Nokia ORO User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia Oro
Uitgave 1.0
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 5
Aan de slag 7
Toetsen en onderdelen 7 De SIM-kaart plaatsen 9 Een geheugenkaart plaatsen of verwijderen 10 De batterij plaatsen 11 Opladen 12 Het apparaat in- of uitschakelen 14 Uw apparaat voor de eerste keer gebruiken 14 Apparaat instellen 15 Contacten of foto's van uw oude apparaat kopiëren 15 De toetsen en het scherm vergrendelen of ontgrendelen 16 Antennelocaties 17 Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen 17 Headset 18 Een draadloze hoofdtelefoon aansluiten 18 Ovi Store van Nokia bezoeken 18 De gebruikershandleiding op het apparaat gebruiken 19
Nokia Ovi Suite installeren op uw pc 19
Basistoepassing 20
Handelingen aanraakscherm 20 Interactieve elementen van het startscherm 23 Schakelen tussen geopende toepassingen 24 Tekst invoeren 25 Schermsymbolen 28
Het waarschuwingslampje laten knipperen bij gemiste oproepen of berichten 29 Zaklantaarn 29 Op uw apparaat en op het internet zoeken 30 Uw apparaat offline gebruiken 30 Levensduur van de batterij verlengen 31 Oorspronkelijke instellingen herstellen 32
Aanpassen 33
Profielen 33 Het thema wijzigen 34 Startscherm 34 Uw toepassingen indelen 37 Een spelletje, toepassing of ander item downloaden 38
Telefoon 39
Een telefoonnummer bellen 39 Een oproep beantwoorden 39 Een oproep weigeren 39 Een contact bellen 39 Een oproep dempen 40 Een wachtende oproep beantwoorden 40 Een video-oproep plaatsen 40 Een video-oproep beantwoorden 42 Een video-oproep weigeren 42 Een conferentiegesprek voeren 42 De nummers bellen die u het meest gebruikt 43 Met uw stem een nummer kiezen 44 Oproepen plaatsen via internet 44 Het laatst gekozen nummer bellen 45 Een telefoongesprek opnemen 45 Dempen door te draaien 46 Gemiste oproepen weergeven 46 Uw voicemailbox bellen 47
Inhoudsopgave 3
Oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of naar een ander telefoonnummer 47 Voorkomen dat er oproepen worden geplaatst of ontvangen 48 Alleen oproepen naar bepaalde nummers toestaan 48 Video delen 49
Contacten 51
Informatie over Contacten 51 Telefoonnummers en e-mailadressen opslaan 51 Het nummer van een ontvangen oproep of bericht opslaan 52 Snel contact opnemen met uw belangrijkste contacten 52 Een foto voor een contact toevoegen 52 Een beltoon instellen voor een specifiek contact 53 Uw contactgegevens verzenden via Mijn kaart 53 Een contactgroep maken 54 Een bericht verzenden aan een groep mensen 54 Contacten kopiëren van de SIM-kaart naar uw apparaat 54 Een back-up van uw contacten plaatsen bij Ovi by Nokia 54
Berichten 55
Informatie over Berichten 55 Een bericht verzenden 55 Een bericht naar een contact verzenden 56 Een audiobericht verzenden 56 Berichten ontvangen 56 Een conversatie weergeven 57 Een SMS-bericht beluisteren 58 De taal wijzigen 58
E-mail 59
E-mail 59 E-mails openen van het startscherm 62
Internet 62
Over de webbrowser 62 Op internet surfen 62 Een bookmark toevoegen 63 Abonneren op een webfeed 63 Gebeurtenissen in de buurt ontdekken 64 Onleesbare tekens tijdens het browsen 64
Sociale netwerken 64
Over Sociale netwerken 64 De statusupdates van uw vrienden in één weergave bekijken 65 Uw status plaatsen op socialenetwerkdiensten 65 Uw online vrienden koppelen aan hun contactgegevens 66 De statusupdates van uw vrienden weergeven in het startscherm 66 Een foto of video uploaden naar een dienst 66 Uw locatie als onderdeel van uw statusupdate delen 67 Contact opnemen met een vriend van een socialenetwerkdienst 67 Een gebeurtenis toevoegen aan de agenda van uw apparaat 68
Camera 68
Informatie over de camera 68 Een foto nemen 68 Locatiegegevens opslaan bij uw foto's en video's 69 Een foto in het donker nemen 69 Foto- en videotips 70 Een video opnemen 70 Een foto of video versturen. 71
4 Inhoudsopgave
Uw foto's en video's 72
Informatie over Foto's 72 Foto's en video's weergeven 72 Gemaakte foto's bewerken 73 Video-editor 73 Een foto die u hebt genomen, afdrukken 74 Foto's en video's op een tv weergeven 75
Video's en tv 75
Video's 75
Muziek en audio 76
Muziekspeler 76 Over Ovi Muziek 79 Beveiligde inhoud 80 Geluiden opnemen 80 Muziek afspelen op een radio 80 FM-radio 81
Kaarten 83
Naar een bestemming navigeren 83 Mijn positie 84 Zoeken 88 Favorieten 89 Inchecken 92 Rijden en wandelen 93 Feedback bij Kaarten 97 Onjuiste kaartinformatie melden 98
Office 98
Quickoffice 98 PDF-documenten lezen 99 Berekeningen maken 99 Notities schrijven 99 Woorden vertalen van de ene taal in de andere 100 ZIP-bestanden openen of maken 100
Apparaatbeheer 106
Uw apparaatsoftware en toepassingen up-to-date houden 106 Bestanden beheren 108 Beschikbaar geheugen vergroten zodat u meer inhoud kunt toevoegen 110 Toepassingen beheren 110 Inhoud synchroniseren 111 Contacten of foto's kopiëren tussen apparaten 113 Uw apparaat beschermen 114 Uw apparaat klaarmaken om te recyclen 115
Connectiviteit 115
Internetverbindingen 115 Draadloos LAN 117 NFC 118 Bluetooth 120 USB-gegevenskabel 123 Uw bestanden op een extern station opslaan 125 Een netwerkverbinding verbreken 126
Meer informatie vinden 126
Ondersteuning 126
Toegangscodes 127
Het milieu beschermen 128
Energie besparen 128 Recyclen 128
Product- en veiligheidsinformatie 129
Index 137
Tijdbeheer 101
Klok 101 Agenda 103
Veiligheid 5

