PANASONIC DMCFT2 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FT2
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
VQT2Q94

Inhoud

Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen................5
(Belangrijk) Over de waterbestendige/ stofbestendige en antischokprestatie
van het toestel...........................................7
Onderhoud en waterbestendigheid...........8
• Het gebruik van het toestel onder
water.................................................11
• Oorzaken van het binnendringen
van water ..........................................11
• Zorg voor het toestel na het gebruik
ervan onder water.............................12
Standaard accessoires............................14
Namen van de onderdelen......................15
Voorbereiding
Bevestigen van de handriem...................17
Bevestigen van het siliconen hoesje.......18
Opladen van de Batterij...........................19
• Uitvoertijd en aantal te maken
beelden bij benadering .....................22
Een kaart (optioneel) of batterij in het
toestel doen.............................................24
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................27
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................29
• De klokinstelling veranderen .............30
Menu instellen.........................................31
• Menuonderdelen instellen.................32
• Gebruik van het snelle menu ............34
Over het set-up Menu .............................35
Selecteren van de [OPNAME]-functie en opnemen van stilstaand beeld of
bewegend beeld......................................42
• Speel de opgenomen stilstaande
beelden of bewegend beeld af..........44
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligente Automatische
Functie) ...................................................45
• Scènedetectie ...................................46
• AF-opsporingsfunctie........................47
• [Happy] kleur ([KLEURFUNCTIE])....47
• Instellingen in intelligente
automatische functie.........................48
Het maken van beelden met uw favoriete instellingen (Normale
beeldfunctie)............................................49
• Het focussen .....................................50
• Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld dat u
wilt makenbevindt) ............................50
• Golfstoring (camerabeweging) ..........51
• Richtingfunctie...................................51
Beelden maken met de zoom..................52
• M.b.v. de Optische Zoom/M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/M.b.v. de Intelligente Zoom/M.b.v. de
Digitale Zoom....................................52
Beelden terugspelen
([NORMAAL AFSP.])...............................55
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .................56
• De terugspeelzoom gebruiken ..........57
• Schakelen van de [AFSPELEN]
functie ...............................................57
Beelden wissen.......................................58
• Om een enkele opname uit te
wissen...............................................58
• Om meerdere beelden (tot 50) te
wissen of alle beelden te wissen.......59
Geavanceerd (Opnamebeelden)
Over de LCD-monitor ..............................60
Beelden maken met de ingebouwde
flits...........................................................62
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................62
Close-up’s maken....................................67
• [MACRO-AF].....................................67
• [MACRO ZOOM]...............................68
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................69
Belichtingscompensatie...........................70
Beelden maken met Auto Bracket...........71
Maak buitenbeelden uitdrukkelijk ............72
• [SPORT]............................................72
• [SNEEUW] ........................................72
• [STRAND & SURF] ...........................73
Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................74
• [PORTRET].......................................75
• [GAVE HUID] ....................................75
• [TRANSFORMEREN] .......................75
• [ZELFPORTRET] ..............................76
• [LANDSCHAP] ..................................76
• [PANORAMA ASSIST]......................77
- 2 -
• [NACHTPORTRET] ..........................78
• [NACHTL. SCHAP] ...........................78
• [VOEDSEL].......................................79
• [PARTY]............................................79
• [KAARSLICHT] .................................79
• [BABY1]/[BABY2]..............................80
• [HUISDIER].......................................81
• [ZONSONDERG.] .............................81
• [H. GEVOELIGH.] .............................81
• [HI-SPEED BURST]..........................82
• [FLITS-BURST].................................83
• [STERRENHEMEL] ..........................84
• [VUURWERK]...................................84
• [LUCHTFOTO]..................................85
• [SPELDENPRIK]...............................85
• [ZANDSTRAAL] ................................85
