Invloed van ingangsspanningsvariatie0,5% max. (bij 85 tot 264 VAC ingang, 100% belasting)
Invloed van belastingsvariatie
(nominale ingangsspanning)
Invloed van temperatuurvariatie0,05%/°C max.
Inschakeltijd (zie opm. 1 en 7)100 ms max. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)1000 ms max. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)
Uitschakeltijd (zie
opmerking 1)
Overbelastingsbeveiliging (zie opm. 1)105% tot 160% van nominale belastingsstroom,
Overspanningsbeveiliging (zie opm. 1)Ja (zenerdiodeklem) (zie opm. 3)Ja (zie opm. 4)
Uitgangsspanningsindicatie Nee
Uitgangsstroomindicatie Nee
Piekwaardestroomindicatie Nee
Onderhoudsvoorspellingsindicatie Nee
Uitgang onderhoudsvoorspellingsindicatie Nee
Totale bedrijfstijdindicatieNee
Totale bedrijfstijdindicatie uitgangNee
OnderspanningsalarmindicatieJa (kleur: rood)
Aansluiting onderspanningsalarmNee
ParallelbedrijfNee
SeriebedrijfModellen met 24VDC-uitgang: mogelijk voor maximaal 2 voedingen (met externe diode)
Opslagtemperatuur−60 tot 65 °C
Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf25% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%)
Diëlektrische sterkte3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen; detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand100 MΩ min. (tussen alle uitgangen en alle ingangen/PE-klemmen) bij 500 VDC
Trillingsbestendigheid10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting
2. Als aan de V.ADJ-regelaar wordt gedraaid, loopt de spanning op met meer dan +15% van het spanningsafregelbereik. Bevestig bij het aanpassen van de uitgangsspanning de
werkelijke spanning van de voeding en controleer of de belasting niet is beschadigd.
3. De overspanningsbeveiliging van de S8VS-015@@ maakt gebruikt van een zenerdiodeklem. Als het interne terugkoppelcircuit defect is, kan de belasting worden beschadigd
door de aangesloten uitgangsspanning (ca. 140% tot 190% van de nominale uitgangsspanning).
4. Als u de beveiliging wilt resetten, schakelt u de voeding gedurende drie minuten of meer uit, waarna u de voeding weer inschakelt.
5. De gemiddelde waarden geven de waarden voor een ingangsspanning van 230 VAC aan. Alle items worden gemeten bij een frequentie van 50 Hz.
6. De inschakelcircuits verschillen niet voor de spanningsspecificaties. Daarom komen de gemiddelde waarden overeen met de gegevenswaarden voor de 24V-modellen.
7. De circuits hebben verschillende vormen, zodat de inschakeltijd alleen korter is wanneer u een 15W-vermogen gebruikt.
12VDC-modellen: 74% min. (79% gem.)76% min. (83% gem.)
24VDC-modellen: 77% min. (81% gem.)80% min. (85% gem.)
200 V-ingang0,25 A max.0,6 A max.
230 V-ingang5 VDC: (0,14 A gem.), 12 /24 VDC (0,19 A gem.) 5 VDC: (0,27 A gem.), 12 /24 VDC (0,37 A gem.)
200 V-ingang1,0 mA max.
230 V-ingang5 /12 /24 VDC: (0,30 mA gem.) 5 /12 /24 VDC: (0,32 mA gem.)
100 V-ingang25 A max. (20 A gem.) (voor een koude start bij 25 °C )
200 V-ingang50 A max. (40 A gem.) (voor een koude start bij 25 °C )
230 V-ingang5 /12 /24 VDC: (29 A gem.) (zie opm. 6)5 /12 /24 VDC: (40 A gem.) (zie opm. 6)
f = 20 MHzmeting
f = 100 MHzmeting
bij 100% belasting 5VDC: (328 ms gem.), 12V: (251 ms gem.),
5VDC: (6 ms gem.), 12VDC: (12 ms gem.),
24VDC: (18 ms gem.)
20 ms min. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)
24VDC: (243 ms gem.)
uitgangsspanningsval,
automatische reset
Modellen met 5 of 12VDC-uitgang: Niet mogelijk
2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
1,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
10 tot 150 Hz, 0,35 mm met enkele amplitude (max. 5 G) gedurende 80 min. in de X-, Y- en Z-richting
2
150 m/s
elk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting, 3 keer per richting
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B en gebaseerd op FCC, klasse A
ParallelbedrijfNee
SeriebedrijfJa voor maximaal 2 voedingen (met externe diode)
Opslagtemperatuur−60 tot 65 °C
Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf25% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%)
Diëlektrische sterkte3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen/ alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand100 MΩ min. (tussen alle uitgangen /alarmuitgangen en alle ingangen/PE-klemmen) bij 500 VDC
Trillingsbestendigheid10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting
2. Als aan de V.ADJ-regelaar wordt gedraaid, loopt de spanning op met meer dan +15% van het spanningsafregelbereik (met meer dan +10% voor 240W-modellen). Bevestig bij
het aanpassen van de uitgangsspanning de werkelijke spanning van de voeding en controleer of de belasting niet is beschadigd.
3. Als u de beveiliging wilt resetten, schakelt u de voeding gedurende drie minuten of meer uit, waarna u de voeding weer inschakelt.
4. Weergegeven op het 7-segments LED-display (tekenhoogte: 8 mm)
5. Resolutie van uitgangsspanningsindicatie: 0,1 V, precisie van uitgangsspanningsindicatie: ±2% (percentage van uitgangsspanningswaarde, ±1 cijfer)
6. Resolutie van uitgangsstroomindicatie: 0,1 A; precisie van uitgangsstroomindicatie: ±5% FS ±1 cijfer max. (per nominale uitgangsspanning)
7. Resolutie van piekhoudstroomindicatie: 0,1 A; precisie van piekhoudstroomindicatie: ±5% FS ±1 cijfer max. (per nominale uitgangsspanning);
Vereiste signaalbreedte voor huidige piekhoudspanning: 20 ms
8. Type A en type B: NPN, type AP en type P: PNP
9. Om de emissiewaarde te garanderen, mogen alleen kabels in combinatie met een ferrietkern worden gebruikt (TDK HF60T, HF70RH of gelijkwaardig model).
200 V-ingang1,0 A max.1,4 A max.
230 V-ingang(0,7 A gem.)(0,9 A gem.)
200 V-ingang1,0 mA max.
230 V-ingang(0,40 mA gem.)(0,35 mA gem.)
100 V-ingang25 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
200 V-ingang50 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
230 V-ingang(47 A gem.)(38 A gem.)
f = 20 MHzmeting
f = 100 MHzmeting
bij 100% belasting (220 ms gem.)(190 ms gem.)
emissies
Stralings-
emissies
StandaardOnderhoudsvoor-
(0,29% (p-p) gem.)(0,38% (p-p) gem.)
(0,32% (p-p) gem.)(0,42% (p-p) gem.)
1,5% max. (met nominale ingangsspanning, 0% tot 100% belasting)
(270 ms gem.)(260 ms gem.)
Ja
NeeJa (selecteerbaar)NeeNeeJa (selecteerbaar)Nee
NeeJa (selecteerbaar)NeeJa (selecteerbaar)
2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
1,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen/alarmuitgangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
500 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
10 tot 150 Hz, 0,35 mm met enkele amplitude (max. 5 G) gedurende 80 min. in de X-, Y- en Z-richting
150 m/s2 elk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting, 3 keer per richting
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A en gebaseerd op FCC, klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
cUL: CSA C22.2 Nr. 14 (klasse 2), Nr. 60950
EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), EN60950 (=VDE0805)
SELV (EN60950/EN50178/UL60950-1)
Conform VDE0106/P100, IP20
spellingsindicatie
Tot ale
bedrijfstijdindicatie
StandaardOnderhoudsvoor-
UL: UL508 (Vermelding), UL60950:
cUL: CSA C22.2 Nr. 14, Nr. 60950
EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), EN60950 (=VDE0805)
SELV (EN60950/EN50178/UL60950-1)
Conform VDE0106/P100, IP20
spellingsindicatie
collectoruitgang), 30
VDC max., 50 mA
max. (zie opm. 8)
30 VDC max., 50 mA max. (zie opm. 8)
Tot al e
bedrijfstijdindicatie
Nee
gang), 30 VDC max.,
50 mA max.
