Novy 4160, 4180 User Manual [de]

Gebruiksaanwijzing
voor inbouwkoelkasten
NL
Gebrauchsanweisung
für Einbaukühlgeräte
Consignes d'utilisation
D
F
IKP
D 4150 D 4160
D 4170 D 4180
7082 618-00 IKP
1
Het apparaat in vogelvlucht
Bedienings- en controlepaneel, afb. A1
1
Temperatuur- en insteldisplay
2
Tiptoetsen voor temperatuur: UP = warmer, DOWN = kouder, aanbevolen instelling: 5 °C
3
Aan/Uit-toets SuperCool-toets; licht op = functie ingeschakeld
4
Voor het snel afkoelen van levensmiddelen. Automatische uitschakeling na ca. 6 uur.
5
Ventilatortoets* voor geforceerde koeling, licht op = functie ingeschakeld,
gelijkmatige temperatuurverdeling in de koelruimte
6
Indicator voor kinderbeveiliging, licht op = functie ingescha­keld, tegen ongewenst uitschakelen. Meer informatie vindt u in de paragraaf 'Extra functies'.
Typeplaatje, afb. A2
1
Typeaanduiding
2
Servicenummer
3
Serialnummer
4
Invriescapaciteit in kg/24h*
Overzicht van apparaat en uitrusting
Koelruimte, ca. 5 °C
Bedienings- en controlepaneel
1 2
Boter- en kaasvak
Ventilator* voor geforceerde koeling
3
Deelbare draagplateaus* voor hoge levensmiddelen
4
Verschuifbare flessen- en conservenhouder*
5
Verplaatsbare* conservenblikkenvakken/eierrekje*
6
Verplaatsbare* draagplateaus
7
LED-binnenverlichting
8
Opbergvak voor hoge flessen en drank
9
Vriesvak*, ca. -18 °C
bl
IJsblokjeshouder*
bm
Dooiwaterafvoer
bn
Flessendraagrooster*
bo
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en snel bederfelijke levensmiddelen
bp
Typeplaatje
Laden voor groente, sla, fruit
2
* afhankelijk van model en uitvoering
IKP
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door. Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ....................................... 2
Inhoud ....................................................................... 3
Bepalingen ................................................................ 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ...................... 3
Aanwijzing m.b.t. afdanken ........................................ 3
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing ................................ 4
Tips voor energiebesparing ....................................... 4
Ingebruikneming en controlepaneel ................................ 4
Aansluiten .................................................................4
In- en uitschakelen .................................................... 4
Temperatuur instellen ................................................ 4
Temperatuurdisplay ................................................... 5
SuperCool ................................................................. 5
Ventilatorschakeling .................................................. 5
Extra functies ............................................................ 5
Kinderbeveiliging ....................................................5
Lichtintensiteit van het display* ............................... 5
Verdelen, aanpassen ...................................................... 5
Verdelen van de levensmiddelen ............................... 5
Indeling aanpassen ................................................... 5
Vriesvak* ......................................................................... 6
Invriezen ................................................................... 6
Bewaarinstructies ...................................................... 6
IJsblokjes maken ....................................................... 6
Ontdooien, reinigen ........................................................6
Storingen - Problemen .................................................... 6
Technische dienst en typeplaatje .............................. 6
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koelen en in het
vriesvak* invriezen en bewaren van levensmiddelen evenals het maken van ijs.
Het is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Bij profes-
sioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreffende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden nageleefd.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse
d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale omgevingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse voor omgevingstemperturen van SN +10 °C bis +32 °C N +16 °C bis +32 °C ST +18 °C bis +38°C T +18 °C bis +43°C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde vei­ligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG en 2004/108/ EG.
IKP
* afhankelijk van model en uitvoering
§
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabri­ceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren - verstikkingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materia-
len en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
W Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
W Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het
transport van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
W Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het type-
plaatje.
W Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig ge-
beuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voor-
komen, het apparaat alleen verpakt transporteren en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk,
maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Eruit spui-
tend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten
- bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net loskoppelen:
stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de aan­sluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door
de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aan­zienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde
geldt voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pen­taan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen zouden door elektrische componenten kunnen ontbranden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ontste-
kingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken (bijv.
stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur, ijsmakers enz.).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen
misbruiken.
3
NL
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen)
!
SuperCool Ventilation
On/Of
f
DownUp
°C
A1
3
4
5
2
1
6
met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken
of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het eruit
nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbranding".
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze
kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Ingebruikneming en controlepaneel
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen"). Schakel het apparaat met het vriesvak ongeveer 2 uur voordat u de eerste levensmiddelen erin plaatst in.
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht, naast het fornuis,
de radiator en dergelijke.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens
de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
W Het koel-/vriesapparaat enkel in stabiele meubelstukken inbou-
wen.
W Neem de aanwijzingen van de bijgevoegde inbouwhandleiding
in acht.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij. W Laat de deur nooit onnodig lang open staan. W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het apparaat;
houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt; rijpvor-
ming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte ontdooien. W Ontdooi het vriesvak* zodra zich een dikkere laag ijs gevormd
heeft. Het apparaat vriest dan beter en zuiniger.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning
op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het type­plaatje overeenstemmen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linker binnenkant, afb. A.
W Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd rand-
aardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten en
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers gebruiken -
de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere elektrische apparaten via een verdeellijst of een verlengkabel aansluiten - oververhittings- en brandge­vaar.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van het
apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen te voorkomen!
In- en uitschakelen
W Inschakelen: Druk op de Aan/Uit-toets 3; het temperatuur-
display licht op/knippert.
- De verlichting brandt wanneer de deur geopend is.
W Uitschakelen: Druk ca. twee seconden op de Aan/Uit-toets;
het temperatuurdisplay gaat uit.
Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal bedrijf. Voor het koelgedeelte adviseren wij +5 °C. In het vriesvak* is de gemiddelde temperatuur van de bevroren levensmiddelen dan ca. -18 °C.
W Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de DOWN-insteltoets 2.
W Temperatuur verhogen/warmer:
Druk op de UP-insteltoets 2.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt toont het temperatuurdisplay de laatst ingestelde temperatuur van het koelgedeelte.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt u de tiptoets langer ingedrukt dan verandert de temperatuur doorlopend.
- Ca. 5 s na de laatste druk op een toets schakelt de elektronica automatisch om en wordt de gemiddelde koeltemperatuur (=
actuele waarde) weergegeven.
- De temperatuur is instelbaar in het koelgedeelte tussen 9 °C en 2 °C.
4
* afhankelijk van model en uitvoering
IKP
Temperatuurdisplay
1
2
3
L
R
R
L
1
2
1
2
In de normale stand wordt de gemiddelde temperatuur in de koelruimte weergegeven. Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding "F0" tot "F5" dan is sprake van een storing. Neem in dit geval contact op met de technische dienst van de leverancier van het apparaat. Wanneer u het nummer van de foutmelding (bijv. "F2") noemt, kan men u snel van dienst zijn.
SuperCool
Met de functie SuperCool schakelt u op hoogste koelcapaciteit. Deze functie is bijzonder geschikt om grote hoeveelheden levens- middelen, dranken, vers gebak of vers bereide levensmiddelen zo snel mogelijk af te koelen.
W Inschakelen: Druk kort op de SuperCool-toets 4 zodat ze
oplicht. De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Opmerking: SuperCool verbruikt iets meer stroom. Na ca. 6 uur
schakelt de elektronica echter weer automatisch naar de energiebesparende stand terug.
Ventilatorschakeling*
Met de ventilatorschakeling 5 voor geforceerde koeling kunt u indien nodig
- grote hoeveelheden verse levensmiddelen sneller afkoelen en
- over alle draagplateaus een relatief gelijkmatige tempera­tuurverdeling in de koelruimte bereiken. Door een intensieve luchtcirculatie heffen de verschillende temperatuurbereiken elkaar op. Alle levensmiddelen zijn ongeveer even koud.
