Omron S8VM BROCHURE [nl]

S8VM-VOEDINGEN

D e v o e d i n g die u w a a r s c h u w t !

» N i e u w e , ui te r s t c om pa c t e b eh u i z i n g

»

W a a r s c h u w i n g s s y s t e e m

»

Ee nvo u di g e in s ta l la t ie

Advanced Industrial Automation

Minimale stilstand van machines
dankzij snelle en nauwkeurige acties

Industriële voedingen moeten beantwoorden aan

dezelfde hoge eisen met betrekking tot robuustheid en

betrouwbaarheid als de machines waarin ze worden

gebruikt. Defecten, met procesonderbrekingen en

productieverlies tot gevolg, zijn duur en moeten zo

spoedig mogelijk worden verholpen om de stilstand

van machines tot een minimum te beperken.

De nieuwe S8VM-serie van industriële schakelende

voedingen van Omron helpt u hierbij.

Kunststof voorpaneel biedt
vingerbescherming en voorkomt
elektrische schokken.

De S8VM-voedingen bieden een nieuw onderspanningsalarm

met een unieke probleemoplossingsfunctie. Ze geven niet

alleen duidelijk aan wanneer de uitgangsgelijkspanning is

gedaald, maar ook wat wellicht de oorzaak is. Hierdoor kunt

u snel en effectief de juiste correctieve actie uitvoeren.

De S8VM-serie is ook ontworpen voor directe, eenvoudige

montage op DIN-rail. In overeenstemming met de heden-

daagse trend van miniaturisatie van industriële apparatuur

wordt de serie geleverd in een nieuwe, uiterst compacte

behuizing die, afhankelijk van het uitgangsvermogen, tot

wel 40% kleiner is dan die van conventionele ‘compacte’

voedingen.

Zeer goede redenen dus om te kiezen voor de nieuwe

S8VM-voedingen van Omron. Ontworpen door Omron voor

optimaal kwaliteitsbeheer van uw industriële processen

en eenvoudig onderhoud.

Eenvoudig op DIN-rail klikken.

Connector voor signaaluitgang
van onderspanningsalarm.

-

Onderspanningsalarm/
LED-indicatie.

Schroefklemmenstrook
voor extra vingerbe-­scherming.

Nieuwe, uiterst compacte behuizing.

Vroegtijdige waarschuwing

Kort uitgangsspanningsverlies

DC LOW1 (gele LED) brandt

Wellicht veroorzaakt door een storing

op de voedingsingang of een tijdelijk

probleem in de belasting.

slijtage van onderdelen van voeding.

Uitgangsspanning

Tijd

1

2

AAN AAN

AAN UIT

Uitgangsspanning

1

2

Tijdig en efficiënt oplossen van problemen bij de klant
voor optimaal kwaliteitsbeheer

De S8VM-serie biedt een uniek onderspanningsalarm met

diagnosefunctie om probleemoplossing te vergemakkelijken.

Hierdoor kunt u rechtstreeks naar de kern van het probleem

gaan, ongeacht de oorzaak: netvoeding, elektrisch circuit van

de kast of de voeding zelf. Het resultaat: snelle en efficiënte

reparatie zonder dure vertragingen!

Alle S8VM-voedingen met 24V-uitgangen bieden een probleem-

oplossingsfunctie waarmee u kunt bepalen of problemen wor-

den veroorzaakt door beschadiging van de voeding, abnormale

Geleidelijke daling van de

uitgangsspanning tot minder

dan 20 V; blijft laag

DC LOW2 (rode LED) brandt

Zeer waarschijnlijk veroorzaakt door

Tijd

AAN

invoer of een storing in het elektrische circuit van de kast.

Hiervoor worden twee LED’s (geel en rood) aan de voorkant

van de behuizing gebruikt.

Systeem voor vroegtijdige waarschuwing

Naast LED-indicatie bieden de 24V-modellen met een

uitgangsvermogen van minimaal 50 W ook een onderspan-

ningsalarmuitgang. Met behulp van deze uitgang kan een

aan/uit-signaal worden verzonden naar bijvoorbeeld een PLC

-

-

of HMI voor een zichtbare storingswaarschuwing op een locatie

op afstand. Het signaal kan ook worden gebruikt om een lamp

in te schakelen of te laten knipperen.

Uitgangsspanning blijft laag

na een plotse spanningsdaling

DC LOW1 en 2 (rode en gele LED)

branden

Zeer waarschijnlijk veroorzaakt door

een storing zoals een kortsluiting

in de belasting.

Uitgangsspanning

1

2

AAN

AAN

Tijd

Advanced Industrial Automation

Nieuwe, uiterst compacte behuizing voor gebruik van
kleinere kasten

In overeenstemming met de trend van miniaturisatie van indus-

triële apparatuur heeft Omron absolute voorrang gegeven aan

de indeling van het interne circuit, om de afmetingen zo klein

mogelijk te houden zonder de thermische prestaties te vermin-

deren. Het resultaat is een nieuwe, uiterst smalle behuizing die

kan worden geïnstalleerd in bijna elke kast en in een willekeu-

rige positie binnen een kast. Bovendien zorgt de standaard

behuizingshoogte van 84,5 mm voor alle nominale vermogens

voor een verdere vereenvoudiging van het kastontwerp.

Breed productgamma voldoet aan alle behoeften

De eenfasige S8VM-serie is verkrijgbaar in een breed gamma

van DC-uitgangsspanningen (van 5 tot 24 V) en vermogens

(van 15 tot 150 W). Bovendien wordt het gamma begin 2006

uitgebreid zodat zelfs hoogvermogende voedingen van 300

tot 1500 W verkrijgbaar zullen zijn.

Nieuwe,

uiterst compacte

behuizing

-

-

En dat is nog niet alles. De serie voldoet aan alle relevante

internationale veiligheidsnormen zodat de voedingen kunnen

worden gebruikt door industriële fabrikanten die actief zijn op

internationaal niveau. En aangezien bij Omron milieubescher-

ming heel belangrijk is, voldoet de serie aan de vereisten van

de RoHS-richtlijn, die limieten opgeeft voor de aanwezigheid

van gevaarlijke stoffen zoals lood.

-

Productie van halfgeleider-

siliciumplaten

De productie van halfgeleiders vereist

geavanceerde en uiterst betrouwbare

productiemachines voor de verwerking

van gevoelige siliciumplaten en andere

halfgeleideronderdelen.

Continue productieprocessen Robotica in de auto-industrie

In continue productieprocessen

moeten eventuele defecten in de

productieapparatuur snel worden

getraceerd en gerepareerd.

De uiterst concurrerende auto-

industrie gebruikt robuuste en zeer

betrouwbare, gerobotiseerde

productieapparatuur om de uitvaltijd

tot een minimum te beperken.

Advanced Industrial Automation

Schakelende voedingen

S8VM (15/30/50/100/150W-modellen)

Voeding uitgevoerd met OMRON’s unieke,
nieuwe onderspanningsalarmfunctie in een
compacte, ruimtebesparende behuizing

• Nieuwe onderspanningsalarmfunctie helpt bij het bepalen van

oorzaken van foutmeldingen (alleen S8VM-@@@24A@/P@).

• Breed scala aan mogelijkheden met een keuze uit
5 vermogensbereiken en 20 modellen.

• Voldoet aan RoHS, met o.a. loodvrije constructie.

• Veiligheidsnormen:
UL508/60950-1/1604, CSA C22.2 Nr. 14/Nr. 60950-1/Nr. 213,
EN50178, EN60950-1

• Harmonische stroomemissie: conform EN61000-3-2.

• Nieuwe, intelligente constructie waarbij schroeven niet uit het
klemmenblok kunnen vallen.

• Vingerveilige aansluitingen tegen elektrische schokken.

• DIN-railmontage.

Opmerking: Zie Voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik op

pagina 19.

Opmerking: 300W tot 1.500W-modellen worden in 2006 op de

markt gebracht.

Opbouw typenummer

� Verklarende tekst typenummer

Opmerking: Niet alle combinaties zijn mogelijk. Raadpleeg het modellenoverzicht in Bestelinformatie op pagina 2.

Opmerking: 1. De uitvoering voor montage aan de voorkant kan niet aan de achterkant worden gemonteerd. Voor een configuratie met montage

aan de achterkant gebruikt u een uitvoering met DIN-rail montagebeugel.

2.

De behuizing en de klem van de connector voor de onderspanningsalarmuitgang worden meegeleverd bij de S8VM-05024A@/P@,
S8VM-10024A

@/P@

en S8VM-15024A@/P@.

1 2

3

4

S8VM- @@@@@@@

1. Vermogen

015: 15 W
030: 30 W
050: 50 W
100: 100 W
150: 150 W

2. Uitgangsspanning

05: 5 V
12: 12 V
15: 15 V
24: 24 V

3. Configuratie/functie

Geen: Uitvoering met open frame Standaard uitvoering
C: Afgesloten uitvoering Standaard uitvoering
A: Afgesloten uitvoering Uitvoering met

onderspanningsalarm (NPN)
(Zie noot.)

P: Afgesloten uitvoering Uitvoering met

onderspanningsalarm (PNP)
(Zie noot.)

4. Configuratie

Geen: Uitvoering voor montage aan voorkant
D: Uitvoering met DIN-rail montagebeugel

5Schakelende voedingen S8VM

2 Schakelende voedingen S8VM

Bestelinformatie

Opmerking: De modellen S8VM-@@@@@CD en S8VM-@@@@@PD zijn standaard voorraadartikelen, neem voor andere artikelen contact op met

uw OMRON-vertegenwoordiger of -dealer.

Opmerking: 1. In deze modellen zijn geen uitgangen ingebouwd.