(zie opm. 8)
4Schakelende voedingen S8VS
Page 5
Vermogen120 W180 W240 W
Type
StandaardOnder-
Item
Rendement (gemiddeld)80% min. (87% gem.)80% min. (88% gem.)80% min. (86% gem.)
IngangSpanning100 tot 240 VAC (85 tot 264 VAC)
ParallelbedrijfNee
SeriebedrijfJa voor maximaal 2 voedingen (met externe diode)
Opslagtemperatuur−60 tot 65 °C
Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf 25% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%)
Diëlektrische sterkte3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen/ alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand100 MΩ min. (tussen alle uitgangen/alarmuitgangen en alle ingangen/PE-klemmen) bij 500 VDC
Trillingsbestendigheid10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting
200 V-ingang1,1 A max.1,6 A max.2,0 A max.
230 V-ingang(0,6 A gem.)(0,9 A gem.)(1,2 A gem.)
200 V-ingang1,0 mA max.
230 V-ingang(0,43 mA gem.)(0,45 mA gem.)(0,45 mA gem.)
100 V-ingang25 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
200 V-ingang50 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
230 V-ingang(41 mA gem.)(34 mA gem.)(39 mA gem.)
2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
1,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen/alarmuitgangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
500 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
10 tot 150 Hz, 0,35 mm met enkele amplitude (max. 5 G) gedurende 80 min. in de X-, Y- en Z-richting
150 m/s2 elk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting, 3 keer per richting
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A en gebaseerd op FCC, klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
cUL: CSA C22.2 Nr. 14, Nr. 60950
EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), EN60950 (=VDE0805)
SELV (EN60950/UL50178/UL60950-1)
Conform VDE0106/P100, IP20
Constructie en nomenclatuur van (15W-, 30W-modellen)
■ Nomenclatuur
15W-, 30W-modellen
S8VS-015@@/S8VS-030@@
1
Nr.BenamingFunctie
1AC-ingangsklemmen (L), (N)Sluit de ingangskabels aan op deze klemmen. (zie opm. 1)
2Beschermend aardeaansluitpunt (PE)Sluit de aardaansluiting aan op deze klem. (zie opm. 2)
2
3DC-uitgangsklemmen (−V), (+V)Sluit de belastingskabels aan op deze klemmen.
4Uitgangsindicator (DC ON: groen)Brandt wanneer de DC-uitgang (gelijkstroom) bekrachtigd is.
4
5Onderspanningsindicator (DC LOW: rood) Licht op wanneer een uitgangsspanningsval wordt gedetecteerd.
5
6Uitgangspanningsafregeling (V.ADJ)Wordt gebruikt om de spanning te regelen.
6
Opmerking: 1. De zekering bevindt zich aan de (L)-zijde. Deze is niet vervangbaar door de gebruiker.
2. Dit is de beschermende aardeaansluiting die wordt beschreven in de veiligheidsnormen. Zorg dat
Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen verouderen of nu en dan
defect raken. Gebruik de voeding niet buiten het
bereik van de belastingsreductiekromme (dat wil
zeggen, het gebied dat in de grafiek hierboven
donkerder A wordt weergegeven).
2. Als er een derating probleem is, gebruik dan geforceerde luchtkoeling.
*1
3. Zorg voor een vrije ruimte van minimaal 20 mm wanneer het product op de normale manier of horizontaal
wordt gemonteerd. Als u niet over 20 mm beschikt,
*2
moet u zorgen voor een vrije ruimte van minimaal
10 mm. In dat geval vermindert de overeenkomstige
derating kromme met 5°C.
4. Als u voedingen horizontaal gericht in een verticale
richting op elkaar monteert, moet u zorgen voor een
vrije ruimte van minimaal 75 mm tussen de voedingen. Als u niet over 75 mm beschikt, vermindert de
overeenkomstige derating kromme met 1°C per tekort van 5 mm. U moet echter over minimaal 25 mm
beschikken. In dat geval vermindert de overeenkomstige derating kromme met 10°C.
1
*1
*2
8Schakelende voedingen S8VS
Page 9
■ Montage
Standaard DIN-railmontage
Horizontale DIN-railmontage
■ Overspanningsbeveiliging
Houd rekening met te hoge spanningen en ontwerp het systeem
zodanig dat de belasting niet wordt blootgesteld aan te hoge spanningen, ook wanneer het terugkoppelcircuit in de voeding defect
raakt. Wanneer een uitzonderlijk hoge spanning van circa 130% van
de nominale spanning of meer wordt gemeten, dan wordt de uitgangsspanning uitgeschakeld. Reset de voeding door de voedingspanning ten minste drie minuten uitgeschakeld te houden alvorens
deze weer in te schakelen.
Standaardmontage met S82Y-VS30P
Horizontaal gerichte montage met S82Y-VS30P*
Opmerking: 1. Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie verstoren
Opmerking: de beugel voor zijmontage kan aan beide
kanten worden gemonteerd.
en kan soms leiden tot versnelde veroudering of defecten
van de interne onderdelen. Gebruik het product binnen
de belastingsreductiekromme voor de montagerichting
die wordt gehanteerd. Gebruik de voeding niet als deze
op een andere wijze is gemonteerd dan hier wordt
weergegeven.
2. Gebruik een montagebeugel (S82Y-VS30P, apart
verkrijgbaar) wanneer het product horizontaal gericht
wordt gemonteerd.
3. De warmtedissipatie wordt nadelig beïnvloed. Als het
product horizontaal gericht wordt gemonteerd, moet de
zijkant altijd met het label naar boven gericht worden
geplaatst.
4. Bij horizontaal gerichte DIN-railmontage gebruikt u
PFP-M-eindplaten aan de boven- en onderzijde voeding.
Horizontale montage met S82Y-VS30P
S82Y-VS30P
Zijkant met label
■ Overbelastingsbeveiliging
De voeding is voorzien van een overbelastingsbeveiliging die de voeding beschermt tegen mogelijke schade. Wanneer de uitgangsstroom
boven 105% van de nominale stroom uitkomt, dan wordt de beveiligingsfunctie in gang gezet, waardoor de uitgangsspanning inzakt. Als
de uitgangsstroom terugvalt tot binnen het nominale bereik, dan wordt
de overbelastingsbeveiligingsfunctie automatisch uitgeschakeld.
15 W-modellen30 W-modellen
Uitgangsspanning (V)
Uitgangsspanning (V)
Intermitteren
de werking
Overspanningsbeveiliging
in werking
+30%
(ca.)
+15%
Uitgangsspanning (V)
Nominale
uitgangs-
spanning
−10%
0V
De waarden in het bovenstaande schema dienen slechts ter referentie.
Opmerking: 1. Schakel de voedingsspanning niet in voordat de oorzaak
2. De overspanningsbeveiliging van de S8VS-015@@
Variabel bereik
van de overspanning is weggenomen.
maakt gebruikt van een zenerdiodeklem. De uitgangsspanning wordt vastgesteld op ca. 140% of meer van de
nominale uitgangsspanning (ca. 140% tot 190%). Als het
interne terugkoppelcircuit defect is, kan de belasting worden beschadigd door de aangesloten uitgangsspanning
(ca. 140% tot 190% van de nominale uitgangsspanning).
De voeding wordt niet opnieuw ingeschakeld als de uitgang wordt uitgeschakeld door de overspanningsbeveiliging. Als dat gebeurt, vervangt u de voeding.
■ Inschakelstroom, inschakeltijd,
houdtijd voor uitgang
ACingangsspanning
ACingangsstroom
Uitgangsspanning
Ingang AAN
Inschakelstroom bij ingangstoepassing
90%
Inschakeltijd (1000 ms max.)
Ingang UIT
Houdtijd
(20 ms max.)
96,5%
■ Onderspanningsalarmindicatie
LED (DC LOW rood) licht op om te waarschuwen voor de uitgangsspanningsval.
De detectiespanning wordt ingesteld op ongeveer 80% (75% tot
90%) van de nominale uitgangsspanning.