W De ventilatorschakeling is bijzonder nuttig:
- bij hoge kamertemperaturen (vanaf ca. 30 °C) of
- een hoge luchtvochtigheid, zoals op zomerdagen.
W In-/uitschakelen: Druk kort op de fantoets 5 zodat ze oplicht
(donker = uit).
Opmerking: Bij een ingeschakelde ventilator stijgt het energie-
verbruik.
- Om energie te besparen, gaat de ventilator automatisch uit als de deur open is.
Extra functies
Via de instelmodus kunt u de kinderbeveiliging gebruiken en de lichtintensiteit van het display* veranderen.
Instelmodus activeren:
W SuperCool-toets ca. 5 sec drukken - de SuperCool-toets knip-
pert - het display toont c voor kinderbeveiliging.
Opmerking: De waarde die dient te worden veranderd knip-
pert.
W Door op de Up/Down-toets te drukken, de gewenste functie
kiezen:
c = kinderbeveiliging of
h = lichtintensiteit.
W Nu door kort op de SuperCool-toets te drukken, de functie
selecteren/bevestigen:
W Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-
toets te drukken c1 = kinderbeveiliging AAN of c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de SuperCool-toets bevestigen. Als het symbool 6 oplicht, is de kinderbeveiliging actief.
W Bij h = lichtintensiteit door op de Up/Downtoets
te drukken h1 = minimale tot h5 = maximale intensiteit selecteren en met de SuperCool-toets bevestigen.
Instelmodus verlaten:
W Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmodus beëindigen;
na 2 min. schakelt de electronica automatisch om.
- Het standaard regelbedrijf is weer actief.
Verdelen, aanpassen
Verdelen van de levensmiddelen
Zo heerst direct boven de groenteladen en tegen de achterwand de laagste temperatuur (optimaal voor bijv. worst en vleeswaren). Bo­venin het apparaat, aan de voorkant en in de deur heerst de hoogste temperatuur (optimaal voor bijv. kaas en smeerbare boter).
Tips voor het koelen
-
Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de lucht er goed tussen circuleren kan. Ventilatorluchtgaten* aan de ach­terkant niet bedekken - belangrijk voor het koelvermogen!
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven of aan­nemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten koelkastdoos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. appels niet met kiwi's of kool bewaren.
Indeling aanpassen
W Het conservenblikkenvak kunt u
verplaatsen en alle opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar: schuif het opbergvak omhoog, neem het er naar voren uit en zet het in de omgekeerde volgorde terug.
W Door het verschuiven van de fles-
sen- en conservenhouder kunt
u flessen beveiligen tegen omvallen bij het openen en sluiten van de deur. Neem de houder altijd bij het fixeerdeeltje van kunststof!
- Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen: de voorste rand van de houder omhoog schuiven en losmaken.
W De draagplateaus kunt u af-
hankelijk van de hoogte van de producten verplaatsen.
- De glasplaat omhoogheffen, de uitsparing over het oplegvlak trek­ken en hoger of dieper inzetten.
- De glasplaten* zijn door uittrek­stops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
W Voor grote apparaten, vanaf
1216 mm hoogte geldt:
Gebruik het voorste vlak
boven de fruit-/groentela­den voor het kortstondig
neerzetten van te koelen le-
vensmiddelen, bijv. wanneer u opnieuw inricht of sorteert. Daardoor wordt het gebruik gemakkelijker. Laat de te koe­len levensmiddelen er echter niet staan, anders kunnen ze bij het sluiten van de deur naar achteren geschoven worden of omvallen.
W De halve glasplaten
bieden plaats voor hoge dozen: De bijgevoegde draagrails: op de ge­wenste hoogte rechts en links op de oplegnoppen steken, daarbij op het rechter- (R) en het linkerdeel (L) letten! De glasplaten 1/2 overeenkomstig inschuiven. De glasplaat 2 met aanslagrand moet achteraan liggen!
