Lees al deze instructies voordat u uw projector gebruikt en bewaar ze zodat u ze later opnieuw
kunt raadplegen.
1. Instructies lezen
U moet alle veiligheids- en gebruiksinstructies lezen voordat u het
apparaat gebruikt.
2. Opmerkingen en waarschuwingen
U moet rekening houden met alle opmerkingen en waarschuwingen in
de gebruiksinstructies.
3. Reiniging
Trek de stekker van de projector uit het stopcontact voordat u het
apparaat schoonmaakt. Gebruik een vochtige doek om de
projectorbehuizing te reinigen. Gebruik geen vloeibare
reinigingsmiddelen of spuitbussen.
4. Accessoires
Zet dit product niet op een onstabiel wagentje of op een wankele voet
of tafel. Het product kan vallen waardoor ernstige schade kan worden
veroorzaakt aan het product.
Bewaar het plastic verpakkingsmateriaal (van de projector, accessoires
en optionele onderdelen) buiten het bereik van kinderen. Plastic zakken
vormen een risico op overlijden door verstikking. Wees extra
voorzichtig wanneer er kleine kinderen in de buurt zijn.
5. Ventilatie
De projector is voorzien van ventilatie-openingen voor de inlaat en voor
de uitlaat. Zorg dat u deze openingen niet blokkeert of iets in de buurt
ervan plaatst, anders kan er binnenin warmte worden opgebouwd
waardoor de beeldkwaliteit kan afnemen of de projector kan
beschadigd worden.
6. Voedingsbronnen
Controleer of de bedrijfsspanning van uw apparaat identiek is aan de
spanning van uw lokale elektriciteitsvoorziening.
7. Onderhoud en reparatie
Probeer deze projector niet zelf te repareren. Laat reparaties uitvoeren
door bevoegd reparatiepersoneel.
NL-2
Page 3
8. Vervangstukken
Wanneer er vervangstukken nodig zijn, moet u controleren of deze
onderdelen door de fabrikant zijn aanbevolen. Niet toegelaten
vervangstukken kunnen brand, elektrische schok of andere gevaren
veroorzaken.
9. Vochtcondensatie
Gebruik deze projector nooit onmiddellijk nadat het apparaat van een
koude naar een warme locatie hebt verplaatst. Wanneer de projector
aan een dergelijke temperatuurschommeling wordt blootgesteld, kan er
vochtcondensatie op de lens en de belangrijkste interne onderdelen
worden gevormd. Om mogelijke schade aan het apparaat te
voorkomen, mag u de projector gedurende minstens 2 uur niet
gebruiken bij een extreme of plotse temperatuurschommeling.
NL-3
Page 4
Opmerkingen over de voedingskabel
De voedingskabel moet voldoen aan de vereisten van de landen waar u deze projector gebruikt.
Controleer het stekkertype van uw voedingskabel in de onderstaande afbeelding en zorg dat de
juiste voedingskabel wordt gebruikt. Als de bijgeleverde voedingskabel niet past op uw
stopcontact, moet u contact opnemen met uw dealer. Deze projector is uitgerust met een
wisselstroomstekker met aarding. Controleer of de stekker past in uw stopcontact. Houd
rekening met de beveiligingsdoeleinden van de geaarde stekker en omzeil deze beveiliging niet.
Wij raden u sterk aan een videobron te gebruiken die ook is uitgerust met een
wisselstroomstekker met aarding om signaalstoringen door spanningsschommelingen te
voorkomen.
Aarding
Voor Australiė en het
vasteland van China
Aarding
Voor het Europese vasteland
Aarding
Voor de V.S. en Canada
Aarding
Voor de U.K.
NL-4
Page 5
Inleiding
Projectoreigenschappen
De projector biedt een optische motorprojectie met hoge kwaliteit en een
gebruikersvriendelijk ontwerp voor een hoge betrouwbaarheid en
gebruiksgemak.
De projector beschikt over de volgende eigenschappen:
Single chip 0,55" Texas Instruments DLP
model)
Single chip 0,65" Texas Instruments DLP
SVGA (800 x 600 pixels)
XGA (1024 x 768 pixels)
WXGA (1280 x 800 pixels)
Compatibiliteit met Macintosh
Compatibiliteit met NTSC, PAL, SECAM en HDTV
D-sub 15-pins aansluiting voor analoge video-aansluiting
Gebruiksvriendelijk, meertalig OSD
Geavanceerde elektronische trapeziumcorrectie
RS-232-aansluiting voor seriële besturing
Functie Quick Resume
Eco
Volledig 3D
+
-modus voor een zuiniger gebruik
®
-computers
®
-technologie (SVGA/XGA-
®
-technologie (WXGA-model)
Opmerking
De informatie in deze handleiding is onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving.
Het reproduceren, overdragen of kopiëren van dit volledige document of een deel ervan is
niet toegelaten zonder een uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming.
NL-5
Page 6
Inhoud verpakking
Controleer bij het uitpakken van de projector of u al de onderstaande
onderdelen hebt:
(Lenskap afhankelijk van
Stoffilter (afhankelijk van
Projector
regio)
Afstandsbediening (IR) of afstandsbediening met
laseraanwijzer (afhankelijk van de regio) &
batterijen (AAA *2)
de regio)
Documentatie:
Voedingskabel
Schroef & sluitring
(afhankelijk van de regio)
5Gebruiksaanwijzing
5Garantiekaart
VGA-kabel
(D-SUB naar D-SUB)
Draagtas (optioneel voor
bepaalde modellen)
5Snelstartkaart
5WEEE-kaart
(alleen voor EMEA)
Opmerking
Bezoek www.optomaeurope.com voor Europese garantie-informatie
Door de verschillen in toepassingen voor elk land, kunnen sommige regio's andere
accessoires hebben.
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als er onderdelen ontbreken, beschadigd
zijn of als het apparaat niet werkt.
Bewaar de originele kartonnen doos en verpakkingsmateriaal. Deze kunnen van pas komen
als u uw toestel ooit moet verzenden. Verpak uw toestel opnieuw zoals deze oorspronkelijk
in de fabriek werd verpakt voor een maximale bescherming.
NL-6
Page 7
Overzicht van de projector
Vooraanzicht
9
Luchtstroom uit
1
16
Sensor IRafstandsbediening op
voorzijde
27
Afstelbare voetZoomring
3
ProjectielensBedieningspaneel
49
ScherpstelringLampdeksel
5
Luidspreker
8
2
3
7
4
Ventilatieopeningen
8
5
Luchtstroom in
6
NL-7
Page 8
Achteraanzicht
1
2
Zonder HDMI-modellenHDMI-modellen
1
Wisselstroomaansluiting
Aansluitpoorten
2
Kensington-slot
3
Onderaanzicht
1
3
2
3
1
2
Veiligheidsbalk
1
Gaten voor plafondmontage
2
Opmerking
Deze projector kan worden gebruikt met een plafondmontage als steun. De plafondmontage
is niet inbegrepen in de verpakking.
Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie over de plafondmontage van de
projector.
NL-8
Page 9
Het product gebruiken
Bedieningspaneel
1
2
3
4
5
6
1
Keystone (Trapeziumcorrectie) ( /)
7
8
9
10
11
1
Hiermee kunt u handmatig beelden corrigeren die vervormd zijn door het
projecteren in een hoek.
2
TEMP (Temp-LED-indicator)
Raadpleeg “LED-indicatorberichten” op pagina 57.
SOURCE
3
Schakelen tussen ingangssignalen.
4
VOEDING (voedings-LED-indicator)
Raadpleeg “LED-indicatorberichten” op pagina 57.
5
Power (Voeding)
Hiermee wordt de projector in- of uitgeschakeld.
6
HELP
Hiermee wordt het menu Help weergegeven.
7
LAMP (Lamp-LED-indicator)
Raadpleeg “LED-indicatorberichten” op pagina 57.
8
ENTER
Bevestig uw itemselectie.
9
Re-SYNC
Hiermee kunt u de projector automatisch synchroniseren met de
invoerbron.
10
Vier richtingstoetsen
Gebruik de vier richtingstoetsen om items te selecteren of aanpassingen
aan te brengen aan uw selectie.
11
MENU
De OSD-menu's weergeven of afsluiten.
NL-9
Page 10
Aansluitpoorten
1
AUDIO-IN 1
2
1
11
10
3
8
9
4
5
7
6
Voor het aansluiten van een audio-uitgang van een computer.
2
S-VIDEO
Voor het aansluiten van een S-Video-uitgang van video-apparatuur.
3
VGA1/YPbPr
Voor het aansluiten van het beeldingangssignaal (analoge RGB of
component).