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Schakel het apparaat uit wanneer het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan of wanneer dit storingen of gevaar kan opleveren, bijvoorbeeld in vliegtuigen, in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houd u aan alle lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden altijd uw handen vrij om het voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

BATTERIJEN, LADERS EN ANDERE TOEBEHOREN

Gebruik alleen batterijen, laders en andere toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Sluit geen incompatibele producten aan.

HOUD HET APPARAAT DROOG

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
6 Veiligheid

GLAZEN ONDERDELEN

De voorkant van het apparaat is van glas gemaakt. Dit glas kan breken als het apparaat op een hard oppervlak valt of als er veel kracht op wordt uitgeoefend. Als het glas breekt, moet u de glazen onderdelen van het apparaat niet aanraken of proberen het gebroken glas uit het apparaat te verwijderen. Gebruik het apparaat niet totdat het glazen onderdeel door bevoegd personeel vervangen is.

GEHOORSCHADE VOORKOMEN

Luister naar een hoofdtelefoon met een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.

Aan de slag

Toetsen en onderdelen Bovenkant
1 Micro-USB-aansluiting
Wordt ook gebruikt om de batterij op te laden.
2 Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) 3 Aan/uit-toets

Voorkant

Aan de slag 7
1 Oorstuk 2 Beltoets 3 Microfoon 4 Menutoets 5 Eindetoets 6 Camera vooraan
8 Aan de slag

Zijkanten

1 Toets voor volume omhoog/inzoomen 2 Spraaktoets 3 Toets voor volume omlaag/uitzoomen 4 Toetsvergrendelingsschakelaar/Zaklamptoets 5 Cameratoets

Achterkant

1 Luidspreker 2 Camera achteraan. Verwijder de beschermende plakband van de lens voordat u de
camera gebruikt.
3 Flitser 4 Tweede microfoon 5 Gaatje voor polsband
Aan de slag 9

Aanraakscherm

Raak het scherm licht met uw vingertoppen aan om uw apparaat te bedienen. Het scherm reageert niet wanneer u uw nagels gebruikt.
Als uw vingertoppen koud zijn, kan het gebeuren dat het scherm niet reageert als u het aanraakt.
Belangrijk: Voorkom dat er krassen ontstaan op het aanraakscherm. Gebruik
nooit een echte pen, een potlood of een ander scherp voorwerp voor het aanraakscherm.

Antigeluid

Als u uit een lawaaierige omgeving belt, filtert uw apparaat achtergrondgeluid uit om uw stem duidelijker te laten klinken voor de persoon aan de ander kant van de lijn.
Antigeluid is niet beschikbaar als u de luidspreker of een headset gebruikt.
Voor de beste ruisonderdrukking, houdt u het apparaat met het hoorgedeelte tegen uw oor en de hoofdmicrofoon tegen uw mond. De tweede microfoon aan de achterkant van het apparaat niet afdekken.

