37)
• Als u op 3 drukt terwijl [Tracking AF] weergegeven wordt,
kunt u AF Tracking instellen. Zie voor details P104. (AF
Tracking wordt geannuleerd door opnieuw op 3 te
drukken).
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
4
indrukken), en maak het beeld.
- 32 -
Basiskennis
Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in kwestie in het
blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn gewoonlijke rode kleur.
Fotograferen
¦
>
[i-Portret][i-Landschap]
1
[i-Macro][i-Nachtportret]
[i-Nachtl.schap][iHandh. nachtop.]
[i-Zonsonderg.][i-Baby]
¢1 Alleen weergegeven als de flitser op [] gezet is.
¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat.
¢3 Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON], zal [ ] alleen afgebeeld worden voor
verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld zijn wanneer het gezicht
van een persoon van 3 jaar of ouder opgespoord wordt.
¢
2
¢
3
¢
Wanneer u bewegende beelden opneemt
>
¦
[i-Portret][i-Landschap]
[i-Zacht licht][i-Macro]
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen ingesteld zijn.
•
• Wanneer [], [] of [] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een
persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie)
• Als een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel heeft beoordeeld dat het schudden
minimaal is wanneer de scènemodus als [ ] herkend is, dan zal de sluitertijd ingesteld worden op
een maximum van 4 seconden. Beweeg het toestel niet tijdens het fotograferen.
• Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON] en er een gezicht dat op een geregistreerd gezicht lijkt
gevonden wordt, wordt [R] afgebeeld rechtsboven van [], [] en [ ].
• Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène geïdentificeerd
worden voor hetzelfde onderwerp.
– Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
– Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder lage helderheidomstandigheden,
Onder water, Wanneer het toestel bewogen wordt, Wanneer de zoom gebruikt wordt
• Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
• Gezichtsdetectie zou onder water langzamer kunnen water of niet kunnen werken.
Tegenlichtcompensatie
Bij tegenlicht ziet het onderwerp er donkerder uit en zal de camera automatisch proberen om
dit te corrigeren door de helderheid van het beeld te verhogen.
In de Intelligent Auto modus werkt de tegenlichtcompensatie automatisch. [ ] wordt op het
scherm weergegeven als tegenlicht gedetecteerd wordt (afhankelijk van de omstandigheden
van het tegenlicht kan het zijn dat dit niet correct gedetecteerd wordt).
Raadpleeg voor de instellingsmethode van het menu P48.
•
¢ De instellingen kunnen anders zijn dan andere Opnamemodi.
Menu’s die specifiek zijn voor de Intelligent Auto modus
∫ [Burstfunctie] (P111)
[] kan ingesteld worden in [Burstfunctie]. In deze instelling wordt de burst-snelheid
automatisch bijgesteld op grond van de beweging van het onderwerp.
∫ [Kleurfunctie]
De kleurinstelling van [Happy] is beschikbaar in [Kleurfunctie]. Het is mogelijk om een foto te
maken die automatisch een hoger glansniveau heeft voor de helderheid en de levendigheid
van de kleur.
∫ [Anti blur]
Wanneer [Anti blur] ingesteld is op [ON], wordt [] afgebeeld op het opnamescherm. De
camera stelt automatisch een optimale sluitertijd in afhankelijk van de beweging van het
onderwerp om de wazigheid op het onderwerp te verminderen (in een dergelijk geval zou het
aantal pixels verminderd kunnen worden).
Het is aanvankelijk op [ON] op het toestel ingesteld.
•
∫ [iHandh. nachtop.]
Als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat en [] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke beelden
handheld opgenomen worden, zullen deze nachtbeelden gemaakt worden met een hoge
burst-snelheid en in een enkel beeld samengevat worden. Deze modus is nuttig als u prachtige
nachtopnames wilt maken met zo weinig mogelijk beweging en ruis van het toestel en zonder
een statief te gebruiken. Als het toestel op een statief geplaatst wordt, of op een ander soort
staander, zal [] niet gedetecteerd worden.
Het is aanvankelijk op [ON] op het toestel ingesteld.
Andere menu-items dan die hiervoor opgesomd zijn, worden niet
•
weergegeven maar u kunt ze in andere opnamemodussen instellen.
[Nieuwe verbinding]/[Verb. met geschiedenis]/[Verb. met
favorieten]/[Wi-Fi setup]
- 34 -
Basiskennis
∫ [iHDR]
Als [iHDR] op [ON] staat en er is bijvoorbeeld een sterk contrast tussen de achtergrond en het
onderwerp, dan worden meerdere foto's met verschillende belichtingen opgenomen en
gecombineerd voor de creatie van één enkele foto met een rijke gradatie.
Het is aanvankelijk op [ON] op het toestel ingesteld.
•
• Als [ ] op het beeldscherm weergegeven wordt, en alleen dan, zal de iHDR-functie automatisch
werken zoals vereist wordt.
• Wanneer één enkele foto uit een burst-opname samengesteld moet worden, zal een bericht op het
scherm verschijnen dat aangeeft dat meerdere beelden opgenomen moeten worden en dat een
burst-opname uitgevoerd wordt. Houd er rekening mee dat de burst-opname niet uitgevoerd wordt
als de camera vaststelt dat het het verschil in contrast kan compenseren zonder dat de foto uit een
burst-opname samengesteld hoeft te worden.
• In het geval van samenstelling van een foto uit een burst-opname, kunnen nabeelden verschijnen
als het onderwerp tijdens de opname bewoog.
• In de volgende gevallen wordt geen gecombineerd beeld gecreëerd.
– Als de zoomfactor groter is dan 4,6k.
– Bij opnames met [Burstfunctie].
– Als de flits geactiveerd is
De flitser (P66)
• Wanneer [] geselecteerd is, wordt [], [], [] of [] ingesteld afhankelijk van het type
onderwerp en helderheid.
• Wanneer [], [] ingesteld wordt, is [Rode-ogencorr] ingeschakeld.
• De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [] of [].
- 35 -
Basiskennis
1/601/601/60
F3.3F3.3F3.3
ISO
100
ISO
100
ISO
100
A
BC
Foto's maken met uw favoriete instellingen
(Programma AE-modus)
Opnamemodus:
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het
object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te
veranderen.
Druk op [MODE].
1
1 Sluiterknop
Druk op 3/4/2/1 om [Program AE] te
2
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Richt de AF-zone op het punt waar u op wilt scherpstellen.
3
Druk de ontspanknop half in om scherp te
4
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
A ISO-gevoeligheid
B Lensopening
C Sluitertijd
• De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden rood
weergegeven als de correcte belichting niet bereikt wordt
(tenzij een flitser gebruikt wordt).
- 36 -
Basiskennis
1/601/601/60
F3.3F3.3F3.3
ISO
100
ISO
100
ISO
100
A
B
1X
W
T
0.05m
-
∞
T
W
5 cm
30 cm
Het focussen
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk de
sluiterknop tot halverwege in.
Focus
Wanneer er scherpgesteld is
op het object
Wanneer er niet scherpgesteld
is op het object
Focusaanduiding AAanKnippert
AF-zone BWit>GroenWit>Rood
GeluidBiept 2 keerBiept 4 keer
• De AF-zone zou niet groter afgebeeld kunnen worden voor bepaalde zoomvergrotingen en op
donkere plekken.
∫ Over het focusbereik
Het focusbereik wordt weergegeven als de zoom bediend wordt.
•
Het focusbereik wordt rood weergegeven als geen scherpstelling
plaatsvindt nadat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt is.
Het focusbereik kan geleidelijk veranderen, afhankelijk van de zoompositie.
bv.: focusbereik tijdens de Intelligent Auto Mode
- 37 -
Basiskennis
∫ Als het onderwerp niet scherp gesteld is (zoals wanneer het bijvoorbeeld niet in het
midden van het beeld staat dat u wilt opnemen)
1De AF-zone op het onderwerp richten en
vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te
zetten.
2De ontspanknop half ingedrukt houden als u
het toestel beweegt om het beeld samen te
stellen.
U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw proberen voordat u de ontspanknop volledig
•
indrukt.
∫ Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
•
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast
• Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
• Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
• Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van zowel
onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
- 38 -
Basiskennis
3s3s3s
R1m07sR1m07sR1m07
s
A
CB
Opname Bewegend Beeld
Toepasbare modussen:
Dit kan volledig hoge definitie bewegende beelden die compatibel zijn met het AVCHD-formaat
of bewegende beelden die opgenomen zijn in MP4 opnemen.
De audio zal stereo opgenomen worden.
Start het opnemen door op de bewegend
1
beeldknop te drukken.
A Beschikbare opnametijd
B Verstreken opnametijd
• U kunt video’s maken die bij elke Opnamefunctie
passen.
• Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
• De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
• Voor de instelling van de [Opname-indeling] en [Opn.
kwaliteit], raadpleeg P118.
Stop het opnemen door weer op de
2
bewegend beeldknop te drukken.
- 39 -
Basiskennis
∫ Over het opnameformaat voor het opnemen van bewegende beelden
Dit toestel kan bewegende beelden in AVCHD of MP4 formaat opnemen.
AVCHD:
U kunt hoge definitie-kwaliteitsbeelden maken met dit formaat. Het is geschikt voor het
bekijken van een TV van groot formaat of voor het opslaan op schijf.
AVCHD Progressive:
[FHD/50p/ ]/[FHD/50p] in [AVCHD] is een modus die het mogelijk maakt films op te nemen in
1920k1080/50p, de hoogste kwaliteit
¢
die voldoet aan de AVCHD-standaard.
De opgenomen bewegende beelden kunnen bewaard en afgespeeld worden met gebruik van
dit toestel of “PHOTOfunSTUDIO”.
¢ Dit betekent de hoogste kwaliteit voor dit toestel.
MP4:
Dit opnameformaat bewaart een film als een enkel bestand dat geschikt is om op een PC
bewerkt te worden of om naar WEB-services geüpload te worden.
∫ Over de compatibiliteit van de opgenomen bewegende beelden
Bewegende beelden opgenomen in [AVCHD] of [MP4] zouden afgespeeld kunnen worden
met slechte beeld- of geluidkwaliteit of het afspelen zou niet mogelijk kunnen zijn zelfs
wanneer er afgespeeld wordt met apparatuur, dat compatibel is met deze formaten. Tevens
zou de opname-informatie niet juist afgespeeld kunnen worden. In dit geval, dit apparaat
gebruiken.
•
Raadpleeg voor details over apparatuur die compatibel is met AVCHD Progressive en MP4 de
onderstaande websites.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Wanneer een film in een omgeving met een hoge temperatuur opgenomen wordt, of wanneer
continu opgenomen wordt, kan de opname stoppen na de weergave va [] om dit toestel te
beschermen.
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af
kunnen lopen.
• Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
• Het scherm zou tijdelijk zwart kunnen worden of het apparaat zou lawaai op kunnen nemen wegens
statische elektriciteit of elektromagnetische golven enz. afhankelijk van de omgeving van de
bewegende beeldopname.
• Zelfs als de aspectratio-instelling hetzelfde is in foto's en video's, zou de gezichtshoek aan het begin
van de video-opname anders kunnen zijn.
Wanneer [Video Opn.gebied] (P55) ingesteld is op [ON], wordt de gezichtshoek tijdens
video-opname afgebeeld.
• Over inzoomen terwijl u video's maakt
– Als de Extra Optische zoom gebruikt is voordat u op de bewegende beeldknop drukt, zullen de
instellingen geannuleerd worden en zal het opneembare bereik drastisch veranderen.
– Als u de zoom enz. hanteert terwijl u film opneemt, zou het geluid van de handeling opgenomen
kunnen worden.
– De zoomsnelheid zal lager dan normaal zijn bij het opnemen van bewegende beelden.
