Het is absoluut noodzakelijk om “(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige
en antischokprestatie van het toestel
gebruikt, om verkeerd gebruik te voorkomen waardoor water het toestel kan
binnendringen.
Voor Gebruik
”(P6) te lezen voordat u dit toestel onder water
Zorgdragen voor de fotocamera
∫ Hantering van de camera (om waterlekken en storing te voorkomen)
•
Er zouden vreemde deeltjes aan de binnenkant van de zijklep (rond
de rubberen afdichting of verbindingsaansluitingen) kunnen blijven
zitten wanneer de zijklep geopend of gesloten wordt op plekken met
zand of stof enz. Dit kan de waterbestendigheid in gevaar brengen
als de zijklep gesloten wordt terwijl er vreemde deeltjes aan zijn
blijven zitten. Wees zeer voorzichtig aangezien dit voor storing enz.
kan zorgen.
• Als er een vreemd deeltje aan de binnenkant van de zijklep blijft
zitten, verwijder deze dan met het meegeleverde borsteltje.
• Als er een vloeistof, zoals waterdruppels, aan de camera of aan de
binnenkant van de klep blijft zitten, moet deze eraf gewreven worden
met een zachte doek. Open of sluit de zijklep niet in de buurt van
water, wanneer u onder water bent of als u natte handen heeft of
wanneer de camera nat is. Dit zou voor waterlekkage kunnen zorgen.
Geen grote stoten of vibratie toepassen door de camera te laten
vallen of er tegen te stoten. Bovendien geen grote druk op de
camera uitoefenen.
b.v.:
–
Gaan zitten met het toestel in uw broekzak of het toestel in een volle of
smalle tas forceren, enz.
– Bevestigen van artikelen, zoals accessoires, aan de riem die aan het toestel bevestigd is.
– Wanneer er grote druk toegepast wordt door de camera op een diepte te gebruiken die meer
is dan 5 m.
• De waterbestendige prestatie zou hier gevaar kunnen lopen.
• De lens of de LCD-monitor zouden beschadigd kunnen raken.
• Er zou storing veroorzaakt kunnen worden m.b.t. de prestatie of de functionering.
- 4 -
Page 5
Voor Gebr uik
∫ Wanneer de binnenkant van de lens beslagen is
(condensatie heeft)
Dit is geen storing of falen van de camera. Het zou
veroorzaakt kunnen worden door de omgeving waarin de
camera gebruikt wordt.
Wat te doen wanneer de binnenkant van de lens beslagen is
Zet de camera uit en open de zijklep op een plaats met constante
•
omgevingstemperatuur, uit de buurt van hoge temperaturen, vocht, zand en stof. De
beslagenheid zal op natuurlijke wijze in 10 minuten tot 2 uur verdwijnen met de zijklep open
wanneer de temperatuur van de camera in de buurt komt van de omgevingstemperatuur.
• Neem contact op met het Servicecentrum van Panasonic als de beslagenheid niet verdwijnt.
Omstandigheden waarin de binnenkant van de lens beslagen kan raken
Condensatie kan zich voordoen en de binnenkant van de lens kan beslagen raken
wanneer de camera gebruikt wordt in ruimtes die een aanzienlijke temperatuur- of hoge
vochtigheidsverandering ondergaan, zoals de plaatsen die hieronder genoemd worden:
•
Als het toestel onder water gebruikt wordt onmiddellijk nadat het zich op een warm
strand enz. bevond.
• Als het toestel van een warme naar een koude plaats verplaatst wordt, zoals in een
skioord of op grote hoogte
• Wanneer de zijklep geopend wordt in een omgeving met hoge vochtigheid
- 5 -
Page 6
Voor Gebr uik
(Belangrijk) Over de waterbestendige/
stofbestendige en antischokprestatie van het
toestel
Waterbestendige/Stofbestendige Prestatie
De waterdicht/stofvrij klassering van dit toestel komt overeen met de klassen
“IPX8” en “IP6X”. Op voorwaarde dat de richtlijnen voor verzorging en
onderhoud die in deze handleiding beschreven worden strikt in acht genomen
worden, kan dit toestel onder water werken, tot een diepte van maximaal 5 m
gedurende een tijd van maximaal 60 minuten. (¢1)
Stootbestendige werking
Het toestel voldoet ook aan “MIL-STD 810F Method 516.5-Shock”. Het toestel
doorstond een valtest van een hoogte van 1,5 m op triplex met een dikte van
3 cm. In de meeste gevallen zal dit toestel geen beschadigingen ondergaan
wanneer het van een hoogte van minder dan 1,5 m omlaag valt. (¢2)
Dit garandeert niet dat er niets stuk gaat of dat er geen storing optreedt en ook geen
waterbestendigheid onder alle omstandigheden.
¢1 Dit betekent dat het toestel onder water gebruikt kan worden voor een specifieke tijd onder
een gespecificeerde druk in overeenkomst met de hanteringmethode die vastgesteld is door
Panasonic.
¢2 “MIL-STD 810F Method 516.5-Shock” is de standaard testmethode van het Amerikaanse
Ministerie van Defensie die de uitvoering van valtesten van een hoogte van 122 cm regelt, in
26 richtingen (8 hoeken, 12 randen, 6 vlakken), met gebruik van 5 toestellen waarvan één
van de 5 toestellen steeds de 26 valtesten moet passeren. (Als een toestel de test niet goed
doorstaat wordt een nieuw toestel gebruikt, tot een totaal van 5 toestellen)
De testmethode van Panasonic is gebaseerd op bovenstaande “MIL-STD 810F Method
516.5-Shock”. De valhoogte werd echter van 122 cm in 150 cm veranderd en de toestellen
vielen op multiplex met een dikte van 3 cm. Deze valtest werd doorstaan.
(Los van uiterlijke veranderingen zoals het verlies van lak of de vervorming van het deel
waarop het toestel viel.)
- 6 -
Page 7
Voor Gebr uik
∫ Hanteren van het toestel
•
De waterbestendigheid wordt niet gegarandeerd als het toestel blootgesteld wordt aan een
stoot omdat deze geraakt wordt of iemand het laat vallen, enz. Als er een stoot om de camera
komt, moet deze nagekeken worden (tegen betaling) door een Servicecentrum van Panasonic
om na te gaan dat de waterbestendigheid nog steeds effectief is.
• Wanneer het toestel bespad wordt met wasmiddel, zeep, warme bron, badmiddel,
zonnebrandolie, zonnebrandcrème, chemicaliën, enz., dit er onmiddellijk afwrijven.
• Waterbestendige functie van het toestel geldt alleen voor zeewater en koel water.
• Storingen die door verkeerd gebruik van de klant veroorzaakt worden, dan wel door verkeerd
hanteren, zullen niet door de garantie gedekt worden.
• De binnenkant van dit toestel is niet waterbestendig. Waterlekken zullen voor storing zorgen.
• De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig (met uitzondering van de handriem).
• Kaart en batterij zijn niet waterbestendig. Deze niet met natte handen vastpakken. Tevens
geen natte kaart of batterij in het toestel doen.
• Laat het toestel niet gedurende lange tijd op plaatsen waar de temperatuur zeer laag is
(skioord of op grote hoogte enz.) of zeer hoog is (boven 40 oC), in een auto die in de felle zon
staat, nabij een verwarming, op het strand, enz. De waterbestendigheid zal kunnen afnemen.
∫ Over de [Voorzorgsmaatr.] demonstratieweergave ([Vereisten voor gebruik onder
water])
[Voorzorgsmaatr.] wordt weergegeven als de stroom voor de eerste keer na aankoop
•
ingeschakeld wordt, terwijl de zijklep volledig gesloten is.
• Verricht de controles van tevoren om de waterdichtheid te handhaven.
1 Druk op 2 om [Ja] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
•
Het zal automatisch naar het beeldscherm van de klokinstelling springen als [Nee]
geselecteerd wordt voordat deze van start gaat.
2 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
2: Keer terug naar het vorige scherm
1: Bekijk het volgende scherm
•
Dit kan gedwongen beëindigd worden door op [MENU/SET] te drukken.
• Wanneer dit gedwongen beëindigd wordt tijdens het controleren door het uitzetten of op
[MENU/SET] te drukken, wordt [Voorzorgsmaatr.] afgebeeld elke keer dat het toestel
aangezet wordt.
3 Druk na het laatste scherm (12/12) op [MENU/SET] om te eindigen.
•
Wanneer [MENU/SET] ingedrukt wordt na het laatste scherm (12/12), wordt
[Voorzorgsmaatr.] niet afgebeeld vanaf de volgende keer dat het toestel aangezet wordt.
• Dit kan ook bekeken worden vanaf [Voorzorgsmaatr.] (P45) in het [Set-up] menu.
- 7 -
Page 8
Voor Gebr uik
ロヰヤレ
ロヰヤレ
ロヰヤレ
Controleer voordat u het onder water gaat gebruiken
De zijklep niet openen of sluiten op plaatsten waar zand en stof zijn of als u natte
handen heeft. Als er zand of stof blijft plakken zou dit voor waterlekkage kunnen
zorgen.
1 Controleer dat er geen vreemde deeltjes aan de binnenkant of de zijklep blijven
plakken.
A Borsteltje (bijgeleverd)
B Zijklep
• Als onbekende deeltjes zoals
pluisjes, haar, zand, enz. op de
omringende zone zitten, kan binnen
enkele seconden water naar binnen
sijpelen en storingen veroorzaken.
• Wrijf het eraf met een droge zachte
doek als er vloeistof op zit.
Het zou namelijk voor waterlekken
en storing kunnen zorgen als er
vloeistof op de camera zit.
• Als onbekend materiaal van
ongeacht welk type aanwezig is,
verwijder dit dan met het bijgesloten
borsteltje.
• Pas heel goed op al het fijne zand, enz. te verwijderen dat aan de kanten en in de hoeken
van de rubberen afdichting zou kunnen zitten.
• Verwijder grote vreemde delen, zoals nat zand, enz., m.b.v. de kortere (hardere) zijde van
het borsteltje.
2 Controleer op barsten en vervorming van de rubberen afdichting op de zijklep.
•
De intacte staat van de rubberen pakkingen kan na ongeveer 1 jaar afnemen, door
gebruik en veroudering. Om permanente schade aan het toestel te voorkomen moeten de
pakkingen één keer per jaar worden vervangen. Neem contact op met het servicecentrum
van Panasonic voor de kosten en overige informatie.
3 Sluit de zijklep stevig.
C [LOCK] schakelaar (grijs deel)
D Rood deel
E Ontgrendelde stand
F Vergrendelde stand
• Sluit de [LOCK]-schakelaar stevig
totdat het rode gedeelte niet langer
zichtbaar is.
• Om te voorkomen dat water het
toestel binnendringt, dient u ervoor te
zorgen dat onbekende deeltjes, als
vloeistof, zand, haar of stof, enz., niet
in het toestel terechtkomen.
- 8 -
Page 9
Voor Gebr uik
Het gebruik van het toestel onder water
• Gebruik de camera onder water tot 5 m met een watertemperatuur die tussen 0 oC en 40 oC
ligt.
• Gebruik niet voor diepzeeduiken (Aqualong).
• Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 5 m.
• Het toestel niet in warm water van meer dan 40 oC (in het bad of warme bron) gebruiken.
• Gebruik de camera niet langer dan 60 minuten onafgebroken onder water.
• Open of sluit de zijklep niet onder water.
• Geen stoten bezorgen aan het toestel onder water. (Waterbestendige prestatie zou niet
behouden kunnen worden en er is kans op waterlek.)
• Niet in het water duiken terwijl u het toestel vasthoudt. Het toestel niet gebruiken op een plek
waar het water hard er tegenaan zal spatten, zoals een snelle stroom of een waterval. (Er zou
dan een sterke waterdruk op kunnen komen te staan en vervolgens zou er zich storing voor
kunnen doen.)
• Het toestel zal in het water zinken. Pas dus op het toestel niet te laten vallen en het niet onder
water te verliezen door de riem stevig om uw pols te houden of soortgelijke maatregel te
treffen.
Zorg voor het toestel na het gebruik ervan onder water
Open os sluit de zijklep niet totdat het zand en de stof verwijderd is door de
camera met water af te spoelen.
Zorg ervoor dat de camera schoongemaakt wordt na gebruik.
•
Wrijf zorgvuldig eventuele waterdruppels, zand en zout van uw handen, lichaam, haar, enz.
• Het wordt aangeraden de camera binnenshuis schoon te maken, plaatsen waar water
gesproeid of zand kan vallen voorkomend.
Nadat u de camera onder water gebruikt, deze altijd schoonmaken in plaats van
deze vuil laten.
•
Door onbekende deeltjes of zout op het toestel te laten zitten, kan er zich schade,
ontkleuring, corrosie, ongebruikelijke geur of algehele verslechtering van de
waterbestendigheid veroorzaakt worden.
1 Spoel af met water terwijl de zijklep gesloten is.
•
Na het gebruik aan zee of onder water, moet het toestel
hooguit 10 minuten lang in fris water gedompeld worden
dat in een ondiepe bak gedaan is.
• Als de zoomknop of de [ON/OFF]-knop van de camera
niet soepel beweegt, zou dit veroorzaakt kunnen
worden door eraan vastklevende vreemde deeltjes. Als
u de camera in deze staat gebruikt, zou dit een storing
zoals blokkering kunnen veroorzaken. Spoel daarom
alle eventuele vreemde deeltjes eraf door de camera in
fris water heen en weer te schudden.
• Er zouden bubbels uit het afvoergat kunnen komen
wanneer u de camera in water dompelt, maar dit is geen
storing.
- 9 -
Page 10
Voor Gebr uik
2 Laat het water eruit lopen door de camera ondersteboven A en recht B te
houden en deze een paar keer enigszins te schudden.
Na het gebruik van de camera op het strand of in het water, of nadat u het gewassen
•
heeft, zou er een tijd water rond de luidspreker en de microfoon kunnen blijven zitten en
dit kan voor volumevermindering of geluidsvervorming zorgen.
• Bevestig de riem stevig om te voorkomen dat het toestel valt.
