Omron F3S-TGR-SB2-KXC, F3S-TGR-SB4-KXC User Manual [nl]

Cat. No. E45E-NL-02
Veiligheidslichtscherm klasse 4 Veiligheidslichtscherm klasse 2
F3S-TGR-SB4-KxC, F3S-TGR-SB2-KxC
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Beknopt overzicht
Voorzorgsmaatregelen en
08
criteria voor installatie
12 Mec 15 Bedieningsprocedures 23 LED-diagnose
hanische assemblage
Advanced Industrial Automation
Inleiding
INLEIDING
In deze instructiehandleiding wordt het veiligheidslichtscherm F3S-TGR-SBx-KxC beschreven.
Algemene veiligheidseisen
Houd u bij het gebruik van de F3S-TGR-SBx-KxC altijd aan de volgende punten:
Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u de beschrijvingen begrijpt en kunt gebruiken voordat u het product installeert en in gebruik neemt.
Voorafgaand aan de installatie moet de machine door gekwalificeerd personeel aan een risicoanalyse worden onderworpen en dit product op geschiktheid worden beoordeeld.
Bewaar deze handleiding op een plaats waar de operator deze kan raadplegen wanneer dat nodig is.
Open de behuizing niet en breng geen ongeoorloofde wijzigingen aan.
De voeding moet losgekoppeld zijn voordat u doorgaat met een externe interventie.
Normen en regelgeving
1. De veiligheidslichtschermen uit de F3S-TGR-SBx-KxC-serie behoren tot de elektrogevoelige beveiligingsapparatuur (ESPE) conform de EU-richtlijn voor machines, Bijlage IV, B, Veiligheidscomponenten en Artikel 1.
2. De F3S-TGR-SBx-KxC voldoet aan de volgende regels en normen:
(1) EU-regelgeving
Machinerichtlijn: Richtlijn 98/37/EC EMC-richtlijn: Richtlijn 89/336/EEC
(2) Europese normen: EN61496-1, prEN61496-2
3. De F3S-TGR-SBx-KxC heeft de volgende goedkeuringen ontvangen van het bevoegde orgaan TÜV-productservice: EC-typeonderzoek in overeenstemming met de EU-machinerichtlijn TYPE 2 en 4 ESPE (EN61496-1), TYPE 2 en 4 AOPD (prEN61496-2) Certificaat van een bevoegd orgaan voor EMC
LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG DOOR
Lees deze handleiding zorgvuldig door en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt voordat u het product opslaat, installeert, in gebruik neemt, onderhoudt of wegwerpt.
Neem bij vragen of opmerkingen contact op met uw OMRON-vertegenwoordiger.
GARANTIE
De exclusieve garantie van OMRON houdt in, dat de producten gedurende één jaar (dan wel gedurende een andere aangegeven periode) vanaf de verkoopdatum van OMRON vrij van defecten in materiaal en vakmanschap zijn.
OMRON VERSTREKT GEEN ENKELE GARANTIE OF WAARBORG, NOCH EXPLICIET NOCH IMPLICIET, MET BETREKKING TOT DE NALEVING VAN TOEPASSELIJKE REGELS EN VOORSCHRIFTEN, DE VERKOOPBAARHEID DAN WEL DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE PRODUCTEN.
KOPER OF GEBRUIKER ERKENT DAT DE KOPER OF GEBRUIKER ALLEEN HEEFT BEPAALD DAT DE PRODUCTEN OP GESCHIKTE WIJZE AAN DE VEREISTEN VAN DE GEPLANDE TOEPASSING ZULLEN VOLDOEN.
OOK ALLE ANDERE GARANTIES, HETZIJ EXPLICIET HETZIJ IMPLICIET, WORDEN DOOR OMRON AFGEWEZEN.
AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKINGEN
OMRON ACCEPTEERT GEEN ENKELE AANSPRAKELIJKHEID VOOR SPECIALE SCHADE, INDIRECTE SCHADE DAN WEL GEVOLGSCHADE, GEDERFDE WINSTEN OF VERLIEZEN DIE OP WELKE WIJZE DAN OOK MET DE PRODUCTEN IN VERBAND STAAN, ONGEACHT OF DEZE AANSPRAKELIJKHEID GEBASEERD IS OP EEN CONTRACT, GARANTIE, NALATIGHEID OF RISICOAANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval zal de aansprakelijkheid van OMRON uitstijgen boven de prijs van het product waarop de garantieclaim is gebaseerd.