De SIM-kaart plaatsen

Volg de instructies zorgvuldig om te voorkomen dat u de achtercover beschadigt.
1 U opent de achtercover door deze naar de bovenkant van het apparaat te schuiven.
2 Een SIM-kaart plaatsen. Zorg ervoor dat het contactgebied van de kaart naar boven
is gericht.
10 Aan de slag
Schuif de kaart naar binnen tot deze vast klikt.
3 Als u de achtercover wilt terugplaatsen, brengt u de vergrendelpalletjes op gelijke
hoogte met hun bijbehorende sleuven en schuift u de cover naar de onderkant van het apparaat.
U klikt de cover vast door er met twee vingers op te drukken; plaats één vinger boven de cameralens en flitser plaats één vinger onder het Nokia-logo.

Een geheugenkaart plaatsen of verwijderen

Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Een geheugenkaart plaatsen
1 Schakel het apparaat uit. 2 Verwijder de achtercover van het apparaat.
Aan de slag 11
3 Als de batterij is geplaatst, tilt u deze uit het apparaat.
4 Plaats een compatibele geheugenkaart in de sleuf. Zorg ervoor dat het
contactgebied van de kaart omlaag is gericht.
5 Schuif de kaart naar binnen totdat deze vastklikt. 6 Plaats de batterij en achtercover terug. Controleer of de cover goed is gesloten.
U kunt high-definition video's opnemen met uw apparaat. Als u een video opneemt naar een geheugenkaart, moet u voor optimale prestaties snelle microSD-kaarten van hoge kwaliteit en van bekende fabrikanten gebruiken. De aanbevolen microSD-kaartklasse is 4 (32 Mbit/seconde (4 MB/seconde)) of hoger.
Een geheugenkaart verwijderen
1 Schakel het apparaat uit. 2 Verwijder de achtercover van het apparaat. 3 Als de batterij is geplaatst, tilt u deze uit het apparaat. 4 Duw de kaart naar binnen tot u een klik hoort. 5 Trek de kaart eruit.

De batterij plaatsen

1 U opent de achtercover door deze naar de bovenkant van het apparaat te schuiven.
12 Aan de slag
2 Plaats de batterij terug (let op de positie van de contactpunten).
3 Als u de achtercover wilt terugplaatsen, brengt u de vergrendelpalletjes op gelijke
hoogte met hun bijbehorende sleuven en schuift u de cover naar de onderkant van het apparaat.
U klikt de cover vast door er met twee vingers op te drukken; plaats één vinger boven de cameralens en flitser plaats één vinger onder het Nokia-logo.
Opladen De batterij opladen
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar moet wellicht opnieuw worden opgeladen voordat u het apparaat voor het eerst kunt inschakelen.
Als het apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1
Aan de slag 13
2
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij­indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Als u de batterij lange tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Tip: U kunt ook een compatibele USB-gegevenskabel gebruiken om de batterij op te laden.

De batterij opladen via USB

Uw batterij is leeg, maar u hebt geen lader bij u? U kunt een compatibele USB­gegevenskabel gebruiken om het apparaat te verbinden met een compatibel apparaat, zoals een computer.
Let er bij het aansluiten of losmaken van de kabel van de lader goed op dat u de aansluiting van de lader niet breekt.
U kunt het apparaat gebruiken terwijl het bezig is met opladen. Als het apparaat bijvoorbeeld met een computer is verbonden, kunt u het synchroniseren.
14 Aan de slag
Opladen via USB kan langer duren en u kunt het apparaat mogelijk niet meteen gebruiken. Het opladen werkt mogelijk niet als u aansluit met een USB-hub zonder stroomvoorziening. Uw apparaat laadt sneller op wanneer het rechtstreeks met een stopcontact is verbonden.