4
VGA-OUT
Voor het aansluiten op een externe monitor.
In de Ecomodus (stand-by) is VGA-OUT uitgeschakeld.
In de actieve modus (stand-by) is VGA-OUT ingeschakeld.
5
HDMI
Voor het aansluiten van een HDMI-uitgang van video-apparatuur.
(Deze functie is alleen beschikbaar voor producten met een HDMIingang.)
6
RS-232C
Wanneer u de projector gebruikt via een computer, kunt u deze
aansluiting aansluiten op de RS-232C-poort van de besturende
computer.
7
Service/muis
Deze aansluiting ondersteunt firmwareupdates, externe muis en pagina
omhoog/omlaag.
8
VGA2-IN/YPbPr
Voor het aansluiten van het beeldingangssignaal (analoge RGB of
component).
9
VIDEO
Voor het aansluiten van een composiet video-uitgang van videoapparatuur.
NL-10
Page 11
10
AUDIO-OUT
Voor het aansluiten van een extern luidsprekersysteem.
Audio-loopthrough wordt ondersteund door Audio 1, 2 en HDMI.
In de Ecomodus (stand-by) is AUDIO-OUT uitgeschakeld.
In de actieve modus (stand-by) is AUDIO-OUT ingeschakeld.
11
AUDIO-IN 2
Voor het aansluiten van een audio-uitgang van een video-apparaat.
NL-11
Page 12
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
27
13
14
15
16
17
18a
19
20
21
22
23
24
25
26
Afstandsbediening verschilt afhankelijk
van de regio.
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
27
13
14
15
16
17
18b
19
20
21
22
23
24
25
26
1
Power
Hiermee wordt de projector in- of uitgeschakeld.
2
Source
Schakelen tussen ingangssignalen.
3
Links muis
De functie van de linkermuisknop uitvoeren wanneer de muismodus is
geactiveerd.
NL-12
Page 13
4
Vier richtingstoetsen
Gebruik de vier richtingstoetsen om items te selecteren of aanpassingen
aan te brengen aan uw selectie.
Toets "OMHOOG": Wanneer menu is uitgeschakeld, toets omhoog voor
emulatie USB-muis.
Toets "Links": Wanneer menu is uitgeschakeld, toets naar links voor
emulatie USB-muis.
Toets "rechts": Wanneer menu is uitgeschakeld, toets naar rechts voor
emulatie USB-muis.
Toets "omlaag": Wanneer menu is uitgeschakeld, toets omlaag voor
emulatie USB-muis.
5
Pagina-
Hiermee wordt de functie Pagina omlaag uitgevoerd wanneer de
muismodus is geactiveerd.
6
Keystone (+/-)
Hiermee kunt u handmatig beelden corrigeren die vervormd zijn door het
projecteren in een hoek.
7
Helderheid
Hiermee geeft u de balk weer voor het aanpassen van de helderheid.
8
Freeze
Hiermee wordt het geprojecteerde beeld vastgezet.
9
HDMI
Hiermee geeft u het HDMI-signaal weer.
(Deze functie zal niet werken als het product niet over HDMI beschikt.)
10
S-Video
Hiermee geeft u het S-Video-signaal weer.
11
Eco+
Menu Helderheidsmodus aan/uit.
12
VGA
Hiermee schakelt u de invoerbron achtereenvolgens naar VGA1 of
VGA2.
13
Switch
Schakelen naar de muismodus wanneer de OSD-menu's worden
gesloten.
14
Gebruiker
Door gebruiker definieerbare toets voor aangepaste functie.
15
Re-SYNC
Hiermee kunt u de projector automatisch synchroniseren met de
invoerbron.
16
Rechts muis
De functie van de rechtermuisknop uitvoeren wanneer de muismodus is
geactiveerd.
17
Enter
Hiermee bevestigt u uw selecties.
Enter-toets voor emulatie van USB-muis via USB.
18a
Modus
Menu Beeldschermmodus aan/uit.
NL-13
Page 14
Laser
18b
Richt de afstandsbediening naar het weergavescherm en houd deze
knop ingedrukt om de laseraanwijzer te activeren.
19
Page +
Hiermee wordt de functie Pagina omhoog uitgevoerd wanneer de
muismodus is geactiveerd.
20
Volume (+/-)
Hiermee regelt u het volumeniveau.
21
Menu
Hiermee geeft u de OSD-menu's weer.
22
Zoom
Vergroot of verkleint het formaat van het geprojecteerde beeld.
23
AV mute
Schakelt de audio en video tijdelijk uit/in.
24
Video
Hiermee wordt het videosignaal weergegeven.
25
Drie dimensies
Hiermee wordt de Drie dimensies-functie in- of uitgeschakeld.
26
USB
Schakelen naar de muismodus wanneer de OSD-menu's worden
gesloten.
27
Cijfertoetsen
Druk op 0 tot 9 om een wachtwoord in te voeren wanneer dat wordt
gevraagd.
Opmerking
Afstandsbediening (IR) of afstandsbediening met laseraanwijzer (afhankelijk van de regio).
Zie bijlage voor de afstandsbediening met laseraanwijzer.
De afstandsbediening voor de muis gebruiken
De mogelijkheid om uw computer te bedienen via de
afstandsbediening, biedt u meer flexibiliteit wanneer u presentaties
geeft.
1. Sluit de projector via een USB-kabel aan op uw pc of notebook voordat u
de afstandsbediening gebruikt in de plaats van de computermuis. Zie
“Een computer aansluiten" op pagina 18 voor details.
2. Stel het ingangssignaal in op VGA1 of VGA2.
3. Druk op de afstandsbediening op USB of Switch (Schakelen) om te
schakelen naar de muismodus wanneer de OSD-menu's gesloten zijn.
Er verschijnt een pictogram op het scherm om de activering van de
muismodus aan te geven.
4. Voer de gewenste muisbediening uit op uw afstandsbediening.
Druk op / / / om de cursor op het scherm te bewegen.
Druk op L om links te klikken.
Druk op R om rechts te klikken.
Druk opnieuw op Switch om terug te keren naar de normale modus.
Opmerking
HDMI ondersteunt eveneens de muisfunctie.
NL-14
Page 15
De batterijen installeren
1. Open de batterijklep in de
weergegeven richting.
2. Installeer de batterijen zoals
aangeduid door het schema
binnenin het batterijvak.
3. Sluit de batterijklep.
Opgelet
Explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door een onjuist type.
Gooi de gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
Zorg dat de plus- en min-aansluiting correct zijn uitgelijnd wanneer u een batterij
plaatst.
Opmerking
Houd de batterijen buiten het bereik van kinderen. Het per ongeluk inslikken van de
batterijen is levensgevaarlijk.
Verwijder de batterijen als u de afstandsbediening gedurende een langere periode niet zult
gebruiken.
Gooi nooit lege batterijen bij het gewone huisvuil. Gooi lege batterijen weg in
overeenstemming met de lokale voorschriften.
Er dreigt ontploffingsgevaar als de batterijen niet correct worden vervangen. Vervang de
batterijen door nieuwe.
De batterijen mogen niet in of in de buurt van vuur of water worden gebruikt. Bewaar
batterijen op een donkere, koele en droge plaats.
Als u merkt dat de batterij lekt, moet u de gelekte vloeistof verwijderen en vervolgens nieuwe
batterijen plaatsen. Als de gelekte vloeistof in contact komt met uw huid of kleren, moet u
deze onmiddellijk grondig spoelen met water.
NL-15
Page 16
De afstandsbediening gebruiken
Richt de afstandsbediening naar de IR-sensor en druk op een knop.
De projector vanaf de
voorkant bedienen
15
15
5m
8m
7m
Opmerking
De afstandsbedienings werkt mogelijk niet wanneer er zonlicht of een andere krachtige
lichtbron, zoals een TL-lamp, op de sensor voor de afstandsbediening straalt.
Gebruik de afstandsbediening vanaf een positie waar de sensor voor de afstandsbediening
zichtbaar is.
Laat de afstandsbediening niet vallen of schud er niet mee.
Houd de afstandsbediening weg van plaatsen met een overmatige hoge temperatuur of
vochtigheid.
Zorg dat er geen water in de afstandsbediening terecht komt of plaats er geen natte objecten
op.
Demonteer de afstandsbediening niet.
NL-16
Page 17
Aansluiting
Wanneer u een signaalbron aansluit op de projector, moet u het volgende
doen:
1. Alle apparatuur uitschakelen voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de correcte signaalkabels voor elke bron.
Door de verschillen in toepassingen voor elk land, kunnen sommige regio's andere
accessoires hebben.