– Wanneer u de zoom hanteert tijdens het opnemen van bewegende beelden, zou het even kunnen
duren voordat er scherp gesteld wordt.
- 40 -
Basiskennis
• Als de opname van bewegende beelden na korte tijd eindigt terwijl [Miniatuureffect] van de Creative
Control Modus gebruikt wordt, kan het zijn dat het toestel nog even doorgaat met opnemen. Blijf het
toestel vasthouden tot de opname stopt.
• De stereo-effecten worden niet onder water verkregen.
• Er zou geluid opgenomen kunnen worden onder water.
• Het wordt aangeraden een geheel opgeladen batterij of netadapter (optioneel) te gebruiken wanneer
u bewegende beelden maakt.
• Als u tijdens de opname van bewegende beelden de netadapter gebruikt (optioneel) en de
stroomtoevoer wordt onderbroken wegens een black-out, of als de netadapter (optioneel) afgesloten
wordt, enz., dan zullen de bewegende beelden in kwestie niet opgenomen worden.
• In de volgende gevallen kunnen geen films opgenomen worden.
– Ingebouwd geheugen
– [Zachte focus]/[Sterfilter] (Creative Control modus)
– [3D Foto Mode] (Scènemodus)
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
• Het geluid zou gedempt of verdrongen kunnen klinken als er water op de microfoon of de luidspreker
zit. Veeg de resten eraf nadat u het water uit de microfoon en de luidspreker heeft laten druppelen
door het toestel ondersteboven te houden en gebruik deze weer nadat u het een poosje heeft laten
drogen. (P237)
• Voor bepaalde opnamewijzen zal de opname uitgevoerd worden met de hieronder aangeduide
wijze. Voor de opnamewijzen die niet in de lijst staan, zal de opnamewijze gebruikt worden die het
meest geschikt is voor het bewegende beeld.
Geselecteerde opnamemodusOpnamemodus bij het opnemen van een film
• Programma AE-modus
• Handmatige belichtingsfunctie
• Sport
Normaal bewegend beeld
• [HDR]/[Huisdier] (Scènemodus)
• [Baby1]/[Baby2] (Scènemodus)Portret
• [Nachtportret]/[Nachtl.schap]/[Nachtop. uit
hand]/[Sterrenhemel] (Scènemodus)
Weinig licht functie
- 41 -
Basiskennis
100-0001100-0001100-0001
1/51/ 5
A
B
3s3s3s
25
p
D
C
Afspelen
Druk op [(].
1
Druk op 2/1 om de beelden te selecteren.
2
A Bestandsnummer
B Beeldnummer
• Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter elkaar
afspelen.
• De snelheid van vooruit/achteruit spoelen van de beelden is
afhankelijk van de afspeelstatus.
∫ Films afspelen
Selecteer een beeld met een filmicoon (zoals []) en
druk vervolgens op 3 om af te spelen.
C Filmicoon
D Opnametijd film
• Als u voor het afspelen beelden gefilterd heeft met gebruik van
[Diashow] (P147)
selectiescherm verschijnen. Druk op 3/4 om [Video weergeven]
te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
• Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven.
Bijvoorbeeld, 8 minuten en 30 seconden wordt afgebeeld als [8m30s].
• Sommige informatie (opname-informatie, enz.) wordt niet afgebeeld voor bewegende beelden die
gemaakt zijn [AVCHD].
• Operaties die uitgevoerd worden tijdens terugspelen van bewegend beeld
¢ De snelheid van het vooruit/achteruit afspelen neemt toe als u opnieuw op 1/2 drukt.
– U kunt het volume met de zoomknop regelen.
of [Afspelen filteren] (P149), zal het
3 Afspelen/Pauzeren
Stop
4
Snel achteruit¢/
2
Frame-by-frame terugspelen (tijdens pauze)
Snel vooruit¢/
1
Frame-by-frame vooruitspelen (tijdens pauze)
- 42 -
Basiskennis
1/26
A
B
• Als de camera uitgeschakeld is, druk dan op [(] en houd deze ingedrukt. Als u de camera op deze
manier inschakelt, zal het afspeelscherm automatisch weergegeven worden.
• Dit toestel voldoet aan de DCF-norm “Design rule for Camera File system” die vastgesteld is door
JEITA “Japan Electronics and Information Technology Industries Association” en met Exif
“Exchangeable Image File Format”. De bestanden die niet aan de DCF-norm voldoen, kunnen niet
worden afgespeeld.
• Het kan zijn dat beelden die met een andere camera opgenomen zijn niet op dit toestel kunnen
worden afgespeeld.
• Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van de formaten AVCHD, MP4 en
QuickTime Motion JPEG.
• Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer dan
normaal gaat.
• Gebruik voor het afspelen op een PC van films die met dit toestel opgenomen zijn, de
“PHOTOfunSTUDIO” software op de (bijgeleverde) CD-ROM.
• Pas op de luidspreker van het toestel niet te blokkeren tijdens het afspelen.
A Het aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen beelden
• Druk op de zoomknop op [Z] (T) om naar het vorige scherm terug
te keren.
• Beelden die afgebeeld worden m.b.v. [] kunnen niet
afgespeeld worden.
∫ Om terug te keren naar normaal terugspelen
Druk op 3/4/2/1 om een opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
De terugspeelzoom gebruiken
Druk op de zoomknop op [Z] (T).
1k>2k>4k>8k>16k
Wanneer u op de zoomknop op [L] (W) drukt na het beeld
•
vergroot te hebben, wordt de vergroting kleiner.
• Wanneer u de uitvergroting verandert, verschijnt de indicatie van de
zoompositie B ongeveer 2 seconden lang en kan de positie van de
vergrootte sectie verplaatst worden door op 3/4/2/1 te drukken.
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit ervan
wordt.
- 43 -
2X2X2X
Basiskennis
40
Creëren van foto’s uit een video
U kunt een afzonderlijke foto uit een opgenomen video creëren.
Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te zetten.
1
Op [MENU/SET] drukken.
2
• Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt. Verlaat het menu na de uitvoering.
• Het beeld wordt bewaard met de volgende opnamematen.
OpnameformaatBeeldgrootte
[AVCHD]2 M (16:9)
[MP4]
• Misschien bent u niet in staat om de foto’s te bewaren van een video die met andere apparatuur
opgenomen is.
• De beeldkwaliteit van foto’s die van een video gemaakt zijn, kan grover zijn dan foto’s met een
gewone beeldkwaliteit.
[FHD/25p]/[HD/25p]2 M (16:9)
[VGA/25p]0,3 M (4:3)
Afspelen van groepsbeelden
De volgende beelden kunnen als een enkele beeldengroep bewaard worden, die uit meer
beelden bestaat.
De beeldengroep kan continu of met een beeld per keer afgespeeld worden.
[˜]:
Een beeldengroep
bestaande uit beelden
die met de burst-modus
gemaakt zijn met
burst-snelheid [],
60
[]. (P111)
U kunt alle beelden in een groep in een keer bewerken of wissen (als u bijvoorbeeld een
•
beeldengroep wist, worden alle beelden in de groep gewist).
[]
:
Een beeldengroep
bestaande uit beelden die
in een enkele Time Lapse
Shot gemaakt zijn. (P113)
• De beelden die opgenomen zijn nadat het aantal beelden de 50000 heeft overschreden, zullen niet
gegroepeerd worden.
•
De op andere camera's opgenomen beelden kunnen misschien niet als een beeldengroep herkend worden.
• De beelden zullen niet gegroepeerd worden als ze opgenomen zijn zonder dat de klok ingesteld is.
- 44 -
Basiskennis
Continu afspelen van groepsbeelden
Selecteer een beeld met de icoon van het groepsbeeld ([˜], []) en druk
vervolgens op 3.
• Als u voor het afspelen beelden gefilterd heeft met gebruik van [Diashow] (P147)
filteren] (P149), zal het selectiescherm verschijnen. Druk op 3/4 om [Burst afspelen]/[Serie
weergave] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
∫ Handelingen tijdens het afspelen van groepsbeelden
3 Continu afspelen/Pauze
4 Sto p
2 Snel terugspoelen, Terugspoelen (tijdens pauze)
1 Snel vooruit, Vooruit (tijdens pauze)
Afspelen van afzonderlijke groepsbeelden
of [Afspelen
1Selecteer een beeld met de icoon van het groepsbeeld ([˜],
[]) en druk vervolgens op 4.
2Druk op 2/1 om het beeld te selecteren.
•
Druk opnieuw op 4 om terug te keren naar het gewone
afspeelscherm.
• Voor de beelden van de beeldengroep is een gelijkaardige bediening
mogelijk als voor het gewone afspelen (multi-afspelen, zoom
afspelen, wissen van beelden, enz.)
•
Als alle beelden behalve één in de groep gewist worden, zal dat ene beeld bewaard worden als
afzonderlijk beeld.
- 45 -
Basiskennis
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
•
Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist worden.
• Beelden die geen deel uitmaken van de DCF-standaard of die beschermd zijn, kunnen niet gewist
worden.
Om een enkele opname uit te wissen
Selecteer het te wissen beeld en druk
vervolgens op [].
• Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
- 46 -
Basiskennis
46
2
31
5
Wissen van meer beelden (tot 100) of van alle beelden
Druk op [].
1
Op 3/4 drukken om [Multi wissen] of
2
[Alles wissen] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
• [Alles wissen] > Het bevestigingsbeeldscherm wordt
weergegeven.
De beelden worden gewist door [Ja] te selecteren.
• Het is mogelijk om alle beelden te wissen, behalve de
beelden die als favorieten ingesteld zijn, als [Alles
wissen behalve Favoriet] geselecteerd is met de
[Alles wissen] instelling.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is)
3
Druk op 3/4/2/1 om het beeld te
selecteren en druk vervolgens op [DISP.]
om in te stellen. (Herhaal deze stap.)
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u
opnieuw op [DISP.] drukt, wordt de instelling gewist.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is)
4
Op [MENU/SET] drukken.
• Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
De beelden worden gewist door [Ja] te selecteren.
• De beeldengroepen worden als een enkel beeld beschouwd (alle beelden in de geselecteerde
beeldengroep zullen gewist worden). (P44)
• Schakel het toestel niet uit tijdens het wissen. Een batterij met voldoende batterijstroom of de
netadapter (optioneel) gebruiken.
• Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
- 47 -
Basiskennis
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken voor het
maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u de mogelijkheid
bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [Set-up] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en
de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u overgaat tot het
gebruik van het toestel.
Menuonderdelen instellen
Voorbeeld:
Verander in het [Opname]-menu [AF mode] van [Ø] ([1-zone]) in [š] ([Gezichtsdetectie])
Op [MENU/SET] drukken.
1
Druk op 3/4/2/1 om het menu te selecteren
2
en druk vervolgens op [MENU/SET].
MenuBeschrijving van instellingen
[Opname] (P95 tot 117)
(Alleen in de opnamefunctie)
[Bewegend beeld] (P118 tot 120)
(Alleen in de opnamefunctie)
[Afspelen] (P156 tot 172)
(Alleen Terugspeelfunctie)
[GPS/Sensor] (P121 tot 145)
[Set-up] (P50 tot 61)
[Wi-Fi] (P175 tot 212)
Dit menu laat u de Kleuren, de Gevoeligheid, de
Aspectratio, het Aantal pixels en andere aspecten van
de beelden die u aan het maken bent instellen.
Dit menu laat u de [Opname-indeling], [Opn. kwaliteit] en
andere aspecten voor bewegend beeldopname instellen.
Dit menu laat u de Bescherming, Knip- of
Afdrukinstellingen, enz. van gemaakte beelden instellen.
Dit menu laat u de hoogtemeter en de dieptemeter
afstellen of de huidige locatie-informatie afbeelden
m.b.v. de GPS-functie.