3 Wrijf waterdruppels op de camera eraf
met een droge zachte doek en laat de
camera op een schaduwrijke en goed
geventileerde plak drogen.
Droog de camera door deze op een droge
•
doek te zetten. Dit toestel bezit een
afvoersysteem, wat het water in gaten in de
camera [ON/OFF] knop en zoomknop enz. laat
aflopen.
• Het toestel niet drogen met hete lucht uit een föhn o.i.d. De waterbestendige prestatie zal
verslechteren wegens vervorming.
• Gebruik geen chemicaliën zoals benzine, verdunner of alcohol, reinigingsmiddelen, zeep
of afwasmiddel.
4 Ga na dat er geen waterdruppels zijn en wrijf eventuele waterdruppels of zand
dat nog binnenin is blijven zitten eraf met een zachte droge doek. (P133)
Er kunnen waterdruppels aan de kaart of de batterij gaan zitten wanneer de zijklep
•
geopend wordt zonder dat het toestel door en door gedroogd is. Bovendien zou er zich
water kunnen ophopen in het gat rond de kaart-/batterijgleuf of de aansluitingsconnector.
Zorg ervoor al het water eraf te wrijven met een zachte droge doek.
• De waterdruppels zouden in de camera kunnen druipen wanneer de zijklep gesloten
wordt als deze nog nat is, wat voor condensatie of storing kan zorgen.
- 10 -
Page 11
Voor Gebr uik
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
•
De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig (met uitzondering van de handriem).
• Hou het borsteltje buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
• De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen.
• Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
• Batterijoplader wordt aangegeven als batterijoplader of oplader in de tekst.
• De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
• De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de
figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
b.v.: Wanneer u op de 4 (beneden) knop drukt
ofDruk op 4
20 Luidspreker (P47)
Pas op de luidspreker niet te bedekken met uw
•
vinger. Dat zou het geluid moeilijk hoorbaar kunnen
maken.
21 Statiefbevestiging
22 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P114, 117 , 120,
123)
23 Kaartgleuf (P19)
24 Batterijgleuf (P19)
22
23
モヷチヰヶヵチバチュリヨリヵモロ
24
- 13 -
Page 14
Voorbereiding
Voorbereiding
Bevestigen van de Riem
Steek de riem door het lusje voor de
draagriem op het toestel.
• Als de riem te los is, kan deze blijven haken als de
zijklep van de aansluitpunten geopend of gesloten
wordt. Aangezien zo schade of lekkage kan ontstaan,
dient u te controleren of het koord stevig vastgemaakt
is en niet aan de zijklep kan blijven haken.
Haal uw hand door de lus en stel de lengte
ervan af.
Aantekening
Bevestig de riem correct door de procedure te volgen.
•
• Het toestel zal zinken in het water dus gebruik het onder water door de riem stevig om uw pols
te wikkelen.
• Zwaai het toestel niet hard en trek niet hard aan het toestel als de riem eraan vast zit. De riem
zou kunnen breken.
- 14 -
Page 15
Voorbereiding
De batterij opladen
∫ Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele
product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle
batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne
bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke
veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand
of explosie kunnen leiden. Wij informeren u dat wij niet verantwoordelijk zijn
voor eventuele ongelukken of storingen die als gevolg van het gebruik van een
namaakbatterijpakket kunnen plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat veilige
producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele
batterijpakketten van Panasonic.
Gebruik hiervoor de oplader.
•
Opladen
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij op met de oplader.
• Het wordt aanbevolen de batterij op te laden in ruimtes met een omgevingstemperatuur
tussen 10 oC en 30 oC (dezelfde als de batterijtemperatuur).
Steek de batterij in de goede richting.
Steek de stekker van de oplader in het
stopcontact.
• Het [CHARGE] lampje A gaat branden en het laden
begint.
- 15 -
plug-in-type
inlaattype
Page 16
Voorbereiding
∫ Over het [CHARGE] lampje
Aan: Opladen.
Uit:Het opladen is voltooid. (Haal de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij
als het laden geheel klaar is.)
•
Als het [CHARGE] lampje knippert
– De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
– De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Veeg in dit geval het vuil met een droge doek
weg.
∫ Oplaadtijd
OplaadtijdOngeveer 120 min
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De
•
oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de
batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer
kunnen zijn dan anders.
∫ Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij
•
op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Aantekening
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
•
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
- 16 -
Page 17
Voorbereiding
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
∫ Stilstaande beelden opnemen
Aantal beeldenOngeveer 250 opnamen
OpnametijdOngeveer 125 min
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
•
• Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].)
• Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
• Veranderen van de zoomvergroting, van Tele naar Wide of omgekeerd, bij iedere opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
[Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
∫ Opname bewegende beelden
Wanneer u opneemt terwijl de beeldkwaliteit op [HD] staat
Opneembare tijdOngeveer 100 min
Huidige opnametijdOngeveer 50 min
•
Deze tijden gelden voor een omgevingstemperatuur van 23 oC en een vochtigheid van 50%RH.
Gelieve erop letten dat deze tijden bij benadering gelden.
• De werkelijke opnametijd is de tijd van opname die mogelijk is met herhaaldelijk aan/uit zetten,
starten/stoppen van de opname en zoomoperaties, enz.
• De maximumtijd voor het continu opnemen van video's bedraagt 29 minuten en 59 seconden.
De maximum beschikbare continue opnametijd wordt op het scherm weergegeven.
Volgens CIPA-standaard in
normale beeldfunctie
- 17 -
Page 18
Voorbereiding
∫ Terugspelen
TerugspeeltijdOngeveer 240 min
Aantekening
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
•
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
– Bij lage temperatuur of op koude plekken zoals skigebieden of op grote hoogte
¢ Het LCD-display kan, wanneer het in gebruik is, residubeelden tonen. De werking van
de batterij zal afnemen dus houd het toestel en de reservebatterijen warm door ze op
een warme plaats te bewaren, zoals in uw warmtebestendige uitrusting of kleding. De
werking van de batterijen zal weer normaal worden als de temperatuur opnieuw
normale waarden bereikt.
¢
– Wanneer u [LCD mode] gebruikt.
– Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
- 18 -
Page 19
Voorbereiding
Een kaart (optioneel) of batterij in het toestel doen
• Controleer of het toestel uit staat.
• Ga na dat er geen vreemde deeltjes zijn. (P8)
• We raden een kaart van Panasonic aan.
1: Verschuif de [LOCK] schakelaar A en
ontgrendel de sluiting.
2: Verschuif de vrijgavehendel B en open
de zijklep.
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
• Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de
kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Let op bij de richting van plaatsing
van de batterij en plaats hem volledig naar
binnen, tot u een blokkeergeluid hoort.
Controleer dan of hendel C de batterij
vergrendeld heeft. Trek hendel C in de
richting van de pijl om de batterij uit te
nemen.
Kaart: Duw er net zolang tegen tot u een
“klik” hoort en let op de richting waarin u
de kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen,
op de kaart duwen tot deze “klikt” en de
kaart vervolgens rechtop uitnemen.
D: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
ロヰヤレ
Sluit de zijklep tot het vast klikt en sluit de
[LOCK] schakelaar door deze naar [2] te
schuiven.
• Ga na dat het rode gedeelte op het [LOCK]-hendeltje
niet afgebeeld wordt.
- 19 -
ロヰヤレ
Page 20
Voorbereiding
Aantekening
Verwijder de batterij na gebruik. (Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
•
• Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten de “LUMIX” display op
de LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen
gaan.)
∫ Over het waarschuwingsbericht over waterlekkage
Om de waterbestendige prestatie te behouden van dit toestel, verschijnt er een bericht dat
uitnodigt tot het controleren van eventueel onbekend materiaal dat tussen de zijklep is
blijven steken of tot het uitvoeren van onderhoud; dit bericht verschijnt met een
waarschuwingsgeluid wanneer het volgende uitgevoerd wordt. (P139)
•
Wanneer het toestel weer aangezet wordt nadat de zijklep geopend werd en de kaart
vervangen werd.
• Wanneer het toestel weer aangezet wordt nadat de zijklep geopend werd en de batterij
vervangen werd.
Aantekening
Na het openen van de zijklep, deze weer stevig sluiten, erop lettend dat er geen vreemde
•
deeltjes klem komen te zitten.
• Als er een vreemd deeltje op zit, verwijder dit dan met het bijgesloten borsteltje.
• De waarschuwingsberichtdisplay kan uitgezet worden door op een willekeurige knop te
drukken.
- 20 -
Page 21
Voorbereiding
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
Wanneer er geen kaart ingedaan is
Wanneer er een kaart ingedaan is
Er kunnen beelden gemaakt op het
ingebouwde geheugen en deze kunnen
afgespeeld worden.
Er kunnen beelden gemaakt op de kaart en
deze kunnen afgespeeld worden.
• Als u het ingebouwde geheugen gebruikt:
>ð (toegangindicatie
k
• Als u de kaart gebruikt:
(toegangaanduiding
¢ De kaartaanduiding wordt rood weergegeven als er opnames op het
interne geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
¢
)
¢
)
Ingebouwd geheugen
• U Kunt de opgenomen beelden naar een kaart kopiëren. (P113)
• Geheugengrootte: Ongeveer 70 MB
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
- 21 -
Page 22
Voorbereiding
2
A
Kaart
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
SD-geheugenkaart
(8 MB tot 2 GB)
Opmerkingen
• Gebruik een kaart met SD-snelheidsklassen
“Klasse 4” of hoger wanneer u bewegende beelden
opneemt.
¢
met
• De SDHC-geheugenkaart kan gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten
SDHC-geheugenkaart
(4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart
(48 GB, 64 GB)
¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het
etiket op de kaart, enz.
of SDXC-geheugenkaarten.
• SDXC-geheugenkaarten kunnen alleen gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDXC-geheugenkaarten.
• Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
• Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen
gebruikt worden.
b.v.:
• Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
Schakel dit toestel niet uit en verwijder de batterij of de kaart niet als het toestel zich
•
toegang verschaft (als beelden opgenomen, gelezen of gewist worden, of als het intern
geheugen of de kaart geformatteerd worden). Verder het toestel niet blootstellen aan
vibratie, stoten of statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
• Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de
[LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn
originele positie.)
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken
of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat
het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P52)
• Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
- 22 -
Page 23
Voorbereiding
A
B
Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd
∫ Over de weergave van het aantal opneembare beelden en de beschikbare
opnametijd
U kunt het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd bevestigen door
•
verschillende keren op [DISPLAY] te drukken. (P53)
A Aantal opnamen
B Beschikbare opnametijd
• Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen
afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.)
• Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de
onderwerpen.
∫ Aantal opnamen
•
[i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden.
Ingebouwd
[Fotoresolutie]
16M (4:3)1130049109880
5M (4:3)266501062021490
0,3M (4:3)41010050162960247150
∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
•
“h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde.
[Opn. kwaliteit]
HDj23m45s6h28m15s13h05m20s
VGA1m51s52m17s14h14m28s28h48m24s
Aantekening
•
Het aantal opneembare beelden/beschikbare opnametijd voor de kaart kan afnemen als
[Uploadinstellingen] uitgevoerd wordt.
• De maximumtijd voor het continu opnemen van video's bedraagt 29 minuten en 59 seconden.
De maximum beschikbare continue opnametijd wordt op het scherm weergegeven.
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB32 GB64 GB
2GB32 GB64 GB
- 23 -
Page 24
Voorbereiding
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
• De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Druk op de [ON/OFF] knop van de camera.
• Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op [Vereisten voor gebruik onder water]
hieronder.
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET].
[Vereisten voor gebruik onder water]
Zorg ervoor dit na te gaan zodat u de waterbestendigheid kunt behouden.
[Aub klok instellen] wordt afgebeeld na het bezichtigen van het laatste scherm.
Voor informatie, P7 raadplegen.
Op [MENU/SET] drukken.
- 24 -
Page 25
Voorbereiding
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand,
dag, uur, minuut, displayvolgorde
afbeelden of formaat tijddisplay) te
selecteren en dan op 3/4 drukken om in
te stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
•
De instelling van de klok kan gewist worden door op
[] te drukken.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken.
De klokinstelling veranderen
Selecteer [Klokinst.] in het [Opname] of [Set-up] menu, en druk op [MENU/SET].
(P42)
•
De klok kan opnieuw ingesteld worden zoals afgebeeld wordt in de stappen 5 en 6.
• De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten
gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
•
Als de klok niet ingesteld is, kan de correcte datum niet afgedrukt worden als u een fotostudio
opdracht geeft om de foto af te drukken, of als u de datum op de beelden wilt afdrukken met
[Datum afdr.] of [Tekst afdr.].
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 25 -
Page 26
Voorbereiding
Tips om mooie opnamen te maken
Doet u de polsriem om en houdt u het toestel voorzichtig vast
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden
en uw benen een beetje spreiden.
• Om vallen te voorkomen, moet u de bijgeleverde polsriem aan uw pols bevestigen. (P14)
• Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
• Zorg ervoor dat u de flitser, de AF-assistlamp, de microfoon, de luidspreker, de lens, enz., niet
met uw vingers aanraakt.
A Draagriem
B Speaker
C Flits
D Microfoon
E AF assistentielamp
∫ Richtingfunctie ([Lcd roteren])
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren](P51) ingesteld is)
• Als het toestel verticaal gehouden wordt en omhoog en omlaag gekanteld wordt om beelden op
te nemen, kan het zijn dat de functie voor richtingsdetectie niet correct werkt.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Wanneer de beeldbibber alert [] verschijnt, [Stabilisatie] (P92), een statief of de
zelfontspanner (P62) gebruiken.
•
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in
dit geval het gebruik van een statief aan.
– Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
– In [Nachtportret] of [Nachtl.schap] in de scènefunctie
- 26 -
Page 27
Basiskennis
Basiskennis
Selecteren van de opnamemodus
Druk op [MODE].
Druk op 3/4/2/1 om de gewenste
Opnamefunctie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
- 27 -
Page 28
Basiskennis
∫ Lijst van Opnamefuncties
Intelligente automatische functie (P29)
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
Normale opnamefunctie (P32)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Sport (P65)
Gebruik deze functie om opnamen te maken van sportevenementen, etc.