• [HOGE DYNAMIEK]..........................86
• [FOTO FRAME] ................................86
• [ONDER WATER].............................87
Opname Bewegend Beeld ......................88
• Veranderen van [OPNAMEFUNCTIE] en
[OPN. KWALITEIT]...........................92
Een beeld maken met Gezichtsdetectie
functie......................................................95
• Gezichtsinstellingen ..........................96
• Instellen van Automatische
Registratie/Gevoeligheid...................99
• Automatische Registratie................100
Nuttige functies op
reisbestemmingen.................................101
• De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt ..................101
• Opnamedata/Tijden op Overzeese
Reisbestemmingen (Wereldtijd)......104
Het functiemenu [OPNAME]
gebruiken ..............................................106
• [FOTO RES.]...................................106
• [KWALITEIT]...................................107
• [ASPECTRATIO].............................108
• [SLIMME ISO].................................108
• [GEVOELIGHEID]...........................109
• [WITBALANS] .................................110
• [GEZICHT HERK.] ..........................112
• [AF MODE]......................................112
• [PRE AF].........................................115
• [I. EXPOSURE]...............................116
• [KORTE SLUITERT.] ......................116
• [BURSTFUNCTIE] ..........................117
• [I.RESOLUTIE]................................118
• [DIG. ZOOM]...................................118
• [KLEURFUNCTIE] ..........................119
• [STABILISATIE] ..............................120
• [AUDIO OPNAME]..........................120
• [AF ASS. LAMP] .............................121
• [RODE-OGEN CORR] ....................121
• [KLOKINST.]...................................121
Het functiemenu
[BEWEGEND BEELD] gebruiken..........122
• [OPNAMEFUNCTIE].......................122
• [OPN. KWALITEIT] .........................122
• [CONTINU AF] ................................122
• [WINDREDUCTIE] ..........................123
• [LED LICHT]....................................123
Het maken en bekijken van
clipboardbeelden (Clipboardfunctie)......124
• Het maken van clipboardbeelden....124
• Clipboardbeelden bekijken..............126
Tekst Invoeren.......................................128
Gevorderd (Terugspelen)
Beeld in Opeenvolging Afspelen
(Diavoorstelling) ....................................129
Selecteren van Beelden en deze Terugspelen([MODE PLAY]/ [CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.]) ..............................131
• [MODE PLAY] .................................131
• [CATEGOR. AFSP.] ........................132
• [FAVORIET AFSP.].........................133
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid................................134
• Bewegende beelden .......................134
• Beelden met geluid .........................135
Creëren van foto’s uit een video............136
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken...............................................137
• [KALENDER]...................................137
• [TITEL BEW.] ..................................138
• [SPLITS VIDEO]..............................139
• [TEKST AFDR.]...............................140
• [NW. RS.] De beeldgrootte
(aantal pixels) reduceren ................143
• [BIJSNIJD.]......................................144
• [LEVELING].....................................145
• [LCD ROTEREN] ............................146
• [FAVORIETEN] ...............................147
• [PRINT INST.] .................................148
• [BEVEILIGEN].................................150
• [GEZ.HERK. BEW.].........................151
• [KOPIE] ...........................................152
- 3 -
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................153
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd) ....................153
• Opnamen terugspelen op een TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................154
• Afspelen op de TV met de
HDMI-aansluiting ............................154
Opslaan van de opgenomen stilstaande beelden en
bewegende beelden..............................160
• Kopieer het afspeelbeeld m.b.v.
een AV-kabel ..................................160
• Kopiëren naar een PC met gebruik van “PHOTOfunSTUDIO
5.0 HD Edition” ...............................161
Aansluiting op de PC.............................162
Beelden afdrukken ................................166
• Een beeld kiezen en uitprinten........167
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten.........................................168
• Printinstellingen...............................169
Overige
Schermdisplay.......................................172
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik ..................................................175
Waarschuwingen op het scherm ...........182
Problemen oplossen .............................185
Aantal mogelijke beelden en
beschikbare opnametijd ........................195
- 4 -