2. Het uitgangsvermogen van de S8VM-15005@@ is 135 W.

Configura-

tie

Vermo-

gen

Ingangsspan-

ning

Uitgangsspan-

ning

Uitgangs-

stroom

Montage aan voorkant DIN-rail montagebeugel

Standaard
uitvoering

Uitvoering

onderspannings-alarm

Standaard
uitvoering

Uitvoering onderspannings-alarm

NPN PNP NPN PNP

Afgesloten
uitvoering

15 W 100 t/m 240 VAC 5 V 3 A S8VM-01505 --- --- S8VM-01505D --- ---

12 V 1,3 A S8VM-01512 --- --- S8VM-01512D --- --­15 V 1 A S8VM-01515 --- --- S8VM-01515D --- --­24 V 0,65 A S8VM-01524 --- --- S8VM-01524D --- ---

30 W 5 V 6 A S8VM-03005 --- --- S8VM-03005D --- ---

12 V 2,5 A S8VM-03012 --- --- S8VM-03012D --- --­15 V 2 A S8VM-03015 --- --- S8VM-03015D --- --­24 V 1,3 A S8VM-03024 --- --- S8VM-03024D --- ---

50 W 5 V 10 A S8VM-05005 --- --- S8VM-05005D --- ---

12 V 4,3 A S8VM-05012 --- --- S8VM-05012D --- --­15 V 3,5 A S8VM-05015 --- --- S8VM-05015D --- --­24 V 2,2 A S8VM-05024 --- --- S8VM-05024D --- ---

100 W 5 V 20 A S8VM-10005 --- --- S8VM-10005D --- ---

12 V 8,5 A S8VM-10012 --- --- S8VM-10012D --- --­15 V 7 A S8VM-10015 --- --- S8VM-10015D --- --­24 V 4,5 A S8VM-10024 --- --- S8VM-10024D --- ---

150 W 5 V 27 A S8VM-15005

(zie opm. 2)

--- --- S8VM-15005D
(zie opm. 2)

--- ---

12 V 12,5 A S8VM-15012 --- --- S8VM-15012D --- --­15 V 10 A S8VM-15015 --- --- S8VM-15015D --- --­24 V 6,5 A S8VM-15024 --- --- S8VM-15024D --- ---

Uitvoering
met open
frame

15 W 100 t/m 240 VAC 5 V 3 A S8VM-01505C --- --- S8VM-01505CD --- ---

12 V 1,3 A S8VM-01512C --- --- S8VM-01512CD --- --­15 V 1 A S8VM-01515C --- --- S8VM-01515CD --- --­24 V 0,65 A S8VM-01524C S8VM-01524A (zie opm. 1.) S8VM-01524CD S8VM-01524AD (zie opm. 1.)

30 W 5 V 6 A S8VM-03005C --- --- S8VM-03005CD --- ---

12 V 2,5 A S8VM-03012C --- --- S8VM-03012CD --- --­15 V 2 A S8VM-03015C --- --- S8VM-03015CD --- --­24 V 1,3 A S8VM-03024C S8VM-03024A (zie opm. 1.) S8VM-03024CD S8VM-03024AD (zie opm. 1.)

50 W 5 V 10 A S8VM-05005C --- --- S8VM-05005CD --- ---

12 V 4,3 A S8VM-05012C --- --- S8VM-05012CD --- --­15 V 3,5 A S8VM-05015C --- --- S8VM-05015CD --- --­24 V 2,2 A S8VM-05024C S8VM-05024A S8VM-05024P S8VM-05024CD S8VM-05024AD S8VM-05024PD

100 W 5 V 20 A S8VM-10005C --- --- S8VM-10005CD --- ---

12 V 8,5 A S8VM-10012C --- --- S8VM-10012CD --- --­15 V 7 A S8VM-10015C --- --- S8VM-10015CD --- --­24 V 4,5 A S8VM-10024C S8VM-10024A S8VM-10024P S8VM-10024CD S8VM-10024AD S8VM-10024PD

150 W 5 V 27 A S8VM-15005C

(zie opm. 2)

--- --- S8VM-15005CD
(zie opm. 2)

--- ---

12 V 12,5 A S8VM-15012C --- --- S8VM-15012CD --- --­15 V 10 A S8VM-15015C --- --- S8VM-15015CD --- --­24 V 6,5 A S8VM-15024C S8VM-15024A S8VM-15024P S8VM-15024CD S8VM-15024AD S8VM-15024PD

6 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 3

Specificaties

� Nominale gegevens en kenmerken

Opmerking: 1. Gebruik de uitgang van de stroomomzetter niet voor de voeding. Stroomomzetters met een uitgangsfrequentie van 50/60 Hz zijn weliswaar verkrijgbaar, maar

het stijgen van de temperatuur in de voeding kan vonkontwikkeling of brand veroorzaken.

2. Raadpleeg de paragraaf Technische gegevens op pagina 7 en 8 voor meer informatie.

3. Als aan de V. ADJ-regelaar wordt gedraaid, loopt de spanning op met meer dan +20% van het spanningsafregelbereik.

Evalueer bij het aanpassen van de uitgangsspanning de werkelijke spanning van de voeding en controleer of de belasting niet is beschadigd.

4. Als u de beveiliging wilt resetten, schakelt u de ingangsspanning gedurende drie minuten of meer uit, waarna u deze weer inschakelt.

5. Geleide emissies: de storingswaarde wordt beïnvloed door factoren als de bedradingsmethode. Het product voldoet aan klasse B als de aluminium plaat onder

het product wordt gelegd. Plaats bij 15W-modellen een klemfilter (ZCAT2436-1330 van TDK: 50 Ω min. [50 tot 500 MHz], of gelijkwaardig) in de uitgangsdraad
om de storing terug te brengen.

6. Stralingsemissies: de storingswaarde wordt beïnvloed door factoren zoals de bedradingsmethode. Het product voldoet aan klasse B als de aluminium plaat
onder het product wordt gelegd. Plaats bij 150W-modellen een klemfilter (ZCAT2436-1330 van TDK: 35 Ω min. [50 tot 500 MHz], of gelijkwaardig) in de
ingangsdraad om de storing te beperken.

7. UL1604 (klasse I/divisie 2) en CSA C22.2 Nr. 213 (klasse I/divisie 2) goedkeuring voor 150W-modellen in behandeling. Echter, de constructie van
S8VM-15024@@-modellen is geschikt voor een nominale uitgangsstroomsterkte van max. 6,3 A.

8. Het vermelde gewicht betreft uitvoeringen met open frame voor montage aan de voorkant.

9. A@: NPN-uitvoering

P@: PNP-uitvoering

Item Vermogen 15 W 30 W 50 W 100 W 150 W
Rendement 5V-modellen 75% min. 75% min. 80% min. 81% min. 81% min.

12V-modellen 78% min. 79% min. 79% min. 81% min. 81% min.
15V-modellen 78% min. 79% min. 79% min. 81% min. 81% min.
24V-modellen 80% min. 81% min. 80% min. 82% min. 83% min.

Ingang Spanning (zie opm. 1) 100 tot 240 VAC (85 tot 264 VAC)

Frequentie (zie opm. 1) 50/60 Hz (47 tot 63Hz)
Stroom 100 V-ingang 0,5 A max. 0,9 A max. 0,8 A max. 1,4 A max. 2,0 A max.

200 V-ingang 0,25 A max. 0,45 A max. 0,4 A max. 0,7 A max. 1,0 A max.

Vermogensfactor

100 V-ingang --- 0,98 min.

200 V-ingang --- 0,94 min.
Harmonische stroomemissie --- Conform EN 61000-3-2
Lekstroom 100 V-ingang 0,4 mA max. (bij nominale uitgangsspanning)

200 V-ingang 0,75 mA max. (bij nominale uitgangsspanning)
Inschakelstroom

(zie opm. 2)

100 V-ingang 17,5 A max. (voor koude start bij 25° C)

200 V-ingang 35 A max. (voor koude start bij 25° C)

Uitgang Spanningsafregelbereik (zie opm. 3) –20% tot 20% (met V. ADJ) (S8VM-@@@24A@/P@: –10% tot 20%)

Rimpelspanning 3,2% (p-p) max. (5 V),

1,5% (p-p) max. (12 V),
1,2% (p-p) max. (15 V),
1,0% (p-p) max. (24 V),
(bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)

3,2% (p-p) max. (5 V),
1,5% (p-p) max. (12 V),
1,2% (p-p) max. (15 V),
0,75% (p-p) max. (24 V),
(bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)

Invloed van ingangsspanningsvariatie 0,4% max. (bij 85 tot 264 VAC ingang, 100%)
Invloed van belastingsvariatie (nominale

ingangsspanning)

0,8% max. (met nominale ingangsspanning, 0% tot 100% belasting)

Invloed van temperatuurvariatie 0,02%/°C max.
Inschakeltijd (zie opm. 2) 1.100 ms max. (bij nominale ingangs-/

uitgangsspanning)

800 ms max. (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)

Uitschakeltijd (zie opmerking 2) 20 ms gem. (15 ms min.) (bij nominale ingangs-/uitgangsspanning)

Extra
functies

Overbelastingsbeveiliging
(zie opm. 2)

105% tot 160% van nominale
belastingsstroom, spanningsval,
intermitterend, automatische reset

105% tot 160% van nominale belastingsstroom,
spanningsval (12 V, 15 Ven 24 V),
spanningsval, intermitterend (5 V),
automatische reset

Overspanningsbeveiliging
(zie opm. 2)

Ja (zie opm. 4)

Onderspanningsalarmindicatie Ja (kleur: geel (DC LOW1), rood (DC LOW2)) (alleen S8VM-@@@24A@/P@)
Aansluiting onderspanningsalarm Nee Ja (alleen S8VM-@@@24A@/P@)

(Transistoruitgang), 30 VDC max., 50 mA max.) (zie opm. 9)

Seriebedrijf Ja
Parallelbedrijf Nee
Spanningsdetectiefunctie Nee Ja

Overig Omgevingstemperatuur in bedrijf Raadpleeg de belastingsreductiekromme in Technische gegevens. (zonder ijsafzetting of condensatie) (zie opm. 2)

Opslagtemperatuur –25 tot 65° C
Omgevingsvochtigheidsgraad in bedrijf 30% tot 85%, (vochtigheidsgraad tijdens opslag: 25% tot 90%)
Diëlektrische sterkte 3,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en uitgangen; detectiestroom: 20 mA)

2,0 kVAC voor 1 min. (tussen alle ingangen en PE/FG-klemmen; detectiestroom: 20 mA)
500 VAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen en PE/FG-klemmen; detectiestroom: 100 mA)
500 VAC voor 1 min. (tussen alle uitgangen (behalve de detectie-uitgangsklemmen) en de detectie­uitgangsklemmen; detectiestroom: 20 mA) (alleen S8VM-@@@24A@/P@)

Isolatieweerstand 100 MΩ min. (tussen alle uitgangen en alle ingangen PE/FG-klemmen) bij 500 VDC
Trillingsbestendigheid 10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting
Schokbestendigheid

150m/s

2

, 3 maal telkens in de ±X, ±Y, ±Z-richting

Uitgangsindicator Ja (kleur: groen)
EMI Geleide emissie Conform EN61204-3 EN55011, klasse B en gebaseerd op FCC, klasse B (zie opm. 5)

Stralingsemissie Conform EN61204-3 EN55011, klasse B (zie opm. 6)
EMS Conform EN61204-3 hoge beschermingsniveaus
Goedkeuringen

(Zie opmerking 7.)

UL: UL508 (vermelding), UL60950-1, UL1604 (klasse I/divisie 2)
CSA: cUL: C22.2 Nr.14, cUR: Nr. 60950-1, Nr.213 (klasse I/divisie 2)
EN: EN50178, EN60950-1
SELV (EN60950-1)
Conform VDE0160/P100

Gewicht (zie opm. 8) 180 g max. 220 g max. 290 g max. 460 g max. 530 g max.

