Veiligheidsinformatie 2
Beschrijving van het product 4
Bedieningspaneel 5
Wasprogramma's 7
Automatische droogprogramma's 10
Tijdgestuurde droogprogramma's 10
Nuttige aanwijzingen en tips 11
Tips voor het drogen 12
Het eerste gebruik 13
Aanpassing aan persoonlijke wensen 13
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Belangrijk! Zorgvuldig lezen en voor
toekomstige raadpleging bewaren.
• De veiligheid van uw apparaat voldoet
aan de voorschriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot de veiligheid
van apparaten Wij vinden echter dat wij,
als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
• Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat
u later nog eens iets kunt nalezen. Als het
apparaat aan iemand anders verkocht of
geschonken wordt, of als u verhuist en
de machine achterlaat, zorg er dan voor
dat de gebruiksaanwijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werking van het
apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
• U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine
te installeert of in gebruik neemt.
• Controleer uw machine op eventuele
schade, die ontstaan kan zijn tijdens het
transport, voordat u hem in gebruik
neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier.
• Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet
de wasmachine 24 uur in een ruimte met
kamertemperatuur voordat u hem in gebruik neemt.
Dagelijks gebruik 14
Gebruik - Drogen 16
Gebruik - Wassen & Drogen 17
Onderhoud en reiniging 18
Problemen oplossen 21
Technische gegevens 23
Verbruikswaarden 24
Montage 24
Aansluiting aan het elektriciteitsnet 26
Milieubescherming 26
Wijzigingen voorbehouden
Algemene veiligheid
• Het is gevaarlijk om de specificaties te
wijzigen of om te proberen op enigerlei
wijze veranderingen aan te brengen aan
dit apparaat.
• Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden.
Niet aanraken!
• Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de trommel klimmen. Om
dit te voorkomen dient u de trommel vóór
het gebruik te controleren.
• Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere harde, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen
en mogen niet in het apparaat terechtkomen.
• Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u
te veel doseert, kunnen kledingstukken
beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking
tot de hoeveelheden.
• Was kleine artikelen zoals sokken, veters,
wasbare ceintuurs enz. in een waszak of
kussensloop, omdat deze tussen de kuip
en de trommel terecht kunnen komen.
• Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder
zoom of gescheurde materialen te wassen.
• Trek na gebruik, reiniging en onderhoud
van de machine altijd de stekker uit het
stopcontact en draai de kraan dicht.
• Probeer in geen geval zelf de machine te
repareren. Reparaties uitgevoerd door
3
ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel
of ernstige schade aan de machine veroorzaken. Neem contact op met een
Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele vervangingsonderdelen.
Installatie
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig
als u het apparaat verplaatst.
• Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik
het apparaat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice.
• Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden
verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan
dit ernstige schade aan het product en
andere eigendommen tot gevolg hebben.
Zie het desbetreffende hoofdstuk in de
gebruiksaanwijzing.
• Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang staat en of het werkblad het
aansluitsnoer niet platdrukt tegen de
muur.
• Als het apparaat op een tapijtvloer wordt
geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast om de
lucht onder het apparaat toch goed te
kunnen laten circuleren.
• Let er altijd op of er na de installatie geen
water lekt uit de slangen en de aansluitingen.
• Als het apparaat geïnstalleerd is op een
plaats waar het kan vriezen, lees dan het
hoofdstuk "Bevriezingsgevaren.
• Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde loodgieter.
• Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische
werkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
• Was en droog uitsluitend textiel dat geschikt is voor machinaal wassen en dro-
gen. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding
• Doe niet te veel wasgoed in de machine.
Zie de "Wasprogramma"-tabel.
• Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te
zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle knopen en ritsen dicht zijn. Was geen
gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en
gras eerst voordat u artikelen met dit
soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's
mogen NIET machinaal worden gewassen.
• Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten
mogen niet in de machine gewassen
worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen
dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in de machine doet.
• Daar sommige (dons)dekbedden vanwege hun omvang gewassen/gedroogd
moeten worden in grote commerciële
machines, dient u bij de fabrikant van het
artikel na te gaan of het geschikt is om
gewassen te worden in een wasmachine
voor huishoudelijk gebruik.
• Controleer altijd of er geen (wegwerp)aanstekers in de kleding zijn achtergebleven.