Voor Gebr uik

90
Het is absoluut noodzakelijk om “(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel” (P7) en “Onderhoud en waterbestendigheid” (P8) te lezen voordat u dit toestel onder water gebruikt, om verkeerd gebruik te voorkomen waardoor water het toestel kan binnendringen.
Voor Gebruik

Beknopte gebruiksaanwijzingen

Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
De batterij opladen. (P19)
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
plug-in-type
inlaattype
Doe de batterij en de kaart in het toestel. (P24)
• Als u geen kaart gebruikt, kunt u opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen. (P27)
P28 raadplegen als u een kaart
gebruikt.
- 5 -
Voor Gebr uik
Zet het toestel aan om opnamen te maken.
1 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P45)
Speel de opnamen terug af.
1 Druk op [(]. 2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P55)
- 6 -
Voor Gebr uik
Voor Gebruik

(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel

Tref de volgende voorzorgsmaatregelen en vermijd het dit toestel te gebruiken in situaties waarin
het aan een hoge waterdruk blootgesteld wordt. De waterdicht/stofvrij klassering van dit toestel komt overeen met de klassen “IPX8” en “IP6X”. Op voorwaarde dat de richtlijnen voor verzorging en onderhoud die in deze handleiding beschreven worden strikt in acht genomen worden, kan dit toestel onder water werken, tot een diepte van maximaal 10 m gedurende een tijd van maximaal 60 minuten.
Het toestel voldoet ook aan “MIL-STD 810F (Methode 516.5-Shock)”. Het toestel doorstond een valtest van een hoogte van 2 m op triplex met een dikte van 3 cm. In de meeste gevallen zal dit toestel geen beschadigingen ondergaan wanneer het van een hoogte van minder dan 2 m omlaag valt.
De bijgeleverde accessoires zijn niet waterdicht (met uitzondering van de handriem/het siliconen
hoesje).
¢1 Dit betekent dat het toestel onder water gebruikt kan worden voor een specifieke tijd onder een
¢2 Dit garandeert niet dat er niets stuk gaat of dat er geen storing optreedt en ook geen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht en vermijd het gebruik bij druk onder water die de gegarandeerde prestatie overschrijdt en in een omgeving met excessieve hoeveelheid stof of zand. Er wordt geen waterbestendigheid gegarandeerd als het apparaat onderhevig is aan stoten als een gevolg van het ergens tegen aan gestoten worden of wanneer iemand het laat vallen enz. Als er tegen het toestel gestoten wordt, moet het (tegen betaling) geïnspecteerd worden door een servicecentrum van Panasonic om te kijken of de waterdichtheid nog steeds doeltreffend is. Storingen die door verkeerd gebruik van de klant veroorzaakt worden, dan wel door verkeerd hanteren, zullen niet door de garantie gedekt worden.
Hanteren van het toestel
Laat het toestel niet gedurende lange tijd op plaatsen waar de temperatuur zeer laag is (ski-oord
enz.) of zeer hoog (boven 40 oC), in een auto die in de felle zon staat, nabij een verwarming, op het strand, enz. De waterbestendigheid zal kunnen afnemen.
De binnenkant van dit toestel is niet waterdicht. Het kaart-/batterijdeksel, of het deksel van de aansluitpunten, niet openen of sluiten in de nabijheid van zee, meren, rivieren of met natte handen.
Waterbestendige functie van het toestel geldt alleen voor zeewater en koel water.
Het kan zijn dat het toestel niet werkt wanneer sneeuw of water op de zoomhendel, de functieknop of de [OFF/ON]-toets van het toestel bevriest op koude plaatsen, zoals ski-oorden, enz.
Over de [VOORZORGSMAATR.] demonstratieweergave
Verricht de controles van tevoren om de waterdichtheid te handhaven.
[VOORZORGSMAATR.] (P35) wordt weergegeven als de stroom voor de eerste keer na aankoop ingeschakeld wordt, terwijl het deksel van kaart/batterij volledig gesloten is.
Het [VOORZORGSMAATR.] scherm zal de volgende keer dat u het toestel inschakelt niet weergegeven worden als u de diavoorstelling start door [JA] te selecteren en vervolgens [EXIT] wanneer deze eenmaal afgelopen is. Selecteer [OPNIEUW AFSPELEN] om de diavoorstelling opnieuw te bekijken.
Het zal automatisch naar het beeldscherm van de klokinstelling springen als [NEE] geselecteerd
wordt voordat de diavoorstelling van start gaat.
[VOORZORGSMAATR.] wordt telkens als de stroom ingeschakeld wordt weergegeven als u de
diavoorstelling verliet met een andere methode dan de selectie van [EXIT], bijvoorbeeld door de stroom tijdens de weergave van de diavoorstelling uit te schakelen.
• U kunt het ook controleren in [VOORZORGSMAATR.] (P35) in het [SET-UP] menu.
¢1
¢
2
gespecificeerde druk in overeenkomst met de hanteringmethode die vastgesteld is door Panasonic. Dit garandeert niet dat er niets stuk gaat en geen storing optreedt en ook geen waterbestendigheid onder alle omstandigheden.
waterbestendigheid onder alle omstandigheden.
Aantekening
- 7 -
Voor Gebr uik
Voor Gebruik

