Invloed van ingangsspanningsvariatie0,5% max. (bij 85 tot 264 VAC ingang, 100% belasting)
Invloed van belastingsvariatie
(nominale ingangsspanning)
Invloed van temperatuurvariatie0,05%/°C max.
Inschakeltijd (zie opm. 1 en 7)100 ms max. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)1000 ms max. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)
Uitschakeltijd (zie
opmerking 1)
Overbelastingsbeveiliging (zie opm. 1)105% tot 160% van nominale belastingsstroom,
Overspanningsbeveiliging (zie opm. 1)Ja (zenerdiodeklem) (zie opm. 3)Ja (zie opm. 4)
Uitgangsspanningsindicatie Nee
Uitgangsstroomindicatie Nee
Piekwaardestroomindicatie Nee
Onderhoudsvoorspellingsindicatie Nee
Uitgang onderhoudsvoorspellingsindicatie Nee
Totale bedrijfstijdindicatieNee
Totale bedrijfstijdindicatie uitgangNee
OnderspanningsalarmindicatieJa (kleur: rood)
Aansluiting onderspanningsalarmNee
ParallelbedrijfNee
SeriebedrijfModellen met 24VDC-uitgang: mogelijk voor maximaal 2 voedingen (met externe diode)
Opslagtemperatuur−60 tot 65 °C
Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf25% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%)
Diëlektrische sterkte3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen; detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand100 MΩ min. (tussen alle uitgangen en alle ingangen/PE-klemmen) bij 500 VDC
Trillingsbestendigheid10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting
2. Als aan de V.ADJ-regelaar wordt gedraaid, loopt de spanning op met meer dan +15% van het spanningsafregelbereik. Bevestig bij het aanpassen van de uitgangsspanning de
werkelijke spanning van de voeding en controleer of de belasting niet is beschadigd.
3. De overspanningsbeveiliging van de S8VS-015@@ maakt gebruikt van een zenerdiodeklem. Als het interne terugkoppelcircuit defect is, kan de belasting worden beschadigd
door de aangesloten uitgangsspanning (ca. 140% tot 190% van de nominale uitgangsspanning).
4. Als u de beveiliging wilt resetten, schakelt u de voeding gedurende drie minuten of meer uit, waarna u de voeding weer inschakelt.
5. De gemiddelde waarden geven de waarden voor een ingangsspanning van 230 VAC aan. Alle items worden gemeten bij een frequentie van 50 Hz.
6. De inschakelcircuits verschillen niet voor de spanningsspecificaties. Daarom komen de gemiddelde waarden overeen met de gegevenswaarden voor de 24V-modellen.
7. De circuits hebben verschillende vormen, zodat de inschakeltijd alleen korter is wanneer u een 15W-vermogen gebruikt.
12VDC-modellen: 74% min. (79% gem.)76% min. (83% gem.)
24VDC-modellen: 77% min. (81% gem.)80% min. (85% gem.)
200 V-ingang0,25 A max.0,6 A max.
230 V-ingang5 VDC: (0,14 A gem.), 12 /24 VDC (0,19 A gem.) 5 VDC: (0,27 A gem.), 12 /24 VDC (0,37 A gem.)
200 V-ingang1,0 mA max.
230 V-ingang5 /12 /24 VDC: (0,30 mA gem.) 5 /12 /24 VDC: (0,32 mA gem.)
100 V-ingang25 A max. (20 A gem.) (voor een koude start bij 25 °C )
200 V-ingang50 A max. (40 A gem.) (voor een koude start bij 25 °C )
230 V-ingang5 /12 /24 VDC: (29 A gem.) (zie opm. 6)5 /12 /24 VDC: (40 A gem.) (zie opm. 6)
f = 20 MHzmeting
f = 100 MHzmeting
bij 100% belasting 5VDC: (328 ms gem.), 12V: (251 ms gem.),
5VDC: (6 ms gem.), 12VDC: (12 ms gem.),
24VDC: (18 ms gem.)
