Novy 4100, 4120 User Manual [de]

voor inbouwkoelkasten
NL
Gebrauchsanweisung
für Einbaukühlgeräte
Consignes d'utilisation
Réfrigérateurs encastrables
D
F
D 4129 D 4120
D 4100
7082 616-00 IKS..1/3 0307
Het apparaat in vogelvlucht
Bedienings- en controlepaneel
Afb. A1
1 Aan/Uit en temperatuurregelaar
1e punt = warm max. = koud
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
of de middelste tot koudste stand van de regelaar 2 SuperCool-toets, voor het snel afkoelen van levensmid-
delen, licht op = functie ingeschakeld
3 Groen controlelampje/Aan/Uit-controlelampje
Typeplaatje, afb. A2
1 Typeaanduiding 2 Servicenummer 3 Apparaatnummer 4 Invriescapaciteit in kg/24h*
Overzicht van apparaat en uitrusting, afb. A
Bedienings- en controlepaneel Boter- en kaasvak
Vriesvak*, ca. -18 °C
IJsblokjeshouder* Verplaatsbare* conservenblikkenvakken/eierrekje*
Koelruimte, ca. 5 °C
Deelbare draagplateaus* voor hoge levensmiddelen
Verschuifbare flessen- en conservenhouder*
Verplaatsbare* draagplateaus
Opbergvak voor hoge flessen en drank
Binnenverlichting Dooiwaterafvoer
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en snel bederfelijke levensmiddelen Typeplaatje Laden voor groente, sla, fruit
Stelpoten voor
2
* afhankelijk van model en uitvoering
IKS...1
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfszekerheid garandeert. De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort. Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u en wij geza­menlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu. Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
NL
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door. Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ............................26 2
Typeplaatje ........................................................... 2
Inhoud .................................................................. 3
Bepalingen ........................................................... 3
Energiebesparing ................................................. 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ................. 4
Aanwijzing m.b.t. afdanken ................................... 4
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing ........................... 4
Ingebruikneming en controlepaneel ........................... 5
Aansluiten ............................................................ 5
In- en uitschakelen ............................................... 5
Temperatuur instellen ........................................... 5
SuperCool ............................................................ 5
Verdelen, aanpassen ................................................. 6
Verdelen van de levensmiddelen .......................... 6
Indeling aanpassen .............................................. 6
Vriesvak* .................................................................... 7
Invriezen .............................................................. 7
Bewaarinstructies ................................................ 7
IJsblokjes maken .................................................. 7
Ontdooien, reinigen ................................................... 8
Storingen - Problemen ............................................... 8
Binnenverlichting .................................................. 8
Technische dienst en typeplaatje .......................... 9
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koelen en
in het vriesvak* invriezen en bewaren van levens­middelen evenals het maken van ijs.
Het is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Bij profes-
sioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreffende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden nageleefd.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaat-
klasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waar­onder en een maximale omgevingstemperatuur waarbo­ven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor omgevingstemperaturen van
_________________________________________ SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C ST +18 °C tot +38 °C T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG en 2004/108/EG.
§
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij. W Laat de deur nooit onnodig lang open staan. W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het apparaat;
houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt;
rijpvorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoe-
len voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte ontdooien. W Ontdooi het vriesvak* zodra zich een dikkere laag ijs ge-
vormd heeft. Het apparaat vriest dan beter en zuiniger.
!
IKS...1
* afhankelijk van model en uitvoering
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabri­ceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren - verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen en moet gescheiden van het ongesor­teerde afval worden afgevoerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig ge­beuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voor-
komen, het apparaat alleen verpakt transporteren en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontste-
kingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aan-
sluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net loskop-
pelen: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de aansluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door
de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen zouden door elektrische componenten kunnen ontbranden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ont-
stekingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebrui-
ken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsappara­tuur, ijsmakers enz.).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
leunen misbruiken.
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinde-
ren) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun vei­ligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlak-
ken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het
eruit nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbran­ding".
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn,
ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht,
naast het fornuis, de radiator en dergelijke.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg al-
tijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet vol-
gens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas­lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het ap­paraat.
W Het koel-/vriesapparaat enkel in stabiele meubelstukken
inbouwen.
W Neem de aanwijzingen van de bijgevoegde inbouwhand-
leiding in acht.
4
* afhankelijk van model en uitvoering
IKS...1
Ingebruikneming en controlepaneel
NL
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen"). Schakel het apparaat met het vriesvak ongeveer 2 uur voor­dat u de eerste levensmiddelen erin plaatst in.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning
op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje be­vindt zich aan de linker binnenkant, afb. A.
W Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd
randaardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of
zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het ap­paraat liggen en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten,
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers gebrui-
ken - de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere elektrische apparaten via een verdeel-
lijst of een verlengkabel aansluiten - oververhittings- en brandgevaar.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van
het apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen te voorkomen!
Temperatuur instellen
W Afb. A1. Temperatuurregelaar 1 met een muntstuk ver-
draaien:
- de groef van de temperatuurregelaar naar de middelste stand draaien.
- De posities van de groef betekenen:
1e punt = hoogste temperatuur, kleinste koelcapaciteit
in de koelruimte en in het vriesvak
max. = laagste temperatuur, grootste koelcapaciteit
in de koelruimte en in het vriesvak* W Aanbevolen instelling*: 5 °C of de middelste stand. In het vriesvak* is de gemiddelde temperatuur van de
bevroren levensmiddelen dan ca. -18 °C.
SuperCool
Afb. A1. Met de functie SuperCool schakelt u op hoogste koelcapaciteit. Deze functie is bijzonder geschikt om grote hoeveelheden levensmiddelen, dranken, vers gebak of vers bereide levens­middelen zo snel mogelijk af te koelen. W Inschakelen: Druk kort op de SuperCool-toets 2 zodat
ze oplicht. De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
In- en uitschakelen, afb. A1
W Inschakelen: Draai de groef van de temperatuurrege-
laar 1 met een muntstuk naar rechts totdat het groene controlelampje* 3 oplicht - het normale bedrijf wordt aangegeven.
- De binnenverlichting brandt.
W Uitschakelen: Draai de temperatuurregelaar in de
stand "0".
- Het controlelampje* 3 en alle lampjes in de toetsen zijn
uit.
- De binnenverlichting is uit.
Opmerking: SuperCool verbruikt iets meer stroom. Na
ca. 6 uur schakelt de elektronica echter weer automatisch naar de energiebesparende stand terug.
IKS...1
* afhankelijk van model en uitvoering
5
Verdelen, aanpassen
max.
0
SuperCool
°C
9 7 5 3 1
B
4
7
8
1
2
3
5
5
6
1 boter, kaas 2 eieren 3 pakken melk/sap, dranken,
flessen
4 In het vriesvak: diepvries-
producten*
5 conservenblikken, bakproducten 6 zuivelproducten 7 vlees, worst, vis, kant-en-klare maaltijden 8 fruit, groente, sla
Verdelen van de levensmiddelen
Door de natuurlijke luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan gebieden met verschillende temperaturen. Voor de diverse soorten levensmiddelen kan deze temperatuurverdeling voordelig zijn. Zo heerst direct boven de groenteladen en tegen de achterwand de laagste temperatuur (optimaal voor bijv. worst en vleeswaren). Bovenin het apparaat, aan de voorkant en in de deur heerst de hoogste temperatuur (optimaal voor bijv. kaas en smeerbare boter). Plaats de levensmiddelen daarom volgens het indelingsvoorbeeld, afb. B, in het apparaat.
Tips voor het koelen
- Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de lucht er goed tussen circuleren kan. Ventilatorluchtgaten* aan de achterkant niet bedekken - belangrijk voor het koelvermogen!
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven of aannemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten koelkastdoos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. appels niet met kiwi's of kool bewaren.
Indeling aanpassen
W Het conservenblikkenvak* kunt u verplaatsen en alle
opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb. C: schuif het opbergvak omhoog, neem het er naar voren uit en zet het in de omgekeerde volgorde terug.
W Door het verschuiven van de flessen- en conserven-
houder kunt u flessen beveiligen tegen omvallen bij het
openen en sluiten van de deur. Bij een uitvoering als in afb. C1 neem de houder altijd bij het fixeerdeeltje van kunststof.
- Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen: Bij een uitvoering
- als in afb. C1: de onderste rand van de houder naar voren trekken en losmaken;
- als in afb. C2: de voorste rand van de houder omhoog schuiven en losmaken.
W De draagplateaus* (roosters of glasplaten) kunt u afhan-
kelijk van de hoogte van de producten verplaatsen, afb. D:
- De glasplaat omhoogheffen, de uitsparing over het opleg­vlak trekken en hoger of dieper inzetten, afb. D1.
- Het rooster omhoogheffen, naar voren trekken en hoger of dieper inzetten, afb. D2.
- De glasplaten* zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
W Voor grote apparaten, vanaf 1216 mm hoogte* geldt: Gebruik het voorste vlak boven de fruit-/groenteladen
voor het kortstondig neerzetten van te koelen levens­middelen, bijv. wanneer u opnieuw inricht of sorteert. Daardoor wordt het gebruik gemakkelijker. Laat de te koe­len levensmiddelen er echter niet staan, anders kunnen ze bij het sluiten van de deur naar achteren geschoven worden of omvallen, afb. D3.
W De halve glasplaten bieden plaats voor hoge dozen: De
bijgevoegde draagrails, afb. E1, op de gewenste hoogte rechts en links op de oplegnoppen steken, daarbij op het rechter- (R) en het linkerdeel (L) letten! De glaspla­ten 1/2 overeenkomstig afb. E2 inschuiven. De glas­plaat 2 met aanslagrand moet achteraan liggen!
- Als u plaats voor hoge dozen nodig heeft, moet u ge­woonweg de voorste halve glasplaat* voorzichtig onder de achterste plaat schuiven, afb. E2.
6
* afhankelijk van model en uitvoering
IKS...1
Vriesvak*
(vier sterren, indien aanwezig, afhankelijk van model)
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van
-18 °C en lager (vanaf de middelste temperatuurinstel­ling) diepvriesproducten en levensmiddelen verscheidene maanden lang bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse levensmiddelen invriezen.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door bevroren worden. Voedingswaarde, vitamines, uiter­lijk en smaak van de levensmiddelen blijven dan het beste bewaard. Daarom doet u er goed aan bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen als volgt te werk te gaan: W Ca. 4 uur voor het erin leggen
- De temperatuurregelaar op de middelste tot koudste stand instellen (ca. 3e punt). Reeds opgeslagen diep- vriesproducten krijgen een koudereserve.
W Vervolgens de verse levensmiddelen erin leggen. Er kan
max. 2 kg/24 uur worden ingevroren.
De verse levensmiddelen zo goed mogelijk verdeeld op
de bodem van het vak leggen en niet met reeds opgesla­gen diepvriesproducten in contact brengen; ontdooien wordt hierdoor vermeden.
W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe in te vriezen levens-
middelen bevroren. Zet de temperatuurregelaar in de normale stand terug. Het normale koelproces wordt weer hersteld. Het invriezen is voltooid.
Opmerking:
De temperatuur van de lucht in het vak (gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur) kan schommelen. Dit heeft bij een gevuld vak echter weinig invloed op de ingevroren levensmiddelen. De kerntemperatuur van de ingevroren levensmiddelen ligt dan rond het gemiddelde van deze schommelingen.
Bewaarinstructies
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen
onmiddellijk in het vriesvak worden gelegd.
W Bij voorkeur geen flessen in het vak leggen om ze snel te
koelen; indien toch, dan uiterlijk na één uur eruit nemen, ze barsten anders.
W Eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet
opnieuw invriezen, maar tot een gerecht verwerken. Voe­dingswaarde en smaak blijven zo het beste bewaard.
W Als richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak geldt: Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden Worst, ham 2 tot 4 maanden Kant-en-klare gerechten 2 tot 4 maanden Groente en fruit 6 tot 12 maanden Kaas, brood, bakproducten 2 tot 6 maanden Van gistdeeg gebakken gebak 1 tot 5 maanden Consumptie-ijs 2 tot 3 maanden Of de minimale of maximale bewaartijd geldig is, hangt
af van de kwaliteit van de levensmiddelen, de voorbe-
werking voor het invriezen en de kwaliteitseisen van
de individuele huishouding. Houd voor de wat vettere
levensmiddelen altijd de minimale bewaartijd aan; vetten
worden snel ranzig.