Onderhoud en waterbestendigheid

Om te voorkomen dat water in het toestel terechtkomt, moeten de volgende
punten vóór het gebruik in acht genomen worden.
Controleer of er genoeg resterende batterijstroom of geheugen op de kaart
overblijft.
Open of sluit het kaart-/batterijdeksel, of het deksel van de aansluitpunten, niet op
plaatsen met zand en stof, nabij water of met natte handen.
Bij aankoop staat de [LOCK] schakelaar op de vergrendelde stand. Ontgrendel
eerst deze schakelaar voordat u het kaart-/batterijdeksel en het deksel van de aansluitpunten opent.
• Breng de ontgrendeling tot stand door de [LOCK] schakelaar in de richting van de pijl te bewegen, tot de rode zone zichtbaar wordt, en open daarna het kaart-/batterijdeksel en het deksel van de aansluitpunten.
A: [LOCK] schakelaar
(grijs deel)
B: Vergrendelde stand C: Rood deel D: Ontgrendelde stand
Controleer de afwezigheid van onbekende deeltjes op de binnenkant van het kaart-/batterijdeksel of het deksel van de aansluitpunten (B rubberen pakking en C plaats waar de rubberen pakking op rust).
: Aansluiting deksel
A
: Rubberen afsluiting
B
: Gedeelte waar de
C
rubberen afsluiting zit
D
: Kaart/Batterijklep : Haren en draadjes
E
: Zand en stof
F
: Barst en vervorming
G
: Vloeistof
H
• Als zich barsten of vervormingen voordoen in de waterdichte pakking binnenin het kaart-/ batterijdeksel en het deksel van de aansluitpunten, laat het toestel dan inspecteren of repareren door de verkoper of door een bevoegd servicecentrum van Panasonic.
- 8 -
Voor Gebr uik
Als er een vreemd deeltje op zit, verwijder dit dan met het bijgesloten borsteltje.
I: Borsteltje (bijgeleverd)
• Als onbekende deeltjes zoals pluisjes, haar, zand, enz. op de omringende zone zitten, kan binnen enkele seconden water naar binnen sijpelen en storingen veroorzaken.
Voorbeeld van onbekende deeltjes op de binnenkant van het kaart-/batterijdeksel
J
: Gedeelte waar de
rubberen afsluiting zit (rond het kaart-/ batterijcompartiment)
K
: Rubberen afdichtingzone
(rond de kaart-/ batterijafdekking)
Voorbeeld van onbekende deeltjes op de binnenkant van het deksel van de
aansluitpunten
: Zone waar de rubberen
L
pakking op rust (rond de aansluitpunten)
M
: Zitting van de rubberen
pakking (rond het deksel van de aansluitpunten)
• Als er vloeistof op zit, wrijf dit er dan af met een droge zachte doek.
• De intacte staat van de waterdichte pakkingen kan na ongeveer 1 jaar afnemen, door gebruik en veroudering. Om permanente schade aan het toestel te voorkomen moeten de pakkingen één keer per jaar worden vervangen. Neem contact op met het servicecentrum van Panasonic voor de kosten en overige informatie.
- 9 -
Voor Gebr uik
1:Sluit het kaart-/batterijdeksel, en het deksel van de aansluitpunten
met ontgrendelde [LOCK] schakelaar door op de deksels te drukken tot u de klik hoort.
• Om te voorkomen dat water het toestel binnendringt, dient u ervoor te zorgen dat onbekende deeltjes, als vloeistof, zand, haar of stof, enz., niet in het toestel terechtkomen.
• Als het deksel gesloten wordt terwijl de [LOCK] schakelaar vergrendeld is, kan schade of lekkage veroorzaakt worden.
2:Beweeg de [LOCK] schakelaar in de richting van de pijl tot de rode
zone niet langer zichtbaar is. De schakelaar is dan vergrendeld.
• Als u het toestel gebruikt zonder deurtje en deksel veilig te sluiten, kunnen deze vanzelf open of dicht gaan.
N: Rood deel
: [LOCK] schakelaar
O
(grijs deel)
P
: Ontgrendelde stand : Vergrendelde stand
Q
Aantekening
• Als er een vreemd deeltje op zit, verwijder dit dan met het bijgesloten borsteltje.
• Zand en stof enz. zullen per ongelijk aan het toestel gaan zitten door tussen de spleet rond de kaart-/batterijklep of uiteinde-afdekking te gaan wanneer het toestel op de volgende plekken gebruikt wordt:
– Waar er zand is, zoals in de zee of in water
enz.
– Waar er veel zand of stof is, zoals aan het
strand of in een zandbak enz.
• Om de onopzettelijke opening van het kaart-/ batterijdeksel en van het deksel van de aansluitpunten te voorkomen, wordt aanbevolen gebruik te maken van het siliconen hoesje (P18).
- 10 -
Voor Gebr uik

Het gebruik van het toestel onder water

• Gebruik het toestel onderwater tot 10 m diepte, watertemperatuur van 0 oC tot 40 oC, en niet langer dan 60 minuten achter elkaar.
• Als er water of vuil op het toestel zit, gebruikt het dan pas nadat u het afgeveegd heeft met een droge zachte doek en nadat het toestel opgedroogd is in een goed geventileerde ruimte.
• Open de kaart/batterijklep of de uiteindebescherming niet.
• Geen stoten bezorgen aan het toestel onder water. (Waterbestendige prestatie zou niet behouden kunnen worden en er is kans op waterlek.)
• Niet in het water duiken terwijl u het toestel vasthoudt. Het toestel niet gebruiken op een plek waar het water hard er tegenaan zal spatten, zoals een snelle stroom of een waterval. (Er zou dan een sterke waterdruk op kunnen komen te staan en vervolgens zou er zich storing voor kunnen doen.)
• Het toestel zal in het water zinken. Pas dus op het toestel niet te laten vallen en het niet onder water te verliezen door de handriem stevig om uw pols te houden of soortgelijke maatregel te treffen.
• Het toestel niet in warm water van meer dan 40 oC (in het bad of warme bron) gebruiken.
• Wanneer het toestel bespad wordt met wasmiddel, zeep, warme bron, badmiddel, zonnebrandolie, zonnebrandcrème, chemicaliën, enz., dit er onmiddellijk afwrijven.
• Kaart en batterij zijn niet waterbestendig. Deze niet met natte handen vastpakken. Tevens geen natte kaart of batterij in het toestel doen.