IN GEEN ENKEL GEVAL ZAL OMRON AANSPRAKELIJK KUNNEN WORDEN GESTELD VOOR GARANTIECLAIMS, REPARATIECLAIMS OF ANDERE CLAIMS MET BETREKKING TOT DE PRODUCTEN, TENZIJ DE ANALYSE VAN OMRON BEVESTIGT DAT DE PRODUCTEN OP CORRECTE WIJZE WERDEN BEHANDELD, OPGESLAGEN, GEÏNSTALLEERD EN ONDERHOUDEN, ALSMEDE NIET ZIJN ONDERWORPEN AAN VERONTREINIGINGEN, ONOORDEELKUNDIG GEBRUIK OF ONDESKUNDIGE WIJZIGINGEN OF REPARATIES.
3
GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de combinatie van de producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van het product.
Op vraag van de klant legt OMRON toepasselijke certificatiedocumenten van derden voor die de nominale waarden en gebruiksbeperkingen voor de producten bevatten.
Deze informatie volstaat echter niet voor een complete bepaling van de geschiktheid van de producten in combinatie met het eindproduct, de machine, het systeem, of een andere toepassing of ander gebruik.
Hierna volgen voorbeelden van toepassingen waarvoor bijzondere aandacht is vereist. Deze lijst is niet bedoeld als compleet overzicht van alle mogelijke gebruikstoepassingen van de producten en impliceert evenmin dat de gebruikstoepassingen in de lijst geschikt zijn voor de producten:
• Buitengebruik, gebruik met mogelijke vervuiling door chemicaliën of elektrische interferentie, of omstandigheden of gebruikstoepassingen die niet in dit document zijn beschreven.
• Besturingssystemen met toepassing van nucleaire energie, verbrandingssystemen, spoorwegsystemen, luchtvaartsystemen, medische apparatuur, amusementstoestellen, voertuigen en installaties waarvoor aparte regelgeving van de industrie of de overheid geldt.
• Systemen, machines en apparatuur waarbij gevaar voor persoonlijke of materiële schade bestaat.
Stel u op de hoogte van alle verbodsbepalingen die op de producten van toepassing zijn en houd u aan deze bepalingen.
GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING WAARBIJ ERNSTIG GEVAAR VOOR PERSOONLIJKE OF MATERIËLE SCHADE BESTAAT ZONDER U ERVAN TE OVERTUIGEN DAT HET SYSTEEM ALS GEHEEL IS ONTWORPEN OM AAN DERGELIJKE GEVAREN HET HOOFD TE KUNNEN BIEDEN EN DAT HET PRODUCT VAN OMRON DE JUISTE SPECIFICATIES HEEFT, ALSMEDE VOOR HET TOEPASSELIJKE GEBRUIKSDOEL BINNEN DE ALGEHELE APPARATUUR OF HET SYSTEEM IS GEÏNSTALLEERD.
Note: Sommige technische gegevens van de producten kunnen zonder enige kennisgeving worden
gewijzigd.
Op uw verzoek kunnen speciale modelnummers worden toegewezen om belangrijke technische gegevens voor uw toepassing vast te leggen of vast te stellen.
U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-contactpersoon voor de actuele technische gegevens van producten die u hebt aangeschaft.
DEFINITIE VAN SYMBOLEN
Informatie in deze handleiding die van bijzonder belang is, kan als volgt worden geïdentificeerd:
WAARSCHUWING duidt op een situatie die tot licht of middelzwaar letsel zal leiden, of tot
!
!
ernstig of dodelijk letsel kan leiden. Bovendien is aanzienlijke beschadiging van eigendommen mogelijk.
LET OP duidt op een situatie die tot licht of middelzwaar letsel kan leiden, of tot schade aan eigendommen kan leiden.
OPMERKING wordt gebruikt om belangrijke informatie te benadrukken.
)
FABRIKANT: TECHNO-GR s.r.l.
via Torino, 13/15 10046 Poirino (TO) - ITALIË Tel. +39 011 9452041 FAX +39 011 9452090 E-Mail info_technogr@eu.omron.com WWW www.technogr.com
GEBRUIKERSHANDLEIDING: Versie 5.1 d.d. 29-3-2006
4

