Omron S8VM Instructions Manual [nl]

Schakelende voedingen
S8VM (15/30/50/100/150W-modellen)
Voeding uitgevoerd met OMRON’s unieke, nieuwe onderspanningsalarmfunctie in een compacte, ruimtebesparende behuizing
• Nieuwe onderspanningsalarmfunctie helpt bij het bepalen van
oorzaken van foutmeldingen (alleen S8VM-@@@24A@/P@).
• Voldoet aan RoHS, met o.a. loodvrije constructie.
• Veiligheidsnormen: UL508/60950-1/1604, CSA C22.2 Nr. 14/Nr. 60950-1/Nr. 213, EN50178, EN60950-1
• Harmonische stroomemissie: conform EN61000-3-2.
• Nieuwe, intelligente constructie waarbij schroeven niet uit het klemmenblok kunnen vallen.
• Vingerveilige aansluitingen tegen elektrische schokken.
• DIN-railmontage.
Opmerking: 300W tot 1.500W-modellen worden in 2006 op de
markt gebracht.
Opmerking: Zie Voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik op
pagina 19.
Opbouw typenummer
Verklarende tekst typenummer
Opmerking: Niet alle combinaties zijn mogelijk. Raadpleeg het modellenoverzicht in Bestelinformatie op pagina 2.
S8VM- @@@@@@@
12
1. Vermogen
015: 15 W 030: 30 W 050: 50 W 100: 100 W 150: 150 W
2. Uitgangsspanning
05: 5 V 12: 12 V 15: 15 V 24: 24 V
3
4
3. Configuratie/functie
Geen: Uitvoering met open frame Standaard uitvoering C: Afgesloten uitvoering Standaard uitvoering A: Afgesloten uitvoering Uitvoering met
P: Afgesloten uitvoering Uitvoering met
4. Configuratie
Geen: Uitvoering voor montage aan voorkant D: Uitvoering met DIN-rail montagebeugel
onderspanningsalarm (NPN) (Zie noot.)
onderspanningsalarm (PNP) (Zie noot.)
Opmerking: 1. De uitvoering voor montage aan de voorkant kan niet aan de achterkant worden gemonteerd. Voor een configuratie met montage
aan de achterkant gebruikt u een uitvoering met DIN-rail montagebeugel.
2.
De behuizing en de klem van de connector voor de onderspanningsalarmuitgang worden meegeleverd bij de S8VM-05024A@/P@, S8VM-10024A
@/P@
en S8VM-15024A@/P@.
Schakelende voedingen S8VM 1
Bestelinformatie
Opmerking: De modellen S8VM-@@@@@CD en S8VM-@@@@@PD zijn standaard voorraadartikelen, neem voor andere artikelen contact op met
uw OMRON-vertegenwoordiger of -dealer.
Configura-
Uitvoering met open frame
Afgesloten uitvoering
Vermo-
tie
15 W 100 t/m 240 VAC 5 V 3 A S8VM-01505 --- --- S8VM-01505D --- ---
30 W 5 V 6 A S8VM-03005 --- --- S8VM-03005D --- ---
50 W 5 V 10 A S8VM-05005 --- --- S8VM-05005D --- ---
100 W 5 V 20 A S8VM-10005 --- --- S8VM-10005D --- ---
150 W 5 V 27 A S8VM-15005
15 W 100 t/m 240 VAC 5 V 3 A S8VM-01505C --- --- S8VM-01505CD --- ---
30 W 5 V 6 A S8VM-03005C --- --- S8VM-03005CD --- ---
50 W 5 V 10 A S8VM-05005C --- --- S8VM-05005CD --- ---
100 W 5 V 20 A S8VM-10005C --- --- S8VM-10005CD --- ---
150 W 5 V 27 A S8VM-15005C
gen
Ingangsspan-
ning
Uitgangsspan-
ning
12 V 1,3 A S8VM-01512 --- --- S8VM-01512D --- --­15 V 1 A S8VM-01515 --- --- S8VM-01515D --- --­24 V 0,65 A S8VM-01524 --- --- S8VM-01524D --- ---
12 V 2,5 A S8VM-03012 --- --- S8VM-03012D --- --­15 V 2 A S8VM-03015 --- --- S8VM-03015D --- --­24 V 1,3 A S8VM-03024 --- --- S8VM-03024D --- ---
12 V 4,3 A S8VM-05012 --- --- S8VM-05012D --- --­15 V 3,5 A S8VM-05015 --- --- S8VM-05015D --- --­24 V 2,2 A S8VM-05024 --- --- S8VM-05024D --- ---
12 V 8,5 A S8VM-10012 --- --- S8VM-10012D --- --­15 V 7 A S8VM-10015 --- --- S8VM-10015D --- --­24 V 4,5 A S8VM-10024 --- --- S8VM-10024D --- ---
12 V 12,5 A S8VM-15012 --- --- S8VM-15012D --- --­15 V 10 A S8VM-15015 --- --- S8VM-15015D --- --­24 V 6,5 A S8VM-15024 --- --- S8VM-15024D --- ---
12 V 1,3 A S8VM-01512C --- --- S8VM-01512CD --- --­15 V 1 A S8VM-01515C --- --- S8VM-01515CD --- --­24 V 0,65 A S8VM-01524C S8VM-01524A (zie opm. 1.) S8VM-01524CD S8VM-01524AD (zie opm. 1.)
12 V 2,5 A S8VM-03012C --- --- S8VM-03012CD --- --­15 V 2 A S8VM-03015C --- --- S8VM-03015CD --- --­24 V 1,3 A S8VM-03024C S8VM-03024A (zie opm. 1.) S8VM-03024CD S8VM-03024AD (zie opm. 1.)
12 V 4,3 A S8VM-05012C --- --- S8VM-05012CD --- --­15 V 3,5 A S8VM-05015C --- --- S8VM-05015CD --- --­24 V 2,2 A S8VM-05024C S8VM-05024A S8VM-05024P S8VM-05024CD S8VM-05024AD S8VM-05024PD
12 V 8,5 A S8VM-10012C --- --- S8VM-10012CD --- --­15 V 7 A S8VM-10015C --- --- S8VM-10015CD --- --­24 V 4,5 A S8VM-10024C S8VM-10024A S8VM-10024P S8VM-10024CD S8VM-10024AD S8VM-10024PD
12 V 12,5 A S8VM-15012C --- --- S8VM-15012CD --- --­15 V 10 A S8VM-15015C --- --- S8VM-15015CD --- --­24 V 6,5 A S8VM-15024C S8VM-15024A S8VM-15024P S8VM-15024CD S8VM-15024AD S8VM-15024PD
Uitgangs-
stroom
Standaard uitvoering
(zie opm. 2)
(zie opm. 2)
Montage aan voorkant DIN-rail montagebeugel
Uitvoering
onderspannings-alarm
NPN PNP NPN PNP
--- --- S8VM-15005D
--- --- S8VM-15005CD
Standaard uitvoering
(zie opm. 2)
(zie opm. 2)
Uitvoering onderspannings-alarm
--- ---
--- ---
Opmerking: 1. In deze modellen zijn geen uitgangen ingebouwd.
2. Het uitgangsvermogen van de S8VM-15005@@ is 135 W.
2 Schakelende voedingen S8VM
Specificaties
Nominale gegevens en kenmerken
Item Vermogen 15 W 30 W 50 W 100 W 150 W Rendement 5V-modellen 75% min. 75% min. 80% min. 81% min. 81% min.
Ingang Spanning (zie opm. 1) 100 tot 240 VAC (85 tot 264 VAC)
Uitgang Spanningsafregelbereik (zie opm. 3) –20% tot 20% (met V. ADJ) (S8VM-@@@24A@/P@: –10% tot 20%)
Extra functies
Overig Omgevingstemperatuur in bedrijf Raadpleeg de belastingsreductiekromme in Technische gegevens. (zonder ijsafzetting of condensatie) (zie opm. 2)
Opmerking: 1. Gebruik de uitgang van de stroomomzetter niet voor de voeding. Stroomomzetters met een uitgangsfrequentie van 50/60 Hz zijn weliswaar verkrijgbaar, maar
Frequentie (zie opm. 1) 50/60 Hz (47 tot 63Hz) Stroom 100 V-ingang 0,5 A max. 0,9 A max. 0,8 A max. 1,4 A max. 2,0 A max.
Vermogensfactor
Harmonische stroomemissie --- Conform EN 61000-3-2 Lekstroom 100 V-ingang 0,4 mA max. (bij nominale uitgangsspanning)
Inschakelstroom (zie opm. 2)
Rimpelspanning 3,2% (p-p) max. (5 V),
Invloed van ingangsspanningsvariatie 0,4% max. (bij 85 tot 264 VAC ingang, 100%) Invloed van belastingsvariatie (nominale
ingangsspanning) Invloed van temperatuurvariatie 0,02%/° C max. Inschakeltijd (zie opm. 2) 1.100 ms max. (bij nominale ingangs-/
Uitschakeltijd (zie opmerking 2) 20 ms gem. (15 ms min.) (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning) Overbelastingsbeveiliging
(zie opm. 2)
Overspanningsbeveiliging (zie opm. 2)
Onderspanningsalarmindicatie Ja (kleur: geel (DC LOW1), rood (DC LOW2)) (alleen S8VM-@@@24A@/P@) Aansluiting onderspanningsalarm Nee Ja (alleen S8VM-@@@24A@/P@)
Seriebedrijf Ja Parallelbedrijf Nee Spanningsdetectiefunctie Nee Ja
Opslagtemperatuur –25 tot 65° C Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf 30% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%) Diëlektrische sterkte 3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen; detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand 100 M min. (tussen alle uitgangen en alle ingangen PE/FG-klemmen) bij 500 VDC Trillingsbestendigheid 10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting Schokbestendigheid Uitgangsindicator Ja (kleur: groen) EMI Geleide emissie Conform EN61204-3 EN55011, klasse B en gebaseerd op FCC, klasse B (zie opm. 5)
EMS Conform EN61204-3 hoge beschermingsniveaus Goedkeuringen
(Zie opmerking 7.)