NL
IKP
* afhankelijk van model en uitvoering
5
Vriesvak*
IJsblokjes maken*
(vier sterren, indien aanwezig, afhankelijk van model)
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van -18 °C en lager (d.w.z. vanaf een temperatuurinstelling van 5 °C) diep­vriesproducten en levensmiddelen verscheidene maanden lang bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse levensmiddelen
invriezen.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door be­vroren worden. Voedingswaarde, vitamines, uiterlijk en smaak van de levensmiddelen blijven dan het beste bewaard. Daarom doet u er goed aan bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen als volgt te werk te gaan:
W Ca. 4 uur voor het erin leggen de temperatuur op 5 °C of lager
(bijv. 3 °C) zetten.
Reeds opgeslagen diepvriesproducten krijgen een koudere-
serve.
W Vervolgens de verse levensmiddelen erin leggen. Er kan max.
2 kg/24 uur worden ingevroren.
De verse levensmiddelen zo goed mogelijk verdeeld op de
bodem van het vak leggen en niet met reeds opgeslagen diep­vriesproducten in contact brengen; ontdooien wordt hierdoor vermeden.
W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe in te vriezen levensmiddelen
bevroren. Zet de temperatuur op de normale instelling (bijv. 5 °C) terug. Het normale koelproces wordt weer hersteld. Het invriezen is voltooid.
Opmerking:
De temperatuur van de lucht in het vak (gemeten met een thermo­meter of andere meetapparatuur) kan schommelen. Dit heeft bij een gevuld vak echter weinig invloed op de ingevroren levensmid­delen. De kerntemperatuur van de ingevroren levensmiddelen ligt dan rond het gemiddelde van deze schommelingen.
Bewaarinstructies
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen
onmiddellijk in het vriesvak worden gelegd.
W Bij voorkeur geen flessen in het vak leggen om ze snel te koelen;
indien toch, dan uiterlijk na één uur eruit nemen, ze barsten anders.
W Eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet opnieuw
invriezen, maar tot een gerecht verwerken. Voedingswaarde en smaak blijven zo het beste bewaard.
W De ijsblokjeshouder voor driekwart met
water vullen.
W IJsblokjeshouder in het apparaat zetten
en laten bevriezen.
W Vervorm de houder enigszins om de
ijsblokjes eruit te laten springen of houd hem even onder stromend water.
Ontdooien, reinigen
Ontdooien
Het koelgedeelte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende water verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor - waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater ongehinderd
door de afvoeropening in de achterwand kan wegstromen.
In het vriesvak*
ontstaat na geruime tijd een dikkere laag rijp of ijs. Hierdoor stijgt het energieverbruik. Ontdooi daarom regelmatig:
W Schakel het apparaat uit om het te laten ontdooien: Trek de
stekker uit het stopcontact of druk op de Aan/Uit-toets; het temperatuurdisplay gaat uit. Gaat het temperatuurdisplay niet
uit, dan is de kinderbeveiliging ingeschakeld.
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen, in kranten of dekens
gewikkeld, op een koele plaats.
W Plaats een pan warm (niet:
kokend) water in het vak om het sneller te laten ontdooien.
Gebruik voor het ont-
dooien geen elektrische verwarmings- of stoom­reinigingsapparaten, ont­dooisprays, open vuur of scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen. Gevaar voor verwondingen en beschadigin­gen!
W Laat de deur van het vriesvak en het apparaat tijdens
het ontdooien openstaan. Wis het dooiwater met een spons of doek op. Maak het apparaat vervolgens schoon.
W Als richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak geldt: Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden Worst, ham 2 tot 4 maanden Kant-en-klare gerechten 2 tot 4 maanden Groente en fruit 6 tot 12 maanden Kaas, brood, bakproducten 2 tot 6 maanden Van gistdeeg gebakken gebak 1 tot 5 maanden Consumptie-ijs 2 tot 3 maanden Of de minimale of maximale bewaartijd geldig is, hangt af van
de kwaliteit van de levensmiddelen, de voorbewerking voor het
invriezen en de kwaliteitseisen van de individuele huishouding.