(*) Optioneel accessoire
NL-17
Page 18
Een computer of monitor aansluiten
Een computer aansluiten
De projector biedt twee VGA-ingangen waarmee u het apparaat kunt
®
aansluiten op zowel IBM
Mac-adapter nodig als u een oudere versie van Macintosh-computers
aansluit.
De projector aansluiten op een notebook of desktop:
1. Neem de bijgeleverde VGA-kabel en sluit één uiteinde aan op de D-Subuitgang van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de VGA-kabel aan op de VGA1/YPbPr- of
VGA2/YPbPr-signaalingang op de projector.
Belangrijk
Veel notebooks schakelen hun externe videopoorten niet in wanneer ze worden
aangesloten op een projector. In de meeste gevallen wordt het externe scherm in-/
uitgeschakeld met een sneltoets zoals FN + F3 of met de CRT/LCD-toets. Zoek op uw
notebook naar een functietoets met het label CRT/LCD of met een monitorpictogram.
Houd de FN-toets en de functietoets met het label tegelijk ingedrukt. Raadpleeg de
documentatie van uw notebook voor de sneltoetsen van uw notebook.
-compatibele als Macintosh®-computers . Er is een
NL-18
Page 19
Een monitor aansluiten
Als u een close-up van uw presentatie wilt zien op een monitor en op het
scherm, kunt u de signaaluitgang VGA-OUT van de projector aansluiten op
een externe monitor met een VGA-kabel door de onderstaande instructies te
volgen.
De projector aansluiten op een monitor:
1. Sluit de projector aan op een computer zoals beschreven in “Een
computer aansluiten" op pagina 18.
2. Neem een geschikte VGA-kabel (slechts één bijgeleverd) en sluit het
ene uiteinde van de kabel aan op de D-Sub-ingang van de videomonitor.
Als uw monitor is uitgericht met een DVI-ingang, neemt u een VGA-naarDVI-A-kabel en sluit u het DVI-uiteinde van de kabel aan op de DVIingang van de videomonitor.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VGA-OUT-aansluiting
op de projector.
VGA-uitgang loopthrough:
Tijdens de werkmodus:
1. Als VGA1 naar buiten projecteert, zal de VGA-OUT-bron VGA1 zijn.
2. Als VGA2 naar buiten projecteert, zal de VGA-OUT-bron VGA2 zijn.
3. Als VGA1 en VGA2 allemaal bronnen hebben, is VGA1 de standaard
VGA-uitgang.
4. Als noch VGA1 noch VGA2 naar buiten projecteert, wordt VGA-OUT
uitgeschakeld.
Tijdens stand-by
1. VGA-OUT zal het laatste VGA-bronsignaal van het scherm houden.
VGA1 is de standaard VGA-uitgang.
2. Als de projector in de Voedingsmodus (Stand-by) is < 0,5W, wordt VGAOUT uitgeschakeld.
NL-19
Page 20
Videobronapparaten aansluiten
U kunt uw projector aansluiten op verschillende videobronapparaten die over
een van de volgende uitgangen beschikt:
HDMI
Component Video
S-Video
Video (composiet)
U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een
van de bovenstaande aansluitingsmethoden. Elke methode biedt echter een
ander niveau van videokwaliteit. De methode die u kiest zal zeer
waarschijnlijk afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van geschikte
aansluitingen op de projector en het videobronapparaat zoals hieronder
beschreven:
Naam
Uitzicht aansluitingReferentieBeeldkwaliteit
aansluiting
HDMIHDMI“Een HDMI-
Best
bronapparaat
aansluiten" op
pagina 21
Component
Video
VGA1/YPbPr of
VGA2/YPbPr
“Een Component
Video-
Beter
bronapparaat
aansluiten" op
pagina 21
S-VideoS-VIDEO“Een S-Video-
Goed
bronapparaat
aansluiten" op
pagina 22
VideoVIDEO“Een Composiet
Normaal
Video-
bronapparaat
aansluiten" op
pagina 22
Opmerking
Niet alle modellen hebben een HDMI-ingang. Controleer uw projector voordat u de
aansluiting uitvoert.
NL-20
Page 21
Een HDMI-bronapparaat aansluiten
Onderzoek uw videobronapparaat om vast te stellen of er een aantal
ongebruikte HDMI-uitgangen beschikbaar zijn:
Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
Indien niet moet u opnieuw overwegen welke methode u kunt gebruiken
voor de aansluiting op het apparaat.
De projector aansluiten op een HDMI-bronapparaat:
1. Neem een HDMI-kabel en sluit één uiteinde aan op de HDMI-uitgang
van het HDMI-bronapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-
aansluiting van de projector.
Een Component Video-bronapparaat aansluiten
Onderzoek uw videobronapparaat om vast te stellen of er een aantal
ongebruikte Component Video-uitgangen beschikbaar zijn:
Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
Indien niet moet u opnieuw overwegen welke methode u kunt gebruiken
voor de aansluiting op het apparaat.
De projector aansluiten op een Component Video-bronapparaat:
1. Neem een VGA (D-Sub) naar HDTV (RCA)-kabel en sluit het uiteinde
met de 3 RCA-aansluitingen aan op de Component Video-uitgangen van
het videobronapparaat. Stem de kleuren van de stekkers af op de kleur
van de aansluitingen; groen op groen, blauw op blauw en rood op rood.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel (met een aansluiting van het DSub-type) aan op de VGA1/YPbPr- of VGA2/YPbPr-aansluiting op de
projector.
Belangrijk
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat de projector is
ingeschakeld en de correcte videobron is geselecteerd, moet u controleren of het
videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de
signaalkabels correct zijn aangesloten.
NL-21
Page 22
Een S-Video-bronapparaat aansluiten
Onderzoek uw videobronapparaat om vast te stellen of er een ongebruikte
S-Video-uitgang beschikbaar is:
Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
Indien niet moet u opnieuw overwegen welke methode u kunt gebruiken
voor de aansluiting op het apparaat.
De projector aansluiten op een S-Video-bronapparaat:
1. Neem een S-Video-kabel en sluit één uiteinde aan op de S-Videouitgang van het videobronapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de S-Video-kabel aan op de S-VIDEO-
aansluiting op de projector.
Belangrijk
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat de projector is
ingeschakeld en de correcte videobron is geselecteerd, moet u controleren of het
videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de
signaalkabels correct zijn aangesloten.
Als u al een Component Video-aansluiting hebt tussen de projector en dit S-Video-
bronapparaat via Component Video-aansluitingen, hoeft u geen aansluiting te maken
met dit apparata via een S-Video-aansluiting aangezien hiermee een onnodige tweede
aansluiting wordt gemaakt met een slechtere beeldkwaliteit. Zie “Videobronapparaten
aansluiten" op pagina 20 voor details.
Een Composiet Video-bronapparaat aansluiten
Onderzoek uw videobronapparaat om vast te stellen of er een aantal
ongebruikte Composiet Video-uitgangen beschikbaar zijn:
Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
Indien niet moet u opnieuw overwegen welke methode u kunt gebruiken
voor de aansluiting op het apparaat.
De projector aansluiten op een Composiet Video-bronapparaat:
1. Neem een videokabel en sluit één uiteinde aan op de Composiet Videouitgang van het videobronapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de videokabel aan op de VIDEO-
aansluiting op de projector.
Belangrijk
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat de projector is
ingeschakeld en de correcte videobron is geselecteerd, moet u controleren of het
videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de
signaalkabels correct zijn aangesloten.
U hoeft dit apparaat alleen aan te sluiten met een Composiet Video-aansluiting als de
Component Video- en S-Video-ingangen niet beschikbaar zijn voor gebruik. Zie
“Videobronapparaten aansluiten" op pagina 20 voor details.
NL-22
Page 23
Gebruik
De projector in-/uitschakelen
De projector inschakelen:
1. Sluit de voedingskabel een de relevante signaalkabel(s) van
randapparaten aan op de projector.
2. Druk op om de projector in te schakelen.
Het opwarmen van de computer duurt ongeveer één minuut.
3. Schakel uw bron in (computer, notebook, DVD, enz.) De projector zal uw
bron automatisch detecteren.
Als u meerdere bronnen tegelijk aansluit op de projector, drukt u op
de projector op de knop SOURCE of op de knop Source op de
afstandsbediening om het gewenste signaal te kiezen. U kunt ook op
de gewenste signaaltoets op de afstandsbediening drukken.
Waarschuwing
Kijk nooit in de lens terwijl de lamp is ingeschakeld. Dit kan uw ogen beschadigen.