Sneeuw (P65)
Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skiveld of
een besneeuwde bergtop.
Strand- & Surffunctie (P66)
Deze modus is optimaal voor het maken van foto's tot 3 m onder water en op het
strand.
Onderwaterfunctie (P66)
Deze modus is optimaal voor het maken van foto's op dieptes van 3 m tot 5 m.
Miniatuureffect-functie (P67)
Dit is een beeldeffect die de omgeving onscherp doet zijn om het er als een diorama
uit te doen zien. (ook bekend als Tilt Shift Focus)
Scènefunctie (P68)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Aantekening
•
Wanneer de functie geschakeld is van Afspeelfunctie naar Opnamefunctie, zal de eerder
ingestelde Opnamefunctie ingesteld worden.
- 28 -
Page 29
Basiskennis
A
B
Opnamefunctie:
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
•
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
– Scènedetectie/Compensatie van de achtergrondverlichting/Intelligente
ISO-gevoeligheidbediening/Automatische witbalans/Gezichtsdetectie/[i. Exposure]/
[I.resolutie]/[i.ZOOM]/[AF ass. lamp]/[Rode-ogencorr]/[Stabilisatie]/[Continu AF]
Druk op [MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Intelligent auto]
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
• De focusaanduiding A (groen) gaat branden als het
onderwerp scherp gesteld is.
• De AF-zone B wordt door de
Gezichtsherkenningsfunctie rondom het gezicht van
het onderwerp weergegeven. In andere gevallen wordt
het weergegeven op het punt van het onderwerp dat
scherpgesteld is.
• De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp
kunt komen) zal veranderen afhankelijk van de
zoomfactor. Controleer dit aan de hand van het
opnamebereik dat op het scherm weergegeven wordt.
(P33)
• U kunt AF tracking instellen door op 3 te drukken.
Raadpleeg voor details P87. (AF tracking zal gewist
worden door opnieuw op 3 te drukken)
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
- 29 -
Page 30
Basiskennis
Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
Fotograferen
>
¦
[i-Portret][i-Landschap]
[i-Macro][i-Nachtportret]
1
¢
[i-Nachtl.schap][i-Zonsonderg.]
2
¢
[i-Baby]
¢1 Alleen wanneer [] geselecteerd is.
¢2 Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] staat, zal [ ] weergegeven worden voor
verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld zijn maar alleen
wanneer het gezicht van een persoon van 3 jaar of jonger gedetecteerd wordt.
Wanneer u bewegende beelden opneemt
¦ >[i-Portret][i-Landschap]
[i-Zacht licht][i-Macro]
•
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
• Wanneer [], [ ] of [] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een
persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie)
• Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel merkt dat toestelschudding
minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de sluitertijd ingesteld
worden op een maximum van 8 seconden. Opletten het toestel niet te bewegen terwijl u
beelden maakt.
• Wanneer [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON] en er een gezicht dat op een geregistreerd
gezicht lijkt gevonden wordt, wordt [R] afgebeeld rechtsboven van [ ], [] en [].
• Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
– Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
– Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder lage
helderheidomstandigheden, Onder water, Wanneer het toestel bewogen wordt, Wanneer de
zoom gebruikt wordt
• Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
• Gezichtsdetectie zou onder water langzamer kunnen water of niet kunnen werken.
• Compensatie van de achtergrondverlichting
– Tegenlicht is licht dat vanachter een onderwerp schijnt. In dit geval zal het onderwerp er
donker uitzien, dus compenseert deze functie het tegenlicht door het gehele beeld te
verlichten. In de Intelligent Auto-modus werkt de tegenlichtcompensatie automatisch. [ ]
wordt op het scherm weergegeven wanneer tegenlicht gedetecteerd wordt. De
daadwerkelijke tegenlichtomstandigheden en [ ] komen niet altijd met elkaar overeen.
Raadpleeg voor de instellingsmethode van het menu P42.
¢ De instellingen kunnen anders zijn dan andere Opnamemodussen.
• Menu’s die specifiek zijn voor de Intelligent Auto Mode
– De kleurinstelling van [Happy] is beschikbaar in [Kleurfunctie]. Het is mogelijk om een foto te
maken die automatisch een hoger glansniveau heeft voor de helderheid en de levendigheid
van de kleur.
De flitser (P57)
• Wanneer [] geselecteerd is, wordt [], [], [] of [] ingesteld afhankelijk van het
type onderwerp en helderheid.
• Wanneer [], [] ingesteld is, is de digitale rode-ogencorrectie in werking gesteld.
• De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [] of [].
herk.]
¢
/[Taal]/[O.I.S.-demo]
- 31 -
Page 32
Basiskennis
A B
C
Opnamefunctie:
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen (Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu
te veranderen.
Druk op [MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Normale foto] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Richt de AF-zone op het punt waar u op wilt
scherpstellen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
A ISO-gevoeligheid
B Lensopening
C Sluitertijd
• De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
rood weergegeven als de correcte belichting niet
bereikt wordt. (tenzij een flitser gebruikt wordt)
- 32 -
Page 33
Basiskennis
A
B
LOCK
Het focussen
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk de
sluiterknop tot halverwege in.
Focus
Focusaanduiding AAanKnippert
AF-zone BWit>GroenWit>Rood
GeluidBiept 2 keerBiept 4 keer
Wanneer er scherpgesteld is
op het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
• De AF-zone zou niet groter afgebeeld kunnen worden voor bepaalde zoomvergrotingen en op
donkere plekken.
∫ Over het focusbereik
Het focusbereik wordt weergegeven als de zoom
bediend wordt.
•
Het focusbereik wordt rood weergegeven als geen
scherpstelling plaatsvindt nadat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt is.
Het focusbereik kan geleidelijk veranderen, afhankelijk van de zoompositie.
bv.: focusbereik tijdens de gewone beeldmodus
- 33 -
Page 34
Basiskennis
∫ Als het onderwerp niet scherp gesteld is (zoals wanneer het bijvoorbeeld niet in
het midden van het beeld staat dat u wilt opnemen)
1 De AF-zone op het onderwerp richten en
vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting
vast te zetten.
2 De ontspanknop half ingedrukt houden
als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw proberen voordat u de ontspanknop volledig
•
indrukt.
∫ Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
•
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
• Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
• Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
• Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
- 34 -
Page 35
Basiskennis
B
A
C
Toepasbare modussen:
Opname Bewegend Beeld
Start het opnemen door op de bewegend
beeldknop te drukken.
A Beschikbare opnametijd
B Verstreken opnametijd
• U kunt video’s maken die bij elke Opnamefunctie
passen.
• Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken
los.
• De indicator van de opnamestaat (rood) C zal
flitsen tijdens het opnemen van bewegende
beelden.
• Wanneer u opneemt met [Opn. kwaliteit] ingesteld
op [HD], zal “Active Mode” (stabilisator voor
bewegende beelden) automatisch werken. Voor
meer details, raadpleeg [Stabilisatie] (P92).
• Voor het instellen van [Opn. kwaliteit], P94
raadplegen.
Stop het opnemen door weer op de
bewegend beeldknop te drukken.
∫ Over het opnameformaat voor het opnemen van bewegende beelden
Dit apparaat kan video's maken in MP4-formaat.
MP4:
Dit is een eenvoudiger videoformaat dat het best gebruikt kan worden wanneer een
uitgebreide bewerking nodig is, of als u de video’s naar het internet upload.
∫ Over de compatibiliteit van de opgenomen bewegende beelden
Zelfs als er een compatibel MP4-afspeelinrichting gebruikt wordt, zou de video- of
geluidskwaliteit van de gemaakte video slecht kunnen zijn of zouden de video's niet
afgespeeld kunnen worden. Het zou tevens kunnen gebeuren dat de opgenomen
gegevens niet juist afgebeeld worden. Als u met dit soort problemen te maken krijgt,
gelieve de video op deze camera afspelen.
•
Voor details over MP4-compatibele inrichtingen, de ondersteuningsites hieronder raadplegen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
- 35 -
Page 36
Basiskennis
Aantekening
Wanneer u opneemt naar het interne geheugen, is [Opn. kwaliteit] vastgesteld op [VGA].
•
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af
kunnen lopen.
• Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
• Het scherm zou tijdelijk zwart kunnen worden of het apparaat zou lawaai op kunnen nemen
wegens statische elektriciteit of elektromagnetische golven enz. afhankelijk van de omgeving
van de bewegende beeldopname.
• Zelfs als de aspectratio-instelling hetzelfde is in foto's en video's, zou de gezichtshoek aan het
begin van de video-opname anders kunnen zijn.
Wanneer [Video Opn.gebied] (P49) ingesteld is op [ON], wordt de gezichtshoek tijdens
video-opname afgebeeld.
• Over inzoomen terwijl u video's maakt
– Als de Extra Optische zoom gebruikt is voordat u op de bewegende beeldknop drukt, zullen
de instellingen geannuleerd worden en zal het opneembare bereik drastisch veranderen.
– Als u de zoom enz. hanteert terwijl u film opneemt, zou het geluid van de handeling
opgenomen kunnen worden.
– De zoomsnelheid zal lager dan normaal zijn bij het opnemen van bewegende beelden.
– Wanneer u de zoom hanteert tijdens het opnemen van bewegende beelden, zou het even
kunnen duren voordat er scherp gesteld wordt.
• Als de opname van bewegende beelden na korte tijd eindigt bij het gebruik van de
Miniatuureffect-functie, kan het zijn dat het toestel nog even doorgaat met opnemen. Gelieve
het toestel blijven vasthouden tot de opname eindigt.
• Er zou geluid opgenomen kunnen worden onder water.
• Er wordt aangeraden een geheel opgeladen batterij te gebruiken wanneer u films maakt.
• Video’s kunnen niet opgenomen worden met [Panorama-opname] in Scènefunctie.
• Het geluid zou gedempt of verdrongen kunnen klinken als er water op de microfoon of de
luidspreker zit. Veeg de resten eraf nadat u het water uit de microfoon en de luidspreker heeft
laten druppelen door het toestel ondersteboven te houden en gebruik deze weer nadat u het
een poosje heeft laten drogen. (P134)
• Voor bepaalde opnamewijzen zal de opname uitgevoerd worden met de hieronder aangeduide
wijze. Voor de opnamewijzen die niet in de lijst staan, zal de opnamewijze gebruikt worden die
het meest geschikt is voor het bewegende beeld.
Geselecteerde opnamemodusOpnamemodus bij het opnemen van een film
• [Baby1]/[Baby2] in de
scènemodus
• [Nachtportret], [Nachtl.schap] in
de scènemodus
• [Sport]
• [Huisdier] in de scènemodus
Portretfunctie
Weinig licht functie
Normaal bewegend beeld
- 36 -
Page 37
Basiskennis
B
A
Beelden terugspelen ([Normaal afsp.])
Op [(] drukken.
• Het gewoon afspelen wordt automatisch weergegeven
als de stroom wordt ingeschakeld door op de knop [
te drukken en deze ingedrukt te houden.
Aantekening
Dit toestel voldoet aan de DCF-norm “Design rule for Camera File system” die vastgesteld is
•
door JEITA “Japan Electronics and Information Technology Industries Association” en met Exif
“Exchangeable Image File Format”. De bestanden die niet aan de DCF-norm voldoen, kunnen
niet worden afgespeeld.
• Het kan zijn dat beelden die met een ander toestel genomen zijn niet op dit toestel kunnen
worden afgespeeld.
Een beeld selecteren
Druk op 2 of 1.
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
A Bestandsnummer
B Beeldnummer
• Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter
elkaar afspelen.
• De snelheid van vooruit/achteruit spoelen van de beelden is afhankelijk van de afspeelstatus.
A Het aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen
beelden
• Druk op de [T] van de zoomknop om terug te keren naar het
vorige scherm.
• Beelden die afgebeeld worden m.b.v. [] kunnen niet afgespeeld worden.
∫ Om terug te keren naar normaal terugspelen
Druk op 3/4/2/1 om een opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
De terugspeelzoom gebruiken
Druk op de [T] van de zoomknop.
1k>2k>4k>8k>16k
•
Wanneer u op de [W] van de zoomknop drukt, nadat het
beeld vergroot is, zal de vergroting kleiner worden.
• Wanneer u de uitvergroting verandert, verschijnt de indicatie
van de zoompositie B ongeveer 2 seconden lang en kan de
positie van de vergrootte sectie verplaatst worden door op
3/4/2/1 te drukken
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit
ervan wordt.
- 38 -
Page 39
Basiskennis
A
B
Bewegende beelden terugspelen
Dit toestel werd ontworpen voor het afspelen van bewegende beelden met de formaten
MP4 en
Op 2/1 drukken om een beeld te selecteren met
een bewegend beeldicoon (zoals []), en
vervolgens op 3 drukken om terug te spelen.
A Video-icoon
B Bewegende-beeldenopname
• Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd
∫ Operaties die uitgevoerd worden tijdens terugspelen van bewegend beeld
De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
QuickTime Motion JPEG.
op het scherm weergegeven.
Bijvoorbeeld, 8 minuten en 30 seconden wordt afgebeeld als [8m30s].
Afspelen/Pauzeren
3
4 Stop
Snel achteruit¢/
2
Frame-by-frame terugspelen (tijdens pauze)
Snel vooruit¢/
1
Frame-by-frame vooruitspelen (tijdens pauze)
[W] Verlaagt het niveau van het volume
[T] Verhoogt het niveau van het volume
¢ De snelheid van het vooruit/achteruit afspelen neemt toe als u opnieuw op 1/2 drukt.
Aantekening
Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie
•
langzamer dan normaal gaat.
• Gebruik voor het afspelen op een PC van films die met dit toestel opgenomen zijn, de
“PHOTOfunSTUDIO ” software op de (bijgeleverde) CD-ROM.
• Het kan zijn dat filmbeelden die met een ander toestel opgenomen zijn, niet op dit toestel
kunnen worden afgespeeld.
• Pas op de luidspreker van het toestel niet te blokkeren tijdens het afspelen.
• Video's die opgenomen zijn in Miniatuureffect-functie worden afgespeeld op ongeveer 8 keer
de normale snelheid.
- 39 -
Page 40
Basiskennis
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist
•
worden.