Dit menu laat u de klokinstellingen, het volume van de
pieptonen en andere instellingen uitvoeren die het
gemakkelijker voor u maken om de camera te hanteren.
Dit menu stelt u in staat de instellingen te maken die
nodig zijn om verbinding met Wi-Fi te maken of om de
Wi-Fi-functie te gebruiken.
- 48 -
Basiskennis
A
Druk op 3/4 om het menuitem te selecteren en
3
druk vervolgens op [MENU/SET].
A Beeldschermpagina menu
• Er zal naar de volgende pagina geschakeld worden
wanneer u het einde van de pagina bereikt. (Dit zal ook
gebeuren als u op de zoomknop drukt)
Op 3/4 drukken om de instelling te selecteren
4
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
• Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de instelling
ervan niet verschijnt, of dat deze op een andere manier
wordt weergegeven.
∫ Sluit het menu
Druk op [Q.MENU/] totdat het scherm terugkeert naar
het opname-/weergavescherm of druk tot de helft op de
sluiterknop.
Er zijn functies die niet ingesteld of gebruikt kunnen worden afhankelijk van de functies of de
•
menu-instellingen die gebruikt worden op het toestel wegens de specificaties.
Gebruik van het snelle menu
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk opgeroepen
worden.
De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de functie
•
of een weergavenstijl waar het toestel zich in bevindt.
Druk tijdens het opnemen op [Q.MENU/].
1
Op 3/4/2/1 drukken om het menu-item en de
2
instelling te selecteren en dan op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
- 49 -
Basiskennis
Over het set-up Menu
Voor details over hoe de [Set-up] menu-instellingen geselecteerd moeten worden, P48
raadplegen.
[Klokinst.], [Besparing] en [Auto review] zijn belangrijke onderdelen. Controleer de instellingen ervan
•
alvorens ze te gebruiken.
• In de Intelligent Auto modus kan alleen [Klokinst.], [Wereldtijd], [Vliegtuigmode], [Toon]
[Taal], [O.I.S.-demo] ingesteld worden.
¢ De beschikbare instellingen kunnen anders zijn voor andere opnamemodussen.
¢
, [LED-licht],
[Voorzorgsmaatr.]
Om de waterbestendige werking te handhaven, laat u de zaken die
vóór het gebruik gecontroleerd moeten worden afbeelden.
• Raadpleeg P11 voor details.
U [Klokinst.]De datum en de tijd instellen.
• Raadpleeg P28 voor details.
De klok wordt automatisch bijgewerkt m.b.v. de GPS-functie.
[ON]:
[Auto reis inst.]
Dit toestel ontvangt de informatie over datum en tijd van de
GPS-satellieten en corrigeert automatisch de tijd van de huidige
locatie.
[OFF]
• Als [ON] geselecteerd is, zal het instellingenscherm weergegeven worden. Druk op [MENU/SET] en
voer de handeling van stap
eerste keer).
in “De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)”(P28) uit (alleen de
8
• Wanneer [Auto reis inst.] op [ON] gezet is, zal [Wereldtijd] (P51) automatisch op [Bestemming] gezet
worden.
• Het staat vast op [OFF] als [GPS-inst.] op [OFF] gezet is.
• De datum en tijd die gecorrigeerd worden met [Auto reis inst.] zijn niet zo precies als de
radiografische klok. Als er niet precies gecorrigeerd blijkt te worden, stel de klok dan opnieuw in
m.b.v. [Klokinst.].
- 50 -
Basiskennis
A
B
C
D
Stel de tijd van uw thuisgebied en reisbestemming in.
U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden en
deze opnemen op de beelden die u maakt.
Druk na de selectie van [Bestemming] of [Home] op 2/1 om een
gebied te selecteren en druk op [MENU/SET] om het in te stellen.
Stel onmiddellijk na de aankoop [Home] in. [Bestemming] kan ingesteld
•
worden nadat [Home] ingesteld is.
“ [Bestemming]:
[Wereldtijd]
U reisbestemming
A Huidige tijd van het bestemmingsgebied
B Tijdverschil met thuiszone
– [Home]:
Uw woongebied
C Huidige tijd
D Tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean
Time)
• Druk op 3 als u Zomertijd [] gebruikt. (de tijde zal 1 uur vooruit gezet worden) Druk nogmaals
op 3 om terug te keren naar de normale tijd.
• Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil
tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
• Wanneer [Auto reis inst.] op [ON] gezet is, kunt u de instelling van de zomertijd alleen in
[Bestemming] veranderen.
- 51 -
Basiskennis
De vertrekdatum en de terugkeerdatum van de reis, evenals de naam
van de reisbestemming, kunnen ingesteld worden.
U kunt het aantal dagen dat verstreken is weergeven wanneer u de
beelden afspeelt en dit afdrukken op de beelden die opgenomen zijn
[Tekst afdr.] (P160).
[Reissetup]:
[SET]:
De vertrekdatum en de terugkeerdatum worden ingesteld. Het
verstreken aantal dagen (het aantal dagen erna) van de reis wordt
opgenomen.
— [Reisdatum]
[OFF]
De reisdatum wordt automatisch gewist als de huidige datum zich na de
•
terugkeerdatum bevindt. Als [Reissetup] op [OFF] gezet is, zal [Locatie]
ook op [OFF] gezet worden.
[Locatie]:
[SET]:
De reisbestemming wordt opgenomen op het moment van opname.
[OFF]
Voor details over hoe tekens ingevoerd moeten worden, “Tekst Invoeren”
•
op P94 raadplegen.
• Het aantal dagen dat verlopen is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden m.b.v. de
“PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (bijgeleverd).
• De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de
vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [Wereldtijd] instelt op de reisbestemming, wordt de
reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de reisbestemminginstelling.
• De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het aantal dagen dat sinds de vertrekdatum verstreken is, werd niet opgenomen vóór de
vertrekdatum.
• [Locatie] wordt apart van de locatienaam-informatie opgeslagen met de GPS-functie.
• Voor films die opgenomen zijn met gebruik van [FHD/50p]/[FHD/50i]/[HD/50p] in [AVCHD] kan
[Reisdatum] niet ingesteld worden.
• [Reisdatum] kan niet ingesteld worden in de Intelligente automatische functie. Instelling van andere
opnamefunctie zal beïnvloed worden.
- 52 -
[Vliegtuigmode]
1
2
123
r [Toon]
Basiskennis
Beperkt de instellingen van GPS/Sensor/Wi-Fi/NFC.
[ON]:
De Wi-Fi en NFC-functies kunnen niet gebruikt worden.
Bovendien zullen de GPS-positionering en het kompas/hoogtemeter/
barometer niet werken als dit toestel uitgeschakeld is.
[OFF]
Als u de camera meeneemt in een vliegtuig of naar een ziekenhuis, enz.,
•
zet [Vliegtuigmode] dan op [ON] en schakel de camera uit omdat de
elektromagnetische golven, enz. die door de camera uitgezonden worden,
interferentie met de meetinstrumenten kunnen veroorzaken.
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [Toonniveau]: [Shutter vol.]:
[t]
([Laag])
[u]
([Hoog])
[s]
([UIT])
[Pieptoon]:
[]/[]/[]
3
[]
([Laag])
[]
([Hoog])
[]
([UIT])
[Shutter toon]:
[]/[]/[]
u
[Luidsprekervolume]
•
Wanneer u de camera aansluit op een TV, verandert het volume van de TV-luidsprekers niet.
Bovendien wordt er wanneer er aangesloten is geen geluid uitgegeven vanaf de cameraluidsprekers.
Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
Helderheid, kleur of rode of blauwe tint van de LCD-monitor wordt afgesteld.
[Helderheid]:
Afstellen van de helderheid.
[Contrast · Verzadiging]:
Afstellen van contrast of helderheid van kleuren.
[Scherm]
[Roodachtig]:
Afstellen van rode tint.
[Blauwzweem]:
Afstellen van blauwe tint.
1Selecteer de instellingen door op 3/4 te drukken en stel bij
met 2/1.
2Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
• Het kan zijn dat sommige onderwerpen er op de LCD-monitor anders uitzien dan in werkelijkheid.
Dit heeft echter geen effect op de opgenomen beelden.
- 53 -
Basiskennis
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker om de LCD-monitor
te zien wanneer u op heldere plekken bent.
[„] ([Auto power scherm])
¢
:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
[Helderheid scherm]
helder het om het toestel heen is.
[…] ([Power scherm]):
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar tijdens
het opnemen ook buiten.
[OFF]
¢ Kan alleen ingesteld worden als de Opnamemodus ingesteld is.
• De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat sommige
onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de LCD-monitor. Dit
beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
• De LCD-monitor keert automatisch terug naar de normale helderheid als gedurende 30 seconden
geen handelingen uitgevoerd worden wanneer u met [Power scherm] opneemt. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te maken.
• Als [Helderheid scherm] ingesteld is, wordt de gebruikstijd korter.
Stel het patroon in van de richtlijnen die afgebeeld worden wanneer u
beelden maakt. U kunt ook instellen of u de beeldinformatie wel of niet
[Richtlijnen]
afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden. (P62)
[Opname info.]:
[ON]/[OFF]
[Patroon]:
[]/[]
• Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen,
kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans
van het object te bekijken.
• De richtlijn wordt in de panoramafotomodus niet weergegeven.
- 54 -
Basiskennis
Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te beelden.
[ON]/[OFF]
Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de
horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk
[Histogram]
helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting van een
beeld.
A donker
B optimaal
C helder
• Als de opname en het histogram niet samenvallen in de volgende omstandigheden, wordt het
histogram oranje afgebeeld.
– Wanneer de handmatige belichtingassistentie anders is dan [n0 EV] tijdens de
belichtingscompensatie of in de handmatige belichtingsmodus
– Als de flits geactiveerd is
– Als de helderheid van het scherm niet goed weergegeven wordt op donkere plaatsen
– Als de belichting niet goed is ingesteld
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en
terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld
worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz.
• Histogrammen worden niet afgebeeld in de volgende gevallen.
– Intelligent Auto Modus
– Meervoudig terugspelen
– Opname bewegende beelden
– Terugspeelzoom
– Kalender
– Wanneer de HDMI-microkabel verbonden is
[Video Opn.gebied]
Zichthoek voor bewegend beeldopname kan gecontroleerd worden.
[ON]/[OFF]
• De weergave van de opnamezone van de bewegende beelden is slechts een benadering.
• De weergave van de opnamezone kan verdwijnen wanneer u met Tele zoomt, al naargelang de
instelling van het beeldformaat.
• In de Intelligent auto mode wordt het vast ingesteld op [OFF].
- 55 -
Basiskennis
Het zal het onderwerp verlichten met een lamp wanneer u films
opneemt in een donkere omgeving.
De LED kan ook als gewoon licht gebruikt worden, indien nodig.
[] ([Aan]):
Het LED-licht A wordt permanent ingeschakeld bij
het opnemen van films.
[LED-licht]
• Het maximale verlichtingsbereik van het LED-licht is 50 cm.
• De levensduur van de batterij zal afnemen wanneer de LED-lamp constant aan is.
• Op plaatsen waar het gebruik van het licht verboden is, stelt u [] in.
• In de volgende gevallen staat het vast op [].
– Geavanceerde Onderwatermodus
– Panoramamodus
– [Baby1]/[Baby2]/[3D Foto Mode] (Scènemodus)
• Het is niet beschikbaar in de afspeelmodus.
Gebruiken als gewoon licht
Als u [] instelt en 1 (‰) op het opname
standby-scherm ingedrukt houdt, zal het LED-licht gedurende 60
seconden ingeschakeld worden. Het LED-licht is handig om als
gewoon licht te gebruiken als u in een donkere omgeving de ruimte
vlak om u heen wenst te verlichten.