7Schakelende voedingen S8VM

4 Schakelende voedingen S8VM

Aansluitingen

� Blokschema's

Ontsto-

rings-

filter

Overspannings-

detectiecircuit

Zekering

2 A

Gelijkrichter/

afvlakcircuit

Stuur-

circuit

AC (L)

AC (N)

INGANG

/FG

Optocoupler

DC-UITGANG

−V

+V

Spannings-

detectiecircuit

Gelijkrichting Afvlakking

Overstroom-

detectiecircuit

Inschakel­stroom­beveiligingscircuit

Onderspannings-

detectie

S8VM-01524A@

Onderspannings

alarmindicatie

DC LAAG1
DC LAAG2

S8VM-015@@@@ (15 W)

Ontsto-

rings-

filter

Zekering

3,15 A

AC (L)

AC (N)

INGANG

DC-UITGANG

−V

+V

Onderspannings-

detectie

Onderspannings

alarmindicatie

DC LAAG1
DC LAAG2

S8VM-03024A@

/FG

Overspannings-

detectiecircuit

Gelijkrichter/

afvlakcircuit

Stuur­circuit

Optocoupler

Spannings-

detectiecircuit

Gelijkrichting Afvlakking

Inschakel­stroom­beveiligingscircuit

Overstroom-

detectiecircuit

S8VM-030@@@@ (30 W)

Zekering

2 A

AC (L)

AC (N)

INGANG

DC-UITGANG

−V

+V

Alarm
DC LAAG1

Algemeen

Inschakel­stroom­beveiligings­circuit

Onderspannings-

detectie

Alarm
DC LAAG2

S8VM-05024A@ (NPN)

DC LAAG1
DC LAAG2

Onderspannings

alarmindicatie

/FG

Ontsto-

rings-

filter

Overspannings-

detectiecircuit

Gelijkrichter/

afvlakcircuit

Stuur­circuit

Optocoupler

Spannings-

detectiecircuit

Gelijkrichting

Afvlak-

king

Harmonische
stroom­onderdrukking

Optocoupler

Overstroom-

detectiecircuit

Alarm
DC LAAG1

Algemeen

Onderspannings-

detectie

Alarm
DC LAAG2

S8VM-05024P@ (PNP)

DC LAAG1
DC LAAG2

Onderspannings

alarmindicatie

Optocoupler

S8VM-050@@@@ (50 W)

8 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 5

DC-UITGANG

−V

+V

Alarm
DC LAAG1

Algemeen

Onderspannings-

detectie

Alarm
DC LAAG2

INGANG

AC (N)

AC (L)

Zekering

3,15 A

Besturing

S8VM-10024A@ (NPN)

Spanningsdetectiefunctie

+S

−S

DC LAAG1
DC LAAG2

Onderspannings

alarmindicatie

/FG

Inschakel­stroom­beveiligings­circuit

Ontsto-

rings-

filter

Overspannings-

detectiecircuit

Gelijkrichter/afvlak-

circuit

Stuur­circuit

Optocoupler

Spannings-

detectiecircuit

Gelijkrichting

Afvlak-

king

Overstroom-

detectiecircuit

Harmonische
stroom­onderdrukking

Optocoupler

Alarm
DC LAAG1

Algemeen

Onderspannings-

detectie

Alarm
DC LAAG2

S8VM-10024P@ (PNP)

DC LAAG1
DC LAAG2

Onderspannings

alarmindicatie

Optocoupler

S8VM-100@@@@ (100 W)

DC-UITGANG

−V

+V

Alarm
DC LAAG1

Algemeen

Onderspannings-

detectie

Alarm
DC LAAG2

INGANG

AC (N)

AC (L)

Zekering

5 A

Besturing

Spanningsdetectiefunctie

+S

−S

DC LAAG1
DC LAAG2

Onderspannings

alarmindicatie

S8VM-15024A@ (NPN)

/FG

Inschakel­stroom­beveiligings­circuit

Ontsto-

rings-

filter

Overspannings-

detectiecircuit

Gelijkrichter/afvlak-

circuit

Stuur­circuit

Optocoupler

Spannings-

detectiecircuit

Gelijkrichting

Afvlak-

king

Harmonische
stroom­onderdrukking

Optocoupler

Overstroom-

detectiecircuit

Alarm
DC LAAG1

Algemeen

Onderspannings-

detectie

Alarm
DC LAAG2

S8VM-15024P@ (PNP)

DC LAAG1
DC LAAG2

Onderspannings

alarmindicatie

Optocoupler

S8VM-150@@@@ (150 W)

9Schakelende voedingen S8VM

6 Schakelende voedingen S8VM

Constructie en nomenclatuur

� Nomenclatuur

Opmerking:

1. De zekering bevindt zich aan de (L)-zijde. Deze is NIET

vervangbaar door de gebruiker.

2. De beschermende aardaansluiting is het montagegat in het
paneel zoals getoond op de onderstaande afbeelding.
(Er moet een beschermende aardeaansluiting worden gebruikt
die wordt voorgeschreven in de veiligheidsnormen. Sluit de
massa volledig aan (alleen S8VM-@@@@@D).
Aardklem: M3 (diepte: 8 mm max.)/Massakabel: AWG 18

3. Alleen S8VM-@@@24A@/P@

4. Alleen S8VM-05024A@/P@, S8VM-10024A@/P@,

S8VM-15024A@/P@. De behuizing en de klemmen van de
connector voor de onderspanningsdetectie-uitgang worden
ook meegeleverd. Zie voor details XH-connectoren
voorbereiden op pagina 20 onder Veiligheidsmaatregelen.

5.

Als u de spanningsdetectiefunctie niet gebruikt, laat u de
kortsluitpen in de dezelfde staat als waarin deze werd geleverd.

6. A@-modellen: algemene klem (emitter)
P@-modellen: algemene klem (collector)

� Kleurlabel uitgangsspanning

5
4

3

2
1

6

7

8 9 10

12

12

1

2

11

8

9

1

0

3

11

4

5

6 7

12

12

1

2

11

3

11

4

5

12

12

6

7

8 9 10

12

12

15W-, 30W-, 50W-modellen

Uitvoeringen met

open frame

Afgesloten uitvoeringen

S8VM-015@@/S8VM-015@@D
S8VM-030@@/S8VM-030@@D
S8VM-050@@/S8VM-050@@D

100W-modellen

Uitvoeringen met

open frame

Afgesloten uitvoeringen

S8VM-100@@/S8VM-100@@D S8VM-100@@C@/S8VM-10024A@/P@

150W-modellen

Uitvoeringen met

open frame

Afgesloten uitvoeringen

S8VM-150@@/S8VM-150@@D S8VM-150@@C@/S8VM-15024A@/P@

S8VM-015@@C@/S8VM-01524A@
S8VM-030@@C@/S8VM-03024A@
S8VM-050@@C@/S8VM-05024A@/P@

Nr. Benaming Functie

1 AC-ingangsklemmen (L). (N) Sluit de ingangskabels aan op deze

klemmen. (zie opm. 1)

2

PE-aansluitklem: Beschermend
aardeaansluitpunt
(S8VM-

@@@@@C@

/S8VM-

@@@@@A@

/S8VM-

@@@@@P@

)
FG-aansluitklem: Frame­aardingsklem S8VM-

@@@@@

/

S8VM-

@@@@@

D)

Sluit de aardaansluiting aan op deze
klem. (zie opm. 2)

3 DC-uitgangsklemmen (-V). (+V) Sluit de belastingskabels aan op deze

klemmen.

4

Uitgangsindicator (DC ON: groen)

Brandt (groen) wanneer de DC-uitgang
(gelijkstroom) bekrachtigd is.

5 Uitgangspanningsafregeling

(V. ADJ)

Wordt gebruikt om de spanning
te regelen.

6

Onderspanningsalarmindicator 1
(DC LAAG1: geel) (zie opm. 3)

Licht alleen op wanneer er een
tijdelijke uitgangsspanningsval wordt
gedetecteerd. Deze status wordt
aangehouden.

7

Onderspanningsalarmindicator 2
(DC LAAG2: rood) (zie opm. 3)

Licht alleen op als
de uitgangsspanning tot 20 V
of verder zakt.

8 Uitgangsklem

onderspanningsalarm 1:
(DC LAAG1) (zie opm. 4)

Alleen uitgang wanneer er een
tijdelijke uitgangsspanningsval wordt
gedetecteerd. Deze status wordt
aangehouden.
(Bij een spanningsval wordt
de transistor uitgeschakeld.)

9 Uitgangsklem

onderspanningsalarm 2:
(DC LAAG2) (zie opm. 4)

Alleen uitgang als
de uitgangsspanning tot 20 V
of verder zakt.
(Bij een spanningsval wordt
de transistor uitgeschakeld.)

10 Algemene klem voor onderspan-

ningsalarmuitgang (zie opm. 4)

Algemene klem (zie opm. 6) voor
klemmen 8 en 9

11 Klemmen voor spanningsdetec-

tiefunctie (zie opm. 5)

Corrigeren van de spanningsval
in de belastingskabels.

12 Kortsluitpennen (zie opm. 5) ---

Beschermende aardaansluiting

M

assa

Kleurlabel voor
uitgangsspanning

Groen: 5 V
Blauw: 12 V
Geel: 15 V
Wit: 24 V

Dit kleurlabel geeft de uitgangsspanning met een kleur aan.

10 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 7

Technische gegevens

� Belastingsreductiekromme

Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen verouderd of beschadigd zijn. Gebruik de voeding niet buiten het bereik van de

belastingsreductiekrommen (dat wil zeggen, het gebied dat in de grafieken hierboven donkerder A wordt weergegeven).

2. Als er een derating probleem is, gebruik dan geforceerde luchtkoeling.

3. Houd bij het naast elkaar monteren van twee of meer voedingen een tussenruimte van ten minste 20 mm aan. Meerdere 100 en

150W-modellen kunnen niet naast elkaar worden gebruikt. Monteer de voedingen zover mogelijk van warmtebronnen vandaan.
Houd als referentiewaarde een tussenruimte van ten minste 50 mm rechts en links aan. Bij een toegestane tussenruimte van
slechts 20 mm mag de belastingverhouding van de voeding maximaal 80% zijn.

4. Verlaag de belasting tot maximaal 80% van de bovenvermelde belastingreductiekrommen wanneer u 150W-modellen gedurende
lange tijd bij een ingangsspanning van maximaal 90 VAC gebruikt.

