Novy 1002, 1112, 1102 Instruction Manual

Gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften
Kookplaten O’zone
Mode d’emploi et d’installation
Table O’zone
Montage- und Bedienungsanleitung
Instructions for use and installation
O’zone hob
1002-1102-1112
3
INHOUD
VEILIGHEID...................................................................................................................................4
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL.........................................................4
G
EBRUIK VAN HET APPARAAT.........................................................................................................4
VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING..........................................................................5
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT.............................................................5
ANDERE VOORZORGSMAATREGELEN..............................................................................................5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT.......................................................................................6
TECHNISCHE KENMERKEN.............................................................................................................6
B
EDIENINGSPANEEL
......................................................................................................................6
GEBRUIK VAN HET APPARAAT .................................................................................................7
TIPTOETSEN.................................................................................................................................7
DISPLAY ......................................................................................................................................7
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT...................................................7
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
..........................................................................................................7
Z
ONE VOOR DE STERKTEREGELING SLIDER EN DE TIMERINSTELLING...........................................7
INWERKINGSTELLING.....................................................................................................................8
AANDUIDING RESTWARMTE............................................................................................................8
UITBREIDBARE ZONES...................................................................................................................8
PROGRAMMEREN VAN AUTOMATISCH KOKEN
.................................................................................10
F
UNCTIE PAUZE .........................................................................................................................10
FUNCTIE HERHALING
...................................................................................................................10
FUNCTIE WARMHOUDEN .........................................................................................................10
VERGRENDELING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
.............................................................................11
KOOKADVIES.............................................................................................................................11
V
OORBEELDEN VAN VERMOGENREGELING
....................................................................................11
ONDERHOUD EN REINIGING....................................................................................................12
KLEINE STORINGEN VERHELPEN...........................................................................................12
MILIEUBESCHERMING..............................................................................................................13
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ...............................................................................................13
ELEKTRISCHE AANSLUITING ..................................................................................................14
4
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen. De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in
een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van
voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas. Het apparaat niet ombouwen of wijzigen. De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak. De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net. Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de
vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit. Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam
vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat. Kinderen het apparaat niet laten manipuleren. Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of
restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten
en ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd
lichamelijke, zintuiglijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met
het toestel.
5
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer)
kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het g las beschadigen. Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen. Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas. Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de
fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat. Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone. Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand (2
cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele
bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of
spleet in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om
een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van
de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones
smelten.
6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Bedieningspaneel
Type Total effekt Zone Normal Diameter
1002 6900 W
Links
Midden links
Midden rechts
Rechts
1000 / 2200 W
1200 W
700 / 1700 W
1800 W
135 / 210 mm
145 mm
120 / 180 mm
180 mm
1102 7000 W
Links voor
Links achter
Rechts achter
Rechts voor
1000 / 2200 W
1200 W
1500 / 2400 W
1200 W
135 / 210 mm
145 mm
170 / 265 mm
145 mm
1112 7600 W
Links voor
Links achter
Rechts achter
Rechts voor
1000 / 2200 W
1200 W
1500 / 2400 W
1800 W
135 / 210 mm
145 mm
170 / 265 mm
180 mm
Aan / Uit
Uitbreidbare
zone toets
Pauze/
Herhaling
Lampje voor keuze
van zone
Lampjes voor keuze van
zone voor timer
Aanduiding van
de timer
Zone voor de sterkteregeling
“SLIDER“ en timerinstelling
Pauze/
Herhaling
lampje
Aan / Uit
lampje
Lampje voor
uitbreidbare zone
Aanduiding van het
vermogenniveau
7
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het aanraken van de toets zet de functie i n werking. Deze activering wordt weergegeven door een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Bij normal gebruik druk niet op meerdere toetsen tegelijk.
