PNSPO apparatuur wordt gefabriceerd voor gebruik volgens de juiste procedures door een gekwalificeerde
gebruiker en alleen voor de doeleinden die in deze handleiding worden beschreven.
De volgende conventies worden gebruikt om voorzorgsmaatregelen te tonen en te classificeren. Schenk
altijd aandacht aan de informatie die getoond wordt. Het geen aandacht schenken aan of negeren van deze
waarschuwingen kan leiden tot het gewond raken van mensen of schade aan het product.
Gevaar Geeft informatie aan die, wanneer er geen acht op wordt geslagen, zeer waarschijnlijk
zal leiden tot ernstige verwonding of verlies van leven.
Waarschuwing Geeft informatie aan die, wanneer er geen acht op wordt geslagen, mogelijk kan
leiden tot ernstige verwonding of verlies van leven en zeker schade aan het product
zal toebrengen.
VoorzichtigGeeft informatie aan die, wanneer er geen acht op wordt geslagen, mogelijk kan
leiden tot relatief ernstige verwonding of letsel, schade aan het product of verkeerde
werking van het product.
PNSPO product verwijzingen
Namen van OMRON producten beginnen met een hoofdletter in deze handleiding.
Het woord unit wordt gebruikt om een OMRON product aan te duiden, onafhankelijk van het feit of het woord
unit in de naam van het product voorkomt.
Gebruikte afkortingen en termen zijn verklaard in de appendix.
Visuele hulpmiddelen
De volgende koppen verschijnen in de linkerkolom van de handleiding om u verschillende soorten informatie
snel te laten vinden.
OpmerkingGeeft informatie weer die in het bijzonder praktisch is voor efficiënt en handig gebruik
van het product.
1, 2, 3... 1. Geeft diverse soorten lijsten weer zoals procedures, controlelijsten etc.
Noot Geeft een noot weer. Wordt vaak gebruikt in combinatie met tabellen.
Kantlijn In de kantlijn van de tekst is vaak weergegeven waar een alinea over gaat. U kan
deze teksten in de kantlijn gebruiken om snel binnen een hoofdstuk te zoeken naar
een onderwerp.
Vet gedrukte woorden refereren naar commando’s in menu’s van programma’s. Het
gedeelte voor de verticale streep refereert naar het menu, het gedeelte erachter naar
de naam van de optie uit het menu (bijvoorbeeld File|Open).
Cursief afgebeelde woorden worden gebruikt voor de namen van optieszoals check
boxes en knoppen in dialogen (bijvoorbeeld Save Program).
Toetsenbord combinaties worden vetgedrukt aangegeven met de toetsen die
tegelijkertijd ingedrukt moeten worden (bijvoorbeeld Shift+F6).
OMRON Hostlink Master handleiding Publicatie januari 2006
Document referentie Hostlink Master Revisie. 7
De informatie in dit document is uitvoerig gecontroleerd. OMRON kan echter geen enkele aansprakelijkheid
aanvaarden voor enige incorrectheid of onvolledigheid van deze handleiding. Verder heeft OMRON het recht
onaangekondigd veranderingen aan het product en de handleiding aan te brengen ter verbetering van de
betrouwbaarheid, de functionaliteit en het ontwerp van de handleiding en/of het product. OMRON is niet
aansprakelijk voor enige schade die kan voortvloeien uit het gebruik van deze handleiding, noch kan het
enig onder patent rustende licentie of rechten van anderen, overdragen.
OMRON is een geregistreerd handelsmerk van OMRON Corporation.
pagina 2 Hostlink master handleiding
PNSPO Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Introductie 6
1.1 Twee vormen van Hostlink master software .................................................................6
1.2 Wat doet de apart te laden Hostlink master software ...................................................6
1.3 Welke PLC’s kunnen gebruikt worden ..........................................................................8
De Hostlink master software kan worden gebruikt om een C200Hα,CQM1H, CS1, CJ1 en CP1 PLC als
master in een Hostlink netwerk te laten fungeren. Door middel van het uitvoeren van eenvoudige
commando’s kan de CPU data naar tot aan 32 slaves schrijven of data uit deze slaves lezen.