Het apparaat in- of uitschakelen

Inschakelen
Houd de aan/uit-toets
Uitschakelen
Houd de aan/uit-toets

Uw apparaat voor de eerste keer gebruiken

Uw apparaat leidt u door de eerste installatie, wanneer u uw SIM-kaart plaatst en voor het eerst uw apparaat inschakelt. Maak een Nokia-account aan, als u alle Ovi-diensten van Nokia wilt gebruiken. U kunt ook uw contacten en andere inhoud van uw vorige apparaat kopiëren en u abonneren voor het ontvangen van nuttig tips en trucs.
Als u een Nokia-account wilt aanmaken, hebt u een internetverbinding nodig. Neem voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht contact op met uw serviceprovider. Als u geen verbinding met internet kunt maken, kunt u later een account aanmaken.
Tip: Ga naar www.ovi.com om uw Nokia-account op internet te maken en te beheren.
Meld u aan, als u al een Nokia-account hebt.
Tip: Uw wachtwoord vergeten? U kunt het aanvragen door het in een e-mail of SMS­bericht naar u te laten verzenden.
Gebruik de toepassing Tel.overdracht om uw inhoud te kopiëren, zoals:
Contacten
Berichten
Foto's en video's
ingedrukt totdat u het apparaat voelt trillen.
ingedrukt.
Aan de slag 15
Persoonlijke instellingen
Wanneer u uw e-mailaccount instelt, kunt u instellen dat uw inbox wordt weergegeven op uw startscherm, zodat u eenvoudig u e-mail kunt bekijken.
Druk op de oproeptoets als u tijdens het instellen een alarmnummer moet kiezen.

Apparaat instellen

Als u bepaalde basisinstellingen voor uw apparaat wilt definiëren, selecteert u de Install.
v tel. snelkoppeling een ander startscherm door naar links of naar rechts te vegen.
Met Install. v tel. kunt u het volgende doen:
Contacten, foto's en andere inhoud van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren
Uw apparaat aanpassen door de beltoon en het thema te wijzigen
E-mail instellen
De apparaatsoftware bijwerken
Als u de instellingen later wilt definiëren, kunt u ook Menu > Toepassingen >
Instrum. > Install. v tel. selecteren.

Contacten of foto's van uw oude apparaat kopiëren

Wilt u belangrijke informatie kopiëren vanaf uw vorige compatibele Nokia-apparaat en snel gebruik gaan maken van uw nieuwe apparaat? Gebruik de toepassing Tel.overdracht om gratis items zoals contacten, agenda-items en foto's naar uw nieuwe apparaat te kopiëren.
Uw vorige Nokia-apparaat moet Bluetooth ondersteunen.
Selecteer Menu > Toepassingen > Instrum. > Install. v tel. en Gegevensoverdr..
die zich op een van de startschermen bevindt. Schakel naar
16 Aan de slag
Als uw vorige Nokia-apparaat niet beschikt over de applicatie Tel.overdracht, stuurt uw nieuwe apparaat het in een bericht via Bluetooth. Open het bericht op uw vorige apparaat en volg de instructies, als u de applicatie wilt installeren.
1 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en koppel de apparaten.
Bluetooth moet worden geactiveerd.
2 Als voor het andere apparaat een toegangscode vereist is, voert u deze in. De
toegangscode, die u zelf mag definiëren, moet in beide apparaten worden ingevoerd. Sommige apparaten hebben een vaste toegangscode. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat voor meer informatie.
De toegangscode is alleen geldig voor de huidige verbinding.
3 Selecteer de inhoud en OK.

De toetsen en het scherm vergrendelen of ontgrendelen

Om te voorkomen dat u per ongeluk iemand belt terwijl de telefoon in uw zak of tas zit, kunt u de toetsen en het scherm van de telefoon vergrendelen.
Verschuif de toetsvergrendelingsschakelaar.
Tip: U kunt ook op de menutoets drukken en Ontgrndln selecteren.
Aan de slag 17
De toetsen en het scherm instellen op automatisch vergrendelen
1 Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Weergave > Time-out scherm/
ttsnblok..
2 Geef op hoe lang het moet duren voordat het scherm en de toetsen automatisch
worden vergrendeld.

Antennelocaties

Vermijd onnodig contact met het gebied rond de anten ne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
Het gebied rond de antenne is grijs gemarkeerd.

Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen

Gebruik de volumetoetsen.
U kunt het volume aanpassen tijdens een oproep of wanneer een toepassing actief is.
Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden.
De luidspreker activeren of deactiveren tijdens een gesprek
Selecteer
of .
18 Aan de slag

Headset

U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw apparaat gebruiken.

Een draadloze hoofdtelefoon aansluiten

Met een draadloze hoofdtelefoon kunt u ook gesprekken aannemen als uw apparaat niet direct binnen handbereik is, en hebt u uw handen vrij, bijvoorbeeld om tijdens een gesprek te blijven werken op uw computer. Draadloze hoofdtelefoons zijn apart verkrijgbaar.
1 Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Bluetooth > Aan. 2 Schakel de hoofdtelefoon in. 3 Open het tabblad Gekoppelde apparaten om de hoofdtelefoon aan uw apparaat
te koppelen.
4 Selecteer de hoofdtelefoon.
Als de hoofdtelefoon niet wordt weergegeven in de lijst, selecteert u Opties > Nw
gekoppeld apparaat om ernaar te zoeken.
5 Misschien moet u een toegangscode invoeren. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de hoofdtelefoon voor meer informatie.