Oorzaken van het binnendringen van water

• Als het toestel onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, kan een opening ontstaan tussen het toestel en het kaart-/batterijdeksel, of het deksel van de aansluitpunten, waardoor water naar binnen kan dringen en een storing kan veroorzaken.
– Als onbekende deeltjes, zoals pluisjes, haar, zand, enz., tussen het kaart-/batterijdeksel, of
het deksel van de aansluitpunten, en het toestel terechtkomen. – Als de staat van de rubberen pakking verslechterd is. – Als de [LOCK] schakelaar op het kaart-/batterijdeksel, en op het deksel van de
aansluitpunten, niet gesloten is.
A: Er zal water door de
ontstane opening naar binnen sijpelen.
B
: Water : Aansluiting deksel
C
: Kaart/Batterijklep
D
: Haren en draadjes
E
: Zand en stof
F
: Barst en vervorming
G
: Vloeistof
H
- 11 -
Voor Gebr uik

Zorg voor het toestel na het gebruik ervan onder water

1 Met gesloten kaart-/batterijdeksel en
deksel van de aansluitpunten: het toestel spoelen met water of, indien het in zeewater gebruikt werd, het toestel gedurende 10 minuten of korter in een ondiepe bak met vers water dompelen.
• Als het siliconen hoesje op het toestel aangebracht was, spoel het toestel dan pas nadat het hoesje verwijderd is.
• Door onbekende deeltjes of zout op het toestel te laten zitten, kan schade, ontkleuring, corrosie, ongebruikelijke geuren en algehele verslechtering veroorzaakt worden.
2 Veeg het water af en droog het toestel
door het op een droge doek te leggen, op een goed geventileerde plaats in de schaduw.
3 Bevestig dat er geen water op het
toestel is en open het kaart-/ batterijdeksel en het deksel van de aansluitpunten.
4 Veeg met een zachte, droge doek water
of zand weg dat zich op de binnenkant van het kaart-/batterijdeksel en het deksel van de aansluitpunten bevindt.
- 12 -
Voor Gebr uik
Dit toestel heeft een ontwerp dat voor de
waterafvoer bestemd is
Dit toestel heeft een ontwerp dat voor de waterafvoer bestemd is en het water wordt afgevoerd in openingen in de [OFF/ON]-toets en de zoomhendel, enz., van het toestel. Als gevolg hiervan kunnen bellen naar buiten komen wanneer u het toestel in water dompelt maar dit wijst niet op een storing.
• Voorbeeld van waterdruppels rond de kaart-/batterijslot
A: Waterdruppel B:Batterij C:Kaart
• Er kunnen waterdruppels op de kaart of de batterij zitten wanneer het kaart-/batterijdeksel geopend wordt om het toestel na gebruik volledig te drogen, nadat het onder water gebruikt is of in vers water is gedompeld. Veeg het water in dit geval af met een zachte, droge doek.
• Open het kaart-/batterijdeksel en het deksel van de aansluitpunten niet als er nog waterdruppels op het toestel zitten. De waterdruppels kunnen de camera binnendringen en condens of defecten veroorzaken.
Aantekening
• Wrijf het water en het vuil van het toestel af met een droge zachte doek.
• Laat het toestel niet langer dan 60 minuten zonder nazorg na het gebruik ervan onder water. Dit zou verslechtering van de waterbestendige prestatie kunnen opleveren.
• Na het gebruik aan zee of onder water, ervoor zorgen dat de kaart-/batterijklep en de uiteindebescherming stevig gesloten zijn en het apparaat in koel afspoelen door het onder te dompelen in een ondiepe container gedurende 10 minuten of minder.
• Als de zoomhendel of de functieknop of de [OFF/ON]-toets van het toestel niet soepel bewegen, zou dit veroorzaakt kunnen worden door eraan vastklevende onbekende deeltjes. Dit zou een storing zoals blokkering kunnen veroorzaken. Spoel daarom alle onbekende deeltjes af door het toestel in koel water heen en weer te bewegen. Ga na of de zoomhendel, de functieknop en de [OFF/ON]-toets van het toestel na de reiniging soepel bewegen.
• Na het in water dompelen of wassen van het toestel moeten de waterdruppels met een droge zachte doek afgeveegd worden en moet het toestel drogen op een schaduwrijke, goed geventileerde plaats.
• Controleer of het water volledig uit het toestel afgevoerd is na het in water gedompeld te hebben, door het een tijdje op een droge doek te plaatsen.
• Het toestel niet drogen met hete lucht uit een föhn o.i.d. De waterbestendige prestatie zal verslechteren wegens vervorming.
• Gebruik geen chemicaliën zoals benzine, verdunner of alcohol, reinigingsmiddelen, zeep of afwasmiddel.
- 13 -
Voor Gebr uik

Standaard accessoires

Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
• De bijgeleverde accessoires zijn niet waterdicht (met uitzondering van de handriem/het siliconen hoesje).
• Hou het borsteltje buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
• De lader wordt in het siliconen hoesje bewaard.
• De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen.
• Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
• Batterijoplader wordt aangegeven als batterijoplader of oplader in de tekst.
• De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden aangegeven als kaart in de tekst.
• De kaart is optioneel. U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
- 14 -
Voor Gebr uik
4511
786
9
10