VoorzichtigLees deze handleiding nauwkeurig en wees er zeker van dat u de hierin weergegeven
informatie goed begrijpt voor u begint met het installeren en gebruik van deze
software.
Aan deze handleiding en dit produkt is de grootst mogelijke zorg besteed. Mochten er ondanks deze zorg
nog onjuistheden of onduidelijkheden vermeld zijn of fouten in het produkt zitten, dan stellen wij ons
uitdrukkelijk niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen hiervan. Voor suggesties ter verbetering houden wij
ons aanbevolen.
Hostlink master handleiding pagina 5
Introductie PNSPO
1 Introductie
In dit hoofdstuk wordt een korte introductie van de Hostlink master software gegeven.
Er wordt uitgelegd welke PLC ‘s de software kunnen verwerken, maar er wordt ook
verklaard wat u met deze software kan doen.
1.1 Twee vormen van Hostlink master software
Afhankelijk van welke PLC en welke communicatie unit/board gebruikt wordt, zijn er
twee vormen van hostlinkmaster software. Beide hebben hun eigenschappen.
1) De apart te laden Hostlink master software
Voordelen:
- Voor alle bij 1.3.1 beschreven PLC’s dezelfde software
- Kan 1 of meerdere woorden uit 1 of meerdere PLC in 1 keer lezen /
schrijven
Nadelen:
- Bij lezen / schrijven van meerdere woorden wordt de data omgekeerd in
het PLC geheugen geplaatst
- Moet apart geladen worden
- Alleen DM bereikbaar
Beschreven vanaf 1.2
In de bijlage 4.2 staat beschreven hoe een protocol macro in een communicatie kaart
geladen kan worden.
2) De al vanaf fabriek aanwezige protocol macro’s
Voordelen:
- Is vanaf fabriek al aanwezig
- Bij lezen / schrijven van meerdere woorden wordt de data niet omgekeerd
in het geheugen geplaatst
- Alle geheugengebieden beschikbaar in de slave PLC
- Als de slave PLC een CJ/CS/CP PLC is kan deze ook geprogrammeerd
worden door de SCU/SCB heen
Nadelen:
- Alleen CJ/CS PLC met een SCU of SCB met software versie 1.2 en
hoger.
Beschreven vanaf 1.4
1.2 Wat doet de apart te laden Hostlink master software
De Hostlink master software kan worden gebruikt om op simpele wijze een aantal
OMRON PLC’s met elkaar te laten communiceren. Één PLC in het gecreëerde
netwerk is de master. Deze master PLC kan door middel van eenvoudige
commando’s data lezen en/of schrijven naar een aantal slave PLC’s. Wanneer wordt
gekozen voor een RS422/485 verbinding kan op deze manier met tot maximaal 32
PLC’s per communicatiepoort een verbinding gecreëerd worden. Heeft de PLC meer
pagina 6 Hostlink master handleiding
PNSPO Introductie
D
D
protocol macro communicatiepoorten dan kan met totaal x * 32 PLC’s
gecommuniceerd worden (x = het aantal protocol macro communicatie poorten).
Slave 00
Master
Slave 01
Slave 02
Slave ...
Slave 31
Stel er moet vanuit de master 1 woord (16 bits) worden geschreven naar 10 slaves en
vervolgens 5 woorden gelezen uit deze slaves. Dit is te realiseren door het uitvoeren
van twee standaard commando’s. Het ene commando schrijft 10 maal 1 woord naar
de aangesloten PLC’s, het andere commando leest data uit deze PLC’s. Deze data
wordt voor de uitvoer van het commando in de master uit registers gelezen of na de
uitvoer van het commando in de master op een aantal registers geplaatst. De locatie
van deze registers kan u zelf bepalen.
ata schrijven
Woord N
Woord N+1
Woord N+9
Node 0
Node 1
Node 9
ata lezen
Node 0
Node 1
Node 9
Woord N
t/m N+4
Woord N+5
t/m N+9
Woord N+45
t/m N+49
De hele communicatie wordt op de achtergrond afgehandeld. Het enige dat voor de
gebruiker van belang is: 1. Naar hoeveel PLC’s wil ik data schrijven. 2: Hoeveel
woorden data wil ik naar deze PLC’s schrijven. 3. Waar moet deze data in de slaves
terecht komen. Met deze eenvoudige instellingen kan u een netwerk creëren.