INHOUD

Hoofdstuk Pagina
1 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2 Voorzorgsmaatregelen en criteria voor installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2-1 Berekening van de minimale afstand voor installatie . . . . . . . . . . . . . . . 8
2-2 Reflecterende oppervlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3 Mechanische assemblage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
4 Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
4-1 Beschrijving van de kabels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
4-2 Opmerkingen over aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
5 Uitlijningsprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
6 Bedieningsprocedures. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
6-1 De interne DIP-switches instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
6-1-1 Selectie van de resetmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
7 Muting- en overridefuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
7-1 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
7-2 Muting-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
7-3 Configuratie van gedeeltelijke muting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
7-4 Criteria voor installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
7-5 Tijddiagram (muting-functie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
7-6 Tijddiagram (voor veiligheidslichtschermen met het achtervoegsel '-MTL' in de
bestelcode). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
7-7 Override . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
7-7-1 De overridefunctie inschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
8 LED-diagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
8-1 Beschrijving van de LED's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
9 Routinecontroles en -onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
10 Eindcontroles na installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
11 Algemene informatie en nuttige gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
12 Technische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
13 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
14 Notities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
INHOUD 5
6 INHOUD

Hoofdstuk 1: Bediening

Het veiligheidslichtscherm bestaat uit een actieve kant met de optische elementen zender en ontvanger, die de transceiver worden genoemd, en een volledig passieve kant met een spiegelsysteem.
De operator heeft een multifunctionele drukknop die voor het volgende wordt gebruikt:
TEST: Als hierop wordt gedrukt tijdens normale werking, wordt gecontroleerd of het gehele systeem, dat bestaat uit het veiligheidslichtscherm en de machines, werkt. Wanneer op de knop TEST wordt gedrukt (waardoor het contact wordt geopend), wordt in feite de onderbreking van een of meer veiligheidsbundels gesimuleerd en is het mogelijk om te controleren of de machines binnen de juiste tijd en in de juiste configuratie stoppen.
RESTART: Als op deze knop wordt gedrukt na een onderbreking van het veiligheidslichtscherm (handmatige reset) wordt het systeem gereset.
ALIGNMENT: Als op deze knop wordt gedrukt terwijl het veiligheidslichtscherm niet van stroom wordt voorzien en als de voeding vervolgens weer wordt ingeschakeld terwijl de knop ingedrukt wordt gehouden, gaat het veiligheidslichtscherm in de uitlijningsmodus, dat wil zeggen dat door middel van twee gele LED's de uitlijningspositie van de unit wordt aangeduid.
OVERRIDE: (alleen aanwezig als de muting-functie operationeel is) als binnen 5 seconden na inschakeling op deze knop wordt gedrukt en als de knop minstens 5 seconden ingedrukt wordt gehouden, sluit het veiligheidslichtscherm de veiligheidsuitgangen indien de bundels worden onderbroken. Deze conditie wordt beëindigd zodra de knop wordt losgelaten, of automatisch na 120 seconden.
1. Automatische reset: Nadat het veiligheidslichtscherm een object heeft gedetecteerd, wordt de normale werking hervat zodra het object is verwijderd.
2. Handmatige reset: De normale werking wordt pas hersteld nadat het object is verwijderd en er op de reset-knop is gedrukt.
Als u de muting-functie wilt inschakelen, moet de LMS-muting-indicator zijn aangesloten wanneer het veiligheidslichtscherm niet op de voeding is aangesloten, zoals afgebeeld in hoofdstuk 6, en moet vervolgens de voeding van het veiligheidslichtscherm worden hersteld. Als u de muting-functie wilt uitschakelen, moet de LMS-muting-indicator zijn losgekoppeld wanneer het veiligheidslichtscherm niet op de voeding is aangesloten, en moet vervolgens de voeding van het veiligheidslichtscherm worden hersteld.
Bedenk wel dat door het in-/uitschakelen van de muting-functie de override automatisch wordt in-/ uitgeschakeld.
De uitgangen zijn van het type PNP. Indien de te regelen belasting wisselstroom heeft of meer dan 250 mA vermogen nodig heeft, is het gebruik
van een externe veiligheidsrelaismodule noodzakelijk.
7
Hoofdstuk 2: Voorzorgsmaatregelen en criteria voor
installatie
Het gebied waar het veiligheidslichtscherm moet worden geïnstalleerd moet overeenkomen met de techni­sche specificaties van het veiligheidslichtscherm. De omgevingstemperatuur, de interferentie die wordt ver­oorzaakt door elektromagnetische storing en lichtbronnen en soortgelijke items moeten worden beoordeeld door bevoegd personeel. Neem contact op met de fabrikant voor informatie die niet in deze handleiding staat.