Gewicht (zie opm. 8) 180 g max. 220 g max. 290 g max. 460 g max. 530 g max.
het stijgen van de temperatuur in de voeding kan vonkontwikkeling of brand veroorzaken.
2. Raadpleeg de paragraaf Technische gegevens op pagina 7 en 8 voor meer informatie.
3. Als aan de V. ADJ-regelaar wordt gedraaid, loopt de spanning op met meer dan +20% van het spanningsafregelbereik.
Evalueer bij het aanpassen van de uitgangsspanning de werkelijke spanning van de voeding en controleer of de belasting niet is beschadigd.
4. Als u de beveiliging wilt resetten, schakelt u de ingangsspanning gedurende drie minuten of meer uit, waarna u deze weer inschakelt.
5. Geleide emissies: de storingswaarde wordt beïnvloed door factoren als de bedradingsmethode. Het product voldoet aan klasse B als de aluminium plaat onder
het product wordt gelegd. Plaats bij 15W-modellen een klemfilter (ZCAT2436-1330 van TDK: 50 Ω min. [50 tot 500 MHz], of gelijkwaardig) in de uitgangsdraad om de storing terug te brengen.
6. Stralingsemissies: de storingswaarde wordt beïnvloed door factoren zoals de bedradingsmethode. Het product voldoet aan klasse B als de aluminium plaat onder het product wordt gelegd. Plaats bij 150W-modellen een klemfilter (ZCAT2436-1330 van TDK: 35 Ω min. [50 tot 500 MHz], of gelijkwaardig) in de ingangsdraad om de storing te beperken.
7. UL1604 (klasse I/divisie 2) en CSA C22.2 Nr. 213 (klasse I/divisie 2) goedkeuring voor 150W-modellen in behandeling. Echter, de constructie van S8VM-15024@@-modellen is geschikt voor een nominale uitgangsstroomsterkte van max. 6,3 A.
8. Het vermelde gewicht betreft uitvoeringen met open frame voor montage aan de voorkant.
9. A@: NPN-uitvoering
P@: PNP-uitvoering
12V-modellen 78% min. 79% min. 79% min. 81% min. 81% min. 15V-modellen 78% min. 79% min. 79% min. 81% min. 81% min. 24V-modellen 80% min. 81% min. 80% min. 82% min. 83% min.
200 V-ingang 0,25 A max. 0,45 A max. 0,4 A max. 0,7 A max. 1,0 A max. 100 V-ingang --- 0,98 min. 200 V-ingang --- 0,94 min.
200 V-ingang 0,75 mA max. (bij nominale uitgangsspanning) 100 V-ingang 17,5 A max. (voor koude start bij 25° C) 200 V-ingang 35 A max. (voor koude start bij 25° C)
3,2% (p-p) max. (5 V), 1,5% (p-p) max. (12 V), 1,2% (p-p) max. (15 V), 1,0% (p-p) max. (24 V), (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)
0,8% max. (met nominale ingangsspanning, 0% tot 100% belasting)
uitgangsspanning)
105% tot 160% van nominale belastingsstroom, spanningsval, intermitterend, automatische reset
Ja (zie opm. 4)
2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE/FG-klemmen; detectiestroom: 20 mA) 500 VAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en PE/FG-klemmen; detectiestroom: 100 mA) 500 VAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen (behalve de detectie-uitgangsklemmen) en de detectie­uitgangsklemmen; detectiestroom: 20 mA) (alleen S8VM-@@@24A@/P@)
2
150m/s
, 3 maal telkens in de ±X, ±Y, ±Z-richting
Stralingsemissie Conform EN61204-3 EN55011, klasse B (zie opm. 6)
UL: UL508 (vermelding), UL60950-1, UL1604 (klasse I/divisie 2) CSA: cUL: C22.2 Nr.14, cUR: Nr. 60950-1, Nr.213 (klasse I/divisie 2) EN: EN50178, EN60950-1 SELV (EN60950-1) Conform VDE0160/P100
1,5% (p-p) max. (12 V),
1,2% (p-p) max. (15 V),
0,75% (p-p) max. (24 V),
(bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)
800 ms max. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)
105% tot 160% van nominale belastingsstroom,
spanningsval (12 V, 15 Ven 24 V),
spanningsval, intermitterend (5 V),
automatische reset
(Transistoruitgang), 30 VDC max., 50 mA max.) (zie opm. 9)
Schakelende voedingen S8VM 3
Aansluitingen
Blokschema's
S8VM-015@@@@ (15 W)
INGANG
S8VM-030@@@@ (30 W)
INGANG
AC (L)
AC (N)
AC (L)
AC (N)
/FG
Zekering
2 A
Zekering
3,15 A
Ontsto-
rings-
filter
Gelijkrichting Afvlakking
Overstroom-
detectiecircuit
Ontsto-
rings-
filter
Gelijkrichting Afvlakking
Inschakel­stroom­beveiligingscircuit
Stuur­circuit
Optocoupler
Inschakel­stroom­beveiligingscircuit
Gelijkrichter/ afvlakcircuit
Spannings-
detectiecircuit
Overspannings-
detectiecircuit
Gelijkrichter/
afvlakcircuit
S8VM-01524A@
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
detectie
+V
V
S8VM-03024A@
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
detectie
+V
V
DC LAAG1 DC LAAG2
DC-UITGANG
DC LAAG1 DC LAAG2
DC-UITGANG
S8VM-050@@@@ (50 W)
AC (L)
Zekering
Ontsto-
AC (N)
/FG
2 A
rings-
filter
INGANG
/FG
Gelijkrichting
Overstroom-
detectiecircuit
Harmonische stroom­onderdrukking
Inschakel­stroom­beveiligings­circuit
Stuur­circuit
Overstroom-
detectiecircuit
Afvlak-
king
Optocoupler
Stuur­circuit
Optocoupler
S8VM-05024A@ (NPN)
detectie
DC LAAG1 DC LAAG2
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
Gelijkrichter/
afvlakcircuit
Spannings-
detectiecircuit
Overspannings-
detectiecircuit
Spannings-
detectiecircuit
Overspannings-
detectiecircuit
Optocoupler
Alarm DC LAAG1
Alarm DC LAAG2 Algemeen
+V
DC-UITGANG
V
S8VM-05024P@ (PNP)
detectie
DC LAAG1 DC LAAG2
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
Optocoupler
Alarm DC LAAG1
Alarm DC LAAG2 Algemeen
4 Schakelende voedingen S8VM
S8VM-100@@@@ (100 W)
INGANG
AC (L)
AC (N)
Zekering
3,15 A
Ontsto-
rings-
filter
Gelijkrichting
Harmonische stroom­onderdrukking
Besturing
Inschakel­stroom­beveiligings­circuit
Stuur­circuit
Afvlak-
king
S8VM-10024A@ (NPN)
detectie
circuit
DC LAAG1 DC LAAG2
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
Gelijkrichter/afvlak-
Optocoupler
Alarm DC LAAG1
Alarm DC LAAG2 Algemeen
+V
DC-UITGANG
V
+S
Spanningsdetectiefunctie
S
S8VM-10024P@ (PNP)
detectie
DC LAAG1 DC LAAG2
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
Optocoupler
Alarm DC LAAG1
Alarm DC LAAG2 Algemeen
/FG
S8VM-150@@@@ (150 W)
INGANG
AC (L)
AC (N)
/FG
Zekering
5 A
Ontsto-
rings-
filter
Gelijkrichting
Overstroom-
detectiecircuit
Harmonische stroom­onderdrukking
Overstroom-
detectiecircuit
Inschakel­stroom­beveiligings­circuit
Besturing
Stuur­circuit
Optocoupler
Afvlak-
king
Optocoupler
Spannings-
detectiecircuit
Overspannings-
detectiecircuit
S8VM-15024A@ (NPN)
detectie
DC LAAG1 DC LAAG2
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
Gelijkrichter/afvlak-
circuit
Spannings-
detectiecircuit
Overspannings-
detectiecircuit
Optocoupler
Alarm DC LAAG1
Alarm DC LAAG2 Algemeen
+V
DC-UITGANG
V
+S
Spanningsdetectiefunctie
S
S8VM-15024P@ (PNP)
detectie
DC LAAG1 DC LAAG2
Onderspannings
alarmindicatie
Onderspannings-
Optocoupler
Alarm DC LAAG1
Alarm DC LAAG2 Algemeen
Schakelende voedingen S8VM 5
Constructie en nomenclatuur
0
Beschermende aardaansluiting
assa
Nomenclatuur
15W-, 30W-, 50W-modellen
Uitvoeringen met
open frame
S8VM-015@@/S8VM-015@@D S8VM-030@@/S8VM-030@@D S8VM-050@@/S8VM-050@@D
100W-modellen
Uitvoeringen met
open frame
S8VM-100@@/S8VM-100@@DS8VM-100@@C@/S8VM-10024A@/P@
12
12
150W-modellen
Uitvoeringen met
open frame
S8VM-150@@/S8VM-150@@DS8VM-150@@C@/S8VM-15024A@/P@
5 4
11
12
3
12
11
2 1
Kleurlabel uitgangsspanning
Dit kleurlabel geeft de uitgangsspanning met een kleur aan.
