Nordland WD 10146 EL User Manual [de]

Gebruiksaanwijzing Benutzerinformation
Was-droogcombinatie
WD 10146 EL
Wasch-Trockner
2
INHOUD
Veiligheidsinformatie 2 Beschrijving van het product 4 Bedieningspaneel 5 Wasprogramma's 7 Automatische droogprogramma's 10 Tijdgestuurde droogprogramma's 10 Nuttige aanwijzingen en tips 11 Tips voor het drogen 12 Het eerste gebruik 13 Aanpassing aan persoonlijke wensen 13
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Belangrijk! Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
• De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke ver­eisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de vol­gende veiligheidsaanwijzingen te geven.
• Het is erg belangrijk dat deze gebruiks­aanwijzing bij de machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij het appa­raat blijft zodat de nieuwe eigenaar ken­nis kan nemen van de werking van het apparaat en de bijbehorende waarschu­wingen.
• U MOET deze gebruiksaanwijzing aan­dachtig doorlezen voordat u de machine te installeert of in gebruik neemt.
• Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde ma­chine aan. Als er onderdelen zijn bescha­digd, neem dan contact op met uw leve­rancier.
• Als de machine in de winter wordt afgele­verd, als de temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in ge­bruik neemt.
Dagelijks gebruik 14 Gebruik - Drogen 16 Gebruik - Wassen & Drogen 17 Onderhoud en reiniging 18 Problemen oplossen 21 Technische gegevens 23 Verbruikswaarden 24 Montage 24 Aansluiting aan het elektriciteitsnet 26 Milieubescherming 26
Wijzigingen voorbehouden
Algemene veiligheid
• Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te brengen aan dit apparaat.
• Tijdens wasprogramma's op hoge tem­peratuur kan het deurglas heet worden. Niet aanraken!
• Zorg ervoor dat kleine kinderen en huis­dieren niet in de trommel klimmen. Om dit te voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren.
• Voorwerpen als munten, veiligheidsspel­den, spijkers, schroeven, stenen of ande­re harde, scherpe materialen kunnen gro­te schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet in het apparaat terechtko­men.
• Gebruik alleen de aanbevolen hoeveel­heid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbe­velingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden.
• Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
• Gebruik uw wasautomaat niet om artike­len met baleinen, materialen zonder zoom of gescheurde materialen te was­sen.
• Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht.
• Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door
3
ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine ver­oorzaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag al­tijd om originele vervangingsonderdelen.
Installatie
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Controleer bij het uitpakken van het ap­paraat of dit niet is beschadigd. Gebruik het apparaat bij twijfel niet en neem con­tact op met de Klantenservice.
• Alle verpakkingsmaterialen en transport­bouten moeten vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
• Controleer na de installatie van het appa­raat of het niet op de toevoer- en af­voerslang staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
• Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stel­pootjes te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren.
• Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitin­gen.
• Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofdstuk "Bevriezingsgevaren.
• Eventuele voor de installatie van dit appa­raat noodzakelijke loodgieterswerkzaam­heden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
• Eventuele voor de installatie van het ap­paraat noodzakelijke elektrotechnische werkzaamheden, moeten worden uitge­voerd door een gekwalificeerde elektri­cien.
Gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor huishoude­lijk gebruik. Het is niet toegestaan het ap­paraat te gebruiken voor andere doelein­den dan waarvoor het is bestemd.
• Was en droog uitsluitend textiel dat ge­schikt is voor machinaal wassen en dro-
gen. Volg de instructies op het wasvoor­schrift in de kleding
• Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
• Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat al­le knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Be­handel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewas­sen.
• Kledingstukken die in aanraking zijn ge­weest met vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistof­fen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is ver­wijderd voordat u het in de machine doet.
• Daar sommige (dons)dekbedden vanwe­ge hun omvang gewassen/gedroogd moeten worden in grote commerciële machines, dient u bij de fabrikant van het artikel na te gaan of het geschikt is om gewassen te worden in een wasmachine voor huishoudelijk gebruik.
• Controleer altijd of er geen (weg­werp)aanstekers in de kleding zijn achter­gebleven.
• Droog nooit artikelen in de droger die in contact zijn geweest met chemicaliën zoals reinigingsvloeistof. Deze zijn vluch­tig en kunnen een explosie veroorzaken. Droog alleen artikelen in de droger die gewassen zijn in water of die gelucht moeten worden.
