Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden
voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in
een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van
voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel
gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de
vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam
vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat.
Kinderen het apparaat niet laten manipuleren.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het
warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt.
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of
restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten
en ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd
lichamelijke, zintuiglijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met
het toestel.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst
worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.
4
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN OF VAN
VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR
INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN
VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE
HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer)
kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het glas beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de
fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones
(opgepast: risico voor brandwonden)
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand
(2 cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een
goede ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele
bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of
spleet in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om
een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van
de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een
pacemaker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones
smelten.
5
Type
Totaal
vermogen
Zone
Diameter
Normaal*
Met Power*
Diameter
min. pot
1751
1752
6700 W
Links voor
Links achter
Rechts
200 mm
155 mm
280 mm
2300 W
1100 W
2300 W
3000 W
1400 W
3000 W
100 mm
90 mm
110 mm
1753
1754
1755
7400 W
Links voor
Links achter
Rechts achter
Rechts voor
160 mm
200 mm
160 mm
200 mm
1100 W
2300 W
1100 W
2300 W
1400 W
3000 W
1400 W
3000 W
90 mm
100 mm
90 mm
100 mm
Aan / Uit
Warmhoud toets
Aanduiding van het
vermogenniveau
Lampje voor keuze
van zone
Lampjes voor keuze van
zone voor timer
Aanduiding van
de timer
Sliderbediening en
timerinstelling
Stop & Go
lampje
Aan / Uit
lampje
Power
toets
Stop & Go
toets
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
Bedieningspaneel
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het
aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een
lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toesten tegelijk duwen bij normaal gebruik.
6
Display
Display Aanduiding Omschrijving
0. Nul Kookzone geactiveerd
1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau
U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan
A Onmiddellijke opwarming Aankookautomaat
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte De kookzone is warm
P Power Het turbovermogen is geactiveerd
U Warmtebehoud Automatisch behoud op 70°
II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd
L Vergrendeling Het bedieningspaneel is vergrendeld
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de
door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De
ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is
afgekoeld.
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op
het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductie-spoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze
een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek,
aardewerk, inox zonder magnetische bodem…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is
de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter
van de kookzone.
Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
7
Sliderbediening en timerinstelling
“SLIDER“
Directe keuze
Sliderbediening en timerinstelling
Voor de selectie van de het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slijder te glijden
U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door metuw vinger het gewenste
niveau rechtstreeks te selecteren.
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] [ 0 ] knipperen
Uitschakelen Druk op [ 0/I ] geen of [ H ]
In- en uitschakelen van een kookzone :
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van de
zone aan
Instellen Glijden over de “SLIDER“[ 0 ] tot [ 9 ]
(Sterkteregeling) naar rechts of links
Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“[ 0 ] of [ H ]
of druk op [ 0 ] [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.
Detectie van de kookpot
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet :
indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor
inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ]
verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt
de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de
kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pantedectie [ U ] blijft dan niet actief.
8
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones
nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel
warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Power functie
De Power functie [ P ] verleent aan de gekozen kookzone een opgevoerd vermogen. Indien deze
functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 5 minuten met een aanmerkelijk hoger
vermogen.
Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de
bereiding van pasta.
In- en uitschakelen van Power :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van
de zone aan
Power inschakelen Druk op [ P ] [ P ]
Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“[ P ] naar [ 0 ]
of druk op [ P ] [ 9 ]
Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power
functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de
elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer,
vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven:
Gekozen kookzone Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ P ] wordt weergegeven [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden endit met verschillende
instellingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd :
Voorbeeld 16 minuten op stand 7 :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de
zone aan
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 7 ][ 7 ]
« Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 6 ][ 0 aan] [ 6 knippert ]
Eenheden bevestigen Druk op [ 06 ] [ 0 knippert] [ 6 aan]
Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 1 ][ 1 knippert] [ 6 aan]
Tientallen bevestigen Druk op [ 16 ] [ 16 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te lopen.