Afgesloten uitvoeringen
S8VM-015@@C@/S8VM-01524A@ S8VM-030@@C@/S8VM-03024A@ S8VM-050@@C@/S8VM-05024A@/P@
8910
5 4
3
2 1
7 6
Afgesloten uitvoeringen
67
5 4
11
12
3
12
11
2 1
1
9 8
Afgesloten uitvoeringen
8910
12
12
Groen: 5 V Blauw: 12 V Geel: 15 V Wit: 24 V
7 6
Nr. Benaming Functie
1 AC-ingangsklemmen (L). (N) Sluit de ingangskabels aan op deze
2
PE-aansluitklem: Beschermend aardeaansluitpunt
@@@@@C@
(S8VM-
@@@@@A@
FG-aansluitklem: Frame­aardingsklem S8VM­S8VM-
3 DC-uitgangsklemmen (-V). (+V) Sluit de belastingskabels aan op deze
4
5 Uitgangspanningsafregeling
6
7
8 Uitgangsklem
9 Uitgangsklem
10 Algemene klem voor onderspan-
11 Klemmen voor spanningsdetec-
12 Kortsluitpennen (zie opm. 5) ---
@@@@@
Uitgangsindicator (DC ON: groen)
(V. ADJ) Onderspanningsalarmindicator 1
(DC LAAG1: geel) (zie opm. 3)
Onderspanningsalarmindicator 2 (DC LAAG2: rood) (zie opm. 3)
onderspanningsalarm 1: (DC LAAG1) (zie opm. 4)
onderspanningsalarm 2: (DC LAAG2) (zie opm. 4)
ningsalarmuitgang (zie opm. 4)
tiefunctie (zie opm. 5)
/S8VM-
D)
/S8VM-
@@@@@P@
@@@@@
klemmen. (zie opm. 1) Sluit de aardaansluiting aan op deze
klem. (zie opm. 2)
)
/
klemmen. Brandt (groen) wanneer de DC-uitgang
(gelijkstroom) bekrachtigd is. Wordt gebruikt om de spanning
te regelen. Licht alleen op wanneer er een
tijdelijke uitgangsspanningsval wordt gedetecteerd. Deze status wordt aangehouden.
Licht alleen op als de uitgangsspanning tot 20 V of verder zakt.
Alleen uitgang wanneer er een tijdelijke uitgangsspanningsval wordt gedetecteerd. Deze status wordt aangehouden. (Bij een spanningsval wordt de transistor uitgeschakeld.)
Alleen uitgang als de uitgangsspanning tot 20 V of verder zakt. (Bij een spanningsval wordt de transistor uitgeschakeld.)
Algemene klem (zie opm. 6) voor klemmen 8 en 9
Corrigeren van de spanningsval in de belastingskabels.
Opmerking:
1. De zekering bevindt zich aan de (L)-zijde. Deze is NIET
vervangbaar door de gebruiker.
2. De beschermende aardaansluiting is het montagegat in het paneel zoals getoond op de onderstaande afbeelding. (Er moet een beschermende aardeaansluiting worden gebruikt die wordt voorgeschreven in de veiligheidsnormen. Sluit de massa volledig aan (alleen S8VM-@@@@@D). Aardklem: M3 (diepte: 8 mm max.)/Massakabel: AWG 18
M
3. Alleen S8VM-@@@24A@/P@
4. Alleen S8VM-05024A@/P@, S8VM-10024A@/P@,
S8VM-15024A@/P@. De behuizing en de klemmen van de connector voor de onderspanningsdetectie-uitgang worden ook meegeleverd. Zie voor details XH-connectoren voorbereiden op pagina 20 onder Veiligheidsmaatregelen.
5.
Als u de spanningsdetectiefunctie niet gebruikt, laat u de kortsluitpen in de dezelfde staat als waarin deze werd geleverd.
6. A@-modellen: algemene klem (emitter) P@-modellen: algemene klem (collector)
6 Schakelende voedingen S8VM
Kleurlabel voor uitgangsspanning
Technische gegevens
Belastingsreductiekromme
S8VM-15W/30W
Standaardmontage/horizontale montage/montage naar boven gericht
120
100
80
Belastingverhouding (%)
Afgesloten uitvoering
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
S8VM-50W
Standaardmontage/horizontale montage
120
100
80
Belastingverhouding (%)
Afgesloten uitvoering
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Open uitvoering
A
Omgevingstemperatuur (°C)
Open uitvoering
A
Omgevingstemperatuur (°C)
Montage naar boven gericht
120
100
80
Belastingverhouding (%)
Afgesloten
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Open uitvoering
uitvoering
Omgevingstemperatuur (°C)
A
S8VM-100W
Standaardmontage
120
100
80
Belastingverhouding (%)
Afgesloten uitvoering
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Open uitvoering
A
Omgevingstemperatuur (°C)
Horizontale montage/montage naar boven gericht
120
100
80
Belastingverhouding (%)
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Afgesloten uitvoering
Open uitvoering
A
Omgevingstemperatuur (˚C)
S8VM-150W
Standaardmontage Horizontale montage
120
100
80
Belastingverhouding (%)
Afgesloten uitvoering
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Open uitvoering
A
Omgevingstemperatuur (°C)
120
100
80
Belastingverhouding (%)
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Afgesloten uitvoering
Open uitvoering
A
Omgevingstemperatuur (°C)
Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen verouderd of beschadigd zijn. Gebruik de voeding niet buiten het bereik van de
belastingsreductiekrommen (dat wil zeggen, het gebied dat in de grafieken hierboven donkerder A wordt weergegeven).
2. Als er een derating probleem is, gebruik dan geforceerde luchtkoeling.
3. Houd bij het naast elkaar monteren van twee of meer voedingen een tussenruimte van ten minste 20 mm aan. Meerdere 100 en
150W-modellen kunnen niet naast elkaar worden gebruikt. Monteer de voedingen zover mogelijk van warmtebronnen vandaan. Houd als referentiewaarde een tussenruimte van ten minste 50 mm rechts en links aan. Bij een toegestane tussenruimte van slechts 20 mm mag de belastingverhouding van de voeding maximaal 80% zijn.
4. Verlaag de belasting tot maximaal 80% van de bovenvermelde belastingreductiekrommen wanneer u 150W-modellen gedurende lange tijd bij een ingangsspanning van maximaal 90 VAC gebruikt.
Montage naar boven gericht
120
100
80
Belastingverhouding (%)
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Afgesloten uitvoering
Omgevingstemperatuur (°C)
Open uitvoering
A
Schakelende voedingen S8VM 7
Montage
Standaardmontage (uitvoering met DIN-rail montagebeugel)
Juist
Horizontale montage (uitvoering voor montage aan voorkant)
Juist
*1
Montage naar boven gericht (uitvoering met DIN-rail montagebeugel)
Onjuist
Montage naar beneden gericht (uitvoering met DIN-rail montagebeugel)
Onjuist
Standaardmontage (uitvoering voor montage aan voorkant)
Juist
Montage naar boven gericht (uitvoering voor montage aan voorkant)
Juist
Montage naar beneden gericht (uitvoering voor montage aan voorkant)
Onjuist
Spanningsdetectiefunctie
(alleen S8VM-100@@@@/150@@@@)
Deze functie compenseert een spanningsval op de belastingskabels. U activeert deze functie door de twee kortsluitpennen van de klem voor spanningsdetectie op afstand na het uitbouwen aan te sluiten.
Kortsluitpen
*1
Opmerking: 1. Gebruik een twee-aderige, geïsoleerde kabel als
een verbindingsdraad (*1).
2. Gebruik een zo dik mogelijke kabel omdat een sterke spanningsval op de belastingskabels (*2) de overspanningsbeveiligingsfunctie kan activeren.
3. Gebruiken bij een spanningsval van max. 0,3 V.
4. Bij het openen van de klemmen +S en
uitbouwen van de kortsluitpen wordt de overspanningsbeveiligingsfunctie geactiveerd en wordt de uitgangsspanning uitgeschakeld. Gebruik op de volgende 3 plaatsen een elektrolytische
5.
condensator wanneer de belastingskabel te lang is:
1) Over de belastingsklemmen heen
2) Tussen de klemmen +S en +
3) Tussen de klemmen Selecteer als richtlijn een capaciteit van de aangesloten condensator tussen enige tienden en enige honderden µF en bepaal de uiteindelijke capaciteit wanneer u de condensator zoals onderstaand weergegeven daadwerkelijk tussen de
*1
klemmen aansluit
+
+
DC AAN
V.ADJ
DC AAN
+
S
+ V
V
S
V.ADJ
+
S
+ V
V
S
1
*
*
S en
+
2
S na het
Inschakelstroom, inschakeltijd, houdtijd voor uitgang
Ingang UIT
AC-ingangs­spanning
Ingang AAN
Opmerking: 1. Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie
verstoren en kan soms leiden tot veroudering of defecten van de interne onderdelen. Gebruik het product binnen de belastingsreduc­tiekromme voor de montagerichting die wordt gebruikt.