• Kunststof wasmiddeldoseerbolletjes mo­gen niet in de trommel achterblijven tij­dens de droogcyclus, omdat de kunst­stof niet bestand is tegen de hitte. Als u non-stop wilt wassen en drogen moet u de gewone wasmiddellade gebruiken.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
• Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasma­chine toegankelijk is.
4
Kinderbeveiliging
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinde­ren) met beperkte lichamelijke of verstan­delijke vermogens of een gebrek aan er­varing en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid ver­antwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het ap­paraat.
• Houd kinderen uit de buurt om te voorko­men dat ze met het apparaat spelen.
• De verpakkingsmaterialen (zoals plastic folie en polystyreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen - verstikkingsge­vaar! Houd deze materialen buiten het bereik van kinderen.
• Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
• Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren
Om deze functie te activeren draait u de knop (zonder deze in te drukken) aan de binnenkant van de deur naar rechts tot de groef horizontaal staat. Gebruik zo nodig
een muntstuk. niet in de trommel kunnen klimmen. Deze wasmachine beschikt over een speciale
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 Wasmiddellade 2 Bedieningspaneel 3 Deurhandgreep 4 Typeplaatje 5 Afvoerpomp 6 Verstelbare pootjes
functie om te voorkomen dat kinderen of huisdieren in het apparaat vast komen te zitten.
Om deze functie uit te schakelen zo­dat de deur weer kan worden geslo­ten, draait u de knop naar links tot de groef verticaal staat
1
2
3
4
5
6
Wasmiddellade
Vakje voor wasmiddel voor de voorwas­en inweekfase of voor vlekkenverwijderaar die gebruikt wordt tijdens de vlekkenverwij­deringsfase. Het voorwas- en inweekmiddel wordt het begin van het wasprogramma in­gespoeld. De vlekkenverwijderaar wordt tij­dens de VLEKKEN-fase ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar was­middel voor de hoofdwas. Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt, schenk dit net voor het begin van het programma in.
vakje voor vloeibare toevoegingen (was­verzachter, stijfsel). Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe­den en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje voor vloeibare toevoe­gingen worden gegoten voordat u het was­programma start.
BEDIENINGSPANEEL
Op de volgende pagina staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Hier ziet u de programmakeuzeknop en de verschillende toetsen, controlelampjes en het display. Deze onderdelen worden op de volgende pagina's met verwijzing naar de relevante nummers uitgelegd.
10 9
5
1 2 3 4 5 6 7 8
1 Programmakeuzeknop 2 Toets Centrifugeren (CENTRIFUGE-
REN)
3 Toets Autodrogen (DROOGTEGRAD) 4 Toets Droogtijd (DROOGTIJD) 5 Toets Extra kort (KORT)
6 Toets Extra spoelen (EXTRA SPOE-
LEN)
7 Toets Start/Pauze (START/PAUZE) 8 Toets Uitgestelde start (STARTUIT-
STEL)
6
9 Controlelampje deurvergrendeling
(DEURSLOT)
Tabel met symbolen
= Spoelstop , = Kinderslot, = Koud
1-8 Programmakeuzeknop, knop centrifugeersnelheid, droogtegraad en
-tijd en beschikbare opties Programmakeuzeknop
Hiermee kunt u het apparaat aan/uit scha­kelen en/of een programma selecteren.
Centrifugeren
Door deze toets in te drukken, kunt u de centrifugesnelheid van het geselecteerde programma wijzigen of de optie Spoelstop selecteren ( Spoelstop).
Spoelstop
Als u deze functie kiest, wordt het laatste spoelwater niet weggepompt om te voorko­men dat het wasgoed kreukelt. Voordat de deur wordt geopend, moet het water wor­den weggepompt. Om het water weg te pompen leest u paragraaf "Aan het einde van het programma".
Droogtegraad
Door middel van deze toets kunt u de ge­wenste droogtegraad voor katoen en syn­thetische stoffen kiezen:
• Kastdroog (katoen en synthetische stof­fen)
• Strijkdroog (katoen)
Het controlelampje dat correspondeert met de geselecteerde droogtegraad gaat bran­den
Droogtijd
Als u een tijdgestuurd droogprogramma wilt uitvoeren, drukt u op deze toets totdat de droogtijd die u wilt op het display verschijnt. Dit moet in overeenstemming zijn met het textiel (katoen of synthetica) die u wilt dro­gen. Voor katoen kunt u een droogtijd se­lecteren van 10 minuten tot 250 minuten (4.10) Voor synthetica kunt u een droogtijd selecteren van 10 minuten tot 130 minuten (2.10) Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten ver­hoogd.