Om het licht op ieder gewenst moment uit te schakelen, drukt u op
[Q.MENU/ ].
[] ([Uit])
- 56 -
Basiskennis
ECO
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
tijdsperiode.
Bovendien wordt de batterijlevensduur behouden door de
LCD-monitor minder helder te zetten.
p [Autom. uit]:
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
q [Besparing]
tijdsperiode.
[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]/[OFF]
ECO
[Scherm power save]:
De helderheid van de LCD-monitor wordt minder.
De duur van de batterij kan gehandhaafd worden door de
beeldkwaliteit van de LCD-monitor tijdens de opname zelfs nog verder
te verlagen (met uitzondering van het digitale zoombereik). Dit is niet
van invloed op de kwaliteit van de opgenomen beelden.
[ON]/[OFF]
• [Autom. uit] wordt op [5MIN.] gezet in de Intelligent Auto modus.
• De [Autom. uit] werkt niet in de volgende gevallen.
– Als u de netadapter gebruikt
– Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
– Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt
– Tijdens een diavoorstelling
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
• Het effect van de [Scherm power save] is lager in het digitale zoombereik vergeleken met het
optische zoombereik.
• De instellingen van [Helderheid scherm] hebben de prioriteit, zelfs als [Scherm power save]
ingesteld is.
- 57 -
Basiskennis
Stel de tijdsduur in waarna het beeld afgespeeld wordt nadat het
opgenomen is.
[1SEC]
o [Auto review]
[2SEC]
[HOLD]:
De beelden worden afgebeeld totdat erop een willekeurige knop
gedrukt wordt.
[OFF]
• [Auto review] wordt in de volgende gevallen geactiveerd, onafhankelijk van de instelling ervan.
– Bij het gebruik van Auto Bracket
– Wanneer u [Burstfunctie] gebruikt
• De Auto Review-functie staat in het volgende geval vast op [2SEC].
– Intelligent Auto Modus
• De [Auto review] werkt niet in de volgende gevallen.
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
– Wanneer u films opneemt.
v [Nr. resetten]
Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
• Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001.
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart (P61) te
formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [Ja] kiezen om het mapnummer opnieuw in te
stellen.
w [Resetten]
De [Opname] of [Set-up] menu-instellingen worden weer teruggezet
naar de begininstellingen.
• Wanneer [Opname] menu-instellingen teruggezet worden tijdens opname, wordt de handeling die
de lens terugzet tegelijkertijd ook uitgevoerd. U zult het geluid horen van de lenswerking maar dit is
normaal en duidt niet op storing.
• Wanneer de [Opname] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, zullen gegevens die
geregistreerd zijn met [Gezicht herk.] ook opnieuw ingesteld worden.
• Wanneer de [Set-up] menuinstellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende instellingen
ook opnieuw ingesteld.
– De verjaardag- en naaminstellingen voor [Baby1]/[Baby2] en [Huisdier] in Scènefunctie
– Menu [GPS/Sensor]
– De instellingen van [Reisdatum] (vertrekdatum, terugkomstdatum, bestemming)
– De [Wereldtijd] instelling
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
- 58 -
Basiskennis
[Wi-Fi resetten]
Zet alle instellingen in het [Wi-Fi]-menu opnieuw op de
fabrieksinstellingen.
¢
• Reset de camera altijd wanneer u deze weggooit of verkoopt om te voorkomen dat er persoonlijke
informatie die in de camera opgeslagen is misbruikt wordt.
• Reset de camera altijd nadat u een kopie maakt van persoonlijke informatie wanneer u de camera
opstuurt om deze te laten repareren.
¢ (Uitgezonderd [LUMIX CLUB]) (P209)
Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het toestel
op uw PC of printer aansluit met de USB-aansluitkabel (bijgeleverd).
Maakt een update van de GPS-hulpgegevens wanneer verbinding met
een PC gemaakt is.
[y] ([Select. verbinding]):
[PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of een
printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
x [USB mode]
[{] ([PictBridge(PTP)]):
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge
verwerkt.
[z] ([PC]):
Instellen na of voor het aansluiten op een PC.
[] ([GPS-hulpgegevens]):
Stel dit in wanneer verbinding met een PC gemaakt is en een update
van de GPS-hulpgegevens gemaakt wordt.
Instellen voor aanpassing aan het kleurentelevisiesysteem van ieder
land of aan het type TV.
[|] ([Video uit]):
[NTSC]:
Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]:
| [Output]
Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
Dit zal werken wanneer de AV-kabel (optioneel) of de HDMI-microkabel
•
(optioneel) aangesloten is.
[] ([TV-aspect]):
[W]:
Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]:
Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
Dit zal werken als de AV-kabel (optioneel) aangesloten is.
•
- 59 -
Basiskennis
Zo opzetten dat dit apparaat bediend kan worden door de
afstandsbediening van de VIERA door dit apparaat automatisch vast
te koppelen aan de apparaatuur van de VIERA-link die compatibel is
m.b.v. HDMI-microkabel (optioneel).
[VIERA link]
• Dit zal werken wanneer de HDMI-microkabel (optioneel) verbonden is.
• Ga naar P215 voor meer informatie.
[3D-weergave]
• Dit zal werken wanneer de HDMI-microkabel (optioneel) verbonden is.
• Raadpleeg P217 voor de manier van afspelen van 3D-beelden in 3D.
[ON]:
De VIERA Link-compatibele apparatuur kan op afstand worden
bediend. (Niet alle handelingen zijn mogelijk)
Het hoofdtoestel kan niet volledig met behulp van de knoppen worden
bediend.
[OFF]:
Operatie is uitgevoerd met de knoppen op dit apparaat.
Instellen van de afspeelwijze van 3D-beelden.
[]:
Instellen voor aansluiting op een 3D-compatibele televisie.
[]:
Instellen voor aansluiting op een niet 3D-compatibele televisie.
Stel dit in als u 2D-beelden (conventionele beelden) op een
3D-compatibele televisie wilt bekijken.
Deze modus biedt u de mogelijkheid beelden verticaal weer te geven
als deze gemaakt zijn met het verticaal gehouden toestel.
[] ([Aan]):
Draai beelden op een TV en de LCD-monitor zodat deze verticaal
M[Lcd roteren]
• Lees P42 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen.
• Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de
gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor
stilstaande opnamen waarmee opname-informatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd
vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
• De beelden worden tijdens Multi Playback niet gedraaid.
afgebeeld worden.
[] ([Alleen extern]):
De beelden worden verticaal weergegeven door ze te draaien
wanneer ze op de TV afgespeeld worden.
[OFF]
- 60 -
Basiskennis
A
B
[Versie disp.]
Het is mogelijk te controleren welke versie van bedrijfswaren op het
toestel zit.
• Druk op [MENU/SET] op het beeldscherm voor de weergave van de versie om informatie over de
software in het toestel weer te geven.
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
[Formatteren]
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de
gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
• Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) wanneer u
formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
• Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart opnieuw
op het toestel.
• Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
• Als u niet kunt formatteren, neem dan contact op met de verkoper of met Panasonic.
~ [Taal]De taal op het scherm instellen.
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal
in te stellen.
Geeft de hoeveelheid beeldbibber weer die het toestel opgespoord
heeft.
A Hoeveelheid beeldbibber
[O.I.S.-demo]
B Hoeveelheid beeldbibber na correctie
• De stabilisatorfunctie wordt bij iedere druk op [MENU/SET] tussen [Aan] en [Uit] geschakeld.
• [O.I.S.-demo] is een benadering.
- 61 -
Opnemen
2
3
10
0m
00' 00' 00.00
1013hPa
-
24H0
H
000' 00' 00.00
GPS
5
0
-
5
-
10
N
E
N
N
10:00 1.DEC.2013
10:00 1.DEC
-
12H
0m
2000m
0H
Over de LCD-monitor
Druk op [DISP.] om te wijzigen.
1 LCD-monitor
•
Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISP.]-knop niet
geactiveerd. Tijdens playback zoom, het afspelen van films, het
afspelen van sequenties, van panoramabeelden of van een
diavoorstelling, kunt u alleen “Normale weergave G” of “Geen weergave K” selecteren.
In opnamefunctie
ABC
p
25
5
FED
R1m10s
p
25
A Normale weergave
B Normale weergave
C Omgevingsinformatie
D Hoogtemeter-log
¢1
¢
1
¢
2
¢
3
E Geen weergave
¢
F Geen weergave (Opnamerichtlijn)
1
2 Aantal opnamen
3 Beschikbare opnametijd
¢1 Als het [Histogram] in [Set-up] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld worden.
¢2 Als de [Sensorinstellingen] in het [GPS/Sensor]-menu op [ON] gezet is, wordt de
omgevingsinformatie die door het kompas, de hoogtemeter en de barometer gemeten is,
weergegeven. Als de [GPS-inst.] bovendien op [ON] gezet is, worden ook de hoogtegraad/
breedtegraad weergegeven.
¢3 Als [Logboekregistratie] van de [Hoogtemeter] in het [GPS/Sensor]-menu op [ON] gezet is, zal
een grafiek weergegeven worden die een hoogtemeter-log toont.
- 62 -
Opnemen
100-00011/2
'(&
5HWRXFKH
100-0001
F3.3
ISO
100
1/60
AWB
1/2
5HWRXFKH
0m
2000m
In terugspeelfunctie
GHI
10
0m
N
5
0
-
5
00' 00' 00.00
N
E
000' 00' 00.00
-
10
10:00 1.DEC.2013
1013hPa
KJ
G Normale weergave
H Display met opname-informatie
¢1
I Omgevingsinformatie
J Hoogtemeter-log
K Geen weergave
¢2
¢1 Als het [Histogram] in [Set-up] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld worden.
¢2 De naam van de persoon die in [Gezicht herk.] geregistreerd is, wordt weergegeven als [DISP.]
ingedrukt wordt.
- 63 -
Opnemen
Gebruik van de Zoom
Toepasbare modussen:
U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om
landschappen in brede hoek op te nemen.
Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken
Druk op de [W] van de zoomknop.
Gebruik (Tele) om het object dichterbij te laten lijken
Druk op de [T] van de zoomknop.
∫ Schermdisplay
Voorbeeld van weergave als de Extra optische zoom (EZ), de Intelligente zoom en de Digitale
zoom samen gebruikt worden.
A Extra optische zoomaanduiding
B Optische Zoombereik
C Intelligente Zoombereik
D Digitale Zoombereik
E Zoomvergroting (bij benadering)
Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het focusbereik
•
samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.3 m –¶)
Optische zoom
Zoomt in zonder verslechtering van de beeldkwaliteit.
Maximum vergroting: 4,6k
- 64 -
Opnemen
40
60
Extra optische zoom (EZ)
Deze functie werkt wanneer één van de beeldformaten (P96) geselecteerd is die aangeduid
wordt met . U kunt verder inzoomen dan met de optische zoom, zonder dat de beeldkwaliteit
aangetast wordt.
Maximum vergroting: 10,5k
(Dit bevat de optische zoomvergroting. Het vergrotingsniveau verschilt afhankelijk van
[Fotoresolutie] instelling.)
“EZ” is een afkorting van “Extra Optical Zoom” (Extra optische zoom).
•
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– In macrozoom-functie
– [Speelgoedcam.effect] (Creative Control modus)
– [HDR]/[H. gevoeligh.]/[3D Foto Mode] (Scènemodus)
– Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu ingesteld wordt op [], [] of []
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
Intelligente Zoom
Deze functie werkt als [I.resolutie] (P110) in het [Opname]-menu op [i.ZOOM] gezet is. U kunt
tot twee keer verder inzoomen dan de oorspronkelijke zoomvergroting terwijl de verslechtering
van de beeldkwaliteit geminimaliseerd wordt.
Dit zal automatisch werken in de Intelligent Auto modus.