Opmerking: Deze functie bewaakt de spanning bij de uitgangsklemmen
van de voeding. Als u de werkelijke spanning wilt controleren, dient u de spanning te meten aan de belastingzijde.
010050
Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen aan veroudering onderhevig
Uitgangsstroom (%)
De waarden in de bovenstaande schema's dienen slechts ter referentie.
zijn of defect raken als een kortsluitings- of overstroomsituatie tijdens bedrijf blijft voortduren.
2. Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderen of defect raken als de voeding wordt gebruikt voor toepassingen met frequente hoge inschakelstroom of
overbelasting aan de belastingzijde. Gebruik de voeding
niet voor dergelijke toepassingen.
Opmerking: 1. De zekering bevindt zich aan de (L)-zijde. Deze is niet
vervangbaar door de gebruiker.
2. Dit is de beschermende aardeaansluiting die wordt
beschreven in de veiligheidsnormen. Zorg dat deze
aansluiting altijd is geaard.
3. Alleen voor S8VS-@@@24@@.
4. Alleen voor de S8VS-@@@24@@ (met uitzondering
van S8VS-06024@).
5. Zowel NPN- als PNP-uitgangen zijn beschikbaar.
6. Alleen voor de S8VS-@@@24A@@ (met uitzondering
van S8VS-06024A).
7. Alleen voor de S8VS-@@@24B@@ (met uitzondering
van S8VS-06024B).
10Schakelende voedingen S8VS
Page 11
Technische gegevens (alleen voor S8VS-@@@24@@)
■ Mode wijzigen
S8VS-@@@24A@-modellen (met LED-display) kunnen het uitgangsvoltage, de uitgangsstroom, de piekhoudstroom of de tijd voor de
onderhoudsvoorspellingsindicatie weergeven. S8VS-@@@24B@-modellen (met LED-display) kunnen het uitgangsvoltage, de uitgangsstroom, de
piekhoudstroom of de totale bedrijfstijd weergeven.
Voedingsspanning ingeschakeld
Modelindicatie
Bedrijfsmode
Houd de omhoogtoets U
of omlaagtoets
seconden of meer ingedrukt.
Opmerking: voor de S8VS-06024@ is geen instellingsmode beschikbaar.
D drie
Instellingsmode
■ Bedrijfsmode
Hier worden verschillende niveaus van de voeding beschreven.
Modellen met onderhoudsvoorspellingsindicatie (S8VS-@@@24A@) Modellen met totale bedrijfstijdindicatie (S8VS-@@@24B@)
Houd de modetoets drie
seconden of meer ingedrukt.
Of 30 seconden of meer geen enkele toets indrukken.
Uitgangsspanning
(Uitgangsspanning van voeding wordt
gecontroleerd en weergegeven.)
Uitgangsstroom
(Uitgangsstroom van voeding wordt
gecontroleerd en weergegeven.)
Piekbelasting (zie opm. 1)
(Maximale uitgangsstroom van voeding wordt
geregistreerd en weergegeven.)
Onderhoudsvoorspellingsindicatie
Uitgangsspanning
(Uitgangsspanning van voeding wordt
gecontroleerd en weergegeven.)
Uitgangsstroom
(Uitgangsstroom van voeding wordt
gecontroleerd en weergegeven.)
Piekbelasting
(Maximale uitgangsstroom van voeding wordt
geregistreerd en weergegeven.)
Totale bedrijfstijdindicatie
Opmerking: 1. Voor de piekhoudstroom wordt de stroom gemeten vanaf drie seconden nadat de voeding is gestart. De inschakelstroom wordt
niet gemeten op deze wijze.
2. Voor de fabrieksinstelling wordt de uitgangsspanning weergegeven wanneer de voeding voor het eerst wordt ingeschakeld.
Daarna wordt de uitgangsspanning in hetzelfde display aangegeven wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
■ Instellingsmode (met uitzondering van S8VS-06024@)
Verschillende parameters van de voeding instellen.
Modellen met onderhoudsvoorspellingsindicatie (S8VS-@@@24A@) Modellen met totale bedrijfstijdindicatie (S8VS-@@@24B@)
Bedrijfsmode
of
3 seconden of
meer indrukken.
3 seconden of meer indrukken of geen enkele
toets indrukken gedurende 30 seconden of meer.
Bedrijfsmode
3 seconden of
meer indrukken.
of
3 seconden of meer indrukken of geen enkele
toets indrukken gedurende 30 seconden of meer.
Onderspanning
gedetecteerd
Onderhoudsvoorspelling
/
Stappen van 0,1 V
/
Stappen van 0,5 jaar
* Fabrieksinstellingen worden weer-
*
18,5 tot 20,0 tot 27,5 (V)
*
0,0 tot 0,5 tot 5,0 (j)
gegeven met een zwarte achtergrond.
Onderspanning
gedetecteerd
Totale
bedrijfstijd
/
18,5 tot 20,0 tot 27,5 (V)
Stappen van 0,1 V
/
1 tot 50 tot 150 ( × 1000 u)
Stappen van 1000 uur
* Fabrieksinstellingen worden weer gegeven met een zwarte achtergrond.
*
*
Opmerking: 1. Druk op de omhoogtoets (9) U of de omlaagtoets (10) D en houd deze gedurende twee seconden of meer vast om de waarde
snel te verhogen of verlagen.
2. De S8VS-06024@ is niet voorzien van een instellingsmode en de parameters zijn vast ingesteld volgens de fabrieksinstelling.
Schakelende voedingen S8VS11
Page 12
■ Piekhoudstroom resetten
De piekwaarde van de huidige stroom (de piekhoudwaarde) kan
worden ingesteld op het scherm.
■ Meer dan één alarm
Wanneer twee of meer verschillende alarmsituaties tegelijkertijd
optreden
Bedrijfsmode
-toets 3 seconden of meer indrukken.
Reset
2 seconden (piekbelasting wordt weergegeven
Start
piekhoudstroom
waardemeting
Opmerking: De waarde van de piekhoudstroom wordt niet gereset in de
instellingsmode.
2 seconden nadat deze
opnieuw is ingesteld.)
■ Onderspanningsalarmindicatie
Deze indicator gaat branden wanneer de uitgangsspanning te laag is.
Bedrijfsmode
Er is sprake van onderspanning.
Onderspanningsalarm
Uitgangsstroom
Piekhoudstroom
(Zie opm.)
Ondergrens
uitgangsspanning
Opmerking: deze indicator geeft
afwisselend het
alarm ( ) en de
ondergrens voor de
uitgangsspanning
weer.
Bedrijfsmode
Onderspanningsalarm
(Zie opm.)
Onderhoudsvoorspellingsindicatie
(Zie opm.)
De indicatie verspringt afwisselend elke twee seconden
in de richting van de pijl.
Opmerking: 1.Bij onderspanningsalarm: druk op uitgangsbe-
lastingindicatie Bij onderhoudsvoorspellingsindicatie
of oververhittingsalarm: druk op onderspanningsalarmindicatie
2.De voorgaande afbeeldingen hebben betrekking op
modellen met onderhoudsvoorspellingsindicatie
(S8VS-@@@24A@).
Onderhoudsvoorspellingsindicatie
Opmerking: 1.In het display wordt de uitgangsspanning weergege-
ven wanneer de spanning hersteld is op de instelwaarde of hoger.
2.De voorgaande afbeeldingen hebben betrekking op
modellen met onderhoudsvoorspellingsindicatie
(S8VS-@@@24A@).
12Schakelende voedingen S8VS
Page 13
■ Zelfdiagnosefunctie
De getallen in de volgende tabel geven aan welk nummer wordt gebruikt in Nomenclatuur op pagina's 8 en 10.
Geheugenfout ingestelde alarmwaarde van onderhoudsvoorspellingsindicatie of totale
bedrijfstijdindicatie
Andere geheugenfout(11) Uitgangsklem
Opmerking: 1. Externe storing is mogelijk als gevolg van “
2. Bediening buiten het bereik van de belastingsreductiekromme, een ventilatiefout en een onjuiste montagerichting zijn mogelijke
oorzaken van een “
3. Als de "h%t"-fout gedurende meer dan drie uur aanhoudt, wordt de onderhoudsvoorspellingsfunctie ongeldig. De uitgangsklem
(12) voor onderhoudsvoorspelling (jaar) wordt uitgeschakeld (zonder continuïteit tussen (12) uitgangsklem voor onderhoudsvoorspelling (jaar) en (13) algemene klem voor alarmuitgang).