• Droog nooit artikelen in de droger die in
contact zijn geweest met chemicaliën
zoals reinigingsvloeistof. Deze zijn vluchtig en kunnen een explosie veroorzaken.
Droog alleen artikelen in de droger die
gewassen zijn in water of die gelucht
moeten worden.
• Kunststof wasmiddeldoseerbolletjes mogen niet in de trommel achterblijven tijdens de droogcyclus, omdat de kunststof niet bestand is tegen de hitte. Als u
non-stop wilt wassen en drogen moet u
de gewone wasmiddellade gebruiken.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit
het stopcontact; maar aan de stekker
zelf.
• Gebruik de wasmachine nooit als het
aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het
werkblad of de sokkel beschadigd zijn,
waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk is.
4
Kinderbeveiliging
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht
gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van
een dergelijke persoon instructie hebben
ontvangen over het gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• De verpakkingsmaterialen (zoals plastic
folie en polystyreen) kunnen een gevaar
opleveren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het
bereik van kinderen.
• Berg alle wasmiddelen op een veilige
plaats, buiten het bereik van kinderen,
op.
• Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren
Om deze functie te
activeren draait u
de knop (zonder
deze in te drukken)
aan de binnenkant
van de deur naar
rechts tot de groef
horizontaal staat.
Gebruik zo nodig
een muntstuk.
niet in de trommel kunnen klimmen. Deze
wasmachine beschikt over een speciale
functie om te voorkomen dat kinderen of
huisdieren in het apparaat vast komen te
zitten.
Om deze functie uitte schakelen zodat de deur weer
kan worden gesloten, draait u de
knop naar links tot
de groef verticaal
staat
1
2
3
4
5
6
Wasmiddellade
Vakje voor wasmiddel voor de voorwasen inweekfase of voor vlekkenverwijderaar
die gebruikt wordt tijdens de vlekkenverwijderingsfase. Het voorwas- en inweekmiddel
wordt het begin van het wasprogramma ingespoeld. De vlekkenverwijderaar wordt tijdens de VLEKKEN-fase ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas. Als u vloeibaar
wasmiddel gebruikt, schenk dit net voor
het begin van het programma in.
vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" teken in de
wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel
moeten in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden gegoten voordat u het wasprogramma start.
BEDIENINGSPANEEL
Op de volgende pagina staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Hier ziet u de
programmakeuzeknop en de verschillende toetsen, controlelampjes en het display.
Deze onderdelen worden op de volgende pagina's met verwijzing naar de relevante
nummers uitgelegd.
1-8 Programmakeuzeknop, knop
centrifugeersnelheid, droogtegraad en
-tijd en beschikbare opties
Programmakeuzeknop
Hiermee kunt u het apparaat aan/uit schakelen en/of een programma selecteren.
Centrifugeren
Door deze toets in te drukken, kunt u de
centrifugesnelheid van het geselecteerde
programma wijzigen of de optie Spoelstop
selecteren ( Spoelstop).
Spoelstop
Als u deze functie kiest, wordt het laatste
spoelwater niet weggepompt om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Voordat de
deur wordt geopend, moet het water worden weggepompt. Om het water weg te
pompen leest u paragraaf "Aan het einde
van het programma".
Droogtegraad
Door middel van deze toets kunt u de gewenste droogtegraad voor katoen en synthetische stoffen kiezen:
• Kastdroog (katoen en synthetische stoffen)
• Strijkdroog (katoen)
Het controlelampje dat correspondeert met
de geselecteerde droogtegraad gaat branden
Droogtijd
Als u een tijdgestuurd droogprogramma wilt
uitvoeren, drukt u op deze toets totdat de
droogtijd die u wilt op het display verschijnt.
Dit moet in overeenstemming zijn met het
textiel (katoen of synthetica) die u wilt drogen. Voor katoen kunt u een droogtijd selecteren van 10 minuten tot 250 minuten
(4.10) Voor synthetica kunt u een droogtijd
selecteren van 10 minuten tot 130 minuten
(2.10) Telkens als u deze toets indrukt
wordt de droogtijd met 5 minuten verhoogd.
10 Indicatie
Beschikbare keuzemogelijkheden:
Kort
Kort programma voor licht vervuild wasgoed, of voor was die alleen opgefrist moet
worden. Wij adviseren u om een kleinere
hoeveelheid was in de machine te doen.