2. Gebruik de metalen plaat als montagepaneel (*1).
3. Monteer de voeding zodanig dat er lucht rondom de
voeding kan circuleren, omdat de warmte van de voeding via de natuurlijke luchtstroming moet worden afgevoerd.
4. Vastzetkoppel montageschroeven (aanbevolen waarde: 0,49 Nm)
8 Schakelende voedingen S8VM
Inschakelstroom bij ingangstoepassing
AC-ingangs­stroom
Uitgangs­spanning
Inschakeltijd
Referentiewaarden
Item Waarde Definitie
Betrouwbaar­heid (MTBF)
Verwachte levensduur
minimaal
135.000 uur
minimaal 10 jaar
MTBF staat voor Mean Time Between Failures, de gemiddelde tijd tussen storingen. Deze wordt berekend aan de hand van de waarschijnlijkheid dat er toevallige storingen optreden. Deze waarde geeft de betrouwbaarheid van een apparaat aan. De waarde duidt dus niet noodzakelijkerwijs de levensduur van het product aan.
De levensverwachting duidt het gemiddelde aantal bedrijfsuren aan bij een gebruikstemperatuur van 40° C en een belasting van 50%. Dit wordt normaliter bepaald aan de hand van de verwachte levensduur van de ingebouwde aluminium elektrolytische condensator.
90%
95%
Uitschakeltijd
Overbelastingsbeveiliging
De voeding is voorzien van een overbelastingsbeveiliging die de voeding beschermt tegen mogelijke schade door kortsluiting en overstroom. Wanneer de uitgangsstroom boven 105% van de nominale stroom uitkomt, dan wordt de beveiligingsfunctie in gang gezet, waardoor de uitgangsspanning automatisch daalt. Als de uitgangsstroom terugvalt tot binnen het nominale bereik, wordt de overbelastingsbeveiligingsfunctie automatisch uitgeschakeld.
15/30W 50/100/150W (5 V)
Uitgangsspanning (V)
Intermitterende werking
50
0 100
Uitgangsstroom (%)
50/100/150W (12 V, 15 V, 24 V)
Uitgangsspanning (V)
Intermitterende werking
0 10050
Uitgangsstroom (%)
Overspanningsbeveiliging
Houd rekening met te hoge spanningen en ontwerp het systeem zodanig dat de belasting niet wordt blootgesteld aan te hoge spanningen, zelfs wanneer het terugkoppelcircuit in de voeding defect raakt. Wanneer een uitzonderlijk hoge spanning van circa 140% van de nominale spanning of meer wordt gemeten, wordt de uitgangsspanning uitgeschakeld, en schade aan de belasting als gevolg van overspanning wordt voorkomen. Reset de ingangsspanning door de voedingspanning ten minste drie minuten uitgeschakeld te houden alvorens deze weer in te schakelen.
Overspanningsbeveiliging
Ca. 40%
+20%
Uitgangsspanning (V)
Nominale uitgangs­spanning
10%
20%
Variabel bereik
*1 *2
in werking
Uitgangsspanning (V)
De waarden in het bovenstaande schema dienen slechts ter
0V
referentie.
0 10050
Uitgangsstroom (%)
De waarden in de bovenstaande schema's dienen slechts ter referentie. Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen aan veroudering
onderhevig zijn of defect raken als een kortsluitings­of andere overstroomsituatie tijdens bedrijf blijft voortduren. Verhelp het overstroomprobleem zo snel mogelijk.
2. Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderd of defect zijn als de voeding wordt gebruikt voor toepassingen met frequente inschakelstroom of
*1 S8VM-@@@24A@/P@ *2 Behalve S8VM-@@@24A@/P@ Opmerking: 1. Schakel de ingangsspanning niet in voordat de
oorzaak van de overspanning is weggenomen.
2. De overspanningsbeveiligingsfunctie kan worden geactiveerd wanneer de uitgangsspanningsregelaar (V.ADJ) wordt ingesteld op een waarde die +20% van de nominale uitgangsspanning overschrijdt.
overbelasting aan de belastingzijde. Gebruik de voeding niet voor dergelijke toepassingen.
Onderspanningsalarmfunctie (indicatie en uitgang)
(Alleen S8VM-@@@24A@/P@)
Bij een spanningsval bij een S8VM-@@@24A@/P@ met onderspanningsalarmfunctie geeft het lampje DC LAAG door oplichten een uitgangsfout aan. Ook verzendt de transistor extern een uitgangssignaal om de fout te melden (behalve bij S8VM-01524A@ en S8VM-03024A@).
Transistoruitgang: NPN-uitvoering: (S8VM-@@@24A@) Lekstroom indien uitgeschakeld: max. 0,1 mA
S8VM-01524A@ S8VM-03024A@
4
PNP-uitvoering: (S8VM-@@@24P@) max. 30 VDC, max. 50 mA. Restspanning indien ingeschakeld: max. 2 V
S8VM-05024A@/P@ S8VM-10024A@/P@ S8VM-15024A@/P@
8910
4
7
4
6
7 6
67
10 9 8
9
10
8
4
7 6
Onderspanningsalarmfunctie 1 (DC LAAG1) Alleen een kortstondige spanningsval wordt gedetecteerd. De detectiespanning wordt automatisch intern bijgesteld door het detecteren van de
uitgangsspanning (ca. 2,7 V lager dan de spanningsuitgang bij een uitgangsspanning van 24,0 V) Tijdens het detecteren is de transistor uitgeschakeld (zonder continuïteit over 8 en 10 heen) en licht de LED (6: geel) op. (De onderspanningsalarmfunctie 1 wordt gebruikt als een vergrendeluitschakelfunctie.)
Onderspanningsalarmfunctie 2 (DC LAAG2) De detectiespanning wordt ingesteld op ongeveer 20,0 V (tussen 18,0 en 21,6 V).
Tijdens het detecteren is de transistor uitgeschakeld (zonder continuïteit over 9 en 10 heen) en licht de LED (7: rood) op. Opmerking: 1. Deze functie bewaakt de spanning bij de uitgangsklemmen van de voeding.
Als u de werkelijke spanning wilt controleren, dient u de spanning te meten aan de belastingzijde.
2. Een geleidelijke spanningsval wordt niet door de onderspanningsalrmfunctie 1 (DC LAAG1) gedetecteerd.
3. Na het detecteren van onderspanning door de onderspanningsalarmfunctie 1 (DC LAAG1) wordt de transistor uitgeschakeld en
blijft de status van de LED (6: geel) ongewijzigd. Als u de functie wilt resetten, schakelt u de ingangsspanning gedurende 60 seconden of meer uit, waarna u deze weer inschakelt.
4. Als de uitgangsspanning gedurende een aantal seconden 15 V of lager blijft bij gebruik van onderspanningsalarmfunctie 1 (DC LAAG 1), moet de uitschakelstatus van de uitgang voor detectie mogelijk worden gereset.
Schakelende voedingen S8VM 9
Mogelijke oorzaken van voedingsfouten en opsporen en oplossen van
2
fouten met de onderspanningsalarmfunctie.
Controleer de volgende informatie als de onderspanningsalarmfunctie werkt. Neem contact op met uw OMRON-vertegenwoordiger als de voeding na het controleren niet goed werkt. De symbolen in de tabel zijn als volgt:
: Brandt, : Niet verlicht, : Knippert
Opmerking: Knippert: De uitgangsspanning is onstabiel waardoor de LED steeds aan en uit gaat.
DC AAN DC LAAG1 DC LAAG2
LED D:
Groen
LED F:
geel
Tr an s is t o r-
uitgangen
(H tot J)
LED G:
1 AAN AAN
Rood
Tr an s i st o r -
uitgangen
(I tot J)
Uitgangsspanning Diagnose voedingsstatus
Normaal (min. ca. 90% van nominale
Normale status
uitgangsspanning)
2 UIT AAN
3AANUIT
4UITUIT
AAN
5UIT
UIT
AAN
6AAN
UIT
Normaal (min. ca. 90% van nominale uitgangsspanning)
Uitgangsspannings­val (max. ca. 90% van nominale uitgangsspanning)
Uitgangsspannings­val (max. ca. 90% van nominale uitgangsspanning)
Uitgangsspannings­val (ca. 80%
van nominale uitgangsspanning)
Uitgangsspannings­val (ca. 80%
van nominale uitgangsspanning)
De status van de uit­gangsspanning is na een eerdere plotselinge span­ningsval weer normaal.
De uitgangsspanning is geleidelijk afgenomen en blijft te laag.
De uitgangsspanning blijft na een eerdere plotselin­ge spanningsval te laag.
De uitgangsspanning blijft na een eerdere plotselin­ge spanningsval te laag en fluctueert permanent.
De uitgangsspanning is geleidelijk afgenomen, blijft te laag en fluctueert permanent.