Ovi Store van Nokia bezoeken

Selecteer Menu > Winkel.
Uit Ovi Store van Nokia kunt u het volgende downloaden:
Toepassingen
Thema´s, achtergronden, afbeeldingen en video´s
Beltonen
Mobiele spelletjes
Sommige items zijn gratis, voor de aanschaf van andere items moet u via uw creditcard of telefoonrekening betalen. Welke betaalmethoden beschikbaar zijn, hangt af van het
Nokia Ovi Suite installeren op uw pc 19
land waar u woont en van het netwerk van uw serviceprovider. Via Ovi Store kunt u over inhoud beschikken die compatibel is met uw mobiele apparaat en die aan uw interesses en locatie voldoet.
Ga voor meer informatie naar www.ovi.com.

De gebruikershandleiding op het apparaat gebruiken

Selecteer Menu > Toepassingen > Gebr.handl..
De gebruikershandleiding openen vanuit een toepassing
Selecteer Opties > Gebruikershandleiding. Dit is niet vanuit elke toepassing mogelijk.
Zoeken in de gebruikershandleiding
Wanneer de gebruikershandleiding geopend is, selecteert u Opties > Zoeken en voert u een letter of woord in het zoekveld in.
Schakelen tussen de gebruikershandleiding en een toepassing
Houd de menutoets ingedrukt, veeg over het scherm naar links of rechts en selecteer de gewenste toepassing.
geeft een koppeling naar een webpagina aan. Mogelijk worden onder aan de
instructies koppelingen weergegeven naar verwante onderwerpen.

Nokia Ovi Suite installeren op uw pc

Met de pc-toepassing Nokia Ovi Suite kunt u inhoud op uw apparaat beheren en deze synchroniseren met uw computer. U kunt ook uw apparaat bijwerken met de meest recente software en kaarten downloaden.
Download de meest recente versie van Nokia Ovi Suite van www.ovi.com/suite naar uw computer.
Als uw computer geen verbinding kan krijgen met internet, gaat u als volgt te werk om Nokia Ovi Suite vanuit het telefoongeheugen te installeren:
1 Gebruik een compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de computer aan
te sluiten. Als u Windows XP of Windows Vista op uw computer gebruikt, stelt u de USB-modus
van het apparaat in op Massaopslag. Als u de USB-modus op uw apparaat wilt instellen, veegt u vanuit het waarschuwingsgebied omlaag en selecteert u
Massaopslag.
Het massageheugen van het apparaat en de geheugenkaart worden als verwisselbare schijf weergegeven op uw pc.
>
20 Basistoepassing
2 Selecteer Nokia Ovi Suite installeren op uw computer.
Als het installatievenster niet automatisch wordt geopend, opent u het installatiebestand handmatig. Selecteer Map voor weergeven van bestanden openen en dubbelklik op Install_Nokia_Ovi_Suite.exe .
3 Volg de weergegeven instructies. 4 Wanneer de installatie is voltooid en u Windows XP of Windows Vista op uw
computer gebruikt, controleert u of de USB-modus van het apparaat is ingesteld op Nokia Ovi Suite.
Ga voor meer informatie over Nokia Ovi Suite naar www.ovi.com/suite.
Ga naar www.nokia.com/support als u wilt controleren welke besturingssystemen door Nokia Ovi Suite worden ondersteund.

Basistoepassing

Handelingen aanraakscherm

Als u met de gebruikersinterface wilt werken, tikt u op het aanraakscherm of tikt u op het aanraakscherm en houdt u dit even vast.
Basistoepassing 21
Een toepassing of ander schermelement openen
Tik op de toepassing of het element.
Snel naar functies gaan
Tik op het item en houd dit vast. Er wordt een pop-upmenu met de beschikbare opties geopend. Als u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden of een alarm wilt verwijderen, tikt u hierop en houdt u dit even vast en selecteert u de gewenste optie in het pop-upmenu.
Als u op het startscherm tikt en dit even vasthoudt, wordt de bewerkingsmodus geactiveerd.
22 Basistoepassing
Een item slepen
Tik op het item en houd dit vast, en schuif vervolgens met uw vinger over het scherm. Het item volgt uw vinger.
U kunt items in het startscherm of het hoofdmenu slepen als u de bewerkingsmodus hebt geactiveerd.
Vegen
Plaats een vinger op het scherm en laat deze gestaag in de gewenste richting glijden. Wanneer u bijvoorbeeld een foto bekijkt, kunt u de volgende foto weergeven door naar
links te vegen.
Door een lijst of menu bladeren
Plaats uw vinger op het scherm, schuif deze snel over het scherm en til uw vinger vervolgens snel op. De inhoud van het scherm schuift nu met dezelfde snelheid en in dezelfde richting als op het moment waarop u uw vinger optilde. Tik op een item om het item te selecteren in een bladerlijst of om de beweging te stoppen.
Basistoepassing 23
Inzoomen
Plaats twee vingers op een item, zoals een foto of webpagina, en spreid uw vingers.
Uitzoomen
Plaats twee vingers op een item en schuif uw vingers naar elkaar toe.
Tip: U kunt ook tweemaal op het item drukken om in of uit te zoomen.