Extra Spoelen
Dit apparaat is ontworpen om energie te
besparen. Als het noodzakelijk is het wasgoed te spoelen met een extra hoeveelheid
water (extra spoelgang), kiest u deze optie.
De machine voert enkele extra spoelgangen
uit. Deze optie wordt aanbevolen voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen
en in gebieden waar het water erg zacht is.
Start/Pauze
Met deze toets kunt u het geselecteerde
programma starten of onderbreken.
Startuitstel
De start van het hoofdwasprogramma kan
met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervolgens steeds met 1 uur tot een maximum
van 20 uur met deze toets worden uitgesteld.
Deurslot
Het controlelampje 9 gaat aan als het programma start en geeft aan dat de deur kan
worden geopend:
• lampje aan: de deur kan niet geopend
worden. De machine is in werking of is
gestopt, maar er zit nog water in de
trommel.
• lampje uit: de deur kan nu geopend worden. Het programma is afgelopen of het
water is weggepompt.
• lampje knippert: de deur opent na een
paar minuten.
7
10 Display
10.110.2
Het display toont de volgende informatie:
10.1: Kinderslot
Met deze optie kunt u het apparaat onbeheerd achterlaten terwijl het werkt
10.2:
Duur van het gekozen programma
•
Nadat u een programma gekozen heeft,
wordt de tijdsduur in uren en minuten
weergegeven (bijvoorbeeld
). De
duur wordt automatisch berekend op basis van de aanbevolen maximale lading
voor elk type wasgoed. Na de start van
het programma wordt de resterende tijd
elke minuut bijgewerkt.
Gekozen droogtijd
•
Nadat u een droogprogramma gekozen
heeft, wordt de droogtijd in minuten of
uren en minuten getoond. Na de start
van het programma wordt de resterende
tijd elke minuut bijgewerkt.
• Uitgestelde start
Het gekozen uitstel, ingesteld met de betreffende toets, wordt gedurende enkele
seconden op het display weergegeven,
daarna verschijnt de duur van het eerder
gekozen programma De vertragingstijd
neemt elk uur met eenheden van een uur
af, daarna, wanneer er nog 1 uur resteert, neemt de tijd af met eenheden van
één minuut.
• Alarmcodes
Als de werking van de wasautomaat problemen oplevert, kunnen er alarmcodes
worden aangegeven, bijvoorbeeld
(zie hoofdstuk «Wat moet u doen als...»)
• Verkeerde optiekeuze
Indien een optie gekozen is die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma, wordt de melding Err gedurende enkele seconden onder aan het display weergegeven en begint het geïntegreerde rode lampje van toets 7 te knipperen.
Einde van het programma
•
Als het programma is afgelopen wordt de
knipperende nul (
) getoond, het con-
trolelampje 9 en het controlelampje van
toets 7 gaan uit en de deur kan worden
geopend.
WASPROGRAMMA'S
Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Wit katoen (zwaar tot normaal vervuild wasgoed).
Katoen ECO
60°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 6 kg
Wit en bont katoen (normaal vervuild wasgoed).
Dit programma kan worden gekozen voor licht of normaal vervuilde katoenen artikelen. De temperatuur
wordt verlaagd en de wastijd wordt verlengd. Hierdoor
kunt u een goed wasresultaat bereiken en tegelijk
energie besparen.
1)
Opties
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
KORT
EXTRA SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Wasmiddeldo-
seerbakje
8
Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Katoen ECO
40°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 6 kg
Wit en bont katoen (licht vervuild wasgoed).
Dit programma kan worden gekozen voor licht vervuilde katoenen artikelen. De temperatuur wordt verlaagd
en de wastijd wordt verlengd. Hierdoor kunt u een
goed wasresultaat bereiken en tegelijk energie besparen.
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed,
gekleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden,
blouses.
Strijkvrij
40°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. belading 1 kg
Synthetische of gemengde stoffen: als deze optie
wordt geselecteerd wordt het wasgoed behoedzaam
gewassen en gecentrifugeerd om kreuken te voorkomen. Op deze manier is strijken gemakkelijker. Bovendien zal de machine een extra spoelgang uitvoeren.
Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Wol/Handwas
40° - Koud
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. belading 2 kg
Wasprogramma voor wol die in de machine kan worden gewassen en met de hand wasbare wol en
kwetsbare stoffen. Opmerking! Een enkel of groot
stuk wasgoed kan een onbalans van de trommel tot
gevolg hebben. Als de machine de laatste centrifugefase niet uitvoert, voeg dan meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens
het centrifugeprogramma.
Jeans
40°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 1200 toeren
Max. belading 3 kg
Met dit programma is het mogelijk om kleding te wassen zoals broeken, overhemden of jacks van spijkerstof en truien die uit hi-tech-materialen bestaan Op-merking!De optie Extra spoelen (Extra Spoelen)
wordt automatisch geactiveerd.
Sport
40°
Voorwas - hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren
Max. belading 2,5 kg
Dit programma is geschikt voor het wassen van sterk
vervuilde sportkleding. De machine voert automatisch
een voorwasfase uit alvorens te beginnen met de
hoofdwas, om moddervlekken te verwijderen.
Spoelen
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 6 kg
Met dit programma is het mogelijk om katoenen kledingstukken die met de hand gewassen zijn, uit te
spoelen en te centrifugeren. De machine voert 3
spoelgangen uit, gevolgd door een laatste, lange centrifugegang.
Pompen
Water wegpompen
Max. belading 6 kg
Om het laatste spoelwater af te voeren bij programma's die stoppen met water in de trommel.
Opties
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Wasmiddeldo-
seerbakje
10
Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid – Maximale belading - Type wasgoed
Centrifugeren
Pompen en lang centrifugeren
Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren
Max. belading 6 kg
Aparte centrifugegang voor kledingstukken die met de
hand gewassen moeten worden en na programma’s
die eindigen met water in de trommel. U kunt de centrifugeersnelheid met behulp van de betreffende toets
verlagen voor stoffen die niet maximaal gecentrifugeerd mogen worden.
O/UIT
Om het lopende programma te annuleren of om de
machine uit te schakelen.
1) Als u de optie Extra kort selecteert (Extra kort) door op toets 5 te drukken, raden we u aan de maximale belading
te beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, kan er geen programma met VOORWAS geselecteerd worden.
Opties
CENTRIFUGEREN
Wasmiddeldo-
seerbakje
AUTOMATISCHE DROOGPROGRAMMA'S
DroogheidsgraadSoort weefselMax. belading
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten
worden
Katoen en linnen (badjassen, badhanddoeken, enz.)
Synthetische en gemeng-
de weefsels (truien, blouses,
ondergoed, huishoudlinnen)
Katoen en linnen (lakens,
tafelkleden, overhemden,
enz.)
3 kg
2 kg
3 kg
TIJDGESTUURDE DROOGPROGRAMMA'S
DroogheidsgraadSoort weefsel
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen
Kastdroog
Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden
1) Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor katoen voor de gegevens die op
het energielabels staan worden getest door maximale belading in twee gelijke delen te verdelen en deze elk met
DROOGTIJD te drogen.
1)
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
Synthetische en
gemengde stoffen
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden,
overhemden, enz.)
Te drogen
wasgoed
4 kg
3 kg
1,5 kg
2 kg
1 kg
4 kg
3 kg
1,5 kg
Centrifu-
gesnelheid
1400
900
1400
Aangeraden
droogtijd in
minuten
140-160
80-90
40-50
70-80
35-45
110-130
65-75
35-45
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en
de wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch, fijne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit
kan in de was zijn "witheid" verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als
zij de eerste keer worden gewassen; was
dit soort kleding de eerste keer dan ook
apart.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of
lange riemen vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het
wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een
speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net.
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken
niet kunnen worden verwijderd met alleen
water en wasmiddel. Het is daarom aan te
bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met
koud water. Laat opgedroogde vlekken een
nacht in water met een speciaal wasmiddel
inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met
wasbenzine, leg het kledingstuk op een
zachte doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de
vlek met terpentine, leg het kledingstuk op
een zacht oppervlak en dep de vlek met de
vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water
of een roestverwijderingsproduct dat koud
wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude
roestvlekken omdat de cellulosestructuur in
dat geval beschadigd zal zijn en de kans
groot is dat de vlek een gat wordt.