Vervang de voeding als deze situatie optreedt. Doe dit ook als de uitgang correct is omdat de interne onderdelen kunnen zijn verouderd.
4. De "
h%t"-foutopsporingsfunctie is alleen beschikbaar voor de S8VS-@@@24A@.
h%t”-fout.
Geen wijzigingAutomatisch herstelGeen wijziging
voor onderhoudsvoorspelling (jaar) wordt
uitgeschakeld.
(11) Uitgangsklem
voor onderspanning
(DC LOW) wordt uitgeschakeld.
(12) Uitgangsklem
voor onderhoudsvoorspelling (jaar) wordt
uitgeschakeld of uitgangsklem voor totale
bedrijfstijd (kh) wordt
uitgeschakeld.
voor onderspanning
(DC LOW) wordt uitgeschakeld.
(12) Uitgangsklem
voor onderhoudsvoorspelling (jaar) wordt
uitgeschakeld of uitgangsklem voor totale
bedrijfstijd (kh) wordt
uitgeschakeld.
Automatisch herstelGeen wijziging
Druk op de omhoogtoets (9) U of de omlaagtoets (10) D en houd deze gedurende drie seconden vast om de instelwaarde van het
bijbehorende punt te controleren.
De instelwaarde dient terug te springen naar
de fabrieksinstelling
Schakel de AC-ingangsspanning uit en weer in.
Als het product niet wordt gereset, dient u
contact op te nemen met de leverancier.
---”, “e01”, “e02 ” en “e03 ”-fouten.
Instelling na herstel
De fabrieksinstelling of de waarde
die in de instellingsmode opnieuw is ingesteld
Geen wijziging
Schakelende voedingen S8VS13
Page 14
■ Onderhoudsvoorspelling
(S8VS-@@@24A@)
Wordt weergegeven wanneer de onderhoudsvoorspelling de instelwaarde heeft bereikt.
Bedrijfsmode
Het onderhoudsvoorspelling
heeft de instelwaarde bereikt.
Onderhoudsvoorspellingsindicatie
Uitgangsspanning
Uitgangsstroom
Piekhoudstroom
(Zie opm.)
Resterende tijd
tot vervanging
Opmerking: Deze indicator
geeft afwisselend
het alarm ( )
en de onderhoudstijd tot
vervanging weer.
■ Indicatie en uitgang
Bij de aanschaf van het product ziet u de aanduiding “ful”. Bij het
verouderen van de elektrolytische condensatoren verandert deze
aanduiding in “hlf”. "ful" wordt ongeveer een maand lang weergegeven voor de onderhoudsvoorspelling nadat de voeding voor de
eerste keer is ingeschakeld. Vervolgens wordt de cumulatieve
waarde weergegeven afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden die
daarna optreden. (De aanduiding "
gegeven; dit hangt af van de omgeving waarin de eenheid wordt
gebruikt en van de instelwaarde voor de onderhoudsvoorspelling.)
S8VS-06024A:
Zodra de resterende tijd tot het onderhoud minder dan twee jaar is,
verandert de indicatie automatisch in een waarde, die afloopt van
"
1.5" tot "1.0" tot "0.5" tot "0.0" (jaar) naarmate de bedrijfsuren
oplopen. Zodra de resterende tijd minder dan 0,5 jaar bedraagt, worden afwisselend een alarm (
Als de instelling voor de onderhoudsvoorspelling L (die willekeurig op
een waarde tussen 0,0 en 5,0 jaar kan worden ingesteld in stappen
van 0,5 jaar) is ingesteld op een waarde die groter is dan twee jaar,
verandert de indicatie automatisch in een waarde (L – 0,5) zodra de
resterende tijd tot het onderhoud is teruggebracht tot het ingestelde
aantal jaren. Hierna worden afwisselend een alarm (
terende tijd weergegeven.
Als de instelling minder dan 2,0 jaar bedraagt, verandert de indicatie
in een waarde (1,5) zodra de resterende tijd minder is geworden dan
twee jaar en zodra de resterende tijd minder bedraagt dan de ingestelde tijd, worden afwisselend een alarm (
(L - 0.5) weergegeven.
Als afwisselend het alarm (
weergegeven, wordt een transistor ((12) uitgangsklem voor onderhoudsvoorspelling (jaar)) uitgeschakeld om aan te geven dat er
onderhoud vereist is. (De transistor wordt uitgeschakeld wanneer de
tijd voor de onderhoudsvoorspelling wordt bereikt. Dit wil zeggen dat
er geen continuïteit tussen (12) uitgangsklem voor onderhoudsvoorspelling (jaar) en (13) algemene klem voor alarmuitgang is.)
hlf" wordt echter niet altijd weer-
a02) en de waarde "0.0" weergegeven.
a02) en de res-
a02) en de resterende tijd
a02) en een numerieke waarde worden
In het geval dat de
resterende tijd wordt
teruggebracht tot
minder dan 0,5 jaar
en er een alarm
wordt gegenereerd
Opmerking: 1. De resterende tijd tot het onderhoud is gebaseerd op
doorlopend gebruik, zonder rekening te houden met
de tijd dat de voeding is uitgeschakeld.
2. "
ful" wordt ongeveer een maand lang weergegeven
om de snelheid van de veroudering te schatten en de
uitgang blijft ingeschakeld (continuïteit tussen (12)
uitgangsklem voor onderhoudsvoorspelling (jaar) en
(13) algemene klem voor alarmuitgang).
3. Raadpleeg Verhouding tussen weergegeven waarden
en uitvoer van instelwaarden onder Onderhoudsvoorspelling indicatiefunctie voor meer informatie over de
weergave.
14Schakelende voedingen S8VS
Page 15
■ Onderhoudsvoorspelling indicatiefunctie
De voeding is uitgerust met elektrolytische condensatoren.
Het elektrolyt uit de elektrolytische condensator dringt door de rub-
ber afdichting heen en verdampt na verloop van tijd, waardoor de
elektrische eigenschappen achteruit gaan.
Hierdoor gaan de prestaties van de voeding mettertijd achteruit.
De indicatiefunctie voor de onderhoudsvoorspelling toont hoe lang
het ongeveer duurt voordat de voeding onderhoud behoeft vanwege
veroudering van de elektrolytische condensatoren. Wanneer de res-
terende periode tot het onderhoud van de voedingseenheid de ingestelde waarde bereikt, wordt er een alarm gegeven en een
uitgangssignaal gegenereerd.
Aan de hand van deze functie kunt u bepalen wat ongeveer de
vervangingstijd is van de voeding.
Opmerking: De onderhoudsvoorspelling indicatiefunctie geeft een geschatte
periode aan tot er onderhoud moet worden gepleegd, op basis
van de veroudering van de elektrolytische condensator. Uitval als
gevolg van andere oorzaken wordt hiermee niet voorspeld.
Verhouding tussen weergegeven waarden en uitvoer van instelwaarden
Oorspronkelijke
capaciteit
Capaciteitsniveau bij
vervanging
L: Instelwaarde onderhoudsvoorspelling
(zie opm.) 0,0 tot 5,0, 0,5 stappen
HoofddisplayCapaciteit condensator
Uitgang onderhoudsvoorspellingsindicatie
(L−0,5)
L=2,5
L=0,5
Wanneer L-instelling tussen 2,5 en 5 jaar is.
'1,0' wordt in het hoofddisplay weergegeven als de
gecalculeerde tijdsduur van onderhoudsvoorspellingsindicatie voldoet aan de voorwaarde 1,0 ≤ T < 1,5.
5,0
2,52,01,51,00,5
T: Onderhoudstijd
tot vervanging
0
Opmerking: Deze functie kan alleen worden ingesteld
op de S8VS-09024A@, S8VS-12024A@,
S8VS-18024A@, en S8VS-24024A@.