24 V
24 V
4 V 24 V
24 V
24 V
7UITUIT
AAN
8
UIT
AAN
UIT
Geen uitgangsspanning
Uitgangsspanning
onstabiel
Er is geen uitgangsspanning.
De uitgangsspanning is onstabiel.
24 V
10 Schakelende voedingen S8VM
Mogelijke oorzaak van de fout Methoden voor het opsporen en oplossen van fouten
--- --- 1
Er is een kortstondige stroomstoring in de ingang.
Er is een kortstondige overbelasting opgetreden.
Er is een kortstondige uitgangsspanningsval bij het opstarten vanwege de capaciteit van de capacitieve factoren aan de belastingzijde of bij het activeren van de belasting.
De uitgangsspanning is na een snelle val door het gebruik van de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ) weer op een normaal peil.
Veroudering door gebruiksduur (als de voeding een aantal jaren is gebruikt)
Overbelasting (onmiddellijk na de eerste inbedrijfstelling van de voeding of bij het verhogen van de belasting)
De uitgangsspanning is gedaald tot –10% van de nominale spanning of minder door het gebruik van de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ).
Er is een plotselinge overbelasting opgetreden en de status van de voeding blijft “overbelast”.
De uitgangsspanning blijft na een snelle val door het gebruik van de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ) te laag.
Na een plotselinge overbelasting blijft deze fluctuerend aanwezig.
Controleer of de uitgangsspanning normaal is en of er in de andere apparaten geen problemen zijn opgetreden. Bij het ongewijzigd voortzetten van het gebruik van de voeding ontstaan geen problemen. Voor het wissen van DC LAAG1 (status van uitgang LED-display en transistor) schakelt u de ingangsspanning uit en wacht u ten minste 60 seconden voordat u de ingangsvoeding weer inschakelt.
De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Wij raden aan de desbetreffende belasting terug te brengen of een voeding met een hogere capaciteit te gebruiken.
Bij het opstarten loopt er waarschijnlijk een hoge inschakelstroom naar de belastingzijde. Wij raden aan een voeding met een hogere capaciteit te gebruiken.
Schakelt de ingangsspanning uit en wacht ten minste 60 seconden voordat u de ingangsvoeding weer inschakelt om de status van het lampje te wissen.
De interne onderdelen van de voeding kunnen door langdurig gebruik verouderd zijn. Wij raden u aan de voeding te vervangen. Vervang ook andere, tegelijkertijd gekochte voedingen.
De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Controleer de huidige belastingstroom en de capaciteit van de voeding. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan schade toebrengen aan de voeding.
Stel de uitgangsspanning met de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ) bij tot de nominale waarden.
Er is waarschijnlijk een fout in het belastingapparaat opgetreden. Schakel de ingangsspanning uit en controleer of er fouten in het belastingapparaat zijn opgetreden. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan schade toebrengen aan de voeding.
Stel de uitgangsspanning met de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ) bij tot de nominale waarden. Voor het wissen van DC LAAG1 (status van uitgang LCD-display en transistor) schakelt u de ingangsspanning uit en wacht u ten minste 60 seconden voordat u de ingangsspanning weer inschakelt.
Er is waarschijnlijk een fout in het belastingapparaat opgetreden. Schakel de ingangsspanning uit en controleer of er fouten in het belastingapparaat zijn opgetreden. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan schade toebrengen aan de voeding.
2
3
4
5
Veroudering door gebruiksduur (na gebruik van de voeding gedurende een aantal jaren)
Overbelasting (onmiddellijk na de eerste inbedrijfstelling van de voeding of bij het verhogen van de belasting)
Voeding onderbroken of beschadigd. Controleer of de ingangsspanning juist is ingeschakeld. Als er geen uitgangsspanning is, zelfs niet na
Overspanningsbeveiliging in bedrijf Schakel de ingangsspanning uit en wacht ten minste 3 minuten voordat u de ingangsspanning weer
De kortsluitpen is los of de klemmen +S en –S zijn onderbroken.
Uitgangskortsluiting Neem de oorzaak van de uitgangskortsluiting weg. Intermitterende werking vanwege overbelasting
(alleen S8VM-01524A@/03024A@)
De voeding start herhaaldelijk niet op vanwege de capaciteit van de capacitieve factoren aan de belastingzijde.
De ingang wordt herhaaldelijk in- en uitgeschakeld.
De status schakelt herhaaldelijk tussen normaal bedrijf en uitgangskortsluiting.
De interne onderdelen van de voeding kunnen door langdurig gebruik verouderd zijn. Vervang de voeding. Vervang ook andere, tegelijkertijd gekochte voedingen.
De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Controleer de huidige belastingstroom en de capaciteit van de voeding. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan schade toebrengen aan de voeding.
het juist inschakelen van de ingangsspanning, is het interne circuit waarschijnlijk beschadigd.
inschakelt. Als de status onverminderd dezelfde is, is het interne circuit waarschijnlijk beschadigd. Controleer of de klemmen +S en –S onderbroken zijn. Als dat het geval is, wordt de
overspanningsbeveiligingsfunctie geactiveerd. Schakel daarom de ingangsspanning uit en wacht ten minste 3 minuten voordat u deze weer inschakelt. (alleen modellen S8VM-10024A@/P@ en S8VM-15024A@/P@)
De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Controleer de huidige belastingstroom en de capaciteit van de voeding. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan schade toebrengen aan de voeding.
Bij het opstarten loopt er waarschijnlijk een hoge inschakelstroom naar de belastingzijde. Wij raden aan een voeding met een hogere capaciteit te gebruiken.
Controleer of de ingangsspanning van de voeding juist is ingeschakeld.
Er is waarschijnlijk een fout in het belastingapparaat opgetreden. Schakel de ingangsspanning uit en controleer of er fouten in het belastingapparaat zijn opgetreden.
6
7
8
Schakelende voedingen S8VM 11
Afmetingen
Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.
Modellen met montage aan voorkant
S8VM-015@@ S8VM-015@@C S8VM-01524A
80,5
17,6 max.
27
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
Opmerking: De S8VM-01524 wordt
hierboven getoond.
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
Opmerking: De S8VM-01524A wordt
hierboven getoond.
S8VM-030@@ S8VM-030@@C S8VM-03024A
8,5±0,5
8,5±0,5
15,5±0,5
68±0,5
15,5±0,5
68±0,5
8,5±0,5
8,5
8,5±0,5
8,5±0,5
±0,5
62±0,5
67±0,3
84,5
62±0,5
67±0,3
95,5
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
13,6 max.
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
17,6 max.
33,5
81,5
Montagegaten
Oppervlakmontage met
schroeven
Montage aan zijkant
84,5
Montage aan onderkant
27
Twee, 4 dia.
68±0,5
62±0,5
Twee, 4 dia.
67±0,3
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
Opmerking: De S8VM-03024 wordt
hierboven getoond.
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
Opmerking: De S8VM-03024A wordt
hierboven getoond.
8,5±0,5
15,5±0,5
8,5±0,5
68±0,5
68±0,5
15,5±0,5
8,5±0,5
8,5±0,5
8,5±0,5
8,5±0,5
77±0,5
82±0,3
99,5
77±0,5
82±0,3
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
13,6 max.
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
33,5
82,5
84,5
Montagegaten
Oppervlakmontage met
Montage aan zijkant
68±0,5
Montage aan onderkant
Twee, 4 dia.
schroeven
Twee, 4 dia.
77±0,5
82±0,3
12 Schakelende voedingen S8VM
S8VM-050@@ S8VM-050@@C S8VM-05024A S8VM-05024P
68±0,5
8,5±0,5
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
23,5±0,3
15±0,2
8±0,2
8,5±0,5
32,5±0,5
Opmerking: De S8VM-05024 wordt hierboven getoond.
120,5
97±0,5
124,5
83±0,5
17,6 max.
Drie, M3 (diepte: 4 max.)
13,6 max.
33,5
27
82,5
Montagegaten
Oppervlakmontage met
schroeven
Montage aan zijkant
Twee, 4 dia.
68±0,5
97±0,5
68±0,5
8,5±0,5
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
23,5±0,3
15±0,2
8,5±0,5
8±0,2
32,5±0,5
Opmerking: De S8VM-05024A wordt hierboven getoond.
S8VM-100@@ S8VM-100@@C S8VM-10024A S8VM-10024P
68±0,5
8,5±0,5
Twee, M3
(diepte: 8 max.)
25±0,2
15±0,2
7,5±0,2
8,5±0,5
30±0,5
Opmerking: De S8VM-10024 wordt hierboven getoond.
97±0,5
160,5
135±0,5
120±0,5
83±0,5
Drie, M3 (diepte: 4 max.)
17,6 max.
(diepte: 4 max.)
28,5
Drie, M3
Montage aan on­derkant
84,5
82,5
Montagegaten
Montage aan zijkant
Drie, 4 dia.
15±0,2
8±0,2
Oppervlakmontage met
schroeven
Twee, 4 dia.
83±0,5
164,5
68±0,5
8,5±0,5
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
25±0,2
15±0,2
7,5±0,2
8,5±0,5
30±0,5
135±0,5
120±0,5
Opmerking: De S8VM-10024A wordt hierboven getoond.
13,6 max.
Drie, M3 (diepte: 4 max.)