•
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– In macrozoom-functie
– [Speelgoedcam.effect] (Creative Control modus)
– [Nachtop. uit hand]/[HDR]/[H. gevoeligh.]/[3D Foto Mode] (Scènemodus)
– Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu ingesteld wordt op [], [] of []
4060
Digitale zoom
Deze functie werkt als [Dig. zoom] (P110) in het [Opname]-menu op [ON] gezet is. Ofschoon de
beeldkwaliteit afneemt telkens wanneer u verder inzoomt, kunt u tot vier keer verder inzoomen
dan de oorspronkelijke zoomvergroting.
Als u [i.ZOOM] gebruikt, wordt de maximumvergroting van de Digitale zoom op 2k gezet.
•
• We raden het gebruik van een statief en de Zelfontspanner (P70) aan voor deze opnamen.
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Intelligent Auto Modus
– [Speelgoedcam.effect]/[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
– [Nachtop. uit hand]/[HDR]/[H. gevoeligh.]/[3D Foto Mode] (Scènemodus)
– Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu ingesteld wordt op [], [] of []
- 65 -
4060
Opnemen
Beelden maken met de ingebouwde flits
Toepasbare modussen:
A Fotoflits
Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken.
Naar de geschikte flitsinstelling schakelen
De flits instellen voor opnamen.
Druk op 1 [‰].
1
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen
2
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
OnderdeelBeschrijving van instellingen
[‡]([Auto])De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
([Intelligent auto])
[]
[]
([Auto/rode-og])
[‰]
([Flitser altijd aan])
[]
([Lngz. sync./rode-og])
[Œ]
([Gedwongen uit]
¢1 Deze kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Automatische Functie ingesteld is. De
icoon verandert afhankelijk van het type onderwerp en de helderheid. (P35)
¢2 De flits wordt twee keer geactiveerd. Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits
geactiveerd is. Interval tot de tweede flits hangt af van de helderheid van het onderwerp.
[Rode-ogencorr] (P116) op het [Opname] menu is ingesteld op [ON], [] verschijnt op de
flitsicoon.
¢
1
opnamecondities.
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het
rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te
¢2
verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in
slecht belichte omstandigheden.
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft
of onder fluorescent licht staat.
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt
deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat
het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd
¢
2
vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op
een donkere achtergrond.
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het
)
gebruik van een flits niet toegestaan is.
- 66 -
Opnemen
∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling)
‡‰Œ
¢
±
±±±±±
±±±—±
±—±—±
———±
* + : ;±¥±—±
, / ï 5 ———— ¥
.———¥±
1 í 9±—±—¥
¢ [] wordt afgebeeld.
• De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de flitsinstelling
opnieuw in indien nodig.
• De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor de
scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt.
• De flits zal niet geactiveerd worden wanneer u bewegend beeld opneemt.
¢1 Wisselt al naargelang de instellingen van [Korte sluitert.] en [Gevoeligheid].
¢2 Als [Korte sluitert.] op [AUTO] gezet is. Wisselt al naargelang de instelling van [Gevoeligheid].
¢1
1 tot 1/1300
1 of 1/4 tot 1/1300
¢1
¢2
• ¢2: De sluitertijd wordt een maximum van 1 seconde in de volgende gevallen.
– Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
– Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].
• In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
• De sluitertijd voor de handmatige belichtingsmodus, de sportmodus, de sneeuwmodus, de strand- &
snorkelmodus, de geavanceerde onderwatermodus en de scènemodussen zullen anders zijn dan in
bovenstaande tabel vermeld wordt.
• Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de hitte of
het licht van de flits.
• Een onderwerp opnemen vanaf te dichtbij of zonder voldoende flits zal onvoldoende
belichtingsniveau bieden en zou een foto die te wit of te donker ia tot gevolg kunnen hebben.
• Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u kunt
in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Als u een onderwerp opneemt zonder voldoende flits, zou de Witbalans niet voldoende afgesteld
kunnen worden.
• De effecten van de flits zouden in onvoldoende mate bereikt kunnen worden onder de volgende
omstandigheden.
– Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu op [] gezet wordt
– Als de sluitertijd te snel is
• Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de opname
nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
• Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van
de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
- 68 -
Opnemen
Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
Toepasbare modussen:
Deze functie laat het u toe beelden van dichtbij te maken van een onderwerp, bijv. wanneer u
beelden maakt van bloemen.
Op 4 [#] drukken.
1
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/
2
SET] drukken.
OnderdeelBeschrijving van instellingen
[]
([Macro-AF])
[]
([Macro zoom])
[OFF]
U kunt beelden maken van een onderwerp zo dichtbij als 5 cm vanaf
k
de lens door de zoomknop helemaal naar Breed (1
Gebruik deze instelling om dichtbij het onderwerp te komen en
vervolgens verder uit te vergoten wanneer u de foto maakt.
U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl u de
afstand tot het onderwerp voor de extreme Breed-positie
behoudt (5 cm).
De beeldkwaliteit is slechter dan tijdens normale opname.
•
•
Het zoombereik zal afgebeeld worden in blauw. (digitaal zoombereik)
j
) te drukken.
• Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
• Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het
beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt.
• Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder breed.
Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het
moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
• Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het toestel
en het onderwerp daarom ver weg is, duurt het langer om erop scherp te stellen.
• Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de buitenkant
van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
• Het is niet mogelijk [AF#] in te stellen in de volgende gevallen.
– In alle Scène Modes, behalve [3D Foto Mode]
• [] kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen.
– [Speelgoedcam.effect]/[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
– Scènemodus
– Wanneer [] in [AF mode] ingesteld is
– Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu ingesteld wordt op [], [] of []
4060
- 69 -
Opnemen
Opnamen maken met de zelfontspanner
Toepasbare modussen:
Druk op 2 [ë].
1
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/
2
SET] drukken.
OnderdeelBeschrijving van instellingen
[]([10 sec.])
[]([2 sec.])
[OFF]
Druk de ontspanknop half in om scherp te
3
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
• Het lampje van de zelfontspanner A knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
Beeld wordt 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt
gemaakt.
Beeld wordt 2 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt
gemaakt.
Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is deze instelling
•
handig om de beweging te vermijden, die veroorzaakt wordt door
het indrukken van de ontspanknop.
j
• Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object
scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje knipperen en
kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken zodat het toestel beter op het object scherp
kan stellen.
• Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
• De zelfontspanner kan in de volgende gevallen niet ingesteld worden.
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
– Wanneer u films opneemt.
- 70 -
Opnemen
Belichtingscompensatie
Toepasbare modussen:
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond.
Onderbelichting
Juiste
belichting
Overbelichting
De belichting positief
compenseren.
Druk op 3 [È] tot [Belichting] verschijnt.
1
Druk op 2/1 om de belichting te
2
De belichting negatief
compenseren.
compenseren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
• De waarde van de belichtingscompensatie verschijnt op
het scherm.
• Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de mate van belichting. De
•
EV-waarde verandert al naargelang de lensopening of de sluitertijd.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
• U kunt de belichtingscompensatie niet gebruiken in het volgende geval.
– [Sterrenhemel] (Scènemodus)
- 71 -
Opnemen
Beelden opnemen met Auto Bracket
Toepasbare modussen:
Op deze wijze worden 3 beelden automatisch in het geselecteerde bereik van de
belichtingscompensatie opgenomen, telkens als op de sluiterknop gedrukt wordt.
Met Auto Bracket d1EV
1ste beeld 2de beeld 3de beeld
d0EVj1EVi1EV
Druk op 3 [È] tot [Auto bracket] verschijnt.
1
Druk op 2/1 om het compensatiebereik van
2
de belichting in te stellen en druk vervolgens
op [MENU/SET].
• Wanneer u Auto Bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (d0).
Wanneer u auto bracket instelt, verschijnt [] op het scherm.
•
• Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de belichtingscompensatie
hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen belichtingscompensatie gebruikt.
• Als de sluitertijd in de handmatige belichtingsmodus op langer dan 1 seconde gezet wordt, wordt
Auto Bracket geannuleerd.
• De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de
helderheid van het object.
• [Œ] is ingesteld voor de flits wanneer auto bracket ingesteld is.
• U kunt de Auto Bracket niet gebruiken in de volgende omstandigheden.
– [Speelgoedcam.effect]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter] (Creative Control modus)
– [Nachtop. uit hand]/[HDR]/[Sterrenhemel]/[3D Foto Mode] (Scènemodus)
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
- 72 -
Opnemen
1/60
F3.3F3.3
A BC
Foto's maken door de belichting handmatig in te
stellen
Opnamemodus:
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
De handmatige belichtingshulp verschijnt op het onderste gedeelte van het scherm om de
belichting aan te geven.
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om [Handm. belicht.] te selecteren en druk vervolgens
2
(Handmatige belichtingsfunctie)
op [MENU/SET].
Druk op 3.
3
• Druk op [DISP.] om tussen de instelling van de lensopening en de instelling van de sluitertijd
te kiezen.
Druk op 2/1 om deze bij te stellen en druk
4
vervolgens op [MENU/SET].
• De handmatige belichtingsassistentie wordt weergegeven als de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
A Lensopening
B Sluitertijd
C Hulp bij handmatige belichting
Beschikbare lensopeningswaarde (Wide)
F3.3
F10
¢ De sluitertijd varieert, afhankelijk van de instelling van [Gevoeligheid]. (P98)
• Afhankelijk van de zoomvergroting veranderen de beschikbare lensopeningwaarden.
Beschikbare sluitertijd (Sec.)
(Per 1/3 EV)
¢
tot 1/1300
4
- 73 -
Opnemen
∫ Hulp bij handmatige belichting
De belichting is goed.
Stel een hogere sluitertijd of een grotere openingswaarde in.
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere openingswaarde in.
•
De handmatige-belichtingsassistentie is een benadering. Wij raden aan de opnamen op het
weergavescherm te controleren.
• De helderheid van de LCD-monitor en die van de opgenomen beelden kunnen verschillen.
Controleer de beelden op het afspeelscherm.
• De lensopeningwaarde en de sluitertijd die op het scherm weergegeven worden, worden rood als de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt, als de belichting niet goed is.
• De weergave van de sluitersnelheid zal terugtellen wanneer de sluitersnelheid op langzaam gezet is
en de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
• De [Gevoeligheid] wordt automatisch op [100] gezet als u de opnamemodus naar de manuele
belichtingsmodus schakelt terwijl de [Gevoeligheid] op [AUTO] of [] staat.
- 74 -
Opnemen
A
Foto's maken met verschillende beeldeffecten
(Creative Control modus)
Opnamemodus:
In deze modus maakt u opnames met extra beeldeffecten. U kunt de effecten die u wilt
toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren en deze op het scherm na te
kijken.
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om [Creatieve opties] te selecteren en druk
2
vervolgens op [MENU/SET].
Druk op 3/4 om beeldeffecten te selecteren en druk
3
vervolgens op [MENU/SET].
• Het beeldeffect van het geselecteerde voorbeeldbeeld zal toegepast
worden in een preview-weergave
• Er zal een korte beschrijving van het geselecteerde beeldeffect
verschijnen als u op [DISP.] drukt.
• Om de Creative Control modus te veranderen: druk op [MENU/SET], selecteer [Creatieve opties]
met gebruik van 3/4/2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET].
• Het beeld dat op het opnamescherm weergegeven wordt, en de preview van het geselecteerde
beeld, kunnen anders zijn dan het daadwerkelijk opgenomen beeld.
• De instelling van de Creative Control modus wordt zelfs opgeslagen wanneer dit toestel
uitgeschakeld wordt.
• Witbalans zal vastgezet worden op [AWB].
• [Gevoeligheid] kan niet ingesteld worden in Creative Control modus aangezien de camera haar
instellingen automatisch afstelt.