Interactieve elementen van het startscherm

De elementen op het startscherm zijn interactief. U kunt bijvoorbeeld rechtstreeks in het startscherm de datum en tijd wijzigen, alarmen instellen, agenda-items maken of profielen bewerken.
Een alarm instellen
De klok (1) selecteren.
Profielen activeren of bewerken
Het profiel (2) selecteren.
Uw planning weergeven of bewerken.
De datum (3) selecteren.
Gemiste oproepen of ongelezen berichten weergeven
Het meldingengebied (4) selecteren.
24 Basistoepassing
Beschikbare WLAN's weergeven of Bluetooth-verbindingen beheren
Het meldingengebied (4) selecteren.
De verbindingsinstellingen wijzigen
Het meldingengebied (4) en
In de meeste overige weergaven kunt u het meldingengebied (4) selecteren en de volgende taken uitvoeren:
De verbindingsinstellingen wijzigen
De klok openen om een alarm in te stellen
De status van de batterij weergeven en de energiebesparende modus inschakelen
Meldingen van gemiste oproepen of ongelezen berichten weergeven
De wizard WLAN openen en een verbinding met een WLAN maken
Bluetooth-verbindingen beheren

Schakelen tussen geopende toepassingen

U kunt bekijken welke toepassingen en taken op de achtergrond zijn geopend en ertussen schakelen.
Houd de menutoets ingedrukt, veeg over het scherm naar links of rechts en selecteer de gewenste toepassing.
selecteren.
Toepassingen die op de achtergrond worden uitgevoerd kosten extra energie en leggen beslag op het geheugen. Als u een toepassing wilt sluiten die u niet gebruikt, selecteert u
.
Tip: Selecteer de taakschakelaar en houd deze even vast om alle geopende toepassingen te sluiten en selecteer Alles sluiten in het pop-upmenu.
Basistoepassing 25
Tekst invoeren Tekst invoeren met het virtueel toetsenbord
Het virtuele toetsenbord gebruiken
Als u het virtuele toetsenbord wilt activeren, selecteert u een tekstinvoerveld. U kunt het virtuele toetsenbord zowel in liggende als in staande modus gebruiken.
1 Virtueel toetsenbord 2 Sluittoets - Hiermee sluit u het virtuele toetsenbord. 3 Shift- en Caps Lock-toets - Hiermee kunt u een teken in hoofdletters invoeren
wanneer u in kleine letters schrijft, of vice versa. Selecteer de toets voordat u het teken invoert. Als u de Caps Lock-modus wilt activeren, selecteert u de toets tweemaal. Een streep onder de toets geeft aan dat de Caps Lock-modus is geactiveerd.
4 Tekenbereik - Selecteer het gewenste tekenbereik, zoals cijfers of speciale tekens. 5 Pijltjestoetsen - Hiermee verplaatst u de cursor naar links of naar rechts. 6 Spatiebalk - Hiermee kunt u een spatie invoeren. 7 Invoermenu - Hiermee activeert u tekstvoorspelling of wijzigt u de schrijftaal. 8 Enter-toets - Hiermee kunt u de cursor naar de volgende rij of het volgende
tekstinvoerveld verplaatsen. Extra functies zijn gebaseerd op de huidige context. In bijvoorbeeld het webadresveld van de webbrowser fungeert de toets als het activeringspictogram.
9 Backspace-toets - Hiermee verwijdert u een teken.
Tussen het virtuele toetsenbord en het toetsenblok schakelen in staande modus
Selecteer
Een accent toevoegen aan een teken
Selecteer het teken en houd het vast.
> Alfanumeriek toetsenbl. of QWERTY-toetsenbord.
Tekstvoorspelling inschakelen voor het virtueel toetsenbord
Tekstvoorspelling is mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
1 Selecteer 2 Begin met het schrijven van een woord. Uw apparaat doet suggesties voor
mogelijke woorden terwijl u schrijft. Wanneer het juiste woord wordt weergegeven, selecteert u dit.
> Invoeropties > Voorsp. inschakelen. wordt weergegeven.
26 Basistoepassing
3 Als het woord niet in de woordenlijst voorkomt, geeft het apparaat een alternatieve