• Beelden die geen deel uitmaken van de DCF-standaard of die beschermd zijn, kunnen niet
gewist worden.
Op [(] drukken.
Om een enkele opname uit te wissen
Selecteer het te wissen beeld en druk
vervolgens op [].
• Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
- 40 -
Page 41
Basiskennis
Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen
Druk op [].
Op 3/4 drukken om [Multi wissen] of [Alles
wissen] te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
• [Alles wissen] > Het bevestigingsbeeldscherm wordt
weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
• Het is mogelijk om alle beelden te wissen, behalve de
beelden die als favorieten ingesteld zijn, als [Alles
wissen behalve Favoriet] geselecteerd is met de [Alles
wissen] instelling.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is)
Druk op 3/4/2/1 om het beeld te
selecteren en druk vervolgens op
[DISPLAY] om in te stellen. (Herhaal deze
stap.)
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw
op [DISPLAY] drukt, wordt de instelling gewist.
(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is) Op
[MENU/SET] drukken.
• Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven.
Het beeld wordt gewist door [Ja] te selecteren.
Aantekening
Zet de camera niet uit tijdens het wissen. Gebruik en batterij die voldoende opgeladen is.
•
• Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
- 41 -
Page 42
Basiskennis
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken
voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u
de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak
te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [Set-up] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de
klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
Menuonderdelen instellen
Voorbeeld: verander in het [Opname] menu [AF mode] van [Ø] ([1-zone]) in [š]
([Gezichtsdetectie])
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op 2/1 om het menu te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
MenuBeschrijving van instellingen
[Opname] (P81 tot 93)
(Alleen in de opnamefunctie)
[Bewegend beeld] (P94)
(Alleen in de opnamefunctie)
[Afspelen] (P101 tot 113)
(Alleen Terugspeelfunctie)
[Set-up] (P45 tot 52)
Het menu laat u de Kleuren, de Gevoeligheid of het aantal
pixels, enz. van de beelden zien die u aan het maken bent.
In dit menu kunt u de instellingen voor bewegende beelden
maken, zoals de opnamekwaliteit.
Dit menu laat u de Bescherming, Knip- of Afdrukinstellingen,
enz. van gemaakte beelden instellen.
Dit menu laat u de klokinstellingen, het volume van de
pieptonen en andere instellingen uitvoeren die het
gemakkelijker voor u maken om de camera te hanteren.
- 42 -
Page 43
Basiskennis
A
Druk op 3/4 om het menuitem te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
A Beeldschermpagina menu
• Er zal naar de volgende pagina geschakeld worden
wanneer u het einde van de pagina bereikt. (Dit zal ook
gebeuren als u op de zoomknop drukt)
Op 3/4 drukken om de instelling te
selecteren en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
• Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de
instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een
andere manier wordt weergegeven.
∫ Sluit het menu
Druk diverse keren op [] of druk de sluiterknop
tot halverwege in.
Aantekening
•
Er zijn functies die niet ingesteld of gebruikt kunnen worden afhankelijk van de functies of de
menu-instellingen die gebruikt worden op het toestel wegens de specificaties.
- 43 -
Page 44
Basiskennis
Gebruik van het snelle menu
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk
opgeroepen worden.
•
De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de
functie of een weergavenstijl waar het toestel zich in bevindt.
Druk tijdens het opnemen op [Q.MENU].
Op 3/4/2/1 drukken om het menu-item en de
instelling te selecteren en dan op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
- 44 -
Page 45
Basiskennis
B
A
D
C
Over het set-up Menu
[Klokinst.], [Autom. uit] en [Auto review] zijn belangrijke onderdelen. Controleer de
instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
Voor details over hoe de [Set-up] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P42 raadplegen.
[Voorzorgsmaatr.]
•
Raadpleeg P7 voor details.
U [Klokinst.]
Om de waterbestendige werking te handhaven, laat u de zaken
die vóór het gebruik gecontroleerd moeten worden afbeelden.
De datum en de tijd instellen.
• Raadpleeg P24 voor details.
Stel de tijd van uw thuisgebied en reisbestemming in.
U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden
en deze opnemen op de beelden die u maakt.
Druk na de selectie van [Bestemming] of [Home] op 2/1 om
een gebied te selecteren en druk op [MENU/SET] om het in te
stellen.
•
Stel onmiddellijk na de aankoop [Home] in. [Bestemming] kan
ingesteld worden nadat [Home] ingesteld is.
“ [Bestemming]:
[Wereldtijd]
U reisbestemming
A Huidige tijd van het
bestemmingsgebied
B Tijdverschil met thuiszone
– [Home]:
Uw woongebied
C Huidige tijd
D Tijdsverschil met GMT (Greenwich
Mean Time)
• Druk op 3 als u Zomertijd [] gebruikt. (de tijde zal 1 uur vooruit gezet worden) Druk
nogmaals op 3 om terug te keren naar de normale tijd.
• Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil
tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
- 45 -
Page 46
Basiskennis
De vertrekdatum en de terugkeerdatum van de reis, evenals de
naam van de reisbestemming, kunnen ingesteld worden.
U kunt het aantal dagen dat verstreken is weergeven wanneer u
de beelden afspeelt en dit afdrukken op de beelden die
opgenomen zijn [Tekst afdr.] (P103).
[Reissetup]:
[SET]:
De vertrekdatum en de terugkeerdatum worden ingesteld. Het
verstreken aantal dagen (het aantal dagen erna) van de reis
wordt opgenomen.
— [Reisdatum]
[OFF]:
Het aantal verstreken dagen wordt niet opgenomen.
•
De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum
na de terugkomstdatum is. Als [Reissetup] op [OFF] gezet is, zal
[Locatie] ook op [OFF] gezet worden.
[Locatie]:
[SET]:
De reisbestemming wordt opgenomen op het moment van
opname.
[OFF]
•
Voor details over hoe tekens ingevoerd moeten worden, “Tekst
” op P80 raadplegen.
Invoeren
• Het aantal dagen dat verlopen is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden m.b.v. de
“PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd).
• De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de
vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [Wereldtijd] instelt op de reisbestemming, wordt de
reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de
reisbestemminginstelling.
• De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het aantal dagen dat sinds de vertrekdatum verstreken is, werd niet opgenomen vóór de
vertrekdatum.
• [Locatie] kan niet opgenomen worden wanneer u bewegende beelden maakt.
• [Reisdatum] kan niet ingesteld worden in de Intelligente automatische functie. Instelling van
andere opnamefunctie zal beïnvloed worden.
- 46 -
Page 47
r [Toon]
1
123
Basiskennis
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [Toonniveau]: [Shutter vol.]:
[t]
([Laag])
[u]
([Hoog])
[s]
([UIT])
[Pieptoon]:
23
[]/[]/[]
[]
([Laag])
[]
([Hoog])
[]
([UIT])
[Shutter toon]:
[]/[]/[]
u [Volume]
• Wanneer u de camera aansluit op een TV, verandert het volume van de TV-luidsprekers niet.
Bovendien wordt er wanneer er aangesloten is geen geluid uitgegeven vanaf de
cameraluidsprekers.
Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
Helderheid, kleur of rode of blauwe tint van de LCD-monitor wordt
afgesteld.
[Helderheid]:
Afstellen van de helderheid.
[Contrast · Verzadiging]:
Afstellen van contrast of helderheid van kleuren.
[Roodachtig]:
[Monitor]
Afstellen van rode tint.
[Blauwzweem]:
Afstellen van blauwe tint.
1 Selecteer de instellingen door op
3/4 te drukken en stel bij met 2/1.
2 Op [MENU/SET] drukken om in te
stellen.
• Het kan zijn dat sommige onderwerpen er op de LCD-monitor anders uitzien dan in
werkelijkheid. Dit heeft echter geen effect op de opgenomen beelden.
• Wanneer [LCD mode] ingesteld is op [Gr. kijkhoek], kunnen [Helderheid] en [Contrast ·
Verzadiging] niet afgesteld worden.
- 47 -
Page 48
Basiskennis
LCD
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of
wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[„] ([Auto power LCD])
¢
:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[LCD mode]
[…] ([Spanning LCD]):
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
[Å] ([Gr. kijkhoek])
¢
:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden
maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
[OFF]
¢
Kan alleen ingesteld worden als de Opnamemodus ingesteld is.
• De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of [Autom. uit] geactiveerd
wordt.
• De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
• De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te
maken.
• Als [LCD mode] ingesteld is, wordt de gebruikstijd korter.
Stel het patroon in van de richtlijnen die afgebeeld worden
wanneer u beelden maakt. U kunt ook instellen of u de
[Richtlijnen]
beeldinformatie wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de
richtlijnen afgebeeld worden. (P53)
[Opname info.]:
[ON]/[OFF]
[Patroon]:
[]/[]
• Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze
lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en
de balans van het object te bekijken.
• De instelling [Patroon] is vastgesteld op [] in Intelligente automatische functie.
• In [Panorama-opname] in scènefunctie, wordt de richtlijn niet afgebeeld.
- 48 -
Page 49
Basiskennis
Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te
beelden.
[ON]/[OFF]
Een Histogram is een grafiek die helderheid
[Histogram]
langs de horizontale as (zwart of wit) en het
aantal pixels bij elk helderheidniveau op de
verticale as afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting van een
beeld.
A donker
B optimaal
C helder
• Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram
oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar
overeenkomen.
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en
terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die
afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz.
• Histogrammen worden niet afgebeeld in de volgende gevallen.
Zichthoek voor bewegend beeldopname kan gecontroleerd
worden.
[ON]/[OFF]
• De weergave van de opnamezone van de bewegende beelden is slechts een benadering.
• De weergave van de opnamezone kan verdwijnen wanneer u met Tele zoomt, al naargelang de
instelling van het beeldformaat.
• In de Intelligent auto mode wordt het vast ingesteld op [OFF].
- 49 -
Page 50
Basiskennis
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
p [Autom. uit]
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
tijdsperiode.
[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]/[OFF]
• [Autom. uit] wordt op [5 MIN.] gezet in de Intelligent Auto Mode.
• [Autom. uit] werkt niet in de volgende gevallen.
– Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
– Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt
– Tijdens een diavoorstelling
– [Auto demo]
Stel de tijdsduur in waarna het beeld afgespeeld wordt nadat het
opgenomen is.
[1SEC.]
o [Auto review]
[2SEC.]
[HOLD]:
De beelden worden afgebeeld totdat erop een willekeurige knop
gedrukt wordt.
[OFF]
• [Auto review] wordt in de volgende gevallen geactiveerd, onafhankelijk van de instelling ervan.
– Bij het gebruik van Auto Bracket
– Wanneer u [Burstfunctie] gebruikt
• In de intelligent auto mode, of [Panorama-opname] in de scènefunctie, wordt de auto
review-functie vastgezet op [2SEC.].
• [Auto review] werkt niet in opname van bewegende beelden.
v [Nr. resetten]
Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
• Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001.
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P52) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te
stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [Ja] kiezen om het mapnummer opnieuw
in te stellen.
- 50 -
Page 51
Basiskennis
w [Resetten]
De [Opname] of [Set-up] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.
• Wanneer [Opname] menu-instellingen teruggezet worden tijdens opname, wordt de handeling
die de lens terugzet tegelijkertijd ook uitgevoerd. U zult het geluid horen van de lenswerking
maar dit is normaal en duidt niet op storing.
• Wanneer de [Opname] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, zullen gegevens die
geregistreerd zijn met [Gezicht herk.] ook opnieuw ingesteld worden.
• Wanneer de [Set-up] menuinstellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld.
– De verjaardag- en naam instellingen voor [Baby1]/[Baby2] en [Huisdier] in scènefunctie.
– De [Reisdatum] instelling. (Vertrekdatum, terugkomstdatum, bestemming)
– De instelling voor [Wereldtijd].
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
Instellen voor aanpassing aan het kleurentelevisiesysteem van
ieder land of aan het type TV.
[|] ([Video uit]):
[NTSC]:
Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
| [Output]
[PAL]:
Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
[] ([TV-aspect]):
[W]:
Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]:
Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
• Dit zal werken als de AV-kabel (bijgeleverd) aangesloten is.
Deze modus biedt u de mogelijkheid beelden verticaal weer te
geven als deze gemaakt zijn met het verticaal gehouden toestel.
[] ([Aan]):
Draai beelden op een TV en de LCD-display zodat deze verticaal
M[Lcd roteren]
afgebeeld worden.
[] ([Alleen extern]):
Draai alleen het beeld op een TV zodat het verticaal afgebeeld
wordt.
[OFF]
• Lees P37 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen.
• Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de
gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor
stilstaande opnamen waarmee opname-informatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd
vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association)”.
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
• De display wordt niet gedraaid tijdens Meervoudige terugspeelfunctie.
- 51 -
Page 52
[Versie disp.]
DEMO
A
B
Basiskennis
Het is mogelijk te controleren welke versie van bedrijfswaren op
het toestel zit.
[Formatteren]
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus
controleer de gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
• Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit
tijdens het formatteren.
• Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
• Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
• Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
~ [Taal]De taal op het scherm instellen.
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de
gewenste taal in te stellen.
Geeft de hoeveelheid beeldbibber weer die het toestel
opgespoord heeft. ([O.I.S.-demo])
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
diavoorstellingen. ([Auto demo])
[O.I.S.-demo]:
A Hoeveelheid beeldbibber
[Demofunctie]
B Hoeveelheid beeldbibber na correctie
[Auto demo]:
[ON]
[OFF]
• De Stabilisatorfunctie wordt elke keer dat er op [MENU/SET] gedrukt wordt tussen [Aan] en
[Uit] geschakeld tijdens de [O.I.S.-demo].
• [O.I.S.-demo] is een benadering.
• [Auto demo] wordt niet op de televisie uitgezonden.
- 52 -
Page 53
Opnemen
2
3
Opnemen
Over de LCD-monitor
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
1 LCD-monitor
Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY]
•
knop niet geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie, als
u video's afspeelt en tijdens een diavoorstelling, kunt u alleen
kiezen tussen E of G.