Het tweede commando leest 5 woorden uit elke node en plaatst deze in een tabel in
het geheugen van de Master PLC. Na het uitlezen van de woorden kan u indien nodig
het schrijven weer herhalen of wachten tot dit nodig is.
Hostlink master handleiding pagina 7
Introductie PNSPO
1.3 Welke PLC’s kunnen gebruikt worden
Er kunnen twee groepen PLC’s hier onderscheiden worden. De PLC’s die als master
kunnen fungeren. Dit zijn die PLC’s waar de Hostlink master software op verwerkt kan
worden. De tweede groep PLC’s zijn de PLC’s, die als slave kunnen fungeren. Dit zijn
alle PLC’s die het OMRON Hostlink protocol kunnen verwerken.
1.3.1 Master
De Hostlink master software is geschreven als een protocol macro. Dit houd in dat
alle PLC’s, die een protocol macro kunnen verwerken, als master in het netwerk
kunnen fungeren. Dit zijn:
OpmerkingHet voor de Hostlink master gebruikte communicatieboard/unit is een gemodificeerd
board/unit. Er zijn een aantal standaard macro’s aanwezig, Hostlink master is niet
standaard aanwezig . Wanneer u de Hostlink master software wilt gebruiken dient u
dit bij het bestellen van het board te vermelden. Het Serial Communication Board
wordt afgekort met “SCB” en de Serial Communication Unit met “SCU”
C200HW-COM04 / 05 / 06 (C200HE-CPU11 niet)
1.3.2 Slave
Alle PLC’s die met het Hostlink protocol kunnen communiceren kunnen in het netwerk
worden opgenomen. Dit zijn de volgende PLC’s: C20, C**P, C**K, C**H, C120,
CQM1, CQM1H, C200H, C200HS, C200Hα, CJ1, CP1H, C500, C1000H, C2000,
C2000H, CVM1, CV500, CV1000, CV2000 en CS1. De enige beperking voor CV
modellen is dat bij deze CPU’s het status lees en status schrijf commando niet kan
worden uitgevoerd.
pagina 8 Hostlink master handleiding
PNSPO Introductie
1.4 Wat doet de al aanwezige Hostlink master software
De Hostlink master software kan worden gebruikt om op simpele wijze een aantal
OMRON PLC’s met elkaar te laten communiceren. Één PLC in het gecreëerde
netwerk is de master. Deze master PLC kan door middel van eenvoudige
commando’s data lezen en/of schrijven naar een aantal slave PLC’s. Wanneer wordt
gekozen voor een RS422/485 verbinding kan op deze manier met tot maximaal 32
PLC’s per communicatiepoort een verbinding gecreëerd worden. Heeft de PLC meer
protocol macro communicatiepoorten dan kan met totaal x * 32 PLC’s
gecommuniceerd worden (x = het aantal protocol macro communicatie poorten).
Slave 00
Master
Slave 01
Slave 02
Slave ...
Stel er moet vanuit de master 1 woord (16 bits) worden geschreven naar 10 slaves en
vervolgens 5 woorden gelezen uit deze slaves. Dit is te realiseren door het uitvoeren
van aantal commando’s. Voor elke PLC zal een lees en een schrijfcommando
gegeven moeten worden. Elke PLC zal dus apart behandeld moeten worden in
tegenstelling tot de bij 1.2 beschreven Hostlink master software. Het voordeel is dan
wel, dat elk geheugengebied in de slave PLC gebruikt kan worden.
De hele communicatie wordt op de achtergrond afgehandeld. Het enige dat voor de
gebruiker van belang is: 1. Naar welke PLC wil ik data schrijven. 2: Hoeveel woorden
data wil ik naar deze PLC schrijven. 3. Waar moet deze data in de slaves terecht
komen. Met deze eenvoudige instellingen kan u een netwerk creëren.
1.5 Welke PLC’s kunnen gebruikt worden
Er kunnen twee groepen PLC’s hier onderscheiden worden. De PLC’s die als master
kunnen fungeren. Dit zijn die PLC’s waar de Hostlink master software op verwerkt kan
worden. De tweede groep PLC’s zijn de PLC’s die als slave kunnen fungeren. Dit zijn
alle PLC’s die het OMRON Hostlink protocol kunnen verwerken.