S8VM-15W/30W

Standaardmontage/horizontale montage/montage naar boven gericht

S8VM-50W

Standaardmontage/horizontale montage

Montage naar boven gericht

S8VM-100W

Standaardmontage

Horizontale montage/montage naar boven gericht

S8VM-150W

Standaardmontage Horizontale montage

Montage naar boven gericht

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

120

100

80

60

40

20

0

Omgevingstemperatuur (°C)

Open uitvoering

Afgesloten uitvoering

A

Belastingverhouding (%)

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

120

100

80

60

40

20

0

Omgevingstemperatuur (°C)

Open uitvoering

Afgesloten uitvoering

A

Belastingverhouding (%)

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

120

100

80

60

40

20

0

A

Omgevingstemperatuur (°C)

Open uitvoering

Afgesloten

uitvoering

Belastingverhouding (%)

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

120

100

80

60

40

20

0

Omgevingstemperatuur (°C)

Open uitvoering

Afgesloten uitvoering

A

Belastingverhouding (%)

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

120

100

80

60

40

20

0

A

Omgevingstemperatuur (˚C)

Open uitvoering

Afgesloten
uitvoering

Belastingverhouding (%)

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

120

100

80

60

40

20

0

Omgevingstemperatuur (°C)

Open uitvoering

Afgesloten uitvoering

A

Belastingverhouding (%)

120

100

80

60

40

20

0

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

Omgevingstemperatuur (°C)

Open uitvoering

Afgesloten
uitvoering

A

Belastingverhouding (%)

120

100

80

60

40

20

0

−20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80

Omgevingstemperatuur (°C)

Open uitvoering

Afgesloten
uitvoering

A

Belastingverhouding (%)

11Schakelende voedingen S8VM

8 Schakelende voedingen S8VM

� Montage

Opmerking: 1. Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie

verstoren en kan soms leiden tot veroudering of
defecten van de interne onderdelen.
Gebruik het product binnen de belastingsreduc­tiekromme voor de montagerichting die wordt gebruikt.

2. Gebruik de metalen plaat als montagepaneel (*1).

3. Monteer de voeding zodanig dat er lucht rondom de

voeding kan circuleren, omdat de warmte van de
voeding via de natuurlijke luchtstroming moet
worden afgevoerd.

4. Vastzetkoppel montageschroeven
(aanbevolen waarde: 0,49 Nm)

� Spanningsdetectiefunctie

(alleen S8VM-100@@@@/150@@@@)

Deze functie compenseert een spanningsval op de belastingskabels.
U activeert deze functie door de twee kortsluitpennen van de klem
voor spanningsdetectie op afstand na het uitbouwen aan te sluiten.

Opmerking: 1. Gebruik een twee-aderige, geïsoleerde kabel als

een verbindingsdraad (*1).

2. Gebruik een zo dik mogelijke kabel omdat een
sterke spanningsval op de belastingskabels (*2) de
overspanningsbeveiligingsfunctie kan activeren.

3. Gebruiken bij een spanningsval van max. 0,3 V.

4. Bij het openen van de klemmen +S en

–S na het

uitbouwen van de kortsluitpen wordt de
overspanningsbeveiligingsfunctie geactiveerd en
wordt de uitgangsspanning uitgeschakeld.

5.

Gebruik op de volgende 3 plaatsen een elektrolytische
condensator wanneer de belastingskabel te lang is:

1) Over de belastingsklemmen heen

2) Tussen de klemmen +S en +

3) Tussen de klemmen

–S en –

Selecteer als richtlijn een capaciteit van de
aangesloten condensator tussen enige tienden en
enige honderden µF en bepaal de uiteindelijke
capaciteit wanneer u de condensator zoals
onderstaand weergegeven daadwerkelijk tussen de
klemmen aansluit

� Inschakelstroom, inschakeltijd,

houdtijd voor uitgang

� Referentiewaarden

*1

*1

*1

Standaardmontage
(uitvoering met DIN-rail
montagebeugel)

Standaardmontage
(uitvoering voor montage
aan voorkant)

Horizontale montage
(uitvoering voor montage aan voorkant)

Juist

Juist

Juist

Montage naar boven gericht
(uitvoering met DIN-rail
montagebeugel)

Montage naar boven gericht
(uitvoering voor montage
aan voorkant)

Onjuist

Juist

Montage naar beneden gericht
(uitvoering met DIN-rail
montagebeugel)

Montage naar beneden gericht
(uitvoering voor montage
aan voorkant)

Onjuist

Onjuist

Item Waarde Definitie

Betrouwbaar­heid (MTBF)

minimaal

135.000 uur

MTBF staat voor Mean Time Between Failures, de
gemiddelde tijd tussen storingen. Deze wordt berekend
aan de hand van de waarschijnlijkheid dat er toevallige
storingen optreden. Deze waarde geeft de
betrouwbaarheid van een apparaat aan. De waarde
duidt dus niet noodzakelijkerwijs de levensduur van het
product aan.

Verwachte
levensduur

minimaal
10 jaar

De levensverwachting duidt het gemiddelde aantal
bedrijfsuren aan bij een gebruikstemperatuur van 40° C
en een belasting van 50%.
Dit wordt normaliter bepaald aan de hand van de
verwachte levensduur van de ingebouwde aluminium
elektrolytische condensator.

DC AAN

V.ADJ

+

S

+ V

−V

−S

*

1

*

2

Kortsluitpen

DC AAN

V.ADJ

+

S

+ V

−V

−S

+

+

+

Inschakeltijd

Uitschakeltijd

Inschakelstroom bij ingangstoepassing

90%

95%

Ingang AAN

Ingang UIT

AC-ingangs­spanning

AC-ingangs­stroom

Uitgangs­spanning

12 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 9

� Overbelastingsbeveiliging

De voeding is voorzien van een overbelastingsbeveiliging die de voeding
beschermt tegen mogelijke schade door kortsluiting en overstroom.
Wanneer de uitgangsstroom boven 105% van de nominale stroom
uitkomt, dan wordt de beveiligingsfunctie in gang gezet, waardoor de
uitgangsspanning automatisch daalt. Als de uitgangsstroom terugvalt tot
binnen het nominale bereik, wordt de overbelastingsbeveiligingsfunctie
automatisch uitgeschakeld.

De waarden in de bovenstaande schema's dienen slechts ter referentie.
Opmerking: 1. Interne onderdelen kunnen aan veroudering

onderhevig zijn of defect raken als een kortsluitings­of andere overstroomsituatie tijdens bedrijf blijft
voortduren.
Verhelp het overstroomprobleem zo snel mogelijk.

2. Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderd of
defect zijn als de voeding wordt gebruikt voor
toepassingen met frequente inschakelstroom of
overbelasting aan de belastingzijde. Gebruik de
voeding niet voor dergelijke toepassingen.

� Overspanningsbeveiliging

Houd rekening met te hoge spanningen en ontwerp het systeem
zodanig dat de belasting niet wordt blootgesteld aan te hoge
spanningen, zelfs wanneer het terugkoppelcircuit in de voeding
defect raakt. Wanneer een uitzonderlijk hoge spanning van circa
140% van de nominale spanning of meer wordt gemeten, wordt de
uitgangsspanning uitgeschakeld, en schade aan de belasting als
gevolg van overspanning wordt voorkomen. Reset de
ingangsspanning door de voedingspanning ten minste drie minuten
uitgeschakeld te houden alvorens deze weer in te schakelen.

De waarden in het bovenstaande schema dienen slechts ter
referentie.

*1 S8VM-@@@24A@/P@
*2 Behalve S8VM-@@@24A@/P@
Opmerking: 1. Schakel de ingangsspanning niet in voordat de

oorzaak van de overspanning is weggenomen.

2. De overspanningsbeveiligingsfunctie kan worden
geactiveerd wanneer de uitgangsspanningsregelaar
(V.ADJ) wordt ingesteld op een waarde die +20%
van de nominale uitgangsspanning overschrijdt.

� Onderspanningsalarmfunctie (indicatie en uitgang)

(Alleen S8VM-@@@24A@/P@)

Bij een spanningsval bij een S8VM-@@@24A@/P@ met onderspanningsalarmfunctie geeft het lampje DC LAAG door oplichten een uitgangsfout
aan. Ook verzendt de transistor extern een uitgangssignaal om de fout te melden (behalve bij S8VM-01524A@ en S8VM-03024A@).

Transistoruitgang: NPN-uitvoering: (S8VM-@@@24A@) Lekstroom indien uitgeschakeld: max. 0,1 mA

PNP-uitvoering: (S8VM-@@@24P@)
max. 30 VDC, max. 50 mA. Restspanning indien ingeschakeld: max. 2 V

• Onderspanningsalarmfunctie 1 (DC LAAG1)
Alleen een kortstondige spanningsval wordt gedetecteerd. De detectiespanning wordt automatisch intern bijgesteld door het detecteren van de

uitgangsspanning (ca. 2,7 V lager dan de spanningsuitgang bij een uitgangsspanning van 24,0 V)
Tijdens het detecteren is de transistor uitgeschakeld (zonder continuïteit over 8 en 10 heen) en licht de LED (6: geel) op. (De onderspanningsalarmfunctie
1 wordt gebruikt als een vergrendeluitschakelfunctie.)

• Onderspanningsalarmfunctie 2 (DC LAAG2)
De detectiespanning wordt ingesteld op ongeveer 20,0 V (tussen 18,0 en 21,6 V).

Tijdens het detecteren is de transistor uitgeschakeld (zonder continuïteit over 9 en 10 heen) en licht de LED (7: rood) op.
Opmerking: 1. Deze functie bewaakt de spanning bij de uitgangsklemmen van de voeding.

Als u de werkelijke spanning wilt controleren, dient u de spanning te meten aan de belastingzijde.

2. Een geleidelijke spanningsval wordt niet door de onderspanningsalrmfunctie 1 (DC LAAG1) gedetecteerd.

3. Na het detecteren van onderspanning door de onderspanningsalarmfunctie 1 (DC LAAG1) wordt de transistor uitgeschakeld en

blijft de status van de LED (6: geel) ongewijzigd. Als u de functie wilt resetten, schakelt u de ingangsspanning gedurende
60 seconden of meer uit, waarna u deze weer inschakelt.

4. Als de uitgangsspanning gedurende een aantal seconden 15 V of lager blijft bij gebruik van onderspanningsalarmfunctie
1 (DC LAAG 1), moet de uitschakelstatus van de uitgang voor detectie mogelijk worden gereset.

Uitgangsstroom (%)

0 100

50

Uitgangsspanning (V)

Intermitterende werking

0 10050

Intermitterende werking

Uitgangsstroom (%)

Uitgangsspanning (V)

0 10050

Uitgangsstroom (%)

Uitgangsspanning (V)

15/30W 50/100/150W (5 V)

50/100/150W (12 V, 15 V, 24 V)

Overspanningsbeveiliging
in werking

Variabel bereik

Nominale
uitgangs­spanning

+20%

−10%

−20%

0V

Ca. 40%

*1 *2

Uitgangsspanning (V)

S8VM-01524A@
S8VM-03024A@

S8VM-05024A@/P@ S8VM-10024A@/P@ S8VM-15024A@/P@

4

6

7

4

6

7

8 9 10

8

9

10

4

6 7

4

6

7

8

9

10

13Schakelende voedingen S8VM

10 Schakelende voedingen S8VM

� Mogelijke oorzaken van voedingsfouten en opsporen en oplossen van

fouten met de onderspanningsalarmfunctie.