A.
- 75 -
Opnemen
¢ Deze beelden zijn voorbeelden van dit effect.
[Expressief]
Versterkt kleuren en geeft opnamen een popart-effect.
[Retro]
Vervaagt de foto voor een ouderwetse indruk.
[Overbelichting]
Dit effect geeft het beeld een heldere, luchtige en zachte uitstraling.
[Donker]
• Als u dit effect met Panorama Shot-modus selecteert, kan het zijn dat het
effect op plaatsen met onvoldoende helderheid niet opvalt.
Dit effect geeft het beeld een donkere, ontspannen uitstraling en
verbetert heldere delen.
- 76 -
[Sepia]
Dit effect creëert een beeld in sepia.
[Dynamisch zwart/wit]
Dit effect verhoogt het contrast voor indrukwekkende
zwart-witopnamen.
[Expressieve indruk]
Geeft foto’s een expressieve toon met sterkere contrasten.
• Als u dit effect met Panorama Shot-modus selecteert, kan het zijn dat u de
naden tussen de beelden ziet.
Opnemen
[Hoge dynamiek]
Dit effect levert optimale helderheid voor zowel donkere als heldere
delen.
- 77 -
[Kruisproces]
Geeft foto’s een bezielend kleureffect.
Items die ingesteld kunnen worden
Kleur
•
Druk op 2/1 om de te versterken kleur te
selecteren en druk op [MENU/SET].
[Speelgoedcam.effect]
Dit effect vermindert de helderheid van omranding om de indruk te
geven van een speelgoedcamera.
Items die ingesteld kunnen worden
KleurOranje benadruktBlauw benadrukt
• Druk op 2/1 om de kleurtoon te
selecteren en druk op [MENU/SET].
Opnemen
Groene toon/Blauwe toon/Gele toon/Rode toon
[Miniatuureffect]
Dit effect vervaagt de buitenranden van de foto om de indruk te wekken
van een kijkdoos.
• Weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd
worden en het scherm zal eruit zien als of er frames neergelaten worden.
• Er wordt geen geluid opgenomen in video’s.
• Ongeveer 1/8 van de tijdsduur wordt opgenomen. (Als u gedurende
8 minuten opneemt, zal de daaruit volgende video-opname ongeveer
1 minuut lang zijn)
De afgebeelde beschikbare opnametijd bedraagt ongeveer 8 keer de
effectieve opnametijd. Wanneer u naar Opnamefunctie schakelt, gelieve
de beschikbare opnametijd controleren.
• Bij het maken van opnames van groot formaat kan het beeldscherm zwart
worden nadat het beeld opgenomen is, omdat het signaal verwerkt wordt.
Dit is geen storing.
- 78 -
[Zachte focus]
[Sterfilter]
[Kleuraccent]
Opnemen
Dit effect vervaagt het hele beeld om een zachtere uitstraling te creëren.
• Weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd
worden en het scherm zal eruit zien als of er frames neergelaten worden.
Verandert lichtpunten in sterretjes.
• Weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd
worden en het scherm zal eruit zien als of er frames neergelaten worden.
Versterkt uw persoonlijke indruk door een kleur te accentueren en
andere te vervagen.
∫ Stel de kleur in die u overlaat
1Stel de kleur af die u in het kader in het
midden van het scherm wenst te laten
en druk vervolgens op [MENU/SET].
Als u op [DISP.] drukt, keert u terug naar
•
1.
stap
2Controleer de kleur die u ingesteld heeft
en druk vervolgens op [MENU/SET].
De ingestelde kleur wordt opgeslagen zelfs
•
als de camera uitstaat. In dat geval start u de
de handelingen vanaf stap
• Afhankelijk van het onderwerp kan het zijn dat de ingestelde kleur niet
overgelaten wordt.
2.
- 79 -
Opnemen
Maak buitenbeelden uitdrukkelijk
Opnamemodus:
Door de opnamemodus op[], [], [] of [] te zetten, kunnen de beelden effectiever
gemaakt worden door met omstandigheden als sporten, sneeuw, strand en snorkelen rekening
te houden.
De kleurtint van het beeld kan veranderen wanneer er een beeld gemaakt wordt met
•
niet-gecompenseerd gebruik.
• Het volgende kan niet ingesteld worden als de camera automatisch afstelt.
– [Gevoeligheid]/[i. Exposure]/[Korte sluitert.]/[I.resolutie]/[Kleurfunctie]/[Rode-ogencorr]
Sport
Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende
evenementen.
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om [Sport] te selecteren en druk vervolgens op
2
[MENU/SET].
• De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
• Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m of
meer.
Sneeuw
Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skiveld of een
besneeuwde bergtop.
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om [Sneeuw] te selecteren en druk vervolgens op
2
[MENU/SET].
• De witbalans staat vast op [AWB].
• Om waterlekken te voorkomen, ervoor zorgen dat er geen vreemde deeltjes zijn, zoals zand, haren,
stof, enz., die klem zitten en sluit de zijklep helemaal totdat deze dicht klikt. Lees ook
Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel
toestel gebruikt.
“(Belangrijk)
”(P10) voordat u het
- 80 -
Opnemen
GPS
0m
13m
A
Strand- & Snorkelfunctie
Dit is optimaal voor het maken van foto's onder water en op het strand. De dieptemeter zal
automatisch werkzaam zijn. Het kan een grove aanduiding zijn van hoe diep u zich onder water
bevindt. U kunt [Kleurweergave] (P115) in het [Opname]-menu gebruiken en onder water foto's
maken zonder de rode tint te verliezen.
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om [Strand & Snorkelen] te selecteren en druk
2
vervolgens op [MENU/SET].
∫ Over de [Diepte-indicatie]
Controleer of u [Diepte-indicatie] in het [GPS/Sensor]-menu uitvoert om de dieptemeter in te
stellen voordat u onder water duikt.
1Op [MENU/SET] drukken.
2Druk op 3/4/2/1 om het [GPS/Sensor]-menu te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
3Druk op 3/4 om [Diepte-indicatie] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. De dieptemeter zal ingesteld worden op 0 m
•
wanneer [Ja] geselecteerd wordt. Verlaat het menu wanneer u klaar bent.
∫ Weergave van het beeldscherm onder water
Als verschillende malen op [DISP.] gedrukt wordt, zal het scherm van de
omgevingsinformatie voor de dieptemeter, enz., weergegeven worden.
A Dieptemeter
• De dieptemeter zal de diepte met 3 niveaus tot 13 m weergegeven.
Wanneer het derde niveau
knippert
De hele dieptemeter knippertEr bestaat een risico dat de diepte de 13 m overschrijdt.
• De camera zal automatisch instellen op de optimale beeldkwaliteit voor onderwater vanaf de
diepte-informatie. De pictogrammen die de beeldkwaliteit tonen zullen in zo een geval schakelen.
Er wordt afgesteld op optimale beeldkwaliteit voor onder water tot een diepte van 3 m
[]
wanneer [] afgebeeld wordt.
Er wordt afgesteld op optimale beeldkwaliteit voor onder water voor een diepte van 3 m tot
[]
13 m wanneer [] afgebeeld wordt.
U nadert een diepte van 13 m, wat de duiklimiet is van het
toestel. Pas op.
- 81 -
Opnemen
∫ Over de witbalans
U kunt de kleurschakering op uw voorkeursinstelling zetten met gebruik van [Instellen] (P101).
∫ Om de prachtige rode tint onder water op te nemen (onderwater kleurenreproductie)
Onderwerpen verschijnen blauwig op beelden die onder water gemaakt zijn. Het gebruik van
[Kleurweergave] in het [Opname]-menu zal het mogelijk maken beelden te maken zonder dat
de onderwerpen hun rode tint verliezen.
1Selecteer [Kleurweergave] in het [Opname]-menu.
2Druk op 3/4 om het effect te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
U kunt het effect van [HIGH], [MEDIUM], [LOW], of [OFF] selecteren.
• Ichikawa Soft Laboratory heeft kleurverlies in water bestudeerd met gebruik van de resultaten van
metingen van een groot aantal van in de oceaan genomen kleurmonsters en heeft een “Natural
Light Technology” (Natuurlijk Licht-technologie) ontwikkeld voor het reproduceren van levendige,
accurate kleuren, gebaseerd op lopend onderzoek naar kleurenreproductie van beelden die onder
water gemaakt worden.
[Kleurweergave] in het [Opname]-menu en [Kleurweergave] onder [Retouche] in het
[Afspelen]-menu maken gebruik van deze technologie.
¢ “Natural Light Technology” (Natuurlijk Licht-technologie) is de technologie die schuilgaat achter
“SILKYPIX Marine Photography”, de digitale reproductie-software van Ichikawa Soft Laboratory
die ontworpen is voor onderwater-beelden.
http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/marine/p/
• De gemeten diepte zou niet precies kunnen zijn wanneer er druk toegepast wordt op de voor- of
achterkant van dit toestel omdat u er met uw handen, enz. op drukt. In zo een geval, wordt het
aangeraden [Diepte-indicatie] opnieuw uit te voeren wanneer u weer aan de oppervlakte komt.
• Het display kan aanzienlijk afwijken, afhankelijk van de weersomstandigheden (atmosfeerdruk,
luchttemperatuur) of van de temperatuur van het zeewater.
• Voor nauwkeuriger dieptemetingen adviseren wij dat u de [Diepte-indicatie] ten uitvoer brengt
voordat u onder water gaat.
• Als het toestel nat is onmiddellijk nadat u uit het water komt, enz., kan het zijn dat het niet in staat is
de atmosfeerdruk nauwkeurig te meten. Lees voor details
atmosfeerdruk
• Om waterlekken te voorkomen, ervoor zorgen dat er geen vreemde deeltjes zijn, zoals zand, haren,
stof, enz., die klem zitten en sluit de zijklep helemaal totdat deze dicht klikt. Lees ook
Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel
toestel gebruikt.
• Dompel het toestel in koel water in een ondiepe schaal gedurende 10 minuten of minder nadat u
deze gebruikt heeft, veeg vervolgens het water eraf met een droge zachte doek. (P13)
• [Kleurweergave] staat aanvankelijk op [LOW] op de camera.
• Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan de manier waarop het effect van [Kleurweergave]
toegepast wordt, variëren.
¢
“Over de gemeten hoogte en
”(P143).
“(Belangrijk)
”(P10) voordat u het
- 82 -
Opnemen
Geavanceerde Onderwatermodus
Dit is optimaal voor het maken van onderwaterfoto's op een diepte van meer dan 13 m door gebruik
te maken van de waterdichte hoes (DMW-MCFT5: optioneel). U kunt [Kleurweergave] (P115) in het
[Opname]-menu gebruiken en onder water foto's maken zonder dat de rode tint verloren gaat.
¢ Dit toestel heeft een waterbestendige/stofbestendige functie die bij “IP68” past. Het is mogelijk om
beelden te maken op 13 m diepte gedurende 60 minuten.
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om [Geavanc. onderwaterstand] te selecteren en druk
2
vervolgens op [MENU/SET].
∫ Onderwater scherpstellen (AF Lock)
U kunt de scherpstelling vastzetten voordat u een opname maakt met vergrendelde AF. Dit is
handig als u opnamen wenst te maken van bijvoorbeeld een heel snel bewegend object.
1De AF-zone op het object richten.
2Druk op 2 om de scherpstelling vast in te stellen.
Het symbool van de AF-vergrendeling verschijnt als het object scherpgesteld is.
•
• Druk opnieuw op 2 om de AF-vergrendeling te annuleren.
• Als u op de zoomknop drukt, wordt de AF-vergrendeling geannuleerd. In dit geval dient u
scherp te stellen op het onderwerp en de scherpstelling opnieuw te vergrendelen.
• U kunt niet instellen op AF-vergrendeling wanneer [AF mode] ingesteld is op [].