Namen van de onderdelen

1 Flits (P62) 2 Zelfontspannerlampje (P69)/
AF-assistentielamp (P121)/ LED-lamp (P123)
3 Lens (P177, 178)
4 LCD-monitor (P60, 172) 5 Bewegend beeldknop (P42) 6 [MENU/SET] knop (P29) 7 [DISPLAY] knop (P60) 8 [Q.MENU] (P34)/Wisknop (P58) 9 Afspeelknop (P31, 42) 10 Instelknop (P42)
11 Cursorknoppen
A
: 3/Belichtingscompensatie (P70)/
Auto bracket (P71)/Fijne afstelling witbalans (P 111)
B
: 4/Macrofunctie (P67)/
AF-opsporing (P47, 114)
: 2/Zelfontspannerknop (P69)
C
: 1/Flitsinstelknop (P62)
D
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1. bijv.: Wanneer u op de 4 (neer) knopdrukt
21 3
of Op 4 drukken
- 15 -
12 Speaker (P134)
13 1412
1615
19
18
17
13 Microfoon (P89, 120) 14 Zoomhendeltje (P52)
bijv.: Gebruikobject (Tele) om het object dichterbij te laten lijken Leg uw vinger op de zoomhendel en druk op de [T]
15 Toestel [OFF/ON]-knop (P29) 16 Sluiterknop (P45)
17 Lusje voor handdraagriem (P17)
• Zorg ervoor de handriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om ervoor te zorgen dat u deze niet zal laten vallen.
18 [HDMI]-aansluiting (P155, 157) 19 [AV/DIGITAL/MULTI] aansluiting
(P26, 153, 162, 166)
• Wanneer u een AC-adapter gebruikt, er voor zorgen dat de meervoudige conversieadapter van Panasonic (optioneel) en de AC-adapter (optioneel) gebruikt worden. Voor verbindingsdetails,
P26 raadplegen.
20 Statiefbevestiging
• Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
21 Kaart/Batterijklep (P24) 22 Vrijgavehendeltje (P24) 23 [LOCK] schakelaar (P8, 10, 24)
Voor Gebr uik
2120
22 23
- 16 -

Voorbereiding

Voorbereiding

Bevestigen van de handriem

Steek de handriem in het handlusje voor de draagriem op het toestel.
• Als de handriem te los is, kan deze blijven haken als het deksel van de aansluitpunten geopend of gesloten wordt. Aangezien zo schade of lekkage kan ontstaan, dient u te controleren of het koord stevig vastgemaakt is en niet aan het deksel van de aansluitpunten kan blijven haken.
Steek uw hand erdoor volgens de richting van de pijl en stel vervolgens de lengte goed af.
Aantekening
• Bevestig de handriem correct door de procedure te volgen.
• Het toestel zal zinken in het water dus gebruik het onder water door de riem stevig om uw pols te wikkelen.
- 17 -
Voorbereiding
Voorbereiding

Bevestigen van het siliconen hoesje

Er wordt geadviseerd om het siliconen hoesje aan te brengen om de onopzettelijke opening van het kaart-/batterijdeksel of van het deksel van de aansluitpunten te voorkomen als het toestel in de bergen of nabij water gebruikt wordt.
• Controleer of het toestel uit staat.
• Breng het hoesje aan op een plaats waar geen zand of stof aanwezig is.
Breng het siliconen hoesje stevig op het toestel aan.
• Niet forceren wanneer u het siliconen hoesje op het toestel aanbrengt. Hierdoor kunnen het toestel of het siliconen hoesje beschadigd raken.
• Controleer of onbekende deeltjes (zand, enz.) weggenomen zijn en of de binnenkant van het siliconen hoesje niet nat is (zeewater). Indien onbekende deeltjes of water niet weggenomen worden, kunnen krassen of vuil op het toestel ontstaan. Wij adviseren om het siliconen hoesje van het toestel weg te nemen, het te spoelen en het water met een zachte, droge doek weg te nemen.
Onderhoud na het gebruik
• Niet forceren wanneer u het siliconen hoesje van het toestel wegneemt. Hierdoor kunnen het toestel of het siliconen hoesje beschadigd raken.
• Haal het toestel uit het siliconen hoesje en controleer of onbekende deeltjes (zand, enz,) of water (zeewater) afwezig zijn.
• Spoelen met water en het water afvegen met een zachte, droge doek. Het toestel drogen op een schaduwrijke, goed geventileerde plaats.
• Het toestel niet drogen met hete lucht uit een föhn o.i.d. Het kan door vervorming onbruikbaar worden.
• Gebruik geen chemicaliën zoals benzine, verdunner of alcohol, reinigingsmiddelen, zeep of afwasmiddel.
• Verwijder het siliconen hoesje na het gebruik. Bewaar het toestel niet lange tijd terwijl het siliconen hoesje aangebracht is.
- 18 -
Voorbereiding
Voorbereiding