Display
Display
Aanduiding Functie 0 Nul Kookzone geactiveerd 1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau A Aankookautomaat Automatisch koken E Foutmelding Defect elektronisch circuit H Restwarmte De kookzone is warm U Warmhouden Automatisch behoud op 70° II Pauze Pauze is geactiveerd L Vergrendelen Bediening is vergrendeld
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Zone voor de sterkteregeling “ SLIDER “ en de timerinstelling
Voor de selectie van het vermogen, glijdt met uw vinger over “slider” tot het gewenste niveau U kunt ook profiteren van de rechtstreekse toegang door uw vingers rechtstreeks op het gewenste instelling.
Zone voor de sterkteregeling “SLIDER“
en de timerinstelling
“SLIDER“
Directe keuze
8
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] 4 x [ 0 ] knipperen Uitschakelen Druk op [ 0/I ] niets of [ H ]
In- en uitschakelen van een kookzone :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van de
zone aan Instellen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ] of [ U ] (Sterkteregeling) naar rechts of links
Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ] of druk op [ 0 ] [ 0 ] of [ H ] Indien binnen de 20 seconden geen r egeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de wachtpositie.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ]. Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Uitbreidbare zones
De kookplaat is uitgerust met uitbreidbare zones. Deze functionaliteit laat toe om
zones beter aan te passen aan de afmetingen van de kookpotten
Vergrendelen :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone Het controlelampje van de zone gaat aan Instellen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ] of [ U ] (Sterkteregeling) naar rechts of links Kookplaat vergrendelen Drukken op [ ] controlelampje aan Kookplaat ontgrendelen Drukken op [ ] controlelampje uit
9
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden (3 of 4 zones volgens model) et dit met verschillende tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor ieder van de zones.
Regeling of wijziging van de kooktijd :
Voorbeeld 16 minuten op stand 7 : Actie
Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de zone aan Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 7 ] [ 7 ] « Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ] Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 6 ] [ 0 aan] [ 6 knippert ] Eenheden bevestigen Druk op [ 06 ] [ 0 knippert] [ 6 aan] Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 1 ] [ 1 knippert] [ 6 aan] Tientallen bevestigen Druk op [ 16 ] [ 16 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
Uitschakelen van de timerfunctie :
Voorbeeld nog 13 minuten op stand 7 : Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] lampje van de zone aan « Timer » kiezen Druk op [ 13 ] [ 13 ] Eenheden uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 1 aan] [ 0 knippert] Eenheden bevestigen Druk op [ 10 ] [ 1 knippert] [ 0 aan] Tientallen uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 00 ] Tientallen bevestigen Druk op [ 00 ] [ 00 ]
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd :
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.
Gebruik van de timer zonder koken :
Voorbeeld 29 minuten : Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren Druk op [ 0/I ] Lampjes van de zone aan « Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ] Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 9 ] [ 0 aan] [ 9 knippert] Eenheden bevestigen Druk op [ 09 ] [ 0 knippert] [ 9 aan] Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 2 ] [ 2 knippert] [ 9 aan] Tientallen bevestigen Druk op [ 29 ] [ 29 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen. Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt. Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen. De kookplaat schakelt uit.
10
Programmeren van automatisch koken
Alle kookzones zijn uitgerust met een hulpmiddel voor automatisch koken. De kookzone functioneert eerst een zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch het vermogen op de uitgekozen warmte.
Programmeren van automatisch koken :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de zone aan Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ Van [ 0 ] naar [ 9 ] tot [ 9 ] Automatisch koken kiezen Druk opnieuw op [ 9 ] van de “SLIDER“ [ 9 ] knippert met [ A ] Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ van [ 9 ] naar [ 8 ] [ 7 ] (vb. « 7 ») tot [ 7 ] [ 7 knippert met [ A ]
Stopzetten van automatische bediening :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 1 ] tot [ 9 ] knippert met [A] Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ [ 1 ] tot [ 9 ] of [ U ]
Functie Pauze
Deze functie laat toe het koken te onderbreken of te hervatten met dezelfde vermogeninstellingen.