10 Indicatie
Beschikbare keuzemogelijkheden: Kort
Kort programma voor licht vervuild was­goed, of voor was die alleen opgefrist moet worden. Wij adviseren u om een kleinere hoeveelheid was in de machine te doen.
Extra Spoelen
Dit apparaat is ontworpen om energie te besparen. Als het noodzakelijk is het was­goed te spoelen met een extra hoeveelheid water (extra spoelgang), kiest u deze optie. De machine voert enkele extra spoelgangen uit. Deze optie wordt aanbevolen voor per­sonen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
Start/Pauze
Met deze toets kunt u het geselecteerde programma starten of onderbreken.
Startuitstel
De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en ver­volgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitge­steld.
Deurslot
Het controlelampje 9 gaat aan als het pro­gramma start en geeft aan dat de deur kan worden geopend:
• lampje aan: de deur kan niet geopend worden. De machine is in werking of is gestopt, maar er zit nog water in de trommel.
• lampje uit: de deur kan nu geopend wor­den. Het programma is afgelopen of het water is weggepompt.
• lampje knippert: de deur opent na een paar minuten.
7
10 Display
10.1 10.2
Het display toont de volgende informatie:
10.1: Kinderslot
Met deze optie kunt u het apparaat onbe­heerd achterlaten terwijl het werkt
10.2: Duur van het gekozen programma
• Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld
). De duur wordt automatisch berekend op ba­sis van de aanbevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Gekozen droogtijd
• Nadat u een droogprogramma gekozen heeft, wordt de droogtijd in minuten of uren en minuten getoond. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Uitgestelde start
Het gekozen uitstel, ingesteld met de be­treffende toets, wordt gedurende enkele seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt de duur van het eerder gekozen programma De vertragingstijd neemt elk uur met eenheden van een uur af, daarna, wanneer er nog 1 uur res­teert, neemt de tijd af met eenheden van één minuut.
Alarmcodes
Als de werking van de wasautomaat pro­blemen oplevert, kunnen er alarmcodes
worden aangegeven, bijvoorbeeld (zie hoofdstuk «Wat moet u doen als...»)
Verkeerde optiekeuze
Indien een optie gekozen is die niet com­patibel is met het ingestelde waspro­gramma, wordt de melding Err geduren­de enkele seconden onder aan het dis­play weergegeven en begint het geïnte­greerde rode lampje van toets 7 te knip­peren.
Einde van het programma
• Als het programma is afgelopen wordt de knipperende nul (
) getoond, het con-
trolelampje 9 en het controlelampje van toets 7 gaan uit en de deur kan worden geopend.
WASPROGRAMMA'S
Programma – Maximale en minimale tempera­tuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifuge­snelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Katoen
90° - 60° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 6 kg - gereduceerde lading 3 kg
Wit katoen (zwaar tot normaal vervuild wasgoed). Katoen ECO
60° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren Max. belading 6 kg Wit en bont katoen (normaal vervuild wasgoed). Dit programma kan worden gekozen voor licht of nor­maal vervuilde katoenen artikelen. De temperatuur wordt verlaagd en de wastijd wordt verlengd. Hierdoor kunt u een goed wasresultaat bereiken en tegelijk energie besparen.
1)
Opties
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
KORT
EXTRA SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Wasmiddeldo-
seerbakje
8
Programma – Maximale en minimale tempera­tuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifuge­snelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Katoen ECO
40° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren Max. belading 6 kg Wit en bont katoen (licht vervuild wasgoed). Dit programma kan worden gekozen voor licht vervuil­de katoenen artikelen. De temperatuur wordt verlaagd en de wastijd wordt verlengd. Hierdoor kunt u een goed wasresultaat bereiken en tegelijk energie bespa­ren.
Katoen
40° - 30° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 6 kg - gereduceerde lading 3 kg
1)
Wit en kleurecht katoen (normaal tot licht vervuild wasgoed).
Katoen met voorwas
60° - 40° Voorwas - hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 6 kg - gereduceerde lading 3 kg
1)
Wit of bont katoen (zwaar tot normaal vervuild was­goed).