Opladen van de Batterij

Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele batterijpakketten van Panasonic.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Dit apparaat heeft een functie die batterijen onderscheidt die veilig gebruikt kunnen worden. De exclusieve batterij wordt ondersteund door deze functie. Batterijen die gebruikt kunnen worden met dit apparaat zijn originele Panasonic batterijen of batterijen gemaakt door derden die gebrevetteerd zijn door Panasonic. (Batterijen die niet ondersteund kunnen worden door deze functie kunnen niet gebruikt worden.) De kwaliteit, prestatie en veiligheid van batterijen gemaakt door derden die verschillen van die, die als origineel beschouwd worden, hebben geen garantie.
Opladen
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij op met de oplader.
• Er wordt aanbevolen de batterij te laden bij een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC (dit moet ook de temperatuur van de batterij zelf zijn).
Steek de batterij in de goede richting.
- 19 -
Voorbereiding
90
plug-in-type
Steek de stekker van de oplader in het stopcontact.
• Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is.
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding.
inlaattype
Over het [CHARGE] lampje
Het [CHARGE] lampje wordt ingeschakeld: Het [CHARGE] lampje
start.
Het [CHARGE] lampje gaat uit: Het [CHARGE] lampje
zonder problemen voltooid is.
• Als het [CHARGE] lampje knippert
– De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 ºC en 35 ºC.
– De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Veeg in dit geval het vuil met een droge doek
weg.
A is ingeschakeld en het laden gaat van
A van de lader zal uitgaan als het laden
- 20 -
Voorbereiding
Oplaadtijd
Oplaadtijd Ongeveer 130 min
• De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer kunnen zijn dan anders.
Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als hierboven.
Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor. [Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel).]
• De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Aantekening
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
• Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de stroomplug. Anders zou er een brand-en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
- 21 -
Voorbereiding

Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering

Stilstaande beelden opnemen
Aantal beelden Ongeveer 360 opnamen
opnametijd Ongeveer 180 min
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [AUTO].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
• Veranderen van de zoomvergroting, van Tele naar Wide of omgekeerd, bij iedere opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
Volgens CIPA-standaard in normale
beeldfunctie
- 22 -
Voorbereiding
Terugspelen
Ter ug sp eel ti jd Ongeveer 300 min
Aantekening
• De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te maken beelden verminderd. – Koude klimaten of bij lage temperaturen – Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD] (P36) gebruikt. – Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
¢ Het LCD-display kan, wanneer het in gebruik is, residubeelden tonen. De werking van
de batterij zal afnemen dus houd het toestel en de reservebatterijen warm door ze op een warme plaats te bewaren, zoals in uw warmtebestendige uitrusting of kleding. De werking van de batterijen zal weer normaal worden als de temperatuur opnieuw normale waarden bereikt.
¢
- 23 -
Voorbereiding

Een kaart (optioneel) of batterij in het toestel doen

• Controleer of het toestel uit staat.
• Ga na dat er geen vreemde deeltjes zijn. (P8)
• We raden een kaart van Panasonic aan.
1:Verschuif de [LOCK] schakelaar B en
ontgrendel de sluiting.
2:Verschuif de vrijgavehendel A en
open het kaart-/batterijdeksel.
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
• Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Doe deze er in totdat deze vergrendeld wordt door de hendel C terwijl u op de richting let waarin u deze zet. Zet het hendeltje C in de richting van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat deze klikt en let op de richting waarin u deze erin doet. Om de kaart te verwijderen, de kaart helemaal doorduwen totdat deze klikt, trek deze er vervolgens rechtop uit.
D: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
• De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
Sluit het kaart-/batterijdeksel tot het vast klikt en sluit de [LOCK] schakelaar door deze naar [2] te schuiven.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er weer in.
• Ga na dat het rode gedeelte op het vrijgavehendeltje niet afgebeeld wordt.
- 24 -
Voorbereiding
VERWIJDER ZAND, HAREN EN DERGELIJKE UIT HET BATTERIJ COMPARTIMENT
BATTERIJKLEP IS OPEN
Aantekening
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
• De batterij niet verwijderen zolang de LCD-monitor nog aan is aangezien de instellingen op het toestel niet goed opgeslagen zouden kunnen worden.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
• Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten de “LUMIX” display op de LCD-monitor geheel uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.)
Over de kaart/batterijklep
Als u de stroom aanzet terwijl de kaart-/batterijklep open is, zal er een waarschuwingsgeluid te horen zijn om onderdompeling te voorkomen en het bericht dat hieronder afgebeeld zal op de LCD-monitor verschijnen. (P184) Het toestel kan niet gehanteerd worden wanneer de kaart-/batterijklep open is. (Alleen de [OFF/ON]-knop kan gehanteerd worden) Sluit deze stevig zodat er niets tussen blijft zitten.
• Er worden geen berichten afgebeeld wanneer de uiteindebescherming geopend is. Verder kan het toestel gehanteerd worden, maar sluit de bescherming stevig zodat er niets tussen blijft zitten voordat u het toestel gebruikt.
Als er een vreemd deeltje op zit, verwijder dit dan met het bijgesloten borsteltje.
- 25 -
Voorbereiding
De AC-adapter en een meervoudige conversieadapter i.p.v. de batterij verbinden
De netadapter (optioneel) kan alleen gebruikt worden met de aangeduide Panasonic multi-conversieadapter (optioneel). De netadapter (optioneel) kan niet autonoom gebruikt worden. Lees ook de instructies voor het gebruik van de multi-conversieadapter (optioneel) inzake de aansluiting.
1 Verschuif de [LOCK] schakelaar en ontgrendel de sluiting. 2 Verschuif de vrijgavehendel. 3 Open het deksel van de aansluitpunten. 4 Het toestel met de meervoudige conversieadapter (optioneel) verbinden.
• Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter (optioneel) en meervoudige conversieadapter (optioneel) voor dit toestel gebruikt worden. Het gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen veroorzaken.
5 De AC-kabel aan de AC-adapter en een wandstopcontact verbinden. 6 De AC-adapter aan de meervoudige conversieadapter verbinden.
Aantekening
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
• Gebruik altijd een originele Panasonic meervoudige conversieadapter (optioneel).
• Als de stroomtoevoer tijdens de opname van video’s met de netadapter afneemt (omdat de netadapter bijvoorbeeld wordt losgekoppeld), zal de opgenomen video niet bewaard worden. Er wordt aangeraden om zowel een volledig geladen batterij als de netadapter gelijktijdig te gebruiken.
- 26 -
Voorbereiding