20 ms min. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)
24VDC: (243 ms gem.)
uitgangsspanningsval,
automatische reset
Modellen met 5 of 12VDC-uitgang: Niet mogelijk
2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
1,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
10 tot 150 Hz, 0,35 mm met enkele amplitude (max. 5 G) gedurende 80 min. in de X-, Y- en Z-richting
2
150 m/s
elk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting, 3 keer per richting
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B en gebaseerd op FCC, klasse A
ParallelbedrijfNee
SeriebedrijfJa voor maximaal 2 voedingen (met externe diode)
Opslagtemperatuur−60 tot 65 °C
Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf25% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%)
Diëlektrische sterkte3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen/ alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand100 MΩ min. (tussen alle uitgangen /alarmuitgangen en alle ingangen/PE-klemmen) bij 500 VDC
Trillingsbestendigheid10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting
2. Als aan de V.ADJ-regelaar wordt gedraaid, loopt de spanning op met meer dan +15% van het spanningsafregelbereik (met meer dan +10% voor 240W-modellen). Bevestig bij
het aanpassen van de uitgangsspanning de werkelijke spanning van de voeding en controleer of de belasting niet is beschadigd.
3. Als u de beveiliging wilt resetten, schakelt u de voeding gedurende drie minuten of meer uit, waarna u de voeding weer inschakelt.
4. Weergegeven op het 7-segments LED-display (tekenhoogte: 8 mm)
5. Resolutie van uitgangsspanningsindicatie: 0,1 V, precisie van uitgangsspanningsindicatie: ±2% (percentage van uitgangsspanningswaarde, ±1 cijfer)
6. Resolutie van uitgangsstroomindicatie: 0,1 A; precisie van uitgangsstroomindicatie: ±5% FS ±1 cijfer max. (per nominale uitgangsspanning)
7. Resolutie van piekhoudstroomindicatie: 0,1 A; precisie van piekhoudstroomindicatie: ±5% FS ±1 cijfer max. (per nominale uitgangsspanning);
Vereiste signaalbreedte voor huidige piekhoudspanning: 20 ms
8. Type A en type B: NPN, type AP en type P: PNP
9. Om de emissiewaarde te garanderen, mogen alleen kabels in combinatie met een ferrietkern worden gebruikt (TDK HF60T, HF70RH of gelijkwaardig model).
200 V-ingang1,0 A max.1,4 A max.
230 V-ingang(0,7 A gem.)(0,9 A gem.)
200 V-ingang1,0 mA max.
230 V-ingang(0,40 mA gem.)(0,35 mA gem.)
100 V-ingang25 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
200 V-ingang50 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
230 V-ingang(47 A gem.)(38 A gem.)
f = 20 MHzmeting
f = 100 MHzmeting
bij 100% belasting (220 ms gem.)(190 ms gem.)
emissies
Stralings-
emissies
StandaardOnderhoudsvoor-
(0,29% (p-p) gem.)(0,38% (p-p) gem.)
(0,32% (p-p) gem.)(0,42% (p-p) gem.)
1,5% max. (met nominale ingangsspanning, 0% tot 100% belasting)
(270 ms gem.)(260 ms gem.)
Ja
NeeJa (selecteerbaar)NeeNeeJa (selecteerbaar)Nee
NeeJa (selecteerbaar)NeeJa (selecteerbaar)
2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
1,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen/alarmuitgangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
500 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
10 tot 150 Hz, 0,35 mm met enkele amplitude (max. 5 G) gedurende 80 min. in de X-, Y- en Z-richting
150 m/s2 elk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting, 3 keer per richting
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A en gebaseerd op FCC, klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
cUL: CSA C22.2 Nr. 14 (klasse 2), Nr. 60950
EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), EN60950 (=VDE0805)
SELV (EN60950/EN50178/UL60950-1)
Conform VDE0106/P100, IP20
spellingsindicatie
Tot ale
bedrijfstijdindicatie
StandaardOnderhoudsvoor-
UL: UL508 (Vermelding), UL60950:
cUL: CSA C22.2 Nr. 14, Nr. 60950
EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), EN60950 (=VDE0805)
SELV (EN60950/EN50178/UL60950-1)
Conform VDE0106/P100, IP20
spellingsindicatie
collectoruitgang), 30
VDC max., 50 mA
max. (zie opm. 8)
30 VDC max., 50 mA max. (zie opm. 8)
Tot al e
bedrijfstijdindicatie
Nee
gang), 30 VDC max.,
50 mA max.
(zie opm. 8)
4Schakelende voedingen S8VS
Vermogen120 W180 W240 W
Type
StandaardOnder-
Item
Rendement (gemiddeld)80% min. (87% gem.)80% min. (88% gem.)80% min. (86% gem.)