Synthetisch
60° - 30° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. belading 3 kg - gereduceerde lading 1,5 kg
1)
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, gekleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blouses.
Strijkvrij
40° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren Max. belading 1 kg Synthetische of gemengde stoffen: als deze optie wordt geselecteerd wordt het wasgoed behoedzaam gewassen en gecentrifugeerd om kreuken te voorko­men. Op deze manier is strijken gemakkelijker. Boven­dien zal de machine een extra spoelgang uitvoeren.
Fijne was
40° - 30° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 700 toeren
Max. belading 3 kg - gereduceerde belading 1,5
1)
kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
Opties
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
KORT
EXTRA SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
KORT
EXTRA SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
KORT
EXTRA SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
SPOELSTOP
KORT
EXTRA SPOELEN
Wasmiddeldo-
seerbakje
2)
9
Programma – Maximale en minimale tempera­tuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifuge­snelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Wol/Handwas
40° - Koud Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren Max. belading 2 kg Wasprogramma voor wol die in de machine kan wor­den gewassen en met de hand wasbare wol en kwetsbare stoffen. Opmerking! Een enkel of groot stuk wasgoed kan een onbalans van de trommel tot gevolg hebben. Als de machine de laatste centrifuge­fase niet uitvoert, voeg dan meer wasgoed toe, ver­deel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens het centrifugeprogramma.
Jeans
40° Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1200 toeren Max. belading 3 kg Met dit programma is het mogelijk om kleding te was­sen zoals broeken, overhemden of jacks van spijker­stof en truien die uit hi-tech-materialen bestaan Op- merking!De optie Extra spoelen (Extra Spoelen) wordt automatisch geactiveerd.
Sport
40° Voorwas - hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren Max. belading 2,5 kg Dit programma is geschikt voor het wassen van sterk vervuilde sportkleding. De machine voert automatisch een voorwasfase uit alvorens te beginnen met de hoofdwas, om moddervlekken te verwijderen.
Spoelen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren Max. belading 6 kg Met dit programma is het mogelijk om katoenen kle­dingstukken die met de hand gewassen zijn, uit te spoelen en te centrifugeren. De machine voert 3 spoelgangen uit, gevolgd door een laatste, lange cen­trifugegang.
Pompen
Water wegpompen Max. belading 6 kg Om het laatste spoelwater af te voeren bij program­ma's die stoppen met water in de trommel.
Opties
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Wasmiddeldo-
seerbakje
10
Programma – Maximale en minimale tempera­tuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifuge­snelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Centrifugeren
Pompen en lang centrifugeren Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren Max. belading 6 kg Aparte centrifugegang voor kledingstukken die met de hand gewassen moeten worden en na programma’s die eindigen met water in de trommel. U kunt de cen­trifugeersnelheid met behulp van de betreffende toets verlagen voor stoffen die niet maximaal gecentrifu­geerd mogen worden.
O/UIT
Om het lopende programma te annuleren of om de machine uit te schakelen.
1) Als u de optie Extra kort selecteert (Extra kort) door op toets 5 te drukken, raden we u aan de maximale belading te beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, kan er geen programma met VOORWAS geselecteerd worden.
Opties
CENTRIFUGEREN
Wasmiddeldo-
seerbakje
AUTOMATISCHE DROOGPROGRAMMA'S
Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor­den opgeborgen
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor­den opgeborgen
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden
Katoen en linnen (badjas­sen, badhanddoeken, enz.)
Synthetische en gemeng-
de weefsels (truien, blouses,
ondergoed, huishoudlinnen)
Katoen en linnen (lakens,
tafelkleden, overhemden,
enz.)
3 kg
2 kg
3 kg
TIJDGESTUURDE DROOGPROGRAMMA'S
Droogheidsgraad Soort weefsel
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die on­gestreken worden opgeborgen
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die on­gestreken worden opgeborgen
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die ge­streken moeten worden
1) Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor katoen voor de gegevens die op het energielabels staan worden getest door maximale belading in twee gelijke delen te verdelen en deze elk met DROOGTIJD te drogen.
1)
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
Synthetische en
gemengde stoffen
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden,
overhemden, enz.)