In opnamefunctie
A Normale weergave
B Normale weergave
C Geen weergave
D Geen weergave (Opnamerichtlijn)
¢1
¢
1
2 Aantal opnamen
3 Beschikbare opnametijd
In terugspeelfunctie
E Normale weergave
F Display met opname-informatie
G Geen weergave
¢2
¢
AB
¢1
DC
EF
1
G
¢1 Als het [Histogram] in [Set-up] menu ingesteld is op [ON], zal histogram afgebeeld worden.
¢2 De naam van de persoon die in [Gezicht herk.] geregistreerd is, wordt weergegeven als
[DISPLAY] ingedrukt wordt.
- 53 -
Page 54
Opnemen
Toepasbare modussen:
Gebruik van de Zoom
M.b.v. de Optische Zoom/M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/M.b.v. de
Intelligente Zoom/M.b.v. de Digitale Zoom
U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om
landschappen in brede hoek op te nemen.
Het aantal pixels instellen op 10M of minder zal de Extra Optische Zoom hanteren om
ingezoomde beelden te maken zonder de kwaliteit te beïnvloeden.
Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken
Druk op de [W] van de zoomknop.
Gebruik (Tele) om het object dichterbij te laten lijken
Druk op de [T] van de zoomknop.
- 54 -
Page 55
Opnemen
∫ Zoomtypes
EigenschapOptische zoomExtra optische zoom (EZ)
Maximum
vergroting
Beeldkwaliteit
ConditiesGeen
¢1 Dit bevat de optische zoomvergroting. Het vergrotingsniveau verschilt afhankelijk van
[Fotoresolutie] instelling.
4k9k
Geen verslechteringGeen verslechtering
[Fotoresolutie] met (P81) is
geselecteerd.
¢1
De zoomfuncties hieronder kunnen ook gebruikt worden om de zoomvergroting verder te
doen toenemen.
EigenschapIntelligente ZoomDigitale zoom
Maximum
vergroting
Beeldkwaliteit
Condities
¢2 Dit is 2k vergroting wanneer [I.resolutie] in [Opname] menu ingesteld is op [i.ZOOM].
Inzoomen terwijl verslechtering beperkt
wordt
[I.resolutie] (P88) op het [Opname]
menu is ingesteld op [i.ZOOM].
2k 4k
Hoe hoger het vergrotingsniveau, hoe
groter de verslechtering.
[Dig. zoom] (P89) op het [Opname]
menu is ingesteld op [ON].
¢2
∫ Schermdisplay
A Extra Optische Zoomaanduiding
B Optische Zoombereik
C Intelligente Zoombereik
D Digitale Zoombereik
E Zoomvergroting
Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het
•
focusbereik samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.5 m –¶)
- 55 -
Page 56
Opnemen
Aantekening
De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
•
• “EZ” is een afkorting voor “Extra Optical Zoom”. Met de optische zoom is het mogelijk om
sterker uitvergrote foto’s te maken.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P62) aan om opnamen te maken.
• Voor details over het gebruik van de zoom terwijl u bewegende beelden maakt, raadpleeg P36.
• De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen:
– In macrozoom-functie
– In [H. gevoeligh.] in de scènefunctie
– Als [Burstfunctie] in het [Opname] menu ingesteld wordt op [] of []
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
• De intelligente zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt.
– In macrozoom-functie
– In [H. gevoeligh.] in de scènefunctie
– Als [Burstfunctie] in het [Opname] menu ingesteld wordt op [] of []
• [Dig. zoom] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
– Intelligent automatische functie
– In Miniatuureffect-functie
– In [H. gevoeligh.] in de scènefunctie
– Als [Burstfunctie] in het [Opname] menu ingesteld wordt op [] of []
- 56 -
Page 57
Opnemen
Toepasbare modussen:
Beelden maken met de ingebouwde flits
A Fotoflits
Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken.
Naar de geschikte flitsinstelling schakelen
De flits instellen voor opnamen.
Druk op 1 [‰].
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
- 57 -
Page 58
Opnemen
OnderdeelBeschrijving van instellingen
[‡]([Auto])De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is
voor de opnamecondities.
[]([Intelligent auto])
¢1
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is
voor de opnamecondities.
[]
([Auto/rode-og])
¢2
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname
om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden
op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw
geactiveerd voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van
personen in slecht belichte omstandigheden.
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de
[‰]
([Flitser altijd aan])
opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw object
achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht
staat.
Als u beelden maakt met een donker landschap op de
achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer
[]
([Lngz. sync./rode-og])
¢2
zodra de flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap
op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd
vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van
personen op een donkere achtergrond.
[Œ]
([Gedwongen uit]
)
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken
waar het gebruik van een flits niet toegestaan is.
¢1 Deze kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Automatische Functie ingesteld is.
¢2 De flits wordt twee keer geactiveerd. Het object mag niet bewegen totdat de tweede
flits geactiveerd is. Interval tot de tweede flits hangt af van de helderheid van het
onderwerp.
[Rode-ogencorr] (P92) op het [Opname] menu is ingesteld op [ON], [] verschijnt op
de flitsicoon.
- 58 -
Page 59
Opnemen
∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling)
‡‰Œ
¢
±
±±±—±
±—±—±
———±
* + : ;±¥±—±
, / ï ————¥
.
———¥±
1í9±—±—¥
¢ [] wordt afgebeeld.
• De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
• De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor
de scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt.
• De flits zal niet geactiveerd worden wanneer u bewegend beeld opneemt.
¢1 De sluitertijd verandert afhankelijk van de [Stabilisatie] instelling.
¢2 Wanneer [] in [Gevoeligheid] ingesteld is.
1 of 1/8 tot 1/1300
1 of 1/4 tot 1/1300
¢1
¢2
• ¢1, 2: De sluitertijd wordt een maximum van 1 seconde in de volgende gevallen.
– Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
– Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].
• In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
• De sluitertijd voor [Sport], [Sneeuw], [Strand & surf], [Onder water] en Scènefuncties zal
verschillen van de bovenstaande tabel.
Aantekening
Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de
•
hitte of het licht van de flits.
• Een onderwerp opnemen vanaf te dichtbij of zonder voldoende flits zal onvoldoende
belichtingsniveau bieden en zou een foto die te wit of te donker ia tot gevolg kunnen hebben.
• Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u
kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Als u een onderwerp opneemt zonder voldoende flits, zou de Witbalans niet voldoende
afgesteld kunnen worden.
• De effecten van de flits zouden in onvoldoende mate bereikt kunnen worden onder de
volgende omstandigheden.
– Als [Burstfunctie] in het [Opname]-menu op [ ] gezet wordt
– Als de sluitertijd te snel is
• Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de
opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
• Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
- 60 -
Page 61
Opnemen
Toepasbare modussen:
Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
Deze functie laat het u toe beelden van dichtbij te maken van een onderwerp, bijv.
wanneer u beelden maakt van bloemen.
Druk op 4 [#].
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
OnderdeelBeschrijving van instellingen
[]
([Macro-AF])
[]
([Macro zoom])
[OFF]
U kunt beelden maken van een onderwerp zo dichtbij als
5 cm vanaf de lens door de zoomknop helemaal naar Breed
(1k) te drukken.
Gebruik deze instelling om dichtbij het onderwerp te komen
en vervolgens verder uit te vergoten wanneer u de foto
maakt.
U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl
u de afstand tot het onderwerp voor de extreme
Breed-positie behoudt (5 cm).
•
De beeldkwaliteit is slechter dan tijdens normale opname.
• Het zoombereik zal afgebeeld worden in blauw. (digitaal
zoombereik)
j
Aantekening
Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
•
• Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou
het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding
brandt.
• Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder
breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het
scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
• Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het
toestel en het onderwerp daarom ver weg is, duurt het langer om erop scherp te stellen.
• Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de
buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
• [Macro zoom] kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen.
– In Miniatuureffect-functie
– Wanneer [AF mode] ingesteld is op []
– Wanneer [Burstfunctie] ingesteld is op [] of []
- 61 -
Page 62
Opnemen
Toepasbare modussen:
Opnamen maken met de zelfontspanner
Druk op 2 [ë].
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
OnderdeelBeschrijving van instellingen
([ 10 sec.])
[]
[]([ 2 sec.])
[OFF]
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
• Het lampje van de zelfontspanner A knippert en de
sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na
2 seconden).
Beeld wordt 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt
wordt gemaakt.
Beeld wordt 2 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt
wordt gemaakt.
•
Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is deze
instelling handig om de beweging te vermijden, die
veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop.
j
Aantekening
Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object
•
scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje
knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken zodat het toestel beter
op het object scherp kan stellen.
• Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
• De zelfontspanner kan niet ingesteld worden bij het maken van video's.
- 62 -
Page 63
Opnemen
Toepasbare modussen:
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond.
OnderbelichtingJuiste belichtingOverbelichting
De belichting positief
compenseren.
De belichting negatief
compenseren.
Druk op 3 [È] tot [Belichting] verschijnt.
Druk op 2/1 om de belichting te compenseren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
• De waarde van de belichtingscompensatie verschijnt op het
scherm.
• Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
Aantekening
•
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de mate van belichting.
De EV-waarde verandert al naargelang de lensopening of de sluitertijd.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
- 63 -
Page 64
Opnemen
Toepasbare modussen:
Beelden opnemen met Auto Bracket
Op deze wijze worden 3 beelden automatisch in het geselecteerde bereik van de
belichtingscompensatie opgenomen, telkens als op de sluiterknop gedrukt wordt.
Met Auto Bracket d1EV
1ste beeld 2de beeld 3de beeld
d0EVj1 EVi1 EV
Druk verschillende keren op 3 [È] tot [Auto
bracket] verschijnt.
Druk op 2/1 om het compensatiebereik van de
belichting in te stellen en druk vervolgens op
[MENU/SET].
• Wanneer u de Auto Bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (d0).
Aantekening
•
Wanneer Auto Bracket ingesteld is, wordt [] op het scherm afgebeeld.
• Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen
belichtingscompensatie gebruikt.
Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de waarde van de belichtingscompensatie
links onderaan op het scherm.
• De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de
helderheid van het object.
• [Œ] is ingesteld voor de flits wanneer auto bracket ingesteld is.
• U kunt de Auto Bracket niet gebruiken in de volgende omstandigheden.
– In [Panorama-opname] in de scènefunctie
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
- 64 -
Page 65
Opnemen
Opnamemodus:
Maak buitenbeelden uitdrukkelijk
Door de Opnamefunctie op [], [ ], [] of [ ] in te stellen, kunnen de beelden
effectiever gemaakt worden door met omstandigheden als sporten, sneeuw, strand &
surfen overeen te komen.
Aantekening
•
De kleurtint van het beeld kan veranderen wanneer er een beeld gemaakt wordt met
niet-gecompenseerd gebruik.
• Het volgende kan niet ingesteld worden als de camera automatisch afstelt.
Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende
evenementen.
Aantekening
•
De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
• Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m
of meer.
[Sneeuw]
Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skiveld of een
besneeuwde bergtop.
Aantekening
•
Om waterlekken te voorkomen, ervoor zorgen dat er geen vreemde deeltjes zijn, zoals zand,
haren, stof, enz., die klem zitten en sluit de zijklep helemaal totdat deze dicht klikt. Lees ook
“(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel”
(P6) voordat u het toestel gebruikt.
- 65 -
Page 66
Opnemen
[Strand & surf]
Deze modus is optimaal voor het maken van foto's tot 3 m onder water en op het strand.
Aantekening
Om waterlekken te voorkomen, ervoor zorgen dat er geen vreemde deeltjes zijn, zoals zand,
•
haren, stof, enz., die klem zitten en sluit de zijklep helemaal totdat deze dicht klikt. Lees ook
“(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel”
(P6) voordat u het toestel gebruikt.
• Dompel het toestel in koel water in een ondiepe schaal gedurende 10 minuten of minder nadat
u deze gebruikt heeft, veeg vervolgens het water eraf met een droge zachte doek. (P9)
[Onder water]
Deze modus is optimaal voor het maken van foto's op dieptes van 3 m tot 5 m.
¢ Dit toestel heeft een waterbestendige/stofbestendige functie die bij “IP68” past. Het is
mogelijk om beelden te maken op 5 m diepte gedurende 60 minuten lang.
Onderwater scherpstellen (AF Lock)
U kunt de scherpstelling vastzetten voordat u een opname maakt met vergrendelde AF. Dit
is handig als u opnamen wenst te maken van bijvoorbeeld een heel snel bewegend object.
1 De AF-zone op het object richten.
2 Druk op 2 om de scherpstelling vast in te stellen.
•
Het symbool van de AF-vergrendeling verschijnt als het object scherpgesteld is.
• Druk opnieuw op 2 om de AF-vergrendeling te annuleren.
• Als u op de zoomknop drukt, wordt de AF-vergrendeling geannuleerd. In dit geval dient u
scherp te stellen op het onderwerp en de scherpstelling opnieuw te vergrendelen.
• U kunt niet instellen op AF-vergrendeling wanneer [AF mode] ingesteld is op [].
Aantekening
Om waterlekken te voorkomen, ervoor zorgen dat er geen vreemde deeltjes zijn, zoals zand,
•
haren, stof, enz., die klem zitten en sluit de zijklep helemaal totdat deze dicht klikt. Lees ook
“(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel”
(P6) voordat u het toestel gebruikt.
• Dompel het toestel in koel water in een ondiepe schaal gedurende 10 minuten of minder nadat
u deze gebruikt heeft, veeg vervolgens het water eraf met een droge zachte doek. (P9)
• Als er zich een aanzienlijke hoeveelheid deeltjes in het water bevindt, stel de flits dan in op
[Œ].
- 66 -
Page 67
Opnemen
Opnamefunctie:
Beelden maken die eruit zien als diorama's
(Miniatuureffect-functie)
Door ruimtes te creëren die wazig zijn en ruimtes die niet wazig zijn, zal het beeld eruit
zien als dat van een miniatuurmodel. Bewegende beelden kunnen tevens gemaakt
worden met diorama-effecten die er lijken uit te zien alsof ze afgespeeld worden in snel
vooruit.
Druk op [MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Miniatuureffect] te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
Aantekening
•
Weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd worden en het scherm zal
eruit zien als of er frames neergelaten worden.
• Er wordt geen geluid opgenomen in video's.