9
Uitschakelen van de timerfunctie:
Voorbeeld nog 13 minuten op stand 7:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] lampje van de
zone aan
« Timer » kiezen Druk op [ 13 ] [ 13 ]
Eenheden uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ][ 1 aan] [ 0 knippert]
Eenheden bevestigen Druk op [ 10 ] [ 1 knippert] [ 0 aan]
Tientallen uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ][ 00 ]
Tientallen bevestigen Druk op [ 00 ] [ 00 ]
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.
De kookplaat activeren Druk op [ 0/I ] Lampjes van de zone aan
« Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 9 ][ 0 aan] [ 9 knippert]
Eenheden bevestigen Druk op [ 09 ] [ 0 knippert] [ 9 aan]
Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 2 ][ 2 knippert] [ 9 aan]
Tientallen bevestigen Druk op [ 29 ] [ 29 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen. De kookplaat schakelt uit.
Programmeren van de aankookautomaat
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een
zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.
Programmeren van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de
zone aan
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“Van [ 0 ] naar [ 9 ]
tot [ 9 ]
Aankookautomaat kiezen Druk opnieuw op [ 9 ] van de “SLIDER“ [ 9 ] knippert met [ A ]
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“van [ 9 ] naar [ 8 ] [ 7 ]
(vb. « 7 ») tot [ 7 ] [ 7 knippert met [ A ]
Stopzetten van de aankookautomaat :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] knippert
met [A]
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“[ 1 ] tot [ 9 ]
10
Stop&Go Functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde
instellingen toe.
Aan- en uitzetten van Stop&Go :
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go aanzettenDruk op [ II ] van de zone [ II ] verschijnt
voor 2 s
Stop&Go uitzetten Druk op [ II ] van de zone [ II ] knippert
voor 2 s
druk op de knipperende display Vorige instelling op
display
Herhalingsfunctie
Na het uitzetten van de kookplaat ( 0/I ) is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
Staat van alle kookzones (vermogen)
Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
Functie “automatisch koken”
Warmhoudfunctie
De herhalingsprocedure is als volgt:
Duw op de toets [ 0/I ]
Vervolgense tegelijkertijd, en binnen de 6 seconden de beide achterste zones selecteren.
De vorige instellingen zijn opnieuw actief.
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 70°C te bereiken en automatisch te
behouden.
Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot gaan
kleven.
Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie :
Actie Bedieningspaneel Display
Selecteer Zone Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] to [ 9 ] or [ H ]
70°C selecteren Druk [ ] [ U ]
Om te stoppen glij over de “SLIDER“[ 0 ] to [ 9 ] or [ H ]
Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle kookzones.
Wanneer de kookpot de kookzone verlaat, blijft de functie “ Warmtebehoud “ actief gedurende
ongeveer 10 minuten.
De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
11
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen
van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Vergrendelen :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen druk op [ 0/I ] [ 0 ] of [ H ]
Vergrendelen druk op [ P ] en [ 0 ] van de
Rechts voor zone ( 4 zone )
of rechts zone ( 3 zone ) Geen verandering
Druk nogmaals op [ 0 ] [ L ]
Vergrendelen :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen druk [ 0/I ] [ L ]
In de 5 seconden na de start :
Kookplaat ontgrendelen druk op [ P ] en [ L ] van de
zone rechts voor ( 4 zone )
of rechter zone ( 3 zone )
[ 0 ]
Druk op [ P ] Lampjes van de zone uit
12
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten : staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste kookpotten : aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil
niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De bodem
van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen
kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw
kooktafel te verkrijgen.
13
Voorbeelden van vermogenregeling
1 - 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant- en klaargerechten
2 - 3
Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel aanbevolen
product voor vitrokeramisch glas.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…)
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
[ E4 ] verschijnt in het display:
De plaat moet worden geconfigureerd volgens onderstaande procedure :
I) Opgelet: u mag niet meteen recipiënten plaatsen op de inductieplaat.
II) Koppel de plaat los van het stroomnet: verwijder de stop of schakel de schakelaar uit.
III) Verbind de plaat weer op het stroomnet: plaats de stop terug of schakel de schakelaar
weer in.