Te drogen
wasgoed
4 kg 3 kg
1,5 kg
2 kg 1 kg
4 kg 3 kg
1,5 kg
Centrifu-
gesnelheid
1400
900
1400
Aangeraden
droogtijd in
minuten
140-160
80-90 40-50
70-80 35-45
110-130
65-75 35-45
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiket­ten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fabrikant. Sor­teer het wasgoed als volgt: wit, bont, syn­thetisch, fijne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen. Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste keer dan ook apart. Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange riemen vast. Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen. Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta. Behandel vitrage met speciale zorg. Verwij­der haken of stop ze in een zak of net.
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvo­rens het kledingstuk te wassen. Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uit­wassen. Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; herhaal de be­handeling enkele keren. Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek. Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt.
11
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Gras: licht inzepen en de vlek met bleek­middel behandelen (alleen witte en kleur­echte weefsels). Balpeninkt en lijm: bevochtig met ace-
1)
, leg het kledingstuk op een zachte
ton doek en dep de vlek. Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Rode wijn: laten inweken in water en was­middel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoe­len. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het
1)
type inkt eerst met aceton
en dan met azijnzuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daar­na grondig uitspoelen. Teervlekken: eerst behandelen met vlek­kenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzi­ne, vervolgens inwrijven met reinigingspas­ta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het ge­bruik van de juiste hoeveelheden om ver­spilling te voorkomen en het milieu te spa­ren. Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn be­vatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze balans van de na­tuur kunnen verstoren. De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling. Alle in de handel verkrijgbare machinewas­middelen kunnen in deze machine worden gebruikt:
• waspoeder voor alle soorten weefsels;
• waspoeder voor tere weefsels (60°C
max) en wol;
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
12
• vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmidde­len moeten in het juiste vakje van de was­middellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recir­culatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe­den en overschrijd het «MAX» teken in
de wasmiddellade niet. Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangen af van het type weefsel,
TIPS VOOR HET DROGEN
De droogcyclus voorbereiden
De droger werkt op het principe van con­densatie.
Daarom moet de waterkraan open staan en moet de afvoerslang, ook ge­durende de droogcyclus, in een goot­steen of een afvoerpijp geplaatst zijn. Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet u de hoeveelheid gewassen artikelen ver­minderen, teneinde goede resultaten te ver­krijgen.
Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger
• Bijzonder tere artikelen zoals syntheti­sche gordijnen, wol en zijde, kleding met metalen onderdelen, nylon kousen, om­vangrijke kledingstukken zoals anoraks, spreien, gewatteerde dekens, slaapzak­ken en dekbedden mogen niet in de ma­chine gedroogd worden.
• Droog donkere kleding niet tegelijk met licht gekleurde pluizige voorwerpen als handdoeken, want donkere kleding kan dan pluis aantrekken.
• Verwijder het wasgoed wanneer het ap­paraat klaar is met drogen.
de hoeveelheid wasgoed, de mate van ver­vuiling en de hardheid van het water. Volg de instructies van de wasmiddelenfa­brikant over de te gebruiken hoeveelheden. Gebruik minder wasmiddel als:
• als u een kleine lading wast;
• het wasgoed licht vervuild is;
• er veel schuimvorming is tijdens het was­sen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassifi­ceerd in zogenaamde hardheidsgraden. In­formatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetreffende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid middelmatig of hoog is, ra­den we aan een waterontharder toe te voe­gen, waarbij u altijd de instructies van de fa­brikant opvolgt. Als de hardheid van het water zacht is, pas dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
• Om statische lading na het drogen te voorkomen gebruikt u een wasverzachter in de wasmachine of een speciaal voor wasdrogers verkrijgbare wasverzachter.
• Kledingstukken gevoerd met schuimrub­ber of op schuimrubber lijkend materiaal mogen niet in de machine gedroogd wor­den; dit kan brandgevaar opleveren.
• Evenmin mogen stoffen die resten bevat­ten van haarversteviger of haarlak, nagel­lakremover en dergelijke gedroogd wor­den in de machine om de vorming van schadelijke dampen te voorkomen.
De wasmiddelen en nabehandelingsmidde­len moeten in het juiste vakje van de was­middellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recir­culatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe­den en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet.
13
Wasvoorschriften in de kleding
Volg voor het drogen de aanwijzingen van de fabrikant op het label op:
= mag in de wasdroger
= Drogen op hoge temperatuur
= Drogen op lage temperatuur
= Niet geschikt voor de wasdroger.
Duur droogcyclus
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
• toerental van de laatste centrifugegang
• gewenste droogtegraad (strijkdroog, kastdroog)
• soort wasgoed
• gewicht van de hoeveelheid wasgoed.