Aanzetten, stopzetten van de functie :
Actie
Bedieningspaneel Display
Pauze activeren Druk 2s op [ II ] [ II ] aan Pauze stopzetten Druk 2s op [ II ] Druk op een andere toets of [ II ] uit Glijd over “SLIDER“
Functie herhaling
Na het uitzetten van de kookplaat (0/I) is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
- Staat van alle kookzones (vermogen)
- Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
- Functie “automatisch koken”
- Functie “Warmtebehoud”
De herhalingsprocedure is als volgt:
- Duw op de toets [ 0/I ]
- Vervolgens op de [ II ] toets duwen in minder dan 6 seconden
De vorige instellingen zijn opnieuw actief.
Functie “ Warmhouden ”
Deze functie warmhouden maakt het m ogelijk een temperatuur van 70° te bereiken en automatisch te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot gaan kleven. De functie toets is gelegen tussen [ 0 ] en [ 1 ].
11
Aanzetten, stopzetten van de functie “ Warmhouden “ :
Actie
Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] tot [ 9 ] of [ H ] « Warmhouden » activeren Druk tussen [ 0 ] en [ 1 ] [ U ] « Warmhouden » stoppen Druk op [ U ] van de zone [ U ]
Glijd over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ] of [ H ] Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle kookzones.
Wanneer de kookpot de kookzone verlaat, blijft de functie “ Warmtebehoud “ actief gedurende
ongeveer 10 minuten. De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Vergrendeling :
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren Druk op [ 0/I ] [ 0 ] of [ H ] op de 3 of 4 zone lampjes Kookplaat vergrendelen Tegelijk drukken op [ ] en Geen wijziging [ 0 ] van de zone rechts voor Druk opnieuw op [ 0 ] [ L ] op de 4 from the front right zone zone lampjes
Ontgrendeling :
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren Druk op [ 0/I ] [ L ] op de 4 zone lampjes
Binnen de 5 sekonden na het activeren van de kookplaat :
Kookplaat ontgrendelen Tegelijk drukken op [ ] en [ 0 ] or [ H ] op de 4 zone [ L ] from the front right zone display lampjes
Druk op [ ] Alle zone lampjes uit
KOOKADVIES
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 - 2 Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine Kant- en klaargerechten
2 - 3 Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten 3 - 4 Stoom Groenten, vis, vlees 4 - 5 Water Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten 6 - 7 Zachtjes koken Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens 7 - 8 Koken
Braden
Aardappelen, beignets,
platte koeken 9 Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
water
12
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramische oppervlakten.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.  Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…)
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen. Droog het apparaat met een propere doek. Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet :
de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten de veiligheidszekering is gesprongen kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld de tiptoetsen zijn met water of vet bespat er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ E ] licht op :
Het elektronisch systeem is ontregeld. Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan.
Bedieningspaneel geeft 4 x [ L ] :
Zie hoofdstuk vergrendeling.
Een enkele zone of alle zones vallen uit :
de veiligheid is in werking getreden deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn een kookpan is leeg en de bodem is oververhit de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De bediening van automatisch koken treedt niet in werking :
de kookzone is nog warm [ H ] het maximum kookniveau staat aan [ 9 ] het kookniveau werd aangezet met de toets [ - ].
Het symbool [ U ] licht op :
Zie hoofdstuk “Warmhouden“.
Het symbool [ II ] licht op :
Zie hoofdstuk “Pauze“.
13
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar. de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recyclagemogelijkheden.
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd. De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel. Het plaatsen dient m et grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat :
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen. De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn. Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine. Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien
om een goede
verluchting van de elektronische apparatuur te verzekeren
Afmetingen
uitsnijding
Afmetingen
vlakbouw
Afmetingen glas
Typ Breedte Diepte Breedte
Diepte Straal Breedte Diepte Hoogte
1002 950 345
976
371 11 970 365 4
1102 560 490
596
526 11 590 520 4
1112 750 490
786
526 11 780 520 4
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil D
oe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of
breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark
van uw gemeente
De beschermfolie (3) verwijderen en de dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat plakken op 2 mm van de
buitenrand
14
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in
op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven geplaatste dampkap, dient u de
instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning
onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven. De nodige aansluitgegevens staan op het typeplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële schakelaars en contacten.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 HZ Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema. De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat. Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de 2 pijlen.