2-1 Berekening van de minimale afstand voor installatie

De veiligheidsafstand 'S' moet garanderen dat de operator de gevarenzone niet kan bereiken voordat de ma­chines met de bewegende onderdelen zijn gestopt. De formule voor de berekening van de veiligheidsafstand voor veiligheidslichtschermen met meerdere bundels luidt als volgt:
S = (K x T) + C
S = veiligheidsafstand. T = T1 + T2 waarbij T1 = reactietijd van machines in seconden. T2 = reactietijd van het veiligheidslichtscherm in seconden. K = 1600 mm/s (snelheid waarmee het lichaam de gevarenzone nadert). C = 850 mm
S
H2
H1
S = veiligheidsafstand. H1 = de onderste optische bundel mag niet hoger dan 400 mm geplaatst worden. H2 = de bovenste optische bundel mag niet lager dan 900 mm geplaatst worden.
Aantal bundels Hoogten boven het referentievlak, bijvoorbeeld de grond, in mm
4 (F3S-TGR-SBx-K4C) 300, 600, 900, 1200 3 (F3S-TGR-SBx-K3C) 300, 700, 1100 2 (F3S-TGR-SBx-K2C) 400, 900
Referentie van EN999
! Gebruik de F3S-TGR-SBx-KxC-serie niet in een horizontale positie.
S
H
8 2-1 Berekening van de minimale afstand voor installatie

2-2 Reflecterende oppervlakken

!
Installeer het veiligheidslichtscherm zodanig dat het effect van reflectie vanaf omringende oppervlakken tot een minimum wordt beperkt. Als er geen rekening met deze effecten wordt gehouden, kan er ernstig letsel ontstaan.
Indien er sprake van reflecterende oppervlakken is, moet de afstand voldoende zijn voor bescherming tegen passieve reflecties.
Die afstand kan worden berekend aan de hand van de onderstaande tabel:
waarbij 'D' en 'L' zijn uitgedrukt in m
Reflecterend oppervlak
L afstand tussen veiligheidslichtschermen Minimaal toegestane installatieafstand D
F3S-TGR-SB2-KxC 0,5 tot 3 m 0,26 m
F3S-TGR-SB2-KxC over 3 m L/2 x tan5° = L/2 x 0,088 (m)
F3S-TGR-SB4-KxC 0,5 tot 3 m 0,13 m
F3S-TGR-SB4-KxC over 3 m L/2 x tan2,5° = L/2 x 0,044 (m)
2-2 Reflecterende oppervlakken 9
Wanneer meerdere veiligheidslichtschermen worden gebruikt, moet ervoor worden gezorgd dat elk veiligheidslichtscherm niet de omringende veiligheidslichtschermen verstoort. Installeer als volgt:
Spiegel 1
Veiligheidslichtscherm 1
Veiligheidslichtscherm 2
Spiegel 2
)
)
Installeer de veiligheidslichtschermen zodanig dat deze in de tegenovergestelde richting licht uitstralen (verspringend)
Veiligheidslichtscherm 1
Spiegel 1
Deze installatie voorkomt onderlinge interferentie tussen veiligheidslichtschermen.
Spiegel 2
Veiligheidslichtscherm 2
Veiligheidslichtscherm 1
Spiegel 2
Veiligheidslichtscherm 2
Spiegel 1
10 2-2 Reflecterende oppervlakken
!
Plaats een niet-transparante wand als het niet mogelijk is om het veiligheidslichtscherm op de eerder weergegeven wijze aan te sluiten.
)
Veiligheidslichtscherm 1
De twee staven moeten symmetrisch worden gemonteerd, zoals in de afbeelding wordt weergegeven:
Spiegel 1 wand
Veiligheidslichtscherm 1
Spiegel 1 Spiegel 2
Veiligheidslichtscherm 2
wand
Veiligheidslichtscherm 2
Spiegel 2
Bovenaanzicht
2-2 Reflecterende oppervlakken 11
Loading...
+ 21 hidden pages