∫ Over de witbalans
U kunt de kleurschakering op uw voorkeursinstelling zetten met gebruik van [Instellen] (P101).
∫ Om de prachtige rode tint onder water op te nemen (onderwater kleurenreproductie)
Onderwerpen verschijnen blauwig op beelden die onder water gemaakt zijn. Het gebruik van
[Kleurweergave] in het [Opname]-menu zal het mogelijk maken beelden te maken zonder dat
de onderwerpen hun rode tint verliezen.
1Selecteer [Kleurweergave] in het [Opname]-menu.
2Druk op 3/4 om het effect te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
U kunt het effect van [HIGH], [MEDIUM], [LOW], of [OFF] selecteren.
•
Om waterlekken te voorkomen, ervoor zorgen dat er geen vreemde deeltjes zijn, zoals zand, haren, stof,
enz., die klem zitten en sluit de zijklep helemaal totdat deze dicht klikt. Lees ook
”
waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel
• Dompel het toestel in koel water in een ondiepe schaal gedurende 10 minuten of minder nadat u
deze gebruikt heeft, veeg vervolgens het water eraf met een droge zachte doek. (P13)
•
Positionering is niet mogelijk onderwater, omdat de GPS-signalen de camera niet kunnen bereiken.
• Als er zich een aanzienlijke hoeveelheid deeltjes in het water bevindt, zet de flitser dan op [Œ].
• [Kleurweergave] staat aanvankelijk op [LOW] op de camera.
• Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan de manier waarop het effect van [Kleurweergave]
toegepast wordt, variëren.
(P10) voordat u het toestel gebruikt.
“
(Belangrijk) Over de
- 83 -
Opnemen
Panoramafoto's maken (Panoramamodus)
Opnamemodus:
Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal of verticaal beweegt en
deze worden gecombineerd om een enkel panoramabeeld te maken.
Druk op [MODE].
1
Druk op 3/4/2/1 om [Panorama-opname] te selecteren en druk
2
vervolgens op [MENU/SET].
Druk op 3/4 om de opnamerichting te selecteren en
3
druk vervolgens op [MENU/SET].
Druk op 3/4 om beeldeffecten te selecteren en druk vervolgens op
4
[MENU/SET].
• U kunt hetzelfde beeldeffect als de Creative Control modus toevoegen door op dezelfde
wijze te werk te gaan (met uitzondering van [Speelgoedcam.effect] en [Miniatuureffect])
• Lees P76–79 voor details over de respectievelijke effecten.
• Tijdens het maken van een panoramafoto, zijn de volgende beeldeffecten van de Creative
Control-modus niet zichtbaar op het scherm:
– [Zachte focus]/[Sterfilter]
• Selecteer [OFF] als u geen enkel beeldeffect toevoegt.
Na het bevestigen van de opnamerichting, drukt u op [MENU/SET].
5
• Er wordt een horizontale/verticale richtlijn weergegeven.
Als u op 1 drukt, keert u terug naar stap
Druk de sluiterknop tot halverwege in om scherp te stellen.
6
3.
- 84 -
Opnemen
E
Druk de sluiterknop geheel in en maak de foto terwijl u het toestel in een
7
kleine cirkel beweegt, in de richting die gekozen is bij stap 3.
Opnemen van links naar rechts
Beweeg het toestel gedurende ongeveer 8 seconden in een enkele panoramabeweging.
• Beweeg de camera op een contante snelheid.
Beelden zouden niet goed gemaakt kunnen worden als de camera te snel of te langzaam
bewogen wordt.
A 1 seconde
B 2 seconden
C 3 seconden
Druk de sluiterknop nog een keer in om de foto-opname te eindigen.
8
• Het opnemen kan tevens beëindigd worden door de camera stil te houden tijdens het
opnemen.
∫ Techniek voor Panorama Shot-functie
D 4 seconden
E Opnamerichting en panoramabeweging
(Richtlijn)
A Beweeg de camera in de opnamerichting
zonder deze te schudden. Als de camera te
veel geschud wordt, zouden er geen beelden
gemaakt kunnen worden of zou het
gemaakte panoramabeeld smaller (kleiner)
kunnen worden.
B Beweeg het toestel naar de rand van het
bereik dat u wenst op te nemen. (De rand
van het bereik zal niet het in het laatste
frame opgenomen worden)
- 85 -
Opnemen
• De zoompositie is vastgezet op Wide.
• [Stabilisatie] staat vast op [OFF].
• De focus, witbalans en belichting zijn op de optimale waarden vastgesteld voor het eerste beeld. Als
een resultaat zou, als de focus of de helderheid aanzienlijk veranderd wordt tijdens opname, het
gehele panoramabeeld niet op de geschikte focus of helderheid gemaakt kunnen worden.
• De witbalans staat vast op [AWB] terwijl een beeldeffect toegepast wordt.
• Wanneer er meervoudige beelden gecombineerd worden om een enkel panoramabeeld te creëren,
zou het onderwerp vervormd eruit kunnen zien of zouden de verbindingspunten in bepaalde
gevallen zichtbaar kunnen zijn.
• Het aantal opnamepixels in de horizontale en verticale richtingen van het panoramabeeld varieert
afhankelijk van de opnamefunctie en het aantal gecombineerde beelden. Het maximale aantal pixels
wordt hieronder afgebeeld.
• Er zou geen panoramabeeld gecreëerd kunnen worden of de beelden zouden niet goed
gecombineerd kunnen worden wanneer u de volgende onderwerpen opneemt of onder de
opname-omstandigheden die hieronder genoemd worden.
– Onderwerpen met een enkele, uniforme kleur of terugkerend patroon (zoals de lucht of een strand)
– Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, auto, golven, bloemen, in de waaiende wind, enz.)
– Onderwerpen waar de kleur of het patroon in een korte tijd veranderen (zoals een beeld dat op
een display verschijnt)
– Donkere plekken
– Plaatsen met flikkerende lichtbronnen zoals fluorescent licht of kaarsen
∫ Over afspelen
3 Start afspelen panorama¢1/Pauze
4 St op
¢1 Als u voor het afspelen beelden gefilterd heeft met gebruik van [Diashow] (P147) of [Afspelen
filteren] (P149), zal het selectiescherm verschijnen. Druk op 3/4 om [Panorama afspelen] te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
¢2 U kunt frame-by-frame vooruit/achteruit uitvoeren door tijdens een pauze op 1/2 te drukken.
¢2
- 86 -
Opnemen
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen
Opnamefunctie:
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie
zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste
opname.
Druk op [MODE].
1
Op 3/4/2/1 drukken om [Scènemode] te kiezen en vervolgens op
2
[MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4/2/1 om de scènefunctie te selecteren en
3
druk vervolgens op [MENU/SET].
• Om de Scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken, [Scènemode] selecteren m.b.v.
3/4/2/1 en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
• Het volgende kan niet ingesteld worden in Scènefunctie aangezien de camera automatisch afstelt.
– [Gevoeligheid]/[i. Exposure]/[Korte sluitert.]/[I.resolutie]/[Kleurfunctie]
(Scènemodus)
- 87 -
Opnemen
[Portret]
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de mogelijkheid
deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder uiterlijk te geven.
∫ Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Houd de zoomknop zo ver mogelijk naar Tele geduwd.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
[Gave huid]
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, selt deze functie u in staat de
huidtextuur van hun huid er nog mooier uit te laten zien dan met [Portret]. (Dit werkt goed
wanneer u beelden maakt van personen vanaf hun borst, niet wanneer u beelden maakt van
personen die er met hun hele lichaam opstaan.)
∫ Technieken voor de zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken:
1 Houd de zoomknop zo ver mogelijk naar Tele geduwd.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte ook
•
verzacht.
• Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder is.
[Landschap]
Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap.
- 88 -
Opnemen
[Nachtportret]
Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon met een achtergrond die even helder is als
in het echt.
∫ Technieken voor nachtportretten
•
De flits gebruiken. (U kunt instellen op [‹].)
• Vraag het onderwerp niet te bewegen terwijl u een beeld maakt.
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
• De sluitertijd kan lager worden, tot 4 seconden.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 4 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor
de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
[Nachtl.schap]
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van een nachtelijk landschap.
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
•
• De sluitertijd kan lager worden, tot 4 seconden.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 4 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor
de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
[Nachtop. uit hand]
Dit stelt u in staat om meervoudige beelden van nachtelijke scènes bij hoge snelheid op te
nemen, die alle in een enkel beeld gecombineerd worden. Trillingen en beeldruis zullen
gereduceerd worden, ook als u de opnames met het toestel in uw hand maakt.
Beweeg de camera niet terwijl u continu beelden opneemt.
•
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u beelden maakt op donkere plekken of beelden maakt van
bewegende onderwerpen.
- 89 -
Opnemen
[HDR]
U kunt verschillende beelden met verschillende belichtingsniveaus in één enkel beeld met een
rijke gradatie combineren. U kunt het verlies aan gradatie minimaliseren in heldere en donkere
zones, wanneer het contrast tussen de achtergrond en het onderwerp bijvoorbeeld groot is.
∫ Wat is HDR?
HDR betekent High Dynamic Range en heeft betrekking op een techniek voor het uitdrukken
van een breed contrastbereik.
Beweeg de camera niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
•
• U kunt de volgende foto niet nemen, zolang de combinatie van beelden niet compleet is.
• Een bewegend onderwerp kan met onnatuurlijke wazigheid opgenomen worden.
• Het continu fotograferen werkt misschien niet onder bepaalde opname-omstandigheden. In dat
geval wordt een enkele foto gemaakt.
[Voedsel]
Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet
zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
- 90 -
Opnemen
[Baby1]/[Baby2]
Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met een mooi huidkleurtje. Als u de flits
gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders.
Voor [Baby1] en [Baby2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden ingesteld. U
kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte opname
wilt laten afdrukken met [Tekst afdr.] (P160).
∫ Verjaardag/Naaminstelling
1Op 3/4drukken om [Leeftijd] of [Naam] te kiezen en vervolgens op[MENU/SET]
drukken.
2Op 3/4 drukken om [SET] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3Voer de verjaardag of naam in.
Verjaardag: 2/1: Selecteer de items (jaar/maand/dag)
Naam:Voor details over hoe tekens ingevoerd moeten worden, “Tekst Invoeren” op
Wanneer de verjaardag of naam ingesteld is, wordt [Leeftijd] of [Naam] automatisch ingesteld
•
op [ON].
• Als [ON] geselecteerd is wanneer de verjaardag of naam niet geregistreerd is, verschijnt het
instellingscherm automatisch.
3/4: Instelling
[MENU/SET]: Ingesteld
P94 raadplegen.
4Druk op 4 om [Exit] te selecteren en druk daarna op [MENU/SET] om te eindigen.
∫ Om [Leeftijd] en [Naam] te annuleren
Selecteer de [OFF] instelling in stap
2.
De leeftijd en naam kunnen afgedrukt worden m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software
•
op de CD-ROM (bijgeleverd).
• Als [Leeftijd] of [Naam] op [OFF] gezet worden, ook al zijn de verjaardag of de naam ingesteld, dan
zullen de leeftijd of de naam niet worden weergegeven.
• De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
[Huisdier]
Kies dit als u opnamen wil maken van een huisdier zoals een hond of een kat.
U kunt de naam en verjaardag van uw huisdier instellen.
Voor informatie over [Leeftijd] of [Naam], [Baby1]/[Baby2] op P91 raadplegen.
- 91 -
Opnemen
[Zonsonderg.]
Kies dit als u opnamen wil maken van een zonsondergang. U kunt op deze manier de mooie
rode kleur van de zon opnemen.
[H. gevoeligh.]