Over het ingebouwde geheugen/de kaart

De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
• Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
• Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden op de kaart en teruggespeeld worden.
• Clipboardbeelden (P124) worden opgeslagen op het ingebouwde geheugen zelfs als de kaart erin zit.
• Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
>ð (toegangsaanduiding
k
• Als u de kaart gebruikt (toegangaanduiding
¢ De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde geheugen (of de kaart)
worden gemaakt.
• U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P152)
• Geheugengrootte: Ongeveer 40 MB
• Op te nemen bewegende beelden: Alleen QVGA (320k240 pixels)
• Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol raakt.
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
¢
)
¢
)
Ingebouwd geheugen
- 27 -
Voorbereiding
2
Kaart
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
Type kaart dat gebruikt kan
worden met dit toestel
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB tot 64 GB)
• Alleen kaarten die het SDHC logo (dat aangeeft dat de kaart overeenstemt met de SD-videostandaards) hebben, mogen gebruikt worden als 4 GB tot 32 GB kaarten.
• Alleen kaarten die het SDXC logo (dat aangeeft dat de kaart overeenstemt met de SD-videostandaards) hebben, mogen gebruikt worden als 48 GB tot 64 GB kaarten.
• Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses beelden opneemt in [AVCHD Lite]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse “Class 6” of hoger wanneer u video’s opneemt in [MOTION JPEG]. ¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven.
• Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
• SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten kunnen alleen gebruikt worden in apparatuur die compatibel is met the respectievelijke formaten ervan.
• Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
¢
met “Class 4” of hoger wanneer u bewegende
Opmerkingen
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
• Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter (optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt [waneer er beelden geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd (P41)] worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of statische elektriciteit. De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat zou niet langer normaal kunnen werken. Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie opnieuw uitvoeren.
• Schrijfbescherming-schakelaar [LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn originele positie.)
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P41)
• Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart inslikken.
A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de
- 28 -
Voorbereiding

De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)

• De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Druk op de [OFF/ON] knop.
A [MENU/SET] knop B Cursorknoppen
• Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET].
• [VOORZORGSMAATR.] wordt weergegeven. Controleer of dit zo is zodat de waterbestendige werking gehandhaafd blijft. Selecteert u [NEE] voordat u van start
gaat, of [EXIT] na eindiging van de diavoorstelling, dan zal [AUB KLOK INSTELLEN] weergegeven worden. Voor details over de [VOORZORGSMAATR.] demo raadpleegt u
P7.
¢Het wordt niet weergegeven als de stroom wordt ingeschakeld door op [(] te drukken
en deze ingedrukt te houden.
Op [MENU/SET] drukken.
4.
¢
- 29 -
Voorbereiding
: :
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand, dag, uur, minuut, displayvolgorde afbeelden of formaat tijddisplay) te selecteren en dan op 3/4 drukken om in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P104)
: Annuleren zonder de klok in te stellen.
• Selecteer ofwel [24 UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddisplay.
• AM/PM wordt afgebeeld wanneer [AM/PM] geselecteerd is.
• Wanneer [AM/PM] geselecteerd is als het formaat van de tijddisplay, wordt middernacht afgebeeld als AM 12:00 en wordt twaalf uur’s middags afgebeeld als PM 12:00. Dit displayformaat wordt veel gebruikt in de VS en elders.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken.
• Druk op [] om terug te keren naar het instellingenscherm.
• Na het voltooien van de klokinstellingen, het toestel uitzetten. Zet het toestel vervolgens weer aan, schakel naar opnamefunctie, en controleer dat de display de instellingen weergeeft die uitgevoerd zijn.
• Wanneer [MENU/SET] ingedrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok ingesteld moet worden, de klok correct instellen door de “De klokinstelling veranderen” procedure hieronder te volgen.

De klokinstelling veranderen

Selecteer [KLOKINST.] in het [OPNAME] of [SET-UP] menu, en druk op 1. (P32)
• Deze kan veranderd worden in stappen 5, 6 en 7 om de klok in te stellen.
• De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
• De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] verschillende keren ingedrukt wordt tijdens opname.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot 2099.
• Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P140) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 30 -
Loading...
+ 170 hidden pages