• Ongeveer 1/8 van de tijdsduur wordt opgenomen. (Als u gedurende 8 minuten opneemt, zal de
daaruit volgende video-opname ongeveer 1 minuut lang zijn.)
De afgebeelde beschikbare opnametijd bedraagt ongeveer 8 keer de effectieve opnametijd.
Wanneer u naar Opnamefunctie schakelt, gelieve de beschikbare opnametijd controleren.
• Bij het maken van opnames van groot formaat kan het beeldscherm zwart worden nadat het
beeld opgenomen is, omdat het signaal verwerkt wordt. Dit is geen storing.
- 67 -
Page 68
Opnemen
Opnamefunctie:
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen (Scènefunctie)
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
Druk op [MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Scènemode] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4/2/1 om de scènefunctie te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Aantekening
Om de Scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken, [Scènemode] selecteren m.b.v.
•
3/4/2/1 en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
• Het volgende kan niet ingesteld worden in Scènefunctie aangezien de camera automatisch
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de
mogelijkheid deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder uiterlijk te
geven.
∫ Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Houd de zoomknop zo ver mogelijk naar Tele geduwd.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
[Gave huid]
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, selt deze functie u in staat de
huidtextuur van hun huid er nog mooier uit te laten zien dan met [Portret]. (Dit werkt goed
wanneer u beelden maakt van personen vanaf hun borst, niet wanneer u beelden maakt
van personen die er met hun hele lichaam opstaan.)
∫ Technieken voor de zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken:
1 Houd de zoomknop zo ver mogelijk naar Tele geduwd.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Aantekening
• Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte
ook verzacht.
• Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder is.
[Landschap]
Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap.
- 69 -
Page 70
Opnemen
[Panorama-opname]
Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal of verticaal beweegt
en deze worden gecombineerd om een enkel panoramabeeld te maken.
1 Druk op 3/4 om de opnamerichting te kiezen en druk dan
op [MENU/SET].
2 Na het bevestigen van de opnamerichting, drukt u op [MENU/SET].
•
Er wordt een horizontale/verticale richtlijn weergegeven.
3 De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen.
4 Druk de ontspanknop helemaal in en maak een beeld terwijl u de camera in een
kleine cirkel beweegt in de richting die u geselecteerd heeft in Stap
∫ Techniek voor Panorama Shot-functie
Opnemen van links naar rechts
Maak een halve cirkel met de camera, die
ongeveer 4 seconden duurt.
•
Beweeg de camera op een contante snelheid.
Beelden zouden niet goed gemaakt kunnen worden
als de camera te snel of te langzaam bewogen
wordt.
A 1 seconde
B 2 seconden
C 3 seconden
1.
D Beweeg de camera in de opnamerichting zonder deze te schudden. Als de camera te
veel geschud wordt, zouden er geen beelden gemaakt kunnen worden of zou het
gemaakte panoramabeeld smaller (kleiner) kunnen worden.
E Beweeg het toestel naar de rand van het bereik dat u wenst op te nemen. (De rand van
het bereik zal niet het in het laatste frame opgenomen worden)
5 Druk de ontspanknop nog een keer in om de foto-opname te eindigen.
•
Opnemen kan tevens beëindigd worden door de camera stil te houden tijdens het
opnemen.
- 70 -
Page 71
Opnemen
Aantekening
De zoompositie is vastgezet op Wide.
•
• De focus, witbalans en belichting zijn op de optimale waarden vastgesteld voor het eerste
beeld. Als een resultaat zou, als de focus of de helderheid aanzienlijk veranderd wordt tijdens
opname, het gehele panoramabeeld niet op de geschikte focus of helderheid gemaakt kunnen
worden.
• Wanneer er meervoudige beelden gecombineerd worden om een enkel panoramabeeld te
creëren, zou het onderwerp vervormd eruit kunnen zien of zouden de verbindingspunten in
bepaalde gevallen zichtbaar kunnen zijn.
• Het aantal opnamepixels in de horizontale en verticale richtingen van het panoramabeeld
varieert afhankelijk van de opnamefunctie en het aantal gecombineerde beelden. Het
maximale aantal pixels wordt hieronder afgebeeld.
• Er zou geen panoramabeeld gecreëerd kunnen worden of de beelden zouden niet goed
gecombineerd kunnen worden wanneer u de volgende onderwerpen opneemt of onder de
opname-omstandigheden die hieronder genoemd worden.
– Onderwerpen met een enkele, uniforme kleur of terugkerend patroon (zoals de lucht of een
strand)
– Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, auto, golven, bloemen, in de waaiende wind,
enz.)
– Onderwerpen waar de kleur of het patroon in een korte tijd veranderen (zoals een beeld dat
op een display verschijnt)
– Donkere plekken
– Plaatsen met flikkerende lichtbronnen zoals fluorescent licht of kaarsen
∫ Over afspelen
Als u op [T] van de zoomknop drukt, kan de afspeelzoom gebruikt worden voor het met
[Panorama-opname] gemaakte beeld.
Als 3 tijdens afspelen wordt ingedrukt, zal het scherm automatisch in dezelfde richting
doorlopen worden tijdens opname.
De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
3 Start/Pauze
¢
4 Stop
¢ U kunt frame-by-frame vooruit/achteruit uitvoeren door tijdens een pauze op 1/2 te
drukken.
- 71 -
Page 72
Opnemen
[Nachtportret]
Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon met een achtergrond die even helder is
als in het echt.
∫ Technieken voor nachtportretten
•
De flits gebruiken. (U kunt instellen op [].)
• Vraag het onderwerp niet te bewegen terwijl u een beeld maakt.
Aantekening
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
•
• De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
[Nachtl.schap]
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van een nachtelijk landschap.
Aantekening
•
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
• De sluitersnelheid kan langer worden, tot 8 seconden.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
[Voedsel]
Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet
zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
- 72 -
Page 73
Opnemen
[Baby1]/[Baby2]
Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met een mooi huidkleurtje. Als u
de flits gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders.
Voor [Baby1] en [Baby2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden ingesteld.
U kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte
opname wilt laten afdrukken met [Tekst afdr.] (P103).
∫ Verjaardag/Naaminstelling
1 Op 3/4drukken om [Leeftijd] of [Naam] te kiezen en vervolgens op[MENU/
SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om [SET] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Voer de verjaardag of naam in.
Verjaardag: 2/1: Selecteer de items (jaar/maand/dag)
Naam:Voor details over hoe tekens ingevoerd moeten worden, “Tekst Invoeren”
Wanneer de verjaardag of naam ingesteld is, wordt [Leeftijd] of [Naam] automatisch
•
ingesteld op [ON].
• Als [ON] geselecteerd is wanneer de verjaardag of naam niet geregistreerd is, verschijnt
het instellingscherm automatisch.
3/4: Instelling
[MENU/SET]: ingesteld
op P80 raadplegen.
4 Druk op 4 om [Exit] te selecteren en druk daarna op [MENU/SET] om te
eindigen.
∫ Om [Leeftijd] en [Naam] te annuleren
Selecteer de [OFF] instelling in stap
Aantekening
De leeftijd en naam kunnen afgedrukt worden m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende
•
software op de CD-ROM (meegeleverd).
• Als [Leeftijd] of [Naam] op [OFF] gezet worden, ook al zijn de verjaardag of de naam ingesteld,
dan zullen de leeftijd of de naam niet worden weergegeven.
• De sluitersnelheid kan langer worden, tot 1 seconde.
2.
- 73 -
Page 74
Opnemen
[Huisdier]
Kies dit als u opnamen wil maken van een huisdier zoals een hond of een kat.
U kunt de naam en verjaardag van uw huisdier instellen.
Voor informatie over [Leeftijd] of [Naam], [Baby1]/[Baby2] op P73 raadplegen.
[Zonsonderg.]
Kies dit als u opnamen wil maken van een zonsondergang. U kunt op deze manier de
mooie rode kleur van de zon opnemen.
[H. gevoeligh.]
Deze modus minimaliseert de schommelingen van het onderwerp en stelt u in staat om dit
onderwerp in schaars verlichte ruimtes te fotograferen.
∫ Beeldresolutie
Selecteer het beeldformaat 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of 2,5M (1:1).
[Achter glas Mode]
Deze functie is ideaal voor het maken van beelden van landschap en andere
landschappen door helder glas heen, zoals in vervoerstuigen of gebouwen.
Aantekening
De camera zou kunnen scherpstellen op het glas als dat vuil of bestoft is.
•
• De gemaakte beelden zouden er niet natuurlijk uit kunnen zien als het glas gekleurd is.
Wanneer dit gebeurt, verandert u dan de witbalans-instellingen.
(P83)
- 74 -
Page 75
Opnemen
KEN
Toepasbare modussen:
Opnemen
Een beeld maken met Gezichtsdetectie functie
Gezichtsdetectie is een functie die een gezicht vindt dat op een geregistreerd gezicht lijkt
en het scherpstellen en de belichting automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon
geplaatst is zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op
een groepsfoto staat, kan het toestel toch een duidelijk beeld maken.
[Gezicht herk.] wordt aanvankelijk ingesteld op [OFF] op het toestel.
[Gezicht herk.] zal automatisch naar [ON] gaan wanneer het gezichtsbeeld
geregistreerd is.
•
De volgende functies zullen ook met de functie
Gezichtsherkenning werken.
In opnamefunctie
–
Display van overeenkomstige naam wanneer het toestel een
geregistreerd gezicht
geregistreerde gezicht)
In terugspeelfunctie
–
Afbeelden van naam en leeftijd (als de informatie geregistreerd is)
– Selectief afspelen van beelden die geregistreerd zijn met Gezichtdetectie
([Categorieselectie] (P98) in [Afspelen filteren]).
¢ Er kunnen namen van maximaal 3 personen worden afgebeeld. De voorrang aan de namen
die afgebeeld worden wanneer er beelden gemaakt worden wordt bepaald door de
volgorde van registratie.
Aantekening
Tijdens de burstfunctie, kan [Gezicht herk.] beeldinformatie alleen als bijlage van het eerste
•
beeld ingesteld worden.
• [Gezicht herk.] garandeert geen zekere herkenning van een persoon.
• Gezichtsdetectie zou langer kunnen duren om geselecteerd te worden en om kenmerkende
gezichtsuitdrukkingen te herkennen dan normale gezichtsdetectie.
• Zelfs wanneer er informatie van de Gezichtsdetectie geregistreerd is, zullen beelden die
gemaakt zijn met [Naam] en ingesteld zijn op [OFF] niet gecategoriseerd worden door de
Gezichtsdetectie in [Categorieselectie] ([Afspelen filteren]).
• Ook al wordt de informatie over gezichtsdetectie veranderd (P79), zal gezichtherkenning
informatie voor de reeds gemaakte beelden niet veranderd worden.
Als bijvoorbeeld de naam veranderd wordt, zullen beelden die gemaakt zijn vóór de
verandering niet gecategoriseerd worden door gezichtsdetectie in [Categorieselectie]
([Afspelen filteren])
• Om de naaminformatie van de gemaakte beelden te veranderen, de [REPLACE] in [Gez.herk.
bew.] (P112) uitvoeren.
• [Gezicht herk.] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
– Opnamewijzen die niet de instelling toestaan van [š] van [AF mode]
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
¢
opspoort (als de naam ingesteld is voor het
- 75 -
Page 76
Opnemen
Gezichtsinstellingen
U kunt informatie registreren zoals namen en verjaardagen voor gezichtsbeelden van
maximaal 6 personen.
De registratie kan vergemakkelijkt worden door het maken van meerdere gezichtsbeelden
van elk persoon. (maximaal 3 beelden/registratie)
∫ Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert
•
Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor
zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de
wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u
registreert.
• Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt
wanneer u registreert. (De flits zal niet afgaan tijdens de
registratie.)
∫ Wanneer deze niet herkent tijdens het opnemen
Het gezicht registreren van dezelfde persoon binnen en buiten of met verschillende
•
uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken. (P79)
• Verder registreren op de opnamelocatie.
• Wanneer een persoon die al geregistreerd is, niet herkend wordt, dit corrigeren door de
persoon opnieuw te registreren.
• Gezichtsdetectie zou niet mogelijk kunnen zijn of zou gezicht niet correct kunnen herkennen
zelfs wanneer het om geregistreerde gezichten gaat, afhankelijk van de gezichtsuitdrukking
en de omgeving.
(Goed voorbeeld voor
het registreren)
- 76 -
Page 77
Opnemen
Selecteer [Gezicht herk.] in het menu [Opname] en druk vervolgens
op [MENU/SET]. (P42)
/
Druk op 3
4 om [MEMORY] te kiezen en dan op [MENU/SET].
Druk op 3/4/2/1 om het frame van de
gezichtsdetectie te selecteren dat niet
geregistreerd is en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Maak een beeld door het gezicht met de
richtlijn af te stellen.
• Er kunnen geen gezichten van onderwerpen die geen
personen zijn (huisdieren, enz.) geregistreerd
worden.
• Wanneer [DISPLAY] ingedrukt wordt, verschijnt er
een uitleg voor het maken van gezichtsbeelden.
• Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt
wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
- 77 -
Page 78
Opnemen
Selecteer item om te bewerken met 3/4 en druk vervolgens op
[MENU/SET].
• U kunt t/m 3 gezichtsbeelden registreren.
OnderdeelBeschrijving van instellingen
Het is mogelijk namen te registreren.
1 Druk op 4 om [SET] te kiezen en dan op [MENU/
[Naam]
SET].
2 De naam invoeren.
•
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg
“Tekst Invoeren” sectie op P80.
Het is mogelijk de verjaardag te registreren.
1 Druk op 4 om [SET] te kiezen en dan op [MENU/
[Leeftijd]
[Focus icoon]
SET].
2 Druk op 2/1 om de items (Jaar/Maand/Dag) te
selecteren en druk dan op 3/4 om in te stellen en
druk vervolgens op [MENU/SET].
De afgebeelde focusicoon veranderen wanneer er op het
onderwerp scherpgesteld is.
Druk op 3/4 om de focusicoon te kiezen en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Extra gezichtsbeelden toevoegen.
(Voeg Beelden toe)
1 Selecteer het frame van de ongeregistreerde
gezichtsdetectie en druk vervolgens op [MENU/
SET].