In dit punt wordt een hoge temperatuur gevormd. Plaats geen enkel object dichtbij de
lens om brand te voorkomen.
De projector uitschakelen:
1. Druk op om de projectorlamp uit te schakelen. U ziet een bericht
"Toestel uit? Druk nogmaals op Power." op het scherm.
2. Druk opnieuw op om uw keuze te bevestigen.
De koelventilators blijven werken gedurende één koelcyclus.
Wanneer de voedings-LED stabiel rood wordt, betekent dit dat de
projector naar stand-by is gegaan.
Als u de projector opnieuw wilt inschakelen, moet u wachten tot de
projector de koelcyclus heeft voltooid en in stand-by is. Zodra de
projector in stand-bymodus is, hoeft u alleen op te drukken om de
projector opnieuw op te starten.
3. Koppel de voedingskabel los van het stopcontact en de projector.
4. Zet de projector niet onmiddellijk uit na het uitschakelen.
Waarschuwing
Wanneer Quick Resume is ingeschakeld en de projector per ongeluk wordt
uitgeschakeld, moet u binnen een periode van 100 seconden en Quick Resume
selecteren waardoor de projector onmiddellijk opnieuw wordt opgestart.
Wanneer Quick Resume is uitgeschakeld en u de projector uitschakelt, moet u wachten
tot het afkoelen is voltooid en de projector daarna opnieuw opstarten. Dit zal enkele
minuten duren omdat de ventilator blijft werken tot de interne temperatuur is verlaagd
tot een bepaald niveau.
NL-23
Page 24
De projectorhoogte regelen
Kantelafstelvoetjes
Afstelbare voet
De projector is voorzien van een afstelbare voet waarmee u de hoogte van
het beeld kunt aanpassen.
1. Draai de afstelbare voet om het beeld te verhogen of te verlagen.
2. Om het beeld op het scherm horizontaal op het scherm te plaatsten,
draait u het kantelafstelvoetje om de hoogte fijn af te stellen.
Opmerking
Om schade aan de projector te voorkomen, dient u te controleren of de afstelbare voet en
het kantelafstelvoetje volledig zijn ingetrokken voordat u de projector in zijn draagkoffer
stopt.
De zoom en de focus van de projector
aanpassen
Zoomring
Scherpstelring
1. Stel het beeld scherm door de scherpstelring te draaien. Wij raden u aan
een stilstaand beeld te gebruiken voor het scherpstellen.
2. Regel de beeldgrootte door de zoomring te draaien.
NL-24
Page 25
De grootte van het projectiebeeld
aanpassen
Raadpleeg de onderstaande afbeelding en tabel om de schermgrootte en de
projectieafstand te bepalen.
Plaats de projector in een horizontale positie; andere posities kunnen een warmteophoping
veroorzaken en de projector beschadigen.
Behoud een afstand van 30 cm of meer tussen de zijkanten van de projector.
Gebruik de projector niet in een rokerige omgeving. Er kunnen rookresten worden
opgestapeld op kritieke onderdelen en de projector beschadigen of de prestaties
beïnvloeden.
Raadpleeg uw leverancier voor speciale installaties, zoals het ophangen aan een plafond.
NL-25
Page 26
Het menu gebruiken
De projector beschikt over meertalige OSD-menu's waarmee u
aanpassingen kunt aanbrengen aan het beeld en verschillende instellingen
kunt wijzigen.
Het apparaat gebruiken
1. Om het OSD-menu te openen, drukt u op “Menu” op de
afstandsbediening of op het toetsenblok van de projector.
2. Wanneer het OSD wordt weergegeven, kunt u de toets / gebruiken
om een item in het hoofdmenu te selecteren. Wanneer u een selectie
maakt op een specifieke pagina, drukt u op of op de Enter-toets om
het submenu te openen.
3. Gebruik de toets / om het gewenste item te selecteren en druk op de
toets //“Enter” om het één-item-menu te openen.
4. Gebruik de toets / om de waarde aan te passen. Druk op “Enter” om
de selectie te bevestigen.
5. Selecteer het volgende item dat u wilt aanpassen in het submenu en pas
het aan zoals hierboven beschreven.
6. Druk op “Menu” om terug te keren naar het Submenu.
7. Druk opnieuw op “Menu” om af te sluiten. Het OSD-menu wordt gesloten
en de projector zal de nieuwe instellingen automatisch opslaan.
Hoofdmenu
Submenu
Eén-itemmenu
NL-26
Instellingen
Page 27
Menustructuur
HoofdmenuSubmenuEén-item-menu
Beeldschermmodus
Helderheid
Contrast
Scherpte
Kleur
Tint
Gamma
BrilliantColor™
Kleurtemperatuur
KleurinstellingenRood
Groen
Blauw
BEELD
GE AVANC .
Kleurruimte
SignaalAutomatischAan/uit
Afsluiten
ResetJa/Nee
Cyaan
Magenta
Geel
WitRood / Groen/ Blauw
Reset
Afsluiten
Fase (VGA)
Frequentie
(VGA)
H. Positie
(VGA)
V. P o s i t ie
(VGA)
Afsluiten
Presentatie / Licht /
Film / sRGB /
Blackboard /
Gebruiker / Drie
dimensies
Film / Video /
Afbeeldingen /
Standaard
Warm / Gemiddeld /
Koel
Tint / Verzadiging /
Versterking
Tint / Verzadiging /
Versterking
Tint / Verzadiging /
Versterking
Tint / Verzadiging /
Versterking
Tint / Verzadiging /
Versterking
Tint / Verzadiging /
Versterking
Niet HDMI-ingang:
Auto / RGB / YUV
HDMI-ingang: Auto /
RGB (0~255) / RGB
(16~235) YUV
NL-27
Page 28
WEERGAVE
Zoeken
Rand verbergen
Zoom
Image Shift
Ver. Keystone
Drie dimensies
Taal
Projectie
SVGA / XGA:
4:3 / 16:9 / Native /
Auto
WXGA:
4:3 / 16:9 of 16:10 /
LBX / Native / Auto
H
V
3D-standDLP-Link / IR
3D--->2DDrie dimensies / L / R
3D-Zoeken
Auto / SBS Mode /
Top and Bottom /
Frame Sequential
3D synchr.omk.Aan/uit
English / Deutsch /
Français / Italiano /
Español / Português /
Svenska / Nederlands /
Norsk/Dansk / Polski /
Русский / Suomi /
Ελληνικά / Magyar /
Čeština / / 繁體
中文 / 简体中文 / 日本
語 / 한국어 / ไทย /
Türkçe / Farsi /
Vietnamese /
Romanian / Indonesian
* Deze functie is alleen beschikbaar voor producten met een HDMI-ingang.
NL-29
Page 30
BEELD
Beeldschermmodus
Er zijn talrijke instellingen die vooraf in de fabriek zijn gedefinieerd en voor
verschillende typen beelden zijn geoptimaliseerd.
Presentatie: goede kleur en helderheid van pc-ingang.
Licht: maximale helderheid van pc-ingang.
Film: voor thuisbioscoop.
sRGB: gestandaardiseerde nauwkeurige kleur.
Blackboard: deze modus moet worden geselecteerd om optimale
kleurinstellingen te bereiken wanneer u projecteert op een blackboard
(groen).
Gebruiker: Gebruikersinstellingen.
Drie dimensies: Aanbevolen instelling voor 3D-stand. Alle verdere
aanpassingen door de gebruiker in Drie dimensies zullen in deze modus
worden opgeslagen voor verder gebruik.
Helderheid
Hiermee maakt u het beeld helderder of donkerder.
Contrast
Hiermee stelt u het verschil in tussen lichte en donkere gebieden.
Scherpte
Hiermee kunt u het beeld scherper of zachter maken.
Kleur
Hiermee past u een videobeeld aan van zwart-wit naar volledig verzadigde
kleuren.
NL-30
Page 31
Tint
Kleuren roder of groener maken.
Opmerking
De functies “Kleur” en “Tint” worden alleen ondersteund in de Videomodus.
GEAVANC.
Gamma
Hiermee kunt u een degamma-tabel kiezen die fijn werd afgestemd om de
beste beeldkwaliteit voor de invoer te leveren.
Film: voor thuisbioscoop.
Video: voor video- of tv-bron.
Afbeeldingen: voor beeldbron.
Standaard: voor pc- of computerbron.
BrilliantColor™
Dit aanpasbare item maakt gebruik van een nieuw
kleurverwerkingsalgoritme en van verbeteringen op systeemniveau om de
hogere helderheid mogelijk te maken terwijl het beeld ware, helderdere
kleuren vertoont. Het bereik gaat van “1” tot “10”. Als u een krachtiger
verbeterd beeld wenst, past u de instelling aan in de richting van de
maximale waarde. Als u een vloeiender en natuurlijker beeld wenst, past u
de instelling aan in de richting van de minimale waarde.