IngangSpanning100 tot 240 VAC (85 tot 264 VAC)
ParallelbedrijfNee
SeriebedrijfJa voor maximaal 2 voedingen (met externe diode)
Opslagtemperatuur−60 tot 65 °C
Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf 25% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%)
Diëlektrische sterkte3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen/ alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand100 MΩ min. (tussen alle uitgangen/alarmuitgangen en alle ingangen/PE-klemmen) bij 500 VDC
Trillingsbestendigheid10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting
200 V-ingang1,1 A max.1,6 A max.2,0 A max.
230 V-ingang(0,6 A gem.)(0,9 A gem.)(1,2 A gem.)
200 V-ingang1,0 mA max.
230 V-ingang(0,43 mA gem.)(0,45 mA gem.)(0,45 mA gem.)
100 V-ingang25 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
200 V-ingang50 A max. (voor een koude start bij 25 °C )
230 V-ingang(41 mA gem.)(34 mA gem.)(39 mA gem.)
2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
1,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen/alarmuitgangen en PE-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
500 kVAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en alarmuitgangen; detectiestroom: 20 mA)
10 tot 150 Hz, 0,35 mm met enkele amplitude (max. 5 G) gedurende 80 min. in de X-, Y- en Z-richting
150 m/s2 elk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting, 3 keer per richting
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A en gebaseerd op FCC, klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
Conform EN61204-3 EN55011 klasse A
Conform EN61204-3 EN55011 klasse B (zie opm. 9)
cUL: CSA C22.2 Nr. 14, Nr. 60950
EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), EN60950 (=VDE0805)
SELV (EN60950/UL50178/UL60950-1)
Conform VDE0106/P100, IP20
Constructie en nomenclatuur van (15W-, 30W-modellen)
■ Nomenclatuur
15W-, 30W-modellen
S8VS-015@@/S8VS-030@@
1
Nr.BenamingFunctie
1AC-ingangsklemmen (L), (N)Sluit de ingangskabels aan op deze klemmen. (zie opm. 1)
2Beschermend aardeaansluitpunt (PE)Sluit de aardaansluiting aan op deze klem. (zie opm. 2)
2
3DC-uitgangsklemmen (−V), (+V)Sluit de belastingskabels aan op deze klemmen.
4Uitgangsindicator (DC ON: groen)Brandt wanneer de DC-uitgang (gelijkstroom) bekrachtigd is.
4
5Onderspanningsindicator (DC LOW: rood) Licht op wanneer een uitgangsspanningsval wordt gedetecteerd.
5
6Uitgangspanningsafregeling (V.ADJ)Wordt gebruikt om de spanning te regelen.
6
Opmerking: 1. De zekering bevindt zich aan de (L)-zijde. Deze is niet vervangbaar door de gebruiker.
2. Dit is de beschermende aardeaansluiting die wordt beschreven in de veiligheidsnormen. Zorg dat
Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen verouderen of nu en dan
defect raken. Gebruik de voeding niet buiten het
bereik van de belastingsreductiekromme (dat wil
zeggen, het gebied dat in de grafiek hierboven
donkerder A wordt weergegeven).
2. Als er een derating probleem is, gebruik dan geforceerde luchtkoeling.
*1
3. Zorg voor een vrije ruimte van minimaal 20 mm wanneer het product op de normale manier of horizontaal
wordt gemonteerd. Als u niet over 20 mm beschikt,
*2
moet u zorgen voor een vrije ruimte van minimaal
10 mm. In dat geval vermindert de overeenkomstige
derating kromme met 5°C.
4. Als u voedingen horizontaal gericht in een verticale
richting op elkaar monteert, moet u zorgen voor een
vrije ruimte van minimaal 75 mm tussen de voedingen. Als u niet over 75 mm beschikt, vermindert de
overeenkomstige derating kromme met 1°C per tekort van 5 mm. U moet echter over minimaal 25 mm
beschikken. In dat geval vermindert de overeenkomstige derating kromme met 10°C.
1
*1
*2
8Schakelende voedingen S8VS
■ Montage
Standaard DIN-railmontage
Horizontale DIN-railmontage
■ Overspanningsbeveiliging
Houd rekening met te hoge spanningen en ontwerp het systeem
zodanig dat de belasting niet wordt blootgesteld aan te hoge spanningen, ook wanneer het terugkoppelcircuit in de voeding defect
raakt. Wanneer een uitzonderlijk hoge spanning van circa 130% van
de nominale spanning of meer wordt gemeten, dan wordt de uitgangsspanning uitgeschakeld. Reset de voeding door de voedingspanning ten minste drie minuten uitgeschakeld te houden alvorens
deze weer in te schakelen.