1.5.1 Master
De al aanwezige Hostlink master software is beschikbaar in de onderstaande PLC’s:
Alle PLC’s die met het Hostlink protocol kunnen communiceren kunnen in het netwerk
worden opgenomen. Dit zijn de volgende PLC’s: C20, C**P, C**K, C**H, C120,
CQM1, CQM1H, C200H, C200HS, C200Hα, CJ1, CP1H, C500, C1000H, C2000,
C2000H, CVM1, CV500, CV1000, CV2000 en CS1. De enige beperking voor CV
modellen is dat bij deze CPU’s het status lees en status schrijf commando niet kan
worden uitgevoerd.
Hostlink master handleiding pagina 9
Instellen & aansluiten PNSPO
2 Instellen en aansluiten
Voor het een en ander in bedrijf kan worden gesteld moeten er units op elkaar worden
aangesloten en moeten er instellingen gemaakt worden. De meest voorkomende
instellingen en aansluitingen worden in deze sectie getoond.
2.1 Instellen
Voor wat betreft de instellingen van de master en de slaves gaan we ervan uit dat er
gecommuniceerd moet worden op 19.200 bps, 1 start, 7 data, 2 stopbits en even
pariteit. Bij de master moet de communicatiepoort worden ingesteld op een protocol
macro, bij de slaves op Hostlink. Daarna moeten alle slaves natuurlijk een node
nummer toegewezen krijgen. Dit nodenummer moet beginnen op 0 en oplopen naar
31. In het scherm hieronder wordt dat aangegeven met Unit Number. Dit scherm is
voor de CPM2 serie, voor de andere series kan dit er iets anders uitzien.
Instellen van de communicatiepoorten gebeurt met Cx-Programmer. Sommige units
moeten door middel van dipswitches ingesteld worden.
OpmerkingAlhoewel het met één van de macro’s mogelijk is om alle PLC’s in het netwerk in de
monitor mode te zetten, is het aan te raden om de PLC’s zo te configureren dat ze
standaard in de monitor mode opstarten. Met Cx-Programmer kan dit bij de meeste
PLC’s ingesteld worden. In afbeelding hieronder de “Mode”. Dit scherm is voor de
CPM1 serie, voor de andere series kan dit er iets anders uitzien.
pagina 10 Hostlink master handleiding
PNSPOInstellen & aansluiten
2.1.1 Communicatie poort van de master
De communicatiepoort van de PLC kan in CX-Programmer ingesteld worden op
protocol macro. Dit gebeurt bij de C200Hα en CQM1H in de Settings die te vinden zijn
in de Project Workspace, bij de CS1, CJ1 en CP1 worden de instellingen gedaan in
de I/O tabel.
Hier moeten de snelheid, startbit, databits, stopbits en pariteit worden ingesteld. Bij de
CJ en CS kan Full Duplex worden ingesteld.
OpmerkingHet voor Hostlink gebruikte communicatieboard/unit is een gemodificeerde board/unit.
Er zijn een aantal macro’s standaard aanwezig. De Hostlink software is niet standaard
aanwezig*. Wanneer u deze wilt gebruiken, dient dat bij het bestellen vermeld te
worden.
* In de CJ1W-SCU21/41, CS1W-SCB41 en CS1W-SCU21 zit al een hostlinkmaster
protocol zoals beschreven bij 1.4
OpmerkingDe periferie- en RS232-poort op de CPU ondersteunen geen protocol macrofunctie.
C200Hα en CQM1H-CPU51/61
Hostlink master handleiding pagina 11
Instellen & aansluiten PNSPO
CS1, CJ1 en CP1
2.1.2 Communicatie poort van de slaves
Voor wat betreft de instellingen van de slaves gaan we ervan uit dat er
gecommuniceerd moet worden op 19.200bps, 1 start, 7 data, 2 stopbits en even
pariteit. Bij de slaves moet de communicatiepoort worden ingesteld op Hostlink.
Daarna moeten alle slaves natuurlijk een node nummer toegewezen krijgen. Dit
nodenummer moet beginnen op 0 en oplopen naar 31.