35
68±0,5
135±0,5
84,5
Montage aan on­derkant
15±0,2
7.5±0,2
Drie, 4 dia.
120±0,5
Schakelende voedingen S8VM 13
S8VM-150@@ S8VM-150@@C S8VM-15024A S8VM-15024P
160,5
17,6 max.
37,5
68±0,5
8,5±0,5
(diepte: 8 max.)
26,5±0,2
Twee, M3
8,5±0,5
15±0,2
7,5±0,2
25±0,5
135±0,5
120±0,5
Opmerking: De S8VM-15024 wordt hierboven getoond.
164,5
68±0,5
8,5±0,5
Twee, M3 (diepte: 8 max.)
8,5±0,5
135±0,5
Drie, M3 (diepte: 4 max.)
13,6 max.
82,5
Montagegaten
Oppervlakmontage met schroeven
Montage aan zijkant
68±0,5
Montage aan on­derkant
44
84,5
15±0,2
7,5±0,2
Twee, 4 dia.
135±0,5
Drie, 4 dia.
120±0,5
26,5±0,2
15±0,2
7,5±0,2
25±0,5
120±0,5
Opmerking: De S8VM-15024A wordt hierboven getoond.
Drie, M3 (diepte: 4 max.)
14 Schakelende voedingen S8VM
Modellen met DIN-rail montagebeugel
S8VM-015@@D S8VM-015@@CD S8VM-01524AD
81,5
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-01524D wordt hierboven getoond.
84,5
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
46,2
94,4
84,5
17,6 max.
15 max.
3,5 max.
3,5 max.
33
35,1
14
80,5
90,4
14
Opmerking: De S8VM-01524AD wordt hierboven getoond.
S8VM-030@@D S8VM-030@@CD S8VM-03024AD
82
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-03024D wordt hierboven getoond.
84,5
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
46,2
99,5
109,4
17,6 max.
15 max.
3,5 max.
3,5 max.
33
35,1
14
95,5
105,4
14
Opmerking: De S8VM-03024AD wordt hierboven getoond.
Schakelende voedingen S8VM 15
S8VM-050@@D S8VM-050@@CD S8VM-05024AD S8VM-05024PD
82,5
14
120,5
17,6 max.
3,5 max.
33
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-05024D wordt hierboven getoond.
84,5
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-05024AD wordt hierboven getoond.
S8VM-100@@D S8VM-100@@CD S8VM-10024AD S8VM-10024PD
82,5
46,2
130,4
14
14
124,5
134,4
160,5
15 max.
17,6 max.
3,5 max.
3,5 max.
35,1
33
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-10024D wordt hierboven getoond.
14
84,5
46,2
5,4 (Schuivend: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-10024AD wordt hierboven getoond.
164,5
174,4
170,4
15 max.
3,5 max.
36,6
16 Schakelende voedingen S8VM
S8VM-150@@D S8VM-150@@CD S8VM-15024AD S8VM-15024PD
82,5
14
160,5
17,6 max.
3,5 max.
39,1
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-15024D wordt hierboven getoond.
84,5
46,2
5,4 (Verschuiving: 9 max.)
Opmerking: De S8VM-15024AD wordt hierboven getoond.
170,4
14
164,5
174,4
15 max.
3,5 max.
45,6
Schakelende voedingen S8VM 17
DIN-rail (apart bestellen)
Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.
Montagerail (materiaal: aluminium)
PFP-100N PFP-50N
4,5
15 25 25
10 10
Montagerail (materiaal: aluminium)
PFP-100N2
4,5
15 25 25
10 10
1.000 (500) *
1.000
25 25
25 25 15
±
0,15
7,3
±
35
15(5) *
* De waarden tussen haakjes gelden voor de PFP-50N.
±
0,3
0,3
27
1
16
1 1,5
±
0,15
29,2242735
18 Schakelende voedingen S8VM
Veiligheidsmaatregelen
(zi
1)
!VOORZICHTIG
Pas op voor eventuele elektrische schokken, brand of productdefecten. Demonteer, wijzig of repareer het product niet en raak de binnenkant van het product niet aan.
Pas op voor verbrandingen. Raak het product niet aan als het is ingeschakeld of direct nadat het is uitgeschakeld.
Pas op voor brand. Draai de aansluitklemmen vast met het opgegeven koppel van 1,6 Nm.
Pas op voor verwondingen als gevolg van elektrische schokken. Raak de aansluitklemmen niet aan wanneer de stroom is ingeschakeld.
Pas op voor eventuele elektrische schokken, brand of productdefecten. Zorg dat er geen stukjes metaal, geleider, afgeknipte draad of afval van de installatie in het product terechtkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik
Montage
Standaardmontage (uitvoering met DIN-rail montagebeugel)
e opm.
(zie opm. 1)
(zie opm. 2)
Horizontale montage (uitvoering voor montage aan voorkant)
(zie opm. 1)
(zie opm. 2)
(zie opm. 3)
Opmerking: 1. Convectie van lucht
2. 20 mm of meer
3. Gebruik een
metalen plaat als montagepaneel.
Neem afdoende maatregelen om ervoor te zorgen voor een goede warmtedissipatie aangezien dit de betrouwbaarheid van het product op de lange termijn verbetert. Zorg bij de montage dat in de lucht rond de apparaten convectie mogelijk blijft. Kom niet buiten het bereik van de belastingsreductiekromme.
Gebruik de metalen plaat als montagepaneel. Zorg er bij het aanbrengen van montagegaten voor dat het afval niet
terechtkomt in de product. Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie verstoren en kan
soms leiden tot veroudering of defecten van de interne onderdelen. Gebruik het product binnen de belastingsreductiekromme voor de montagerichting die wordt gebruikt.
Standaardmontage (uitvoering voor montage aan voorkant)
(zie opm. 3)
(zie opm. 2)
Montage naar boven gericht (uitvoering voor montage aan voorkant)
(zie opm. 1).
(zie opm. 3)
(zie opm. 1).
(zie opm. 1)
(zie opm. 1).
Houd bij het naast elkaar monteren van twee of meer voedingen een tussenruimte van ten minste 20 mm aan, zoals op de bovenstaande afbeeldingen getoond.
Bij het aanbrengen van de lange montageschroeven kunnen de interne onderdelen mogelijk worden beschadigd. Zie Afmetingen op pagina 12 voor de maximale diepte voor het indraaien in de voeding.
Er kunnen niet meerdere voedingen worden geschakeld. (Alleen S8VM-100@@@@/150@@@@) Monteer de voedingen zover mogelijk van warmtebronnen vandaan. Houd als referentiewaarde een tussenruimte van ten minste 50 mm rechts en links aan. Bij een toegestane tussenruimte van slechts 20 mm mag de belastingverhouding van de voeding maximaal 80% zijn.
S8VM-100@@@@/S8VM-150@@@@
Onjuist Onjuist
Bedrading
Zorg dat de aarding goed is aangesloten. Er moet een beschermende aardeaansluiting worden gebruikt die wordt voorgeschreven in de veiligheidsnormen. Er kunnen elektrische schokken of storingen optreden als de aarding niet goed is aangesloten.
Pas op voor brand. Ga na of ingangs- en uitgangsklemmen op de juiste wijze zijn bedraad.
Oefen bij het vastzetten van het klemmenblok niet meer kracht uit dan 100 Nm.
Verwijder de beschermlabel van het product voordat de stroom wordt ingeschakeld zodat deze geen negatieve invloed op de warmtedissipatie heeft.
Gebruik het volgende materiaal voor de kabels die moeten worden aangesloten op de S8VM om te voorkomen dat buitenproportionele belastingen leiden tot rookontwikkeling of ontsteking. Bij een bekabeling die niet aan de specificaties voldoet, kan er bij problemen bij de belasting oververhitting of brand ontstaan. Kies als vuistregel altijd draadmaten voor ten minste 1,6 keer de nominale stroomsterkte.
Aanbevolen draadtypen
Model Aanbevolen draadtype
S8VM-015@@@@ S8VM-030@@@@
(M3,5)
AWG24 tot 14 (0,205 tot 2,081 mm
S8VM-050@@@@ S8VM-100@@@@
S8VM-150@@@@ S8VM-100@@@@
S8VM-150@@@@
(M3,5)
(M4)
AWG24 tot 14 (0,205 tot 2,081 mm
AWG24 tot 12 (0,205 tot 3,309 mm
Draadkeuze
Kies de bedrading voor de voeding zorgvuldig. Zie deze tabel bij het kiezen van de bedrading.
AWG
Doorsnede
-nr.
(mm2)
30 0,051 7/0,102 358 0,12 --­28 0,081 7/0,127 222 0,15 0,2 26 0,129 7/0,16 140 0,35 0,5 24 0,205 11/0,16 88,9 0,7 1,0 22 0,326 17/0,16 57,5 1,4 2,0 20 0,517 26/0,16 37,6 2,8 4,0 18 0,823 43/0,16 22,8 4,2 6,0 16 1,309 54/0,18 14,9 5,6 8,0 14 2,081 41/0,26 9,5 --- 12,0 12 3,309 65/0,26 6,0 --- 22,0 10 5,262 104/0,26 3,8 --- 35,0
Configuratie
(aantal
conductoren/
mm)
Span-
ningsval
per 1 A
(mV/
meter)
Aanbevolen maximale
stroomsterkte (A)
UL1007
(300V bij
80° C)
2
2
2
UL1015
(600V bij
105° C)
)
)
)
Schakelende voedingen S8VM 19
Aanbevolen maximale stroomsterkte
De tabel geldt voor 1- tot 4-aderige bedrading. Houdt de waarde voor de stroomsterkte binnen 80% van de waarden in deze tabel als u bedrading met 5 of meer aders gebruikt.