IV) Procedure:
* Neem een recipiënt met ferromagnetische bodem met een minimale diameter van
16 cm.
* start de plaat binnen 2 minuten na het aansluiten op het stroomnet op.
* druk niet op [ O/I ]
14
a
d
b
V) Eerst moet de bestaande configuratie worden geannuleerd
1) Druk op toets 2 en houd deze toets ingedrukt.
2) Het symbool [-] verschijnt op elk display
3) Druk met een vinger van uw andere hand
achtereenvolgens en snel (binnen 2 sec.) op de
[ - ] display.
Waarbij u begint met de zonerechtsboven en u
tegen de klok in beweegt(a -> b -> c -> d).
Een dubbele piep duidt op eenbewerkingsfout.
Herhaal in dat gevalde bewerking vanaf stap 1.
4) Laat de toetsen los en druk nogmaals gedurende enkele seconden op de toets 1
tot de knipperende [ E ] verschijnen.
5) Wacht tot de [ E ] ophouden met knipperen.
6) De [ E ] veranderen vervolgens automatisch in [ C ]. De configuratie is
geannuleerd.
Opmerking: Inductieplaten met 3 kookzones: Begin met de zone rechtsachter (b)
(aangezien de zone rechtsvoor niet bestaat).
VI) Hoe kunt u de plaat opnieuw configureren?
1) Neem een ferromagnetisch recipiënt met een diameter van minstens 16 cm.
2) Selecteer de kookzone door op de bijbehorende [ C ] te drukken.
3) Plaats de bak op de zone die u wilt configureren.
4) Wacht tot [ C ] verandert in [ - ]. De kookzone is geconfigureerd.
5) Ga op dezelfde manier te werk voor alle kookzones die [ C ] weergeven.
6) De kookzones zijn geconfigureerd als alle zones zijn gedetecteerd en er niets
meer wordt weergegeven.
Gebruik slechts een recipiënt om de configuratie uit te voeren.
Plaats tijdens de configuratie nooit meerdere recipiënten op de kookpunten.
Als de weergave [E 4] blijft, bel dan de klantenservice.
De kookplaat of de kookzone werkt niet :
De kookplaat is verkeerd op het elektrisch net aangesloten
De zekering is gesprongen --> controleer de zekering in de meterkast.
Kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
De tiptoetsen zijn met water of vet bespat
Er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op :
Er staat geen pan op de kookzone
De pan is niet geschikt voor inductie
De diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op :
Bel de Dienst na Verkoop.
Een enkele zone of alle zones vallen uit :
De veiligheid is in werking getreden
Deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
De veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
Een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
De kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel :
Dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
De ventilator stopt vanzelf.
15
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng
uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente
Het symbool [ L ] licht op :
Zie hoofdstuk vergrendeling
Het symbool [ II ] licht op :
Zie hoofdstuk “Pauze“.
Het symbool [ U ] licht op :
Zie hoofdstuk “Warmhoudfunctie“.
Het symbool [ ]of[ Er03 ] licht op:
Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van
zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn.
Het symbool [ E2 ] of[ E H ]licht op:
De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen.
Het symbool [ E3 ]licht op:
La casserole n’est pas adaptée, changez de casserole.
Het symbool [ E6 ]licht op:
Fout stroomcircuit. Controleer de frequentie en spanning van het elektrisch netwerk.
Het symbool [ E8 ]licht op:
De luchttoevoer van de ventilator is afgesloten. Maak deze vrij.
Het symbool [ E C ]licht op:
Configuratiefout. Stel de kooplaat opnieuw in volgens het hoofstuk « het symbool, en se [
E 4 ] verschijnt».
Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop contacteren.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recyclagemogelijkheden.
16
Afmetingen
uitsnijding
Afmetingen
vlakbouw
Afmetingen glas
Typ
Breedte
Diepte
Breedte
Diepte
Straal
Breedte
Diepte
Hoogte
1751
1752
1753
560 mm
490 mm
596 mm
526 mm
8 mm
590 mm
520 mm
4 mm
1754
1755
750 mm
490 mm
786 mm
526 mm
8 mm
780 mm
520 mm
4 mm
De beschermfolie (3) verwijderen en de
dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat
plakken op 2 mm van de buitenrand
>76 mm
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat :
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een afstand van
20 mm voorzien om een goede verluchting van de
elektronische apparatuur te verzekeren.