Kleurtemperatuur
Als een koude temperatuur is ingesteld, krijgt het beeld een meer blauwe
tint. (koud beeld)
Als een gemiddelde temperatuur is ingesteld, behoudt het beeld de normale
witkleuren.
Als een warme temperatuur is ingesteld, krijgt het beeld een meer rode tint.
(warm beeld)
NL-31
Page 32
Kleurinstellingen
Druk op de toets //“Enter” om het volgende menu te openen, zoals
hieronder. Gebruik vervolgens de toets /// om kleur te selecteren.
Druk op “Enter” om de selectie te voltooien.
Rood/Groen/Blauw/Cyaan/Magenta/Geel/Wit: Gebruik / om te
schakelen tussen Tint/Verzadiging/Versterking en gebruik vervolgens /
om de waarde aan te passen.
Reset: selecteer “Ja” om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen
voor de kleuraanpassingen.
Kleurruimte
Selecteer een geschikt kleurenmatrixtype tussen AUTO, RGB en YUV.
Signaal
Automatisch: selecteert het signaal automatisch. Als u deze functie
gebruikt, worden deze functie, de fase en de frequentie-item grijs
weergegeven. Als Signaal niet is ingesteld op automatisch, verschijnen
de fase en frequentie-items zodat de gebruiker ze handmatig kan
aanpassen en opslaan in de instellingen. Deze instellingen blijven van
kracht nadat de projector wordt uitgeschakeld en opnieuw ingeschakeld.
Fase: synchroniseer de signaaltiming van het beeldscherm met deze
van de grafische kaart. Als het beeld onstabiel is of flikkert, gebruikt u
deze functie om dit te corrigeren.
Frequentie: wijzig de klokfrequentie van de weergavegegevens in
overeenstemming met de frequentie van de grafische kaart van uw
computer. Gebruik deze functie alleen als het beeld dat verschijnt
verticaal flikkert.
H. Positie: Hiermee kunt u het beeld naar links of rechts verplaatsen
binnen het projectiegebied.
V. Positie: Hiermee kunt u het beeld omhoog of omlaag verplaatsen
binnen het projectiegebied.
Reset
Hiermee worden alle beeldschermparameters van het menu BEELD
opnieuw ingesteld naar de standaard fabrieksinstellingen.
NL-32
Page 33
WEERGAVE
Zoeken
Gebruik deze functie om de gewenste hoogte-breedteverhouding te kiezen.
Voor SVGA/XGA-modellen:
Source
(Bron)
4:31024x768 midden
16:91024x576 midden
Native Toont het originele beeld zonder enige schaling.
Auto
(standaard)
Voor WXGA-modellen:
16:9 of 16:10 afhankelijk van de instelling “Schermtype”.
16:10 scherm
16 : 10
scherm
4:31066x800 midden
16:101280x800 midden
LBX1280x960 midden, dan centraal 1280x800 beeld verkrijgen voor
Native1:1 toewijzing
Auto
(standaard)
480i/p 576i/p1080i/p 720pPc
Als de bron 4:3 is, grootte automatisch aanpassen naar 1024 x 768
Als de bron 16:9 is, grootte automatisch aanpassen naar 1024 x 576
Als de bron 15:9 is, grootte automatisch aanpassen naar 1024 x 614
Als de bron 16:10 is, grootte automatisch aanpassen naar 1024 x 640
480i/p 576i/p1080i/p 720pPc
weergave.
gecentreerd
Invoerbron wordt aangepast aan een weergavegebied van 1280x800
en de originele beeldverhouding blijft behouden.
Als de bron 4:3 is, grootte automatisch aanpassen naar 1066 x 800
Als de bron 16:9 is, grootte automatisch aanpassen naar 1280 x 720
Als de bron 15:9 is, grootte automatisch aanpassen naar 1280 x 768
Als de bron 16:10 is, grootte automatisch aanpassen naar 1280 x 800
1:1
toewijzingsscherm
1280 x 800
1280x720
Gecentreerd
1:1
toewijzing
gecentreerd
NL-33
Page 34
16:9 scherm
16 : 9
scherm
4:3960x720 midden
16:91280x720 midden
LBX1280x960 midden, dan centraal 1280x720 beeld verkrijgen voor
Native1:1 toewijzing
Auto
(standaard)
480i/p 576i/p1080i/p 720pPc
weergave.
gecentreerd
Als dit formaat is geselecteerd, wordt het schermtype automatisch
16:9 (1280x720)
Als de bron 4:3 is, grootte automatisch aanpassen naar 960 x 720
Als de bron 16:9 is, grootte automatisch aanpassen naar 1280 x 720
Als de bron 15:9 is, grootte automatisch aanpassen naar 1200 x 720
Als de bron 16:10 is, grootte automatisch aanpassen naar 1152 x 720
1:1
toewijzingsscher
m 1280 x 720
1280x720
Gecentreerd
1:1 toewijzing
gecentreerd
Rand verbergen
De functie Rand verbergen verwijdert de ruis uit een videobeeld. Overscan
het beeld om de videocoderingsruis aan de randen van de videobron te
verwijderen.
Opmerking
Elke I/O heeft een andere instellingen voor “Rand verbergen”.
“Rand verbergen” en “Zoom” kunnen niet tegelijk werken.
Zoom
Hiermee kunt u de beelden in- en uitzoomen.
Image Shift
Verschuif de positie van het geprojecteerde beeld verticaal.
Ver. Keystone
Pas de beeldvervorming verticaal aan. Als het beeld er trapeziumvormig
uitziet, kan deze optie u helpen het rechthoekig te maken.
Opmerking
Keystone-aanpassing kan de complete presentatie van het OSD-menu beïnvloeden.
Drie dimensies
3D-stand
DLP Link: selecteer “DLP Link” om geoptimaliseerde instellingen te
gebruiken voor de DLP Link 3D-bril.
IR: selecteer “IR” om geoptimaliseerde instellingen te gebruiken voor
SBS Mode: gebruik deze modus voor 3D-inhoud in het formaat “Naast
elkaar”.
Top and Bottom: gebruik deze modus voor 3D-inhoud in het formaat
“Top and Bottom”.
Frame Sequential: gebruik deze modus voor 3D-inhoud in het formaat
“Frame Sequential”.
3D synchr.omk.
Druk op “Aan” om de inhoud van het linker- en rechterframe om te keren.
Druk op “Uit” voor standaard frame-inhoud.
NL-35
Page 36
INSTELLING
Taal
Selecteer de taal die wordt gebruikt voor het OSD-menu. Druk op de toets
//“Enter” om het submenu te openen en gebruik vervolgens de toets /
// om de taal van uw voorkeur te selecteren. Druk op “Enter” om de
selectie te voltooien.
Projectie
Hiermee kunt u het beeld aanpassen aan de stand van de projector: rechtop
of ondersteboven, voor of achter het scherm. U kunt het beeld
overeenkomstig omkeren of spiegelen.
Menulocatie
Selecteer de menulocatie op het weergavescherm.
Schermtype (alleen voor WXGA-model)
Kies het schermtype uit 16:10 of 16:9.
Beveiliging
Beveiliging
Aan: Kies “Aan” om de beveiligingsverificatie te gebruiken wanneer de
projector wordt ingeschakeld.
Uit: Kies “Uit” om de projector te kunnen inschakelen zonder
wachtwoordverificatie.
NL-36
Page 37
Beveiligingstimer
Gebruik deze functie om in te stellen hoe lang (maand/dag/uur) de projector
kan worden gebruikt. Nadat deze duur is verstreken, zult u worden gevraagd
uw wachtwoord opnieuw in te voeren.
Wachtwoord wijzigen
Eerste keer:
1. Druk op “Enter” om het
wachtwoord in te stellen.
2. Het wachtwoord moet uit 4 cijfers
bestaan.
3. Gebruik de cijfertoetsen op de
afstandsbediening om uw nieuw
wachtwoord in te voeren en druk
vervolgens op de toets “Enter” om
uw wachtwoord te bevestigen.
Wachtwoord wijzigen:
1. Druk op “Enter” om het oude
wachtwoord in te voeren.
2. Gebruik de cijfertoetsen om het
huidige wachtwoord in te voeren
en druk op “Enter” om te bevestigen.
3. Voer het nieuwe wachtwoord in (4 cijfers) via de cijfertoetsen op de
afstandsbediening en druk op “Enter” om te bevestigen.
4. Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in en druk op “Enter” om te
bevestigen.
Als het onjuiste wachtwoord 3 keer is ingevoerd, wordt de projector
automatisch uitgeschakeld.
Neem contact op met uw lokaal kantoor voor hulp als u uw
wachtwoord vergeten bent.
Opmerking
De standaardwaarde voor het wachtwoord is “1234” (eerste keer).
Projector-ID
De ID-definitie kan worden ingesteld via het menu (bereik 0~99), en biedt de
gebruiker via RS232 de controle over de projector.
Audio-instellingen
Dempen
Hiermee schakelt u het geluid tijdelijk uit.
Volume
Hiermee regelt u het volumeniveau.
Audio-ingang
Selecteer de audio-ingangsbronnen.
NL-37
Page 38
GEAVANC.
Logo
Gebruik deze functie om het gewenste opstartscherm in te stellen. Als er
wijzigingen zijn uitgevoerd, worden ze van kracht wanneer de projector de
volgende keer wordt ingeschakeld.
Standaard: Het standaard opstartscherm.
Neutraal: neutraal opstartscherm.
Gesloten bijschrift
Gebruik deze functie om het gewenste opstartscherm in te stellen. Als er
wijzigingen zijn uitgevoerd, worden ze van kracht wanneer de projector de
volgende keer wordt ingeschakeld.
Uit: selecteer “Uit” om de functie Gesloten bijschrift uit te schakelen.
CC1:CC1-taal: Amerikaans Engels.
CC2:CC2-taal (afhankelijk van het tv-kanaal van de gebruiker): Spaans,
Frans, Portugees, Duits, Deens.
NL-38
Page 39
OPTIES
Invoerbron
Gebruik deze optie om de invoerbronnen in/uit te schakelen. Druk op de
toets //“Enter” om het submenu te openen en selecteer de gewenste
bronnen. Druk op “Enter” om de selectie te voltooien. De projector zal geen
invoer zoeken die niet geselecteerd is.
Bronvergrendeling
Aan: de projector zal alleen de huidige ingang zoeken.
Uit: de projector zal andere signalen zoeken als het huidige
invoersignaal verloren is.
Grote hoogte
Wanneer “Aan” is geselecteerd, zullen de ventilators sneller draaien. Deze
functie is nuttig in gebieden op grote hoogte waar de lucht dun is.
Opmerking
Wanneer de stoffilter is geïnstalleerd, moet de modus Grote hoogte handmatig worden
ingeschakeld. De stoffilter is optioneel en wordt mogelijk niet vereist in sommige regio's.
Info verbergen
Aan: kies “Aan” om het infobericht te verbergen.
Uit: kies “Uit” om het “zoekbericht” weer te geven.
NL-39
Page 40
Toetsenblokvergrendeling
Wanneer de toetsenblokvergrendeling is ingeschakeld, wordt het
bedieningspaneel vergrendeld maar kan de projector nog steeds worden
bediend via de afstandsbediening. Door “Uit” te selecteren, kunt u het
bedieningspaneel opnieuw gebruiken.
Opmerking
Om de toetsenblokvergrendeling uit te schakelen, houdt u de toets “Enter” op de bovenkant
van de projector gedurende 5 seconden ingedrukt.
Testpatroon
Toont een testpatroon. U hebt de keuze tussen Raster, Witpatroon en Geen.
IR Function
Kies “Aan” om de IR-ontvanger in te schakelen. Kies “Uit” om de IRontvanger uit te schakelen.
Achtergrondkleur
Gebruik deze functie om een “Zwart”, “Rood”, “Blauw”, “Groen” of “Wit”
scherm weer te geven wanneer er geen signaal beschikbaar is.
AB instellingen
Hiermee kan de gebruiker een sneltoets definiëren op de afstandsbediening.
Het functie-item wordt geselecteerd in het OSD-menu.
GEAVANC.
Direct inschakelen
Kies “Aan” om de modus Direct inschakelen te activeren. De projector wordt
automatisch ingeschakeld wanneer er stroom wordt geleverd, zonder dat op
de toets “” op het bedieningspaneel van de projector of op de
afstandsbediening wordt gedrukt.
Auto uitschakelen (min)
Stelt het interval in voor de afteltimer. De afteltimer start het aftellen wanneer
het geen signaal naar de projector wordt gestuurd. Wanneer het aftellen (in
minuten) is voltooid, wordt de projector automatisch uitgeschakeld.
Slaaptimer (min)
Stelt het interval in voor de afteltimer. De afteltimer wordt gestart wanneer er
al dan niet een signaal naar de projector wordt gestuurd. Wanneer het
aftellen (in minuten) is voltooid, wordt de projector automatisch
uitgeschakeld.
Quick Resume
Als de projector per ongeluk wordt uitgeschakeld, kunt u met deze functie de
projector onmiddellijk opnieuw inschakelen binnen 100 seconden na het
uitschakelen.
NL-40
Page 41
Voedingsmodus (stand-by)
Stel in of de functie VGA-OUT werkt wanneer de projector in stand-by is
(uitgeschakeld maar aangesloten op de netstroom).
Eco: de functie VGA-OUT zal niet werken wanneer de projector in
stand-by is.
Actief: de functies VGA-OUT en AUDIO-OUT zullen niet werken
wanneer de projector in stand-by is.
Opmerking
Wanneer Voedingsmodus (Stand-by) is ingesteld op Eco (<0,5W), worden de VGA-uitgang
en de audio pass-through gedeactiveerd wanneer de projector in stand-by is.
Lampinstellingen
Lampuren
Geeft de projectieduur weer.
Lampherinnering
Kies deze functie om het waarschuwingsbericht weer te geven of te
verbergen wanneer het bericht voor het vervangen van de lamp wordt
weergegeven.
Helderheidsmodus
Licht: Kies “Licht” om de helderheid te verhogen.
Dynamisch: Kies “Dynamisch” om de projectorlamp te dimmen zodat er
minder energie wordt verbruikt en de levensduur van de lamp tot 133%
wordt verlengd.
Eco+: kies “Eco+” om de projectorlamp te dimmen die het
helderheidsniveau van de inhoud automatisch detecteert en het
energieverbruik van de lamp vermindert (tot 70 procent) tijdens perioden
van inactiviteit.
Reset lamp
Stel de teller voor de lampuren opnieuw in nadat u de lamp hebt vervangen.
Optional Filter Settings
Optionele filter geïnstalleerd
Kies “Ja” als een optionele stoffilter is geïnstalleerd.
Filter Usage Hours
Hiermee kunt u de verstreken gebruiksduur van de stoffilters (in uren)
weergeven.
Filter Reminder
Stelt een Filter Reminder in wanneer de timer verstreken is.
Filter Reset
Voert een reset uit van de uurteller van de stoffilter na het vervangen van
deze stoffilter.
Reset
Kies “Ja” om de weergaveparameters van alle menu's opnieuw in te stellen
naar de standaard fabrieksinstellingen.
NL-41
Page 42
Bijlage
De stoffilter installeren
Zorg dat u deze stappen volgt om de stoffilter te installeren.
1. Lijn de filter uit op deze twee haakposities (#1 & #2) en duw deze
vervolgens dicht bij de projector van de linkerzijde naar de rechterzijde.
2. Druk op de laatste haakpositie (#3) tot deze klikt.
1
stoffilter
3. Schakel de projector in, druk vervolgens op “Menu”, ga
naar OPTIES > Optional Filter Settings > Optionele filter
geïnstalleerd en selecteer “Ja”.
4. Reinig de stoffilter regelmatig.
De stoffilter moet regelmatig worden gereinigd of vervangen (aanbevolen na elke
500 uur of 3 maanden gebruik). Als de filter niet regelmatig wordt gereinigd, kan
deze verstopt raken met stof en hierdoor een goede ventilatie van de projector
verhinderen. Dit kan oververhitting en schade aan de projector veroorzaken. Als de
projector wordt gebruikt in een stofrijke omgeving, moet u de stoffilter frequenter
reinigen of vervangen.
5. Om de stoffilter te vervangen, demonteer u deze vanaf de linkerzijde
bovenaan van de haakpositie.
6. Schakel de projector in, drukt dan op “Menu”, ga naar OPTIES >
Optional Filter Settings > Optionele filter geïnstalleerd en selecteer “Nee”
wanneer u de stoffilter uittrekt en niet opnieuw wilt installeren.