De gemiddelde droogtijd voor een tijdge­stuurd droogprogramma vindt u in het
hoofdstuk "Droogprogramma's". De erva­ring zal u helpen uw wasgoed op de meest geschikte wijze te drogen, afhankelijk van de verschillende weefsels. Maak wat aante­keningen over de duur van het drogen van reeds uitgevoerde cycli.
Extra drogen
Als het wasgoed nog vochtig is na afloop van het droogprogramma, kies dan nog een korte droogcyclus.
Waarschuwing! Laat het wasgoed niet te droog worden om te voorkomen dat kledingstukken erg gekreukt raken of krimpen.
HET EERSTE GEBRUIK
• Zorg ervoor dat de elektrische aan­sluiting en de wateraansluiting vol­doen aan de installatie-instructies.
• Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel.
• Laat, voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt, het katoenpro-
gramma op de hoogste temperatuur draaien zonder wasgoed in de ma­chine, zodat eventuele fabricageres­ten uit de trommel en de kuip wor­den verwijderd. Giet een halve maat­beker wasmiddel in het vakje voor de hoofdwas en start de machine.
AANPASSING AAN PERSOONLIJKE WENSEN
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een akoes­tisch alarm, dat in de volgende gevallen te horen zal zijn:
• aan het einde van een cyclus
• als er een storing is Door voor ongeveer 6 seconden gelijktijdig te drukken op 4 en 5 , wordt het geluidssig­naal uitgeschakeld (behalve bij problemen met de werking). Door nogmaals op deze 2 toetsen te drukken, wordt het geluidssig­naal weer ingeschakeld
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het appa­raat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen
zorgen te maken dat kinderen gewond ra­ken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
1. Voor het drukken op de toets 7: de ma-
chine kan niet gestart worden
2. Na drukken op de toets 7: ingestelde
programma's of opties kunnen niet ver-
anderd worden Om deze optie in- of uit te schakelen tegelij­kertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de toetsen 2 en 3 drukken tot het picto-
gram
verschijnt of verdwijnt.
14
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
Open de deur voor­zichtig door de handgreep naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mo­gelijk uit. Sluit de vuldeur.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten. Meet de vereiste hoeveelheid wasmiddel af, giet het vervolgens in het
vak voor de hoofdwas vak als het geselecteerde programma/de optie dit vereist (zie voor meer informatie "Wasmiddeldoseervakje") Giet indien gewenst wasverzachter in het
vakje niet de markering "MAX" in de lade over­schrijden). Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig in.
Selecteer het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1)
Draai de programmakeuzeknop op het ge­wenste programma. Het groene controlelampje van toets 7 gaat knipperen. De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid.
Draai de keuzeknop op stand programma te resetten/om de machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de keuzeknop op stand worden, om de machine uit te schake-
len.
(de gebruikte hoeveelheid mag
of in een ander
om het
gedraaid
Belangrijk! Wanneer u de
programmakeuzeknop naar een ander programma draait wanneer de machine in bedrijf is, zal het rode controlelampje van knop 7 3 keer knipperen en wordt de meldingErr op het display weergegeven om een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
Selecteer de centrifugeersnelheid door op toets 2 te drukken
Wanneer het gewenste programma is ge­kozen, stelt uw machine automatisch het maximale centrifugetoerental voor dat pro­gramma voor. (Zie "Wasprogramma's" voor de maximaal toegestane centrifugesnel­heid). Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed op een andere snelheid wordt gecentrifugeerd. Het desbetreffende lampje gaat branden
Selecteer de beschikbare opties door op de toetsen 5 en 6 te drukken
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd wor­den. Deze functies moeten geselecteerd worden, nadat u het gewenste programma gekozen heeft en voordat het programma start. Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende controlelampjes aan. Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit. Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het geïntegreerde rode controlelampje van toets 7 3 keer en verschijnt het bericht Err. Zie voor de mogelijke combinaties van was­programma's en opties hoofdstuk «Was-
programma's». Start het programma door te drukken
op toets 7
Druk op deze toets om het geselecteerde programma te starten. Het bijbehorende groene controlelampje stopt met knipperen. Het controlelampje 9 gaat branden om aan te geven dat het apparaat begint te werken en dat de deur vergrendeld is. Als u een uitgestelde start gekozen heeft, begint de machine af te tellen.