XH-connectoren voorbereiden
De volgende producten worden meegeleverd bij de S8VM-05024A@/ P@, S8VM-10024A@/P@ en S8VM-15024A@/P@ voor de bedrading van de uitgang van de onderspanningsalarmtransistor.
Connector S8VM-
Behuizing (meegeleverd)
Klem (meegeleverd)
Bereid de connector voor volgens de onderstaande instructies voor een juiste bedrading. Raadpleeg de catalogus van JST voor details.
Gebruik een draadmaat tussen AWG22 en AWG28.
Strip als vuistregel 2,1 tot 2,6 mm mantel van de kabel af.
Gebruik YC- of YRS-krimpgereedschap (vervaardigd door JST)
voor het vastkrimpen van de klem en de kabel.
Steek na het vastkrimpen de draadklemmen volledig in de behuizing totdat deze vastklikken. Controleer of de aan de behuizing bevestigde kabels stevig op hun plaats zitten.
05024A@/P@
S3B-XH-A-1 BH3B-XH-2 XHP-3
BXH-001T-P0.6 of SXH-001T-P0.6
S8VM-10024A@/P@ Ver vaar­S8VM-15024A@/P@
digd door JST
Installatieomgeving
Gebruik de voeding niet op plaatsen die zijn blootgesteld aan schokken of trillingen. Het is met name belangrijk dat u de voeding zo ver mogelijk uit de buurt van magneetschakelaars of andere apparaten, die een trillingsbron kunnen vormen, installeert.
Installeer de voeding niet in de buurt van krachtige, hoogfrequente storingsbronnen of hoogspanningsbronnen.
Levensduur
De levensduur van een voeding wordt bepaald door de levensduur van de elektrolytische condensatoren die in het product worden toegepast. Hier is de wet van Arrhenius van toepassing, die inhoudt dat de levensduur van de condensator met de helft vermindert voor elke temperatuurstijging van 10°C en dat de levensduur wordt verdubbeld voor elke temperatuurdaling van 10° C. De levensduur van de voeding kan aldus worden verlengd door de inwendige temperatuur te verlagen.
Bedrijfs- en opslagomgeving
Sla de voeding op bij een temperatuur van –25 tot 65°C en een vochtigheidsgraad van 25% tot 90%.
De interne onderdelen kunnen verouderd of beschadigd zijn. Gebruik de voeding niet buiten het bereik van de belastingsreductiekromme (dat wil zeggen, onder de omstandigheden in het donkerder weergegeven gedeelte ( ) in de grafieken voor de belastingsreductiekromme op pagina 7.)
Gebruik de voeding bij een vochtigheidsgraad van 30% tot 85%. Gebruik de voeding niet op locaties die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht. Gebruik de voeding niet op locaties waar vloeistoffen, vreemde
stoffen of corrosieve gassen het product kunnen binnendringen.
Overstroombeveiliging
Interne onderdelen kunnen aan veroudering onderhevig zijn of defect raken als een kortsluitings- of andere overstroomsituatie tijdens bedrijf blijft voortduren. Verhelp het overstroomprobleem zo snel mogelijk.
Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderd of defect zijn als de voeding wordt gebruikt voor toepassingen met frequente inschakelstroom of overbelasting aan de belastingzijde. Gebruik de voeding niet voor dergelijke toepassingen.
De batterij opladen
Als een batterij moet worden aangesloten als belasting, moet u een overstroombeveiligingscircuit en een overspanningsbeveiligingscircuit installeren.
Doorslagspanningstest
Als er een te hoge spanning wordt aangelegd tussen een ingang en de behuizing (PE/FG), loopt deze via de LC van het ingebouwde ontstoringsfilter, waarna de energie wordt opgeslagen. Als de hoge spanningen die worden gebruikt voor de doorslagspanningstest met een schakelaar, timer of vergelijkbaar apparaat wordt in- en uitgeschakeld, wordt er een impulsspanning gegenereerd wanneer de spanning wordt uitgeschakeld, waardoor de interne onderdelen mogelijk beschadigd kunnen raken. Om te voorkomen dat er impulsspanningen worden gegenereerd, moet u de toegepaste spanning langzaam verlagen met behulp van een variabele weerstand op het testapparaat of door de spanning aan en weer uit te zetten op het nuldoorgangspunt.
Sluit bij het uitvoeren van de test alle uitgangsklemmen kort om te voorkomen dat deze worden beschadigd.
Isolatietest
Sluit bij het uitvoeren van de test alle uitgangsklemmen kort om te voorkomen dat deze worden beschadigd.
Inschakelstroom
Wanneer twee of meer voedingen zijn aangesloten op dezelfde ingang, wordt de inschakelstroom opgeteld bij de totale stroomsterkte. Selecteer zekeringen en stroomonderbrekers waarbij u voldoende rekening houdt met de smelt- of bedrijfseigenschappen zodat de zekeringen niet doorslaan en de stroomonderbrekers niet verbreken vanwege de inschakelstroom.
Uitgangsspanningsregelaar (V.ADJ)
Standaard instelling Ingesteld op de nominale spanning Regelbaar bereik: Regelbaar met uitgangsspanningsregelaar
(V.ADJ) op het frontpaneel van het product van –20% tot 20% van de nominale uitgangsspanning ( voor S8VM-@@@24A@/P@)
Door rechtsom resp. linksom te draaien verhoogt resp. verlaagt u de uitgangsspanning.
De uitgangsspanning afregelpotentiometer (V.ADJ) zou beschadigd kunnen raken als hieraan met onnodig veel kracht wordt gedraaid. Oefen niet teveel kracht uit bij het draaien aan de afregelpotentiometer.
Nadat u de uitgangsspanning hebt afgeregeld, moet u controleren of de uitvoercapaciteit of de uitvoerspanning niet hoger is dan de nominale uitgangscapaciteit of de nominale uitgangsstroom.
De uitgangsspanning kan stijgen boven het toegestane spanningsbereik (maximaal +20% van de nominale spanning) afhankelijk van het gebruik van de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ). Controleer bij het regelen van de uitgangsspanning de uitgangsspanning van de voeding en controleer of de belasting niet is beschadigd.
Bij het verhogen van de uitgangsspanning tot meer dan +20% van de nominale waarde met de uitgangsspanningsregelaar (V. ADJ) kan de overspanningsbeveiligingsfunctie in werking treden.
10% tot 20% van de nominale spanning
(alleen S8VM-@@@24A@/P@)
Verdraai de uitgangspanningsregelaar (V.ADJ) langzaam. Bij het snel terugbrengen van de uitgangsspanning of bij het afregelen van de uitgangsspanning naar minder dan 10% van de nominale waarde kan de onderspanningsalarmfunctie in werking treden.
DIN-rail monteren
Bij montage op een DIN-rail laat u de S8VM op de rail zakken totdat de railbevestigingsklem vastklikt, haakt u deel A over de rand van de rail en drukt u in de richting van B,
Demonteer de S8VM van de DIN-rail door een schroevendraaier in deel C te steken en de S8VM van de rail af te trekken.
A
B
30 mm min.
C
Railbevestigingsklem
20 Schakelende voedingen S8VM
Serieschakeling
De voedingen kunnen in serie worden geschakeld. Een symmetrische uitgangsspanning kan worden bereikt met twee voedingen.
Serieschakeling
15W/30W Juist
AC (L)
AC (N)
AC (L)
AC (N)
Uitgangsspanning (±)
Juist
AC (L)
AC (N)
+V
V
+V
V
+V
V
50W/100W/150W Juist
AC (L)
AC (N)
AC (L)
AC (N)
+V
V
+V
V
In het geval er geen uitgangsspanning is
Als er geen uitgangsspanning is, kan de overspannings- of onderspanningsbeveiliging in werking zijn getreden. Het interne beveiligingscircuit kan functioneren als een hoge overspanning optreedt, bijvoorbeeld bij een blikseminslag bij het inschakelen van de ingangsspanning.
Wanneer er geen uitgangsspanning is, ook niet na controle van de volgende punten, neemt u contact met ons op.
Controleer de status van de overbelastingsbeveiliging
Controleer of de belasting de overbelastingstatus heeft of is kortgesloten. Verwijder eventuele bedrading van de belasting tijdens de controle.
Poging tot verhelpen van de overspanning of interne beveiligingsfunctie
Schakel de ingangsspanning eenmaal uit en zorg dat deze ten minste drie minuten uitgeschakeld blijft. Schakel de eenheid weer in om te zien of het probleem is verholpen.
Controleer of de klem +S of –de klem S met uitgebouwde kortsluitpen onderbroken is. (alleen S8VM-100
Controleer of de uitgangsspanning is afgesteld op meer dan +20% van de nominale waarde met de uitgangsspanningsregelaar (V. ADJ).
@@@@
/S8VM-150
@@@@
)
AC (L)
AC (N)
Opmerking: 1.
+V
V
Bij kortsluiting in de belasting kan er een omkeerspanning op de voedingseenheid komen te staan met mogelijke veroudering of schade aan de voedingseenheid als gevolg. Sluit de diode aan op de in de afbeelding aangegeven wijze. Selecteer de aan te sluiten diode op basis van de volgende richtlijnen.
Type Schottky-poortdiode
Diëlektrische sterkte (V
RRM)
Doorlaatstroom (I
Tweemaal de nominale uitgangsspanning of hoger
F) Tweemaal de nominale
uitgangsstroomsterkte of hoger
2. Hoewel producten met verschillende specificaties in serie kunnen worden geschakeld, mag de stroom die via de belasting loopt, niet de lagere nominale uitgangsstroom overschrijden.
Parallelbedrijf
Het product is niet geschikt voor parallelle schakeling.
Onjuist
AC (L)
AC (N)
+V
V
Zoemend geluid bij het inschakelen van de ingangsspanning. (50/100/150W)
In de spanningsingang is een circuit voor de onderdrukking van harmonische stromen ingebouwd. Dit circuit kan geluid produceren als de ingang is ingeschakeld, maar het geluid houdt op wanneer de interne circuits zijn gestabiliseerd en dit wijst niet op problemen met het product.
AC (L)
AC (N)
+V
V
Schakelende voedingen S8VM 21
Specifieke waarden
Alleen ter referentie
Vermogen 15 W 30 W 50 W 100 W 150 W
Item
Rendement 5V-modellen 78% 81% 85% 87% 87%
12V-modellen 81% 84% 84% 87% 87% 15V-modellen 81% 84% 84% 87% 87% 24V-modellen 82% 86% 84% 88% 88%
Ingang Stroom 230 V-ingang 0,20 A 0,39 A 0,31 A 0,61 A 5 V: 0,73 A
12V/15V/24V: 0,83 A Lekstroom 230 V-ingang 0,30 mA 0,35 mA 0,35 mA 0,35 mA 0,35 mA Inschakelstroom
(zie opm. 1)
Uit-
Rimpelspanning f=20 MHz-
gang
Inschakeltijd (zie opm. 1)
Uitschakeltijd (zie opm. 1)
Opmerking: 1. Raadpleeg de paragraaf Technische gegevens op pagina 7 tot 8 voor meer informatie.
2. De gemiddelde waarden geven de waarden voor een ingangsstroom van 230 VAC aan. Alle items worden gemeten bij een
230 V-ingang 28 A 32 A 32 A 32 A 32 A
meting
f=100 MHz­meting
bij 100% belasting
bij 100% belasting
frequentie van 50 Hz.
5 V: 0,60% (p-p) 5 V: 0,60% (p-p) 5 V: 2,39% (p-p) 5 V: 2,10% (p-p) 5 V: 1,97% (p-p) 12 V: 0,08% (p-p) 12 V: 0,14% (p-p) 12 V: 0,56% (p-p) 12 V: 0,69% (p-p) 12 V: 0,67% (p-p) 15 V: 0,07% (p-p) 15 V: 0,12% (p-p) 15 V: 0,36% (p-p) 15 V: 0,60% (p-p) 15 V: 0,54% (p-p) 24 V: 0,07% (p-p) 24 V: 0,12% (p-p) 24 V: 0,22% (p-p) 24 V: 0,27% (p-p) 24 V: 0,32% (p-p) 5 V: 0,77% (p-p) 5 V: 0,88% (p-p) 5 V: 2,47% (p-p) 5 V: 2,42% (p-p) 5 V: 2,54% (p-p) 12 V: 0,20% (p-p) 12 V: 0,20% (p-p) 12 V: 0,58% (p-p) 12 V: 0,78% (p-p) 12 V: 0,75% (p-p) 15 V: 0,12% (p-p) 15 V: 0,18% (p-p) 15 V: 0,37% (p-p) 15 V: 0,68% (p-p) 15 V: 0,63% (p-p) 24 V: 0,10% (p-p) 24 V: 0,18% (p-p) 24 V: 0,23% (p-p) 24 V: 0,31% (p-p) 24 V: 0,37% (p-p) 270 ms 280 ms 460 ms 460 ms 460 ms
5 V: 211 ms 5 V: 187 ms 5 V: 43 ms 5 V: 40 ms 5 V: 41 ms 12 V: 213 ms 12 V: 200 ms 12 V: 38 ms 12 V: 43 ms 12 V: 41 ms 15 V: 221 ms 15 V: 204 ms 15 V: 42 ms 15 V: 40 ms 15 V: 37 ms 24 V: 216 ms 24 V: 197 ms 24 V: 30 ms 24 V: 36 ms 24 V: 33 ms
22 Schakelende voedingen S8VM
Schakelende voedingen S8VM 23
Aandachtspunten met betrekking tot de toepassing en de garantie
Deze catalogus lezen en begrijpen
Neem deze catalogus zorgvuldig door voordat u de producten aanschaft. Raadpleeg uw OMRON-vertegenwoordiger als u vragen of opmerkingen hebt.
Garantie en beperkingen van aansprakelijkheid
GARANTIE
OMRON geeft de exclusieve garantie dat de producten geen materiaal- en/of fabricagefouten bevatten voor een periode van één jaar (tenzij een andere periode is aangegeven) na datum van aankoop.
OMRON WIJST ELKE GARANTIE OF VERKLARING AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN NIET­SCHENDING VAN RECHTEN VAN DERDEN, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE PRODUCTEN. ELKE KOPER OF GEBRUIKER ACCEPTEERT DAT ALLEEN DE KOPER OF GEBRUIKER ZELF HEEFT BEPAALD DAT DE PRODUCTEN AAN DE EISEN VAN HUN BEDOELDE GEBRUIK VOLDOEN. OMRON WIJST ELKE ANDERE GARANTIE AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET.
BEPERKINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID
OMRON AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BIJZONDERE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE, WINSTDERVING, OF WELK ANDER BEDRIJFSVERLIES DAN OOK IN VERBAND MET DE PRODUCTEN, ONGEACHT OF CLAIMS ZIJN GEBASEERD OP CONTRACTEN, GARANTIES, ONACHTZAAMHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval overschrijdt de vergoeding van OMRON voor welke schade dan ook de afzonderlijke prijs van het product waarop garantie is verleend.
IN GEEN GEVAL IS OMRON AANSPRAKELIJK VOOR GARANTIE, REPARATIE, OF ANDERE AANSPRAKEN MET BETREKKING TOT DE PRODUCTEN TENZIJ ANALYSE VAN OMRON BEVESTIGT DAT DE PRODUCTEN CORRECT WERDEN BEHANDELD, OPGESLAGEN, GEÏNSTALLEERD EN ONDERHOUDEN, EN NIET ONDERHEVIG WAREN AAN VERVUILING, MISBRUIK, VERKEERD GEBRUIK, OF AAN ONGEPASTE WIJZIGINGEN OF REPARATIES.
Toepassingsoverwegingen
GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de combinatie van de producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van de producten.
Neem alle vereiste stappen om te bepalen of het product geschikt is voor de systemen, machines en uitrusting waarvoor u het wilt gebruiken.
Stel u op de hoogte en houd u aan alle gebruiksbeperkingen die op dit product van toepassing zijn. GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING DIE ERNSTIG LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VOOR
EIGENDOMMEN KAN BETEKENEN, ZONDER TE VERZEKEREN DAT HET SYSTEEM ALS GEHEEL IS ONTWORPEN OM DERGELIJKE RISICO'S TE VOORKOMEN, EN DAT DE OMRON-PRODUCTEN VAN CORRECTE WAARDE ZIJN EN ZIJN GEÏNSTALLEERD VOOR HET GEBRUIK WAAR ZE VOOR ZIJN BEDOELD BINNEN HET GEHEEL VAN APPARATUUR OF SYSTEEM.
Afstand van aansprakelijkheid
PRESTATIEGEGEVENS
De prestatiegegevens in deze catalogus dienen als richtlijn voor de gebruiker bij het bepalen van de geschiktheid van het product en vormen geen garantie. Deze gegevens kunnen het resultaat zijn van testomstandigheden bij OMRON en de gebruiker moeten deze cijfers in relatie zien met de werkelijke toepassingsvereisten. De werkelijke prestaties zijn onderhevig aan de Garantie en beperkingen van aansprakelijkheid van OMRON.
WIJZIGING VAN TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens en accessoires van producten kunnen op elk moment worden gewijzigd wegens verbeteringen of andere redenen. U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-vertegenwoordiger voor de actuele technische gegevens van het product dat u hebt aangeschaft.
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
De afmetingen en gewichten zijn nominaal en kunnen niet worden gebruikt voor fabricagedoeleinden, ook niet waar toleranties worden weergegeven.
Cat. No. T033-NL2-02A
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLAND Omron Electronics B.V. Wegalaan 61, 2132 JD Hoofddorp Tel: +31 (0) 23 568 11 00 Fax: +31 (0) 23 568 11 88 www.omron.nl
BELGIË Omron Electronics N.V./S.A. Stationsstraat 24, B-1702 Groot-Bijgaarden Tel: +32 (0) 2 466 24 80 Fax: +32 (0) 2 466 06 87 www.omron.be
24 Schakelende voedingen S8VM
Loading...