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Aansluiting van de kookplaat
De groen/gele draad als „aarde“gebruiken, de blauwe draad als neutre N en de zwarte draad als
fase L Monofase 230V~1P+N :
Plaats een brug tussen 1 en 2 en tussen 4 en 5. Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", de neutraal N met de aansluitklem 4, de fase L1 op de aansluitklem 1 of 2.
2-fasen 400V~2P+N : Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", de neutraal N met de aansluitklem 4, de fase L1
op de aansluitklem 1 en de fase L2 op de aansluitklem 2.
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen
Voeding Aansluiting Kabelsectie Kabel Zekering
230V~1P+N 50Hz 1 Phase + N 3 x 2.5 mm²
H 05 VV - F
H 05 RR - F
25 A *
400V~2P+N 50Hz 2 Phases + N 4 x 1.5 mm²
H 05 VV - F
H 05 RR - F
16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.
15
SOMMAIRE
SECURITE...................................................................................................................................16
PRÉCAUTIONS AVANT UTILISATION EN CUISSON.............................................................................16
UTILISATION DE L
APPAREIL
.........................................................................................................16
P
RÉCAUTIONS POUR NE PAS DÉTÉRIORER LAPPAREIL ...................................................................17
PRÉCAUTIONS EN CAS DE DÉFAILLANCE DE LAPPAREIL..................................................................17
AUTRES PROTECTIONS................................................................................................................17
DESCRIPTION DE L’APPAREIL ................................................................................................18
CARACTÉRISTIQUES TECHNIQUES................................................................................................18
BANDEAU DE COMMANDE............................................................................................................18
UTILISATION DE L’APPAREIL ..................................................................................................19
TOUCHES SENSITIVES
.................................................................................................................19
AFFICHAGE ................................................................................................................................19
MISE EN ROUTE ET GESTION DE L’APPAREIL......................................................................19
A
VANT LA PREMIÈRE UTILISATION
.................................................................................................19
Z
ONE DE SÉLECTION DE PUISSANCE “
SLIDER
“ ET DE RÉGLAGE DE LA MINUTERIE
...........................19
M
ISE EN ROUTE..........................................................................................................................20
INDICATEUR DE CHALEUR RÉSIDUELLE
..........................................................................................20
ZONES ADDITIONNELLES .............................................................................................................20
A
CCÉLÉRATEUR DE CHAUFFE
......................................................................................................22
FONCTION PAUSE.......................................................................................................................22
FONCTION RAPPEL
......................................................................................................................23
F
ONCTION
« M
AINTIEN AU CHAUD
».............................................................................................23
VERROUILLAGE DU BANDEAU DE COMMANDE.................................................................................23
CONSEILS DE CUISSON ...........................................................................................................24
EXEMPLES DE RÉGLAGE DES PUISSANCES DE CUISSON
..................................................................24
ENTRETIEN ET NETTOYAGE....................................................................................................24
QUE FAIRE EN CAS DE PROBLEME........................................................................................25
PROTECTION DE L’ENVIRONNEMENT....................................................................................25
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION ...........................................................................................26
CONNEXION ELECTRIQUE .......................................................................................................27
16
SECURITE
Précautions avant utilisation en cuisson
Retirez toutes les parties de l’emballage.L’installation et le branchement électrique de l’appareil sont à confier à des spécialistes
agrées. Le fabricant ne saurait être tenu responsable des dommages résultant d’une
erreur d’encastrement ou de raccordement.
L’appareil ne doit être utilisé que s’il est monté et installé dans un meuble et un plan de
travail homologué et adapté.
Son utilisation est uniquement destinée à l’usage domestique habituel (préparation des
aliments), à l’exclusion de toute autre utilisation domestique, commerciale ou industrielle.