Controleer de volgende informatie als de onderspanningsalarmfunctie werkt.
Neem contact op met uw OMRON-vertegenwoordiger als de voeding na het controleren niet goed werkt.
De symbolen in de tabel zijn als volgt:

: Brandt, : Niet verlicht, : Knippert

Opmerking: Knippert: De uitgangsspanning is onstabiel waardoor de LED steeds aan en uit gaat.

DC AAN DC LAAG1 DC LAAG2

Uitgangsspanning Diagnose voedingsstatus

LED D:

Groen

LED F:

geel

Transistor-

uitgangen

(H tot J)

LED G:

Rood

Transistor­uitgangen
(I tot J)

1 AAN AAN →

Normaal
(min. ca. 90% van
nominale
uitgangsspanning)

Normale status

2 UIT AAN →

Normaal
(min. ca. 90% van
nominale
uitgangsspanning)

De status van de uit­gangsspanning is na een
eerdere plotselinge span­ningsval weer normaal.

3 AAN UIT →

Uitgangsspannings­val (max. ca. 90%
van nominale
uitgangsspanning)

De uitgangsspanning
is geleidelijk afgenomen
en blijft te laag.

4 UIT UIT →

Uitgangsspannings­val (max. ca. 90%
van nominale
uitgangsspanning)

De uitgangsspanning blijft
na een eerdere plotselin­ge spanningsval te laag.

5 UIT

AAN

UIT

→

Uitgangsspannings­val (ca. 80%
van nominale
uitgangsspanning)

De uitgangsspanning blijft
na een eerdere plotselin­ge spanningsval te laag
en fluctueert permanent.

6 AAN

AAN

UIT

→

Uitgangsspannings­val (ca. 80%
van nominale
uitgangsspanning)

De uitgangsspanning
is geleidelijk afgenomen,
blijft te laag en fluctueert
permanent.

7 UIT UIT →

Geen
uitgangsspanning

Er is geen
uitgangsspanning.

8

AAN

UIT

AAN

UIT

→

Uitgangsspanning
onstabiel

De uitgangsspanning
is onstabiel.

24 V

24 V

2

4 V 24 V

⇔

24 V

⇔

24 V

⇔

⇔

24 V

14 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 11

Mogelijke oorzaak van de fout Methoden voor het opsporen en oplossen van fouten

--- --- 1

Er is een kortstondige stroomstoring in de
ingang.

Controleer of de uitgangsspanning normaal is en of er in de andere apparaten geen problemen zijn
opgetreden. Bij het ongewijzigd voortzetten van het gebruik van de voeding ontstaan geen problemen.
Voor het wissen van DC LAAG1 (status van uitgang LED-display en transistor) schakelt u de
ingangsspanning uit en wacht u ten minste 60 seconden voordat u de ingangsvoeding weer inschakelt.

2

Er is een kortstondige overbelasting
opgetreden.

De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Wij raden aan de desbetreffende
belasting terug te brengen of een voeding met een hogere capaciteit te gebruiken.

Er is een kortstondige uitgangsspanningsval bij
het opstarten vanwege de capaciteit van de
capacitieve factoren aan de belastingzijde of bij
het activeren van de belasting.

Bij het opstarten loopt er waarschijnlijk een hoge inschakelstroom naar de belastingzijde. Wij raden
aan een voeding met een hogere capaciteit te gebruiken.

De uitgangsspanning is na een snelle val door
het gebruik van de uitgangsspanningregelaar
(V.ADJ) weer op een normaal peil.

Schakelt de ingangsspanning uit en wacht ten minste 60 seconden voordat u de ingangsvoeding weer
inschakelt om de status van het lampje te wissen.

Veroudering door gebruiksduur (als de voeding
een aantal jaren is gebruikt)

De interne onderdelen van de voeding kunnen door langdurig gebruik verouderd zijn. Wij raden u aan
de voeding te vervangen. Vervang ook andere, tegelijkertijd gekochte voedingen.

3

Overbelasting (onmiddellijk na de eerste
inbedrijfstelling van de voeding of bij het
verhogen van de belasting)

De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Controleer de huidige
belastingstroom en de capaciteit van de voeding. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan
schade toebrengen aan de voeding.

De uitgangsspanning is gedaald tot –10% van
de nominale spanning of minder door het
gebruik van de uitgangsspanningregelaar
(V.ADJ).

Stel de uitgangsspanning met de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ) bij tot de nominale waarden.

Er is een plotselinge overbelasting opgetreden
en de status van de voeding blijft “overbelast”.

Er is waarschijnlijk een fout in het belastingapparaat opgetreden. Schakel de ingangsspanning uit en
controleer of er fouten in het belastingapparaat zijn opgetreden. Verder gebruik in de
overbelastingsstatus kan schade toebrengen aan de voeding.

4

De uitgangsspanning blijft na een snelle val
door het gebruik van de
uitgangsspanningregelaar (V.ADJ) te laag.

Stel de uitgangsspanning met de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ) bij tot de nominale waarden.
Voor het wissen van DC LAAG1 (status van uitgang LCD-display en transistor) schakelt u de
ingangsspanning uit en wacht u ten minste 60 seconden voordat u de ingangsspanning weer inschakelt.

Na een plotselinge overbelasting blijft deze
fluctuerend aanwezig.

Er is waarschijnlijk een fout in het belastingapparaat opgetreden. Schakel de ingangsspanning uit en
controleer of er fouten in het belastingapparaat zijn opgetreden. Verder gebruik in de
overbelastingsstatus kan schade toebrengen aan de voeding.

5

Veroudering door gebruiksduur (na gebruik van
de voeding gedurende een aantal jaren)

De interne onderdelen van de voeding kunnen door langdurig gebruik verouderd zijn. Vervang de
voeding. Vervang ook andere, tegelijkertijd gekochte voedingen.

6

Overbelasting (onmiddellijk na de eerste
inbedrijfstelling van de voeding of bij het
verhogen van de belasting)

De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Controleer de huidige
belastingstroom en de capaciteit van de voeding. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan
schade toebrengen aan de voeding.

Voeding onderbroken of beschadigd. Controleer of de ingangsspanning juist is ingeschakeld. Als er geen uitgangsspanning is, zelfs niet na

het juist inschakelen van de ingangsspanning, is het interne circuit waarschijnlijk beschadigd.

7

Overspanningsbeveiliging in bedrijf Schakel de ingangsspanning uit en wacht ten minste 3 minuten voordat u de ingangsspanning weer

inschakelt. Als de status onverminderd dezelfde is, is het interne circuit waarschijnlijk beschadigd.

De kortsluitpen is los of de klemmen +S en –S
zijn onderbroken.

Controleer of de klemmen +S en –S onderbroken zijn. Als dat het geval is, wordt de
overspanningsbeveiligingsfunctie geactiveerd. Schakel daarom de ingangsspanning uit en wacht ten
minste 3 minuten voordat u deze weer inschakelt. (alleen modellen S8VM-10024A@/P@ en
S8VM-15024A@/P@)

Uitgangskortsluiting Neem de oorzaak van de uitgangskortsluiting weg.
Intermitterende werking vanwege overbelasting

(alleen S8VM-01524A@/03024A@)

De belastingsstroom overschrijdt waarschijnlijk de nominale stroom. Controleer de huidige
belastingstroom en de capaciteit van de voeding. Verder gebruik in de overbelastingsstatus kan
schade toebrengen aan de voeding.

8

De voeding start herhaaldelijk niet op vanwege
de capaciteit van de capacitieve factoren aan de
belastingzijde.

Bij het opstarten loopt er waarschijnlijk een hoge inschakelstroom naar de belastingzijde. Wij raden
aan een voeding met een hogere capaciteit te gebruiken.

De ingang wordt herhaaldelijk in- en
uitgeschakeld.

Controleer of de ingangsspanning van de voeding juist is ingeschakeld.

De status schakelt herhaaldelijk tussen normaal
bedrijf en uitgangskortsluiting.

Er is waarschijnlijk een fout in het belastingapparaat opgetreden. Schakel de ingangsspanning uit en
controleer of er fouten in het belastingapparaat zijn opgetreden.

15Schakelende voedingen S8VM

12 Schakelende voedingen S8VM

Afmetingen

Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.

� Modellen met montage aan voorkant

62±0,5

67±0,3

68±0,5

15,5±0,5

8,5±0,5

8,5±0,5

8,5±0,5

84,5

84,5

33,5

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

13,6 max.

8,5±0,5

8,5±0,5

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

17,6 max.

8,5±0,5

27

81,5

80,5

62±0,5

68±0,5

15,5±0,5

67±0,3

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

S8VM-015@@
S8VM-015@@C
S8VM-01524A

Opmerking: De S8VM-01524 wordt

hierboven getoond.

Montagegaten

Oppervlakmontage met

schroeven

Montage
aan zijkant

Montage
aan
onderkant

62±0,5

68±0,5

Twee, 4 dia.

67±0,3

Twee, 4 dia.

Opmerking: De S8VM-01524A wordt

hierboven getoond.

84,5

33,5

13,6 max.

99,5

8,5±0,5

68±0,5

77±0,5

82±0,3

8,5±0,5

15,5±0,5

8,5±0,5

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

8,5±0,5

8,5±0,5

27

95,5

82,5

68±0,5

8,5±0,5

15,5±0,5

77±0,5

82±0,3

17,6 max.

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

S8VM-030@@
S8VM-030@@C
S8VM-03024A

Opmerking: De S8VM-03024 wordt

hierboven getoond.

Montagegaten

Oppervlakmontage met

schroeven

Montage
aan zijkant

Montage
aan
onderkant

77±0,5

68±0,5

Twee, 4 dia.

82±0,3

Twee, 4 dia.

Opmerking: De S8VM-03024A wordt

hierboven getoond.

16 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 13

68±0,5

8,5±0,5

8,5±0,5

15±0,2

83±0,5

32,5±0,5

8±0,2

23,5±0,3

120,5

27

82,5

97±0,5

17,6 max.

Drie, M3 (diepte: 4 max.)

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

8,5±0,5

97±0,5

15±0,2

8±0,2

23,5±0,3

124,5

84,5

83±0,5

32,5±0,5

68±0,5

8,5±0,5

33,5

13,6 max.

Drie, M3 (diepte: 4 max.)

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

S8VM-050@@
S8VM-050@@C
S8VM-05024A
S8VM-05024P

Opmerking: De S8VM-05024 wordt hierboven getoond.

Montagegaten

Oppervlakmontage met

schroeven

Montage
aan
zijkant

Montage
aan on­derkant

97±0,5

68±0,5

Twee, 4 dia.

83±0,5

8±0,2

15±0,2

Drie, 4 dia.

Opmerking: De S8VM-05024A wordt hierboven getoond.

82,5

17,6 max.