Standaardmontage met S82Y-VS30P
Horizontaal gerichte montage met S82Y-VS30P*
Opmerking: 1. Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie verstoren
Opmerking: de beugel voor zijmontage kan aan beide
kanten worden gemonteerd.
en kan soms leiden tot versnelde veroudering of defecten
van de interne onderdelen. Gebruik het product binnen
de belastingsreductiekromme voor de montagerichting
die wordt gehanteerd. Gebruik de voeding niet als deze
op een andere wijze is gemonteerd dan hier wordt
weergegeven.
2. Gebruik een montagebeugel (S82Y-VS30P, apart
verkrijgbaar) wanneer het product horizontaal gericht
wordt gemonteerd.
3. De warmtedissipatie wordt nadelig beïnvloed. Als het
product horizontaal gericht wordt gemonteerd, moet de
zijkant altijd met het label naar boven gericht worden
geplaatst.
4. Bij horizontaal gerichte DIN-railmontage gebruikt u
PFP-M-eindplaten aan de boven- en onderzijde voeding.
Horizontale montage met S82Y-VS30P
S82Y-VS30P
Zijkant met label
■ Overbelastingsbeveiliging
De voeding is voorzien van een overbelastingsbeveiliging die de voeding beschermt tegen mogelijke schade. Wanneer de uitgangsstroom
boven 105% van de nominale stroom uitkomt, dan wordt de beveiligingsfunctie in gang gezet, waardoor de uitgangsspanning inzakt. Als
de uitgangsstroom terugvalt tot binnen het nominale bereik, dan wordt
de overbelastingsbeveiligingsfunctie automatisch uitgeschakeld.
15 W-modellen30 W-modellen
Uitgangsspanning (V)
Uitgangsspanning (V)
Intermitteren
de werking
Overspanningsbeveiliging
in werking
+30%
(ca.)
+15%
Uitgangsspanning (V)
Nominale
uitgangs-
spanning
−10%
0V
De waarden in het bovenstaande schema dienen slechts ter referentie.
Opmerking: 1. Schakel de voedingsspanning niet in voordat de oorzaak
2. De overspanningsbeveiliging van de S8VS-015@@
Variabel bereik
van de overspanning is weggenomen.
maakt gebruikt van een zenerdiodeklem. De uitgangsspanning wordt vastgesteld op ca. 140% of meer van de
nominale uitgangsspanning (ca. 140% tot 190%). Als het
interne terugkoppelcircuit defect is, kan de belasting worden beschadigd door de aangesloten uitgangsspanning
(ca. 140% tot 190% van de nominale uitgangsspanning).
De voeding wordt niet opnieuw ingeschakeld als de uitgang wordt uitgeschakeld door de overspanningsbeveiliging. Als dat gebeurt, vervangt u de voeding.
■ Inschakelstroom, inschakeltijd,
houdtijd voor uitgang
ACingangsspanning
ACingangsstroom
Uitgangsspanning
Ingang AAN
Inschakelstroom bij ingangstoepassing
90%
Inschakeltijd (1000 ms max.)
Ingang UIT
Houdtijd
(20 ms max.)
96,5%
■ Onderspanningsalarmindicatie
LED (DC LOW rood) licht op om te waarschuwen voor de uitgangsspanningsval.
De detectiespanning wordt ingesteld op ongeveer 80% (75% tot
90%) van de nominale uitgangsspanning.
Opmerking: Deze functie bewaakt de spanning bij de uitgangsklemmen
van de voeding. Als u de werkelijke spanning wilt controleren, dient u de spanning te meten aan de belastingzijde.
010050
Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen aan veroudering onderhevig
Uitgangsstroom (%)
De waarden in de bovenstaande schema's dienen slechts ter referentie.
zijn of defect raken als een kortsluitings- of overstroomsituatie tijdens bedrijf blijft voortduren.
2. Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderen of defect raken als de voeding wordt gebruikt voor toepassingen met frequente hoge inschakelstroom of
overbelasting aan de belastingzijde. Gebruik de voeding
niet voor dergelijke toepassingen.