15
Belangrijk! Als een onjuiste optie is geselecteerd, wordt de melding Err een paar seconden weergegeven en het rode controlelampje van deze knop knippert 3 keer.
Kies het Startuitstel met toets 8.
Druk als u de start wilt uitstellen voordat u het programma start op deze toets om het gewenste uitstel te selecteren. De geselecteerde starttijd verschijnt een paar seconden op het display, daarna ver­schijnt de duur van het programma weer U moet deze optie kiezen nadat u het pro­gramma hebt ingesteld en voordat u het programma start U kunt de uitgestelde start te allen tijde an­nuleren of wijzigen, voordat u op toets 7 drukt. De uitgestelde start kiezen:
1. Kies het programma en de gewenste opties.
2. Kies het Startuitstel met toets 8.
3. Druk op de toets 7:
- de machine begint de tijd af te tellen in uren.
- het programma zal beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen.
De uitgestelde start annuleren nadat u het programma gestart heeft:
1. Zet de wasmachine op PAUZE door te drukken op toets 7.
2. Druk eenmaal op toets 8. Op het display verschijnt
'.
3. Druk nogmaals op toets 7 om het pro­gramma te starten.
Belangrijk!
• Het gekozen uitstel kan alleen worden
veranderd nadat u het wasprogramma opnieuw hebt gekozen.
• De deur blijft gedurende het uitstel ver-
grendeld. Als u de deur toch wilt openen, moet u de wasmachine eerst op PAUZE zetten door op toets 7 te drukken en een paar minuten te wachten. Nadat u de deur weer gesloten heeft drukt u weer op dezelfde toets.
Belangrijk! De functie STARTUITSTEL kan niet worden geselecteerd bij het
afpompprogramma.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert Voordat u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine laten pauzeren door op de toets 7 te drukken. U kunt een lopend programma alleen ver­anderen door het te resetten Draai de pro-
grammakeuzeknop eerst op
en dan op de stand van het nieuwe programma. Start het nieuwe programma door weer op toets 7 te drukken. Het water in de kuip zal niet worden weg­gepompt
Een programma onderbreken
Druk op toets 7 om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende controle­lampje gaat knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te
starten. Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op
om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
De deur openen nadat het programma is gestart
Zet de machine eerst op pauzeren door op toets 7 te drukken. Als het lampje 9 uit gaat, kan de deur geo­pend worden. Als het controlelampje 9 aanblijft, betekent dit dat de machine al aan het opwarmen is of dat het waterniveau te hoog is. Probeer in ieder geval de deur niet te forceren! Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u de machine uit
door de keuzeknop op
te draaien. Na een paar minuten kan de deur worden geo­pend.
(Let op het waterniveau en de tempera­tuur!).
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma opnieuw selecteren en op de toets 7 drukken.
aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch. De knippe­rende
verschijnt op het display, het con-
16
trolelampje van toets 7 en het controle­lampje 9 gaat uit. Als een programma of een optie is gekozen waarbij water in de trommel achterblijft, blijft het controlelampje 9 aan en blijft de deur vergrendeld om aan te geven dat er water weggepompt moet worden voordat de deur geopend wordt. Volg onderstaande instructies om het water af te pompen:
1.
Zet de programmakeuzeknop op
2. Kies het programma pompen of centri­fugeren.
3. Verlaag indien nodig de centrifugesnel­heid met de betreffende toets.
.
GEBRUIK - DROGEN
Alleen drogen
Let op!
De aanbevolen lading bedraagt 3 kg voor katoen en linnen en 2 kg voor synthetica.
Door te drukken op de toets Droogtijd kan er max. 4 kg katoenen wasgoed worden gedroogd (zie de tabel «Droog­programma»).
Let op!
De waterkraan moet open staan en de afvoerslang moet in de gootsteen ge­plaatst zijn of op de afvoerpijp aange­sloten zijn.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Selecteer voor optimale droogresultaten een centrifugeercyclus op het maximaal toegestane centrifugesnelheid voor het type wasgoed.
3. Selecteer het droogprogramma voor ka­toen of synthetica in de sector DROGEN van de programmakeuzeknop.
4. Als u automatisch drogen wilt selecte­ren (alleen voor katoen en synthetica), drukt u op de toets 3 totdat het contro­lelampje dat correspondeert met de ge­wenste droogtegraad gaat branden.