160,5

8,5±0,5

68±0,5

135±0,5

120±0,5

8,5±0,5

15±0,2

7,5±0,2

25±0,2

30±0,5

28,5

Drie, M3

(diepte: 4 max.)

Twee, M3

(diepte: 8 max.)

84,5

35

13,6 max.

164,5

8,5±0,5

68±0,5

135±0,5

120±0,5

8,5±0,5

15±0,2

7,5±0,2

25±0,2

30±0,5

Drie, M3 (diepte: 4 max.)

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

S8VM-100@@
S8VM-100@@C
S8VM-10024A
S8VM-10024P

Opmerking: De S8VM-10024 wordt hierboven getoond.

Montagegaten

Oppervlakmontage met

schroeven

Montage
aan
zijkant

Montage
aan on­derkant

68±0,5

135±0,5

Twee, 4 dia.

120±0,5

7.5±0,2

15±0,2

Drie, 4 dia.

Opmerking: De S8VM-10024A wordt hierboven getoond.

17Schakelende voedingen S8VM

14 Schakelende voedingen S8VM

13,6 max.

44

84,5

164,5

120±0,5

25±0,5

135±0,5

8,5±0,5

8,5±0,5

68±0,5

7,5±0,2

15±0,2

26,5±0,2

Drie, M3 (diepte: 4 max.)

Twee, M3 (diepte: 8 max.)

17,6 max.

160,5

135±0,5

8,5±0,5

8,5±0,5

68±0,5

37,5

82,5

25±0,5

7,5±0,2

120±0,5

15±0,2

26,5±0,2

Drie, M3 (diepte: 4 max.)

Twee, M3

(diepte: 8 max.)

S8VM-150@@
S8VM-150@@C
S8VM-15024A
S8VM-15024P

Opmerking: De S8VM-15024 wordt hierboven getoond.

Opmerking: De S8VM-15024A wordt hierboven getoond.

Montagegaten

Oppervlakmontage met schroeven

Montage
aan
zijkant

Montage
aan on­derkant

68±0,5

135±0,5

Twee, 4 dia.

120±0,5

7,5±0,2

15±0,2

Drie, 4 dia.

18 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 15

� Modellen met DIN-rail montagebeugel

17,6 max.

3,5 max.

14

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

80,5

81,5

90,4

33

84,5

46,2

84,5

94,4

15 max.

35,1

3,5 max.

14

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

S8VM-015@@D
S8VM-015@@CD
S8VM-01524AD

Opmerking: De S8VM-01524D wordt hierboven getoond.

Opmerking: De S8VM-01524AD wordt hierboven getoond.

33

17,6 max.

3,5 max.

14

82

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

105,4

95,5

99,5

15 max.

14

109,4

46,2

84,5

3,5 max.

35,1

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

S8VM-030@@D
S8VM-030@@CD
S8VM-03024AD

Opmerking: De S8VM-03024D wordt hierboven getoond.

Opmerking: De S8VM-03024AD wordt hierboven getoond.

19Schakelende voedingen S8VM

16 Schakelende voedingen S8VM

33

17,6 max.

3,5 max.

14

82,5

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

130,4

120,5

15 max.

124,5

14

84,5

134,4

46,2

35,1

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

3,5 max.

S8VM-050@@D
S8VM-050@@CD
S8VM-05024AD
S8VM-05024PD

Opmerking: De S8VM-05024D wordt hierboven getoond.

Opmerking: De S8VM-05024AD wordt hierboven getoond.

33

17,6 max.

3,5 max.

14

82,5

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

170,4

160,5

36,6

14

164,5

46,2

84,5

174,4

15 max.

3,5 max.

5,4
(Schuivend: 9 max.)

S8VM-100@@D
S8VM-100@@CD
S8VM-10024AD
S8VM-10024PD

Opmerking: De S8VM-10024D wordt hierboven getoond.

Opmerking: De S8VM-10024AD wordt hierboven getoond.

20 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 17

17,6 max.

3,5 max.

14

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

170,4

160,5

82,5

39,1

15 max.

164,5

14

174,4

46,2

84,5

5,4 (Verschuiving: 9 max.)

45,6

3,5 max.

S8VM-150@@D
S8VM-150@@CD
S8VM-15024AD
S8VM-15024PD

Opmerking: De S8VM-15024D wordt hierboven getoond.

Opmerking: De S8VM-15024AD wordt hierboven getoond.

21Schakelende voedingen S8VM

18 Schakelende voedingen S8VM

� DIN-rail (apart bestellen)

Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeters, tenzij anders aangegeven.

Montagerail (materiaal: aluminium)

Montagerail (materiaal: aluminium)

1.000 (500) *

15(5) *

* De waarden tussen haakjes
gelden voor de PFP-50N.

PFP-100N
PFP-50N

4,5

15 25 25

10 10

25 25

35

±

0,3

7,3

±

0,15

27

±

0,15

1

PFP-100N2

4,5

15 25 25

10 10

1.000

25 25 15

1 1,5

29,2242735

±

0,3

16

22 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 19

Veiligheidsmaatregelen

� Voorzorgsmaatregelen voor een

veilig gebruik

Montage

Neem afdoende maatregelen om ervoor te zorgen voor een goede
warmtedissipatie aangezien dit de betrouwbaarheid van het product
op de lange termijn verbetert.
Zorg bij de montage dat in de lucht rond de apparaten convectie
mogelijk blijft. Kom niet buiten het bereik van de
belastingsreductiekromme.

Gebruik de metalen plaat als montagepaneel.
Zorg er bij het aanbrengen van montagegaten voor dat het afval niet

terechtkomt in de product.
Een onjuiste montage kan de warmtedissipatie verstoren en kan

soms leiden tot veroudering of defecten van de interne onderdelen.
Gebruik het product binnen de belastingsreductiekromme voor de
montagerichting die wordt gebruikt.

Houd bij het naast elkaar monteren van twee of meer voedingen een
tussenruimte van ten minste 20 mm aan, zoals op de bovenstaande
afbeeldingen getoond.

Bij het aanbrengen van de lange montageschroeven kunnen de
interne onderdelen mogelijk worden beschadigd. Zie Afmetingen op
pagina 12 voor de maximale diepte voor het indraaien in de voeding.

Er kunnen niet meerdere voedingen worden geschakeld. (Alleen
S8VM-100@@@@/150@@@@) Monteer de voedingen zover mogelijk
van warmtebronnen vandaan. Houd als referentiewaarde een
tussenruimte van ten minste 50 mm rechts en links aan. Bij een
toegestane tussenruimte van slechts 20 mm mag de
belastingverhouding van de voeding maximaal 80% zijn.

Bedrading

Zorg dat de aarding goed is aangesloten. Er moet een beschermende
aardeaansluiting worden gebruikt die wordt voorgeschreven in de
veiligheidsnormen. Er kunnen elektrische schokken of storingen
optreden als de aarding niet goed is aangesloten.

Pas op voor brand. Ga na of ingangs- en uitgangsklemmen op de
juiste wijze zijn bedraad.

Oefen bij het vastzetten van het klemmenblok niet meer kracht uit
dan 100 Nm.

Verwijder de beschermlabel van het product voordat de stroom wordt
ingeschakeld zodat deze geen negatieve invloed op de
warmtedissipatie heeft.

Gebruik het volgende materiaal voor de kabels die moeten worden
aangesloten op de S8VM om te voorkomen dat buitenproportionele
belastingen leiden tot rookontwikkeling of ontsteking.
Bij een bekabeling die niet aan de specificaties voldoet, kan er bij
problemen bij de belasting oververhitting of brand ontstaan. Kies als
vuistregel altijd draadmaten voor ten minste 1,6 keer de nominale
stroomsterkte.

Aanbevolen draadtypen

Draadkeuze

Kies de bedrading voor de voeding zorgvuldig. Zie deze tabel bij het
kiezen van de bedrading.

Pas op voor eventuele elektrische schokken, brand of
productdefecten. Demonteer, wijzig of repareer het product
niet en raak de binnenkant van het product niet aan.

Pas op voor verbrandingen. Raak het product niet aan als
het is ingeschakeld of direct nadat het is uitgeschakeld.

Pas op voor brand. Draai de aansluitklemmen vast met
het opgegeven koppel van 1,6 Nm.

Pas op voor verwondingen als gevolg van elektrische
schokken. Raak de aansluitklemmen niet aan wanneer
de stroom is ingeschakeld.

Pas op voor eventuele elektrische schokken, brand of
productdefecten. Zorg dat er geen stukjes metaal,
geleider, afgeknipte draad of afval van de installatie in het
product terechtkomen.

Standaardmontage (uitvoering met
DIN-rail montagebeugel)

Standaardmontage (uitvoering
voor montage aan voorkant)

Horizontale montage (uitvoering
voor montage aan voorkant)

Montage naar boven gericht
(uitvoering voor montage aan
voorkant)

!VOORZICHTIG

(zie opm. 2)

(zi

e opm.

1)

(zie opm. 1)

(zie opm. 2)

(zie opm. 3)

(zie
opm. 1).

(zie
opm. 1).

(zie opm. 1)

(zie opm. 2)

(zie
opm. 1).

(zie opm. 3)

Opmerking: 1. Convectie van lucht

2. 20 mm of meer

3. Gebruik een

metalen plaat als
montagepaneel.

(zie opm. 1)

(zie opm. 3)

Model Aanbevolen draadtype

S8VM-015@@@@
S8VM-030@@@@
S8VM-050@@@@

(M3,5)

AWG24 tot 14 (0,205 tot 2,081 mm

2

)

S8VM-100@@@@
S8VM-150@@@@

(M3,5)

AWG24 tot 14 (0,205 tot 2,081 mm

2

)

S8VM-100@@@@
S8VM-150@@@@

(M4)

AWG24 tot 12 (0,205 tot 3,309 mm

2

)

AWG

-nr.

Doorsnede

(mm2)

Configuratie

(aantal

conductoren/

mm)

Span-

ningsval

per 1 A

(mV/

meter)

Aanbevolen maximale

stroomsterkte (A)

UL1007

(300V bij

80°C)

UL1015

(600V bij

105°C)

30 0,051 7/0,102 358 0,12 --­28 0,081 7/0,127 222 0,15 0,2
26 0,129 7/0,16 140 0,35 0,5
24 0,205 11/0,16 88,9 0,7 1,0
22 0,326 17/0,16 57,5 1,4 2,0
20 0,517 26/0,16 37,6 2,8 4,0
18 0,823 43/0,16 22,8 4,2 6,0
16 1,309 54/0,18 14,9 5,6 8,0
14 2,081 41/0,26 9,5 --- 12,0
12 3,309 65/0,26 6,0 --- 22,0
10 5,262 104/0,26 3,8 --- 35,0

S8VM-100@@@@/S8VM-150@@@@

Onjuist Onjuist

23Schakelende voedingen S8VM

20 Schakelende voedingen S8VM

Aanbevolen maximale stroomsterkte

De tabel geldt voor 1- tot 4-aderige bedrading. Houdt de waarde voor
de stroomsterkte binnen 80% van de waarden in deze tabel als u
bedrading met 5 of meer aders gebruikt.