Hoe dit ingesteld moet worden hangt af van het type PLC.
De PLC’s die voorzien zijn van een 3G2C7-LK20x, 3G2A6-LK20x,C200H-LK20x of
3G2A5-LK203 communicatieunit zijn dit hardware instellingen op de
communicatieunit.
Bij de PLC’s die voorzien zijn van een Peripheral of RS232 poort zijn deze instellingen
in de software te maken of direct in DM.
pagina 12 Hostlink master handleiding
PNSPOInstellen & aansluiten
De beschikbare poorten zijn hieronder per PLC aangegeven.
PLC Peripheral RS232
*
SCB/COM
C20
C**K
C**H
C120
Cx000(H)
CPM1(A)
CPM1-CIF01/11
CPM2(A/C) *1
CQM1
CQM1H *2
CPM1-CIF01/11Niet CPU11
Niet CPU11 Niet CPU 11/21
C200H
C200HS
C200Hα
CV
CJ/CS/CP *2
CPM-CIF01/11Niet alle CPU Niet CPU 11
RS232+RS422
*1: De periferiepoort van de CPM2A kan met de CPM1-CIF01 / 11 omgezet worden in een
RS232/RS422 poort. De periferiepoort van de CPM2C kan met de CPM2C-CIF01 / 11 omgezet
worden in een RS232 of RS232 en RS422 poort.
*2 De CQM1H / CS1 / CJ1 heeft een kleine periferie poort voor omzetting naar RS232 zijn er 2
oplossingen: CS1W-CN118 of CS1W-CN114 + CPM1-CIF01, de CP1H heeft geen periferie
poort.
Voor omzetting naar RS422 kan de CQM1H-CIF12 gebruikt worden. De combinatie CS1W-CN114
+ CPM1-CIF11 is ook mogelijk
*3 Voor de CS1/CJ1/CP1H zijn er Serial Communication Units (SCU) beschikbaar met afhankelijk van
de uitvoering een 2 x RS232 of RS232 en RS422/485 poort.
*
Alle RS232 poorten kunnen met behulp van de NT-AL001 worden omgezet in een RS422/485
poort. Bij de PLC’s CQM1-CPU4x, CQM1H, C200Hα, CJ en CS is de voeding van de NT-AL001
aanwezig op pin 6 van de PLC (zie hiervoor verder in het document). Voor de overige PLC’s moet
deze extern worden toegevoegd (5V DC).
x Voor de x kan 1 of 2 ingevuld worden dit betekent: 1: RS232, 2: RS422.
Niet CJ1/CP1H
Peripheral en RS232 Port instellen Het instellen van de Peripheral en RS232 poort op de CPU van de
slaves kan gedaan worden in Cx-Programmer of direct in Data Memories.
Cx-Programmer Het instellen van de poort in Cx-Programmer is voor alle PLC’s, die dit ondersteunen,
vrijwel identiek. Kies Settings in de Project Workspace. Kies in het dan verschijnende
scherm het tabblad Peripheral Port of het tabblad Hostlink Port. Het onderstaande
scherm verschijnt. (Dit kan per PLC type iets verschillen, maar alle instellingen die
voor Hostlink communicatie noodzakelijk zijn, zijn voor alle PLC’s gelijk). Voor het
instellen van de RS232 en RS422/485 poorten op het communicatieboard van de
CQM1H en C200Hα zijn bij deze PLC’s nog 2 extra tabbladen aanwezig. Dit is te zien
in de paragraaf “Communicatie poort van de Master” scherm “C200Hα en CQM1HCPU51/61”. Kies hier ook als mode Hostlink om de PLC als slave in te stellen en stel
het Unit Number (Nodenummer) in.
In het bovenstaande scherm moeten de volgende instellingen gemaakt worden:
- Selecteer Custom
- Set de Baud op 19200 en het Format op 1,7,2,E
- Set de Mode op Hostlink (Default)
- Set het Unit Number (Nodenummer) van 0 tot 31 op het nummer dat de PLC in
het netwerk moet innemen.
Als de PLC online is en in de Program Mode staat (te zien in de rechteronderhoek van
het bovenstaande scherm), kan in het menu Options | Transfer to PLC worden
gekozen.