2
3
NL-42
Page 43
De lamp vervangen
Naarmate de projector wordt gebruikt, neemt de helderheid van de
projectorlamp geleidelijk af en kan de lamp gemakkelijker breken. Wij raden
u aan de lamp te vervangen wanneer een waarschuwingsbericht wordt
weergegeven. Probeer de lamp niet zelf te vervangen. Neem contact op met
een bevoegde onderhoudstechnicus voor vervangingen.
Opmerking
Meteen na het uitschakelen van de projector wordt de lamp zeer warm. Als u de lamp
aanraakt, kunt u uw vinger branden. Wanneer u de lamp vervangt, moet u minstens 45
minuten wachten tot de lamp is afgekoeld.
Raak nooit het glas van de lamp aan. De lamp kan ontploffen door het verkeerd hanteren
van de lamp, dus ook door het aanraken van het glas van de lamp.
De levensduur van de lamp kan verschillen afhankelijk van de lamp zelf en van de
gebruiksomgeving. Er is geen garantie dat elke lamp dezelfde levensduur zal hebben.
Sommige lampen kunnen uitvallen of breken na een kortere periode dan andere soortgelijke
lampen.
Een lamp kan ontploffen door trillingen, schokken of degradatie door urenlang gebruik
wanneer de levensduur bijna verstreken is. Het ontploffingsrisico kan verschillen afhankelijk
van de omgeving of omstandigheden waarbij de projector en lamp worden gebruikt.
Draag beschermende handschoenen en een veiligheidsbril wanneer u de lamp bevestigt of
losmaakt.
Snelle aan-uit-cycli zullen de lamp beschadigen en de levensduur van de lamp verkorten.
Wacht na het inschakelen minstens 5 minuten om de projector uit te schakelen.
Gebruik de lamp niet in de buurt van papier, stof of ander ontbrandbaar materiaal of dek de
lamp niet af met dergelijke materialen.
Gebruik de lamp niet in een atmosfeer die een ontvlambare stof bevat, zoals thinner.
Zorg dat het gebied of de ruimte goed geventileerd is wanneer u de lamp gebruikt in een
omgeving met veel zuurstof (in de lucht). Als er ozon wordt ingeademd, kan dit hoofdpijn,
misselijkheid, duizeligheid en andere symptomen veroorzaken.
De lamp bevat anorganisch kwikzilver. Als de lamp springt, komt het kwikzilver in de lamp
vrij. Verlaat onmiddellijk het gebied wanneer de lamp springt tijdens het gebruik en zorg dat
u het gebied minstens 30 minuten verlucht om het inademen van kwikdampen te vermijden.
Anders kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruiker.
NL-43
Page 44
1. Schakel de projector uit.
2. Koppel de voedingskabel los.
3. Verwijder de schroef uit de zijkant van de lamafdekking. 1
4. Til het deksel op. 2
5. Maak de schroeven van de lampmodule los. 3
6. Til de handel op en trek de lampmodule langzaam en voorzichtig uit. 4
7. Plaats de nieuwe lampmodule in de projector en maak de schroeven
vast.
8. Plaats de lampafdekking terug en maak de schroef vast.
9. Schakel de projector in. Als de lamp niet wordt ingeschakeld na de
opwarmperiode, kunt u proberen de lamp opnieuw te installeren.
10. Stel de lampuren opnieuw in. Raadpleeg het menu “OPTIES >
Lampinstellingen”.
Opmerking
Gooi de kapotte lamp weg in overeenstemming met de lokale voorschriften.
Zorg dat de schroeven stevig zijn vastgemaakt. Als de schroeven niet volledig zijn
vastgemaakt, kan dit letsels of ongelukken veroorzaken.
Aangezien de lamp vervaardigd is uit glas, mag u het apparaat niet laten vallen of het glas
niet krassen.
Gebruik de oude lamp niet opnieuw. Hierdoor kan de lamp ontploffen.
Zorg dat u de projector uitschakelt en koppel de wisselstroomkabel los voordat u de lamp
vervangt.
Gebruik de projector niet terwijl de lampafdekking is verwijderd.
NL-44
Page 45
Installatie plafondmontage
1. Gebruik de plafondmontage van Optoma om schade aan uw projector te
voorkomen.
2. Als u een plafondmontageset van een derde wilt gebruiken, moet u
controleren of de schroeven die worden gebruikt om de set aan het
plafond te monteren, aan de volgende specificaties voldoet:
Wanneer schade wordt veroorzaakt door een onjuiste installatie, wordt de garantie ongeldig.
Waarschuwing
1.als u een plafondmontageset van een ander bedrijf aanschaft, moet u
ervoor zorgen dat u de juiste schroefgrootte gebruikt. De schroeflengte
zal verschillen afhankelijk van de dikte van de montageplaat.
2.Zorg dat u een opening van minstens 10 cm tussen het plafond en de
onderkant van de projector behoudt.
3.Vermijd het installeren van de projector in de buurt van een
warmtebron.
(*1)1920 x 1200 @60hz alleen ondersteuning voor verminderde inactieve
(*2) 3D-timing voor True 3D-projector
Ingangssignaal voor HDMI
Signaal ResolutieVernieuwingsfrequentie (Hz)
VGA640 X 48060Mac 60/72/85
SVGA800 X 60060(*2)/72/85/120(*2)Mac 60/72/85
XGA1024 X 76860(*2)/70/75/85/120(*2)Mac 60/70/75/85
SDTV(480I)640 X 48060
SDTV(480P)640 X 48060
SDTV(576I)720 X 57650
SDTV(576P)720 X 57650
WSVGA(1024X600)1024 X 60060
HDTV(720p)1280 X 72050(*2)/60/120(*2)Mac 60
WXGA
WXGA+1440 x 90060Mac 60
SXGA1280 X102460/75/85Mac 60/75
SXGA+1400 X105060
UXGA1600 X 120060
HDTV(1080I)1920 X108050/60
HDTV(1080p)1920 X108024/30/50/60Mac 60
WUXGA1920 X1200(*1)60Mac 60
(*1)1920 x 1200 @60hz alleen ondersteuning voor verminderde inactieve
(*2) 3D-timing voor True 3D-projector
1280 X76860/75/85Mac 75
1280 X80060Mac 60
1366 x 76860Mac 60
Opmerkingen
voor Mac
Opmerkingen voor
Mac
NL-46
Page 47
Tabel ware 3D-videocompatibiliteit
HDMI 1.4a
3D-ingang
Ingangsresoluties
Als 3D-invoer 1080p@24hz is, moet DMD opnieuw afspelen met integraal meervoud met
3D-stand
1080i@25hz en 720p@50hz zullen werken in 100hz; andere 3D-timings zullen werken in
120hz
HDMI 1.31920 x 1080i @ 50Hz
Ingangstiming
1280 X 720P @ 50HzBoven en onder
1280 X 720P @ 60HzBoven en onder
1280 X 720P @ 50HzFrame packing
1280 X 720P @ 60HzFrame packing
1920 X 1080i @50 HzNaast elkaar (helft)
1920 X 1080i @60 HzNaast elkaar (helft)
1920 X 1080P @24 Hz Boven en onder
1920 X 1080P @24 Hz Frame packing
1920 x1080i @ 60Hz
1280 x 720P @50Hz
1280 x 720P @60Hz
1920 x 1080i @ 50Hz
1920 x1080i @ 60Hz
1280 x 720P @50Hz
1280 x 720P @60Hz
~XX24 n 7E 30 30 32 34 20 a 0D Color Settings/White Red n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX25 n 7E 30 30 32 35 20 a 0D Green n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX26 n 7E 30 30 32 36 20 a 0D Blue n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX33 1 7E 30 30 33 33 20 31 0D Reset
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~XX34 n 7E 30 30 33 34 20 a 0D BrilliantColor
~XX35 1 7E 30 30 33 35 20 31 0D Gamma Film
~XX35 2 7E 30 30 33 35 20 32 0D Video
~XX35 3 7E 30 30 33 35 20 33 0D Graphics
~XX35 4 7E 30 30 33 35 20 34 0D Standard
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~XX36 1 7E 30 30 33 36 20 31 0D Color Temp. Warm
~XX36 2 7E 30 30 33 36 20 32 0D Medium
~XX36 3 7E 30 30 33 36 20 33 0D Cold
~XX37 1 7E 30 30 33 37 20 31 0D Color Space Auto
~XX37 2 7E 30 30 33 37 20 32 0D RGB\ RGB(0-255)
~XX37 3 7E 30 30 33 37 20 33 0D YUV
~XX37 4 7E 30 30 33 37 20 34 0D RGB(16 - 235)
~XX73 n 7E 30 30 37 33 20 a 0D Signal Frequency n = -5 (a=2D 35) ~ 5 (a=35) By signal
~XX91 n 7E 30 30 39 31 20 a 0D Automatic n = 0 disable; n = 1 enable
~XX74 n 7E 30 30 37 34 20 a 0D Phase n = 0 (a=30) ~ 31 (a=33 31) By signal
~XX75 n 7E 30 30 37 35 20 a 0D H. Position n = -5 (a=2D 35) ~ 5 (a=35) By timing
~XX76 n 7E 30 30 37 36 20 a 0D V. Position n = -5 (a=2D 35) ~ 5 (a=35) By timing