5. Als u tijdgestuurd drogen wilt selecte­ren, drukt u op de toets 4 totdat de ge­wenste tijd verschijnt op het display (zie de tabel «Droogprogramma»). Telkens als u deze toets indrukt wordt de droog­tijd met 5 minuten verlengd.
4. Druk op toets 7. Aan het einde van het programma wordt de deur vrijgegeven en kan hij worden geo­pend Draai de programmakeuzeknop op om de machine uit te schakelen. Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer goed of de trommel helemaal leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur openstaan om vorming van schim­mel en onaangename luchtjes te voorko­men.
De programmeertijd zal automatisch met enkele minuten verlengd worden.
6. Druk op toets 7 om het programma te
starten. De resterende tijd wordt elke minuut bijgewerkt.
7. Aan het einde van het programma klinkt er een zoemer De knipperende
schijnt op het display. Het controlelamp­je 9 gaat branden. De laatste 10 minuten van de droogcy­clus voert het apparaat een antikreukfa­se uit. Gedurende deze periode is de deur vergrendeld. Op het display knip-
.
pert Aan het einde van de antikreukfase gaat het controlelampje van de deur 9 uit.
Als u de deur vóór of tijdens de anti­kreukfase toch wilt openen, of het pro­gramma wilt onderbreken, druk dan op een willekeurige toets of draai de pro­grammakeuzeknop naar een willekeurig
programma (behalve naar
8.
Draai de keuzeknop naar stand de machine uit te schakelen.
9. Haal al het wasgoed uit de trommel.
ver-
).
om
17
De verschillende soorten katoenen stof (handdoeken, lakens, shirts enz.) of wasgoed dat wordt opgerold tijdens het centrifugeren kan leiden tot gedeel­telijke droging. In het uitzonderlijke ge-
GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
NON-STOP-programma - Wassen en Automatisch drogen
De maximale lading bedraagt 3 kg voor ka­toen en 2 kg voor synthetica.
Let op! Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een wasverzachter toe.
3. Schakel de machine in door de keuze­knop op het gekozen wasprogramma/ stof te zetten.
4. Selecteer de gewenste opties door mid­del van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centri­fugetoerental dat lager is dan de snelheid die de machine heeft voorgesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo ener­gie te besparen.
Het verlagen van het centrifugetoerental is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u "drogen" gekozen heeft. Voor katoen en synthetica is de laagste waarde die u kunt instellen 900 t.p.m.
5. Stel de drooggraad in door te drukken op toets 3. Het display toont de hele duur van het wasprogramma en de ge­selecteerde droogcyclus.
6. Start het programma door te drukken op toets 7. De resterende tijd wordt elke minuut bijgewerkt op het display.
7. Draai aan het einde van het programma de programmakeuzeknop op stand
om de machine uit te schakelen. De trommel legen.
NON-STOP-programma - Wassen en Tijdgestuurd drogen
De aanbevolen lading bedraagt 3 kg voor katoen en 2 kg voor synthetica.
val dat aan het einde van de cyclus het wasgoed nog een beetje nat is, raden we aan de opgerolde stukken open te vouwen, deze gelijkmatig te verdelen in de trommel en een extra droogcyclus van 20-30 minuten te selecteren.
Het is ook mogelijk om tot 4 kg katoe­nen wasgoed te drogen (zie de tabel «Droogprogramma»).
Let op! Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma uitvoert.
1. Doe het wasgoed in de machine en voeg wasmiddel en wasverzachter toe.
2. Schakel de machine in door de keuze­knop op het gekozen wasprogramma/ stof te zetten.
3. Selecteer de gewenste opties door mid­del van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centri­fugetoerental dat lager is dan de snelheid die de machine heeft voorgesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo ener­gie te besparen.
Het verlagen van het centrifugetoerental is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u "drogen" gekozen heeft. De laagste waarden die u kunt selecte­ren is 900 tpm voor katoen en syntheti­ca en 700 tpm voor fijne was.
4. Selecteer de droogtijd door te drukken op knop 4. Het display toont de hele duur van het wasprogramma en de ge­selecteerde droogcyclus.
5. Start het programma door te drukken op toets 7. De resterende tijd wordt elke minuut bijgewerkt op het display.
6. Draai aan het einde van het programma de programmakeuzeknop op O om de machine uit te schakelen en verwijder het wasgoed.
Loading...
+ 39 hidden pages