XH-connectoren voorbereiden

De volgende producten worden meegeleverd bij de S8VM-05024A@/
P@, S8VM-10024A@/P@ en S8VM-15024A@/P@ voor de bedrading
van de uitgang van de onderspanningsalarmtransistor.

Bereid de connector voor volgens de onderstaande instructies voor
een juiste bedrading. Raadpleeg de catalogus van JST voor details.

• Gebruik een draadmaat tussen AWG22 en AWG28.

• Strip als vuistregel 2,1 tot 2,6 mm mantel van de kabel af.

• Gebruik YC- of YRS-krimpgereedschap (vervaardigd door JST)

voor het vastkrimpen van de klem en de kabel.

• Steek na het vastkrimpen de draadklemmen volledig in de
behuizing totdat deze vastklikken. Controleer of de aan de
behuizing bevestigde kabels stevig op hun plaats zitten.

Installatieomgeving

Gebruik de voeding niet op plaatsen die zijn blootgesteld aan
schokken of trillingen. Het is met name belangrijk dat u de voeding
zo ver mogelijk uit de buurt van magneetschakelaars of andere
apparaten, die een trillingsbron kunnen vormen, installeert.

Installeer de voeding niet in de buurt van krachtige, hoogfrequente
storingsbronnen of hoogspanningsbronnen.

Levensduur

De levensduur van een voeding wordt bepaald door de levensduur
van de elektrolytische condensatoren die in het product worden
toegepast. Hier is de wet van Arrhenius van toepassing, die inhoudt
dat de levensduur van de condensator met de helft vermindert voor
elke temperatuurstijging van 10° C en dat de levensduur wordt
verdubbeld voor elke temperatuurdaling van 10° C. De levensduur
van de voeding kan aldus worden verlengd door de inwendige
temperatuur te verlagen.

Bedrijfs- en opslagomgeving

Sla de voeding op bij een temperatuur van –25 tot 65°C en een
vochtigheidsgraad van 25% tot 90%.

De interne onderdelen kunnen verouderd of beschadigd zijn.
Gebruik de voeding niet buiten het bereik van de
belastingsreductiekromme (dat wil zeggen, onder de
omstandigheden in het donkerder weergegeven gedeelte ( )
in de grafieken voor de belastingsreductiekromme op pagina 7.)

Gebruik de voeding bij een vochtigheidsgraad van 30% tot 85%.
Gebruik de voeding niet op locaties die zijn blootgesteld aan direct

zonlicht.
Gebruik de voeding niet op locaties waar vloeistoffen, vreemde

stoffen of corrosieve gassen het product kunnen binnendringen.

Overstroombeveiliging

Interne onderdelen kunnen aan veroudering onderhevig zijn of defect
raken als een kortsluitings- of andere overstroomsituatie tijdens bedrijf
blijft voortduren. Verhelp het overstroomprobleem zo snel mogelijk.

Interne onderdelen kunnen mogelijk verouderd of defect zijn als de
voeding wordt gebruikt voor toepassingen met frequente
inschakelstroom of overbelasting aan de belastingzijde. Gebruik de
voeding niet voor dergelijke toepassingen.

De batterij opladen

Als een batterij moet worden aangesloten als belasting, moet u een
overstroombeveiligingscircuit en een overspanningsbeveiligingscircuit
installeren.

Doorslagspanningstest

Als er een te hoge spanning wordt aangelegd tussen een ingang en
de behuizing (PE/FG), loopt deze via de LC van het ingebouwde
ontstoringsfilter, waarna de energie wordt opgeslagen. Als de hoge
spanningen die worden gebruikt voor de doorslagspanningstest met
een schakelaar, timer of vergelijkbaar apparaat wordt in- en
uitgeschakeld, wordt er een impulsspanning gegenereerd wanneer
de spanning wordt uitgeschakeld, waardoor de interne onderdelen
mogelijk beschadigd kunnen raken. Om te voorkomen dat er
impulsspanningen worden gegenereerd, moet u de toegepaste
spanning langzaam verlagen met behulp van een variabele
weerstand op het testapparaat of door de spanning aan en weer uit
te zetten op het nuldoorgangspunt.

Sluit bij het uitvoeren van de test alle uitgangsklemmen kort om te
voorkomen dat deze worden beschadigd.

Isolatietest

Sluit bij het uitvoeren van de test alle uitgangsklemmen kort om te
voorkomen dat deze worden beschadigd.

Inschakelstroom

Wanneer twee of meer voedingen zijn aangesloten op dezelfde
ingang, wordt de inschakelstroom opgeteld bij de totale
stroomsterkte. Selecteer zekeringen en stroomonderbrekers waarbij
u voldoende rekening houdt met de smelt- of bedrijfseigenschappen
zodat de zekeringen niet doorslaan en de stroomonderbrekers niet
verbreken vanwege de inschakelstroom.

Uitgangsspanningsregelaar (V.ADJ)

Standaard instelling Ingesteld op de nominale spanning
Regelbaar bereik: Regelbaar met uitgangsspanningsregelaar

(V.ADJ) op het frontpaneel van het product van

–20% tot 20% van de

nominale uitgangsspanning (

–10% tot 20% van de nominale spanning

voor S8VM-@@@24A@/P@)
Door rechtsom resp. linksom te draaien verhoogt resp. verlaagt u de

uitgangsspanning.
De uitgangsspanning afregelpotentiometer (V.ADJ) zou beschadigd

kunnen raken als hieraan met onnodig veel kracht wordt gedraaid.
Oefen niet teveel kracht uit bij het draaien aan de afregelpotentiometer.

Nadat u de uitgangsspanning hebt afgeregeld, moet u controleren of
de uitvoercapaciteit of de uitvoerspanning niet hoger is dan de
nominale uitgangscapaciteit of de nominale uitgangsstroom.

De uitgangsspanning kan stijgen boven het toegestane spanningsbereik
(maximaal +20% van de nominale spanning) afhankelijk van het gebruik
van de uitgangsspanningregelaar (V.ADJ). Controleer bij het regelen van
de uitgangsspanning de uitgangsspanning van de voeding en controleer
of de belasting niet is beschadigd.

Bij het verhogen van de uitgangsspanning tot meer dan +20% van de
nominale waarde met de uitgangsspanningsregelaar (V. ADJ) kan de
overspanningsbeveiligingsfunctie in werking treden.

(alleen S8VM-@@@24A@/P@)

Verdraai de uitgangspanningsregelaar (V.ADJ) langzaam. Bij het snel
terugbrengen van de uitgangsspanning of bij het afregelen van de
uitgangsspanning naar minder dan 10% van de nominale waarde kan
de onderspanningsalarmfunctie in werking treden.

DIN-rail monteren

Bij montage op een DIN-rail laat u de S8VM op
de rail zakken totdat de railbevestigingsklem
vastklikt, haakt u deel A over de rand van de
rail en drukt u in de richting van B,

Demonteer de S8VM van de DIN-rail
door een schroevendraaier in deel C
te steken en de S8VM van de rail af
te trekken.

Connector S8VM-

05024A@/P@

S8VM-10024A@/P@ Vervaar-

digd
door JST

S8VM-15024A@/P@

S3B-XH-A-1 BH3B-XH-2

Behuizing
(meegeleverd)

XHP-3

Klem
(meegeleverd)

BXH-001T-P0.6 of SXH-001T-P0.6

A

B

30 mm min.

Railbevestigingsklem

C

24 Schakelende voedingen S8VM

Schakelende voedingen S8VM 21

Serieschakeling

De voedingen kunnen in serie worden geschakeld.
Een symmetrische uitgangsspanning kan worden bereikt met twee
voedingen.

Serieschakeling

Opmerking: 1.

Bij kortsluiting in de belasting kan er een
omkeerspanning op de voedingseenheid komen te
staan met mogelijke veroudering of schade aan de
voedingseenheid als gevolg. Sluit de diode aan op de
in de afbeelding aangegeven wijze. Selecteer de aan
te sluiten diode op basis van de volgende richtlijnen.

2. Hoewel producten met verschillende specificaties in
serie kunnen worden geschakeld, mag de stroom
die via de belasting loopt, niet de lagere nominale
uitgangsstroom overschrijden.

Parallelbedrijf

Het product is niet geschikt voor parallelle schakeling.

In het geval er geen uitgangsspanning is

Als er geen uitgangsspanning is, kan de overspannings- of
onderspanningsbeveiliging in werking zijn getreden. Het interne
beveiligingscircuit kan functioneren als een hoge overspanning
optreedt, bijvoorbeeld bij een blikseminslag bij het inschakelen van
de ingangsspanning.

Wanneer er geen uitgangsspanning is, ook niet na controle van de
volgende punten, neemt u contact met ons op.

Controleer de status van de overbelastingsbeveiliging

Controleer of de belasting de overbelastingstatus heeft of is
kortgesloten. Verwijder eventuele bedrading van de belasting tijdens
de controle.

Poging tot verhelpen van de overspanning of interne
beveiligingsfunctie

Schakel de ingangsspanning eenmaal uit en zorg dat deze ten
minste drie minuten uitgeschakeld blijft. Schakel de eenheid weer in
om te zien of het probleem is verholpen.

Controleer of de klem +S of –de klem S met uitgebouwde kortsluitpen
onderbroken is. (alleen S8VM-100

@@@@

/S8VM-150

@@@@

)

Controleer of de uitgangsspanning is afgesteld op meer dan +20% van
de nominale waarde met de uitgangsspanningsregelaar (V. ADJ).

Zoemend geluid bij het inschakelen
van de ingangsspanning.
(50/100/150W)

In de spanningsingang is een circuit voor de onderdrukking van
harmonische stromen ingebouwd. Dit circuit kan geluid produceren
als de ingang is ingeschakeld, maar het geluid houdt op wanneer de
interne circuits zijn gestabiliseerd en dit wijst niet op problemen met
het product.

15W/30W
Juist

50W/100W/150W
Juist

Uitgangsspanning (±)

Juist

Type Schottky-poortdiode

Diëlektrische
sterkte (V

RRM)

Tweemaal de nominale
uitgangsspanning of hoger

Doorlaatstroom (I

F) Tweemaal de nominale

uitgangsstroomsterkte of hoger

+V

−V

AC (L)

AC (N)

AC (L)

AC (N)

+V

−V

+V

−V

AC (L)

AC (N)

AC (L)

AC (N)

+V

−V

+V

−V

AC (L)

AC (N)

AC (L)

AC (N)

+V

−V

+V

−V

AC (L)

AC (N)

AC (L)

AC (N)

+V

−V

Onjuist

25Schakelende voedingen S8VM

22 Schakelende voedingen S8VM

Specifieke waarden

� Alleen ter referentie

Opmerking: 1. Raadpleeg de paragraaf Technische gegevens op pagina 7 tot 8 voor meer informatie.