■ Werkingsprincipe
De verouderingssnelheid van de elektrolytische condensator hangt
in grote mate af van de omgevingstemperatuur. (Over het algemeen
volgt de snelheid de 'regel van twee voor elke 10 °C'; voor elke temperatuurstijging van 10 °C wordt de verouderingssnelheid verdubbeld volgens de vergelijking van Arrhenius.) Op de S8VS-@@@24A@
wordt de temperatuur binnen de voeding gecontroleerd en wordt de
mate van veroudering berekend op basis van het aantal bedrijfsuren
en de interne temperatuur. Op grond van deze mate van veroudering, activeert de voeding de alarmindicatie en de alarmuitgang wanneer de resterende periode tot het onderhoud de instelwaarde
bereikt.
Opmerking: 1. Vanwege de veroudering van de interne elektroni-
sche onderdelen, dient u de voeding ongeveer
15 jaar na aankoop te vervangen, ook als dit volgens
de indicatie en de uitgang van de onderhoudsvoorspellingsindicatie nog niet aan de orde is.
2. De onderhoudsvoorspelling wordt bespoedigd of vertraagd onder invloed van de bedrijfsomstandigheden.
Controleer de indicatie regelmatig.
3. De onderhoudsvoorspelling kan naar voren of naar
achteren worden geschoven als de voeding herhaaldelijk wordt in- en uitgeschakeld.
Alleen de S8VS-09024A@, S8VS-12024A@,
S8VS-18024A@ en S8VS-24024A@ beschikken over
deze uitgang.
4. De nauwkeurigheid van de onderhoudsvoorspellingsfunctie kan ongunstig worden beïnvloed door
toepassingen waarbij de AC-ingang regelmatig wordt
in- en uitgeschakeld.
De numerieke waarde
neemt mettertijd af.
■ Referentiewaarden
Betrouwbaarheid
(MTBF)
DefinitieMTBF staat voor Mean Time Between Failures, de ge-
Verwachte
levensduur
DefinitieDe levensverwachting geeft de gemiddelde bedrijfsuren
Opmerking: De onderhoudsvoorspelling is de levensduur (de interne
middelde tijd tussen storingen. Deze wordt berekend
aan de hand van de waarschijnlijkheid dat er toevallige
storingen optreden. Deze waarde geeft de betrouwbaarheid van apparatuur aan.
Deze waarde vertegenwoordigt daarom niet direct de
levensduur van het product.
Minimaal 10 jaar
aan bij een omgevingstemperatuur van 40 °C en een
belasting van 50%. Dit wordt normaliter bepaald aan de
hand van de verwachte levensduur van de ingebouwde
aluminium elektrolytische condensator.
temperatuur van de voeding wordt voortdurend gemeten) van
de interne elektrolytische condensator onder de werkelijke
bedrijfsomstandigheden en varieert al naar gelang de
bedrijfomstandigheden bij de klant. 15 jaar is bepaald als
de maximumperiode voor de onderhoudsvoorspelling.
Schakelende voedingen S8VS15
Page 16
■ Modellen met totale bedrijfstijdindicatie (S8VS-@@@24B@)
S8VS-06024B
De getotaliseerde waarde voor de bedrijfstijd van de voeding wordt
weergegeven als de totale bedrijfstijd.
weergegeven na de aankoop en naarmate de bedrijfstijd toeneemt,
wordt de weergegeven waarde verhoogd in stappen van 1 kh. De
S8VS-06024B beschikt echter niet over een alarmfunctie (instelling,
weergave of uitgang).
2. Voor de totale bedrijfstijd wordt de totale tijd gemeten
dat stroom wordt geleverd en deze meting heeft geen
betrekking op de veroudering van de elektrolytische
condensator die is ingebouwd in de voeding of op de
gevolgen voor de omgevingstemperatuur.
De getotaliseerde waarde voor de bedrijfstijd van de voeding wordt
weergegeven als de totale bedrijfstijd. 0 (kh) wordt aanvankelijk
weergegeven na de aankoop en naarmate de bedrijfstijd toeneemt,
wordt de weergegeven waarde verhoogd in stappen van 1 kh. Wanneer de totale bedrijfstijd de vooraf bepaalde waarde voor de alarminstelling bereikt, worden afwisselend het alarm (
a02) en de totale
bedrijfstijd weergegeven, terwijl de status extern wordt uitgevoerd
door een transistor ((12) uitgangsklem voor totale bedrijfstijd (kh)).
(Ingestelde alarmwaarde bereikt = uit, er is geen continuïteit tussen
(12) uitgangsklem voor totale bedrijfstijd (kh) en (13) algemene klem
voor alarmuitgang)
De ingestelde alarmwaarde kan in de instellingsmode worden gewijzigd.
Opmerking: 1. Bij gebruik van zijmontagebeugels voor montage aan
de rechterzijde (met uitzondering van 240W-modellen).
2. Interne onderdelen kunnen verouderen of nu en dan
defect raken. Gebruik de voeding niet buiten het bereik van de belastingsreductiekromme (dat wil zeggen, het gebied dat in de grafiek hierboven
donkerder A is weergegeven).
3. Als er een derating probleem is, gebruik dan geforceerde luchtkoeling.
■ Montage
Boven
JuistOnjuist
StandaardmontageMontage naar boven gericht
Opmerking: Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie verstoren en kan
leiden tot veroudering of defecten van de interne onderdelen. Het
kan ook tot gevolg hebben dat de onderhoudsvoorspelling
indicatiefunctie niet meer naar behoren functioneert. Gebruik
alleen de standaardmontagemethode.
Boven
■ Overbelastingsbeveiliging
De voeding is voorzien van een overbelastingsbeveiliging die de voeding beschermt tegen mogelijke schade door overstroom. Wanneer
de uitgangsstroom boven 105% van de nominale stroom uitkomt,
dan wordt de beveiligingsfunctie in gang gezet, waardoor de uitgangsspanning inzakt. Als de uitgangsstroom terugvalt tot binnen
het nominale bereik, wordt de overbelastingsbeveiligingsfunctie automatisch uitgeschakeld.
■ Overspanningsbeveiliging
Houd rekening met te hoge spanningen en ontwerp het systeem
zodanig dat de belasting niet wordt blootgesteld aan te hoge spanningen, zelfs wanneer het terugkoppelcircuit in de voeding defect
raakt. Wanneer een uitzonderlijk hoge spanning van circa 130% van
de nominale spanning of meer wordt gemeten, wordt de uitgangsspanning uitgeschakeld. Reset de voeding door de voedingspanning
ten minste drie minuten uitgeschakeld te houden alvorens deze weer
in te schakelen.
Overspanningsbeveiliging
+30%
(ca.)
+15%
Uitgangsspanning (V)
Nominale
uitgangsspanning
−10%
0V
De waarden in het bovenstaande schema dienen slechts ter referentie.
Opmerking: Schakel de voedingsspanning niet in voordat de oorzaak van de
overspanning is weggenomen.
Variabel bereik
in werking
■ Inschakelstroom, inschakeltijd,
houdtijd voor uitgang
ACingangsspanning
ACingangsstroom
Uitgangsspanning
Ingang AAN
Inschakelstroom bij ingangstoepassing
90%
Inschakeltijd (1000 ms max.)
Ingang UIT
Houdtijd
(20 ms max.)
96,5%
60 W-/90 W-/120 W-/180 W-modellen240 W-modellen
Uitgangsspanning (V)
Intermitterende werking
050100050100
De waarden in de bovenstaande schema's dienen slechts ter referentie.
Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen aan veroudering onderhevig
Uitgangsstroom (%)
zijn of defect raken als een kortsluitings- of overstroomsituatie tijdens bedrijf blijft voortduren.
2. Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderen of defect raken als de voeding wordt gebruikt voor toepassingen met frequente inschakelstroom of overbelasting aan
de belastingzijde. Gebruik de voeding niet voor dergelijke toepassingen.
Uitgangsspanning (V)
Uitgangsstroom (%)
Schakelende voedingen S8VS17
Page 18
■ Onderspanningsalarmfunctie (indicatie en uitgang)
(Alleen voor S8VS-@@@24@@)
Wanneer er een uitgangsspanningsval wordt geconstateerd, worden
afwisselend een alarm (
de weergegeven. De vooraf ingestelde waarde van de detectiespanning kan in de instellingsmode worden gewijzigd.
(Van 18,5 tot 27,5 V (18,5 tot 26,3 V voor de S8VS-24024@@), in
stappen van 0,1 V. De waarde is altijd 20,0 V voor de S8VS06024@.)
Bovendien genereert de transistor een uitgang ((11) uitgangsklem
voor onderspanning (DC LOW)) naar een extern apparaat om de fout
te melden (met uitzondering van S8VS-06024@). (Ingestelde alarmwaarde bereikt = uit, er is geen continuïteit tussen (11) uitgangsklem
voor onderspanning (DC LOW) en (13) algemene klem voor alarmuitgang.)
Voorbeeld: Een alarm weergeven als de spanningsuitgang van de S8VS-09024@@ daalt tot de instelwaarde
of (19,0 V) of lager
:
Opmerking: 1. De werking start ongeveer drie seconden nadat de
2. Het alarm wordt niet aangegeven in de instellingsmode.
3. Druk op de ((8) Modetoets) zodra de uitgangs-
4. Met de onderspanningsalarmfunctie wordt de uit-
a01) en de laagste uitgangsspanningswaar-
In het geval dat de
uitgangsspanning daalt tot
onder de instelwaarde (19,0 V)
en er een alarm wordt gegenereerd
AC-voeding wordt ingeschakeld.
spanning is hersteld om de alarmindicatie te resetten.
gangsklemspanning van de voeding gecontroleerd.
Als u de spanning nauwkeurig wilt controleren, dient
u de spanning te meten aan de belastingzijde.
AC-ingang
Detectiewaarde
Uitgangsspanning
Onderspanningsuitgang
HoofddisplaySpanningsindicatie
Bedrijfsmode
Laagste waarde van
uitgangsspanning
van onderspanningsalarm
Opmerking: 1. De werking start ongeveer drie seconden nadat de
AC-voeding wordt ingeschakeld.
2. De onderspanningsalarmfunctie kan ook in werking
treden wanneer een onderbreking in de AC-ingang
niet binnen 20 ms wordt hersteld.
18Schakelende voedingen S8VS
Page 19
Afmetingen
94
5
0
5
,5
,3
,3
,9
(
)
Opmerking:Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.
S8VS-015@@ (15 W)
S8VS-030@@ (30 W)
4,8
(Schuivend: 10 max.)
35,2
4
96,4
Opmerking: Het model in de illustratie is de S8VS-03024.
Vijf, M4
met vierkant onderlegplaatje
S8VS-06024@ (60 W)
97
11,3
S8VS-06024@ (60 W)
35,4
1
108,3
Opmerking: Het model in de illustratie is de S8VS-06024A.
Opmerking: Het model in de illustratie is de S8VS-12024A.
S8VS-18024 (180 W)
S8VS-18024@@
180 W
34
125
120
Opmerking: Het model in de illustratie is de S8VS-18024A.
50
4,5
(Schuivend: 15 max.)
Schroefloos aansluitblok (tussenruimtes van 2,5 mm)
Railstopper
1
7
11
4
Schakelende voedingen S8VS19
Page 20
S8VS-24024 (240 W)
S8VS-24024@@ (240 W)
125,3
120,3
Zeven, M4
met vierkant onderlegplaatje
100
34,9
94
Railstopper
Opmerking: Het model in de illustratie is de S8VS-24024A.
■ DIN-rail (apart bestellen)
Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.
Montagerail (materiaal: aluminium)
PFP-100N
PFP-50N
4,5
15 2525
1010
Montagerail (materiaal: aluminium)
PFP-100N2
4,5
1000 (500) *
252515(5) *
115
10
50
(Verschuiving:
Railstopper
15 max.)
±
0,15
7,3
±
35
* De waarden tussen haakjes
gelden voor de PFP-50N.
±
0,3
4,5
±
0,3
0,15
27
1
16
29,2242735
Eindplaat
PFP-M
M4×8 klink-
nagelschroef
50
11,5
15 2525
1010
10
M4 veerring
1000
2525 15
10
6,2
1
1,8
1,3
4,8
1,8
35,5
11,5
35,5
20Schakelende voedingen S8VS
Page 21
■ Montagebeugels
BenamingModel
Beugel voor zijmontage voor 15W- en 30W-modellenS82Y-VS30P
Beugel voor zijmontage (voor 60W-, 90W- en 120W-modellen)S82Y-VS10S
Beugel voor zijmontage (voor 180W-modellen)S82Y-VS15S
Beugel voor zijmontage (voor 240W-modellen)S82Y-VS20S
Beugel voor zijmontage (voor 60W-, 90W-, 120W-, 180W- en 240W-modellen) (zie opm.) S82Y-VS10F
Opmerking: Twee vereist om een 240 W-model te monteren.
TypeModelAfmetingenProductaanzicht
Beugel voor zijmontage
(Voor 15W-, 30W-modellen)
Beugel voor zijmontage
(Voor 60W-, 90W-, 120Wmodellen)
S82Y-VS30P
S82Y-VS10S
12,5
±
0,1
85,4
Opm.: 1. Richting van het
2. Hoogte van het
3. Straal van de binnenkant van
4. Hoek van de kromming 90˚±1˚
28
±
0,1
34
11,25
retourgedeelte: binnenkant
van de kromming
retourgedeelte: 0,1 max.
de kromming: R2
R0,2
3,5
R1
0,5
8-C1
15
80
2,5
8
4,5 dia.
109,4
53
R1,75
4-R1
63,5
93,6
±0,1
±
0,1
±
0.1
R1
8
7,1
Twee, 3,5 dia.
15
4-R5
R0,2
15
60
0
63
±0.2
11
22,5
75
±
0,1
Montage aan
linkerzijde
Montage aan
rechterzijde
Beugel voor zijmontage
(Voor 180W-modellen)
Beugel voor zijmontage
(Voor 240W-modellen)
Beugel voor frontmontage
(Voor 60W-, 90W-, 120W-,
180W- en 240W-modellen)
S82Y-VS15S
S82Y-VS20S
S82Y-VS10F
47,5
t = 2,0
±0,1
55
35
64
t = 2,0
13
Montage aan linkerzijde
4,5 dia. ±0,1
80
89
55 ±0,1
60 ±0,1
78
*Montage aan de rechterzijde tevens mogelijk.
±0,1
4,5 dia.
80
60
114
t = 2,0
±0,1
60
±0,1
13
55
78
Montage aan linkerzijde
*Montage aan de rechterzijde tevens mogelijk.
(Voor 60 W-, 90 W-,
41
4,5 dia. ±0,1
35
25
±0,1
35
40
50
7,3
10
120 W-, 180 W-typen)
(Voor 240 W-type)
*Gebruik twee S82Y-VS10F-
beugels voor het 240 W-type.
Schakelende voedingen S8VS21
Page 22
Veiligheidsmaatregelen
!VOORZICHTIG
Pas op voor elektrische schokken, brand of productdefecten. Demonteer, wijzig of repareer het product niet en raak
de binnenkant van het product niet aan.
Pas op voor verbrandingen. Raak het product niet aan als
het is ingeschakeld of direct nadat het is uitgeschakeld.
Pas op voor brand. Draai de aansluitklemmen vast met het
opgegeven koppel (15W- en 30W-modellen: 0,8 tot 1,0 Nm
60W-, 90W-, 120W-, 180W- en 240W-modellen: 1,08 Nm).
Pas op voor verwondingen als gevolg van elektrische
schokken. Raak de aansluitklemmen niet aan wanneer de
stroom is ingeschakeld. Sluit de aansluitklemafdekkappen
altijd nadat de bedrading is aangebracht.
Pas op voor eventuele elektrische schokken, brand of
productdefecten. Zorg dat er geen stukjes metaal,
geleider, afgeknipte draad of afval van de installatie in het
product terechtkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor een
veilig gebruik
Montage
Neem afdoende maatregelen om ervoor te zorgen voor een goede
warmtedissipatie aangezien dit de betrouwbaarheid van het product
op de lange termijn verbetert. Zorg bij de montage dat in de lucht
rond de apparaten convectie mogelijk blijft. Niet toepassen op
locaties waar de omgevingstemperatuur het bereik van de
belastingsreductiekromme overschrijdt.
Zorg er bij het aanbrengen van montagegaten voor dat het afval niet
terechtkomt in de producten.
*1
*1. Convectie van lucht
*2
*1
*2. 20 mm min.
Bedrading
Zorg dat de aarding goed is aangesloten. Er moet een beschermende aardeaansluiting worden gebruikt die wordt voorgeschreven
in de veiligheidsnormen. Er kunnen elektrische schokken of storingen optreden als de aarding niet goed is aangesloten.
Pas op voor brand. Ga na of ingangs- en uitgangsklemmen op de
juiste wijze zijn bedraad.
Oefen bij het vastzetten van het klemmenblok niet meer kracht uit
dan 100 N.
Verwijder de beschermlabel van het product voordat de stroom wordt
ingeschakeld zodat deze geen negatieve invloed op de
warmtedissipatie heeft.
Gebruik het volgende materiaal voor de kabels die moeten worden
aangesloten op de S8VS om te voorkomen dat buitenproportionele
belastingen leiden tot rookontwikkeling of ontsteking.
Gebruik de voeding niet op plaatsen die zijn blootgesteld aan
schokken of trillingen. Het is met name belangrijk dat u de voeding
zo ver mogelijk uit de buurt van magneetschakelaars of andere
apparaten, die een trillingsbron kunnen vormen, installeert.
Installeer de voeding niet in de buurt van krachtige,
hoogfrequente storingsbronnen of hoogspanningsbronnen.
(15W- en 30W-modellen)
Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie verstoren en kan
soms leiden tot veroudering of defecten van de interne onderdelen.
Gebruik het product binnen de belastingsreductiekromme voor de
montagerichting die wordt gebruikt.
Gebruik een montagebeugel als het product horizontaal gericht
wordt gemonteerd.
De warmtedissipatie wordt nadelig beïnvloed. Als het product
horizontaal gericht wordt gemonteerd, moet de zijkant altijd met het
label naar boven gericht worden geplaatst.
Zorg altijd voor een vrije ruimte van 20 mm zelfs wanneer het product
horizontaal of horizontaal gericht wordt gemonteerd. Als u niet over
20 mm beschikt, moet u over minimaal 10 mm beschikken. Als u voedingen horizontaal gericht in een verticale stapel monteert, moet u
zorgen voor een vrije ruimte van minimaal 75 mm tussen de voedingen. Zie Belastingsreductiekromme op pagina 8 voor meer informatie.
(60W-, 90W-, 120W-, 180W- en 240Wmodellen)
Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie verstoren en kan
soms leiden tot veroudering of defecten van de interne onderdelen.
Gebruik alleen de standaardmontagemethode.
22Schakelende voedingen S8VS
Levensduur
De levensduur van een voeding wordt bepaald door de levensduur
van de elektrolytische condensatoren die in het product worden toegepast. Hier is de wet van Arrhenius van toepassing, die inhoudt dat
de levensduur van de condensator met de helft vermindert voor elke
temperatuurstijging van 10 °C en dat de levensduur wordt verdubbeld voor elke temperatuurdaling van 10 °C. De levensduur van de
voeding kan aldus worden verlengd door de inwendige temperatuur
te verlagen.
Bedrijfs- en opslagomgeving
Sla de voedingseenheid op bij een temperatuur van −25 tot 65 °C en
een vochtigheidsgraad van −25% tot 90%.
Gebruik de voeding niet buiten het bereik van de
belastingsreductiekromme. Anders kan de kwaliteit van interne
onderdelen afnemen of kunnen deze beschadigd raken.
Gebruik de voeding bij een vochtigheidsgraad van 25% tot 85%.
Gebruik de voeding niet op locaties die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
Niet gebruiken op locaties waar vloeistoffen, vreemde stoffen of
corrosieve gassen de producten kunnen binnendringen.
Page 23
Alleen S8VS-@@@24A@-modellen
U moet voldoen aan de onderstaande voorwaarden wanneer de
voeding gedurende een langere tijd wordt opgeslagen, zodat de
functie voor de resterende levensduur intact blijft.
• Wanneer u de voeding langer dan drie maanden opslaat, dient dit
te gebeuren bij een omgevingstemperatuur van −25 tot +30 °C en
een vochtigheidsgraad van 25% tot 70%.
Periodieke controle (alleen
S8VS-09024
S8VS-18024@@
Onder normale bedrijfsomstandigheden kan het een paar jaar tot
meer dan tien jaar duren voordat de voeding het alarm voor de
onderhoudsvoorspellingsindicatie geeft (S8VS-@@@24A@). Onder
invloed van bepaalde instellingen kan de totale bedrijfstijdindicatie
(S8VS-@@@24B@) een vergelijkbaar aantal jaren zijn als de onderhoudsvoorspellingsindicatie. Wanneer u de eenheid gedurende een
langere periode gebruikt, dient u van tijd tot tijd te controleren of de
onderhoudsvoorspellingsindicatie ((12)Yrs) of de totale bedrijfstijdindicatie ((12)kh) correct functioneert volgens de volgende procedure.
1. Selecteer de bedrijfsmode.
2. Controleer dat de uitgang ((12) jaar/kh) is ingeschakeld (met
continuïteit tussen (12) en (13)).
3. Houd in de bedrijfsmode de omlaagtoets D (10) en de
modetoets M (8) tegelijkertijd
drie seconden.
Op het hoofddisplay (6) wordt '
Een inactieve uitgang ((12) jaar/kh) (geen continuïteit tussen (12)
en (13)) in de aanduiding 'a02' geeft de juiste functie aan.
4. Laat de toetsen los om naar de normale stand terug te keren.
Opmerking: De DC-uitgang blijft tijdens de periodieke controle ingeschakeld.
Wanneer de alarmuitgang wordt gebruikt, moet voldoende rekening
gehouden worden met de maximale nominale gegevens, de
restspanning en de lekstroom.
Transistoruitgang: NPN voor S8VS-@@@24@-modellen
30 VDC max., 50mA max.
Restspanning aan: 2 V max.
Lekstroom OFF:0,1 mA max.
@@, S8VS-18024@@,
24@@)
PNP voor S8VS-@@@24@P-modellen
De batterij opladen
Als een batterij moet worden aangesloten als belasting, moet u een
overstroombeveiligingscircuit en een overspanningsbeveiligingscircuit installeren.
Doorslagspanningstest
Als er een hoge spanning wordt aangelegd tussen een ingang en
de behuizing (FG), loopt deze via de LC van het ingebouwde ontstoringsfilter, waarna de energie wordt opgeslagen. Als de hoge spanningen die worden gebruikt voor de doorslagspanningstest met een
schakelaar, timer of vergelijkbaar apparaat wordt in- en uitgeschakeld, wordt er een impulsspanning gegenereerd wanneer de spanning wordt uitgeschakeld, waardoor de interne onderdelen mogelijk
beschadigd kunnen raken. Om te voorkomen dat er impulsspanningen worden gegenereerd, moet u de toegepaste spanning langzaam
verlagen met behulp van een variabele weerstand op het testapparaat of door de spanning aan en weer uit te zetten op het nuldoorgangspunt.
1
10
131211
3
2
76
8
9
4
5
Overstroombeveiliging
Interne onderdelen kunnen mogelijk aan veroudering onderhevig zijn
of defect raken als een kortsluitings- of overstroomsituatie tijdens
bedrijf blijft voortduren.
Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderen of defect raken als
de voeding wordt gebruikt voor toepassingen met frequente inschakelstroom of overbelasting aan de belastingzijde. Gebruik de voeding
niet voor dergelijke toepassingen.
DIN-rail monteren
Als u het blok wilt monteren op een DIN-rail, haakt u deel (A) van het
blok
op de rail en duwt u het blok in de richting (B).
Inschakelstroom
Wanneer twee of meer voedingen zijn aangesloten op dezelfde
ingang, is de totale stroom de som van de beide stromen van de
afzonderlijke voedingen. Selecteer zekeringen en stroomonderbrekers waarbij u voldoende rekening houdt met de smelt- of bedrijfseigenschappen zodat de zekeringen niet doorslaan en de
stroomonderbrekers niet verbreken vanwege de inschakelstroom.