11
Schimmelvlekken: behandel de vlek met
bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte
en kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met ace-
1)
, leg het kledingstuk op een zachte
ton
doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton
zoals hierboven, vervolgens de vlekken met
brandspiritus behandelen. Behandel evt.
achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met
azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen
met bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het
1)
type inkt eerst met aceton
en dan met
azijnzuur; behandel evt. achtergebleven
sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, vervolgens inwrijven met reinigingspasta.
Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk
van de keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote
hoeveelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van
het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.),
de kleur, wastemperatuur en de mate van
vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden
gebruikt:
• waspoeder voor alle soorten weefsels;
• waspoeder voor tere weefsels (60°C
max) en wol;
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
12
• vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur
(60°C max) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan voordat het
wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder
voorwas te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik
van geconcentreerd wasmiddel mogelijk
maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX» teken in
de wasmiddellade niet.
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid
wasmiddel hangen af van het type weefsel,
TIPS VOOR HET DROGEN
De droogcyclus voorbereiden
De droger werkt op het principe van condensatie.
Daarom moet de waterkraan open
staan en moet de afvoerslang, ook gedurende de droogcyclus, in een gootsteen of een afvoerpijp geplaatst zijn.
Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet
u de hoeveelheid gewassen artikelen verminderen, teneinde goede resultaten te verkrijgen.
Wasgoed dat niet geschikt is voor de
droger
• Bijzonder tere artikelen zoals synthetische gordijnen, wol en zijde, kleding met
metalen onderdelen, nylon kousen, omvangrijke kledingstukken zoals anoraks,
spreien, gewatteerde dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden.
• Droog donkere kleding niet tegelijk met
licht gekleurde pluizige voorwerpen als
handdoeken, want donkere kleding kan
dan pluis aantrekken.
• Verwijder het wasgoed wanneer het apparaat klaar is met drogen.
de hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
• als u een kleine lading wast;
• het wasgoed licht vervuild is;
• er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie over de hardheid van het water in
uw omgeving kan worden verkregen bij het
desbetreffende waterleidingbedrijf. Als de
waterhardheid middelmatig of hoog is, raden we aan een waterontharder toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant opvolgt. Als de hardheid van het
water zacht is, pas dan de hoeveelheid
wasmiddel aan.
• Om statische lading na het drogen te
voorkomen gebruikt u een wasverzachter
in de wasmachine of een speciaal voor
wasdrogers verkrijgbare wasverzachter.
• Kledingstukken gevoerd met schuimrubber of op schuimrubber lijkend materiaal
mogen niet in de machine gedroogd worden; dit kan brandgevaar opleveren.
• Evenmin mogen stoffen die resten bevatten van haarversteviger of haarlak, nagellakremover en dergelijke gedroogd worden in de machine om de vorming van
schadelijke dampen te voorkomen.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan voordat het
wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder
voorwas te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik
van geconcentreerd wasmiddel mogelijk
maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" teken inde wasmiddellade niet.
13
Wasvoorschriften in de kleding
Volg voor het drogen de aanwijzingen van
de fabrikant op het label op:
•
= mag in de wasdroger
•
= Drogen op hoge temperatuur
•
= Drogen op lage temperatuur
•
= Niet geschikt voor de wasdroger.
Duur droogcyclus
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
• toerental van de laatste centrifugegang
• gewenste droogtegraad (strijkdroog,
kastdroog)
• soort wasgoed
• gewicht van de hoeveelheid wasgoed.
De gemiddelde droogtijd voor een tijdgestuurd droogprogramma vindt u in het
hoofdstuk "Droogprogramma's". De ervaring zal u helpen uw wasgoed op de meest
geschikte wijze te drogen, afhankelijk van
de verschillende weefsels. Maak wat aantekeningen over de duur van het drogen van
reeds uitgevoerde cycli.
Extra drogen
Als het wasgoed nog vochtig is na afloop
van het droogprogramma, kies dan nog
een korte droogcyclus.
Waarschuwing! Laat het wasgoed
niet te droog worden om te
voorkomen dat kledingstukken erg
gekreukt raken of krimpen.
HET EERSTE GEBRUIK
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies.
• Verwijder het polystyreenblok en evt.
andere materialen uit de trommel.
• Laat, voordat u de machine voor de
eerste keer gebruikt, het katoenpro-
gramma op de hoogste temperatuur
draaien zonder wasgoed in de machine, zodat eventuele fabricageresten uit de trommel en de kuip worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel in het vakje voor de
hoofdwas en start de machine.