Deze modus minimaliseert de schommelingen van het onderwerp en stelt u in staat om dit
onderwerp in schaars verlichte ruimtes te fotograferen.
∫ Beeldresolutie en aspectratio
Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
[Sterrenhemel]
Met deze functie kunt u levendige opnamen maken van een sterrenhemel of een donker
voorwerp.
∫ De sluitertijd instellen
Kies een sluitertijd van [15 sec.], [30 sec.].
Druk de sluiterknop volledig in om het aftelbeeldscherm weer te geven. Beweeg het toestel niet
•
wanneer dit beeldscherm weergegeven wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [Aub
wachten...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt, om de signalen te verwerken.
∫ Technieken voor opnamen van sterrenhemels
•
De sluiter gaat gedurende 15, 30 seconden open. Gebruik een statief. Wij raden verder aan om de
opnames met de zelfontspanner te maken.
[Achter glas Mode]
Voorwerpen op afstand krijgen prioriteit voor scherpstelling.
Deze functie is ideaal voor het maken van beelden van landschap en andere landschappen
door helder glas heen, zoals in vervoerstuigen of gebouwen.
De camera zou kunnen scherpstellen op het glas als dat vuil of bestoft is.
•
• De gemaakte beelden zouden er niet natuurlijk uit kunnen zien als het glas gekleurd is. Wanneer dit
gebeurt, verandert u dan de witbalans-instellingen. (P99)
- 92 -
Opnemen
[3D Foto Mode]
Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal beweegt en twee
automatisch geselecteerde beelden worden gecombineerd om een enkel 3D-beeld te maken.
Om 3D-beelden te kunnen bekijken, heeft u een televisie nodig die 3D ondersteunt. (Dit toestel
zal in 2D afspelen)
Raadpleeg P217 voor details over de afspeelmethode.
∫ Techniek voor 3D Photo Mode
Start de opname en beweeg het toestel vervolgens in een
rechte lijn van links naar rechts.
Er worden instructies afgebeeld terwijl u opneemt.
•
• Beweeg de camera ongeveer 10 cm binnen ongeveer
4 seconden m.b.v. de instructies.
∫ Vermijden van fouten bij 3D-opnames
•
Maak een beeld van een onderwerp dat niet beweegt.
• Maak een beeld op een goed verlichte plek, zoals buiten, enz.
• Zet de focus en de belichting vast door de ontspanknop tot de helft in te drukken, druk vervolgens de
ontspanknop helemaal in en beweeg de camera.
• Als u de opname start terwijl het onderwerp zich enigszins rechts van het centrum bevindt, zal het
onderwerp in het eindbeeld zich vlakbij het centrum bevinden.
• U kunt 3D-beelden niet verticaal opnemen.
• De 3D-beelden worden opgeslagen in MPO-formaat (3D).
• De zoompositie is vastgezet op Wide.
• De opnamegrootte is vastgesteld op 2M (16:9).
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch bijgesteld. De ISO-gevoeligheid zal echter toenemen om de
sluitersnelheid een hoge snelheid te verstrekken.
• Er kunnen geen films opgenomen worden tijdens de 3D-fotofunctie.
• Het kan zijn dat opnemen niet mogelijk is, afhankelijk van de volgende opnameomstandigheden.
Het kan zijn dat u geen 3D-effect verkrijgt of dat het beeld vervormd wordt, ook al was opnemen
mogelijk.
– Wanneer het onderwerp te donker/licht is
– Wanneer de helderheid van het onderwerp verandert
– Wanneer het onderwerp beweegt
– Te weinig contrast
- 93 -
Opnemen
Tekst Invoeren
Het is mogelijk om de namen van baby's, huisdieren en plaatsen in te
voeren terwijl u opneemt. Als een scherm weergegeven wordt dat er uit
ziet zoals rechts getoond wordt, kunt u de karakters (alleen alfabetische
karakters en symbolen) invoeren.
Druk op 3/4/2/1 om tekst te selecteren en druk vervolgens op [MENU/
1
SET] om deze te registreren.
• Beweeg de cursor naar [] en druk vervolgens op [MENU/SET] om de tekst om te
schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en [&] (speciale
lettertekens).
• Om continu hetzelfde teken in te voeren, verplaatst u de cursor door op [T] op de zoomknop
te drukken.
• De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden door de cursor naar het item t
verplaatsen en op [MENU/SET] te drukken:
– []]:Spatie invoeren
– [Wissen]:Karakter wissen
– [ ]:Beweegt de cursor voor de invoerpositie naar links
– [ ]:Beweegt de cursor voor de invoerpositie naar rechts
• De volgende karakters en nummers kunnen ingevoerd worden.
– Er kan een maximum van 30 karakters ingevoerd worden (Maximaal 9 karakters wanneer u
namen instelt in [Gezicht herk.]).
Er kan een maximum van 15 karakters ingevoerd worden voor [ ], [ ], [ ], [ ] en [ ]
(Maximaal 6 karakters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.]).
Druk op 3/4/2/1 om de cursor te verplaatsen naar [Inst.] en druk
2
vervolgens op [MENU/SET] om tekstinput te beëindigen.
• Tekst kan verder gerold worden als niet alle tekst op het scherm past.
• Het wordt weergegeven in de volgorde locatienaam-informatie, [Titel], [Locatie], [Naam] ([Baby1]/
[Baby2], [Huisdier]), [Naam] ([Gezicht herk.]).
- 94 -
Opnemen
Gebruik van het [Opname] Menu
Voor details over [Opname] menu-instellingen, P48 raadplegen.
[Aspectratio]
Toepasbare modussen:
Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het
afdrukken of het terugspelen past.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[X][Aspectratio] van een 4:3 TV
[Y][Aspectratio] van een 35 mm filmcamera
[W][Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz.
[]Vierkante aspectratio
De uiteinden van de opgenomen beelden kunnen er afgeknipt worden bij het afdrukken, controleer
•
daarom voordat u afdrukt/laat afdrukken. (P264)
- 95 -
Opnemen
[Fotoresolutie]
Toepasbare modussen:
Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden zal
blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen.
[Aspectratio]: [X][Aspectratio]: [Y]
InstellingenBeeldgrootteInstellingenBeeldgrootte
[16M]4608k3456[14M]4608k3072
[10M]
¢
3648k2736[9M]
[5M]2560k1920[4.5M]
¢
[3M]
[1M]
¢
2048k1536[2.5M]
1280k960[0.3M]
[0.3M]640k480
[Aspectratio]: [W][Aspectratio]: []
InstellingenBeeldgrootteInstellingenBeeldgrootte
[12M]4608k2592[12M]3456k3456
[7.5M]
[3.5M]
[2M]
[0.2M]
¢
¢
¢
¢
3648k2056[7.5M]
2560k1440[3.5M]
1920k1080[2.5M]
640k360[0.2M]
¢ Dit item kan niet ingesteld worden in de intelligente automatische functie.
¢
¢
¢
¢
¢
¢
¢
¢
3648k2432
2560k1712
2048k1360
640k424
2736k2736
1920k1920
1536k1536
480k480
• Als u de aspectratio verandert, de beeldgrootte opnieuw instellen.
• In bepaalde modussen kan de Extra Optische Zoom niet gebruikt worden en wordt het beeldformaat
voor [] niet weergegeven. Raadpleeg voor details over de modussen waarbij de Extra Optische
Zoom niet gebruikt kan worden P65.
• Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
- 96 -
Opnemen
[Kwaliteit]
Toepasbare modussen:
De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[A]
([Fijn])
[›]
([Standaard])
[Kwaliteit] is in de volgende gevallen vastgezet op [›].
•
– [H. gevoeligh.] (Scènemodus)
• De volgende pictogrammen worden afgebeeld tijdens de 3D-opname.
[] ([3D+fijn]):Zowel MPO-beelden als fine JPEG-beelden worden simultaan
[] ([3D+standaard]): Zowel MPO-beelden als standaard JPEG-beelden worden
Wanneer prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven wordt
Wanneer de standaard beeldkwaliteit gebruikt wordt en het aantal op
te nemen beelden verhoogd wordt zonder het aantal pixels te
veranderen
opgenomen.
simultaan opgenomen.
- 97 -
Opnemen
[Gevoeligheid]
Toepasbare modussen:
Dit laat het aan de gevoeligheid voor licht (ISO-gevoeligheid) toe ingesteld te worden. Het
instellen op een hoger figuur, staat u in staat ook op donkere plekken beelden te maken zonder
dat de beelden donker worden.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[AUTO]
[]
([i.ISO])
[100]/[200]/
[400]/[800]/
[1600]/[3200]
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis van de helderheid.
• Maximum [1600]
De ISO-gevoeligheid wordt aangepast op basis van de beweging van het
onderwerp en de helderheid.
• Maximum [1600]
• De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt. Het verandert voortdurend om zich aan te passen aan de
beweging van het onderwerp, tot de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende standen.
[100]
Opnamelocatie (aangeraden)Wanneer het licht is (buiten)Wanneer het donker is
SluitertijdLangzaamSnel
RuisMinderVerhoogd
Schommelen van het onderwerpVerhoogdMinder
Voor het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P67.
•
[
3200]
• U kunt [AUTO] of [] niet selecteren in de Manuele Belichtingsmode.
• De ISO-gevoeligheid is automatisch ingesteld onder de volgende omstandigheden.
– Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu op [] gezet wordt
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
• De sluitertijd wordt bepaald door de instelling van [Gevoeligheid], zoals onderstaande tabel toont.
[Gevoeligheid]Sluitertijd (Sec.)
AUTO/
De sluitertijd verandert automatisch volgens de
instelling van de ISO-gevoeligheid.
100/200/4004 tot 1/1300
800/16001 tot 1/1300
32001/4 tot 1/1300
- 98 -
Opnemen
[Witbalans]
Toepasbare modussen:
In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit naar
roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het dichtst in de
buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[AWB]
([Auto witbalans])
[V]
([Daglicht])
[Ð]
([Bewolkt])
[î]
([Schaduw])
[Ñ]
([Halogeen])
[Ò]
([Wit instellen])
[Ó]
([Witbalans instellen])
Onder fluorescente verlichting, LED-verlichtingsarmaturen enz., zal de geschikte witbalans variëren
•
afhankelijk van het verlichtingstype, gebruik daarom [AWB] of [Ó].
• De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als u het toestel uit zet. (De witbalansinstelling voor een
scènefunctie wordt weer [AWB] als u een andere scènefunctie kiest.)
• Witbalans is vastgesteld op [AWB] in de volgende gevallen.
Wanneer u buiten beelden maakt onder een heldere lucht
Wanneer u buiten beelden maakt onder een bewolkte lucht
Wanneer u buiten beelden maakt in de schaduw
Wanneer u beelden maakt onder fel licht
Waarde ingesteld d.m.v. [Ó]
Handmatig ingesteld
- 99 -
Opnemen
∫ Automatische witbalans
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen de
beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er meerdere
lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit zit, kan de
automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de witbalans instellen op
een andere functie dan
1De automatische witbalans zal met dit bereik werken.
2Blauwe lucht
3Bewolkte lucht (Regen)
4Schaduw
5Zonlicht
6Wit fluorescerend licht
7Gloeilamp
8Zonsopgang en zonsondergang
9Kaarslicht
KlKelvintemperatuur en kleuren
De witbalans handmatig instellen
Stel de ingestelde witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de
omstandigheid waarin u foto’s maakt.
[AWB].
1Kies [Ó] en druk dan op [MENU/SET].
2Richt de camera op een wit stuk papier of iets dergelijks zodat
het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk
dan op [MENU/SET].
De witbalans zou niet correct ingesteld kunnen zijn wanneer het
•
onderwerp te helder of te donker is. Stel de Witbalans opnieuw in nadat
u de juister helderheid afgesteld heeft.
• Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
- 100 -
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.