 Enlevez toutes les étiquettes et autocollants du verre vitrocéramique.  Ne pas transformer ou modifier l’appareil.  La table de cuisson ne doit pas servir de support ou de plan de travail.  La sécurité n’est assurée que si l’appareil est raccordé à une terre de protection conforme
aux prescriptions en vigueur.
 Pour le raccordement au réseau électrique n’utilisez pas de rallonge. L’appareil ne doit pas être utilisé au-dessus d’un lave-vaisselle ou d’un sèche-linge : les
vapeurs d’eau dégagées pourraient détériorer l’électronique.
Utilisation de l’appareil
Coupez toujours les foyers après utilisation. Surveillez constamment les cuissons qui utilisent des graisses et des huiles, car elles sont
susceptibles de s’enflammer rapidement.
Prenez garde aux risques de brûlures pendant et après l’utilisation de l’appareil. Assurez-vous qu’aucun câble électrique d’appareil fixe ou mobile ne vienne en contact
avec la vitre ou la casserole chaude.
Ne jamais couvrir l’appareil d’un chiffon ou d’une feuille de protection. Il pourrait devenir
très chaud et prendre feu.
Cet appareil n'est pas destiné à être utilisé par des personnes (enfants y compris) ayant
des facultés physiques, sensorielles ou mentales réduites, ou un manque d'expérience et de connaissance, à moins qu'elles aient eu des explications concernant l'utilisation de l'appareil par une personne chargée de leur sécurité.
Les enfants doivent être informés pour s'assurer qu'ils ne jouent pas avec l'appareil.
17
Précautions pour ne pas détériorer l’appareil
Les casseroles à semelles brutes (fonte non émaillée,…) ou abîmées peuvent
endommager la vitrocéramique.
La présence de sable ou d’autres matériaux abrasifs peut endommager la vitrocéramique.  Evitez de faire chuter des objets, mêmes petits, sur la vitrocéramique.  Ne heurtez pas les bords de la vitre avec les casseroles.  S’assurer que la ventilation de l’appareil se fasse suivant les instructions du constructeur.  Ne posez pas ou ne pas laisser de casseroles vides sur la table de cuisson.  Eviter que le sucre, les matières synthétiques ou une feuille d’aluminium ne touchent les
zones chaudes. Ces substances peuvent au refroidissement provoquer des cassures ou d’autres modifications de la surface vitrocéramique: Eteindre l’appareil et enlevez-les immédiatement de la zone de cuisson encore chaude (attention : risque de brûlures).
Ne placez jamais de récipients chauds au dessus de la zone de commande. Si un tiroir est situé sous l’appareil encastré, assurer un écart suffisant (2 cm) entre le
contenu de ce tiroir et la partie inférieure de l’appareil afin d’assurer une bonne ventilation.
Ne déposez pas d’objets inflammables (ex. sprays) dans le tiroir placé sous la table de
cuisson. Les éventuels casiers à couverts doivent être en matériau résistant à la chaleur.
Précautions en cas de défaillance de l’appareil
Si un défaut est constaté, il faut débrancher l’appareil et couper l’alimentation électrique. En cas de fêlure ou de fissure de la vitrocéramique il faut impérativement débrancher
l’appareil du réseau électrique et prévenir le service après-vente.
Les réparations doivent être entreprises exclusivement par un personnel spécialisé.
N’ouvrez en aucun cas l’appareil vous-même.
ATTENTION : Si la surface vitrée est fissurée, coupez l’alimentation de l’appareil pour
éviter une éventuelle décharge électrique.
Autres protections
Assurez-vous que le récipient de cuisson soit toujours centré sur la zone de cuisson. Le
fond de la casserole doit autant que possible couvrir la zone de cuisson.
N’utilisez pas de récipients en matière synthétique ou en aluminium : ils pourraient fondre
sur des foyers encore chauds.
Loading...
+ 39 hidden pages