Let Op!Het is verstandig om in een bestaande configuratie eerst Options | Transfer from PLC
te kiezen, zodat de PLC instellingen worden opgehaald voordat de instellingen in de
PLC worden geschreven. Als een nieuwe Settings in een bestaande configuratie
wordt gezet, worden bestaande instellingen overschreven, wat grote gevolgen kan
hebben voor de werking van de machine.
RS422/485 en RS232 Port op de SCB/SCU Het instellen van de RS422/485 en RS232 poort op de SCB of SCU
van de CS1/CJ1/CP1 PLC gebeurt net als bij het instellen van de Master, in de I/O
tabel. Dit is te zien in de paragraaf “Communicatie poort van de Master” scherm
“CS1/CJ1/CP1”. Kies hier als mode Hostlink om de PLC als slave in te stellen en stel
het Unit Number (Nodenummer) in. Voor Cx-Programmer versie 5 of lager is dit
scherm te openen door in de I/O tabel met de rechtermuisknop de PLC of SCU te
selecteren en dan “Inner Board Software Switches” (SCB) of “Software Switches”
(SCU) te selecteren (alleen mogelijk als de PLC online is) . Voor Cx-One is dit scherm
te openen door met de rechtermuisknop op de SCU of SCB te klikken en Unit Setup
te kiezen (of dubbelklik).
pagina 14 Hostlink master handleiding
PNSPOInstellen & aansluiten
Let Op!Het is verstandig om in een bestaande configuratie eerst Options | Transfer from PLC
(Unit to PC in Cx-One) te kiezen, zodat de PLC instellingen worden opgehaald
voordat de instellingen in de PLC worden geschreven. Als een nieuwe Settings in een
bestaande configuratie wordt gezet, worden bestaande instellingen overschreven, wat
grote gevolgen kan hebben voor de werking van de machine.
Data MemoriesAlle PLC’s (behalve peripheral en RS232 port op CJ1 / CS1 en LK20x modules)
kunnen in Data Memories worden ingesteld. Zie hiervoor de bijlagen.
Hostlink master handleiding pagina 15
Instellen & aansluiten PNSPO
2.2 Aansluiten
In de volgende secties worden de meest voorkomende aansluitingen getoond. Deze
secties zijn onderverdeeld in communicatie rechtstreeks via de RS422/485 poort en
communicatie via de RS232C met NT-AL001 of CJ1W-CIF11 omzetter.
OpmerkingHet is niet aan te raden RS485 te gebruiken als communicatie methode, omdat
hiervoor speciale converters noodzakelijk zijn.
2.2.1 RS422 poort
De volgende Protocol Macro optiekaarten hebben een RS422/485 poort:
CQM1H-SCB41
C200HW-COM06
CS1W-SCB41
CJ1W-SCU41
De RS422 poort kan rechtstreeks op de slaves worden aangesloten. De Pin lay-out
van de RS422 poort op alle bovenstaande kaarten is als volgt:
Pin nummer Afkorting Signaal naam I/O
1
2SDB Send data + Output
3 NC Not used -4 NC Not used -5 NC Not used -6 RDA Receive data - Input
7 NC Not used -8 RDB Receive data + Input
9 NC Not used -Shell FG Shield --
Op het communicatieboard zitten 2 dipswitches:
- Termination (alleen de laatste en eerste node in het netwerk)
- 2-draads of 4-draads (485 of 422). Hier moet voor 4 draads gekozen worden.
De dipswitches op de CQM1H-SCB41, CS1W-SCB41 en de CJ1-SCU41 zitten boven
op de insteekkaart/unit, de dipswitches op de C200HW-COM06 zitten op de
printplaat.
In onderstaande schema’s zit de Master PLC als eerste in de lijn, daarom moet de
termination van deze PLC aan staan.
Let op!Het is aan te raden om geen branches (aftakkingen) in de communicatielijn te
gebruiken. Dit kan storingen veroorzaken. De communicatielijn is altijd een
“bussysteem”, er mag geen “stersysteem” gebruikt worden.
SDA Send data - Output
pagina 16 Hostlink master handleiding
Loading...
+ 41 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.