2. De gemiddelde waarden geven de waarden voor een ingangsstroom van 230 VAC aan. Alle items worden gemeten bij een

frequentie van 50 Hz.

Vermogen 15 W 30 W 50 W 100 W 150 W

Item

Rendement 5V-modellen 78% 81% 85% 87% 87%

12V-modellen 81% 84% 84% 87% 87%
15V-modellen 81% 84% 84% 87% 87%
24V-modellen 82% 86% 84% 88% 88%

Ingang Stroom 230 V-ingang 0,20 A 0,39 A 0,31 A 0,61 A 5 V: 0,73 A

12V/15V/24V: 0,83 A
Lekstroom 230 V-ingang 0,30 mA 0,35 mA 0,35 mA 0,35 mA 0,35 mA
Inschakelstroom

(zie opm. 1)

230 V-ingang 28 A 32 A 32 A 32 A 32 A

Uit­gang

Rimpelspanning f=20 MHz-

meting

5 V: 0,60% (p-p) 5 V: 0,60% (p-p) 5 V: 2,39% (p-p) 5 V: 2,10% (p-p) 5 V: 1,97% (p-p)
12 V: 0,08% (p-p) 12 V: 0,14% (p-p) 12 V: 0,56% (p-p) 12 V: 0,69% (p-p) 12 V: 0,67% (p-p)
15 V: 0,07% (p-p) 15 V: 0,12% (p-p) 15 V: 0,36% (p-p) 15 V: 0,60% (p-p) 15 V: 0,54% (p-p)
24 V: 0,07% (p-p) 24 V: 0,12% (p-p) 24 V: 0,22% (p-p) 24 V: 0,27% (p-p) 24 V: 0,32% (p-p)

f=100 MHz­meting

5 V: 0,77% (p-p) 5 V: 0,88% (p-p) 5 V: 2,47% (p-p) 5 V: 2,42% (p-p) 5 V: 2,54% (p-p)
12 V: 0,20% (p-p) 12 V: 0,20% (p-p) 12 V: 0,58% (p-p) 12 V: 0,78% (p-p) 12 V: 0,75% (p-p)
15 V: 0,12% (p-p) 15 V: 0,18% (p-p) 15 V: 0,37% (p-p) 15 V: 0,68% (p-p) 15 V: 0,63% (p-p)
24 V: 0,10% (p-p) 24 V: 0,18% (p-p) 24 V: 0,23% (p-p) 24 V: 0,31% (p-p) 24 V: 0,37% (p-p)

Inschakeltijd
(zie opm. 1)

bij 100%
belasting

270 ms 280 ms 460 ms 460 ms 460 ms

Uitschakeltijd
(zie opm. 1)

bij 100%
belasting

5 V: 211 ms 5 V: 187 ms 5 V: 43 ms 5 V: 40 ms 5 V: 41 ms
12 V: 213 ms 12 V: 200 ms 12 V: 38 ms 12 V: 43 ms 12 V: 41 ms
15 V: 221 ms 15 V: 204 ms 15 V: 42 ms 15 V: 40 ms 15 V: 37 ms
24 V: 216 ms 24 V: 197 ms 24 V: 30 ms 24 V: 36 ms 24 V: 33 ms

Schakelende voedingen S8VM26

Aandachtspunten met betrekking tot de toepassing en de
garantie

Deze catalogus lezen en begrijpen

Neem deze catalogus zorgvuldig door voordat u de producten aanschaft. Raadpleeg uw OMRON-vertegenwoordiger
als u vragen of opmerkingen hebt.

Garantie en beperkingen van aansprakelijkheid

GARANTIE

OMRON geeft de exclusieve garantie dat de producten geen materiaal- en/of fabricagefouten bevatten voor een periode van één
jaar (tenzij een andere periode is aangegeven) na datum van aankoop.

OMRON WIJST ELKE GARANTIE OF VERKLARING AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN NIET­SCHENDING VAN RECHTEN VAN DERDEN, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN
DE PRODUCTEN. ELKE KOPER OF GEBRUIKER ACCEPTEERT DAT ALLEEN DE KOPER OF GEBRUIKER ZELF HEEFT
BEPAALD DAT DE PRODUCTEN AAN DE EISEN VAN HUN BEDOELDE GEBRUIK VOLDOEN. OMRON WIJST ELKE
ANDERE GARANTIE AF, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET.

BEPERKINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID

OMRON AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR BIJZONDERE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE,
WINSTDERVING, OF WELK ANDER BEDRIJFSVERLIES DAN OOK IN VERBAND MET DE PRODUCTEN, ONGEACHT OF
CLAIMS ZIJN GEBASEERD OP CONTRACTEN, GARANTIES, ONACHTZAAMHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID.

In geen geval overschrijdt de vergoeding van OMRON voor welke schade dan ook de afzonderlijke prijs van het product waarop
garantie is verleend.

IN GEEN GEVAL IS OMRON AANSPRAKELIJK VOOR GARANTIE, REPARATIE, OF ANDERE AANSPRAKEN MET
BETREKKING TOT DE PRODUCTEN TENZIJ ANALYSE VAN OMRON BEVESTIGT DAT DE PRODUCTEN CORRECT
WERDEN BEHANDELD, OPGESLAGEN, GEÏNSTALLEERD EN ONDERHOUDEN, EN NIET ONDERHEVIG WAREN AAN
VERVUILING, MISBRUIK, VERKEERD GEBRUIK, OF AAN ONGEPASTE WIJZIGINGEN OF REPARATIES.

Toepassingsoverwegingen

GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK

OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de
combinatie van de producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van de producten.

Neem alle vereiste stappen om te bepalen of het product geschikt is voor de systemen, machines en uitrusting waarvoor u het
wilt gebruiken.

Stel u op de hoogte en houd u aan alle gebruiksbeperkingen die op dit product van toepassing zijn.
GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING DIE ERNSTIG LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VOOR

EIGENDOMMEN KAN BETEKENEN, ZONDER TE VERZEKEREN DAT HET SYSTEEM ALS GEHEEL IS ONTWORPEN OM
DERGELIJKE RISICO'S TE VOORKOMEN, EN DAT DE OMRON-PRODUCTEN VAN CORRECTE WAARDE ZIJN EN ZIJN
GEÏNSTALLEERD VOOR HET GEBRUIK WAAR ZE VOOR ZIJN BEDOELD BINNEN HET GEHEEL VAN APPARATUUR OF
SYSTEEM.

Afstand van aansprakelijkheid

PRESTATIEGEGEVENS

De prestatiegegevens in deze catalogus dienen als richtlijn voor de gebruiker bij het bepalen van de geschiktheid van het
product en vormen geen garantie. Deze gegevens kunnen het resultaat zijn van testomstandigheden bij OMRON en de
gebruiker moeten deze cijfers in relatie zien met de werkelijke toepassingsvereisten. De werkelijke prestaties zijn onderhevig
aan de Garantie en beperkingen van aansprakelijkheid van OMRON.

WIJZIGING VAN TECHNISCHE GEGEVENS

Technische gegevens en accessoires van producten kunnen op elk moment worden gewijzigd wegens verbeteringen of andere
redenen. U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-vertegenwoordiger voor de actuele technische
gegevens van het product dat u hebt aangeschaft.

AFMETINGEN EN GEWICHTEN

De afmetingen en gewichten zijn nominaal en kunnen niet worden gebruikt voor fabricagedoeleinden, ook niet waar toleranties
worden weergegeven.

In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Cat. No. T033-NL2-02A

NEDERLAND
Omron Electronics B.V.
Wegalaan 61, 2132 JD Hoofddorp
Tel: [phone]
Fax: [phone]
www.omron.nl

BELGIË
Omron Electronics N.V./S.A.
Stationsstraat 24, B-1702 Groot-Bijgaarden
Tel: [phone]
Fax: [phone]
www.omron.be

Schakelende voedingen S8VM 27

OMRON EUROPE B.V.

Wegalaan 67-69, NL-2132 JD, Hoofddorp, Nederland. Tel: [phone] Fax: [phone] www.omron-industrial.com

NEDERLAND

Omron Electronics B.V.

Wegalaan 61, NL-2132 JD Hoofddorp
Tel: [phone]
Fax: [phone]
www.omron.nl

BELGIË

Omron Electronics N.V./S.A.

Stationsstraat 24, B-1702 Groot Bijgaarden
Tel: [phone]
Fax: [phone]
www.omron.be

Denemarken

Tel: [phone]
www.omron.dk

Duitsland

Tel: [phone]
www.omron.de

Finland

Tel: [phone]
www.omron.fi

Frankrijk

Tel: [phone]
www.omron.fr

Hongarije

Tel: [phone]
www.omron.hu

Italië

Tel: [phone]
www.omron.it

Noorwegen

Tel: [phone]
www.omron.no

Oostenrijk

Tel: [phone]
www.omron.at

Polen

Tel: [phone]
www.omron.pl

Portugal

Tel: [phone]
www.omron.pt

Rusland

Tel: [phone]
www.omron.ru

Spanje

Tel: [phone]
www.omron.es

Tsjechië

Tel: [phone]
www.omron.cz

Turkije

Tel: [phone]
www.omron.com.tr

Verenigd Koninkrijk

Tel: [phone]
www.omron.co.uk

Zweden

Tel: [phone]
www.omron.se

Zwitserland

Tel: [phone]
www.omron.ch

Midden-Oosten en Afrika

Tel: [phone]
www.omron-industrial.com

Overige Omron­vertegenwoordigers

www.omron-industrial.com

Gea utor ise erd d istr ibu teur :

SF28P_S8VM_NL01_1205

Besturingssystemen

• PLC’s • Human Machine Interfaces • Remote I/O

Motion & Drives

• Motion controllers • Servosystemen • Frequentieregelaars

Besturingscomponenten

• Temperatuurregelaars • Voedingen • Tijdrelais • Tellers

• Programmeerbare relais • Digitale paneelmeters • Elektromechanische relais

• Meet- en bewakingscomponenten • Solid-state relais • Eindschakelaars

• Drukknopschakelaars • Laagspanningsschakelmateriaal

Detectie en veiligheid

• Fotocellen • Optische vezels en versterkers • Inductieve benaderingsschakelaars

• Connectoren • Afstands- en breedtemaatsensoren • Vision-systemen

• Veiligheidsnetwerken • Veiligheidssensoren • Veiligheidsunits/-relaisunits

• Veiligheidsdeur-/vergrendelingsschakelaars

Hoewel wij streven naar perfectie, bieden Omron Europe BV en/of haar dochterondernemingen en filialen geen enkele
garantie met betrekking tot de juistheid en de volledigheid van de informatie in dit document. Wij behouden ons het recht
voor op elk moment zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen.