Novy 1778 User Manual

Gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften
Inductiekookplaten Pro
Mode d’emploi et d’installation
Table à induction Pro
Montage- und Bedienungsanleitung
Induktions Kochfelder Pro
Pro induction hob
1773-1 – 1774-1 – 1777-1 – 1778-1
INHOUD
VEILIGHEID ................................................................................................................................... 4
V
OORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL
G
EBRUIK VAN HET APPARAAT
V
OORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING
V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT
A
NDERE VOORZORGSMAATREGELEN
........................................................................................................ 5
......................................................................... 6
.............................................................................................. 7
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT ....................................................................................... 8
T
ECHNISCHE KENMERKEN
I
MPLEMENTATIE POTTEN
B
EDIENINGSPANEEL
............................................................................................................. 8
............................................................................................................... 8
...................................................................................................................... 9
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ................................................................................................. 9
D
ISPLAY
V
ENTILATIE
...................................................................................................................................... 9
.................................................................................................................................. 9
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT ................................................. 10
V
OOR HET EERSTE GEBRUIK
P
RINCIPE VAN INDUCTIE
T
IPTOETSEN
S
LIDERBEDIENING EN TIMERINSTELLING
I
NWERKINGSTELLING
D
ETECTIE VAN DE KOOKPOT
A
ANDUIDING RESTWARMTE
P
OWER FUNCTIE EN SUPER POWER FUNCTIE
T
IMER FUNCTIE
P
ROGRAMMEREN VAN DE AANKOOKAUTOMAAT
S
TOP&GO FUNCTIE
H
ERHALINGSFUNCTIE
W
ARMHOUDFUNCTIE
B
RUG EN AUTOMATISCHE BRUGFUNCTIE
G
RILL FUNCTIE
V
ERGRENDELING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
G
EBRUIKSDUURBEPERKING
.............................................................................................................................. 10
.................................................................................................................. 11
.......................................................................................................................... 13
.................................................................................................................... 14
................................................................................................................. 14
.................................................................................................................. 15
.......................................................................................................................... 15
........................................................................................................ 10
.............................................................................................................. 10
........................................................................................ 10
........................................................................................................ 11
.......................................................................................................... 11
................................................................................ 11
.............................................................................. 14
....................................................................................... 15
............................................................................. 16
......................................................................................................... 16
......................................................... 4
............................................................. 7
KOOKADVIES ............................................................................................................................. 17
K
WALITEIT VAN DE KOOKPOTTEN
A
FMETINGEN VAN DE KOOKPOTTEN
.................................................................................................. 17
.............................................................................................. 17
ONDERHOUD EN REINIGING .................................................................................................... 18
KLEINE STORINGEN VERHELPEN ........................................................................................... 18
MILIEUBESCHERMING .............................................................................................................. 19
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ............................................................................................... 20
ELEKTRISCHE AANSLUITING .................................................................................................. 21
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat
dienen aan een erkende vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat
volgens de vereiste voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe tijdschakelklok of een afstandsbediening.
4
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten
want deze kunnen vlug vlam vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat.
Kinderen het apparaat niet laten manipuleren.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een
vast of los apparaat met het warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica diskettes, rekenmachines) mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten en ontvlammen.
Kinderen jonger dan 8 jaar, personen van wie de psychische en of mentale capaciteit vermindert zijn en personen van wie de kennis onaangepast is, kunnen dit toestel enkel onder toezicht gebruiken of indien zij opgeleid zijn om dit toestel te gebruiken in veilige omstandigheden.
Zij dienen daarbij op de hoogte te zijn van de mogelijke risico’s die zich kunnen voordoen. Kinderen mogen niet met dit toestel spelen.
Zonder toezicht van een volwassene kan het reinigen en onderhoud van dit toestel niet aan kinderen toevertrouwd worden.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.
5
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer) kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het glas beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt
volgens de instructies van de fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of
aluminiumfolie met de hete zones. Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
Risico van brand! Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor
een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
6
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
HET GEBRUIK VAN NIET
GESCHIKTE POTTEN EN
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of spleet in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een pacemaker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones smelten.
Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit. Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets dergelijks verstikken.
PANNEN OF VAN VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM
POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR INDUCTIE, OP TE
WARMEN, VALT NIET ONDER DE
GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK
GEHOUDEN WORDEN VOOR BESCHADIGINGEN AAN
DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE HIERVAN
HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.
7
1773
-1
1774
-1
1778
-1
1777
-1
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
1773
-1
1774
-1
1778
-1
Zone
Centrum
zone
Technische kenmerken
Type
1777-1
Total vermogen 7400 W 11100 W 11100 W Energieverbruik van de kookplaat EChob**
Detectie kookpan Ø 100 mm Ø 100 mm Ø 100 mm Normaal* 2100 W 2100 W 2100 W Met Power* 2600 W 2600 W 2600 W Super Power* 3700 W 3700 W 3700 W
Detectie kookpan - - Ø 90 /220 mm Normaal* - - 1850 / 2600 W Met Power* - - 2500 / 3300 W Super Power* - - 3000 / 5500 W
Kookgerei ** Ø 150 mm Ø 150 mm Ø 150 mm Energieverbruik ECcw** 182.8 Wh/kg 182.8 Wh/kg 182.8 Wh/kg Kookgerei ** Ø 180 mm Ø 180 mm (x2) Ø 180 mm (x2) Energieverbruik ECcw** 190.6 Wh/kg 190.6 Wh/kg 190.6 Wh/kg Kookgerei ** Ø 210 mm (x2) Ø 210 mm (x2) Ø 210 mm (x2) Energieverbruik ECcw** 188.1 Wh/kg 188.1 Wh/kg 188.1 Wh/kg
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten ** berekend volgens de methoden voor het meten van de gebruikseigenschappen(EN 60350-2)
187.4 Wh/kg 188 Wh/kg 188 Wh/kg 220 x 180 mm 220 x 180 mm 220 x 180 mm
- - Ø 260 mm
Implementatie potten
Belangrijk: Voor een optimale werking is het belangrijk dat de pan zo centraal mogelijk op de zones staat (zie schema).
8
Bedieningspaneel
Vergrendelingstoets
lampje
Warmhoud
lampje
Bridge lampje
Zone voor slider
bediening en timer
(zone achter)
Timer
sliderbediening en timer
Warmhoud toets
Aanduiding van het
vermogenniveau
Zone voor
(zone voor)
Timer
toets
Aanduiding
van de timer
Stop&Go
toets
Aan / Uit
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Display
Display Aanduiding Omschrijving 0 Nul Kookzone geactiveerd 1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan A Onmiddellijke opwarming Aankookautomaat E Foutmelding Defect elektronisch circuit H Restwarmte De kookzone is warm P Power Het turbovermogen is geactiveerd
Super Power Super Power is geactiveerd U Warmtebehoud Automatisch behoud op 42, 70, 94° II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd ∏ Bridge Beide kookzones zijn verbonden
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is afgekoeld.
9
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
“SLIDER“
Directe keuze
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek, aardewerk, inox zonder magnetische bodem…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter van de kookzone. Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toesten tegelijk duwen bij normaal gebruik.
Sliderbediening en timerinstelling
Voor de selectie van het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slider te glijden. U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door met uw vinger het gewenste niveau rechtstreeks te selecteren.
“SLIDER“voor vermogenregeling
10
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] en 3sec blijven duwen [ 0 ] Uitschakelen Druk op [ 0/I ] geen of [ H ]
In- en uitschakelen van een kookzone:
Actie Bedieningspaneel Display
Instellen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ] (Sterkteregeling) naar rechts of links Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ] Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de wachtpositie.
Detectie van de kookpot
Deze kookplaat is uitgerust met een interactief controlesysteem dat het gebruik van de kookplaat nog vereenvoudigd. Wanneer u een kookpot op de ingeschakelde kookplaat plaatst, wordt deze automatisch gedecteerd. Bovendien krijgt u een indicatie [0] welke slider u dient te gebruiken voor de desbetreffende zone. De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet:
indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ] verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pandetectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ]. Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Power functie en Super Power functie
De Power functie [ P ] en Super Power [ ] verlenen aan de gekozen kookzone een opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 10 minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen. Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de bereiding van pasta.
In- en uitschakelen van Power:
Actie Bedieningspaneel Display
Power inschakelen Tot het einde van de « SLIDER » [ P ] glijden of meteen op het einde van de “SLIDER” duwen Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ 9 ] naar [ 0 ]
11
In- en uitschakelen van Super Power:
1773
-1
1774
-1
1778
-1
1777
-1
A
A
B
B
A
A
B
B
C
C
A A B B
A
B
AB
C
C
Actie Bedieningspaneel Display
Power inschakelen Tot het einde van de « SLIDER » [ P ] glijden of meteen op het einde van de “SLIDER” duwen Super Power inschakelen Druk opnieuw einde van
de “SLIDER” [ en P ] Super Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ P ] naar [ 0 ] Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ 9 ] naar [ 0 ]
Vermogensregeling:
De kookplaat is opgedeeld in 3 afzonderlijke verwarmingszones, elke zone met een maximaal vermogen.
Als deze vermogensgrens bij het inschakelen van een hoge kookstand of de powerfunctie wordt overschreden, reduceert het powermanagement de kookstand van de bijbehorende module­kookzone. De aanwijzing van deze kookzone knippert eerst, daarna wordt de maximaal mogelijke kookstand constant getoond.
Geselecteerde kookzone
[ P ] is zichtbaar Het is mogelijk om met booster (of dubbel booster) meerdere kookzones tegelijkertijd te
activeren, hiervoor is het noodzakelijk om de zones door elkaar te gebruiken (AB, AC, BC of ABC).
Andere kookzone (bijv.: kookstand 9)
[ 9 ] wordt tot [ 8 ] gereduceerd en knippert
12
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden en dit met verschillende tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd:
Actie Bedieningspaneel Display
Selecteer het vermogen Over « SLIDER »glijden“ [ 1 ] tot [ P ] Selecteer de timer druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] zandloper van de zone van de timer tot de zandloper van de licht op desbetreffende zone oplicht Duurtijd verminderen druk op [ - ] van de timer [ 60 ] gaat naar 59… Duurtijd verlengen druk op [ + ] van de timer de tijd verlengt
Na enkele seconden knippert de led [ min ] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.
Uitschakelen van de timerfunctie:
Actie Bedieningspaneel Display
Selecteer de timer tegelijkertijd drukken op [ - ] de tijd wordt en [ + ] van de timer tot de gewenste weergegeven
zandloper oplicht Stop de timer blijf op [ - ] van de timer drukken [ 000 ]
Indien verschillende timers geactiveerd zijn, volstaat het deze actie te herhalen.
Gebruik van de timer zonder koken:
De timer werkt ook onafhankelijk van de zones en wordt gedesactiveerd wanneer een zone in warmhoudfunctie wordt geschakeld. Indien de kooktafel wordt uitgeschakeld loopt de onafhankelijke kookwekker nog verder tot het einde van de ingestelde tijd.
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat inschakelen druk op [ 0/I ] [ 0 ] Selecteer de timer druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] [ 000 ] van de timer Duurtijd verminderen druk op [ - ] van de timer [ 60 ] gaat naar 59… Duurtijd verlengen druk op [ + ] van de timer de tijd verlengt
Na enkele seconden knippert de led [min] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Zodra de geselecteerde kooktijd afgelopen is, gaat de display knipperen [ 000 ], er klinkt een geluidssignaal en de kookzone stopt. Om het geluidssignaal en het knipperen te stoppen drukt u op [ - ] of [ + ] van de timer.
13
Programmeren van de aankookautomaat
1 0:40
2 1:12
3 2:00
4 2:56
5 4:16
6 7:12
7 2:00
8 3:12
9 - : -
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.
Programmeren van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Het vermogen kiezen over de “SLIDER glijden tot [ 7 ] (vb. « 7 ») en 3sec blijven duwen [ 7 ] knippert met [ A ]
Stopzetten van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Het vermogen kiezen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
Ingestelde
doorkookstand
Aankookautomaat
Tijd (min:sec)
Stop&Go Functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde instellingen toe.
Aan- en uitzetten van Stop&Go:
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go aanzetten Druk op [ II ] [ II ] verschijnt Stop&Go uitzetten duw op [ II ] geanimeerde « SLIDER » duw op de geanimeerde « SLIDER » de vorige instellingen
verschijnen
Herhalingsfunctie
Na het uitzetten van de kookplaat ( 0/I ) is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
Staat van alle kookzones (vermogen)
Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
Functie “automatisch koken”
Warmhoudfunctie
De herhalingsprocedure is als volgt:
Duw op de toets [ 0/I ]
Duw op [ II ] voor het knipperen stopt.
De vorige instellingen zijn opnieuw actief
14
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 42°C, 70°C of 94°C te bereiken en automatisch te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot gaan kleven.
Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie:
Actie Bedieningspaneel Display
Activeer warmhouden 42°C druk 1 maal op [ Warmhoud toets ] [ U ] en led [ ] Activeer warmhouden 70°C druk 2 maal op [ Warmhoud toets ] [ U ] en led [ ]
Activeer warmhouden 94°C druk 3 maal op [ Warmhoud toets ] [ U ] en led [ ] Warmhoudfunctie stoppen over de « SLIDER » glijden [ 0 ] tot [ 9 ] of op [ Warmhoud toets ]
drukken tot [ 0 ] [ 0 ] De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
Brug en automatische brugfunctie
Deze functie laat toe om 2 zones (linkerzones, middelste zones rechterzones) tegelijkertijd te laten werken en te bedienen. Met deze functie wordt de Booster functie wordt toegelaten op de linker en midden zones.
Verbinding van 2 kookzones
Actie
Kookplaat inschakelen Bridge activeren
Vermogen verhogen Bridge deactiveren
Bedieningspaneel
Op [ 0/I ] drukken
Op beide [Warmhoud toets ]
van de te verbinden
zones tegelijk drukken.
of
zet een grote pan op de 2 zones [ ] knipperen
en druk op de 2 "SLIDER" [ ]
Over de „SLIDER” die het
vermogen aantoont naar rechts glijden [ 1 ] tot [ 9 ]
Op beide [Warmhoud toets ] drukken [ 0 ]
Display
[ 0 ] [ 0 ] en [ ]
Grill Functie
Deze functie laat toe om de grillpan op een optimale manier te gebruiken door 2 zones te combineren en gebruik te maken van aangepaste vermogens.
Actie
Activeer de kookplaat Druk toets [ 0/I ] [ 0 ] zet de grillplaat op de
2 zones naar gebruiken [ ] knipperen Activeer de Grill Toets tegelijkertijd op de
«SLIDER» van de 2 kookzones [ ] Verhoog de Grillstand Schuif op de "SLIDER"
Stop de Grill Druk tegelijkertijd op de «SLIDER» van de 2 kookzones [ 0 ]
Bedieningspaneel
wat de slider aangeeft vermogen op de
Display
SLIDER"
15
Vergrendeling van het bedieningspaneel
1 0
8:36
2 0
6:42
3 0
5:18
4 0
4:18
5 0
3:30
6 0
2:18
7 0
2:18
8 0
1:48
9 0
1:30
Power
00:10
Super Power
00:10
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat vergrendelen vinger gedurende 6s op [ ] houden led vergrendeling licht op Kookplaat ontgrendelen vinger gedurende 6s op [ ] houden led vergrendeling gaat uit
Gebruiksduurbeperking
De kookplaat bezit een automatische gebruiksduurbeperking. De ononderbroken gebruiksduur voor elke kookzone is afhankelijk van de gekozen kookstand. De voorwaarde is dat tijdens de gebruiksduur de instellingen van de kookzone niet worden veranderd. Als de gebruiksduurbeperking reageert, wordt de kookzone uitgeschakeld.
Ingestelde kookstand
Gebruiksduurbeperking
(uren : min)
16
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten: staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem. Niet aangepaste kookpotten: aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein. De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie. Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw kooktafel te verkrijgen.
17
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 - 2 2 - 3
3 - 4 Stoom Groenten, vis, vlees 4 - 5 Water
6 - 7 Zachtjes koken 7 - 8 9 P en
Smelten Opwarmen Opzwellen Ontdooien
Koken Braden Braden Op kooktemperatuur brengen Braden Op kooktemperatuur brengen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine Kant- en klaargerechten Rijst, pudding en bereidde gerechten Groenten, vis, diepgevroren producten
Gekookte aardappelen, soep, pasta Verse groenten Vlees, lever, eieren, braadworsten Goulash, rollade, pens Aardappelen, beignets, platte koeken Steaks, omeletten water Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel aanbevolen product voor vitrokeramisch glas.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…)
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten
de veiligheidszekering is gesprongen
kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
er staat geen kookpot op de kookzone
de kookpot is niet geschikt voor inductie
de diameter van de bodem van de kookpot is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
Het elektronisch systeem is ontregeld.
Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan.
Doe beroep op de dienst na verkoop
18
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
de veiligheid is in werking getreden
deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:
dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
de ventilator stopt vanzelf.
De bediening van automatisch koken treedt niet in werking:
de kookzone is nog warm [ H ]
het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
het kookniveau werd aangezet met de toets [ - ].
Het symbool [ U ] licht op:
Zie hoofdstuk “Warmhouden“.
Het symbool [ II ] licht op:
Zie hoofdstuk “Stop&Go“.
Het symbool [ ] of[ Er03 ]licht op:
Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn.
Het symbool [ E2 ]licht op:
De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen.
Het symbool [ E8 ]licht op:
De luchttoevoer van de ventilator is afgesloten. Maak deze vrij.
Het symbool [ U400 ]licht op:
De kooktafel werd niet goed aan het netwerk aangesloten. Kijk de aanlsuiting na.
Het symbool [ Er47 ]licht op:
De kooktafel werd niet goed aan het netwerk aangesloten. Kijk de aanlsuiting na.
Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop contacteren.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recyclagemogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente
19
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
1773
-1
1774
-1
1777
-1
1778
-1
e kookplaat
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd. De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel. Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat:
De beschermfolie (3) verwijderen en de dichtingstrip (2) op de rand van d plakken op 2 mm van de buitenrand
Typ Breedte Diepte Breedte Diepte Straal Breedte Diepte Hoogte
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een goede
verluchting van de elektronische apparatuur te verzekeren.
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven geplaatste dampkap, dient u de instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
Afmetingen
uitsnijding
560 490 596 526 8 590 520 4 750 490 786 526 8 780 520 4 890 390 916 416 8 910 410 4 810 490 886 526 8 880 520 4
Afmetingen
vlakbouw
Afmetingen glas
20
Waarschuwing: Gebruik alleen kookplaat beschermrekken ontworpen door de fabrikant van de kookplaat, rekken die door de fabrikant aangeduid zijn als geschikt of beschermrekken geïntegreerd in het apparaat. Het gebruik van ongeschikte rekken kan ongelukken veroorzaken.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat of de oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema. De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat. Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de 2 pijlen.
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT VOOR 1773-1 – 1777-1
Netwerk Aansluiting Aansluitsnoer Aansluitsnoer
230 V~ 50/60 Hz 1 fase +N 3 x 2,5 mm2
400 V~ 50/60Hz 2 fasen + N 4 x 1,5 mm2
230 V~ 50/60 Hz
230 V~ 50/60 Hz
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6
2 fasen 3 x 2,5 mm2
3 fasen 4 x 1,5 mm2
H 05 VV - F H 05 RR - F
H 05 VV - F H 05 RR - F
H 05 VV - F H 05 RR - F
H 05 VV - F H 05 RR - F
Aansluitschema Kaliber automaten
25 A *
16 A *
25 A *
16 A *
21
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT VOOR 1774-1 -1778-1
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
Netwerk Aansluiting Aansluitsnoer Aansluitsnoer Aansluitschema Kaliber automaten
230 V~ 50/60 Hz 1 fase +N 3 x 4 mm2
400 V~ 50/60Hz 2 fasen + N 4 x 2,5 mm2
400 V~ 50/60Hz 3 fasen + N 5 x 1,5 mm2
230 V~ 50/60 Hz
230 V~ 50/60 Hz
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6
2 fasen 3 x 4 mm2
3 fasen 4 x 2,5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
H 05 VV - F
H 05 RR - F
40 A *
25 A *
16 A *
40 A *
25 A *
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.
22
SOMMAIRE
SECURITE ................................................................................................................................... 24
P
RECAUTIONS AVANT UTILISATION EN CUISSON
U
TILISATION DE L’APPAREIL
P
RECAUTIONS POUR NE PAS DETERIORER L’APPAREIL
P
RECAUTIONS EN CAS DE DEFAILLANCE DE L’APPAREIL
A
UTRES PROTECTIONS
......................................................................................................... 25
............................................................................................................... 27
DESCRIPTION DE L’APPAREIL ................................................................................................ 28
C
ARACTERISTIQUES TECHNIQUES
M
ISE EN PLACE DES CASSEROLES
B
ANDEAU DE COMMANDE
............................................................................................................ 28
................................................................................................ 28
................................................................................................ 28
UTILISATION DE L’APPAREIL .................................................................................................. 29
A
FFICHAGE
V
ENTILATION
................................................................................................................................ 29
.............................................................................................................................. 29
MISE EN ROUTE ET GESTION DE L’APPAREIL ...................................................................... 30
A
VANT LA PREMIERE UTILISATION
P
RINCIPE DE L’INDUCTION
T
OUCHES SENSITIVES
Z
ONE DE SELECTION DE PUISSANCE «
M
ISE EN ROUTE
D
ETECTION DE RECIPIENT
I
NDICATEUR DE CHALEUR RESIDUELLE
F
ONCTION POWER ET SUPER POWER
F
ONCTION MINUTERIE
P
ROGRAMMATION D’AUTOMATISME DE CUISSON
F
ONCTION PAUSE
F
ONCTION RAPPEL
F
ONCTION
F
ONCTION BRIDGE ET BRIDGE AUTOMATIQUE
F
ONCTION GRILL
V
ERROUILLAGE DU BANDEAU DE COMMANDE
L
IMITATION DU TEMPS DE FONCTIONNEMENT
.......................................................................................................................... 31
....................................................................................................................... 34
..................................................................................................................... 34
« M
AINTIEN AU CHAUD
........................................................................................................................ 36
........................................................................................................... 30
................................................................................................................. 30
........................................................................................................... 31
................................................................................................................. 33
................................................................................................. 30
SLIDER »
.......................................................................................... 31
.......................................................................................... 32
» ............................................................................................. 35
............................................................................. 24
................................................................... 26
.................................................................. 27
ET DE REGLAGE DE LA MINUTERIE
........................ 30
............................................................................ 34
............................................................................... 35
................................................................................. 36
................................................................................. 36
CONSEILS DE CUISSON ........................................................................................................... 37
Q
UALITE DES CASSEROLES
D
IMENSION DES CASSEROLES
E
XEMPLES DE REGLAGE DES PUISSANCES DE CUISSON
......................................................................................................... 37
...................................................................................................... 37
.................................................................. 38
ENTRETIEN ET NETTOYAGE .................................................................................................... 38
QUE FAIRE EN CAS DE PROBLEME ........................................................................................ 38
PROTECTION DE L’ENVIRONNEMENT .................................................................................... 39
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION ........................................................................................... 40
CONNEXION ELECTRIQUE ....................................................................................................... 41
23
SECURITE
Précautions avant utilisation en cuisson
Retirez toutes les parties de l’emballage.
L’installation et le branchement électrique de l’appareil sont à
confier à des spécialistes agrées. Le fabricant ne saurait être tenu responsable des dommages résultant d’une erreur d’encastrement ou de raccordement.
L’appareil ne doit être utilisé que s’il est monté et installé dans un meuble et un plan de travail homologué et adapté.
Son utilisation est uniquement destinée à l’usage domestique habituel (préparation des aliments), à l’exclusion de toute autre utilisation domestique, commerciale ou industrielle.
Enlevez toutes les étiquettes et autocollants du verre vitrocéramique.
Ne pas transformer ou modifier l’appareil.
La table de cuisson ne doit pas servir de support ou de plan de
travail.
La sécurité n’est assurée que si l’appareil est raccordé à une terre de protection conforme aux prescriptions en vigueur.
Pour le raccordement au réseau électrique n’utilisez pas de rallonge.
L’appareil ne doit pas être utilisé au-dessus d’un lave-vaisselle ou d’un sèche-linge: les vapeurs d’eau dégagées pourraient détériorer l’électronique.
Ne faites pas fonctionner l'appareil avec un minuteur externe ou un système de commande à distance.
24
Utilisation de l’appareil
Coupez toujours les foyers après utilisation.
Surveillez constamment les cuissons qui utilisent des graisses
et des huiles, car elles sont susceptibles de s’enflammer rapidement.
Prenez garde aux risques de brûlures pendant et après l’utilisation de l’appareil.
Assurez-vous qu’aucun câble électrique d’appareil fixe ou mobile ne vienne en contact avec la vitre ou la casserole chaude.
Les objets magnétisables (cartes de crédits, disquettes informatiques, calculatrices) ne doivent pas se trouver à proximité immédiate de l’appareil en fonction.
Les objets métalliques tels que des couteaux, des fourchettes, des cuillères et des couvercles ne devraient pas être placés la surface vitrée puisqu'ils peuvent devenir chauds.
De façon générale ne placez aucun objet métallique autre que les récipients de chauffe sur la surface vitrée. En cas d’enclenchement intempestif ou de chaleur résiduelle, celui-ci risquerait selon le matériau de chauffer, de fondre ou de commencer à brûler.
Ne jamais couvrir l’appareil d’un chiffon ou d’une feuille de protection. Il pourrait devenir très chaud et prendre feu.
Cet appareil peut être utilisé par des enfants âgés de 8 ans et plus et des personnes dont les capacités physiques, sensorielles ou mentales sont réduites ou dont les expériences et les connaissances sont inadaptées, uniquement si elles sont surveillées, formées à l’utilisation de l’appareil en conditions de sécurité et informées des risques susceptibles de se présenter.
Les enfants ne doivent pas jouer avec l’appareil.
Le nettoyage et l’entretien ne doivent pas être confiés à des
enfants sans surveillance d’adultes.
25
Précautions pour ne pas détériorer l’appareil
Les casseroles à semelles brutes (fonte non émaillée,…) ou abîmées peuvent endommager la vitrocéramique.
La présence de sable ou d’autres matériaux abrasifs peut endommager la vitrocéramique.
Evitez de faire chuter des objets, mêmes petits, sur la vitrocéramique.
Ne heurtez pas les bords de la vitre avec les casseroles.
S’assurer que la ventilation de l’appareil se fasse suivant les
instructions du constructeur.
Ne posez pas ou ne pas laisser de casseroles vides sur la table de cuisson.
Eviter que le sucre, les matières synthétiques ou une feuille d’aluminium ne touchent les zones chaudes. Ces substances peuvent au refroidissement provoquer des cassures ou d’autres modifications de la surface vitrocéramique: Eteindre l’appareil et enlevez-les immédiatement de la zone de cuisson encore chaude (attention: risque de brûlures).
MISE EN GARDE: Risque d’incendie : ne pas entreposer d’objets sur la surface de cuisson.
Ne placez jamais de récipients chauds au dessus de la zone de commande.
Si un tiroir est situé sous l’appareil encastré, assurer un écart suffisant (2 cm) entre le contenu de ce tiroir et la partie inférieure de l’appareil afin d’assurer une bonne ventilation.
Ne déposez pas d’objets inflammables (ex. sprays) dans le tiroir placé sous la table de cuisson. Les éventuels casiers à couverts doivent être en matériau résistant à la chaleur.
26
Loading...
+ 58 hidden pages