[Beeld toev.]
• Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
2 Voer stappen 4 in “Gezichtsinstellingen” uit.
Eén van de gezichtsbeelden wissen.
(Wissen)
Druk op 2/1 om het te wissen gezichtsbeeld te
selecteren en druk dan op [MENU/SET].
•
Als er slechts één beeld geregistreerd is, kan deze niet gewist
worden.
- 78 -
Page 79
Opnemen
De informatie veranderen of wissen voor een geregistreerde persoon
U kunt de beelden of informatie modificeren van een al geregistreerde persoon. U kunt
ook de informatie wissen van de geregistreerde persoon.
1 Selecteer [Gezicht herk.] in het [Opname]-menu en druk daarna op [MENU/SET].
(P42)
2 Druk op 4 om [MEMORY] te kiezen en dan op [MENU/SET].
3 Druk op 3/4/2/1 om het gezichtsbeeld dat bewerkt of gewist moet worden te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
4 Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
OnderdeelBeschrijving van instellingen
[Info bew.]
[Prioriteit]
[Wissen]
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
•
De informatie veranderen van een reeds geregistreerde
persoon.
Stap
5 in “Gezichtsinstellingen” uitvoeren.
De focus en belichting worden met voorkeur afgesteld voor
gezichten met hogere prioriteit.
Op 3/4/2/1 drukken om de prioriteit te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Informatie wissen van een geregistreerd persoon.
- 79 -
Page 80
Opnemen
Tekst Invoeren
Het is mogelijk om namen van baby's en huisdieren en de locaties in te voeren wanneer u
opneemt. (Er kunnen alleen alfabetische tekens en symbolen ingevoerd worden.)
Weergave van het invoerscherm.
• U kunt het invoerscherm afbeelden via de volgende handelingen.
– [Naam] van [Baby1]/[Baby2] of [Huisdier] in Scènefunctie
– [Naam] in [Gezicht herk.]
– [Locatie] in [Reisdatum]
Op 3/4/2/1 drukken om tekst te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET] om te registreren.
• Beweeg de cursor naar [ ] en druk vervolgens op [MENU/SET]
om de tekst om te schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a] (kleine
letters), [1] (nummers) en [&] (speciale lettertekens).
• Om continu hetzelfde teken in te voeren, verplaatst u de cursor
door op [T] op de zoomknop te drukken.
• De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden door de cursor naar het item t
verplaatsen en op [MENU/SET] te drukken:
– []]: Spatie invoeren
– [Wissen]: Karakter wissen
– [ ]: beweegt de cursor voor de invoerpositie naar links
– [ ]: beweegt de cursor voor de invoerpositie naar rechts
• De volgende karakters en nummers kunnen ingevoerd worden.
– Er kan een maximum van 30 karakters ingevoerd worden (Maximaal 9 karakters
wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.]).
¢ Er kan een maximum van 15 karakters ingevoerd worden voor [ ], [ ], [ ], [ ]
en [ ] (Maximaal 6 karakters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.]).
Druk op 3/4/2/1 om de cursor te verplaatsen naar [Inst.] en druk
vervolgens op [MENU/SET] om tekstinput te beëindigen.
Aantekening
Tekst kan verder gerold worden als niet alle tekst op het scherm past.
•
• Het wordt weergegeven in de volgorde locatie, [Naam] ([Baby1]/[Baby2], [Huisdier]), [Naam]
([Gezicht herk.]).
- 80 -
Page 81
Opnemen
Gebruik van het [Opname] Menu
Voor details over [Opname] menu-instellingen, P42 raadplegen.
[Fotoresolutie]
Toepasbare modussen:
Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden
zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen.
InstellingenBeeldgrootte
[]4608k3456
[]¢3648k2736
[] 2560k1920
[]¢2048k1536
[]640k480
[] 4608k3072
[] 4608k2592
[] 3456k3456
¢ Dit item kan niet ingesteld worden in de intelligente automatische functie.
X :
Beeldverhouding van een 4:3 TV
Y :
Beeldverhouding van een 35 mm filmcamera
W : Beeldverhouding van een high-definition TV, enz.
:
Vierkante aspectratio
Aantekening
In bepaalde modussen kan de Extra Optische Zoom niet gebruikt worden en wordt het
•
beeldformaat voor [] niet weergegeven. Raadpleeg voor details over de modussen waarbij
de Extra Optische Zoom niet gebruikt kan worden P56.
• Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
- 81 -
Page 82
Opnemen
[Gevoeligheid]
Toepasbare modussen:
Dit laat het aan de gevoeligheid voor licht (ISO-gevoeligheid) toe ingesteld te worden. Het
instellen op een hoger figuur, staat u in staat ook op donkere plekken beelden te maken
zonder dat de beelden donker worden.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[]([i.ISO])
[100]
[200]
[400]
[800]
[1600]
De ISO-gevoeligheid wordt aangepast op basis van de beweging
van het onderwerp en de helderheid.
• Maximum [1600]
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende standen.
[100]
Opnamelocatie
(aangeraden)
SluitertijdLangzaamSnel
RuisMinderVerhoogd
Schommelen van het
onderwerp
Wanneer het licht is (buiten)Wanneer het donker is
VerhoogdMinder
[
1600]
∫ Over [] (slimme ISO-gevoeligheidscorrectie)
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en stelt de optimale
ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij
de beweging van het onderwerp en de helderheid van de scène passen, om het
schommelen van het onderwerp te minimaliseren.
•
De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Het
verandert voortdurend om zich aan te passen aan de beweging van het onderwerp, tot de
sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
Aantekening
•
Voor het focusbereik van de flitser als [] ingesteld is, raadpleegt u P60.
• De ISO-gevoeligheid is automatisch ingesteld onder de volgende omstandigheden.
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
– Als [Burstfunctie] in het [Opname] menu ingesteld wordt op [] of []
- 82 -
Page 83
Opnemen
[Witbalans]
Toepasbare modussen:
In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit
naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het
dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[AWB]
([Auto witbalans])
[V]
([Daglicht])
[Ð]
([Bewolkt])
[î]
([Schaduw])
[Ñ]
([Halogeen])
[Ò]
([Wit instellen])
[Ó]
([Witbalans instellen])
Aantekening
•
Onder fluorescente verlichting, LED-verlichtingsarmaturen enz., zal de geschikte witbalans
variëren afhankelijk van het verlichtingstype, gebruik daarom [AWB] of [Ó].
• De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als u het toestel uit zet. (De witbalansinstelling
voor een scènefunctie wordt weer [AWB] als u een andere scènefunctie kiest.)
• Witbalans is vastgesteld op [AWB] in de volgende gevallen.
– [Landschap]/[Nachtportret]/[Nachtl.schap]/[Voedsel]/[Zonsonderg.] in Scènefunctie
Automatische afstelling
Wanneer u buiten beelden maakt onder een heldere lucht
Wanneer u buiten beelden maakt onder een bewolkte lucht
Wanneer u buiten beelden maakt in de schaduw
Wanneer u beelden maakt onder fel licht
Waarde ingesteld door gebruikte [Ó]
Handmatig ingesteld
- 83 -
Page 84
Opnemen
∫ Automatische witbalans
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen
de beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er
meerdere lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit
zit, kan de automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de
witbalans instellen op een andere functie dan [AWB].
1De automatische witbalans zal met dit bereik werken
2Blauwe lucht
3Bewolkte lucht (Regen)
4Schaduw
5Zonlicht
6Wit fluorescerend licht
7Gloeilamp
8Zonsopgang en zonsondergang
9Kaarslicht
KlKelvintemperatuur en kleuren
De witbalans handmatig instellen
Stel de ingestelde witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de
omstandigheid waarin u foto’s maakt.
1 Kies [Ó] en druk dan op [MENU/SET].
2 Richt de camera op een wit stuk papier of iets dergelijks
zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object
en druk dan op [MENU/SET].
De witbalans zou niet correct ingesteld kunnen zijn wanneer het
•
onderwerp te helder of te donker is. Stel de Witbalans opnieuw in
nadat u de juister helderheid afgesteld heeft.
• Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
- 84 -
Page 85
Opnemen
[AF mode]
Toepasbare modussen:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
InstellingenBeschrijving van instellingen
De camera vindt automatisch het gezicht van de persoon.
[š]
([Gezichtsdetectie])
[]
([Tracking AF])
[]
([23-zone])
[Ø]
([1-zone])
[Ù]
([Punt])
¢ [Ø] zal gebruikt worden tijdens het opnemen van films.
¢
¢
¢
Aantekening
De focusinstelling is vastgezet op [Ø] in de miniatuureffectmodus.
•
• Deze zal vastgesteld worden op [š] wanneer de [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON].
• In de volgende gevallen is het niet mogelijk [š] in te stellen.
– [Onder water]
– In [Panorama-opname], [Nachtl.schap] en [Voedsel] in de scènemodus.
• Het is niet mogelijk [] in te stellen in de volgende gevallen.
– In [Panorama-opname] in de scènefunctie
– In [B&W] of [SEPIA] in [Kleurfunctie]
(max. 15 zones)
De focus en de belichting worden ingesteld op de waarden
die het best passen bij dat gezicht, ongeacht waar het
gezicht zich in het beeld bevindt.
Focus kan afgesteld worden op een gespecificeerd
onderwerp. De focus zal het onderwerp blijven volgen ook
wanneer deze beweegt. (Dynamische opsporing)
Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden
scherpgesteld. Dit is doeltreffend wanneer het onderwerp
zich niet in het midden van het scherm bevindt.
(het kader van de AF-zone zal hetzelfde zijn als de instelling
van de beeldverhouding.)
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het
midden van het scherm.
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op
het scherm.
- 85 -
Page 86
Opnemen
∫ Over [š] ([Gezichtsdetectie])
De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel de
gezichten vindt.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame
groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
Aantekening
•
Onder bepaalde omstandigheden van beelden maken, inclusief de volgende gevallen, zou de
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op
te sporen. [AF mode] wordt geschakeld naar []
([Ø] terwijl er video’s gemaakt worden).
– Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
– Wanneer het gezicht op een hoek is
– Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
– Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
– Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz
– Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
– Wanneer er een snelle beweging is
– Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
– Wanneer het toestel schudt
– Wanneer de digitale zoom gebruikt wordt
– Het maken van beelden onder water
• Als het toestel iets anders dan iemand’s gezicht registreert, verander de instellingen dan en zet
deze op iets anders dan [
š].
- 86 -
Page 87
Opnemen
A
∫ Opstelling [] ([Tracking AF])
Lijn het onderwerp uit met de AF-opsporingsframe en druk dan
op 4 om op het onderwerp te vergrendelen.
A AF-volgframe
• De AF-zone zal geel weergegeven worden wanneer een onderwerp
herkend wordt en de scherpstelling zal voortdurend bijgesteld worden
en de beweging van het onderwerp volgen (dynamisch volgen).
• AF-opsporing wordt geannuleerd wanneer er opnieuw op 4 gedrukt
wordt.
Aantekening
Dynamische opsporing-functie zou niet kunnen werken in de volgende gevallen:
•
– Wanneer het onderwerp te klein is
– Wanneer de opnameplaats te donker of te helder is
– Wanneer het onderwerp te snel beweegt
– Wanneer de achtergrond dezelfde of een soortgelijke kleur heeft als het onderwerp
– Wanneer er zich golfstoring voordoet
– Wanneer u de zoom gebruikt
– Het maken van beelden onder water
• Als de vergrendeling niet werkt, zal het AF tracking-frame rood worden en vervolgens
verdwijnen. Druk opnieuw op 4.
• De camera neemt beelden met [AF mode] op als [Ø], indien vergrendeld, of als Dynamic
Tracking niet werkt.
[Gezicht herk.]
• Raadpleeg P75 voor details.
- 87 -
Page 88
Opnemen
[i. Exposure]
Toepasbare modussen:
Contrast en belichting zullen automatisch aangepast worden wanneer er een groot
verschil is in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp, om het beeld dichtbij te
brengen naar hoe u ziet.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
•
[] wordt geen in het scherm wanneer [i. Exposure] effectief is.
• Zelfs wanneer de [Gevoeligheid] ingesteld is op [100], kan [Gevoeligheid] hoger ingesteld
worden dan [100] als het beeld gemaakt wordt met [i. Exposure] ingesteld op geldig.
• Compensatie-effect zou verkregen kunnen worden afhankelijk van de omstandigheden.
[I.resolutie]
Toepasbare modussen:
Beelden met een scherp profiel en een scherpe resolutie kunnen gemaakt worden m.b.v.
de Intelligente Resolutietechnologie.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[ON]
[i.ZOOM]
[OFF]j
Aantekening
•
Lees P54 voor informatie over de Intelligente Zoom.
[I.resolutie] is geactiveerd.
[I.resolutie] is geactiveerd en zoomuitvergroting is toegenomen tot
2 keer terwijl de verslechtering van het beeld beperkt wordt.
- 88 -
Page 89
Opnemen
[Dig. zoom]
Toepasbare modussen:
Dit kan het onderwerp zelfs nog meer vergroten dan de Optische Zoom, de Extra Optische
Zoom of [i.ZOOM].
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
•
P54 raadplegen voor gedetailleerde informatie.
• De instelling is vastgesteld op [ON] in macro-zoomfunctie.
[Burstfunctie]
Toepasbare modussen:
Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt.
InstellingenBeschrijving van instellingen
Burstsnelheidongeveer 1,3 beelden/seconde
•
U kunt opnamen maken totdat het ingebouwde vermogen of de kaart vol is.
• De burstsnelheid wordt halverwege langzamer. De exacte timing
[˜]
([Burst aan])
hiervan is afhankelijk van het type kaart en de Beeldresolutie.
• De focus wordt vast ingesteld tijdens de eerste opname.
• De belichting en de Witbalans worden elke keer dat u een beeld maakt
afgesteld.
• De burstsnelheid (beelden per seconde) kan afnemen afhankelijk van de
opname-omgeving zoals op donkere plaatsen of als de ISO-gevoeligheid
hoog is, enzovoort.
- 89 -
Page 90
Opnemen
InstellingenBeschrijving van instellingen
Burstsnelheidongeveer 8 beelden/seconde
Aantal opnamenmax. 80 beelden
• Deze kan alleen ingesteld worden tijdens Normale Beeldfunctie.