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~XX45 n 7E 30 30 34 34 20 a 0D Color (Saturation) n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX44 n 7E 30 30 34 35 20 a 0D Tint n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30))
~XX72 1 7E 30 30 37 32 20 31 0D Menu Location Top Left
~XX72 2 7E 30 30 37 32 20 32 0D Top Right
~XX72 3 7E 30 30 37 32 20 33 0D Centre
~XX72 4 7E 30 30 37 32 20 34 0D Bottom Left
~XX72 5 7E 30 30 37 32 20 35 0D Bottom Right
(WXGA only)
~XX90 1 7E 30 30 39 31 20 31 0D Screen Type 16:10
~XX90 0 7E 30 30 39 31 20 30 0D 16:9
~XX105 1 7E 30 30 31 30 35 20 31 0D Advanced Direct Power On On
~XX105 0 7E 30 30 31 30 35 20 30 0D Off (0/2 for backward compatible)
~XX106 n 7E 30 30 31 30 36 20 a 0D Auto Power Off (min) n = 0 (a=30) ~ 180 (a=31 38 30)
~XX107 n 7E 30 30 31 30 37 20 a 0D Sleep Timer (min) n = 0 (a=30) ~ 9 90 (a=39 39 39)
~XX115 1 7E 30 30 31 31 35 20 31 0D Quick Resume On
~XX115 0 7E 30 30 31 31 35 20 30 0D Off (0/2 for backward compatible)
~XX114 1 7E 30 30 31 31 34 20 31 0D Power Mode(Standby) Eco.(<=0. 5W)
~XX114 0 7E 30 30 31 31 34 20 30 0D Active (0/2 for backward
compatible)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~XX109 1 7E 30 30 31 30 39 20 31 0D Lamp Reminder On
~XX109 0 7E 30 30 31 30 39 20 30 0D Off (0/2 for backward compatible)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~XX99 1 7E 30 30 39 39 20 31 0D RS232 Alert Reset Reset System Alert
~XX210 n 7E 30 30 32 30 30 20 n 0D Display message on the OSD n: 1-30 characters
Raadpleeg de onderstaande lijst met symptomen en maatregelen voordat u
de projector verzendt voor reparatie. Neem contact op met uw lokale
verdeler of met een onderhoudsdienst als het probleem zich blijft voordoen.
Raadpleeg ook "LED-indicatorberichten" as well.
Starten
Als er geen lampen worden ingeschakeld:
Controleer of de voedingskabel stevig is aangesloten op de projector en
op een stopcontact.
Druk opnieuw op de voedingsknop.
Koppel de voedingskabel los, wacht even, sluit de kabel opnieuw aan en
druk opnieuw op de voedingsknop.
Beeld
Als de zoekbron wordt weergegeven:
Druk op SOURCE op de projector of op Source op de
afstandsbediening om een actieve invoerbron te selecteren.
Controleer of de externe bron is ingeschakeld en aangesloten.
Voor een computeraansluiting, moet u controleren of de externe
videopoort van uw notebook is ingeschakeld. Raadpleeg de
computerhandleiding.
Als het beeld niet is scherpgesteld:
Stel de scherpstelring af terwijl het OSD-menu wordt weergegeven. (De
beeldgrootte mag niet veranderen. Als dat toch het geval is, bent u bezig
met zoomen en niet met scherpstellen.)
Controleer de projectielens om te zien of de lens moet worden
schoongemaakt.
Als het beeld flikkert of onstabiel is voor een computeraansluiting:
Druk op “Menu”, ga naar BEELD > GEAVANC. > Signaal en pas Fase
of Frequentie aan.
Afstandsbediening
Als de afstandsbediening niet werkt:
Controleer of er niets de ontvanger van de afstandsbediening op de
voorkant van de projector blokkeert. Gebruik de afstandsbediening
binnen het effectieve bereik.
Richt de afstandsbediening naar het scherm of naar de voorkant van de
projector.
Verplaats de afstandsbediening zodat deze zich meer direct voor de
projector bevindt en niet teveel opzij.
NL-56
Page 57
LED-indicatorberichten
BerichtVoedings-
Stand-bymodus
(Ingang
voedingskabel)
Inschakelen
(opwarmen)
Inschakelen en
lampverlichting
Uitschakelen
(afkoelen)
Quick Resume (100
sec)
Fout (lamp defect)KnipperendStabiel licht
Fout (ventilator
defect)
Fout (Over temp.)KnipperendStabiel licht
Stand-bymodus
(Inbrandingsmodus)
Inbranden
(opwarmen)
Inbranden
(afkoelen)
LED (rood)
Stabiel licht
KnipperendKnipperend
Voe dings -LED
(groen)
Knipperend
0,5 sec uit
0,5 sec licht
Stabiel licht
Knipperend
0,5 sec uit
0,5 sec licht
Terug naar rood
stabiel licht
wanneer de
koelventilatoren
worden
uitgeschakeld
Knipperend
0,25 sec uit
0,25 sec licht
Knipperend
Knipperend
Knipperend
Temp -LED
(rood)
Lamp-LED
(rood)
NL-57
Page 58
Wereldwijde kantoren Optoma
Neem contact op met uw lokaal kantoor voor reparaties of ondersteuning.
USA
3178 Laurelview Ct.
Fremont, CA 94538, USA888-289-6786
www.optomausa.comservices@optoma.com
Canada
3178 Laurelview Ct.
Fremont, CA 94538, USA888-289-6786
www.optomausa.comservices@optoma.com
12F., No.215, Sec. 3, Beixin Rd.,+886-2-8911-8600
Xindian Dist., New Taipei City 231,+886-2-8911-6590
Taiwan, Chinese Republiekservices@optoma.com.tw
www.optoma.com.twasia.optoma.com
Hongkong
Unit A, 27/F Dragon Centre,
79 Wing Hong Street,+852-2396-8968
Cheung Sha Wan,+852-2370-1222
Kowloon, Hong Kongwww.optoma.com.hk
NL-59
Page 60
中国
上海市长宁区
凯旋路 1205 号 5 楼
琉璃奥图码
+86-21-62947376
+86-21-62947375
www.optoma.com.cn
NL-60
Page 61
Voorschriften & veiligheidsrichtlijnen
In deze bijlage vindt u algemene mededelingen met betrekking tot uw
projector.
FCC-verklaring
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een klasse B
digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
beperkingen zijn ontwikkeld om redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke ruis in residentiële installaties. Dit apparaat genereert, gebruikt
en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en
gebruikt in overeenstemming met de instructies, schadelijke storing
veroorzaken in radiocommunicatie.
Er kan echter geen garantie worden gegeven dat er geen interferentie zal
optreden in een specifieke installatie. Indien dit apparaat toch schadelijke
storingen veroorzaakt in radio- of televisieontvangst, wat kan worden
vastgesteld door het betreffende apparaat in en uit te schakelen, moet de
gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of meer van de
volgende maatregelen te nemen:
Wijzig de oriëntatie of verplaats de ontvangstantenne
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger
Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit dan dat
waarop de ontvanger is aangesloten
Of raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/tv-technicus voor hulp.
Opmerking: afgeschermde kabels
Alle aansluitingen op andere computerapparaten moeten gebeuren met
afgeschermde kabels zodat de FCC-voorschriften steeds worden nageleefd.
Opgelet
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door de fabrikant zijn
goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker, die wordt verleend
door de Federale Communicatiecommissie, om deze projector te gebruiken,
nietig verklaren.
NL-61
Page 62
Gebruiksvoorwaarden
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-regels. Het gebruik is
onderhevig aan de volgende twee voorwaarden:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en
2. Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip van
storing die ongewenste werking kan veroorzaken.
Opmerking: Canadese gebruikers
Dit digitale apparaat van Klasse B voldoet aan de Canadese ICES-003.
Remarque à l'intention des utilisateurs canadiens
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du
Canada
Gooi dit elektronische apparaat
niet bij het huishoudelijke vuil
wanneer u het niet langer gebruikt.
Recycle het product om de pollutie
te minimaliseren en de maximale
bescherming van het wereldmilieu
te garanderen.
NL-62
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.