suggestie uit de woordenlijst. Als u het nieuwe woord wilt toevoegen aan de woordenlijst, selecteert u het woord dat u hebt geschreven.
De modus voor tekstvoorspelling deactiveren
Selecteer
De instellingen voor tekstinvoer wijzigen
Selecteer
Tekst invoeren met het virtueel toetsenblok Het virtuele toetsenblok gebruiken
Als u er de voorkeur aan geeft het alfanumerieke toetsenblok te gebruiken wanneer u schrijft in de staande modus, kunt u schakelen van het virtuele toetsenbord naar het virtuele toetsenblok.
1 Selecteer een tekstinvoerveld. 2 Selecteer
> Invoeropties > Voorspell. uitschakln.
> Invoeropties > Instellingen.
> Alfanumeriek toetsenbl..
1 Cijfertoetsen 2* - Voer een speciaal teken in of blader door de mogelijke woorden als de modus
voor tekstinvoer met tekstvoorspelling is geactiveerd en het woord is onderstreept.
3 Shift-toets - Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt de modus voor
tekstinvoer met tekstvoorspelling activeren of deactiveren door snel tweemaal op deze toets te drukken. U kunt schakelen tussen de letter- en cijfermodus door op deze toets te drukken en deze ingedrukt te houden.
4 Toets Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenblok. 5 Pijltjestoetsen - Hiermee verplaatst u de cursor naar links of naar rechts. 6 Invoermenu - Tekstinvoer met tekstvoorspelling inschakelen, de schrijftaal wijzigen
of schakelen naar het virtuele toetsenbord.
7 Toets Backspace - Hiermee verwijdert u een teken.
Basistoepassing 27
8 Tekstinvoersymbool (indien beschikbaar) - Geeft aan of hoofdletters of kleine letters
zijn ingeschakeld, of de cijfer- of lettermodus actief is en of de modus voor tekstinvoer met tekstvoorspelling is geactiveerd.
U activeert gewone tekstinvoer met het virtuele toetsenblok Selecteer # tweemaal snel.
Een teken invoeren
1 Selecteer herhaaldelijk een cijfertoets (1-9), totdat het gewenste teken wordt
weergegeven. Er zijn meer tekens beschikbaar dan u kunt zien op de toets.
2 Als de volgende letter op dezelfde toets staat moet u wachten totdat de cursor weer
verschijnt of u moet de cursor naar voren verplaatsen en de toets opnieuw selecteren.
Een spatie invoegen Selecteer 0.
De cursor naar de volgende regel verplaatsen Selecteer 0 drie keer snel.
Tekstvoorspelling inschakelen voor het virtueel toetsenblok
Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden. Tekstvoorspelling is niet voor alle talen beschikbaar.
1 Selecteer 2 Gebruik de toetsen 2-9 om het gewenste woord te schrijven. Selecteer elke toets
eenmaal voor elke letter. Als u bijvoorbeeld Nokia wilt schrijven wanneer de Engelse woordenlijst is geselecteerd, selecteert u 6 voor N, 6 voor o, 5 voor k, 4 voor i en 2 voor a.
Het voorspelde woord verandert na elke toetsselectie.
3 Als het woord niet het gewenste woord is, selecteert u herhaaldelijk * totdat het
gewenste woord wordt weergegeven. Als het woord niet in het woordenboek staat, selecteert u Spellen, en voert u het woord met de traditionele tekstinvoer in en selecteert u OK.
Als ? achter het woord wordt weergegeven, staat het niet in de woordenlijst. Als u een woord aan de woordenlijst wilt toevoegen, selecteert u *, voert u het woord met de traditionele tekstinvoer in en selecteert u OK.
4 Als u een spatie wilt invoegen, selecteert u 0. Als u een veelgebruikt leesteken wilt
invoegen, selecteert u 1 en selecteert u vervolgens herhaaldelijk * totdat het gewenste leesteken wordt weergegeven.
> Tekstvoorspell. activeren.
28 Basistoepassing
5 Begin met het schrijven van het volgende woord.
Tekstvoorspelling deactiveren Selecteer # tweemaal snel achter elkaar.