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt,
vermijd er ontvlambare voorwerpen in op te bergen
(bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig
zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven
geplaatste dampkap, dient u de instructies van de
fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan
instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm
te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen
enkele mechanische spanning onderhevig zijn, zoals
bijvoorbeeld een lade.
17
Netwerk
Aansluiting
Aansluitsnoer
Aansluitsnoer
Kaliber
automaten
230 V~ 50/60 Hz
1 fase +N
3 x 2,5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
25 A *
400 V~ 50/60Hz
2 fasen + N
4 x 1,5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de
installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema.
De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de
2 pijlen.
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT :
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
Retirez toutes les parties de l’emballage.
L’installation et le branchement électrique de l’appareil sont à confier à des spécialistes
agrées. Le fabricant ne saurait être tenu responsable des dommages résultant d’une
erreur d’encastrement ou de raccordement.
L’appareil ne doit être utilisé que s’il est monté et installé dans un meuble et un plan de
travail homologué et adapté.
Son utilisation est uniquement destinée à l’usage domestique habituel (préparation des
aliments), à l’exclusion de toute autre utilisation domestique, commerciale ou industrielle.
Enlevez toutes les étiquettes et autocollants du verre vitrocéramique.
Ne pas transformer ou modifier l’appareil.
La table de cuisson ne doit pas servir de support ou de plan de travail.
La sécurité n’est assurée que si l’appareil est raccordé à une terre de protection conforme
aux prescriptions en vigueur.
Pour le raccordement au réseau électrique n’utilisez pas de rallonge.
L’appareil ne doit pas être utilisé au-dessus d’un lave-vaisselle ou d’un sèche-linge : les
Coupez toujours les foyers après utilisation.
Surveillez constamment les cuissons qui utilisent des graisses et des huiles, car elles sont
susceptibles de s’enflammer rapidement.
Prenez garde aux risques de brûlures pendant et après l’utilisation de l’appareil.
Assurez-vous qu’aucun câble électrique d’appareil fixe ou mobile ne vienne en contact
avec la vitre ou la casserole chaude.
Les objets magnétisables (cartes de crédits, disquettes informatiques, calculatrices) ne
doivent pas se trouver à proximité immédiate de l’appareil en fonction.
Ne placez aucun objet métallique autre que les récipients de chauffe. En cas
d’enclenchement intempestif ou de chaleur résiduelle, celui-ci risquerait selon le matériau
de chauffer, de fondre ou de commencer à brûler.
Ne jamais couvrir l’appareil d’un chiffon ou d’une feuille de protection. Il pourrait devenir
très chaud et prendre feu.
Cet appareil n'est pas destiné à être utilisé par des personnes (enfants y compris) ayant
des facultés physiques, sensorielles ou mentales réduites, ou un manque d'expérience et
de connaissance, à moins qu'elles aient eu des explications concernant l'utilisation de
l'appareil par une personne chargée de leur sécurité.
Les enfants doivent être informés pour s'assurer qu'ils ne jouent pas avec l'appareil.
Les objets métalliques tels que des couteaux, des fourchettes, des cuillères et des
couvercles ne devraient pas être placés la surface vitrée puisqu'ils peuvent devenir
chauds.
20
L’UTILISATION DE CASSEROLES NON ADAPTÉES, OU D’ACCESOIRES
AMOVIBLES INTERMÉDIAIRES POUR FAIRE CHAUFFER DES CASSEROLES
NON INDUCTIVES ENTRAÎNE UNE RUPTURE DE LA GARANTIE.
LE FABRICANT NE SAURAIT ÊTRE TENU POUR RESPONSABLE DES
DÉTERIORATIONS DE LA TABLE OU DE SON ENVIRONNEMENT.