Houd voor de wat vettere levensmiddelen altijd de minimale
bewaartijd aan; vetten worden snel ranzig.
6
* afhankelijk van model en uitvoering
Reinigen
W Voor het reinigen altijd het apparaat uitschake-
len. Stekker uit het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen eruit schroeven resp. laten aanspringen.
W Binnenruimte en delen van het interieur met lauwwarm water en
een beetje schoonmaakmiddel met de hand reinigen. Niet met stoomreinigingsapparatuur werken - gevaar voor verwonding en beschadiging!
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale
allesreiniger.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcentreerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproducten die zand, chloride of zuur bevatten of chemische oplosmiddelen.
W Let erop dat er geen schoonmaakwater in de afvoergoot,
ventilatieroosters en elektrische onderdelen dringt. Wrijf het apparaat droog.
IKP
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het
1
2
3
apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische dienst.
W De plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met de
hand reinigen.
W
De draagplateaus volgens de afbeel­ding eruit nemen:
- De glasplaat* omhoogheffen, de uitspa­ring over het oplegvlak trekken, naar de kant toe neerlaten en schuin naar voren eruit nemen.
- Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de achterwand vast kunnen vrie­zen.
W Als u het bovenste deurvak (boter- en
kaasvak) wilt verwijderen, dan het vak altijd samen met het deksel* verwijde­ren! Daarna een zijstuk van het vak voorzichtig naar buiten duwen totdat de dekselpen vrij komt en het deksel zijwaarts weggehaald kan worden.
- U kunt draagplateaus en opbergvakken demonteren om ze te reinigen - trek de lijsten en de zijkanten van de glasplaten.
- Beschermfolies van alle sierlijsten trekken.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening
in de achterwand boven de groenteladen regelmatig, zie pijl op afb. Indien nodig
met een spits hulpmiddel, bijv. watten­staafjes of iets dergelijks, reinigen.
W Steek vervolgens de stekker weer in het
stopcontact (of schakel de zekering in de meterkast weer in) en schakel het apparaat in. Leg de diep­vrieslevensmiddelen weer terug in het apparaat.
Netspanning
Opgelet! Om persoonlijke ongelukken en materiële
schade te vermijden, doet u er goed aan de reparaties en de vervanging van de LED-binnenverlichting alleen door de technische dienst te laten uitvoeren.
Voorzichtig - laserstraling klasse 1M. Bij open afdekking, niet rechtstreeks met optische instru­menten erin kijken.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggregaat aan het trillen gebracht?
Zet de flessen en verpakkingen eventueel van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een lagere temperatuur in en lees het display na 24 uur nog eens af.
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Werd het apparaat juist ingebouwd?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Bepalin­gen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf weer wordt bereikt.
NL
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden, maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak het op de hierboven beschreven manier schoon en laat de deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
Storingen - Problemen?
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur gegarandeerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen. De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing - mogelijke oorzaak en oplossing ______________________________________________
Het apparaat werkt niet, het display blijft donker.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken vaststellen en de storing niet zelf verhelpen of verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding "F 0" tot "F
5" dan is er sprake van een storing. Neem in dit geval contact op
met de dichtstbijzijnde technische dienst (zie bijgevoegd overzicht). Geef het nummer van de foutmelding (F1 enz.) door evenals de volgende gegevens op het typeplaatje:
de typeaanduiding 1, het servicenummer 2, het serialnummer 3.
Hierdoor wordt een snelle en efficiënte service mogelijk. Het typeplaatje vindt u op de linker binnenkant van het apparaat. Laat het apparaat dicht tot de klan­tendienst komt om een nog groter
koudeverlies te vermijden.
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Stond de deur langer dan 15 min. open? De binnenverlichting wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat langer dan ca. 15 minuten open staat.
- Gaat de binnenverlichting niet automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het temperatuurdisplay wel verlicht, dan is de verlichting misschien defect.
IKP
* afhankelijk van model en uitvoering
________________________________________________________ De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen
en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
7
Loading...
+ 15 hidden pages