AANPASSING AAN PERSOONLIJKE WENSEN
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een akoestisch alarm, dat in de volgende gevallen te
horen zal zijn:
• aan het einde van een cyclus
• als er een storing is
Door voor ongeveer 6 seconden gelijktijdig
te drukken op 4 en 5 , wordt het geluidssignaal uitgeschakeld (behalve bij problemen
met de werking). Door nogmaals op deze 2
toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer ingeschakeld
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen
zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de
machine niet in werking is
Er zijn twee manieren om deze optie in te
stellen:
1. Voor het drukken op de toets 7: de ma-
chine kan niet gestart worden
2. Na drukken op de toets 7: ingestelde
programma's of opties kunnen niet ver-
anderd worden
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op
de toetsen 2 en 3 drukken tot het picto-
gram
verschijnt of verdwijnt.
14
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
Open de deur voorzichtig door de
handgreep naar
buiten te trekken.
Doe het wasgoed
stuk voor stuk in de
trommel; schud het
eerst zo goed mogelijk uit. Sluit de
vuldeur.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk
naar buiten. Meet de vereiste hoeveelheid
wasmiddel af, giet het vervolgens in het
vak voor de hoofdwas
vak als het geselecteerde programma/de
optie dit vereist (zie voor meer informatie
"Wasmiddeldoseervakje")
Giet indien gewenst wasverzachter in het
vakje
niet de markering "MAX" in de lade overschrijden). Schuif de wasmiddellade er
weer voorzichtig in.
Selecteer het gewenste programma
met de programmakeuzeknop (1)
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma.
Het groene controlelampje van toets 7 gaat
knipperen. De programmakeuzeknop kan
met de klok mee of tegen de klok in worden
gedraaid.
Draai de keuzeknop op stand
programma te resetten/om de machine uit
te schakelen.
Aan het einde van het programma moet
de keuzeknop op stand
worden, om de machine uit te schake-
len.
(de gebruikte hoeveelheid mag
of in een ander
om het
gedraaid
Belangrijk! Wanneer u de
programmakeuzeknop naar een ander
programma draait wanneer de machine in
bedrijf is, zal het rode controlelampje van
knop 7 3 keer knipperen en wordt de
meldingErr op het display weergegeven om
een onjuiste keuze aan te geven. De
machine zal het nieuw gekozen programma
niet uitvoeren.
Selecteer de centrifugeersnelheid door
op toets 2 te drukken
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het
maximale centrifugetoerental voor dat programma voor. (Zie "Wasprogramma's" voor
de maximaal toegestane centrifugesnelheid).
Druk herhaaldelijk op deze toets om de
centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt
dat uw wasgoed op een andere snelheid
wordt gecentrifugeerd. Het desbetreffende
lampje gaat branden
Selecteer de beschikbare opties door
op de toetsen 5 en 6 te drukken
Afhankelijk van het programma, kunnen er
verschillende functies gecombineerd worden. Deze functies moeten geselecteerd
worden, nadat u het gewenste programma
gekozen heeft en voordat het programma
start. Als deze toetsen worden ingedrukt,
gaan de bijbehorende controlelampjes aan.
Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de
controlelampjes uit. Als er een verkeerde
optie is gekozen, knippert het geïntegreerde
rode controlelampje van toets 7 3 keer en
verschijnt het bericht Err.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk «Was-
programma's».
Start het programma door te drukken
op toets 7
Druk op deze toets om het geselecteerde
programma te starten. Het bijbehorende
groene controlelampje stopt met knipperen.
Het controlelampje 9 gaat branden om aan
te geven dat het apparaat begint te werken
en dat de deur vergrendeld is.
Als u een uitgestelde start gekozen heeft,
begint de machine af te tellen.
15
Belangrijk! Als een onjuiste optie is
geselecteerd, wordt de melding Err een
paar seconden weergegeven en het rode
controlelampje van deze knop knippert 3
keer.
Kies het Startuitstel met toets 8.
Druk als u de start wilt uitstellen voordat u
het programma start op deze toets om het
gewenste uitstel te selecteren.
De geselecteerde starttijd verschijnt een
paar seconden op het display, daarna verschijnt de duur van het programma weer
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u het
programma start
U kunt de uitgestelde start te allen tijde annuleren of wijzigen, voordat u op toets 7
drukt.