Précautions pour ne pas détériorer l’appareil
Les casseroles à semelles brutes (fonte non émaillée,…) ou abîmées peuvent
endommager la vitrocéramique.
La présence de sable ou d’autres matériaux abrasifs peut endommager la vitrocéramique.
Evitez de faire chuter des objets, mêmes petits, sur la vitrocéramique.
Ne heurtez pas les bords de la vitre avec les casseroles.
S’assurer que la ventilation de l’appareil se fasse suivant les instructions du constructeur.
Ne posez pas ou ne pas laisser de casseroles vides sur la table de cuisson.
Eviter que le sucre, les matières synthétiques ou une feuille d’aluminium ne touchent les
zones chaudes. Ces substances peuvent au refroidissement provoquer des cassures ou
d’autres modifications de la surface vitrocéramique: Eteindre l’appareil et enlevez-les
immédiatement de la zone de cuisson encore chaude (attention : risque de brûlures).
Ne placez jamais de récipients chauds au dessus de la zone de commande.
Si un tiroir est situé sous l’appareil encastré, assurer un écart suffisant (2 cm) entre le
contenu de ce tiroir et la partie inférieure de l’appareil afin d’assurer une bonne ventilation.
Ne déposez pas d’objets inflammables (ex. sprays) dans le tiroir placé sous la table de
cuisson. Les éventuels casiers à couverts doivent être en matériau résistant à la chaleur.
Précautions en cas de défaillance de l’appareil
Si un défaut est constaté, il faut débrancher l’appareil et couper l’alimentation électrique.
En cas de fêlure ou de fissure de la vitrocéramique il faut impérativement débrancher
l’appareil du réseau électrique et prévenir le service après-vente.
Les réparations doivent être entreprises exclusivement par un personnel spécialisé.
N’ouvrez en aucun cas l’appareil vous-même.
ATTENTION: Si la surface vitrée est fissurée, coupez l’alimentation de l’appareil pour
éviter une éventuelle décharge électrique.
Autres protections
Assurez-vous que le récipient de cuisson soit toujours centré sur la zone de cuisson. Le
fond de la casserole doit autant que possible couvrir la zone de cuisson.
Pour les utilisateurs portant un régulateur de rythme cardiaque, le champ magnétique
pourrait influencer son fonctionnement. Nous recommandons de se renseigner auprès du
revendeur ou du médecin.
N’utilisez pas de récipients en matière synthétique ou en aluminium : ils pourraient fondre
sur des foyers encore chauds.
21
Type
Puissance
totale
Zones
Diamètres
Puissance
nominale*
Puissance
du Power*
Diamètre
mini
1751
1752
6700 W
Avant Gauche
Arrière Gauche
Droite
200 mm
155 mm
280 mm
2300 W
1100 W
2300 W
3000 W
1400 W
3000 W
100 mm
90 mm
110 mm
1753
1754
1755
7400 W
Avant Gauche
Arrière Gauche
Arrière Droit
Avant Droit
160 mm
200 mm
160 mm
200 mm
1100 W
2300 W
1100 W
2300 W
1400 W
3000 W
1400 W
3000 W
90 mm
100 mm
90 mm
100 mm
Touche
Marche/Arrêt
Touche
Power
Affichage du
niveau de
puissance
Voyant de
sélection de foyer
Voyants de sélection
du foyer pour
Affichage de la
minuterie
Zone de sélection de puissance
“SLIDER“ et de réglage de la
Voyant Stop
&Go
Voyant de mise
en marche
Touche
Maintien au
Touche
Stop & Go
DESCRIPTION DE L’APPAREIL
Caractéristiques techniques
* la puissance peut varier en fonction des dimensions et des matériaux des casseroles.
Bandeau de commande de la table
UTILISATION DE L’APPAREIL
Touches sensitives
Votre appareil est équipé de touches sensitives permettant de commander les différentes
fonctions. Un effleurage de la touche active leur fonctionnement. Cette activation est validée par
un voyant, un affichage et/ou par un signal sonore. Dans le cas d’une utilisation générale
n’appuyez que sur une seule touche à la fois.
Loading...
+ 47 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.