• De opnamegrootte is vastgesteld op 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of
2,5M (1:1).
• De burstsnelheid varieert afhankelijk van de opnameomstandigheden.
• Het aantal opnamen dat met de burstfunctie kan worden gemaakt wordt
[]
([Hi-speed burst])
bepaald door de omstandigheden waarin de opname wordt gemaakt en
het type en/of de staat van de kaart die wordt gebruikt.
• Het aantal burst-opnames kan toenemen als u een kaart met een hoge
schrijfsnelheid gebruikt of als de kaart geformatteerd is.
• De focus, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid
worden vast ingesteld op de waarden voor de eerste opname.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch bijgesteld. De ISO-gevoeligheid
zal echter toenemen om de sluitersnelheid een hoge snelheid te
verstrekken.
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zou het even kunnen duren
om het volgende beeld te maken als u het maken van een beeld
herhaalt.
Aantal opnamenmax. 5 beelden
• Foto's worden continu genomen met flits.
• Deze kan alleen ingesteld worden tijdens Normale Beeldfunctie.
[]
([Flitsburst])
• De opnamegrootte is vastgesteld op 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) of
2,5M (1:1).
• Instellingen voor focus, zoom, belichting, sluitertijd, ISO-gevoeligheid,
flitsoutput zijn vastgesteld op het eerste beeld.
• Het aantal opneembare beelden zal op 5 beelden vastgezet worden als
de zelfontspanner wordt gebruikt.
• De flitsinstelling wordt vastgezet op [‰].
[OFF]j
Aantekening
De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
•
• Als u opnamen maakt met de burstfunctie op het ingebouwde geheugen zal het overschrijven
van de gegevens even duren.
• De instelling is vastgesteld op [OFF] in [Panorama-opname] in scènefunctie.
• Het aantal opneembare beelden zal op 3 beelden vastgezet worden als de zelfontspanner
wordt gebruikt (m.u.v. []).
• De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ] (m.u.v. [ ]).
- 90 -
Page 91
Opnemen
[Kleurfunctie]
Toepasbare modussen:
Stelt verschillende kleureffecten in, inclusief het scherper maken van het beeld of het
toepassen van een sepia-tint.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[STANDARD]
¢1
[Happy]
¢2
[VIVID]
[B&W]Het beeld wordt zwart-wit.
[SEPIA]
¢1 Deze kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Automatische Functie ingesteld is.
¢2 Deze kan alleen ingesteld worden tijdens Normale Beeldfunctie.
Dit is de standaard instelling.
Beeld met verbeterde helderheid en levendigheid.
De opname wordt scherper.
Het beeld wordt sepia.
[AF ass. lamp]
Toepasbare modussen:
De AF-hulplamp zal het onderwerp verlichten als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt
wordt en maakt het zo gemakkelijker voor het toestel om scherp te stellen als een opname
bij weinig licht gemaakt wordt. (Al naargelang de opnameomstandigheden zal een grotere
AF-zone weergegeven worden.)
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
•
De effectieve afstand van de AF-assistentielamp is een maximum van
ongeveer 1,5 m.
• Wanneer u de AF-lamp A niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u
opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ass. lamp] op
[OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
• [AF ass. lamp] staat vast op [OFF] in [Landschap], [Nachtl.schap],
[Zonsonderg.] en [Achter glas Mode] in Scènefunctie.
- 91 -
Page 92
Opnemen
[Rode-ogencorr]
Toepasbare modussen:
Wanneer de rode-ogenreductie ([], []) geselecteerd is, wordt de digitale
rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort
automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
•
Alleen beschikbaar wanneer [AF mode] ingesteld is op [š] en de gezichtsdetectie actief is.
• Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
[Stabilisatie]
Toepasbare modussen:
m.b.v. deze functie, wordt schudden opgemerkt tijdens het maken van een foto en
compenseert de camera automatisch voor het schudden, het zo mogelijk makend
onbewogen foto’s te maken.
Tijdens het opnemen van bewegende beelden, zal “Active Mode” (stabilisator voor
bewegende beelden) automatisch werkzaam zijn. Deze reduceert trillingen van het beeld
als er video opgenomen wordt onder het lopen, enz.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
•
Stabilisator is vastgesteld op [OFF] in [Panorama-opname] in scènefunctie.
• Tijdens het opnemen van films is deze instelling vastgezet op [ON] en is de “Actieve Mode”
ingeschakeld. Houd u er rekening mee dat de “Actieve Mode” uitgeschakeld is als
[Opn. kwaliteit] op [VGA] gezet is.
• Met de “Active Mode” kan bij “Wide” een sterker effect van de correctie verkregen worden.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
– Wanneer er veel camerabeweging is.
– Als de zoomuitvergroting erg hoog is.
– In het digitale zoombereik.
– Wanneer u opnamen maakt terwijl u een bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om binnenshuis opnamen te maken of op donkere
plaatsen.
- 92 -
Page 93
Opnemen
[Datum afdr.]
Toepasbare modussen:
U kunt foto’s maken met de opnamedatum en -tijd.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[ZON.TIJD]
[MET TIJD]
[OFF]j
Druk het jaar, de maand en de dag af.
Druk het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten af.
Aantekening
De datuminformatie van foto’s die met ingestelde [Datum afdr.] gemaakt zijn, kan niet
•
worden gewist.
• Tijdens het afdrukken, in een winkel of met een printer, van foto’s met [Datum afdr.], zal
de datum boven op de andere afgedrukt worden, als u kiest om de datum af te drukken.
• Als de tijd niet ingesteld is, kunt u geen stempel met de datuminformatie uitvoeren.
• De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen.
– Bij het gebruik van Auto Bracket
– In [Panorama-opname] in de scènefunctie
– Wanneer u [Burstfunctie] gebruikt
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
• [Tekst afdr.], [Nw. rs.] en [Bijsnijden] kunnen niet ingesteld worden voor beelden die
opgenomen werden terwijl [Datum afdr.] ingesteld was.
• Zelfs als u een foto maakt terwijl [Datum afdr.] op [OFF] staat, dan is het nog mogelijk om de
datums op de opgenomen beelden te stempelen, door [Tekst afdr.] (P103) te gebruiken of door
de datumafdruk in te stellen (P110, 125).
[Klokinst.]
• Raadpleeg P24 voor details.
- 93 -
Page 94
Opnemen
Gebruik van het [Bewegend beeld] Menu
Voor details over [Bewegend beeld] menu-instellingen, P42 raadplegen.
In [Panorama-opname] in de scènemodus wordt het [Bewegend beeld]-menu niet
weergegeven.
[Opn. kwaliteit]
Toepasbare modussen:
Dit stelt de beeldkwaliteit van bewegende beelden op.
InstellingenBeeldformaat/Bit ratefpsAspectratio
[HD]1280k720 pixels/Ongeveer 10 Mbps
[VGA]640k480 pixels/Ongeveer 4 Mbps4:3
Aantekening
Wat is bit rate
•
Dit is het volume van de gegevens voor een bepaalde tijdsperiode en de kwaliteit neemt toe
wanneer het aantal groter wordt. Dit apparaat gebruikt de “VBR”-opnamemethode. “VBR” is
een afkorting van “Variable Bit Rate” en de bit rate (volume van gegevens voor een bepaalde
tijdsperiode) wordt automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp.
Daarom wordt de opnametijd verkort wanneer een onderwerp met snelle beweging
opgenomen wordt.
25
[Continu AF]
16:9
Toepasbare modussen:
Deze zal continu blijven scherp stellen op het onderwerp waarop de focus een maal
ingesteld is.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
•
Zet deze functie op [OFF] indien u het brandpunt wenst vast te zetten op de positie waarin u de
filmopname begon.
- 94 -
Page 95
Afspelen/Bewerken
Afspelen/Bewerken
Diverse afspeelmethoden
U kunt de gemaakte foto’s op diverse manieren afspelen.
Druk op [(].
Druk op [MODE].
Druk op 3/4/2/1 om een item te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
• De volgende items kunnen geselecteerd worden.
[]([Normaal afsp.]) (P37)
[]([Diashow]) (P96)
[]([Afspelen filteren]) (P98)
[]([Kalender]) (P99)
- 95 -
Page 96
Afspelen/Bewerken
[Diashow]
U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit
doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden.
Verder kunt u de gegroepeerde beelden afspelen per categorie of alleen die beelden
afspelen die u ingesteld heeft als uw favoriete,n als een diavoorstelling.
Deze afspeelmethode wordt aangeraden wanneer u het toestel aangesloten heeft op een
TV die ingesteld is voor het bekijken van de beelden die u gemaakt heeft.
Selecteer de af te spelen groep door op 3/4 te
drukken en druk vervolgens op [MENU/SET].
• Druk tijdens [Categorieselectie] op 3/4/2/1 om een categorie
te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Raadpleeg
P98 voor details over de categorieën.
Op 3 drukken om [Start] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Druk op 4 om de diavoorstelling te beëindigen.
• Normaal afspelen wordt hernomen nadat de diavoorstelling eindigt.
∫ Operaties die uitgevoerd worden tijdens diavoorstelling
De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
Afspelen/Pauzeren
3
Stop
4
Terug naar het vorige beeld
2
Verder naar het volgende beeld
1
¢
¢
Verlaagt het niveau van het volume
[W]
Verhoogt het niveau van het volume
[T]
¢ Alleen beschikbaar wanneer panoramabeelden op pauze staan of afgespeeld worden.
- 96 -
Page 97
Afspelen/Bewerken
∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen
U kunt de instellingen veranderen voor terugspelen van
diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het
menuscherm van de diavoorstelling.
[Effect]
Dit beidt u de mogelijkheid de schermeffecten of muziekeffecten te
selecteren wanneer u van het ene beeld naar het andere beeld
overschakelt.
Wanneer [URBAN] geselecteerd is, kan het beeld in zwart en wit verschijnen als een
schermeffect.
• [AUTO] kan alleen gebruikt worden wanneer [Categorieselectie] geselecteerd is. De beelden
worden afgespeeld met de aanbevolen effecten in elke categorie.
• Sommige [Effect] zullen niet werkzaam zijn als verticaal weergegeven beelden afgespeeld
worden.
[Set-up]
[Duur] of [Herhalen] kan ingesteld worden.
InstellingenBeschrijving van instellingen
[Duur][1SEC.]/[2SEC.]/[3SEC.]/[5SEC.]
[Herhalen][ON]/[OFF]
[Muziek][ON]/[OFF]
•
[Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
• Tijdens het afspelen van een panoramafoto, is de instelling van [Duur] uitgeschakeld.
• [Muziek] kan niet geselecteerd worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
Aantekening
Bewegende beelden kunnen niet teruggespeeld worden als een diavoorstelling. Wanneer
•
[] (bewegend beeld) geselecteerd is in [Categorieselectie], worden de eerste frames van
de bewegende beelden afgebeeld als stilstaande beelden in een diavoorstelling.
- 97 -
Page 98
Afspelen/Bewerken
[Afspelen filteren]
De foto’s die gesorteerd zijn in de categorie, of de foto’s die als favoriet ingesteld zijn,
worden afgespeeld.
InstellingenBeschrijving van instellingen
Deze modus stelt u in staat om foto’s te zoeken op grond van de
scènefunctie of andere categorieën (zoals [Portret], [Landschap] of
[Nachtl.schap]) en om de foto’s in iedere categorie te sorteren. U kunt de
foto’s van iedere categorie vervolgens afspelen.
[Categorieselectie]
Op 3/4/2/1 drukken om de categorie
te selecteren en dan op [MENU/SET]
drukken om in te stellen.
• Alleen de categorie waarvoor beelden gevonden
zijn, kan afgespeeld worden.
[Favorieten]U kunt de foto’s afspelen die u ingesteld heeft als [Favorieten] (P108).
∫ Over de te sorteren categorieën
Er wordt als volgt gesorteerd als [Categorieselectie] ingesteld is.
Opname-informatie bijv. scènefuncties
[Gezicht herk.]
*
,
.
-
Î
í
1
¢ Druk op 3/4/2/1 om de persoon te selecteren die teruggespeeld moet worden en
Op 3/4/2/1 drukken om de terug te spelen datum
te selecteren.
• Als er geen beelden tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt,
verschijnt deze maand niet.
Druk op [MENU/SET] om de opnamen af te beelden
die u op de gekozen datum hebt gemaakt.
• Druk op [] om terug te keren naar het
kalenderbeeldscherm.
Aantekening
De opnamedatum van het beeld die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst
•
het kalenderscherm afbeeldt.
• Als er meerdere beelden zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname
van die datum.
• U kunt de kalender weergeven van Januari 2000 tot December 2099.
• Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld, is de opnamedatum ingesteld op 1 januari
2012.
• Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [Wereldtijd], worden deze
opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
- 99 -
Page 100
Afspelen/Bewerken
Plezier met Gemaakte beelden
[Auto retouche]
De helderheid en de kleur van de beelden die gemaakt zijn kunnen gebalanceerd worden.
Met [Auto retouche] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd. Controleer dat er vrije ruimte
•
is op het interne geheugen of de kaart.
[Auto retouche] kan niet gebruikt worden als de Schrijfbeschermingschakelaar van de kaart
ingesteld is op [LOCK].
¢ Deze beelden zijn voorbeelden van dit effect.
Op 2/1 drukken om een beeld te kiezen en vervolgens op 3
drukken.
Op [MENU/SET] drukken.
• Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja]
geselecteerd wordt.
Aantekening
Al naargelang het beeld kan beeldruis versterkt worden door [Auto retouche].
•
• Effecten kunnen moeilijk te zien zijn afhankelijk van het beeld.
• Het is misschien niet mogelijk om [Auto retouche] toe te passen op beelden die al eens
geretoucheerd zijn.
• [Auto retouche] zou niet uitgevoerd kunnen worden op foto's die met andere apparatuur
gemaakt zijn.
• [Auto retouche] is in de volgende gevallen niet mogelijk:
– Bewegende beelden
– Beelden die gemaakt zijn in [Panorama-opname] in Scènefunctie
- 100 -
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.