Uitgangsspanningsregelaar (V.ADJ)
De uitgangsspanning afregelpotentiometer (V.ADJ) zou beschadigd
kunnen raken als hieraan met onnodig veel kracht wordt gedraaid.
Oefen niet teveel kracht uit bij het draaien aan de
afregelpotentiometer.
Nadat u de uitgangsspanning hebt afgeregeld, moet u controleren of
de uitgangscapaciteit of de uitgangsspanning niet hoger is dan de
nominale uitgangscapaciteit of de nominale uitgangsstroom.
15W-, 30W-modellen
Als de uitgangsspanning is ingesteld op een waarde die kleiner is dan
−10%, kan de onderspanningsalarmfunctie in werking treden.
60W-, 90W-, 120W-, 180W- en 240W-modellen
Als de uitgangsspanning is ingesteld op een waarde die kleiner is dan
20 V (de fabrieksinstelling), kan de onderspanningsalarmfunctie in
werking treden.
Als u het blok wilt demonteren, duwt u deel (C) met een platte
schroevendraaier naar beneden en trekt u het blok naar buiten.
A
30 mm min.
B
Railstopper
C
Schakelende voedingen S8VS23
Page 24
Serieschakeling
(24V-model)
De voedingen kunnen in serie worden geschakeld.
Een symmetrische uitgangsspanning kan worden bereikt met twee
voedingen.
Parallelbedrijf
Het product is niet geschikt voor parallelle schakeling.
Onjuist
AC(L)
AC(N)
+V
−
V
Juist
AC(L)
AC(N)
AC(L)
AC(N)
+V
−
V
+V
−
V
Opmerking: 1. De diode wordt op de in de afbeelding aangegeven
wijze aangesloten. Als de belasting wordt kortgesloten, wordt er een sperspanning gegenereerd in de
voeding. Als deze situatie zich voordoet, kan de voeding versneld verouderen of defect raken. Sluit de
diode altijd aan op de in de afbeelding aangegeven
wijze.
Selecteer een diode met de volgende nominale waarden.
TypeSchottky-sperdiode
Diëlektrische
sterkte (V
RRM)
Doorlaatstroom (I
Tweemaal de nominale
uitgangsspanning of hoger
F) Tweemaal de nominale
uitgangsstroomsterkte of hoger
2. Hoewel producten met verschillende specificaties in
serie kunnen worden geschakeld, mag de stroom die
via de belasting loopt, niet de lagere nominale
uitgangsstroom overschrijden.
3. Seriële werking is niet mogelijk met 5V- en 12Vmodellen.
AC(L)
AC(N)
+V
−
V
In het geval er geen uitgangsspanning is
Als er geen uitgangsspanning is, kan de overspannings- of onderspanningsbeveiliging in werking zijn getreden. De interne beveiliging
kan functioneren als een hoge overspanning optreedt, bijvoorbeeld
bij een blikseminslag, bij het inschakelen van de voeding.
Wanneer er geen uitgangsspanning is, controleert u dan eerst de
volgende punten voordat u contact met ons opneemt:
• De status van de overbelastingsbeveiliging controleren:
Controleer of de belasting de overbelastingstatus heeft of is
kortgesloten. Verwijder eventuele bedrading van de belasting
tijdens de controle.
• Overspanningsbeveiliging of interne beveiliging controleren
(uitgezonderd 15W-modellen):
Schakel de voeding eenmaal uit en zorg dat deze ten minste drie
minuten uitgeschakeld blijft. Schakel de eenheid weer in om te zien
of het probleem is verholpen.
Circuits voor de onderdrukking van
harmonische stromen
(120W-, 180W- en 240W-modellen)
In de voeding is een circuit voor de onderdrukking van harmonische
stromen ingebouwd. Dit circuit kan geluid produceren als de ingang
is ingeschakeld, maar het geluid houdt op wanneer de interne circuits zijn gestabiliseerd. Dit wijst niet op problemen met het product.
24Schakelende voedingen S8VS
Page 25
Schakelende voedingen S8VS25
Page 26
26Schakelende voedingen S8VS
Page 27
Schakelende voedingen S8VS27
Page 28
Aandachtspunten met betrekking tot de toepassing en de
garantie
Deze catalogus lezen en begrijpen
Neem deze catalogus zorgvuldig door voordat u de producten aanschaft. Raadpleeg uw OMRON-vertegenwoordiger als u
vragen of opmerkingen hebt.
Garantie en beperkingen van aansprakelijkheid
GARANTIE
De exclusieve garantie van OMRON is dat de producten gedurende een jaar (of andere periode indien aangegeven) vrij van
defecten in materialen en vakmanschap zijn, vanaf de verkoopdatum door OMRON.
OMRON WIJST ELKE GARANTIE OF VERKLARING AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN NIETSCHENDING VAN RECHTEN VAN DERDEN, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN
DE PRODUCTEN. ELKE KOPER OF GEBRUIKER ACCEPTEERT DAT ALLEEN DE KOPER OF GEBRUIKER ZELF HEEFT
BEPAALD DAT DE PRODUCTEN AAN DE EISEN VAN HUN BEDOELDE GEBRUIK VOLDOEN. OMRON WIJST ELKE
ANDERE GARANTIE AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET.
BEPERKINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID
OMRON AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BIJZONDERE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE,
WINSTDERVING, OF WELK ANDER BEDRIJFSVERLIES DAN OOK IN VERBAND MET DE PRODUCTEN, ONGEACHT OF
CLAIMS ZIJN GEBASEERD OP CONTRACTEN, GARANTIES, ONACHTZAAMHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval overschrijdt de vergoeding van OMRON voor welke schade dan ook de afzonderlijke prijs van het product waarop
garantie is verleend.
IN GEEN GEVAL IS OMRON VERANTWOORDELIJK VOOR GARANTIE-, REPARATIE- OF ANDERE CLAIMS TEN AANZIEN
VAN DE PRODUCTEN, TENZIJ UIT ANALYSE DOOR OMRON BLIJKT DAT DEZE PRODUCTEN JUIST ZIJN BEHANDELD,
OPGESLAGEN, GEÏNSTALLEERD EN ONDERHOUDEN EN NIET ZIJN BLOOTGESTELD AAN VERONTREINIGING,
MISBRUIK OF ONJUISTE AANPASSING OF REPARATIE.
Toepassingsoverwegingen
GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de
combinatie van de producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van de producten.
Neem alle vereiste stappen om te bepalen of het product geschikt is voor de systemen, machines en uitrusting waarvoor u het
wilt gebruiken.
Stel u op de hoogte en houd u aan alle gebruiksbeperkingen die op dit product van toepassing zijn.
GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING DIE MENSENLEVENS OF EIGENDOMMEN IN GEVAAR
BRENGT ZONDER ERVOOR TE ZORGEN DAT HET SYSTEEM DEZE RISICO'S OPLOST EN DAT DE OMRON-PRODUCTEN
JUIST ZIJN GESPECIFICEERD EN GEÏNSTALLEERD VOOR HET BEDOELDE GEBRUIK BINNEN DE ALGEMENE
UITRUSTING OF HET SYSTEEM.
Afstand van aansprakelijkheid
PRESTATIEGEGEVENS
De prestatiegegevens in deze catalogus dienen als richtlijn voor de gebruiker bij het bepalen van de geschiktheid van het
product en vormen geen garantie. Deze gegevens kunnen het resultaat zijn van testomstandigheden bij OMRON en de
gebruiker moeten deze cijfers in relatie zien met de werkelijke toepassingsvereisten. De werkelijke prestaties zijn onderhevig
aan de Garantie en beperkingen van aansprakelijkheid van OMRON.
WIJZIGING VAN TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens en accessoires van producten kunnen op elk moment worden gewijzigd wegens verbeteringen of andere
redenen. U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-vertegenwoordiger voor de actuele technische
gegevens van het product dat u hebt aangeschaft.
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
De afmetingen en gewichten zijn nominaal en kunnen niet worden gebruikt voor fabricagedoeleinden, ook niet waar toleranties
worden weergegeven.
Cat. No. T030-NL1-02
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.