IJsblokjes maken*
W De ijsblokjeshouder voor driekwart
met water vullen. W IJsblokjeshouder in het apparaat
zetten en laten bevriezen. W Vervorm de houder enigszins om
de ijsblokjes eruit te laten springen
of houd hem even onder stromend water.
NL
IKS...1
* afhankelijk van model en uitvoering
7
Ontdooien, reinigen
1
2
1
3
1
2
3
2
Ontdooien
Het koelgedeelte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende water verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor - waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing. W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater on-
gehinderd door de afvoeropening in de achterwand kan wegstromen.
In het vriesvak*
ontstaat na geruime tijd een dikkere laag rijp of ijs. Hierdoor stijgt het energieverbruik. Ont­dooi daarom regelmatig: W Schakel het apparaat uit om
het te laten ontdooien: trek de stekker uit het stopcontact of zet de temperatuurregelaar op de stand "0".
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen, in kranten of de-
kens gewikkeld, op een koele plaats.
W Plaats een pan warm (niet: kokend) water in het vak om
het sneller te laten ontdooien.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische
verwarmings- of stoomreinigingsapparaten, ontdooisprays, open vuur of scherpe voor­werpen om ijs te verwijderen. Gevaar voor verwondingen en beschadigingen!
W Laat de deur van het vriesvak en het apparaat tijdens het
ontdooien openstaan. Wis het dooiwater met een spons of doek op. Maak het apparaat vervolgens schoon.
W De draagplateaus* volgens de afbeel-
ding eruit nemen:
- De glasplaat* omhoogheffen, de uitsparing over het oplegvlak trekken, naar de kant toe neerlaten en schuin naar voren eruit nemen.
- Het rooster* omhoogheffen, naar voren trekken en wegdraaien.
- Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de achterwand vast kunnen vrie­zen.
- U kunt draagplateaus en opbergvakken demonteren om ze te reinigen - trek de lijsten en de zijkanten van de glas­platen.
- Beschermfolies van alle sierlijsten trekken.
W Trek de fruit-/groenteladen 1 op telescooprails* er
voor het reinigen helemaal uit en til ze naar boven weg (afb. L).
Opgelet: Om beschadigingen te vermijden, de uitge­trokken rails 2 onmiddellijk opnieuw inschuiven.
Voor het terugzetten de fruit-/groenteladen op de uitge­trokken rails plaatsen en gewoonweg inschuiven (afb. M).
Reinigen
W Voor het reinigen altijd het apparaat uitschake-
len. Stekker uit het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen eruit schroeven resp. laten aanspringen.
W Binnenruimte en delen van het interieur met lauwwarm
water en een beetje schoonmaakmiddel met de hand reinigen. Niet met stoomreinigingsapparatuur werken - ge­vaar voor verwonding en beschadiging!
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neu-
trale allesreiniger.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcen­treerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakpro­ducten die zand, chloride of zuur bevatten of chemische oplosmiddelen.
W Let erop dat er geen schoonmaakwater in de afvoergoot,
ventilatieroosters en elektrische onderdelen dringt. Wrijf het apparaat droog.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat nooit: het is belangrijk voor de techni­sche dienst.
W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine plaatsen. De
plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met de hand reinigen.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening in de achterwand
boven of achter* de groenteladen regelmatig, zie pijl op
afb. Indien nodig met een spits hulpmiddel, bijv. wat­tenstaafjes of iets dergelijks, reinigen.
W Steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact (of
schakel de zekering in de meterkast weer in) en schakel het apparaat in. Leg de diepvrieslevensmiddelen weer terug in het apparaat.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld wor­den, maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak het op de hierboven beschreven manier schoon en laat de deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
8
* afhankelijk van model en uitvoering
IKS...1
Loading...
+ 18 hidden pages