De uitgestelde start kiezen:
1. Kies het programma en de gewenste
opties.
2. Kies het Startuitstel met toets 8.
3. Druk op de toets 7:
- de machine begint de tijd af te tellen in
uren.
- het programma zal beginnen als het
gekozen uitstel is afgelopen.
De uitgestelde start annuleren nadat u het
programma gestart heeft:
1. Zet de wasmachine op PAUZE door te
drukken op toets 7.
2. Druk eenmaal op toets 8. Op het display
verschijnt
'.
3. Druk nogmaals op toets 7 om het programma te starten.
Belangrijk!
• Het gekozen uitstel kan alleen worden
veranderd nadat u het wasprogramma
opnieuw hebt gekozen.
• De deur blijft gedurende het uitstel ver-
grendeld. Als u de deur toch wilt openen,
moet u de wasmachine eerst op PAUZE
zetten door op toets 7 te drukken en een
paar minuten te wachten. Nadat u de
deur weer gesloten heeft drukt u weer op
dezelfde toets.
Belangrijk! De functie STARTUITSTEL kan
niet worden geselecteerd bij het
afpompprogramma.
Een optie of lopend programma
wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen
voordat het programma deze uitvoert
Voordat u iets kunt veranderen, moet u de
wasmachine laten pauzeren door op de
toets 7 te drukken.
U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten Draai de pro-
grammakeuzeknop eerst op
en dan op
de stand van het nieuwe programma. Start
het nieuwe programma door weer op toets
7 te drukken.
Het water in de kuip zal niet worden weggepompt
Een programma onderbreken
Druk op toets 7 om een lopend programma
te onderbreken, het bijbehorende controlelampje gaat knipperen. Druk nogmaals op
de toets om het programma opnieuw te
starten.
Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op
om een lopend
programma te annuleren. U kunt nu een
nieuw programma kiezen.
De deur openen nadat het programma
is gestart
Zet de machine eerst op pauzeren door op
toets 7 te drukken.
Als het lampje 9 uit gaat, kan de deur geopend worden.
Als het controlelampje 9 aanblijft, betekent
dit dat de machine al aan het opwarmen is
of dat het waterniveau te hoog is. Probeer
in ieder geval de deur niet te forceren!
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit
toch nodig is, schakelt u de machine uit
door de keuzeknop op
te draaien. Na
een paar minuten kan de deur worden geopend.
(Let op het waterniveau en de temperatuur!).
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het
programma opnieuw selecteren en op de
toets 7 drukken.
aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch. De knipperende
verschijnt op het display, het con-
16
trolelampje van toets 7 en het controlelampje 9 gaat uit.
Als een programma of een optie is gekozen
waarbij water in de trommel achterblijft, blijft
het controlelampje 9 aan en blijft de deur
vergrendeld om aan te geven dat er water
weggepompt moet worden voordat de deur
geopend wordt.
Volg onderstaande instructies om het water
af te pompen:
1.
Zet de programmakeuzeknop op
2. Kies het programma pompen of centrifugeren.
3. Verlaag indien nodig de centrifugesnelheid met de betreffende toets.
.
GEBRUIK - DROGEN
Alleen drogen
Let op!
De aanbevolen lading bedraagt 3 kg voor
katoen en linnen en 2 kg voor synthetica.
Door te drukken op de toets Droogtijd
kan er max. 4 kg katoenen wasgoed
worden gedroogd (zie de tabel «Droogprogramma»).
Let op!
De waterkraan moet open staan en de
afvoerslang moet in de gootsteen geplaatst zijn of op de afvoerpijp aangesloten zijn.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Selecteer voor optimale droogresultaten
een centrifugeercyclus op het maximaal
toegestane centrifugesnelheid voor het
type wasgoed.
3. Selecteer het droogprogramma voor katoen of synthetica in de sector DROGEN
van de programmakeuzeknop.
4. Als u automatisch drogen wilt selecteren (alleen voor katoen en synthetica),
drukt u op de toets 3 totdat het controlelampje dat correspondeert met de gewenste droogtegraad gaat branden.
5. Als u tijdgestuurd drogen wilt selecteren, drukt u op de toets 4 totdat de gewenste tijd verschijnt op het display (zie
de tabel «Droogprogramma»). Telkens
als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd.