De schrijftaal definiëren

Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Aanraakinvoer > Schrijftaal.
De taal wijzigen terwijl u schrijft
Selecteer
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Schermsymbolen Algemene indicatoren
Oproepindicatoren
> Invoeropties > Schrijftaal of > Schrijftaal.
Het aanraakscherm en de sleutels zijn geblokkeerd. Het apparaat geeft een stille waarschuwing af bij inkomende oproepen of
berichten. De wekker is ingesteld.
Een geprogrammeerd profiel is geactiveerd. U hebt een kalendergebeurtenis gemist.
Iemand heeft geprobeerd u te bellen. U maakt gebruik van uw tweede telefoonlijn (netwerkdienst). Inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer
(netwerkdienst). U hebt twee telefoonlijnen; een nummer geeft de actieve lijn aan. Uw apparaat is gereed voor een internetoproep.
Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst).
Berichtindicatoren
U hebt ongelezen berichten. Als het symbool knippert, is uw map Inbox misschien vol. De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden.
Netwerkindicatoren
Uw apparaat is verbonden met een GSM-netwerk (netwerkdienst).
Basistoepassing 29
Uw apparaat is verbonden met een 3G-netwerk (netwerkdienst). Er staat een GPRS-gegevensverbinding open (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wacht staat en gesloten.
Er staat een EGPRS-gegevensverbinding open (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wacht staat en gebracht. Er staat een 3G-gegevensverbinding open (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wacht staat en Er staat een HSPA-gegevensverbinding open (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wacht staat en gebracht. Er is een WLAN-verbinding beschikbaar. geeft aan dat de verbinding is gecodeerd en
Verbindingsindicatoren
Bluetooth is actief. geeft aan dat uw apparaat gegevens aan het verzenden is. Als de indicator knippert, wordt geprobeerd een verbinding met een ander apparaat tot stand te brengen. Er is een USB-kabel op uw apparaat aangesloten. GPS is actief. Het apparaat is bezig met synchroniseren. De FM-zender is actief, maar zendt momenteel niet uit. geeft aan dat de FM-zender bezig is met zenden. Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op uw apparaat. Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten op uw apparaat. Er is een compatibele teksttelefoon aangesloten op uw apparaat.
geeft aan dat de verbinding niet is gecodeerd.
dat er een verbinding wordt geopend of
dat een verbinding tot stand wordt
dat een verbinding tot stand wordt gebracht.
dat een verbinding tot stand wordt

Het waarschuwingslampje laten knipperen bij gemiste oproepen of berichten

Als het meldingslampje van het apparaat knippert, hebt u een oproep gemist of is een bericht binnengekomen.
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Waarsch.lampjes >
Meldingsindicator.

Zaklantaarn

De cameraflitser kan als een zaklamp worden gebruikt. Schuif en houdt de toetsvergrendelingsschakelaar twee seconden vast als u de zaklamp aan of uit wilt zetten.
30 Basistoepassing
De zaklamp kan alleen worden gebruikt wanneer u op het startscherm bent. U kunt de zaklamp ook inschakelen als u op het startscherm bent en de toetsen, het scherm of het apparaat vergrendeld zijn.
De zaklantaarn niet in de ogen schijnen.

Op uw apparaat en op het internet zoeken

U kunt zoeken naar items, zoals berichten, foto's, bestanden, muziek of video's die
zijn opgeslagen op uw apparaat of op het internet.
1 Selecteer Menu > Toepassingen > Zoeken. 2 Voer een trefwoord in en maak een keuze uit de voorgestelde opties. 3 Als u wilt zoeken op internet, selecteert u de internetkoppeling aan het einde van
elk zoekresultaat. U hebt een actieve internetverbinding nodig.
Tip: U kunt een zoekwidget toevoegen aan het startscherm. Tik op het startscherm en houd het ingedrukt. Selecteer vervolgens en de zoekwidget uit de lijst.

Uw apparaat offline gebruiken

Op plaatsen waar u geen oproepen wilt plaatsen of ontvangen, hebt u wel toegang tot uw agenda, contactenlijst en offline spelletjes als u het profiel Offline inschakelt. Schakel het apparaat uit als het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan of als dit storing of gevaar kan opleveren.
Selecteer het profiel en Offline in het startscherm.
Wanneer het profiel Offline is geactiveerd, is de verbinding met het mobiele netwerk gesloten. Er worden geen radiofrequentiesignalen tussen het apparaat en het mobiele netwerk uitgewisseld. Als u probeert een bericht te verzenden, wordt het in de outbox geplaatst en pas verzonden wanneer een ander profiel wordt geactiveerd.
U kunt uw apparaat ook zonder SIM-kaart gebruiken. Schakel het apparaat uit en verwijder de SIM-kaart. Wanneer u de telefoon weer inschakelt, is het profiel Offline ingeschakeld.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen en
kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst een ander profiel kiezen.
Wanneer het profiel Offline is ingeschakeld, kunt u nog wel verbinding maken met een draadloos LAN (WLAN), bijvoorbeeld om uw e-mails te lezen of te internetten. U kunt
Loading...
+ 111 hidden pages