4. Druk op toets 7.
Aan het einde van het programma wordt de
deur vrijgegeven en kan hij worden geopend Draai de programmakeuzeknop op
om de machine uit te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel en
controleer goed of de trommel helemaal
leeg is. Als u niet van plan bent om nog een
was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat
de deur openstaan om vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
De programmeertijd zal automatisch
met enkele minuten verlengd worden.
6. Druk op toets 7 om het programma te
starten. De resterende tijd wordt elke
minuut bijgewerkt.
7. Aan het einde van het programma klinkt
er een zoemer De knipperende
schijnt op het display. Het controlelampje 9 gaat branden.
De laatste 10 minuten van de droogcyclus voert het apparaat een antikreukfase uit. Gedurende deze periode is de
deur vergrendeld. Op het display knip-
.
pert
Aan het einde van de antikreukfase gaat
het controlelampje van de deur 9 uit.
Als u de deur vóór of tijdens de antikreukfase toch wilt openen, of het programma wilt onderbreken, druk dan op
een willekeurige toets of draai de programmakeuzeknop naar een willekeurig
programma (behalve naar
8.
Draai de keuzeknop naar stand
de machine uit te schakelen.
9. Haal al het wasgoed uit de trommel.
ver-
).
om
17
De verschillende soorten katoenen stof
(handdoeken, lakens, shirts enz.) of
wasgoed dat wordt opgerold tijdens
het centrifugeren kan leiden tot gedeeltelijke droging. In het uitzonderlijke ge-
GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
NON-STOP-programma - Wassen en
Automatisch drogen
De maximale lading bedraagt 3 kg voor katoen en 2 kg voor synthetica.
Let op! Maak geen gebruik van een
wasmiddeldoseerbol als u een
was- en droogprogramma uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een wasverzachter
toe.
3. Schakel de machine in door de keuzeknop op het gekozen wasprogramma/
stof te zetten.
4. Selecteer de gewenste opties door middel van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centrifugetoerental dat lager is dan de
snelheid die de machine heeft
voorgesteld om een te lange
droogtijd te voorkomen en zo energie te besparen.
Het verlagen van het centrifugetoerental
is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u
"drogen" gekozen heeft.
Voor katoen en synthetica is de laagste
waarde die u kunt instellen 900 t.p.m.
5. Stel de drooggraad in door te drukken
op toets 3. Het display toont de hele
duur van het wasprogramma en de geselecteerde droogcyclus.
6. Start het programma door te drukken
op toets 7. De resterende tijd wordt elke
minuut bijgewerkt op het display.
7. Draai aan het einde van het programma
de programmakeuzeknop op stand
om de machine uit te schakelen. De
trommel legen.
NON-STOP-programma - Wassen en
Tijdgestuurd drogen
De aanbevolen lading bedraagt 3 kg voor
katoen en 2 kg voor synthetica.
val dat aan het einde van de cyclus het
wasgoed nog een beetje nat is, raden
we aan de opgerolde stukken open te
vouwen, deze gelijkmatig te verdelen in
de trommel en een extra droogcyclus
van 20-30 minuten te selecteren.
Het is ook mogelijk om tot 4 kg katoenen wasgoed te drogen (zie de tabel
«Droogprogramma»).
Let op! Maak geen gebruik van een
wasmiddeldoseerbol als u een
was- en droogprogramma uitvoert.
1. Doe het wasgoed in de machine en
voeg wasmiddel en wasverzachter toe.
2. Schakel de machine in door de keuzeknop op het gekozen wasprogramma/
stof te zetten.
3. Selecteer de gewenste opties door middel van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centrifugetoerental dat lager is dan de
snelheid die de machine heeft
voorgesteld om een te lange
droogtijd te voorkomen en zo energie te besparen.
Het verlagen van het centrifugetoerental
is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u
"drogen" gekozen heeft.
De laagste waarden die u kunt selecteren is 900 tpm voor katoen en synthetica en 700 tpm voor fijne was.
4. Selecteer de droogtijd door te drukken
op knop 4. Het display toont de hele
duur van het wasprogramma en de geselecteerde droogcyclus.
5. Start het programma door te drukken
op toets 7. De resterende tijd wordt elke
minuut bijgewerkt op het display.
6. Draai aan het einde van het programma
de programmakeuzeknop op O om de
machine uit te schakelen en verwijder
het wasgoed.
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.